epidemiologische mededelingen
Uitbraak van scabiës in 1 ziekenhuis en 8 zorginstellingen door een geriatrische patiënt met scabies crustosa R.P.M.Koene, M.Tjioe, K.Hoondert, W.van de Vrie, M.G.M.Olde Rikkert, M.Wulf en A.Voss
Een uitbraak van scabiës vond plaats in 1 academisch ziekenhuis, 2 verpleeghuizen en 6 zorginstellingen, waaronder 2 thuiszorgteams in de regio Nijmegen, in de periode september 2004-april 2005. De indexpatiënt was een 78-jarige vrouw bij wie in november 2004 de diagnose ‘scabies crustosa’ (scabies norvegica) werd gesteld. Atypische presentatie zonder veel jeuk resulteerde bij deze geriatrische patiënte, zoals vaak het geval is, in een relatief lange ziekteduur vóór de diagnose werd gesteld. In totaal raakten daardoor tenminste 51 mensen besmet, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. Op basis van artikel 7 van de Infectieziektewet adviseerde de GGD de instellingen over het beleid en voerde bron- en contactonderzoek uit. Melding volgens artikel 7 en samenwerking van ziekenhuis, zorginstellingen en GGD zijn van belang om een effectieve aanpak van een epidemie te bereiken. Systemische behandeling met ivermectine is een belangrijk alternatief voor lokale behandeling bij uitbraken in instellingen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:918-23
Scabiës (schurft) is een jeukende huidafwijking die wordt veroorzaakt door de mijt Sarcoptes scabiei. Scabiës kan in zorginstellingen epidemieën veroorzaken die moeilijk zijn te bestrijden en vaak veel onrust veroorzaken. Scabies crustosa (scabies norvegica) is een zeer besmettelijke vorm van scabiës die met name bij immuungecompromitteerde en geriatrische en psychogeriatrische patiënten voorkomt. Vaak geeft deze vorm alleen atypische laesies op de romp met relatief weinig jeuk en daardoor wordt de aandoening veelal moeilijk herkend. Net als de gewone scabiës wordt scabies crustosa veroorzaakt door Sarcoptes scabiei varietas hominis (figuur 1), maar de laatste is veel besmettelijker door de grote hoeveelheid mijten en eieren in de huidschilfers (tabel 1). Doordat enerzijds het immuunsysteem niet de mogelijkheid heeft om de scabiësmijten adequaat te attaqueren en anderzijds patiënten onvoldoende krabben om scabiësmijten te destrueren, hebben deze mijten de mogelijkheid om zich ongebreideld te vermenigvuldigen. Bij ‘gewone’ scabiës zijn in het algemeen 5-10 mijten per patiënt aanwezig, bij scabies
GGD Regio Nijmegen, afd. Algemene Gezondheidszorg, Postbus 1120, 6501 BC Nijmegen. Hr.R.P.M.Koene, arts Maatschappij en Gezondheid; mw.K.Hoondert, sociaal verpleegkundige. Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen. Afd. Dermatovenereologie: hr.M.Tjioe, assistent-geneeskundige. Afd. Geriatrie: hr.W.van de Vrie, hoofdverpleegkundige; hr.prof.dr.M.G.M. Olde Rikkert, klinisch geriater. Afd. Hygiëne en Infectiepreventie: mw.dr.M.Wulf, medisch microbioloog. Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, afd. Medische Microbiologie en Infectieziekten, Nijmegen. Hr.prof.dr.A.Voss, medisch microbioloog. Correspondentieadres: hr.R.P.M.Koene (
[email protected]).
918
crustosa kan dit oplopen tot 4700 mijten per gram huidschilfers, dat wil zeggen tienduizenden mijten per patiënt. Scabies crustosa is zeldzaam, maar overgangsvormen tussen beide vormen komen frequent voor. Over scabies crustosa als bron van epidemieën in instellingen en de behandeling is eerder in dit tijdschrift bericht.1-4 Volgens artikel 7 van de Infectieziektewet moeten zorginstellingen 3 of meer mogelijke of bewezen gevallen van schurft of 1 geval van scabies crustosa melden aan de GGD. De GGD adviseert en begeleidt de instelling bij het te volgen beleid na een melding. uitbraak van scabiës in 2004 Op maandag 15 november 2004 meldden 4 verpleegkundigen van de afdeling Geriatrie van het Universitair Medisch Centrum (UMC) St Radboud bij de hoofdverpleegkundige klachten te hebben van rode bultjes en jeuk; na dermatologisch onderzoek werd bij hen scabiës gediagnosticeerd. Aangezien het vrijwel gelijktijdig optreden van meerdere gevallen van scabiës bij verpleegkundigen bijna uitsluitend door een patiënt met scabies crustosa te verklaren is, werd onder de patiënten die tijdens de incubatieperiode of de afdeling opgenomen waren op zoek gegaan naar een geïnfecteerde patiënt. Indexpatiënt. Daarbij bleek dat een 78-jarige vrouw die in de periode 4 oktober-8 november 2004 opgenomen was geweest op de afdeling Geriatrie de bron was van de scabiësbesmetting van de verpleegkundigen. Deze patiënte had tijdens de opname eveneens huidafwijkingen. Die waren door de geconsulteerde dermatoloog geduid als eczeem, waarvoor patiënte al geruime tijd met lokale corticosteroïden werd behandeld. Voor zover bekend had zij geen onder-
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 22 april;150(16)
a
b
c figuur 1. (a) Kenmerkende crusteuze interdigitale laesies bij scabies norvegica; (b) vrouwelijk exemplaar van Sarcoptes scabiei varietas hominis, geïsoleerd bij een verpleegkundige (natief preparaat; circa 100 maal vergroot); (c) ei (natief preparaat; circa 250 maal vergroot).
liggende ziekte die met immuunstoornissen gepaard kan gaan. Nader dermatologisch onderzoek van betreffende patiënt, die ondertussen in een verpleeghuis opgenomen was, toonde uitgebreide erythematosquameuze afwijkingen over het gehele lichaam en opvallende, zeer crusteuze schilferende laesies interdigitaal aan de handen. In de schilfers, die patiënte in grote mate verspreidde, werden in hoge dichtheid mijten en eieren gezien. Hierop werd de diagnose ‘scabies crustosa’ gesteld. Behandeling van de indexpatiënt. Behandeling werd ingesteld met permetrine 5%-crème en ivermectine 9 mg, beide 2 maal te gebruiken, namelijk op dag 0 en dag 14. Vooruitlopend op de diagnose ‘scabiës’ bij de indexpatiënt stelde de hoofdverpleegkundige de directie van het verpleeghuis hiervan op de hoogte. De directie meldde de vermoedelijke scabiës bij de GGD. Tegelijkertijd stelde het ziekenhuis een zogenaamd uitbraakteam (‘outbreak management team’) samen en nodigde de GGD daarbij als deelnemer uit.
maatregelen De GGD zette een beleid uit met als doel het beperken van de verspreiding van de scabiës conform het draaiboek ‘Scabiës – schurft in (zorg)instellingen’ van de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI: www. infectieziekten.info; doorklikken op ‘Draaiboeken’). In het UMC St Radboud waren de betreffende maatregelen overigens reeds getroffen. – Bij elke betrokken instelling werd een hygiënecommissie ingesteld, bestaande uit het hoofd van de afdeling, teamcoördinatoren, arbodienst, verpleeghuisarts en GGD, om gezamenlijk het beleid te bepalen en te implementeren. – De GGD voerde bron- en contactonderzoek uit rond de patiënt met scabies crustosa om de verspreiding in kaart te brengen en de bron op te sporen. Al het personeel en de bewoners van de zorglocaties waar de indexpatiënt opgenomen of verzorgd was geweest, dat wil zeggen de verzorgingshuizen, de thuiszorg en de medewerkers van de dagbehandeling, ontvingen schriftelijke informatie over scabiës, ongeacht of zij klachten hadden. Hierin werden zij ac-
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 22 april;150(16)
919
tabel 1. Onderscheid tussen gebruikelijke scabiës en scabies crustosa gebruikelijke scabiës
scabies crustosa
verwekker besmettelijkheid aantal mijten risicofactoren
de mijt Sarcoptes scabiei laag tientallen iedereen loopt hetzelfde risico
klachten
jeuk
huidafwijkingen
smalle, gekronkelde, iets verheven, tot maximaal 15 mm lange, bruine laesies (kruipgangetjes), schilfering en soms papeltjes of blaasjes op voorkeurslokalisaties: tussen de vingers, de zijkanten en plooien van de handpalm, de buigzijde van de pols, de strekzijde van de ellebogen, de mediale voetrand, de enkel en de wreef; op mannelijke genitaliën: geïndureerde nodi waarschijnlijkheidsdiagnose op basis van anamnese, klinisch beeld en jeuk bij mensen in de directe omgeving van de patiënt; bevestiging door isoleren van mijt of eieren ja, bij mogelijke of bewezen gevallen lokale behandeling of ivermectine
de mijt Sarcoptes scabiei hoog duizenden het risico is vergroot bij psychogeriatrische patiënten, verstandelijk gehandicapten, aidsen diabetespatiënten, comateuze en terminale patiënten, patiënten die incontinent zijn of die met immunosuppressiva of lokale corticosteroïden behandeld worden jeuk is slechts bij een deel van de patiënten aanwezig – atypisch gegeneraliseerd erythematosquameus huidbeeld, dat moeilijk van een ernstig eczeem of psoriasis is te onderscheiden – schilfering, crustae en soms hyperkeratose aanwezig op romp, hoofdhuid, handpalmen en voetzolen; schilfering met crustae op de interdigitale huidplooien* isoleren van mijt of eieren; huidschilfers bevatten vaak veel mijten en eieren
diagnose
meldingsplicht zorginstellingen behandeling *Zie
figuur 1a.
tief opgeroepen zich bij de GGD te melden bij klachten die op scabiës konden wijzen. Vervolgens werden degenen die zich meldden nader onderzocht: in het ziekenhuis werden zowel patiënten als ook personeel met klachten gezien door de dermatoloog. Buiten het ziekenhuis werden personeel en bewoners met op scabiës wijzende klachten via de huisarts naar de dermatoloog verwezen. Bij één verzorgingshuis kwam een dermatoloog op huisbezoek om scabiës te diagnosticeren. In andere gevallen werd de diagnose op basis van klachten in combinatie met epidemiologische gegevens door huisarts of GGD gesteld. – Tevens werd aan al het personeel en alle bewoners die lang of frequent huidcontact hadden gehad met de indexpatiënt profylactische therapie voorgeschreven. Voorafgaand aan het uitreiken van de (profylactische) behandeling in tehuizen en instellingen vonden voorlichtingsbijeenkomsten plaats voor het personeel. Hierbij kwamen nieuwe gevallen van scabiës aan het licht. De GGD-arts schreef recepten uit voor personeel van instellingen en cliënten, hetgeen werd afgestemd met de huisartsen. – Alle patiënten met nieuw gediagnosticeerde scabiës werden persoonlijk benaderd door de GGD voor voorlichting en nadere bron- en contactopsporing.
920
ja lokale behandeling én ivermectine
het verdere beloop van de uitbraak De indexpatiënt, de 78-jarige vrouw, had vanaf half juli 2004 (week 29; figuur 2) voor het eerst symptomen die achteraf als behorend bij scabiës konden worden geduid. De vrouw had tot week 40 van dat jaar zelfstandig gewoond in een appartement dat onderdeel uitmaakte van een woonzorgcomplex, waar zij thuiszorg en 2 keer per week dagbehandeling kreeg. Na de ziekenhuisopname gedurende week 41-45 werd zij op 8 november overgeplaatst naar een verpleeghuis. Eind april 2005, toen de uitbraak onder controle leek, werden bij enkele verpleegkundigen van een andere afdeling van het ziekenhuis mijten en eitjes aangetroffen. Dit gebeurde na aanhoudende klachten van de verpleegkundigen, waarbij in eerste instantie scabiës niet kon worden aangetoond. Van de verpleegkundigen bleken er echter 9 besmet te zijn door een andere patiënte, die tot begin februari was opgenomen geweest; ook een fysiotherapeut was besmet. Deze patiënte bleek tijdens een eerdere opname van de indexpatiënt (in 2004; week 36) in hetzelfde ziekenhuis haar kamergenoot te zijn geweest. Tijdens de gehele uitbraak waren, inclusief de indexpatiënt, zeker 51 personen direct en indirect met scabiës besmet geraakt (tabel 2). In het ziekenhuis werden 25 per-
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 22 april;150(16)
15
aantal
12 9 6 3 0 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 weken
figuur 2. Epidemische curve van een uitbraak van scabiës: aantal scabiësgevallen naar 1e ziektedag, 2004/’05.
soneelsleden besmet, 15 in de 1e en 10 in de 2e fase van de uitbraak. Van de patiënten die ten tijde van de 1e en de 2e opname op dezelfde ziekenhuisafdeling als de indexpatiënt verbleven, kregen er 6 scabiës (figuur 3). Eén van hen was toen nog opgenomen; 5 verbleven buiten het ziekenhuis: thuis (patiënt B; zie figuur 3), in een verzorgingshuis (patiënten C, D en E) of in een verpleeghuis (patiënt F) op het moment dat bij de indexpatiënt (patiënt I) de diagnose ‘scabies crustosa’ gesteld werd. Verder besmette de indexpatiënt: 1 zoon, 2 dochters, 1 vriendin, 1 kennis, 3 verzorgenden van de thuiszorg, 1 verzorgende en 1 bezoeker van het woonzorgcomplex (verzorgingshuis 1 in figuur 3); 1 patiënt en 1 verzorgende bij de dagopvang. Een door de indexpatiënt besmette patiënt op de psychogeriatrische afdeling van het woonzorgcomplex, die intensief verzorgd werd, besmette 3 verzorgenden. Patiënt D besmette 1 zus en 1 zoon. Patiënten C, D, E en F kregen klachten die pas laat werden onderkend als passend bij scabiës en bij de GGD werden gemeld. De bron van de besmetting van de indexpatiënt werd niet gevonden. Er zijn diverse therapieën voor scabiës mogelijk (zie tabel 1).5 Lokale behandeling wordt meestal gegeven met permetrinecrème, lindaansmeersel of benzoylbenzoaat. Systemische therapie middels oraal stromectoltabletten 200 μg/kg is ook mogelijk. In totaal werden naast de scabiëspatiënten meer dan 700 personeelsleden en bewoners/ patiënten van zorginstellingen uit voorzorg tegen scabiës behandeld, 223 van hen (152 personeelsleden en 71 patiënten) waren directe en indirecte contacten van de indexpatiënt. In veel gevallen betrof het personeel van instellingen die bewoners met scabiës hadden verzorgd en met wie veelvuldig huidcontact had plaatsgevonden (zie figuur 3).
buitenland regelmatig voor.5-7 Vanaf augustus 2004 tot en met mei 2005 werden volgens opgave van de LCI tenminste 8 uitbraken in 3 ziekenhuizen en in 4 verpleeghuizen geregistreerd. Complicerende factor bij het bedwingen van scabiës in zorginstellingen is dat patiënten die meer kans hebben op scabies crustosa vaak in zorginstellingen zijn opgenomen met intensieve zorg en daardoor een goede bron zijn voor het verspreiden van de scabiësmijt naar met name verplegend personeel, medebewoners en anderen die beroepsmatige of sociale contacten met de betreffende patiënten hebben. Een epidemie kan snel ontstaan, waarbij een rol kunnen spelen: verlate diagnostiek door het atypische verloop van de huidziekte, met name bij oudere patiënten, falende bestrijdingsmaatregelen indien een te kleine groep wordt behandeld en een te korte follow-upperiode. In 1997 vonden Van Vliet et al. dat risicofactoren voor de verspreiding en
beschouwing
totaal
Bij deze scabiësuitbraak in de regio Nijmegen werden zeker 51 personen, voornamelijk personeel en bewoners van zorginstellingen, direct of indirect besmet door een geriatrische patiënte met scabies crustosa. Scabies crustosa en scabiësuitbraken in zorginstellingen komen in Nederland en in het
*Diagnose
tabel 2. Aantal bewezen en waarschijnlijke gevallen van scabiës, inclusief de indexpatiënt, tijdens een scabiësuitbraak in Nijmegen, 2004/’05 categorie
ziekenhuis verpleegkundigen overig (para)medisch personeel medepatiënten zorginstellingen medebewoners personeel personeel thuiszorg index en familie overig‡
bewezen waarschijnlijke totaal gevallen* gevallen†
3 1 –
17 4 6
20 5 6
– – – 1 –
4 4 3 3 5
4 4 3 4 5
5
46
51
op basis van microscopisch aangetoonde mijten of eieren. op basis van klachten in combinatie met epidemiologische gegevens: contact met de indexpatiënt of een andere bewezen scabiëspatiënt. ‡Vrienden, kennissen en een bezoeker van het woonzorgcomplex. †Diagnose
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 22 april;150(16)
921
het terugkeren van scabiës in gezondheidszorginstellingen tot 6 clusters van oorzaken waren terug te brengen.3 Behalve (a) genoemde concentratie van risicogroepen, (b) frequente nauwe en intieme contacten in zorginstellingen en (c) diagnostische vertraging door de lange incubatietijd en de vaak late onderkenning noemen zij (d) het ontbreken van een totaalbeeld van de verspreiding, (e) falende bestrijdingsmaatregelen en (f ) een te korte follow-upduur. Van deze factoren waren in deze uitbraak bepalend voor de omvang: de concentratie van risicogroepen (psychogeriatrische patiënten met veel somatische problemen), de veelvuldige en nauwe contacten met de hulpbehoevende patiënten in de zorginstellingen, de diagnostische vertraging bij de indexpatiënt met scabies crustosa en de aanvankelijke onduidelijkheid over de reikwijdte van de verspreiding in het bijzonder buiten het ziekenhuis. Door het intensieve patiëntenverkeer tussen instellingen blijven uitbraken vaak niet beperkt tot één instelling, zoals
ook uit ons onderzoek blijkt. Tijdens de bron- en contactopsporing bleken kamergenoten van de indexpatiënt tijdens de ziekenhuisopname scabiës te hebben geïntroduceerd in verschillende instellingen. Vrijwel elke arts of hulpverlener kan met scabiëspatiënten te maken krijgen; klinisch geriater, verpleeghuisarts, huisarts, dermatoloog, bedrijfsarts, fysiotherapeut en verpleegkundige, maar ook neuroloog, internist en chirurg. Voor adequate bestrijding van de uitbraak is een gecoördineerd plan nodig en is alleen behandeling van de patiënt absoluut onvoldoende. Profylaxe en behandeling van personen rondom de patiënt zijn noodzakelijk. Protocollen en draaiboeken kunnen bij de aanpak behulpzaam zijn, maar desondanks is een uitbraak vaak een hardnekkig probleem. Met name bij uitbraken waarbij geriatrische patiënten betrokken zijn, zijn vanwege waarschijnlijk verminderde lokale afweer, minder last van jeuk en de zorgafhankelijkheid een langdurige vervolgbehandeling en surveillance gewenst.8 Mel-
thuiszorg 1
verzorgingshuis 1 verzorgingshuis 1; thuiszorg 1; dagbehandeling 11 scabiësgevallen – 39 personeelsleden en – 5 patiënten/bewoners behandeld
I
dagbehandeling
I
I thuiszorg 2 B
1 scabiësgeval – 32 personeelsleden en – 1 patiënt behandeld
ziekenhuis B
25 scabiësgevallen – 220 personeelsleden en – 150 patiënten behandeld verpleeghuis I
A verzorgingshuis 2
C
C
I
I F
1 scabiësgeval – 38 personeelsleden en – 1 patiënt behandeld
D
1 scabiësgeval – 43 personeelsleden en – 16 patiënten behandeld
E
E F verzorgingshuis 3 D 1 scabiësgeval – 57 personeelsleden behandeld – patiënt D overleden
verzorgingshuis 4
1 scabiësgeval – 38 personeelsleden en – 1 patiënt behandeld
verpleeghuis II
1 scabiësgeval – 44 personeelsleden behandeld
figuur 3. Transmissieketen van scabiës tijdens een uitbraak in 2004/’05: medepatiënten/-bewoners en personeel van zorginstellingen: I = indexpatiënt; A-F = besmette medepatiënten van de indexpatiënt.
922
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 22 april;150(16)
ding aan de GGD van scabiës in een zorginstelling volgens artikel 7 van de Infectieziektewet is een belangrijk middel om dergelijke uitbraken te bestrijden. Hoewel stromectol in Nederland geregistreerd is voor de behandeling van alle vormen van scabiës, werd in het ziekenhuis aanvankelijk gekozen voor lokale behandeling van contacten van de patiënt, omdat het veilige gebruik van stromectol bij de behandeling van scabiës9 bij geriatrische patiënten ter discussie stond naar aanleiding van een mededeling over een vermeende relatie tussen overlijdensgevallen bij psychogeriatrische patiënten en stromectolgebruik.10 In de tweede fase werd om praktische redenen (inname van tabletten tegenover het insmeren van een groot aantal patiënten) gekozen voor het gebruik van stromectol, ook omdat er inmiddels overtuigende literatuurgegevens voor het gebruik van stromectol bij ouderen gevonden waren.11-15 Er zijn zelfs aanwijzingen dat er bij ouderen met dementie en functieverlies vaker sprake is van resistentie tegen lokaal geappliceerde geneesmiddelen, met name permetrine, en dat stromectol bij die patiënten effectiever is.6 Tijdens deze uitbraak werd er nauw samengewerkt tussen GGD, ziekenhuis en instellingen. Hierbij hield de GGD zicht op uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen buiten het ziekenhuis door contact met instellingen, het houden van voorlichtingsbijeenkomsten en het adviseren over hygiënemaatregelen en behandeling, in overleg met de dermatoloog. Het instellen van een uitbraakteam, waarin alle betrokken disciplines zitting hebben, is een voorwaarde voor gecoördineerde aanpak en het kunnen uitvoeren van bestaande scabiësprotocollen. Goede communicatie met hulpverleners, familie en patiënten is eveneens een voorwaarde om een goede therapietrouw voor het behandel/profylaxeplan te realiseren en moet eveneens de nog steeds aanwezige irrationele ideeën over oorzaak en gevolgen van scabiës bestrijden. L.Ummels, hygiënist, afd. Hygiëne en Infectiepreventie, Universitair Medisch Centrum St Radboud te Nijmegen, leverde gegevens van het ziekenhuis aan en dr.J.L.A.Hautvast, arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Regio Nijmegen, afd. Algemene Gezondheidszorg, Nijmegen, leverde commentaar op eerdere versies van het manuscript. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 27 januari 2006
Literatuur 1
2 3
4 5 6
7
8
9 10 11
12
13 14 15
Schulte BC, Hendriks JThAM, Israël DE, Rozemeyer HEM. Scabies crustosa (‘norvegica’), een verrassende bron van scabies-epidemieën. Ned Tijdschr Geneeskd. 1982;126:1229-34. Voorst Vader PC van. Scabies: epidemiologie en behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd. 1984;128:2148-9. Vliet JA van, Samsom M, Steenbergen JE van. Oorzaken van verspreiding en terugkeer van scabiës in gezondheidszorginstellingen; literatuuranalyse van 44 epidemieën. Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142: 354-7. Diederen BMW, Altena JT. Diagnose in beeld (198). Vier ziekenhuismedewerkers met jeuk. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1440. Johnston G, Sladden M. Scabies: diagnosis and treatment. BMJ. 2005;331:619-22. Wilson MM, Philpott CD, Breer WA. Atypical presentation of scabies among nursing home residents. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2001; 56:M424-7. Larossa A, Cortés-Blanco M, Martinez S, Clerencia C, Urdániz LJ, Urbán J, et al. Nosocomial outbreak of scabies in a hospital in Spain. Eurosurveillance. 2003;8:199-203. Jimenez-Lucho VE, Fallon F, Caputo C, Ramsey K. Role of prolonged surveillance in the eradication of nosocomial scabies in an extended care Veterans Affairs medical center. Am J Infect Control. 1995;23: 44-9. Meinking TL, Taplin D, Hermida JL, Pardo R, Kerdel FA. The treatment of scabies with ivermectin. N Engl J Med. 1995;333:26-30. Barkwell R, Shields S. Deaths associated with ivermectin treatment of scabies. Lancet. 1997;349:1144-5. Alexander NDE, Bockarie MJ, Kastens WA, Kazura JW, Alpers MP. Absence of ivermectin-associated excess deaths [letter]. Trans R Soc Trop Med Hyg. 1998;92:342. Millership S, Readman R, Bracebridge S. Use of ivermectin, given orally, to control scabies in homes for the elderly mentally ill. Commun Dis Public Health. 2002;5:144-6. Del Giudice P. Ivermectin in scabies. Curr Opin Infect Dis. 2002;15: 123-6. Chosidow O. Scabies and pediculosis. Lancet. 2000;355:819-26. Del Giudice P, Marty P, Gari-Toussaint M, le Fichoux Y. Ivermectin in elderly patients. Arch Dermatol. 1999;135:351-2.
Abstract Scabies outbreak in a hospital and in 8 health-care institutions caused by an elderly patient with scabies crustosa. – An outbreak of scabies in a teaching hospital, two nursing homes and six health-care institutions for the elderly, occurred in the Nijmegen area in the Netherlands, between September 2004 and April 2005. In November 2004 the diagnosis of scabies crustosa (scabies norvegica) was made in the index patient – a 78-year-old woman. An atypical presentation, without much itching, as is not infrequently seen in elderly patients, resulted in there being a considerable delay before the diagnosis was made. This resulted in a total of 51 people, both in and outside the hospital, becoming infected. Based on article 7 of the Dutch Infectious Diseases Act, the Municipal Health Service (GGD) advised institutions on the policy and carried out both source and contact tracing. According to this Act notification and cooperation between hospital, care institutions and the GGD are of importance for the effective handling of epidemics. Systemic treatment with ivermectin is the main alternative to local treatment in outbreaks in institutions. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:918-23
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 22 april;150(16)
923