Uitnodiging nieuwjaarsreceptie pagina 26 Uitnodiging reünie 2014
pagina 27
Leden bijdrage 2014
pagina 28
Nieuwsbrief 13e jaargang nr. 43 - november 2013
Sociale Commissie voorzitter
Ad Bouterse 0224-215621
Lindenlaan 110, 1741TX Schagen
[email protected]
secretaris
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Friesland & Groningen
Peter Beers 0517-413506
Welgelegen 36, 8861XR Harlingen
[email protected]
Drente
Gorrit van Berkum De Muijnhorn 14, 8431BJ Oosterwolde 0516-850186
[email protected]
Overijssel
Wouter Wanrooy Pr Beatrixlaan 25, 7437CA Bathmen 0570-543072
[email protected]
Gelderland-oost Jaap Visser 026-3114123
de Rosmolen 25E, 6932 NA Westervoort
[email protected]
Gelderland-west Kees Hermens 024-3564001
Karnstraat 3, 6532TX Nijmegen
[email protected]
Utrecht/’t Gooi
Gijs Elders 035-5383830
Wakkerendijk 18, 3755DC Eemnes
[email protected]
Noord Holland
Jan van Gils 020-4972654
Wilhelminalaan 38, 1161TX Zwanenburg
[email protected]
Zuid Holland
Alex Muller 070-3019477
De Tol 365, 2266EG Leidschendam
[email protected]
Zeeland
Adri Poortvliet 0118-463259
Henri Dunantstr. 32, 4388NK Oost Souburg
[email protected]
Noord Brabant
Jan Wouters 073-6212997
Com. de Quaylaan 290, 5224CZ Den Bosch
[email protected]
Noord Brabant/ Koos Dortmont Vorensaterstraat 51, 3312NV Dordrecht deel Zuid Holland 078-6135704 en
[email protected] 06 48790422 Limburg
John Snackers 045-5252557
Groesweg 26, 6451GG Schinveld
[email protected]
Van de voorzitter. November Je realiseert je dat het langzaam maar zeker naar het einde van het jaar sukkelt. En als dan de jaarwisseling in zicht komt, je bijna op een keerpunt staat, kun je twee dingen doen. Terugkijken of vooruitzien. Voor beiden is iets te zeggen. Uiteindelijk mogen we best beseffen wat we het afgelopen jaar hebben meegemaakt of ons afvragen wat de toekomst zal brengen. 2013 Het jaar heeft ons mogelijk leuke, blije, spannende, onverwachte of ook droevige momenten bezorgt. Zekerheid kenden we daarbij vaak niet. De tijd verliep en allerlei dingen kwamen op ons pad. Binnen onze vereniging verliep het jaarprogramma veelal, zoals we gewend zijn. Daarnaast kenden we ook een nieuwe activiteit. Op 2 oktober hebben we de eerste herdenking gehad bij het vorig jaar op 1 oktober onthulde Papuamonument. U hebt daarover kunnen lezen in onze vorige ‘Nieuwsbrief’. Mede door de bijzondere inzet van onze penningmeester is het gelukt om op zeer korte termijn deze plechtigheid te organiseren. Doordat alles snel moest was de publieke belangstelling wat minder dan wat we er van hadden verwacht. De tijd zat niet mee. Maar volgend jaar komt het zeker goed. Wat nog staat te gebeuren is de opening van het nieuwe gebouw van de Basis in Doorn. Een bijzonderheid daarbij is de onthulling van het borstbeeld van Luitenantgeneraal b.d. Ted Meines. Uniek is dat hij zelf deze handeling zal verrichten. 2014 Het programma zal in niet veel afwijken van het bekende. Wel wil ik u de nieuwjaarsreceptie op 26 januari van harte aanbevelen. Immers: Een goed begin is het halve werk! En mogelijk ten overvloede. Onze, elk jaar weer succesvolle reünie, wordt volgend jaar gehouden op woensdag 9 en donderdag 10 april. Let u ook op het tijdig overschrijven van de contributie. Sint Nicolaas, Kerstmis en de jaarwisseling. Mag ik u, al is het nog vroeg, bij al deze gelegenheden veel plezier en genoegen toewensen. En dat ik u daarbij elke keer weer een goede gezondheid toewens moet u mij niet euvel duiden.
Met hartelijk groet van uw voorzitter, Cees Aarts
1
Inhoudsopgave
2
Verhalen uit ons Nieuw-Guinea verleden
pag. 03 t/m 17
Oranje Gelderland bijna weer de klos
pag. 03 t/m 04
Een dak boven je hoofd (deel2)
pag. 05 t/m 07
Kleren maken de man
pag. 08 t/m 10
Als toerist terug naar Nederland
pag. 10 t/m 12
Opleiding voor
pag. 13 t/m 17
Arie’s
pag. 18 t/m 19
Timmerman
pag. 20 t/m 21
Van het bestuur
pag. 22 t/m 32
Boekenrubriek
pag. 33 t/m 37
Poen poen - poen poen
pag. 38
Musea
pag. 39
Verhalen uit ons Nieuw-Guinea verleden Oranje Gelderland bijna weer de klos door Ed van Tuijl Tijdens de toekenning van het bronzen schild, eind vorig jaar in Ermelo, was de onrust bij de mannen van het 45PAINFBAT 1 Oranje Gelderland al duidelijk merkbaar. Overplaatsing naar Havelte dreigde werkelijkheid te worden. Een verhuizing met verstrekkende gevolgen voor al die gezinnen die meenden in Ermelo hun toekomst te hebben gevonden. Denk alleen al aan de, in deze tijd, bijna niet te verkopen woningen waarop nog een zware hypotheek rust. Maar het werd de derde dinsdag van september nog veel erger. Weer werd het bataljon opgeheven. Dat deden ze, na ons optreden in Nieuw-Guinea, ook al. Oranje Gelderland leek andermaal de klos. Oké, er klonken wat protesterende geluiden uit het CDA en de ChristenUnie. Maar veel zou dat, zo vreesde men, niet uithalen. Voor ons veteranen bijzonder jammer. We begonnen immers net een steeds hechter wordende band met het bataljon te krijgen. Niet in de laatste plaats omdat Commandant Ludy Schmidt daar een warm voorstander van is. We waren te gast op de Generaal Spoorkazerne toen het stafgebouw werd vernoemd naar onze onvolprezen sergeant Cees Geelhoed. De man voor wie alle jongens van de Delta compagnie in Merauke door het vuur gingen. We waren ook op 21 december weer in Ermelo om de officiële toekenning van het bronzen schild bij te wonen. En zoals Jaap van Hensbergen het in de vorige nieuwsbrief vertelde, een delegatie van onze vereniging was in augustus te gast tijdens de regimentsweek. Onze mensen mochten daar vertellen over Nieuw-Guinea. Kortom, de band met Oranje Gelderland was de laatste jaren veel meer dan een uit beleefdheid in stand gehouden oppervlakkig contact. In Ermelo luisterden ze met echte belangstelling naar onze verhalen en dat gaf toch een stukje voldoening. Maar wat deed het kabinet? Wat deed de minister van Defensie? Wat besloten de Chefs van Staven? Het, of beter gezegd ‘ons’ bataljon opheffen. Luitenant Generaal Mart de Kruijf, Commandant Landstrijdkrachten, die in december 2012 bij de onthulling van het bronzen schild nog vertelde hoe trots
3
hij op Oranje Gelderland was, zal ook maar een pion in het hele bezuinigingsspel geweest zijn. Toch vertelde hij negen maanden later in het journaal, dat opheffen van dit Bataljon een beslissing was waar hij de volle verantwoordelijkheid voor nam. Een groot aantal leden van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen vroeg zich na het bekend worden van dit nieuws al af wat de gevolgen waren. Zou de naam van Geelhoed nu weer van het gebouw worden afgepoetst? Was alle energie die in de samenwerking werd gestoken voor niets geweest? Zou het bronzen schild nu op de zolder van een oude opslagloods van het leger belanden. We waren er bang voor Maar ziedaar. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Dankzij de onderhandelingen met een aantal oppositiepartijen verdween de extra bezuiniging bij defensie uit beeld. Oranje Gelderland blijft gewoon bestaan. Al moet de aangekondigde verhuizing naar Havelte nu natuurlijk wel in gang gezet worden. Gaan we in de toekomst toch gewoon op bezoek in Havelte. Dat onze steun niet onopgemerkt bleef, wordt duidelijk uit de Goed Nieuws Brief die brigadecommandant Hans van der Louw aan de mannen van Oranje Gelderland schreef. Ik citeer:”Ook de Veteranen van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland lieten van zich horen. Hun steun werd en is zeer gewaardeerd!” Kijk, zo’n opmerking doet een oud veteranenhart goed. Ja, toch?
4
Een dak boven je hoofd (deel 2) Door Johan. Beumer De foto’s zijn gemaakt door Frans en Joke de Bree Het eerste deel van dit artikel verscheen in het vorige 2 nummer van onze NIEUWSBRIEF (42). Redactie Dit artikel gaat over een dak boven je hoofd, voeding, inwoning en een goede opleiding voor Papoea kinderen. In het vorige artikel vertelde ik over de Papoea’s in de Vogelkop, aan de hand van een door pater Piet Tuyp van de Orde der Augustijnen geschreven verhaal. Ik wilde daarmee de aandacht vestigen op het goede werk dat deze groep Augustijnen op het gebied van middelbaar onderwijs in de Vogelkop en vooral in Sorong en Manokwari verricht. Nu een verhaal over het doel van deze scholen met internaten die in eerste instantie en vooral bestemd zijn voor Papoea- jongeren uit het gebied van de Vogelkop.
Selamat datang di kota Sorong (‘welkom’)
Middelbare school Augustinus in Sorong
Pater Augustijn Piet van Diepen richtte in de jaren dat hij werkzaam was in het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea de middelbare school ‘Augustinus’ in Sorong op. Vanaf 1953 werkte hij als missionaris in de Vogelkop. Teruggekeerd in Nederland richtte hij de ‘Stichting Augustinianum Sorong’ (afgekort S.A.S.) om er voor te zorgen dat de doelstelling van goed en toegankelijk middelbaar onderwijs voor Papoea’s bewaard zou blijven. In het bijzonder deed hij een beroep op leerlingen en oud-leerlingen van het Augustinianum in Eindhoven, waar hijzelf leraar was geweest. Zijn oproep vond ruim gehoor ( zie verderop) Na de overdracht aan Indonesië in 1962 lag de nadruk bij de nieuwe landsoverheid op een snelle integratie van Papoea in Indonesië. Daartoe werd met steun van het militaire systeem een geweldig transmigratie project opgezet. De toestroom van immigranten uit andere delen van Indonesië was de afgelopen tientallen jaren zo groot dat de inheemse bevolking nu minder dan de
5
helft van de bewoners van West Papoea en (oost) Papoea uitmaakt. De oorspronkelijke Papoea -bevolking was door de zendelingen en missionarissen deels gekerstend. Ook waren er door hen diep in het binnenland schooltjes en centra voor gezondheidszorg opgericht. Voor de verdere ontwikkeling was het nodig dat er vervolg- onderwijs kwam. In 1979 kon de middelbare school Augustinus in Sorong worden geopend. Eerste zorg was de toegankelijkheid van de school voor inheemse leerlingen. Velen van hen wonen in het binnenland of op grote afstand aan de kust. Dus moest er voor hen niet alleen onderwijs komen, maar ook onderdak. Behalve de school verrees er een internaat voor jongens en één voor meisjes. Bovendien mochten de onkosten nooit een probleem zijn voor de vaak armlastige thuissituatie van de leerlingen. De doelstelling was en is: Goed en toegankelijk middelbaar onderwijs voor de Papoea kinderen Leerlingen: Deze katholieke middelbare school in Sorong staat open voor alle gezindten. Ondanks verschillen in etniciteit, stamafkomst en religie is de onderlinge verhouding vreedzaam. Zoals eerder geschreven: de toetreding van Papoea leerlingen heeft er voorrang omwille van hun grote achterstand. De school telt ruim 500leerlingen van wie de meesten een goed eindexamen resultaat behalen. De school zelf heeft een goede naam en geeft ook een goede aansluiting op hogeschool en universiteit. Ook is de school een prima vooropleiding voor hen, die via hun eindexamen meteen op de arbeidsmarkt komen. De meeste kinderen komen uit het achterland van Sorong, de Ayfat en Karoon-stammen in het hart van de Vogelkop. Anderen komen uit het gebied van Fak-Fak en soms een enkeling van Bintini. Voor de jongens is er het jongensinternaat Augustinus; voor de meisjes het meisjesinternaat Monika o.l.v. twee Augustinessen. Scholieren zorgen zelf voor de was en de meisjes koken zelf op het houtvuur, zoals in hun dorpen van afkomst. De Stichting SAS in Eindhoven kon vanaf het jaar 2005 flinke financiële bijdragen uit Nederland overmaken voor dit kleinschalige ontwikkelingshulpproject. Primair staat voor de stichting SAS nog steeds de geldelijke ondersteuning voor het onderwijs en de huisvesting van Papoea -leerlingen. Daarnaast is er in voorbije jaren ook gezorgd voor o.a. een computerklas, de renovatie van toiletgroepen in de school en het opknappen van de woon- en sport accommodatie. Een vijftal oud-leerlingen ontvingen een studiebeurs voor hogeschool of universiteit. In 2009 vierde de school zijn 30-jarig bestaan en werd bevolkt met ongeveer 80% Papoea -leerlingen. Het aantal meisjes aan de school vormt de meerderheid. Niet onbelangrijk, want uiteindelijk zorgen de vrouwen vaak ervoor dat de volgende generatie weer naar school gaat en een goede opleiding krijgt. De Augustinus- schoolheeft al meer dan 3000 oud-leerlingen afgeleverd, van wie men er hier en daar ook een aantal in het overheidsapparaat aantreft. De schoolleider is ook een oud-leerling van dit instituut.
6
Sorong: Papoea kinderen
Het bovenstaande is een verhaal over een buitengewoon project voor de Papoea -jongeren in de Vogelkop. Zonder extra financiële steun, ook van onze zijde, zou dit verloren kunnen gaan. Velen van ons Nieuw-Guinea veteranen hadden al in 1962, het gevoel van dat we de Papoea bevolking in de steek lieten. En dat hebben we nog steeds Juist nu in de adventstijd is er een prima gelegenheid om met dit gevoel iets te doen. Bescheiden misschien gelet op de leeftijd van de meesten van ons. Maar ook vandaag nog kunnen we in ieder geval een bescheiden financiële bijdrage doen. Die bijdrage is erg welkom en wordt zeker goed besteed. Vele kleintjes maken één grote zullen we maar zeggen. Laat jullie hart spreken. Mijn bevriende sobats Van Bree, Helbes en ondergetekende, doen zeker mee. Maar wij rekenen op jullie! Bankrekeningnummer van de Stichting S.A.S. (Stichting Augustinianum Sorong) NL93RABO0350727295.07.27.295 T.n.v. S.A.S. Eindhoven Onder vermelding van: Augustinus school Sorong
Voor meer informatie over dit werk van de Augustijnen verwijs ik jullie naar: www.augustijnen.nl onder Augustijnse gemeenschappen en dan onder: Papua Barat Zie ook onder fiscale zaken (S.A.S. is een Anbi-instelling en fiscaal aantrekkelijk) Informatie over de school: www.augustinianum-sorong.org
7
Kleren maken de man door Ed van Tuijl Het wordt tijd dat we het eens een keer ter sprake brengen. De outfit van 6 IB. Ten slotte hadden we er allemaal mee 3 te maken. Het zondagse pak, het dungaree pak en de korte broek met het witje. Tenminste, ik weet niet beter dan dat het witte shirt in de volksmond van de D-Compagnie zo werd geduid. Wit met een blauw randje aan de hals. Ach, doet er verder ook niet toe. Laten we de combinatie, dat niemendalletje waarin je meestal je dagelijkse werk op de kazerne deed, maar zo blijven noemen. Ik heb al eens eerder verteld hoe ik, klein van stuk, door de foerier sergeantmajoor Kroeze, in het pak werd gestoken. De tweede dag in Merauke. De man droeg een brilletje met van die dikke glazen. Verziend of bijziend, ik haal dat altijd door elkaar. Voor mijn gevoel moest je toch wel hele goede ogen hebben om daar doorheen te kunnen kijken. Dat lukte hem van geen kant. Hij deed zijn observatie vanaf zeker een meter of vier. Gezeten op een stoel waar hij duidelijk niet vanaf wenste te komen. Regelmatig riep hij maten die mij zouden passen. Zijn hulpje haalde dan de broek of jas uit de magazijnstelling om mij er vervolgens mee op te zadelen. Maten die ik tot dan toe enkel bij C&A in de uitverkoop had gezien omdat ze te groot en dus moeilijk verkoopbaar waren. Maar voor de bijziende, dan wel verziende Kroeze paste het allemaal perfect. Ik had al snel door wat mij de eerste dagen te doen stond. Mouwen en pijpen inkorten. Toen dat allemaal een beetje gelukt was, mengde ik mij in het kazerneleven van de D-compagnie. Op de eerste zondag mocht ik met collega telegrafisten mee naar het strand. Een bewijs dat ik in de groep was opgenomen. Dus voor het eerst pak één aangetrokken. Broek, nog in een keurige vouw, mooi vallend net over de zwarte schoenen. Lompe dingen, maar een kniesoor die daar wat van zei. Jasje met opgestroopte mouwen en Nieuw-Guinea plaatje om het af te maken. In het midden de witte koppel. En op het hoofd die hoed. Met blinkend embleem. Ach, het had wel wat. Toch kwam ik er al snel achter dat de infrastructuur in en om Merauke niet echt bevorderlijk was voor je zondagse pak. Natte tijd. Daar had vooral Merauke last van. Het pad naar de zee verdween, ergens onderweg, onder een behoorlijk plas water. Geen omlopen aan. De anderen waren het duidelijk gewend. Pijpen opstropen en met de schoenen en sokken nog aan, gewoon pootje badend naar de overkant. Ik vond het doodzonde van mijn nieuwe broek. Maar teruggaan was geen optie. Dus ik stroopte de broekspijpen ook
8
maar tot boven de bevallige knieën en overwon het obstakel. Die strakke vouw is nooit meer teruggekomen. Niet nodig want eenmaal bij het strand begreep ik dat in je mooie pak flaneren over de boulevard weinig zou opleveren. Zo ver je de kuststrook kon volgen, geen badgast te bekennen. Laat staan vrouwelijk schoon. Dus niks om indruk op te maken. Dan de combinatie met het witje. Stoere outfit. Dat wel. Lekker luchtig. Dat vlotte T-shirt. De blauwe sportbroek. De jungleboots met de (ook al te lange) grijze sokken er als een rand overheen geslagen. En op het hoofd de vechtpet. Dat witje had één nadeel. Het werd zo snel een zwartje. Je bleef die dingen wassen. Maar eerlijk is eerlijk. Je liep niet voor gek in dat stelletje. Zelfs ik niet. Geen wonder dat de foto’s die ik naar het thuisland stuurde, bijna altijd een Van Tuijl in kazernetenue lieten zien. Zo stoer mogelijk afgebeeld. Recht van rug en schouders. Handen in de zij. Adem inhouden om het buikje te camoufleren was toen nog niet nodig. Dat werd later wel anders. Mensen kinderen. Dat begon al achter in de dertig. Bij elke foto in zwembroek hield ik zo fanatiek mijn adem in dat ik bijkans gereanimeerd moest worden. Tot overmaat van ramp werden het in die tijd kleurenfoto’s zodat je zelfs kon zien dat ik rood aanliep vanwege ernstig zuurstoftekort. Maar ja, je moest wat om die bollende buik weg te moffelen. Want in Nederland hadden we wel vrouwelijk schoon om indruk op te maken. Maar we dwalen af. Terug naar de D-compagnie. Naar het kazerneterrein. Waar hooguit de verloofde van korporaal Wolf zich een keer liet zien. Verder op het hele terrein geen vrouwelijk schoon Dus niks om indruk op te maken. Tenslotte het dungaree pak. Stoer om te zien. Met lekker veel zakken, dat wel. De broekspijpen meestal in de jungleboots gestoken. Vooral voor mij heel handig. Die broeken hoefde ik zodoende niet in te korten. Een gewild artikel als ze eenmaal, door het vele wassen, bleek van kleur werden. Hoe bleker de broek, hoe ouder de stomp. Ze werden met de regelmaat van de klok van je waslijn gepikt. Het leek soms wel of we met een invasie van Roemenen te maken hadden. Of het erg was, Nou nee, want je pikte op jouw beurt weer een bleke broek terug. Er zullen in Holland weinig compagnieën geweest zijn waar ze zo vaak elkanders broek gedragen hebben als in Merauke. Outfit voor op patrouille. Gelukkig met vechtpet en niet zo’n onhandig wiebelende helm.
9
Zelf dacht ik dat ik voor het kiekje naar huis beter een combinatie kon maken met de hoed. Maar nu ik terugkijk op de foto– kijk maar even met me mee - zie ik dat het geheel toch minder geslaagd was. Op de buik de sten uit 1943. Zeg maar gerust, het jaar nul. Die totaalaanblik. Zeg nou zelf. Daar kun je toch geen oorlog mee winnen. Maar los daarvan. Ook in het oerwoud geen vrouwelijk schoon. Dus niks om indruk op te maken.
“Als toerist terug naar Holland” Verhaal van MLD-er Philip Schmidt Geschreven door Ed van Tuijl “Ik wilde altijd al graag de wereld zien”, vertelt Philip Schmidt. 4 “Dus greep ik mijn kans toen mijn termijn van anderhalf jaar erop zat. Ik vertrok vanuit Biak naar Sydney. Stapte daar op de Willem Ruys. Bezocht met dit indrukwekkende schip eerst nog Nieuw-Zeeland en maakte toen een reis om de halve wereld. Via Zuid-Amerika, Panama en de Caribbean. Kortom, als toerist terug naar Holland.”
Martin mariner
Vliegkamp Boroekoe
De man die als beroepsmilitair bij de Marine Luchtvaartdienst op Biak diende, begrijpt dat slechts weinigen zo comfortbel mochten repatten. “Maar”, zo legt hij uit, “Ik heb de trip wel zelf betaald, hoor.” We bezoeken Philip thuis in Hendrik Ido Ambacht. Waar hij al veertig jaar woont en sinds kort een woning heeft betrokken om er als pensionado nog leuke jaren te beleven. Met vanuit zijn luie stoel een riant uitzicht over de velden van ASWH. De plaatselijke hoofdklasser. Laat dat nou net de vereniging zijn waarvoor hij nog actief bezig is. Hij doet de reclameborden. Wat een luxe. Hij kan zijn werk van thuis uit in de gaten houden. Maar we komen niet om over voetbal te praten. We zijn meer geïnteresseerd in de MLD. Hoe machtig was onze luchtvloot in Nieuw-Guinea. Nou dat viel, zo begrijpen we uit zijn verhaal, in de jaren achtenvijftig, negenenvijftig, de tijd dat hij er zat, nog wel mee.
10
Op vliegkamp Boroekoe zag je voornamelijk Catalina vliegboten, Dakota’s, Spitfires en Martin Mariners, van die enorme vrachtvliegtuigen. Neptunes waren er volgens Philip toen nog niet. “Ik zei het al, ik wilde toen ik van de ambachtsschool afkwam graag wat van de wereld zien”, zo vertelt hij. “Dus naar de grote vaart. Maar dat zagen mijn ouders niet zitten. Daarom meldde ik me aan bij de marine. Kreeg de nodige technische opleidingen en belandde zo als vliegtuigmaker op Biak. We sliepen in het kamp, zo’n vijf kilometer verder op. Ik had al snel door dat eigen vervoer wel makkelijk was. Dus nam ik van een collega een brommertje over. Een Kaptein mobylette. Super handig. Ik heb er veel gemak van gehad. Al snel was ik de MLD-er op het brommertje.” Philip Schmidt was geen figuur die ’s middags op zijn nest ging liggen. Daar was hij veel te actief voor. Hij ging als vrijwilliger werken bij de fotostudio op de kazerne. Dat wil zeggen, vooral foto’s ontwikkelen. Dankzij die hobby zorgde hij voor een primeur in Nieuw-Guinea. “Ja”, zegt hij met een brede grijns, “ik denk dat ik de eerste donkere kamer bij een Papoea thuis heb ingericht. Wij hadden op het vliegveld in de werkplaats allemaal jonge Papoea’s die daar als stagiair tewerk waren gesteld. Joseph, mijn stagiair, vond het wel een goed idee dat ik bij hem thuis een donkere kamer zou inrichten. Kun je, je voorstellen dat ik in de ogen van die dorpelingen een echte blanke tovenaar was. Ik liet er altijd een paar meekijken als ik de afdrukken in het fixeerbad deed. Je weet wel, dan komen die vellen naar boven drijven en verschijnt langzaam de afbeelding. Ze renden nog net niet verschrikt weg. Maar wat hen betreft was het puur toveren wat ik deed.” Het was niet de enige primeur die Philip op zijn naam schreef. Waarschijnlijk is het aan hem te danken dat er op een gegeven moment op Biak twee echte voetbalvelden zijn aangelegd waarop hele competities zijn afgewerkt. “Ik mocht graag voetballen. Is altijd zo gebleven. Maar op Biak had je niks. Totdat ik bedacht dat op het vliegveld, naast de strip, nog een behoorlijk stuk grond lag, waar we wellicht op konden voetballen. Dat moest enkel wat vlak gemaakt worden. Nou ja, enkel. De ondergrond was, zoals overal op Biak, karang. Het Karang veld elftal Dus dan weet je het wel. Man wat een klus is dat geweest. Met pikhouwelen aan de gang. En maar schrapen en hakken. Echt vlak is het nooit geworden. Maar we hebben erop gevoetbald. Gelukkig voor ons en alle jongens die later kwamen, pikten de legerleiding het op en besloot om twee echte velden aan te leggen. Dat ging heel wat professioneler. Overigens heb ik aan zo’n voetbalwedstrijd tegen een Papoea team nog wel
11
een bijzondere herinnering overgehouden. Ik versierde een strafschop en benutte het buitenkansje. Terwijl ik terugloop naar de middenstip, komt de keeper van de tegenpartij achter me aan en schopt me pardoes onderuit. Komt de scheidsrechter naar me toe. Die man was hoofd bij de politie. Hij zegt, je moet aangifte doen. Omdat hij bleef aandringen heb ik het maar gedaan. Wat denk je? Niet veel later een echte rechtszaak in de open lucht. De man kreeg een week gevangenisstraf. Ze waren daar hun tijd ver vooruit. Voetballen prima, maar wel respect voor elkaar. Waar hebben we dat anno 2013 meer gehoord? Onze MLD-er met zijn donkere kamer bij een Papoea thuis, kocht van zijn spaarcentjes een professionele camera en fungeerde ook als fotograaf. Zoals die keer dat hij op verzoek van een Papoea, die ging trouwen, de bruidsreportage zou maken. Mooi op tijd stapte hij op zijn brommertje en toerde met de cameraspullen om zijn nek naar de kampong waar het allemaal zou gaan gebeuren. “Maar de wegen waren, net na een plensbui, behoorlijk modderig. En ja hoor, in een flauwe bocht ging deze jongen onderuit. Gat in mijn been, camera onder de modder. Ik moest terug om me in de ziekenboeg te laten verbinden. Toen de spullen schoongemaakt en weer vol gas naar het kerkje. Te laat, natuurlijk. Ze waren al getrouwd. Heb ik toch nog maar wat foto’s van het bruiloftsfeest gemaakt.” Hoe klein de wereld ook toen al was blijkt uit zijn verhaal dat hij met een aantal jongens naar Hollandia moest. Daar was een Spitfire bij de landing door zijn hoeven gezakt. Dus moest het onderstel gerepareerd worden zodat hij weer op kon stijgen. “Ik vond dat niet erg, natuurlijk. Zag ik ook wat van Hollandia. Op de zondag werkten we niet aan het vliegtuig. Dus besloten we om met de Land Rover, die we tot onze beschikking hadden, de omgeving te verkennen. Na een uurtje rijden, zien we een tentje waar je frisdrank kon kopen. Heb ik net een cola besteld, hoor ik ineens roepen, verrek Flip, wat doe jij hier. Zie ik Tonny de Leeuw, een klasgenoot van de lagere school. Hij werkte voor NOVIB. Is trouwens nog familie van Paul de Leeuw. Een oom. Maar hoe bijzonder kan het zijn. Dat je zo iemand daar, aan de andere kant van de wereld, in the middle of nowhere, tegenkomt” Na acht jaar Koninklijke Marine zei Philip Schmidt het leger vaarwel. Begon, zonder dat hij een groot rijbewijs had, een expeditiebedrijf dat uitgroeide tot een middelgrote onderneming. Verkocht de zaak om vrolijk over te schakelen naar de Horeca. Twee goedlopende zaken in Dordrecht. En nu lekker genieten van zijn pensioen. En tijdens de wedstrijden van ASWH leuke foto’s maken die druk worden bekeken op zijn eigen site phschmidtsportfotografie.com. Per wedstrijd ongeveer twee- tot driehonderd Vliegtuigmaker stuks.
12
Opleiding voor korporaals, scherpschutters en springstoffen Geschreven door Louis van Diessen Met dank aan mijn maten van het eerste peloton van de A Compagnie voor de aanvullingen in dit relaas waar mijn geheugen faalde.
5
Korporaal
Als je een tijdje als soldaat en soldaat der eerste klasse in Nieuw Guinea was en redelijk dienst gedaan had kon je bevorderd worden tot korporaal. De brenschutters werden dat meestal, waarschijnlijk omdat ze dat zware ding altijd moesten sjouwen. Op patrouille moesten ook de munitieboxen mee en die waren echt loodzwaar. Ook de affuit en de reserveloop van de bren, als de staf sadistisch dat zo besloten had. Ik had er een keer een koelie voor ingehuurd maar dat werd me niet in dank afgenomen. Toch bleek het een schot in de roos want de koelie kon precies het wild vinden om te schieten voor de maaltijd. Dat was in ieder geval mooi meegenomen. Het grootste voordeel om korporaal te zijn, was het feit dat je meer ging beuren. Maar liefst 17 gulden in de maand! Verder was je plaatsvervangend groepscommandant, en kon je wachtcommandant worden op de meest vervelende plekken zoals de Vogelkop, een munitieopslagplaats in de buurt en op Kaap Smink waar het stikte van de muskieten. Ook kreeg je soms de leiding bij het pionieren en moest je er op toezien dat ieder braaf zijn schuttersputje uitgroef en uithakte op de tjothelling. Met schop en pikhouweel. Maar het had ook wel zijn voordelen. Een ervan was, dat je die zware bren niet meer op je schouders had, nee je kreeg een karabijn. Maar je pistool moest je inleveren en dat was juist zo handig bij het exerceren e.d. Korporaal werd je niet zomaar, je kreeg er een hele opleiding voor. Natuurlijk op Jefman, in een bivak in de buurt van de kampong achter de strip.Onder leiding van een beroepssergeant kregen we hier instructies hoe we ons moesten gedragen als korporaal. Sommigen van ons voelden zich een hele piet, maar het stelde natuurlijk geen moer voor. We leerden commando, s geven bij exercitie en oefenden dat ook. Ook appèl afnemen, rapporteren, inspecteren en dergelijke dingen hoorden daarbij. Zo waren we de hele dag bezig. In de avond ging de instructeur lekker naar zijn eigen bed maar wij deden het met onze veldbedden in een grote tent, met een paar Colemans als verlichting waar allerlei insecten op af kwamen. Natuurlijk moest er ook een wacht ingedeeld worden, echter, we kregen bezoek van onze sobats die nog niet aan de beurt waren om bevorderd te worden, en
13
die brachten een vracht bier mee. Die eerste avond was zowat iedere aspirant korporaal flink dronken en van de wacht kwam niets terecht. Als wij die nacht controle hadden gehad waren we direct achter de wacht gezet. Een mijn maat maakte me wakker omdat ik flink aan het snurken was op de wachtpost. Ik lag languit op een bank, zag zwart van de muskieten en geloof het of niet, geen enkele muskiet had me gestoken. Anti alcohol beleid van deze gemene stekers waarschijnlijk En ga nu niet zeggen dat het gebrek aan discipline was. Nee, wij waren als dienstplichtigen niet zo gepassioneerd om uitslovers te zijn. Ook wisten wij dat we op de kapella kampong, Batjoe, konden rekenen, die zou ons wel waarschuwen bij onraad. Later toen het ernst werd, en er opgetreden moest worden tegen infiltranten bewezen wij dat de lessen toch goed begrepen waren. Het was zelfs zo, tijdens acties op Teminabuan zouden wij, dat was het eerste peloton van de Acie, afgelost worden door het tweede peloton, maar de dienstdoende commandant, Majoor Romijn, wilde ons graag nog een paar weken houden omdat we uiterst gedreven en effectief opgetreden waren tegen de daar gedropte paras. Bovendien hadden we de nodige ervaring opgedaan en was de samenwerking met de mariniers soepel en vanzelfsprekend. Nou de eerste etappe van de cursus was goed afgelopen, toen de volgende morgen onze instructeur weer kwam waren we gelukkig allemaal weer gereed voor de lessen. De nadruk van de lessen lag vandaag op discipline, de korporaals moesten een voorbeeld zijn voor de manschappen. Het was dus maar goed dat ze ons de vorige avond en nacht niet gezien hadden!Maar we deden braaf mee en ook deze dag kwam weer om. We kregen ook nog les in wapenkunde maar dat wisten we allemaal al, dit hadden we al geleerd en het was eigenlijk maar saaie koek. Met allerhande wapens hadden we al eens geschoten, tlv, bofors, mortier, punt 30, punt 50, oerlikon, raketwerper, karabijn, garand, bren, pistool, sten, dus kennis genoeg aanwezig. We deden wel ons best om interesse te tonen dan was de sergeant ook weer tevreden. Zo leerden we wat nodig was en na afloop van de training werden we bevorderd en kregen de gele strepen. Nu waren we Dienstplichtig Korporaal! Als er baroes kwamen waren die strepen wel leuk omdat die nieuwelingen ook de korporaals groeten, dan moest je wel ernstig blijven al was het soms moeilijk. Maar natuurlijk groeten we plechtig terug, onder hoongelach van de ouwe stompen. Scherpschutters (snipers) Op Sorong waren de opleidingen voor scherpschutters, dat waren meestal de jongens met een Garand. Bij ons was dat de Dordtenaar Gerrit van de Griend. We hadden geen echte sniper Garand zoals de M1C en de M1D maar we deden het er maar mee. Eigenlijk had je er weinig aan omdat het schootsveld in de bush niet zo groot was. Dat kon je met een karabijn prima bestrijken. Die Garand behoorlijk zwaar en onhandig op patrouille, en er gingen er maar 8 patronen in. Hij was wel een stuk nauwkeuriger als een ander wapen maar dat woog niet op tegen de nadelen. Je moest ook uitkijken bij het laden dat je niet met je duim tussen de grendel kwam, want dat was behoorlijk pijnlijk. De bekende Garand-duim! De Garand had nog een nadeel. Bij het afschieten van
14
de laatste patroon hoorde je een metalige klik waardoor je tegenstander wist dat je moest herladen. En dus wist hij dat je even niet kon schieten. Maar het hoorde erbij. De schietbaan op de Remoe kazerne op Sorong was lang genoeg voor de lessen. Met de kijker erop werd op de doelwitten geschoten en door de telefoonverbinding met de schietkelder kon je al vlug weten waar de kogelinslag terecht was gekomen. Veel lessen waren niet nodig want schieten hadden we al geleerd.Nou iedereen met de Garand haalde dat diploma wel, ik moet zeggen dat bij ons in het peloton toch wel verschillende goede schutters waren. Dat merkten we op patrouilles, nooit hadden we gebrek aan wild en gevogelte om te eten. Eens werd met een Garand op een kasuaris geschoten, dat beest had een groot gat in zijn lijf maar het liep, vrolijk” verder en het duurde nog een hele poos voordat onze Papoea gids het dier gevonden had. Van die kasuaris werd een poot geroosterd boven een vuurtje aan een geïmproviseerde gril. Die gare poot werd aan een boom gehangen en ieder sneed er zijn deel af. Tegenwoordig roosteren de moslims op braderieën en evenementen een lamsbout en noemen dat döner kebab, maar onze kasuaris kebab was ook lekker! Dat met een Garand op patrouille wild geschoten werd was een uitzondering meestal werd alleen met dit wapen geschoten als het noodzakelijk was en dan ook nog op bevel. Met die Garand kon je ook granaten afschieten, en soms was dat wel effectief als er tenminste ruimte voor was. Er was wel een speciaal vizier voor nodig maar of dat er ook bij was weet ik niet meer. Meestal waren er een hoop takken boven je hoofd zodat je niets kon met die granaten, maar vanaf het strand of een open plek in een kampong en bij een kali ging het prima. Echter, op patrouille gingen die granaten niet mee, allemaal extra barang en onbruikbaar zoals gezegd. Op Jefman werd altijd voor de lol geschoten op bierblikjes die zo ver mogelijk weg gezet werden. Nooit heeft een van onze scherpschutters, als een echte sniper, ergens hoog in een boom op de loer gelegen of er soms een pelopper in de buurt wilde komen. Daar was geen tijd voor en het was ook niet nodig, we konden ze wel op een makkelijkere manier te pakken nemen. Toch waren het leuke lessen en weer eens wat anders als de gewone plichtmatige dienstjes die elke dag terugkwamen. Die scherpschutters werden gepromoveerd tot soldaat 1e klas en dat leverde ook weer een tientje meer in de maand op. Springen
De lessen met springstof omgaan waren wel interessant en werden dan ook met oprechte belangstelling gevolgd. Niet iedereen mocht daar aan meedoen, dat was ook niet nodig een paar ,, experts’’ waren genoeg. Sergeant Hagemeijer was onze leraar. Eerst kregen we te horen waar we op moesten letten, en wat de gevaren konden zijn.Meestal was nonchalance de oorzaak van ongelukken, en ons werd nadrukkelijk geleerd hoe de procedure was bij het leggen van een lading.
15
Er werd uitgelegd welke soorten er allemaal waren, maar meestal werd hexaniet gebruikt bij de landmacht. Dat was een kneedbare springstof en zag eruit als stopverf ook blokjes van een ander soort. Je kon er op slaan, mee gooien, met vuur behandelen en er gebeurde niks, zolang er geen slagpijpje in zat, was er geen gevaar voor ontploffen. De slagpijpjes werden daarom ook altijd apart bewaard, niet in de buurt van de springstof. Hoe kon de springstof tot ontploffing gebracht worden? Met een lont en op een speciale manier. Je kon zo, n lont niet simpel met een vlammetje aansteken, nee er was een flinke hitte voor nodig. Wij deden het door een soort lucifer af te strijken en op het moment van ontbranding tegen de lont te houden waarop deze begon te branden.We leerden berekenen hoe lang de lont moest zijn om tijd te hebben om dekking te zoeken. Dat ging met een bepaalde tijd per cm. In het begin liepen we als gekken hard weg toen de lont aangestoken was terwijl de leermeester rustig zelfverzekerd terug liep. Later deden we dit ook, geen paniek, rustig en zelfverzekerd werken was het advies. Ook bomen vellen ging prima met de hexaniet, we rolden een stuk uit tot een soort van lange worst en legden dit onder om de stam van een boom heen. De boom knapte dan mooi af waar de springstof bevestigd was. Je kon de springstof ook met een elektrische vonk laten ontploffen maar dat gebeurde niet zo dikwijls. Bovendien was die apparatuur onhandig op patrouille en tijdens acties, je kon beter meer munitie en handgranaten meenemen. Zo leerden we allerlei foefjes en kneepjes over het omgaan met springstoffen. En ik merkte dat we allemaal toch wel graag wilden leren. Later moest een groep van ons naar Middelburg om een vliegstrip onklaar te maken zodat er geen Indonesiërs er konden landen. En het vervelende was dat zij een maand eerder die strip opgeruimd en gereed gemaakt hadden zodat er weer vliegtuigen konden landen. Er moest ook beton gemaakt en ze gebruikten de springstof om rotsen te laten springen zodat het gebroken gesteente in het beton verwerkt kon worden. Toch een flink en ongewoon karwei. Op de schietbaan van Sorong hebben we ooit een partij munitie van de peloppers opgeblazen. Die TNI ers gooiden de handgranaten met de pin er nog in naar ons toe, dus weinig gevaar alleen schrikken, toch maar even wegduiken er konden ook scherpe bij zijn inplaats van blindgangers. Maar die hele zooi werd in een ton gegooid, in dit geval blokjes springstof erbij, de draad uitrollen zo ver weg als nodig was en de detonator indrukken. Het was een mooie klap. Op Jefman was een keer bij de Jappenbunker een grote potvis gestrand en deze gebruikten we ook om te oefenen met springstof. Het hele beest hebben we weggeblazen, toch een raar gezicht, de smurrie die overblijft. Het heeft nog dagenlang gestonken in de buurt van kaap Smink. En een andere keer stonden we voor een snelstromende kali waar we over moesten, toen hebben we een boom geveld met springstof, de berekening
16
was juist en de boom viel mooi over de kali. Alleen alle takken zaten er nog aan, die moesten we met de parang eraf kappen, maar uiteindelijk kwamen we toch droog aan de overkant, alleen sommigen van ons waren nat van het zweet door het kappen. Die springstoffen cursus is toch goed van pas gekomen, zo zie je dat opgedane kennis nooit weggegooid is. Op Jefman werd ook een paraopleiding begonnen maar door omstandigheden is dit nooit afgemaakt. Jammer want het was een leuke opleiding. Het begin was leren om te vallen, en vervolgens moesten we van de laadklep van een truck springen. Eerst bij langzame snelheid later werd die opgevoerd van 20 naar 40en later naar 60 km per uur. Geloof het of niet maar als je van die laadbak afsprong kwam je steeds op je voeten terecht en werd vanzelf door de snelheid rechtgetrokken. Nooit heb ik iemand zien vallen bij die sprongen. Verder zijn we met deze opleiding niet gekomen omdat de Indonesiërs naar beneden sprongen. Ook de opleiding voor de MLV speld, gegeven door sergeant-majoor Smulders, is door mij nooit afgemaakt om dezelfde reden. We waren gevorderd tot het touw klimmen toen de cursus afgebroken werd. Ik had veel respect voor majoor Leo Smulders omdat hij in het touw klom enkel en alleen met zijn handen. Hij trok zich zo helemaal op in de nok van de hangar op Jefman. En wij konden slechts moeizaam met handen en voeten naar boven komen. Ik heb sergeant-majoor Smulders in 2009 nog gesproken en hij vertelde dat hij regelmatig samen met andere vrienden op bezoek ging naar Soestdijk om een borreltje te drinken met Prins Bernhard toen deze nog leefde. Het waren goede vrienden geworden, hij was ook uitgenodigd voor de uitvaart van de prins. Ik heb begrepen dat sommige van ons later de MLV speld nog wel gehaald hebben toen de acties voorbij waren, maar toen zat ik op Biak me stierlijk te vervelen in dat tentenkamp op die karangvlakte en om maar liefst 6 weken te wachten op repat. Ik was liever bij mijn maten gebleven, maar toen was er ook al bureaucratie. Zo werden we steeds bezig gehouden door het kader, soms saai, maar dikwijls zeker interessant en soms schijnbaar voor joker.
17
Arie’s Wist u dat we hier van die keiharde knapen hebben? Arie’s worden ze genoemd. Jongens, waar de Hunnenkoning Attilla voor gekropen zou 6 hebben. Ik had het voorrecht gehad, een dergelijke Arie te ontmoeten bij de tandarts. Met knikkende knieën en met een raar gevoel in mijn maag, zat ik bij de tandarts op mijn beurt te wachten op een bankje bij de longroom, toen hij er aan kwam. Zonder een woord te zeggen en met een onheilspellende blik in zijn ogen kwam hij naast mij zitten. Voorzichtig nam ik hem van opzij op. Dat scheen hij te merken, want hij spuwde eens hartstochtelijk op de grond en ik keek weer gauw voor me. Na de kat even uit de boom gekeken te hebben, probeerde ik het op een andere manier. “Heet hé”zei ik aarzelend. “Ben ‘k gewend…...... een tijdje in ’t land” gromde hij en keek me verachtelijk aan. Met een onbehagelijk gevoel vergrootte ik onze onderlinge afstand met een halve meter. Maar dat had ik niet moeten doen. “Zit toch stil” zei hij “of ben je soms bang?” Ik knikte van ja en zijn minachting voor mij werd zichtbaar groter. “Ben niet bang voor niks en niemand”. Teemde hij, en spuwde weer. Deze keer tegen het plafond. Vol bewondering keek ik naar hem op. Dat moedigde hem schijnbaar aan, want hij ging verder met: “judo gehad, zwarte band”, vermelde hij er nog bij. “Of geloof je me soms niet”. En zijn ogen werden spleetjes. Ik knikte van JA. “In Doorn”, vervolgde hij, “hadden de kaderleden niets bij mij te lachen, vier korporaals in mekaar gedraaid, meer kon niet, want de rest heb ik in de kneip gezeten”. En bij deze opmerking grijnsde hij sinister. Ik huiverde en moest onwillekeurig aan Hitchcock denken. “Boxen, dat kan ik ook”, zei hij en nijdig beet hij en stuk van zijn sigaret om hem vervolgens weer in zijn mondhoek te plakken, daarna maakte hij een boxbeweging in mijn richting om zijn bewering kracht bij te zetten. Ik rolde van schrik van de bank af, wat zijn verachtelijke blik deed wisselen in een triomfantelijke. Op dat moment ging de deur open bij de tandarts, en diens assistent riep: “Volgende”. Mijn vriend stond op en ging ongevraagd voor. Ik haalde opgelucht adem en ging weer op de bank zitten. Ik had medelijden met de tandarts en hield
18
mijn hart vast. Opeens hoorde ik een schrille kreet, gevolgd door een doffe bons. Wat mijn bloed in mijn aderen deed stollen en mijn haren ten berge deden rijzen. Ik vroeg me net af of het de tandarts zelf zou zijn, of zijn assistent, toen de deur geopend werd en tot mijn onuitsprekelijke verbazing mijn sterke vriend plus zwarte band naar buiten werd gedragen en onze Arie tussen de bloemen van de longroom werd gedeponeerd. “Wie volgt” zei de tandarts. Toen ik nog geheel ontdaan door het gebeurde in de witgelakte stoel zat, hoorde ik de tandarts tegen zijn assistent zegen: “die ging al van zijn stokkie, alleen al van het zien van een injectienaald”. ‘Middags zag ik hem staan, te midden van zijn kornuiten, die hem met open mond aanstaarden. En terwijl ik lachend doorliep hoorde ik hem nog zeggen: “en als die kiezenmepper het lef had gehad, om maar naar mijn bek te wijzen, dan had ik hem …….” Ik bedoel maar…….
Hop and Go Bed en Breakfast Wij bieden prachtige kamers en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer. Hop en Go is de ideale plek om te overnachten tijdens uw fiets of wandeltocht in het prachtige natuurrijke waddengebied. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
Goede reis en tot ziens. Hearrwei 17 9073 GA Marrum (FRL) www.hopandgo.nl
Joop & Gre Hop Tel: 0518-411725 Mob: 06-50600015 E-mail:
[email protected]
19
Hersenspinsel Door Piet de Raad De verhalen in de NIEUWSBRIEF doen mij altijd weer terug denken aan mijn diensttijd, die ik vooral in Nieuw-Guinea heb 7 door gebracht. Ik ging zonder bezwaar in dienst, want het moest toch, en het was een mogelijkheid om sneller zelfstandig te worden. Als zoon van een kleine zelfstandige was mijn levensloop al bekend vóór ik het zelf wist. Ik zou ook kleine zelfstandige worden en werd al snel op stap gestuurd naar de klanten van mijn vader. Orders krijgen en uitvoeren was geen probleem, maar de vele onzinnige orders uitvoeren en gekleineerd worden heb ik moeten leren accepteren. Het is maar goed dat het opleidende kader niet geweten heeft welke straffen ik ze in mijn hoofd allemaal toebedeelde. Gelukkig waren de goden mij welgezind en werd ik timmerman van de Echo Compagnie en ik heb gelukkig die onafhankelijke job volledig kunnen benutten. Na enige kleine strubbelingen bij de kennismaking waren mijn kamergenoten en ik aan elkaar gewend. In de kamer van de compagniesstaf was het een komen en gaan van” kleine zelfstandigen”. De telefonisten, de telegrafisten, de koks, de oppasser,de administratiehulp en zo nog een paar meer, ze waren eigen baas in de zin van dat ze een andere baan hadden dan de gewone soldaat. In mijn geval leerde ik al snel mij te onttrekken aan het commando door vóór het appel te verdwijnen en pas na het appel terug te komen. De timmerwerkplaats was een ideaal onderkomen en mijn noodzakelijke aanwezigheid daar kon ik uitleggen door te zeggen dat ik daar de leiding had. De twee Papoea’s en twee Indische mannen waren echte timmerlieden,die bekend waren met alle werkzaamheden. Ik kwam daar gewoon als blanke niets kunner. Maar als kleine zelfstandige paste ik me snel aan en kon mee doen met hun werkzaamheden als hout zagen, schaven en opruimen. De eerste maanden had ik nog gezelschap van Jan Hannema van de A Compagnie ,maar toen die verdween was ik de koning. Commandant in de werkplaats. Ik deed werkelijk van alles zoals droogkasten maken, stokken schaven voor de klamboes, het ophangen van ventilatoren maar het meest deed ik onzinnige dingen. Ik heb nu nog steeds geen idee wat het bestaansrecht was van de timmerwerkplaats.
20
Er kwam hout binnen en daar werd iets mee gedaan en daarna was het weer verdwenen. Ik deed wat klusjes als het bouwen van een duivenhok en het timmeren van repatkisten maar het belangrijkste voor mij was het ontduiken van de militaire plichten. Ik heb een aantal keren een schietoefening meegemaakt waarbij mijn karabijn steeds het hart kon raken. Gelukkig heeft “het kader”mij nooit bevorderd tot soldaat met geweer. Ik was timmerman en dat bleef ik. Op Jefman moest ik het gereedschap verzorgen en ik zorgde dat het goed voor elkaar was. De nissenhut was mijn persoonlijke schuilhut en tijdens het maandelijks verblijf op Jefman werd er meer gezwommen dan gewerkt. ’s Morgens gereedschap uitgeven en ’s middags weer innemen, schoonmaken en administreren. Dat was het. Voor de meeste militairen is de Jefman periode de mooiste tijd geweest. Een kleine club, goed eten en weinig spectaculairs. Er werd natuurlijk wacht gelopen en die nachten waren lang en vol van het geluid van de miljarden cicaden en treiterende bloedzoekende muskieten. Maar er waren ook de lange middagen met heel veel zwemmen en duiken. Op die middagen werden ook door mij alleen en soms met vrienden, ontdekkingsreizen gemaakt. Struinen over het eiland, tussen de Japanse vliegtuigen en natuurlijk het lopen naar het aanpalende eiland wat alleen bij eb bereikt kon worden. Elke keer alert zijn zodat de vloed je niet verraste want dan was je onwettig afwezig. Mijn ruilhandel met de Papoea’s is nog te zien als ik in mijn kamer rond kijk. De kleine prauw, de tamtam en het Nieuw-Guinea plaatje staan samen met de tijgerschelpen nog steeds in mijn boekenkast. Herinneringen die ontstaan bij het lezen van de verhalen in de NIEUWSBRIEF
21
Van het bestuur WIJ GEDENKEN
Met eerbied en in gepaste stilte brengen we een laatste eresaluut aan: J.G.M. Martens
3755 JW
Eemnes
D.L. Mak
4132 CR
Vianen
H. Gerritse
3997 MX
‘t Goy
J.J. van de Grift
3741 SD
Baarn
F.A. de Bont
1671 KG
Medenblik
J. Ruiter
9204 GX
Drachten
A. Oostveen
3828 BZ
Hoogland
Versterking van het bestuur De ledenvergadering besloot, op voordracht van het bestuur, in mei 2013, dit bestuur, met een lid aan te vullen om de werkzaamheden beter te kunnen verdelen. Daarom werd Cor Drost in die Algemene Ledenvergadering gekozen tot bestuurslid. Hij zal in de komende jaren het secretariaatswerk met uitzondering van het maken van vergader notulen op zich nemen. Het adres van het secretariaat is dus voortaan: Secretaris Cor J. Drost Brouwersveld 2 1541 PG, Koog aan de Zaan Telefoon: 075-6160779 of mobiel 06-22332531 Mail:
[email protected]
22
Herdenking Papoea strijders 2 oktober 2013 bij het monument op Landgoed BRONBEEK in Arnhem Verleden jaar werd op 1 oktober op indrukkwekkende wijze het Papoea monument ter nagedachtenis van de Papoea strijders op landgoed Bronbeek in Arnhem onthuld door de Inspecteur der Krijgsmacht en tevens Inspecteur der Veteranen de Luitenant-generaal Lex Oostendorp. Het comité, o.l.v. van Joop Bergsma dat zich een aantal jaren had ingezet voor het oprichten van dit monument, zag hiermee haar inspanning uiteindelijk bekroond. Maar men wilde ook dat er in de toekomst aandacht zou blijven voor dit monument en de gedachte die er aan ten grondslag ligt, het herdenken van de Papoea strijders die ons indertijd in Nederlands Nieuw-Guinea terzijde stonden. Het comité dacht hierbij aan een organisatie voor Nieuw-Guinea Militairen die een jaarlijkse herdenking kon organiseren. Aanvankelijk lukte het niet om een organisatie te vinden. Het comité besloot daarom om het herinneringskruis Nieuw-Guinea in de zomer al aan te brengen op het monument waar dit eigenlijk was voorzien voor de herdenking op 1 oktober 2013.
Erewacht bij het monument
In juni dit jaar werd onze vereniging benaderd of wij de organisatie voor de jaarlijkse herdenking op ons wilden nemen. Na beraad in het bestuur stemden we in met de organisatie van de herdenking in ieder geval voor het jaar 2013. Met de organisatie van deze bijeenkomst konden we ervaring opdoen en bezien of we ook voor de volgende jaren deze herdenking begeleiden. Van de commandant van Bronbeek Kolonel M.Dulfer en Kapitein Luttik ontvingen we alle steun en medewerking voor de herdenking op 2 oktober jl. Medewerking die ook voor de komende jaren is toegezegd. Omdat de organisatie tijd bijzonder kort was tussen juni en oktober werd
23
gekozen voor een sobere herdenking op 2 oktober omdat door die korte beschikbare tijd ook 1 oktober niet meer mogelijk bleek op Bronbeek. De bijeenkomst werd geleid door Kapitein Luttik van het Commando Dienstencentra van Bronbeek. De erewacht bestond uit twee NieuwGuinea veteranen van het Korps mariniers en actief dienende miliHerinnerings Kruis Nieuw-Guinea tairen van het 45 Paninf Regiment Oranje Gelderland. De begeleidende muziek werd verzorgd door het Politie Orkest Oost Nederland. Drie korte toespraken werden gehouden door de Commandant van Bronbeek kolonel Dulfer, de oprichter van het comité ter realisering van het Papoea monument de heer J.J. Bergsma en onze voorzitter de heer Cees Aarts. De opkomst was zeer behoorlijk zeker als de korte voorbereidingstijd in aanmerking wordt genomen. De bijeenkomst werd afgesloten met een samenzijn in de Kumpulan waar ook een tegen betaling een smakelijke lunch kon worden genoten. Het bestuur heeft na de positieve ervaring van dit jaar besloten, om de organisatie van deze herdenking voor de Papoea strijders ook in de volgende jaren voort te zetten. We ruimen hiervoor de datum 1 oktober in onze jaaragenda in.
M. Dulfer
C. Aarts J. Bergsma
24
Voor uw agenda 26 januari 2014 – Nieuwjaarsreceptie VNNGM, Roosendaal
Onze Nieuwjaarsreceptie zal op zondag 26 januari a.s. wederom gehouden worden in de “Black Horse” te Roosendaal. Verdere gegevens zie aparte bladzijde met uitnodiging 9-10 april 2014 – Reünie Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen.
Woensdag 9 en donderdag 10 april in de Lt.Kol. Tonnetkazerne, ’t Harde. De reünie wordt in 2014 niet gehouden op de gebruikelijke dagen donderdag en vrijdag. Verdere gegevens zie aparte blad met uitnodiging 15 mei Algemene Ledenvergadering
Restaurant Kumpulan, Bronbeek Arnhem Nadere mededelingen in onze volgende nieuwsbrief
1 oktober 2014
Herdenking Papoea strijders. Papoea Monument Bronbeek. Lees hiervoor ook het artikel over de bijeenkomst dit jaar op 2 oktober
Foto’s Reünie 2013 De foto’s die gemaakt zijn op 25 en 26 april zijn te vinden op de website. U kunt de foto’s gratis downloaden! • Ga naar website www.vnngm.nl • Klik
aan op de website onder keuzemenu: FOTO’S 4 rubrieken verschijnen op het scherm: - Reunisten - Genodigden - Optredens - Overig
• Klik een rubriek aan. Foto’s verschijnen. Klik met de rechtermuisknop de gewenste foto aan. • Klik in het verschenen menu aan: afbeelding opslaan als. Geef de map aan waarin u de gekozen foto wilt opslaan.
25
UITNODIGING NIEUWJAARSRECEPTIE 2014 Bijeenkomst van onze vereniging Toegang voor leden van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen en introducés.
zondag 26 januari 2014 Zaal “BLACK HORSE” Hoogstraat 7 4701 ZN Roosendaal Telefoon 0165533255 De opbrengst komt ten goede aan lepra tbc patiënten in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea De zaal van “Black Horse” is om 12.30 uur open. Na de receptie wordt rond 17.00 uur een nasi maaltijd geserveerd Kosten €13.50 Opgave voor deelname bij
Toon Dielemans Per telefoon: 0165 56 21 05 Schriftelijk: T. Dielemans Antennestraat 18 4702 LE Roosendaal Van tevoren aanmelden voor deelname aan het buffet Uw betaling is ook aanmelding voor het buffet Voor de keukeninkoop is het gewenst dat u zich tijdig voor deelname aan het buffet aanmeld. Aanmelding voor het buffet is pas definitief na de ontvangst van de betaling op: Rekening: 83 87 67 494 IBAN rekening: NL55ABNA0838767494 T.n.v. Dielemans/lepra Merauke Betaling uiterlijk: 15 januari 2014 Voor de loterij worden ook dit jaar weer verkopers van loten gevraagd. U kunt zich hiervoor aanmelden bij Toon Dielemans (tel: 0165 56 21 05) Iedere verkoper die 200 of meer loten verkoopt mag gratis aan het buffet deelnemen.
26
UITNODIGING REüNIE 2014 Locatie: Luitenant Kolonel Tonnet kazerne in ’t HARDE Toegang voor leden van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen en introducés.
woensdag 9 april en donderdag 10 april 2014 9 april (woensdag) ontvangen we het 6e Bataljon Infanterie lichtingen 1959-1962 10 april (donderdag) ontvangen we alle overige militairen die in Nederlands Nieuw-Guinea zijn geweest. N.B. de dagen zijn veranderd. Natuurlijk is er weer een optreden en een voortreffelijke Oosterse maaltijd. Voor het optreden en de organisatie zorgt natuurlijk weer de reünie commissie o.l.v. Cor van Vliet. Wilt u naar de reünie komen dan kunt u inschrijven door betaling van de kosten met een bankoverschrijving. (zie hieronder) Hiervoor krijgt u een toegangskaart voor de opgegeven dag. Vergeet niet de dag van uw komst, bij uw overschrijving te vermelden. Woensdag 9 april of Donderdag 10 april Inschrijving sluit 15 maart 2014 !
Overschrijven naar: Reünie bijdrage 2014. € 15,00 per persoon. Maximaal één introducé. Gebruik voor uw overschrijving het rekening nummer: 925456 Of het IBAN rekeningnummer: NL40INGB0000925456 Gebruik de juiste te naamstelling t.w.: Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 Geen afkortingen of andere namen. Uw overschrijving bereikt ons dan niet Vermelden: woensdag 9 april of donderdag 10 april deze vermelding niet vergeten ! Het bestuur verstuurt, evenals vorig jaar, geen acceptgiro. Dit i.v.m. de kosten. We gaan er vanuit dat u over een bankrekening beschikt. Kunt u niet via een bankrekening overschrijven dan is het mogelijk het bedrag bij een bankkantoor te storten. In dit geval kunt u ook kontact opnemen met de penningmeester. Jaap van Hensbergen, telefoon: 0653199548. Mail:
[email protected] Inlichting over de reünie Cor van Vliet, 06 40 1415 21 of 0224 751413.
[email protected] Jaap van Hensbergen, 06 53 1995 48.
[email protected] 27
Ledenbijdrage voor het jaar 2014 De ledenbijdrage voor het jaar 2014 is door de ledenvergadering gesteld op € 16,50 Het bestuur vraagt u het lidmaatschap* voor 2014 te continueren. Ledenbijdrage 2014 €16,50 (het bedrag is niet verhoogd) Maak het bedrag vandaag nog over. U hoeft er niet meer aan te denken en het bespaart de vereniging de kosten van het sturen van een betalingsherinnering. Voor de inning van de bijdrage 2013 moest het bestuur ruim 600 herinneringen sturen! Gebruik voor uw overschrijving het rekeningnummer: 882404 Of het IBAN rekeningnummer: NL93INGB0000882404 Gebruik de juiste te naamstelling t.w.: Ver Nieuw-Guinea Militairen 1945-1962 Gebruik geen afkortingen of andere namen. Uw overschrijving bereikt ons dan niet Gaarne vermelden: ledenbijdrage 2014 Het bestuur verstuurt, evenals vorig jaar, geen acceptgiro. Dit i.v.m. de kosten. Kunt u niet via een bankrekening over schrijven wilt u dan het bedrag bij een bankkantoor storten. In dit geval kunt u ook kontact opnemen met de penningmeester. Jaap van Hensbergen, telefoon: 0653199548. Mail:
[email protected] Het bestuur dankt u bij voorbaat voor een vlotte betaling. Namens het bestuur Ver Nieuw-Guinea Militairen Penningmeester Jaap van Hensbergen
* De statuten vermelden in artikel 6 lid 2 Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van het lopende boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste vier weken. Wilt u dus onverhoopt het lidmaatschap beëindigen dan moet dat uiterlijk in de maand december van het jaar 2013 gebeuren. Brieven te richten aan de penningmeester J.H.van Hensbergen Ravelstraat 4 6815 HB Arnhem.
28
O P R O E P (Oproep voor voormalig 6IB Militairen) Bronzen Schild
In Ermelo werd op 21 december 2012 ceremonieel het aan 6 IB toegekende bronzen schild onthuld. U hebt hierover in de Nieuwsbrief (40) gelezen. Het 45 PANINF RIOG ( 45ste Pantser Infanterie Bataljon Regiment Oranje Gelderland) heeft de organisatie bij deze onthulling mogelijk gemaakt. Zij die indertijd deel uitmaakten van het 6e Infanterie Bataljon Regiment Oranje Gelderland waren uitgenodigd voor deze onthulling. Om alle oud militairen van het 6 IB en ook hen die niet bij de onthulling in Ermelo aanwezig konden zijn ook bij dit feit te betrekken heeft de regimentscommandant Lt. Kolonel Schmidt, van het 45 PANINF RIOG besloten een oorkonde te laten maken van het feit van de toekenning van het bronzen schild aan militairen van 6IB. Belangstellenden van 6IB kunnen deze oorkonde ontvangen. Wilt u de oorkonde te ontvangen? Het bestuur vraagt u dit z.s.m. kenbaar te willen maken. Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Militairen p/a J.H.van Hensbergen Ravelstraat 4 6815 HB Arnhem hensaradvies@jaap van hensbergen.nl of:
[email protected]
29
6 INFBAT NNG BATALJONSLIED Wij zijn jongens van 6 I.Bee; Wij kwamen hier van overzee Om aan dit volk te brengen Geluk en voorspoed, Bescherming en vree; Daarom zijn wij nu op Sorong, Kaimana en Jefman Waar je zo heerlijk “posten” kan; Fak Fak en ook Merauke Dat zijn de oorden Daar ligt onze Plicht! Moge God ons helpen bij deez Taak! Dat toch nooit een van ons hier verzaak ‘! Zo gaan wij vredig hand in hand De Papoea en ’t Volk van Nederland, want: Wij zijn jongens van 6 I.Bee; Wij kwamen hier van overzee Om aan dit volk te brengen Geluk en voorspoed, Bescherming en vree; Daarom zijn wij nu op Sorong, Kaimana en Jefman Waar je zo heerlijk “posten” kan; Fak Fak en ook Merauke Dat zijn de oorden Daar ligt onze Plicht!
Tekst : Aalmoezenier J.M. Verweerde Muziek : Sgt1 H. Hoogendam Muziek van het lied ‘Bridge over the River Kwai’
30
Luitenant-generaal der Artillerie titulair b.d. Ted Meines Ted Meines kennen we allemaal als voorvechter van het tot stand komen van een nationaal veteranenbeleid. Bezoekers van onze jaarlijkse reünie herinneren zich zeker zijn indrukwekende speeches die hij een aantal malen en ook dit jaar nog hield. Zijn actie leidde indertijd tot de oprichting van het Veteranen Platform waarvan hij gedurende negen jaar voorzitter was. Na zijn aftreden als voorzitter werd hij benoemd tot erevoorzitter van het VP. Kortgeleden is de nieuwbouw in Doorn voor de Basis gereed gekomen. Dit nieuwe gebouw huisvest niet alleen de medewerkers van de Basis maar ook die van het Veteraneninstituut, het bureau van de BNMO en een kantoor van het Landelijk Zorgsysteem Veteranen maar ook het bureau van het Veteranen Platform. Het VP keert daarmee weer terug naar zijn roots in Doorn. Begin dit jaar werd naar aanleiding van deze nieuwbouw het initiatief genomen om een bronzen buste van Luitenant-generaal Ted Meines te laten vervaardigen als eerbetoon voor zijn nimmer aflatende inzet voor de veteraan. Een opdracht hiertoe werd verstrekt aan de kunstenaar de heer Jan Willem van Oldeneel. De bronzen buste komt te staan in de hal van de 1e verdieping van het nieuwe gebouw in Doorn, waar de kantoren van het VI, VP en de BNMO zijn gevestigd. Bij leven en welzijn zal op 13 december 2013 de buste worden onthuld door de Generaal zelf.
31
B&B Arbeid Adelt
Nieuwendijk 43, 5688 LK Oirschot (N-Br) tel. 0411-674457/06-34348598 Email:
[email protected]
Wij bieden prachtige kamers met eigen badkamer en een heerlijk ontbijt in huiselijke sfeer. B&B Arbeid Adelt is de plek om te overnachten na uw fiets- of wandeltocht in het prachtige natuurgebied “Het Groen Woud”. Informeer naar de mogelijkheden! Wij heten u van harte welkom.
32
Boeken rubriek De Nederlandse Rode Baretten
11 Luchtmobiele Brigade (Air Assault) ‘7 december(1992-2012) De Nederlandse Rode baretten is een boek over mensen die ergens voor staan. Een boek over mensen die hun grenzen durven verleggen, die verder durven gaan dan anderen. Militairen die uit ervaring weten wat de waarde van vrede en veiligheid is en die hebben aangetoond daarvoor de hoogste prijs te betalen. In de meer dan 70 interviews die aan dit boek te grondslag liggen, komt het belang van teamgeest, wilskracht, motivatie, doorzettingsvermogen en saamhorigheid duidelijk naar voren. Dit is de basis voor het “esprit de corps” dat deze Luchtmobile brigade zo kenmerkt. Het boek schetst in vogelvlucht een beeld van de belangrijkste momenten in het bestaan van de brigade, geeft een beeld van wat de brigade in huis heeft en hoe er aan de basis wordt opgeleid. Door feiten te vermengen met soms zeer vermakelijke anekdotes is de schrijver erin geslaagd een prettig en leesbaar boek te maken -ook voor niet ingewijden- met niet eerder gepubliceerde foto’s. Andere boeken van de schrijver Laurens van Aggelen: • De Airborne Wandeltocht. Jaarlijks eerbetoon aan de gevallenen van de Slag om Arnhem • Airborne Memorial Service. Arnhem Oosterbeek War Cemetery Laurens van Aggelen is naast schrijver van diverse boeken en talloze publicaties als vrijwilliger actief in de veteranenzorg. Handboek voor de dienstplichtige soldaat
Michel Hegener en Frans Oosterboer van doorstane Dit handboek is een feest van herkenning voor elke soldaat buiten dienst. Het bevat hoofdstukken als “legering in Duitsland”, “eten op de kazerne”, “koude te velde”en uitzending naar Suriname. Hierin delen zestig ex-dienstplichtigen hun meest bizarre keuringen ontgroeningverhalen met de lezer, geven levendige beschrijvingen van doorstane ontberingen en vertellen over jaloersmakende momenten van kameraadschap. In het tweede deel wordt ingegaan op de geschiedenis van de dienstplicht en op de waarde voor deze tijd van soldaten buiten dienst en de
33
samenleving. Hiermee werpt het Handboek soldaat b.d. een nieuw licht op de recente discussies hierover in de media. Aangevuld met en reportage van reünistenverenigingen en fietsroutes langs voormalige kazernes is deze uitgave een volwaardig en compleet handboek voor na de diensttijd. Uitgeverij THOTH, Bussum, Prijs € 19,90 www.thoth.nl De zomer van 1962 Het boek over Nederlands Nieuw-Guinea Auteur Andreas Schelfhout e Hét boek over Nederlands Nieuw-Guinea haalt de 8 druk
Met veel onderkoelde humor en een scherp gevoel voor detail beschrijft Schelfhout in zijn boek de aanloop, de reis naar en de gebeurtenissen in Nieuw-Guinea en creëerde daarmee een indringend, onthutsend tijdsbeeld. Het boek vindt nog steeds veel kopers. Daarom is al de achtste druk verschenen. Deze nieuwe druk is ook weer verder uitgebreid, aangevuld en verbeterd. De grootste aanvulling in deze achtste druk betreft de luchtdoelartillerie. Aad Nuis, de enige vaandrig in Nederlands Nieuw-Guinea (hij weigerde de officierseed af te leggen), auteur, politicus en nog veel meer beschreef in zijn boeiende kroniek “De Balenkraai”wat hij zoal aantrof bij de stukken luchtdoelgeschut rond Sorong tijdens zijn maandelijkse rondrit om op de buitenposten soldij uit te betalen. Hij schrijft: “De soldaten op de meest afgelegen posten leidden een tamelijk vrijgevochten maar ook half versuft bestaan. Hoogstens één keer per week, kwamen ze naar het Paradise Hotel, dat voor hen het centrum van vertier betekende. Verder waren ze op elkaars gezelschap aangewezen. De bemanning van een dergelijk kanon bestond uit een man of acht: elke soldaat zat overdag meer dan drie uur op post, samen met een ander en s’ nachts anderhalf uur alleen. De rest van de tijd werd al slapend of dommelend doorgebracht in de verblijven, soms grote tenten, soms leegstaande huizen. De soldaten vormden er in het algemeen een zwijgzaam slag, dat met moeite het woord tot buitenstaanders richtte. En buitenstaander werd iedereen die niet tot de stuksbemanning hoorde. Vele jaren later schreef wachtmeester Kees Schelfhorst wat hij tijdens de opleiding en in Nieuw Guinea meemaakte. Deze notities stelde hij aan de schrijver Andreas Schelfhout van de “Zomer van
34
1962” met foto’s ter beschikking. Dat vormt nu een flink en boeiend hoofdstuk van het boek in de achtste druk. Ondanks de vele pagina’s meer, is de prijs van het boek onveranderd en blijft € 16,50 Luchtdoelkanon, een 40L70 voor kenners, brandt los Uitgeverij “De Zomer van 1962” isU2pi, Voorburg De eer en de ellende
Nieuw-Guinea 1962 Nu- meer dan een halve eeuw later- is het tijd om te vertellen wat er werkelijk gebeurde. Niet alleen gezien vanuit de Nederlandse invalshoek, maar ook uit die van de Indonesiërs, de Amerikanen en de kinderen van het land, de PAPOEA’s Auteur Pierre Heijboer ISBN 978-90-484-9-020-2 Uitgeverij LITEROZA
Patrouilleren voor de Papoea´s
De Koninklijke Marine in Nederlands Nieuw-Guinea 1945-1960 R.E.van Holst Pellekaan & I.C.de Regt & J.F.Bastiaans 1989 De Bataafse Leeuw Amsterdam ISBN 90 6707 197 8 gebonden Patrouilleren voor de Papoea’s
De Koninklijke Marine in Nederlands Nieuw-Guinea 1960-1962 R.E.van Holst Pellekaan & I.C.de Regt & J.F.Bastiaans 1990 De Bataafse Leeuw Amsterdam ISBN 90 6707 243 5 gebonden
Paradijsvogels en kroonduiven
Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea Tjaal Aeckerlin 2010 KIT Publishers Amsterdam ISBN 978 94 6022 049 4
35
Met stille trom
Schrijver: F Springer Het boek werd al 1963 aangekondigd maar niet gepubliceerd. De auteur trok het manuscript terug, omdat hij bij nader inzien het drama van de oorspronkelijke bevolking er in miste. In 2011 zegt hij: “Ik had toen de kans moeten grijpen om de Nederlanders te laten weten hoe wij verbeten onze plicht tegenover de aan ons toevertrouwde Papoea’s bleven doen.” Door de roman te bewerken en alsnog te laten publiceren, wilde hij deze geschiedenis alsnog aan de vergetelheid ontfutselen. Helaas stierf hij voor de daadwerkelijke publicatie. De roman geeft voor veteranen een andere kant van het toenmalige Nieuw-Guinea weer en is daarom juist voor ons een erg lezenswaardige roman. Gezien vanuit het bestuur beschrijft hij een stammenstrijd in het bergland van Nieuw-Guinea. Met vlotte pen, droge humor en een vleugje romantiek, geschreven. Uitgeverij Querido . www.querido.n Verget ons niet
Schrijver: Casper van Bruggen Een speurtocht naar unieke dia’s uit 1962 rond de strijd op Nederlands Nieuw-Guinea tegen Indonesische infiltranten, bracht de auteur in 2004 in aanraking met het Papoea Vrijwilligers Korps (PVK) Op zoek naar literatuur over dit intrigerende korps bleek dat er slechts marginaal over was gepubliceerd. “Verget ons niet”. Met deze woorden besloot op 7 februari 1963 Papoea soldaat Marere een brief aan zijn voormalige pelotonscommandant in Nederland. Met dit boek hoopt de auteur enigszins gehoor te geven aan deze hartenkreet en het PVK aan zijn “vergettelheid” te onttrekken. Casper van Bruggen (1966) schreef al diverse artikelen rond de strijd op Nederlands Nieuw-Guinea. Sinds 2010 is hij conservator bij het Legermuseum. Informatie over dit boek: Andreas Schelfhout:
[email protected] Nieuw Guinea
De Marinierskant van het verhaal G.K.R.de Roos Bureau Maritieme Historie 1979 Den Haag”
36
Nieuw-Guinea
Vijftig jaar later 1962-2012 Veteraan Hoksbergen na 50 jaar terug in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea René Hoksbergen, 40.09.21.160, lichting 60/4, zette in 1961 alles op alles om te worden uitgezonden naar Nederlands Nieuw-Guinea, destijds doelwit van agressie van het Indonesische leger. Het avontuur trok hem maar ook de overtuiging dat Indonesië niets te zoeken had op dat immense eiland en dat de Papoea’s de dupe zouden worden van een eventuele bezetting door de Indonesiërs. Om de kans tot uitzending te vergroten laat hij niets onbenut, daarbij de militaire hiërarchie negerend. Het lukt hem uiteindelijk en van augustus 1961 tot juni 1962 doet hij als korporaal schrijver dienst op BIAK. Vijftig jaar later, het is november 2012, wordt het vertrek van de Nederlandse militairen uit Nieuw-Guinea in 1962, op Biak herdacht. René besluit nu eindelijk een terugreis in het verleden te gaan maken, samen met een groep veteranen. In een beeldend en boeiend geschreven verslag vertelt Hoksbergen over zijn ervaring als militair op Biak en over de indrukwekkende herdenkingsreis vijftig jaar later. Hoe ziet Biak er na al die tijd uit en zal hij nog mensen terugvinden die hij toen heeft gekend? En welke invloed heeft de tijd in Nieuw-Guinea op het verdere leven van de veteranen gehad? René Hoksbergen heeft het vastgelegd in een mooi uitgegeven boekje, voorzien van vele foto’s en met een voorwoord van Ben Bouman, Brigade Generaal der Artillerie b.d. Dit boekje van 48 pagina’s in kleur bestelt u door € 12,90 over te maken op rekening 190 181 (NL57 INGB 0000 1901 81), t.n.v R.A.C. Hoksbergen, Hartmanlaan 20 Soest, o.v.v. uw naam en adres. Het wordt dan z.s.m. toegestuurd. De opbrengst gaat naar de Stichting Hati Bersatu (samen uit één hart), die onderwijs aan jonge Papoea’s financiert.
37
POEN POEN- POEN POEN Gerrit van Faassen. Als je van plan bent om een reis naar Nieuw-Guinea of Indonesië te maken kun je er veel plezier aan beleven wanneer je nog een paar woordjes Maleis kent. Neem ook een heleboel pennen mee want daar zijn vooral de kindertjes gek op. Met een gezelschap kun je dan onderstaand liedje gaan zingen, wat ik tijdens een Indonesiëreis maakte in 2002. Het poen poen – poen poen van Wim Sonneveld heb ik veranderd in pen pen – pen pen. Na ieder couplet volgt het refrein
Refrein: Pen, pen, pen, pen, de een vraagt geld, de ander money maar zij vragen pen Pen, pen, pen, pen, t`zal je gedacht zijn wat je allemaal met pen wel ken Je hoort vaak zeggen dat geluk niet zo te koop is maar pen doet wonderen vooral als het een hoop is ja, ja, pen, pen, pen,pen pen, pen, pen, pen, pen,pen. Prempoean is een meisje, een boeroeng soms een sijsje Seratoe dat is honderd en een pisang een banaan Een katjang is een pinda, een Hollander een blanda Maar heb je heel veel pennen, komt iedereen er aan Misschien dat is brangkali, een rivier dat is een kali Een baroe is een nieuweling sedikit is niet veel De radja is de koning een roema is een woning En wil je heel veel arang wel dan moet je naar De Peel Een spijker is een pakoe, en een timmerman een kajoe En brani dat wil zeggen dat je heel erg moedig bent Een voet dat is een kaki plan- plan op je gemakkie Maar heb je een tas vol pennen, wordt je algemeen bekend. Polisi is politie, se peda is een fietsie En pagi was vanmorgen dat is nu al weer geweest Je bed dat is je tampat, en van hoedjan word je kletsnat Maar zeg je soeda-habbis nou dan ben je al geweest
38
Musea De redactie wil in deze rubriek, musea en interessante tentoonstellingen, vermelden voor veteranen Hebt u een aardige beschrijving van een militair museum in uw buurt, stuur dat dan aan de redactie. Hebt u een leuke tentoonstelling of expositie gezien meldt het aan de redactie. We maken er dan een artikel van. Museum Bronbeek Arnhem
Vaste expositie “Het verhaal van Indië” Bronbeek 150 jaar
Expositie “Wonen tussen trofeeën” en “Bronbekers in beeld “ Het Koninklijk Tehuis voor Oud-militairen haar en Museum Bronbeek viert dit jaar haar 150e verjaardag. Hiervoor is de expositie 150 jaar Bronbeek “Wonen tussen trofeeën” ingericht. Deze expositie is te zien vanaf 19 februari t/m 31 december 2013. Ook is vanaf 6 april de expositie “Bronbekers in beeld “ te zien. Het museum is geopend: dinsdag t/m zondag van 10.00 - 17.00 uur Velperweg 147, 6824 MB in Arnhem Kazematten museum
Het museum is geopend van 1 mei tot en met 31 oktober op woensdag en zaterdag van 10.00-17.00 uur. Op zondagen (alleen in juli en augustus) van 13.00-17.00 uur. Voor groepsbezichtigingen met een rondleider is het museum het gehele jaar door geopend na afspraak. 06-81246870 en 0517-452852 de heer Ton Henni. www.kazemattenmuseum.nl Welke militaire musea zijn er nog meer in Nederland?
Hieronder vermelden we enkele van de musea. Informatie over deze musea is te vinden op internet. Militaire luchtvaartmuseum in Soesterberg www.militaireluchtvaartmuseum.nl Marine en mariniersmuseum in Den Helder www.defensie.nl/marine/cultureel Marechausseemuseum in Buren Stoottroepenmuseum in Assen Cavaleriemuseum in Amersfoort Artilleriemuseum in ’t Harde Bronbeek in Arnhem Kazemattenmuseum Kornwerderzand Mariniers Museum
www.marechausseemuseum.nl www.stoottroepers.nl/RSPB-Museum www.cavaleriemuseum.nl www.nederlandsartilleriemuseum.nl www.defensie.nl/cdc/bronbeek www.kazemattenmuseum.nl www.mariniersmuseumrotterdam.nl
39
40
Colofon De doelstelling van de Vereniging Nederlands Nieuw-Guinea Miltairen 1945-1962 is het bevorderen van de onderlinge contacten tussen de militairen, die in de periode 1945-1962 in de Nederlandse Krijgsmacht hebben gediend in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Het in de ruimste zin van het woord behartigen van de belangen van die militairen en hun families. Het herdenken van hen die gevallen zijn bij de vervulling van hun plicht, evenals van hen die, ten gevolge van, ongevallen of ziekten tijdens militaire dienst zijn overleden. De Vereniging Nederlands NieuwGuinea Militairen is aangesloten bij het Veteranenplatform. Beschermheer, tevens adviseur: Luitenant-generaal C.J.M. de Veer b.d.,
Voorheen Inspecteur-generaal der Krijgsmacht en der Veteranen. Algemeen adviseur: Kolonel L. Habraken b.d. Voorheen directeur van het Veteraneninstituut. Lid van verdienste: J. Peperkamp Ereleden:
A.S. Poortvliet H.P. Willemsen D. Willemsen-Hens Bestuur: C. Aarts, voorzitter (Rijen), C. Drost, secretaris (Koog a/d Zaan), H. Vos, 2e secretaris (Kerkdriel), J.H. van Hensbergen, penningmeester (Arnhem), C. van Vliet, organisatie Reünie (Winkel), A. Dielemans, organisatie Nieuwjaarsreceptie (Roosendaal), A.J. Bouterse, voorzitter Sociale commissie (Schagen) Contact Secretariaat: C. Drost Brouwersveld 2, 1541PG Koog a/d Zaan, tel. 075-6160779, mob. 06-22332531 E-mail:
[email protected] Website: www.vnngm.nl Redactie Nieuwsbrief: J.H. van Hensbergen Ravelstraat 4, 6815 HB Arnhem, telefoon 06 53199548 E-mail:
[email protected] Copyright: Tegen overname van artikelen bestaat in principe geen bezwaar, mits hier vantevoren toestemming voor is verleend en duidelijk in de uitgave wordt vermeld. Geplaatste foto’s komen uit privé collecties tenzij anders vermeld. De inhoud geeft niet noodzakelijkerwijs de mening van bestuur en/of redactie weer. Bestuur en/of redactie kunnen daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van de geplaatste artikelen. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te weigeren of te redigeren.
Sluitingsdatum kopij Nieuwsbrief nummer 44: 20 januari 2014
Merapi Tour & Travel
Dé Indonesië reisspecialist
Merapi maakt reizen naar het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea weer gemakkelijk! Merapi Tour & Travel is de Indonesië specialist en biedt onder andere reismogelijkheden naar Papua. Enkele keren per jaar organiseren we groepsreizen naar o.a. Biak, Jayapura en de Baliemvallei, maar het gehele jaar door kunt u bij ons terecht voor individuele reizen. Op verzoek stellen we ook graag reizen samen voor kleinere groepen.
Merapi Tour & Travel Prinses Irenestraat 58 6611 BK Overasselt 06-53262692 www.merapi.nl E-mail:
[email protected]