Uit puinhopen geboren
Eerste druk, februari 2012 © 2012 Willem Genius isbn: 978-90-484-2271-5 nur: 340 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Uit puinhopen geboren Willem Genius
De namen en plaatsen en gebeurtenissen die in dit boek zijn gebruikt zijn fictief. Iedere overeenkomst met bestaande personen of plaatsen of gebeurtenissen berust op toeval.
Aan mijn lieve jongens. Gelukkig kennen jullie mijn hele verleden niet. Ik heb jullie naar beste kunnen en vermogen opgevoed, en geprobeerd jullie een gelukkig en liefdevol leven te geven. Mijn wens voor jullie toekomst is veel liefde, geluk en wijsheid in je leven en inzicht in de mensen om je heen. Met dank aan Fred voor het meedenken en sparren. Met dank ook aan al mijn surrogaatmoeders die zonder het te weten mij belangrijke levenslessen hebben geleerd. Willem Genius
5
Voorwoord
Een moeder wordt geacht de liefste vrouw van de wereld te zijn. Dat dit niet altijd het geval is, kun je in dit boek lezen. Voordat je mij, als schrijver, aanspreekt over de negatieve rol die de moeder van de hoofdpersoon in dit boek speelt, is het belangrijk je dit te realiseren. De situatie dwingt mij ertoe niet positief over deze persoon te zijn. Het is een feit dat niet iedere vrouw die een kind gekregen heeft, ook automatisch een goede moeder is of kan zijn. Vrouwen en, niet in de laatste plaats, moeders worden geacht hun kinderen lief te hebben en altijd te beschermen. De rol die vrouwen nog steeds vaak toebedeeld wordt is dienstbaarheid aan het gezin en de samenleving, goed zorgen voor allen die in hun omgeving leven, het huis schoon te houden enzovoorts. Kinderen denken hun ouders te kennen, maar weten zij wel alles? Is het niet mogelijk dat aspecten uit het verleden bedekt zijn geraakt of onzichtbaar worden gehouden. Van kinderen, of zij nu jongen of meisje zijn, wordt verwacht dat zij hun ouders eren. Hoewel er vele lieve en goedbedoelende ouders zijn is dit niet in alle gevallen mogelijk. Er zijn ouders die het beste voor hebben met hun kinderen en er alles aan zullen doen om hen een goede start te geven. Daarnaast zijn er ook mensen die je met de beste bedoeling van de wereld geen ‘ouder’ kunt noemen. Zo zijn er mensen die over hun kinderen willen heersen, ongeacht de gevolgen hiervan. Bij deze groep mensen is een gevoel van respect of liefdevol handelen ver te zoeken. Dat zij hiermee hun kinderen beschadigen moge duidelijk zijn. Die kinderen zijn vaak de dupe van weerbarstige egocentrische ouders, waardoor zij zelf zich niet goed kunnen ontwikkelen tot volwaardige mensen. Los komen van dergelijke overheersende ouders vergt lef, moed en onverschrokkenheid. Om een eigen leven op te kunnen bouwen en hun kinderen zo goed mogelijk op te voeden zijn grote wilskracht, veel eigenliefde en hulp van liefhebbende derden vereist. 7
Waar haalt een kind de kracht vandaan om tegen alle tegenwerking in toch zo op te bloeien? Hoe kan een kind ondanks alle tegenslagen en beschuldigingen toch een volwaardig lid van de maatschappij worden? Mogelijk kan dit boek je helpen deze en andere vragen te beantwoorden. Ik hoop voor jou dat jouw moeder inderdaad de liefste moeder van de wereld is of is geweest, ondanks haar eigenaardigheden en soms haar fouten. Willem Genius
8
Hoofdstuk 1
‘Verloren, hoe kan iemand zich zo verloren voelen? Ben ik het dan niet waard om op deze aarde te lopen? Gek word ik ervan!’ Willemijn staart voor zich uit. Het ontwerp van de rouwkaart ligt al klaar op tafel. Dat heeft haar moeder al bedisseld: “Zo en niet anders!” ‘Het voelt niet alsof mijn moeder is overleden. Het is alsof een wildvreemde vrouw is heengegaan. Er moet nog zoveel geregeld worden: de kist, de mis, de koffietafel, de begrafenisondernemer, de verzekeringen, de adressenlijst, de postzegels, de steen voor op het graf, het voorlezen van het testament, de bidprentjes en de rouwkaarten, de verkoop van het huis en alle aanverwante zaken en wie gaat er spreken namens de familie? Even nog niet aan denken. Eerst maar eens een kop koffie. Mijn zussen zullen zo wel komen en de begrafenisondernemer is ook al gebeld. Waar heeft mijn moeder de koffiefilters staan?’ Een roerloos lichaam ligt op het bed in de woonkamer. De dokter is net weg en de verklaring van overlijden is opgemaakt. ‘Het lijk praat niet terug. Ik kan alles zeggen wat ik wil. Gek hè, ik durf het niet eens.’ Dit alles bedenkt Willemijn en gelijk is daar het schuldgevoel. De gedachten in haar hoofd tollen over elkaar heen en ze heeft vanavond geen zin om te kijken naar het gezicht wat in de toekomst nooit meer zichtbaar zal zijn. Wat ze allemaal in de laatste uren naar haar hoofd geslingerd heeft gekregen is al genoeg voer voor psychiaters voor de komende eeuwen. De deurbel gaat en Willemijn doet open. Getoneelspeelde tranen -met-tuiten rollen binnen in de vorm van twee zussen gevolgd door twee dominant – irriterend – eisende zwagers, bombastisch commanderend en het kleine meisje in Willemijn zwijgt. Slaafs loopt ze achter de meute aan. ‘De begrafenisondernemer zal zo wel komen’, denkt ze. Hoe goed haar moeder is geweest voor haar hele familie wordt in geuren en kleuren uit de doeken gedaan door haar zusters. ‘Het lijkt wel een engel’, bedenkt ze, ‘over de doden niets dan goeds’. Met haar ogen volgt ze de zwagers en de zussen. 9
‘De verdeling van geld en goederen is volgens mij al volop op gang’, bedenkt ze, ‘daar komt ruzie van, wedden?’ Ze bespeurt het verdwijnen van een ketting met medaillon in de colbertzak van Toine. En een onooglijk hummeltje in de tas van Antoinette. Madeleine zal wel moeders ring met briljantjes achterover drukken. En Madeleines man Gilbert zal er wel met het geldkistje uit moeders slaapkamerkast vandoor gaan. ‘Mijn lieve hemel’, denkt Willemijn, ‘mijn moeder is nog niet eens koud of ze stelen al van haar eigen lijf en uit haar kasten’. Maar ze zegt niets! De begrafenisondernemer komt binnen en condoleert de familie met dit vreselijke verlies. Vanuit de keuken overziet Willemijn de chaos van wat haar familie moet zijn. ‘Je zou toch denken dat mijn moeder ook de details van haar begrafenis volledig geregeld heeft’. Willemijn sluipt naar de slaapkamer waar de tas van haar moeder op haar nachtkastje ligt. ‘Net wat ik dacht’, denkt ze. ‘Een lijst met alles-na-de-dood komt uit haar chique Armondy tas’. Kwade gezichten richten zich op de lijst in moeders handschrift en diegene die ermee in haar hand staat. “Dat heeft ze geschreven toen ze niet goed bij haar hoofd was,” schreeuwt Toine. “Ik vecht nu al haar testament aan, er gaat niets naar Willemijn, want door haar toedoen is moeder overleden,” schreeuwt Madeleine nog harder. “Ik eis haar huis op, want dat heeft moeder mij beloofd,” overrompeld Antoinette. “Ik zal wel zorgen voor de verkoop van al haar aandelen en obligaties,” schuift Gilbert erbovenop. Met een lijkwit hoofd staat Willemijn hulpeloos te staren naar de begrafenisondernemer. ‘Alstublieft doe wat’, denkt ze. 10