Rapportage keten analyse
Uitgepakt leveren
Van hardware in rolcontainers
1
Onderzoeksgegevens Soort onderzoek Projectlocatie Looptijd project
CO2 Ketenanalyse EDC Scholten Awater te Wijchen December 2013 – februari 2014
Opdrachtgever Opdrachtgever Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer
Scholten Awater B.V. Wijchense weg 20 6537 TL Nijmegen 024 – 3579900
Opdrachtnemer Opdrachtnemer Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Website
Scholten Awater B.V. Wijchense weg 20 6537 TL Nijmegen 024 – 3579900 www.sa.nl
Colofon Rapportage Opgesteld door Gecontroleerd door Datum
Dhr. P.C. Schols Mevr. N. Joosten-Obben en Mevr. M. Hoogeland-Lamberts
2
INHOUD
1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Opdrachtformulering 1.3 Doelstelling van het onderzoek 1.4 Uitgangspunten 1.5 Projectafbakening 1.6 Opbouw van het rapport 2. Beschrijving product en procesfases 2.1 Inleiding 2.2 Functionele eenheden 2.3 Product en procesfasen 2.4 Identificatie van ketenpartners in bovengenoemd proces 3. Resultaten 3.1 Inleiding 3.2 Kwantificeren van de gegevens 3.3 Dataonzekerheden 3.4 verbeteringssuggesties 4. Conclusies en aanbevelingen 4.1 Conclusies en aanbevelingen
3
1. INLEIDING
1.1. Algemeen Sinds 1 december 2009 is de CO 2 prestatieladder geïntroduceerd door ProRail. Op 16 maart 2011 heeft SKAO (Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen) de ontwikkeling van de CO2prestatieladder overgenomen. Met het systeem kunnen organisaties hun leveranciers die klimaatbewust produceren stimuleren en belonen. De CO2-prestatieladder onderscheidt vijf niveaus, opklimmend van 1 naar 5. Hoe hoger de aanbestedende partij zich op de ladder bevindt, hoe meer voordeel die partij krijgt bij de gunningafweging. Scholten Awater B.V. (hierna Scholten Awater) wil zich op korte termijn laten certificeren voor niveau 4 van de CO2-prestatieladder. Deze ketenanalyse is één van de stappen die ondernomen is om dit niveau te bereiken. 1.2. Opdrachtformulering Om niveau 4 van de ProRail CO 2-prestatieladder te bereiken, dienen ook aan alle eisen van niveau 4 voldaan te worden. Eén van de eisen hierbij is dat de emissies van een relevante keten of activiteiten welke onder scope 3 in het scopediagram (zie fig. 1.1 en fig. 1.2) vallen in kaart worden gebracht.
Figuur 1.1. Scopediagram (bron: SKAO)
4
Figuur 1.2. Scopediagram (bron: MNO) Binnen het GHG-protocol en ISO 14040/14044 is een methode beschreven waarop deze scope 3 uitstoot in kaart worden gebracht. Binnen de ProRail CO2-prestatieladder is deze methodiek verplicht bij het bepalen van de scope 3 uitstoot. De methodiek bestaat uit vier stappen: 1. Het beschrijven van de waardeketen 2. Het bepalen van de relevante scope 3 emissiebronnen 3. Het identificeren van de partners in de waardeketen 4. Het kwantificeren van de emissie-data vallende binnen de grenzen van scope 3 Voor de keuze van de meest relevante scope 3 emissiebron heeft Scholten Awater de toegevoegde waarde voor haar klanten als uitgangspunt genomen. Scholten Awater is in staat de afvalstroom op een milieuvriendelijke manier af te voeren en met een geringe belasting voor de klant. De procesketen van het uitgepakt leveren van hardware voldoet ook goed aan de criteria van het GHG-protocol. Tabel 1.1. Criteria GHG-protocol Relevantie Groot
Mogelijkheden voor kostenbesparing
Groot
Het voorhanden zijn van betrouwbare informatie
Groot
Het leveren van hardware is een grote toegevoegde waarde voor de klanten. Scholten Awater levert de goederen uitgepakt in rolcontainers waardoor de klant nauwelijks te maken krijgt met verpakkingsmateriaal. Door het inzetten van rolcontainers is het volume hardware dat geleverd kan worden t.o.v. leveren op pallets per transport-rit groter, waardoor er minder ritten gereden hoeven te worden. Doordat Scholten Awater grote hoeveelheden verpakkingsmateriaal gescheiden en efficiënt verwerken kan, wordt de klant ontzien van de kosten voor het afvoeren van het verpakkingsmateriaal. Omdat er meer hardware per transport-rit geleverd kan worden, worden er minder kilometers gemaakt. Er zijn beschikbare gegevens over de verschillende hoeveelheden verpakkingsmateriaal die gescheiden afgevoerd worden vanuit het magazijn van Scholten Awater. Er zijn ook beschikbare gegevens over de hoeveelheden 5
Potentiële reductiebronnen
Groot
Beïnvloedingsmogelijkheden
Groot
hardware dat geleverd wordt en de hoeveel rolcontainers en/of pallets er per rit geleverd worden. Het verminderen van de CO2 uitstoot door het verkleinen van het aantal ritten door het inzetten van rolcontainers t.o.v. pallets. Het verminderen van de CO2 uitstoot door de vervoerders te stimuleren om in de meest CO2 zuinige wagens te rijden. Er is rechtstreeks contact met zowel de klanten waar de hardware geleverd wordt als met de vervoerders die de hardware en het verpakkingsmateriaal leveren
De keten valt in de scope 3 categorieën “waste disposal en transport (downstream en upstream)”. Volgens de eisen genoemd in de CO2-prestatieladder dient de analyse minstens een activiteit of keten van activiteiten uit deze categorie te omvatten. Om bovengenoemde redenen heeft Scholten Awater een ketenanalyse gemaakt op het afvoeren van verpakkingsmateriaal door het uitgepakt leveren van hardware. 1.3 Doelstelling van het onderzoek Uit het onderzoek moet naar voren komen wat de CO 2 uitstoot is voor afvoeren van verpakkingsmateriaal dat ontstaat door het uitgepakt leveren in rolcontainers en wat de CO 2 uitstoot is van het transport van het leveren in rolcontainers ten opzichte van het leveren op pallets en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze hoeveelheid CO2 te reduceren over een periode van 5 jaar. 1.4 Uitgangspunten Voor het maken van deze ketenanalyse zijn de volgende bronnen toegepast: Overzicht hoeveelheden verpakkingsmateriaal dat gescheiden is afgevoerd door Scholten Awater. Overleg met de teamleiding van de afdeling Inruil. Overzicht geleverde hardware op pallets en in rolcontainers. 1.5 Projectafbakening Het onderzoek naar de ketenanalyse van het uitgepakt leveren van hardware en het afvoeren van verpakkingsmateriaal vindt plaats binnen Scholten Awater , met ingang van 1 december 2013. Binnen het project wordt het proces van het afvoeren van het verpakkingsmateriaal van de te leveren hardware onderzocht en in kaart gebracht met als doel goed inzicht te krijgen in de afvalstromen van het verpakkingsmateriaal en in de hoeveelheden hardware dat geleverd wordt in rolcontainers t.o.v. pallets. 1.6 Opbouw van het rapport Dit voorliggende rapport is als volgt ingedeeld: • Hoofdstuk 2 beschrijft de uitgangspunten voor de berekening • Hoofdstuk 3 behandelt de resultaten van het onderzoek • Tot slot geeft hoofdstuk 4 de conclusies en aanbevelingen van dit onderzoek.
6
2. BESCHRIJVING PRODUCT EN PROCESFASES
2.1 Inleiding Voor deze ketenanalyse is het product omschreven als verpakkingsmateriaal. De te leveren hardware wordt ontdaan van het verpakkingsmateriaal waarna de hardware geleverd wordt in rolcontainers. Het verpakkingsmateriaal wordt gescheiden en afgevoerd naar diverse afvalverwerkers. De rolcontainers worden voorzien van een kartonnen bodemplaat en de rolcontainers worden gevuld met de te leveren hardware, opgevuld met airbagfolie ter bescherming van de hardware. In dit hoofdstuk worden de verschillende fases van het proces van het uitpakken van de hardware, het inpakken in rolcontainers, het afvoeren van het verpakkingsmateriaal en het transporteren van de rolcontainers met hardware naar de klanten beschreven. 2.2 Functionele eenheid De CO2-emissie als gevolg van een deel van de keten van het leveren van hardware per km transportdiensten 2.3 Product en procesfasen Het product is omschreven als uitgepakte hardware. Dit is de te leveren hardware dat ontdaan is van alle verpakkingsmateriaal. De uitgepakte hardware wordt geleverd in rolcontainers. Het verpakkingsmateriaal bestaat uit een aantal verschillende producten: 1. Plastic 2. Hard en zacht piepschuim 3. Karton (dozen) en papier (meegeleverde documentatie) 4. Restafval Plastic Plastic verpakkingsmateriaal bestaat voornamelijk uit wikkelfolie en verpakkingszakjes. Daarnaast komen ook rolcontainers terug met gebruikt airbagfolie. Hard en zacht piepschuim Afhankelijk van het artikel en van de fabrikant wordt piepschuim gebruikt om de artikelen te behoeden van verschuiving in de doos en de eventuele schade die hierdoor ontstaat. Hiervoor worden twee soorten piepschuim gebruikt, in deze rapportage verder omschreven als hard en zacht piepschuim. Hard piepschuim is de in de omgang gebruikte term voor EPS, Expanded Polystyreen, ook wel Tempex genaamd. Zacht piepschuim is geen EPS, maar een zachte kunststof die ook gebruikt wordt als verpakkingsmateriaal, doorgaans in de vorm van Polyurethaan. Karton en Papier Dit zijn voornamelijk de verpakkingsdozen en eventueel meegeleverde documentatie zoals handleidingen van producten, die niet meegeleverd hoeven te worden. Restafval 7
Restafval is al het overige afval dat niet tot bovenstaande drie categorieën behoort, bijvoorbeeld overbodige DVD’s die niet meegeleverd hoeven te worden.
Beschrijving van het proces van uitpakken van de hardware om deze uitgepakt te leveren in rolcontainers: De artikelen worden door medewerkers van het magazijn uit de stellingen gehaald en in de dozen geplaatst. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van zowel heftrucks als (elektrische) laadkarren. Wanneer een zending uit één of meerdere pallets bestaat wordt deze direct na het stickeren naar de expeditie vakken gebracht. Wanneer artikelen niet ingepakt in een doos geleverd moeten worden, maar uitgepakt in een rolcontainer, dan worden de artikelen nadat ze gepickt zijn naar de expeditie vakken van de Technische Dienst gebracht. Hier worden de artikelen ontdaan van hun verpakkingsmateriaal. De artikelen zijn dan klaar om in een rolcontainer te worden geplaatst. Wanneer er nog andere diensten door de TD uitgevoerd moeten worden zoals bijvoorbeeld het imagen (voorzien van een softwarepakket) van een pc of het plakken van een label op een laptop dan zullen deze diensten eerst worden uitgevoerd voordat de artikelen in de rolcontainer worden geplaatst. Wanneer de artikelen ontdaan zijn van alle verpakkingsmateriaal, worden ze geplaatst in een rolcontainer. De rolcontainer bestaat uit drie lagen waarop de artikelen gestapeld kunnen worden. Om de artikelen te beschermen tegen transportschade wordt elke laag voorzien van een kartonnen plaat met daarop noppenfolie. De binnenwanden van de rolcontainer worden bedekt met airbagfolie om er voor te zorgen dat de artikelen niet in contact kunnen komen met de rolcontainer. Daarnaast wordt er -indien nodig- ook tussen de artikelen airbagfolie geplaatst om verschuivingen en beschadigingen te kunnen voorkomen. Wanneer er rolcontainers retour zijn gekomen en hier nog bruikbaar verpakkingsmateriaal in zit, wordt dit hergebruikt. Dit kunnen de kartonnen platen zijn, maar ook nog onbeschadigd airbagfolie. De schatting is dat ongeveer 10% van het verpakkingsmateriaal bestaat uit hergebruik. Het plastic wordt afgevoerd in de daarvoor bestemde containers en wanneer deze vol zijn worden deze naar een centrale locatie gebracht in het magazijn, waarna ze opgehaald worden door de afvalverwerker. Het zachte en harde piepschuim wordt in gescheiden afvalcontainers of afvalzakken getransporteerd naar een locatie achterin het magazijn. Gezien het volume is dit een locatie van ca 30 vierkante meter waar het piepschuim tijdelijk wordt opgeslagen. Het piepschuim wordt gemiddeld twee keer per week afgevoerd van deze locatie achterin het magazijn naar de voorkant van het magazijn alwaar de afvalverwerker deze in de wagen laadt en afvoert. Dit verplaatsen van het piepschuim kost ongeveer 1 ½ uur waarin alle medewerkers van de technische dienst worden ingezet (ca. 8 -10 man). Kartonnen dozen en papier worden verzameld in speciale containers (op wieltjes) en gedurende de dag afgevoerd naar de papierpers. Al naar gelang de grootte van de dozen worden deze eerst opengevouwen voordat ze in deze betreffende containers worden geplaatst. Dit om het volume beheersbaar te houden en het aantal beschikbare containers tot een minimum te beperken. Gemiddeld worden er 20 tot 30 containers met karton en papier afgevoerd naar de papierpers. De papierpers staat aan de voorkant van het magazijn op een plaats waar deze makkelijk geleegd kan worden voor afvoer. De afvoer gebeurt ca. twee tot drie keer per week. De pers kan ongeveer 100 8
containers met papier verwerken. Als de situatie ontstaat dat de pers niets meer kan verwerken kan de afval-vervoerder gebeld worden om een tussentijdse afvoer plaats te laten vinden. Het restafval wordt via standaard afvalcontainers afgevoerd en centraal verzameld en samen met het andere restafval in het magazijn door de afvalverwerker opgehaald. Nadat de rolcontainers gevuld zijn worden deze voorzien van transparant wikkelfolie. Op verzoek van de klanten kan hier ook niet-transparant zwart wikkelfolie voor worden gebruikt. De zending wordt door de Technische Dienst afgemeld in KIS en klaargezet voor transport bij de expeditie-locatie. De zending zal dan de eerstvolgende dag meegegeven worden met de vervoerder en afgeleverd worden bij de klant. Hiervan kan worden afgeweken wanneer het om een zending gaat die met eigen vervoer wordt geleverd, afhankelijk van de te rijden route. De klant geeft zelf aan wanneer hij wenst dat de rolcontainers weer opgehaald kunnen worden. De afdeling transport regelt dat de rolcontainers weer retour komen naar het magazijn. Op het moment dat de rolcontainers retour komen worden zij afgeleverd bij de Technische Dienst. De medewerkers van de Technische Dienst zullen de rolcontainers weer ontdoen van alle retour gekomen afval. Dit afval kan bestaan uit het airbagfolie, de kartonnen platen en helaas vaak ook door de klant gedeponeerd restafval dat niet meegeleverd is. Het afval wordt geselecteerd op hergebruik; wanneer er materiaal op nieuw gebruikt kan worden zal dit door de Technische Dienst opnieuw ingezet worden. Het overige –niet bruikbare- afval wordt afgevoerd en gescheiden volgens de eerder genoemde afvalstromen. Verhoudingen leveren in rolcontainers versus leveren op pallets In een standaard vrachtwagen kunnen 12 blokpallets met onuitgepakte hardware of 24 rolcontainers met uitgepakte hardware vervoerd worden. De hoeveelheid hardware units (bijvoorbeeld laptops, pc’s, monitoren) op een pallet (onuitgepakt) of in een rolcontainer (uitgepakt) is ongeveer gelijk. Als voorbeeld kunnen laptops genomen worden, waarbij er ca. 80 in een rolcontainer geplaatst kunnen worden en ca. 80-95 op een blokpallet (incl. verpakking). Bovenstaande heeft tot gevolg dat er indien de hardware uitgepakt geleverd wordt in rolcontainers er ongeveer twee maal zoveel hardware per vrachtrit vervoerd kan worden dan wanneer het op blokpallets geleverd wordt. In de resultaten is dit verschil meegenomen door gebruik te maken van een verhoudingsfactor 0,5 wanneer het om het weergeven van het aantal kilometers dat gereden wordt indien er rolcontainers met hardware vervoerd worden i.p.v. pallets met onuitgepakte hardware.
9
Figuur 2.1 Proces Uitgepakt leveren in rolcontainers Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal levert een CO 2 belasting op, welke centraal staat in de ketenanalyse. Het verpakkingsmateriaal wordt in drie gescheiden afvalstromen afgevoerd: 1. Plastic verpakkingsmateriaal (wikkelfolie, verpakkingszakken, airbagfolie en noppenfolie)en papier en karton. Dit wordt door afvalverwerker Sita afgevoerd. 2. Hard piepschuim (EPS) 3. Zacht piepschuim 4. Restafval
2.4 Identificatie van ketenpartners in bovengenoemd proces In de bovengenoemde procesketen kunnen de volgende partners worden geïdentificeerd: 1. De klanten. Bij de klanten ligt het besluit om wel of niet uitgepakt te leveren. 2. De afvalverwerkers. Zij zijn verantwoordelijk voor het ophalen van het verpakkingsmateriaal en het verwerken hiervan. Scholten Awater verzorgt het transport naar en van de klant voor het brengen en ophalen van de rolcontainers. Afvalverwerkers: 1. SITA 2. ARN B.V. 10
Hierbij is SITA verantwoordelijk voor het verwerken van: • Restafval • Zacht piepschuim • Karton en papier • Plastic ARN B.V. is verantwoordelijk voor de verwerking van: • Hard piepschuim (EPS/Tempex)
11
3. RESULTATEN 3.1 Inleiding Als basisscenario is gerekend met de gegevens zoals deze gerapporteerd worden door de afvalverwerkende partners en met de gegevens van de transportafdeling van Scholten Awater over hoeveelheden hardware die uitgepakt geleverd worden. Hierbij worden de CO2 emissies berekend volgens de conversiefactoren zoals die gehanteerd worden door SKAO en CE Delft (transportdiensten), Defra/GHG-protocol (afval).
3.2. Kwantificeren van de gegevens De gegevens zijn over de periode 2011, 2012 en 2013. In de rapportage is vastgelegd hoeveel kilogram met verpakkingsmateriaal afgevoerd is naar de beide afvalverwerkers en hoeveel kilogram hardware uitgepakt geleverd is in rolcontainers. In onderstaande tabellen staan de gegevens per type verpakkingsmateriaal dat gescheiden wordt afgevoerd en de hoeveelheden geleverde hardware in rolcontainers. N.B. De hoeveelheden restafval dat vrijkomt bij het uitpakken van de te leveren hardware is minder dan 0,1 % en daarom niet relevant in de veroorzaakte afvalstromen m.b.t. verpakkingsmateriaal.
Papier/Karton Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Totaal
Tonnage 2011 10,70 12,28 6,90 8,90 9,86 9,32 11,34 10,90 8,88 14,92 11,30 11,46 126,76
Tonnage Tonnage 2012 2013 14,08 10,12 21,10 10,92 13,98 10,90 17,18 10,90 19,60 13,92 16,24 16,76 12,86 11,36 12,84 8,88 9,16 9,96 27,07 11,30 22,26 11,46 171,90 140,95
Kilo 2011 10.700,0 12.280,0 6.900,0 8.900,0 9.860,0 9.320,0 11.340,0 10.900,0 8.880,0 14.920,0 11.300,0 11.460,0 126.760,0
Kilo 2012
Tabel 3.1. hoeveelheid afgevoerd papier en karton (bron: SITA)
14.465,0 21.440,0 14.181,0 17.410,0 19.835,0 16.560,0 17.100,0 11.650,0 9.130,0 10.265,0 11.650,0 11.865,0 175.551,0
Kilo 2013 10.410,0 11.215,0 11.190,0 11.140,0 14.130,0 13.135,0 13.055,0 9.390,0 27.377,0 22.405,0 143.737,0
12
EPS(tempex/piepschuim) Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec Totaal
Tonnage 2011 1,49 0,82 0,48 0,53 1,61 1,15 1,01 0,85 0,72 0,90 1,07 1,23 11,84
Tonnage 2012 0,56 0,44 0,24 0,28 0,30 0,36 0,48 0,26 0,22 0,54 0,44 4,12
Tonnage Kilo 2011 Kilo 2012 Kilo 2013 2013 0,20 1.485,0 560,0 200,0 0,20 820,0 440,0 200,0 0,26 475,0 240,0 260,0 0,26 530,0 280,0 260,0 0,28 1.610,0 300,0 280,0 0,70 1.150,0 360,0 700,0 0,26 1.005,0 480,0 260,0 0,28 850,0 260,0 280,0 0,26 720,0 220,0 260,0 0,48 900,0 540,0 480,0 0,52 1.065,0 520,0 1.225,0 440,0 3,70 11.835,0 4.120,0 3.700,0
Tabel 3.2. hoeveelheid afgevoerd hard piepschuim (bron: ARN B.V.)
N.B.: Op het moment van rapportering voor deze analyse waren de cijfers voor de verwerkte hoeveelheden verpakkingsmateriaal over de maand december 2013 nog niet bekend. Dit heeft consequenties voor de jaartotalen, zie ook paragraaf 3.4. In onderstaande tabel wordt de totale hoeveelheid hardware dat geleverd is afgezet tegen de hoeveelheid hardware dat uitgepakt geleverd is in 2013. De hoeveelheden afgevoerd verpakkingsmateriaal uit de tabellen 3.1 en 3.2 zijn hierin ook weergegeven. De gegevens voor de hoeveelheid papier en karton over juni en december en de hoeveelheid ESP over december ontbreken en derhalve zijn hier de maandgemiddelden over 2013 gebruikt. In de laatste kolom is het percentage hardware dat uitgepakt geleverd is uitgezet tegen de totale hoeveelheid geleverde hardware.
maand
totaal geleverde hardware (kg)
uitgepakt geleverde hardware (kg)
papier en karton (kg)
EPS(kg)
percentage uitgepakte hoeveelheid hardware
januari
284971
18478
10410
29088
10
februari
241303
22719
11215
200
34134
14
maart
270866
35301
11190
260
46751
17
17614
11140
260
29014
12
280
april
250340
200
som uitgepakt geleverde hardware + verpakkkingsmateriaal (kg)
mei
316052
34271
14130
48681
15
juni
325876
17783
14344
700
32827
10
juli
365064
28143
13135
260
41538
11
29063
13055
280
42398
17
260
augustus
245977
september
340512
12227
9390
21877
6
oktober
332883
25960
27377
480
53817
16
november
321827
23050
22405
520
45975
14
270824
22118
14344
336
36798
14
3566495
286727
172135
4036
462898
13
december totaal 2013
Tabel 3.3. Verhouding en uitgepakt geleverde hardware t.o.v. niet uitgepakt geleverde hardware over 2013.
13
In onderstaande tabel is het aantal kilometers weergegeven dat gereden is voor hardware dat onuitgepakt op pallets geleverd is en voor hardware dat uitgepakt in rolcontainers geleverd is. Hierbij is er vanuit gegaan dat het gewicht van de hardware in beide situaties vergelijkbaar is. Vervolgens is de CO2 emissie berekend aan de hand van de emissiefactor. Deze CO₂emissiefactor is berekend aan de hand van gemiddeld verbruik van dieseltrucks. Onderstaande tabel geeft het aantal gereden kilometers weer in de situatie wanneer er geen verschil in hoeveelheid hardware is tussen onuitgepakte op pallets geleverde hardware en uitgepakt in rolcontainers geleverde hardware is.
kg hardware, niet uitgepakt geleverd hardware uitgepakt geleverd totaal geleverd
CO2emissiefactor (gram CO2 km per eenheid) CO2 (kg) 3279768 1503249 920 1382989 286727 131419 920 120905 3566495 1634668 920 1503895
Tabel 3.4. Hoeveelheid CO2 op basis van gereden kilometers transport.
In onderstaande tabel zijn de zelfde data weergegeven als in tabel 3.4, echter nu met inbegrip van de verhoudingsfactor 0,5 voor uitgepakt geleverde hardware (zie pagina 9: Verhoudingen leveren in rolcontainers versus leveren op pallets).
kg hardware, niet uitgepakt geleverd hardware uitgepakt geleverd totaal geleverd
km 3279768 286727 3566495
1503249 131419 1634668
verhoudingsfactor 1 0,5 1
CO2emissiefactor (gram CO2 per km eenheid) CO2 (kg) 1503249 920 1382989 65709 920 60453 1634668 920 1443442
Tabel 3.5. Hoeveelheid CO2 op basis van gereden kilometers transport met inbegrip verhoudingsfactor m.b.t. verschil van volume en gewicht van uitgepakt leveren in rolcontainers versus niet uitgepakt leveren op pallets.
In onderstaande tabel wordt de totale hoeveelheid hardware dat geleverd is afgezet tegen de hoeveelheid hardware dat uitgepakt geleverd is over de maanden januari en februari 2014. De hoeveelheden afgevoerd verpakkingsmateriaal zijn op het moment van rapportering nog niet bekend. Voor de som van de uitgepakt geleverde hardware + het verpakkingsmateriaal is derhalve het gemiddelde over 2013 genomen (63% hardware + 37% verpakkingsmateriaal). In de laatste kolom is het percentage hardware dat uitgepakt geleverd is uitgezet tegen de totale hoeveelheid geleverde hardware.
14
maand
totaal geleverde hardware (kg)
januari
uitgepakt geleverde hardware (kg)
papier en karton (kg)
EPS(kg)
som uitgepakt geleverde hardware + verpakkkingsmateriaal (kg)
percentage uitgepakte hoeveelheid hardware
245647 234011
20382
nog niet bekend
nog niet bekend
33223
14
februari
28677
nog niet bekend
nog niet bekend
46744
20
totaal 2014
479658
49059
79966
17
Tabel 3.6. Verhouding en uitgepakt geleverde hardware t.o.v. niet uitgepakt geleverde hardware over de eerste twee maanden van 2014. Scholten Awater levert de zendingen waarbij uitgepakt geleverd wordt in rolcontainers alleen met eigen vervoer en met vervoerder Transmission. In onderstaande tabel is het aantal zendingen dat geleverd is met Transmission en met Eigen vervoer tegen elkaar uitgezet: aantal leveringen
percentage
leveringen 2013 totaal
72995
100,0
aantal leveringen Eigen vervoer
10392
14,2
aantal leveringen Transmission
2742
3,8
Tabel 3.7. Aantal leveringen met vervoerder Transmission en met eigen vervoer als zijnde de vervoerders die rolcontainers met uitgepakte hardware leveren over 2013. 3.4. Data onzekerheden Voor de hoeveelheden afgevoerd papier en karton ontbreken de data voor de maanden juni en december 2013, waardoor de totale hoeveelheid in 2013 ca. 15% lager is dan de geschatte hoeveelheid verwerkt papier en karton in 2013. Voor de hoeveelheden afgevoerd EPS (piepschuim) ontbreken de gegevens van november 2012 en van december 2013, waardoor de totale hoeveelheden afgevoerd ESP in 2012 en in 2013 8% lager zijn dan de geschatte hoeveelheid verwerkt EPS in 2012 en 2013. De hoeveelheden verpakkingsmateriaal die afgevoerd is in de eerste twee maanden van 2014 is nog niet bekend. Voor de verhouding verpakkingsmateriaal t.o.v. de hardware is het gemiddelde over 2013 gehanteerd.
3.5. Verbeteringssuggesties De hoeveelheden uitgepakte hardware vergroten waardoor er minder transportritten gemaakt hoeven te worden. Wanneer de hardware uitgepakt in rolcontainers geleverd wordt levert dit een halvering van het aantal transportritten op ten opzichte van leveringen van onuitgepakte hardware op blokpallets. Dit levert een aanzienlijke verlaging in de CO2 emissie op. Door de grote hoeveelheden die Scholten Awater op een efficiëntere manier kan afvoeren dan de meeste klanten én dit ook gescheiden te doen naar gecertificeerde afvalverwerkers 15
worden de CO2 emissies veroorzaakt door de afvoer door Scholten Awater verhoogd maar in de totale keten verlaagd. Om dit te bereiken worden klanten meer actief benaderd en geïnformeerd over de mogelijkheden van uitgepakt leveren. Het verzamelen van EPS gebeurt op een locatie achterin het magazijn. Hierdoor is het personeel van de Technische Dienst twee maal per week een niet onaanzienlijke tijd bezig om het EPS te verplaatsen naar de voorkant van het magazijn op het moment dat de afvalverwerker het EPS voor verwerking op komt halen. Een verbeteringssuggestie is om de verzamellocatie aan de voorkant van het magazijn te plaatsen, zodat er efficiënter afgevoerd kan worden met een mindere tijdsbelasting voor het personeel.
16
4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
4.1 Conclusies en aanbevelingen Doordat Scholten Awater hardware uitgepakt in rolcontainers levert, levert dit een besparing op in het aantal transportritten. In 2013 is 13% van de hardware uitgepakt geleverd in rolcontainers, wat geresulteerd heeft in een CO 2 emissie reductie van 60453 kg CO2 over 2013. In de maanden januari en februari 2014 is er een toename van de hoeveelheid uitgepakte hardware geconstateerd; over deze periode is 20% van de hardware uitgepakt geleverd.
Door het uitgepakt leveren van hardware in rolcontainers ontzorgt Scholten Awater ook haar klanten door het verpakkingsmateriaal niet mee te leveren maar zelf af te voeren naar gecertificeerde afvalverwerkers. Omdat de hoeveelheden verpakkingsmateriaal die Scholten Awater afvoert groter zijn dan de hoeveelheden die de klant zelf af zou moeten voeren, wat tot een efficiëntere verwerking leidt, is er in de keten een ook een reductie van de CO2 emissies van het afvoeren van verpakkingsmateriaal. Er zijn vijf verschillende afvalstromen die veroorzaakt worden door het uitpakken van de hardware. Dit zijn: Papier en karton Plastic EPS (hard piepschuim) Polyurethanen (zacht piepschuim, schuimrubber) Restafval Deze producten worden afgevoerd door twee gecertificeerde afvalverwerkers, SITA en ARN. Het restafval dat ontstaat bij het uitpakken van de hardware bestaat voornamelijk uit meegeleverde DVD’s en de hoeveelheid in kg afval is verwaarloosbaar, wanneer afgezet tegen de andere verpakkingsmaterialen. Het papier en karton, Plastic en polyurethaan worden verwerkt door SITA. De EPS worden verwerkt door ARN. Van de vijf bovengenoemde afvalstromen zijn er wat betreft hoeveelheden alleen papier/karton en EPS relevant. De hoeveelheden plastic, polyurethaan en restafval vormen samen slechts enkele procenten van de totale hoeveelheden verpakkingsmateriaal. De grootste winst in het reduceren van de CO2 emissies is door de hoeveelheid hardware die uitgepakt geleverd wordt in rolcontainers te vergroten; Omdat Scholten Awater ongeveer twee maal zoveel hardware kan leveren per transportrit wanneer de hardware uitgepakt in rolcontainers vervoerd wordt, wordt het aantal kilometers gehalveerd. In de eerste twee maanden van 2014 is een toename van de hoeveelheid uitgepakte hardware zichtbaar; deze is gestegen van gemiddeld 13% in 2013 naar 17% over de eerste twee maanden van 2014. 17
In de keten zijn er drie stakeholders waarmee Scholten Awater in gesprek gaat om de CO2 emissies te reduceren: 1. De leveranciers van de hardware: met de leveranciers van de hardware worden gesprekken aangegaan om gebruik te maken van ander verpakkingsmateriaal, waardoor de CO2 emissies m.b.t. de verwerking van het verpakkingsmateriaal gereduceerd kunnen worden. 2. De klanten van Scholten Awater: de klanten worden doorlopend geadviseerd om hun hardware uitgepakt in rolcontainers te laten leveren. Hierbij worden de voordelen voor de klant (geen verpakkingsmateriaal) en voor het milieu (minder transportritten) benadrukt. 3. De vervoerders die de hardware naar de klanten transporteren: met de vervoerders worden gesprekken aangegaan om de uitgepakte hardware te leveren op een manier die de meeste CO2 reductie oplevert. Hierin staan twee factoren centraal: het beperken van het aantal kilometers door een zo efficiënt mogelijke planning van de transportritten en het rijden met de meest CO2 vriendelijke wagens. Scholten Awater heeft dit in de transporteursbeoordeling opgenomen en maakt dit bespreekbaar met de vervoerder. doelstellingen 1. Scholten Awater streeft ernaar om de hoeveelheid hardware dat uitgepakt in rolcontainers geleverd wordt binnen een tijdsbestek van 5 jaar te verhogen naar 20%. 2. Scholten Awater streeft ernaar om samen met hun vervoerders een afname van 5% CO2 emissie te bewerkstelligen binnen een tijdsbestek van 2 jaar op de totale downstream transportdiensten.
BRONVERMELDING 1. 2. 3. 4. 5.
Tabel conversiefactoren CE Delft Conversiefactoren Defra/GHG-protocol SKAO – CO2 prestatieladder Afvalgegevens SITA Gegevens ARN van verwerking EPS
18