Uit overtuiging!
Programma van de ChristenUnie voor de verkiezingen van de Provinciale Staten van Limburg op 2 maart 2011
Versie 2010-12-30
Inleiding
Verander de wereld… „Verander de wereld, begin bij jezelf‟ is een vaak gebruikte zegswijze wanneer mensen verandering willen. Omdat er in deze wereld, ook in Limburg, veel mis is, willen wij van de ChristenUnie de wereld graag veranderen. De wereld veranderen, dat is nogal een hoge ambitie, zul je zeggen. Dat klopt en wij kunnen dat ook niet alleen. Het verlangen om de wereld te veranderen, te beginnen bij onszelf, willen wij graag samen met anderen delen en samen met hen najagen. In dit verkiezingsprogramma willen wij graag uitleggen hoe wij dit zouden willen doen. Veranderen doe je samen Wel eens gehoord van de „ikleving‟? Dat is het tegenovergestelde van samenleving. Waar mensen bij elkaar zijn ontstaat nog niet meteen een sámenleving. Mensen hebben hun persoonlijke belangen en wensen. Die bereiken ze nooit alleen en het mag ook niet ten koste van anderen gaan. Mensen zijn afhankelijk van anderen. Ieder mens heeft recht om te leven en gelukkig te worden. Om te leven hebben mensen elkaar dus nodig en om samen te leven moeten ze rekening houden met elkaar. En omdat wij mensen meestal eerst denken aan ons zelf, is samen leven niet iets dat vanzelf gaat. Samenleven is een werkwoord, je moet het dóen De ChristenUnie hecht daarbij sterk aan de eigen verantwoordelijkheid. Pas wanneer mensen er samen met de mensen in hun omgeving niet uitkomen kan het zijn dat de overheid moet bijspringen. Ook binnen politiek en overheid hecht de ChristenUnie sterk aan samenwerking. In dit programma willen wij laten zien wat de ChristenUnie in samenleving en politiek wil inbrengen. Bronvermelding Iedere politieke partij heeft zijn eigen inspiratiebron. De ChristenUnie laat zich inspireren door de Bijbel. Uit dit boek hebben wij God leren kennen als de schepper van hemel en aarde en alles wat leeft. De mens heeft als voornaamste schepsel van God de taak gekregen om de schepping te beheren en te zorgen voor alles wat leeft. Wij beseffen dat niet alleen christenen zich verantwoordelijk voelen voor de samenleving. Wij willen deze verantwoordelijkheid dan ook graag oppakken, samen met iedereen die dit ook wil. Wat wij in dit programma vooral willen doen is laten zien hoe wij zelf vanuit ónze inspiratiebron zijn gekomen tot de aanpak die in dit programma is verwoord. Wij geloven dat vanuit de liefde van God het leven opbloeit. De mens staat niet op zichzelf en kan niet alles zelf bepalen. Het is juist andersom: mensen komen pas tot bloei wanneer zij zich vanuit Gods liefde voor hen en de andere schepselen verantwoordelijk voelen, zorg dragen voor elkaar en respectvol omgaan met medemens en natuur. Vanuit het besef dat mensen in de samenleving aan elkaar gegeven zijn, mogen we samen werken aan een gezond en bloeiend leefklimaat. Voor actuele informatie over de ChristenUnie zie www.limburg.christenunie.nl
2
Inhoudsopgave
blz
1.Middenbestuur en overheid De provincie vormt het middenbestuur van Nederland, tussen Rijk en gemeenten.
4
2.Jeugd, gezin en onderwijs Om te kunnen ontwikkelen hebben mensen een gezin en onderwijs nodig.
5
3. Sociale gerechtigheid Solidariteit en rechtvaardigheid zijn de basis van een beschaafde samenleving.
6
4. Veiligheid In de buurt waarin je woont, moet je veilig kunnen leven.
8
5.Kunst en cultuur Voor onze ontwikkeling hebben we ook kunst en cultuur nodig.
9
6. Sport Met sport en recreatie blijven mensen gezond en het is goed voor de economie.
10
7. Ruimtelijke ordening in de directe leefomgeving Om te kunnen leven heb je een huis nodig en een prettige leefomgeving
10
8. Landelijk gebied, landbouw en natuur Het landelijk gebied hebben we nodig voor onze voedselvoorziening, voor het instandhouden en ontwikkelen van de natuur en om in te recreëren.
11
9. Water Leven met water is vanzelfsprekend; veilig en duurzaam leven met water vraagt voortdurende aandacht.
14
10. Economie Om te kunnen leven en werken is een gezonde economie nodig.
15
11. Toerisme Toerisme is een niet onbelangrijke economische peiler, ook voor het platteland .
17
12. Duurzaamheid en Milieu
17
13. Milieu, omgeving, leefbaarheid, gezondheidszorg De verschillende belangen zoals groen, water, wonen en wegen overvragen de beschikbare ruimte. Het wordt steeds belangrijker dat de provincie duidelijke ruimtelijke keuzes maakt.
19
14. Energie Nederland heeft nieuwe energie nodig.
20
15. Verkeer en vervoer
21
16. Financiën
22
17. Europa
22
3
1.Middenbestuur en overheid De visie van de ChristenUnie De samenleving wordt in de eerste plaats niet gevormd door overheid of door overheidsbestuurders, maar door de burgers zelf. Zij nemen verantwoordelijkheden, gaan verplichtingen aan en maken de samenleving leefbaar in hun onderlinge relaties. Een vrije samenleving in een democratische rechtsstaat kan alleen bloeien als voldoende mensen er vertrouwen in hebben en hun gedrag richten naar de kernwaarden waar het in de rechtsstaat om draait. Het in stand houden van de rechtsstaat vergt inspanningen van overheid en burger. Iedereen heeft plichten tegenover de gemeenschap “zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is”, zegt de VNverklaring voor de rechten van de mens terecht. De taak van de overheid volgens de ChristenUnie betekent niet dat de overheid alles helemaal zelf moet uitvoeren. Het bedrijfsleven kan daarin een uitvoerende rol krijgen. De ChristenUnie is echter terughoudend in het toestaan van marktwerking in sectoren waar publieke belangen in het geding zijn. Om kapitaal, techniek en ondernemerschap dienstbaar te doen zijn aan de samenleving en aan de schepping horen werknemers, milieu, consumenten en onderwijs voldoende invloed te hebben. In die context laat de overheid de markt zijn werk doen, maar voorkomt dat we in een samenleving komen waarin het recht van de sterkste geldt. Burgers kunnen een beroep doen op de overheid als hun veiligheid of bestaanszekerheid in het geding is. De overheid doet wat de burger zelf niet tot stand kan brengen, terwijl het toch noodzakelijk is voor het goed functioneren van de samenleving. De ChristenUnie kiest dus voor een beperkte overheid, die zich opstelt als bondgenoot van burgers. Een overheid die mensen in moeilijkheden op weg helpt. Daarna komt pas de rol van de overheid als beslisser en afdwinger. De overheid heeft een aantal basistaken. De ChristenUnie vindt het allereerst belangrijk dat de overheid het recht handhaaft. Verder moet ze opkomen voor wat kwetsbaar is, zowel van mens als natuur. Tot slot stelt de overheid kaders vast en geeft richting aan ontwikkeling. Omdat de overheid besluiten kan afdwingen worden er hoge eisen gesteld aan overheidshandelen. De ChristenUnie staat voor een overheid die betrouwbaar, transparant en herkenbaar is. Als goed rentmeester gaat de overheid sober en doelmatig met de publieke middelen om. Wij gaan voor een benaderbare overheid, zowel met nieuwe communicatiemiddelen, als in persoonlijk contact aan de balie. De overheid neemt de burger serieus. Een taak kan meestal het beste zo dicht mogelijk bij de burger uitgevoerd worden. De beslissing wordt dan dichter bij de plaats genomen waar die ook effect heeft. Ook kan er ingespeeld worden op lokale omstandigheden. De rol van de provincie De provincie vormt het middenbestuur van Nederland. De provincie zorgt ervoor dat regio en gemeenten steeds de samenwerking opzoeken en elkaar niet beconcurreren. Concurrentie om bedrijventerreinen of woningen werken contraproductief, zeker in krimpgebieden. Provincies moeten via de instrumenten van de ruimtelijke ordening de regionale afwegingen maken. Anders wordt er gebouwd voor de leegstand of treden verrommeling en aantasting van het landschap op. Verkeer en vervoer, landschap, recreatie en natuur hebben een bovengemeentelijke functie en zijn taakgebieden op regionale schaal. Het rijk heeft de afgelopen jaren veel taken aan de provincie toevertrouwd op het gebied van verkeer en vervoer en landschap en natuur. Dat is de juiste schaal voor deze onderwerpen. Wij willen een einde maken aan de controle van de controle. Provincies houden toezicht op gemeenten. De provincie neemt in beginsel op het ruimtelijk economisch domein de
4
toezichtstaken van het rijk op gemeenten over. Provincies richten zich op hun kerntaken. De provincie heeft een belangrijke taak als gebiedsregisseur. Bij een integrale ontwikkelingsvisie op de regio legt de provincie verbanden tussen het ruimtelijkeconomische en sociaal-culturele domein. De provincie heeft een belangrijke taak in het signaleren en agenderen van maatschappelijke vraagstukken, zonder daarbij de rol van de gemeente als uitvoerder over te nemen. Aandachtspunten o o
o
o
o
o
o
Uitgangspunt is dat één bestuurslaag verantwoordelijk is voor de uitvoering van een taak: decentraal wat kan, centraal wat moet Liever differentiëren in takenpakket van bestuurslagen, dan het overvragen van samenwerkingsconstructies (bijv. overdragen taak van gezamenlijke gemeenten aan provincie als samenwerking op die schaal plaatsvindt) Waar nodig en mogelijk opschalen van onderop van gemeenten. Draagvlak van onderop bij gemeenten is het uitgangspunt bij herindelingen; de provincie moet wel meer initiatief nemen (gebruik maken van provinciale bevoegdheden) bij (aantoonbaar noodzakelijke) herindelingen. Bij opschaling is wel aandacht nodig voor benaderbaarheid van de lokale overheid bijv. via wijkwethouders, dorps- en wijkraden en decentrale loketten Gemeenten en provincies hebben een goed instrument om hun eigen functioneren onder de loep te nemen: de bestuurskrachtmeting. Een dergelijke meting zou elke zes jaar moeten plaats vinden. In het Europa van de regio‟s zijn provincies onmisbaar: versterking van de samenwerking tussen provincies, bijvoorbeeld thematische samenwerking of op het niveau van landsdelen is nodig om een stevige positie in Europa te kunnen innemen Het waterbeheer in Nederland kan veel effectiever en efficiënter door het beter organiseren van de watertaken die over de verschillende overheden zijn verdeeld en door verdergaande samenwerking en opschaling van het aantal waterschappen in de richting van (deel)stroomgebieden De waterketen kan efficiënter en slagvaardiger worden gemaakt door de afvalwaterzuiveringstaak van het waterschap te combineren met de rioleringstaak van gemeenten en onder te brengen in een afvalwaterbedrijf. Wegbeherende waterschappen dragen hun wegen over aan provincie of gemeenten
2. Jeugd, gezin en onderwijs De visie van de ChristenUnie Jongeren van nu zijn de volwassenen van de toekomst. Om in de toekomst verantwoordelijk te kunnen zijn voor de samenleving hebben zij onze begeleiding nodig. De ouders zijn als eersten verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Zij moeten de gelegenheid krijgen om deze taak te kunnen uitvoeren. Als het nodig blijkt moeten zij daarbij ook gesteund worden. Maar niet alleen het gezin speelt in het leven een belangrijke rol, ook de directe omgeving waarin kinderen opgroeien en gezinnen functioneren: het sociale netwerk. De ChristenUnie wil zich inzetten voor het versterken van de kringen rond gezinnen. We vinden relaties belangrijk, relaties waarin waarden en normen worden uitgewisseld. Behalve opvoeding hebben jongeren ook onderwijs nodig en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Door een rijk aanbod van opleiding, cultuur en sport kunnen jongeren de vaardigheden en de kennis opdoen die zij nodig hebben in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Scholen moeten alle ruimte krijgen om zich te kunnen richten op hun kerntaak: het geven van goed onderwijs. Het is belangrijk dat jongeren onderwijs aangeboden krijgen op hun niveau en dat ze een diploma kunnen halen. Het onderwijs dient alle wettelijke mogelijkheden te benutten om spijbelen en schooluitval tegen te
5
gaan. Ouders (en vooral ook de jongeren zelf) moeten ervan doordrongen worden dat schooluitval veel minder kansen in de samenleving biedt. Lokale samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven moet resulteren in een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. En wanneer jongeren hun opleiding hebben voltooid, moeten ze vervolgens aan het werk kunnen. De omgeving waar onze jeugd opgroeit, moet voor hen een positieve uitstraling hebben. We pleiten voor gezinsvriendelijke veilige wijken, waar ruimte is om te spelen en te sporten en voorzieningen om elkaar te ontmoeten. Jongeren willen alles ontdekken. Daarbij kunnen ze ook ontsporen. De problematiek van alcohol- en drugsgebruik, vernielingen en overlast vraagt een aanpak waarin voorkomen voorop staat maar zonodig ook bestraft wordt. De ChristenUnie ziet jongeren graag gezond opgroeien en zal daarom initiatieven die gezond gedrag stimuleren steunen. Gok-, game- en drankverslaving bij jongeren willen we tegengaan. Eenzaamheid onder jongeren is één van de oorzaken van de vlucht naar verslaving. ChristenUnie wil deze vereenzaming aanpakken door het verstevigen van het netwerk rond jongeren. Rol van de provincie Het meeste beleid rond jongeren valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Vooral geldt dit voor hun directe leefomgeving, het basisonderwijs en de sportvoorzieningen. Vanaf hun 12de jaar zijn jongeren echter in toenemende mate afhankelijk van regionale en provinciale voorzieningen. Dit geldt niet alleen voor het onderwijs en de werkgelegenheid maar ook voor de zorg voor de jeugd die niet voldoende ondersteuning (kunnen) krijgen vanuit hun thuissituatie. De ChristenUnie wil vooral dat de zorg voor deze jeugd zo goed mogelijk geregeld wordt. Dit is het uitgangspunt dat gehanteerd wordt om de komende jaren tot een goede verdeling tussen gemeenten en provincies te komen. De structuur is daarbij ondergeschikt aan het doel, maar nu al is wel duidelijk dat veel ambulante zorg eenvoudiger (voor de kinderen beter) door de gemeenten kan worden aangestuurd. De combinatie van complexe hulp vraagt een gemeente overstijgende coördinatie van zorgaanbieding. Zolang jeugdzorg nog onder de verantwoordelijkheid van de provincies valt, vraagt dit van de provincie om een visionaire, inhoudelijke regie en niet alleen het stroomlijnen van processen. Vooral de beleidsterreinen onderwijs, veiligheid en volksgezondheid en zorg zullen onderling en samen met de lokale overheden afgestemd moeten worden om de zorg voor onze jongeren tot een succes te laten zijn. 3. Sociale gerechtigheid De visie van de ChristenUnie De Bijbel roept ons mensen op om recht te doen aan armen, weduwen en wezen, terwijl er ook ruimte moet zijn voor de vreemdeling om zich te ontplooien. In dit verband wil de ChristenUnie nadrukkelijk opkomen voor de zwakkeren in de samenleving en allen die niet of weinig mogelijkheden hebben om voor zichzelf op te komen, zoals ouderen, gehandicapten, alleenstaanden, pleegkinderen, verslaafden, kansarme allochtonen (ook asielzoekers) en jongeren die kansarm zijn door bijvoorbeeld een lage opleiding. Limburg kent op dit gebied een rijke traditie van kloosterorden en individuele priesters, die een grote bewogenheid toonden met de zwakkeren in de samenleving en aan de zorg voor hen handen en voeten gaven. Het verenigingsleven heeft in het verleden in dit opzicht eveneens een belangrijke rol gespeeld. Thans echter blijft Limburg in zijn sociale verbanden achter bij de rest van Nederland, weten we van het CBS. Verenigingsleven en burenhulp, die eens als een voorbeeld voor heel Nederland golden, brokkelen af. Er zijn verschillende redenen voor aan te wijzen. Zo is er de vergrijzing waardoor steeds minder jonge mensen steeds meer taken moeten uitvoeren. Veel jonge mensen trekken vanwege studie ook weg uit de provincie om er
6
later geen werk meer te vinden. Verder zijn veel ouders van kinderen druk met werk en het zorgen voor de kinderen. De steeds voortgaande opschaling van de gemeenten maakt het er ook niet makkelijker op om je betrokken te blijven voelen bij de dingen die zich in je buurt afspelen. In het verleden heeft de overheid ook veel taken van de gemeenschap overgenomen en nu de overheid niet meer in staat is om de verzorgingsstaat in stand te houden, zijn er geen burgerorganisaties meer die deze taken weer overnemen. Tenslotte zijn er veel mensen uit andere culturen in Limburg komen wonen en tot nu toe lukt het niet goed om ze op een goede manier op te nemen in de samenleving. Al met al is het een hele uitdaging om er met elkaar wat van te maken in Limburg. De ChristenUnie wil zich daar op alle politieke niveaus voor inzetten, ook op provinciaal niveau. Vanuit de Bijbelse opdracht wil de ChristenUnie graag meewerken aan een samenleving waarin we „omzien naar elkaar‟ en sluiten ons aan bij de beweging van burgers die aan de slag gaan voor een betrokken samenleving. Talloze burgers zijn actief in vrijwilligersorganisaties, sportverenigingen, kerken, steunen goede doelen, zorgen met hun bedrijven voor werkgelegenheid, helpen mee in de school van hun kinderen en het verzorgingshuis van hun ouders. De ChristenUnie is een bondgenoot van die burgers, maakt zich sterk voor veiligheid en wil ruimte voor de samenleving. De ChristenUnie is van mening dat er in een „samenleving met samenhang‟ geïnvesteerd moet worden. De meeste van de sociale problemen moeten worden opgelost in de wijken en gemeenten, terwijl er voor de landelijke overheid een taak is weggelegd om door wetgeving het voor mensen weer aantrekkelijk te maken om zich in te zetten voor de gemeenschap. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning biedt naar onze mening mogelijkheden om met elkaar te werken aan de „sociale cohesie‟ die voor de samenleving zo noodzakelijk is. De gemeenten zijn op dit gebied in veel gevallen het eerste aanspreekpunt. De provincie heeft een signalerende, agenderende en stimulerende taak en kan gemeenten bij elkaar brengen om expertise uit te wisselen. De ChristenUnie vindt dat de provincie het initiatief moet nemen in intergemeentelijke, regionale en/of gewestelijke overlegstructuren en daarin nadrukkelijk een regisserende rol heeft. OUDEREN EN GEHANDICAPTEN
De ChristenUnie is van mening dat ouderen en ook gehandicapten zo veel en ook zo lang als mogelijk in de wijken en buurten waar ze geworteld zijn, moeten kunnen blijven wonen. Dit betekent op het gebied van de volkshuisvesting dat er nadruk wordt gelegd op levensbestendig bouwen. Daarnaast vindt de ChristenUnie dat de leefbaarheid van de kernen alleen te garanderen is door een goede bereikbaarheid via het openbaar vervoer. Verder vinden we het belangrijk dat ouderen de beschikking hebben over een computer en internet kunnen gebruiken. Op deze wijze kunnen knelpunten vanwege hun beperkte mobiliteit worden opgelost. Bij gebrek aan een bibliotheek in de buurt, kunnen ze toch bijvoorbeeld op eenvoudige wijze boeken (nieuw of tweedehands) bestellen. Tenslotte is het voor ouderen en ook gehandicapten erg belangrijk om voldoende te bewegen. Aandachtspunten o Creëren van een structuur om gaten die het OV laat vallen op te laten vullen door vrijwilligers. o Stimuleren van aangepast openbaar vervoer voor ouderen en gehandicapten, eventueel door het verlenen van opstartsubsidies. o Stimuleren en faciliteren van sportvoorzieningen voor ouderen. KANSARMEN: SOCIAAL ZWAKKEREN, DAK- EN THUISLOZEN, VERSLAAFDEN, LAAGOPGELEIDE JONGEREN
De ChristenUnie signaleert een toenemende verharding in de maatschappij. Ook door de omvangrijke bezuinigingen die zijn ingezet, dreigen de sociaal zwakkeren het steeds
7
moeilijker te krijgen. Er moet een vangnet blijven voor mensen, die om wat voor reden ook, niet volwaardig mee kunnen doen in de maatschappij en geen of onvoldoende inkomen voor zichzelf kunnen genereren. Bijvoorbeeld mogen uitgeprocedeerde asielzoekers, die niet terug kunnen naar het land van herkomst, niet in de kou blijven staan. De ChristenUnie vindt dat er op het gebied van volkshuisvesting voldoende aandacht moet zijn voor sociale woningbouw, waardoor ondermeer de kansen van starters op de woningmarkt worden vergroot en doorstroming wordt bevorderd. Het ontstaan van achterstandswijken en „getto‟s‟ van minderheden (allochtonen) moet worden tegengegaan. Verder kan de provincie binnen het kader van regionale overlegplatforms initiatieven gericht op het creëren van werkgelegenheid stimuleren. Hierbij denken we aan de kansen die er liggen voor uitbouw van de bestaande watersportrecreatie in Midden-Limburg en natuurgerichte recreatie en toerisme in gebieden als de Maasduinen en de Meinweg. Aandachtspunten o De provincie stimuleert het opstellen van intergemeentelijke plannen op het gebied van volkshuisvesting en toetst of in voldoende mate ingezet wordt op levensloop bestendig bouwen en de bouw van betaalbare koop- en huurwoningen. o De provincie mag niet bezuinigen op armoedebeleid. Provinciaal armoedebeleid in samenwerking met de gemeenten is essentieel in een tijd dat de regering hierop fors bezuinigt. o Woningstichtingen moeten ervoor zorgen dat er voldoende aanbod is in de sociale woningbouwsector. Er moeten in Limburg meer goedkope woningen worden gebouwd. Door meer goedkope en middeldure (eengezins)woningen te bouwen worden de kansen voor starters en gezinnen op de woningmarkt vergroot. Uiteraard hangt de omvang van het aantal te bouwen dure en goedkope woningen af van de vraag. o Waar nodig wordt subsidie verleend aan opvanghuizen voor daklozen en kledingen voedselbanken die door gemeenten niet of onvoldoende worden gesteund. o De Provincie neemt het voortouw in interregionaal en euregionaal overleg om grensoverschrijdende drugsproblematiek op de agenda te plaatsen. o Binnen het kader van intergemeentelijke overlegstructuren stimuleert de Provincie initiatieven om toerisme en recreatie te ontwikkelen in kansrijke regio‟s als de Meinweg en de Midden-Limburgse watersportgebieden. o De Provincie ziet erop toe dat er een voldoende en gevarieerd en goed gespreid aanbod is aan scholingsmogelijkheden voor jongeren, vooral op het gebied van lager beroepsonderwijs.
4. Veiligheid De visie van de ChristeUnie De ChristenUnie wil zich inzetten voor de bloei van de samenleving. Niemand leeft daarin voor zichzelf, maar iedereen is op elkaar aangewezen. Gezinnen, ondernemers, verenigingen, bedrijven, kerken en vrijwilligersorganisaties. Samen willen we leven in verbondenheid, verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Geweld, onveiligheid, criminaliteit, onleefbaarheid en verpaupering moeten krachtig worden bestreden. De ChristenUnie wil een bondgenoot zijn van alle burgers en is tegen een gedoogcultuur, omdat het voor iedereen van belang is dat er duidelijke regels bestaan en dat die ook gehandhaafd worden. Burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zullen zich samen eveneens verantwoordelijk moeten weten voor de bevordering van de veiligheid. Een leefbare samenleving vraagt om een sterk normbesef. Bij overheid, bedrijfsleven en bij burgers.
8
De rol van de provincie De provincie heeft een coördinerende en zo nodig een leidinggevende rol te vervullen in het zoeken naar de oorzaken en de mogelijke oplossingen. De samenleving wordt daarbij nadrukkelijk betrokken. Om inzicht te geven in de externe veiligheid van de leefomgeving worden digitale risicokaarten op de provinciale website ter beschikking gesteld. Hiermee kan iedereen de risico‟s uit de onmiddellijke leefomgeving controleren. Deze risicokaarten worden actueel gehouden. In Limburg speelt een aantal risico‟s dat de veiligheid in het gedrang brengt. Daarbij denken we met name aan drugsgerelateerde, grensoverschrijdende criminaliteit en aan uitsluiting van mensen en groepen als gevolg van sociaal-economische en culturele verschillen of het benadrukken daarvan. De ChristenUnie wil daarom actief de oorzaken van deze risico‟s bestrijden. Zo dient er een einde te komen aan het gedoogbeleid rondom drugsgebruik en drugshandel. Door een integrale wijkgerichte aanpak en het bieden van perspectief door onderwijs en werkgelegenheid wil de ChristenUnie uitsluiting van mensen en groepen van mensen bestrijden. Aandachtspunten o Regelmatige toetsing van provinciale en gemeentelijke rampenplannen op actualiteit en doeltreffendheid; bovendien dienen de plannen op elkaar afgestemd te worden o Het voor de burger beschikbaar hebben van een actuele digitale risicokaart via voorlichtingsmateriaal en op de provinciale website o Verder terugdringen van het aantal coffeeshops en de toegang tot deze coffeeshops moeilijker maken o Samen met onze Belgische en Duitse buren de grensoverschrijdende criminaliteit bestrijden o Met politie, gemeenten, woningbouwcorporaties en andere maatschappelijke instellingen een integrale wijkgerichte aanpak bevorderen om onverdraagzaamheid, geweld en overlast te voorkomen en te bestrijden 5. Kunst en cultuur De visie van de ChristenUnie Kunst en cultuur zijn vensters van onze beschaving. Kunst en cultuur weerspiegelen onze waarden en normen en onze Limburgse identiteit. Deze uiten zich in onder meer beeldende kunst, literatuur, podiumkunst, muziek, monumenten, architectuur en landschapsinrichting. Bibliotheken en musea zijn belangrijke conservators en overdragers van kunst en cultuur. Limburg heeft een rijke cultuurhistorie waar we trots op kunnen zijn, maar waar we ook zuinig op moeten zijn. Immers: kennis van onze geschiedenis geeft zicht op de toekomst. Mensen worden met elkaar verbonden door kunst en cultuur samen te beleven. Kunst verdient een grote uitingsvrijheid, maar de ChristenUnie is van mening dat als kunst oproept tot discriminatie, geweld, godslastering of onzedelijkheid, dit mensen uit elkaar drijft en niet met publieke middelen bekostigd mag worden. Aandachtspunten o Subsidiëring van kunst en cultuurinstellingen zijn aanvullend op de financiën die instellingen zelf kunnen genereren o Participatie van brede lagen in de samenleving is een belangrijk aandachtspunt bij subsidieverstrekking o Kunst en cultuur moeten voor alle lagen van de bevolking bereikbaar blijven
9
o
o
o
o
o
De volkscultuur (harmonieën, schutterijen, koren, toneelgezelschappen) is stevig verankerd in de Limburgse samenleving en verbindt mensen, is cultuurdrager en is een speerpunt als het gaat om ondersteuning Culturele instellingen zullen hun basis (financieel, organisatorisch, levensvatbaarheid) wel op orde moeten hebben voordat er provinciale subsidies gegeven worden Het is de moeite waard te onderzoeken of er kruisbestuiving kan plaatsvinden met andere sectoren. De toeristische sector en grote ondernemingen kunnen investeren in kunst en cultuur om het aantrekkelijke verblijfsklimaat van Limburg te behouden Cultuurinstellingen (zoals musea, schouwburgen, muziektheaters, maar ook gemeenschapshuizen) dienen zoveel mogelijk op regionaal niveau behouden te blijven om zo voor alle mensen bereikbaar te blijven. Om deze instellingen levensvatbaar te houden is wel differentiëring in de programmering op onderdelen noodzakelijk Limburg is zeer rijk aan monumenten, w.o. religieuze (wegkruizen en kapellen). Dit erfgoed heeft economische waarde, maakt de provincie namelijk aantrekkelijk als woongebied en voor toeristen. De provincie moet blijven investeren in monumenten
6. Sport De visie van de Christenunie Sport is een praktische manier om respectvol met elkaar te leren omgaan. Sport geeft een mooie manier om de van God gegeven talenten te ontwikkelen en de volksgezondheid te bevorderen. De rol van de provincie De provincie kan een de amateursport en gehandicaptensport stimuleren door het samenbrengen van intergemeentelijk beleid. Hierbij gaat het bijv. om het afstemmen van accommodaties (wat komt waar) en het stellen van prioriteiten bij subsidiëring van sportactiviteiten. Goede intergemeentelijke voorzieningen voor buitensport geeft mensen verder kansen in de natuur aan hun gezondheid te werken. De ChristenUnie in Limburg er geen voorstander van dat de overheid bijdraagt aan de kosten van professionele sport(activiteiten). Aandachtspunten o o o
o
Faciliteer gemeenten bij het afstemmen van hun sportaccommodaties (sporthal vs. zwembad e.d.) Stimuleer lokale overheden om zich (gezamenlijk) actief in te zetten voor gehandicaptensport Indien grootschalige sportevenementen (nationaal en internationaal) overheidsgeld ontvangen, zal vooraf aangegeven moeten worden op welke wijze dit jong sporttalent van de provincie ten goede komt en hoe zij zich hierdoor verder kunnen ontwikkelen (sport „pay-back‟ vaststellen) Ontwikkel goede recreatieve buitensport voorzieningen zoals ruiterpaden, skeeler routes, kanoroutes met faciliteiten en voorzieningen voor de gebruikers
7. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting De visie van de ChristenUnie Limburg krimpt. Dit geldt niet alleen voor Zuid-Limburg maar op termijn ook in Noorden Midden-Limburg. Dit heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid; voorzieningen komen onder druk te staan; de bedrijvigheid loopt gevaar. Aan de andere kant kan de krimp
10
kansen bieden: kansen voor de ontwikkeling van leefomgeving en milieu, nieuwe bestemmingen voor oude wijken en industriegebieden. Krimp biedt kansen om een omslag te maken van „kwantiteit‟ naar „kwaliteit‟. Overproductie is geen oplossing om de krimp tegen te gaan. Clustering van voorzieningen is nodig om het voorzieningenniveau in krimpgebieden op peil te houden. De provincie kan daar een belangrijke regisserende rol vervullen. Kleinschalige uitbreidingen van kleinere kernen in de provincie moeten in het kader van de vitaliteit en de leefbaarheid gerealiseerd kunnen worden. Bij de opstelling van plannen daartoe wordt extra rekening gehouden met de landschappelijke inpassing van deze nieuwbouw. Eerst benutten van mogelijkheden van inbreiding (bijvoorbeeld door herinrichting van een industriegebied of binnen de bestaande kernen) en vervolgens pas uitbreiden. Rol van de Provincie De voornaamste rol van de provincie ten aanzien van de ruimtelijke ordening is het toezien op de ruimtelijke kwaliteit van de provincie als geheel. Omdat gemeenten primair hun eigen belang nastreven dient de provincie als middenbestuur er op toe te zien dat gemeenten elkaar niet onnodig beconcurreren maar juist regionaal samenwerken. De provincie kan een nuttige rol vervullen in het bevorderen van bovengemeentelijke samenwerking en het nastreven van gezamenlijke belangen. Aandachtspunten o
o o
o o o o o o
o o
De provinciale woonvisie dient richting te geven aan de regionale woonvisies. Gemeenten moeten de krimp onder ogen willen zien en niet de illusie koesteren dat zij de krimp wezenlijk kunnen afremmen door het aantrekken van extra nieuwe inwoners. Durf in oude plannen te snijden en om te buigen, beperk het aantal beleidsplannen en ga over tot uitvoering Woningen die niet meer voldoen aan redelijke eisen van deze tijd en die ook niet kunnen worden hergebruikt voor andere functies kunnen worden gesloopt. Voor karakteristieke gebouwen dient actief te worden gezocht naar een goede herbestemming. Bewaak het (open) landschap (ook aan de randen) Zorg voor actieve provinciale regie (ook in relatie tot stedelijk beleid), waardoor concurrentie tussen gemeenten wordt voorkomen Stem kantoren en bedrijvenlocaties regionaal op elkaar af; doe dit aan de hand van een behoeftenonderzoek (aanpak overcapaciteit) Onderzoek en stimuleer de ombouw van oude, leegstaande kantoren in woonkernen tot woningen Herstructureer bedrijventerreinen met leegstaande kantoren door middel van sloop en herinrichting Geef toestemming tot kleinschalige uitbreiding kleine kernen, benut de lagere ontwikkelkosten door het landschap te versterken en zaken te bekostigen waarvoor geen directe kostendragers zijn (natuur, leefbaarheid). Stimuleer het beschikbaar hebben van voldoende starterswoningen (door bestaande kleinere woningen geschikt te maken en zonodig nieuw te bouwen) Stimuleer kwaliteit woonomgeving en voorzieningen in gebieden met bevolkingsdaling
8. Landelijk gebied landbouw en natuurbescherming Visie van de ChristenUnie Voor het platteland is de land- en tuinbouw de belangrijkste economische motor en sociale drager voor het platteland. Daarnaast speelt het landelijk gebied een essentiële rol als recreatiegebied voor stedelingen en als leefgebied voor allerlei planten en dieren.
11
Gevarieerde natuurgebieden en aantrekkelijke landschappen zijn belangrijk voor de recreatie. We herkennen hierin iets van Gods mooie schepping. Daarom vindt de ChristenUnie het belangrijk om zorgvuldig om te gaan met de inrichting van het landelijk gebied. De identiteit van een gebied en de bijbehorende biodiversiteit zijn voor de ChristenUnie leidend bij het maken van afwegingen. De rol van de provincie De provincie speelt een belangrijke en actieve regisseursrol in het landelijk gebied. Het Rijk en de provincies maken werk van de integrale aanpak van het landelijk gebied. Het beleid rond natuur en landschap is gericht op de verbetering van de leefomgeving van mensen, planten en dieren. De instandhouding van de biodiversiteit is een verplichting, die we in internationaal verband zijn aangegaan en waaraan we ook op provinciaal en lokaal niveau een steentje moeten bijdragen. Bij het natuurbeleid staat de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) centraal. De EHS is een groen raamwerk van bestaande en nieuwe natuurgebieden, die onderling zijn verbonden door een netwerk van ecologische verbindingszones. Op plaatsen waar bebouwing of infrastructuur barrières vormen, moeten faunapassages of ecoducten ervoor zorgen dat dieren zich ongehinderd binnen de EHS kunnen verplaatsen. De provincie tornt niet aan de ambities voor de EHS: een stevige verbinding van natuurgebieden blijft een speerpunt in het natuurbeleid en de EHS moet gerealiseerd worden. Streven is om 80 procent te realiseren voor 2018 en het resterende deel uiterlijk in 2025. De uitvoering van Natura 2000 (N2000), een samenhangend Europees netwerk van natuurgebieden, is niet eenvoudig. Juist hier dringt zich een spanningsveld op tussen natuurbelangen enerzijds en sociaal-economische belangen anderzijds. Heldere regels, goede communicatie, snel handelen en boter bij de vis zullen het devies moeten zijn. Provincies hebben een taak in het N2000 beleid door het opstellen van beheerplannen. In deze beheerplannen moeten de sociaal-economische belangen voldoende worden meegewogen, om draagvlak te genereren voor uitvoering van de plannen. Een integrale afweging van alle belangen kan herbegrenzing of herziening van de doelen tot gevolg hebben. Het rijk geeft de provincies ook een regisseursrol als het gaat om de Nationale Landschappen. De provincie zet zwaar in op de kwaliteit van de Nationale Landschappen en steekt daar zo nodig geld in. De provincie zoekt bondgenootschappen met de steden en stedelijke gebieden aan de rand van de Nationale Landschappen om het (financieel) in stand houden van het Nationaal Landschap als gezamenlijke verantwoordelijkheid te beschouwen. Ook voor het realiseren van recreatiegebieden rondom de stad sluiten de provincies (financiële) allianties met gemeenten. Landbouw blijft in Nederland een economische factor van betekenis. De sector heeft bovendien steeds meer oog voor het belang van duurzaamheid en is ook bereid een bijdrage te leveren aan een kwalitatief goed beheer van het buitengebied. De provincie zet in op verdieping en verbreding van de landbouw. Om de agrarische sector als (sociaal-economische) drager en hoeder van het landelijk gebied te steunen, investeert de provincie in een economische en ecologische duurzame land- en tuinbouw. Nevenactiviteiten van agrariërs worden door de provincie gestimuleerd. Wij geven daarbij prioriteit aan de zorglandbouw, plattelandstoerisme, groene diensten, 1 streekproducten en innovatieve projecten. In nauw overleg met de rijksoverheid moet de betaling van groene en blauwe diensten snel worden geregeld. De provincie draagt bij aan landschapsfondsen, waaruit de eigenaren worden betaald die het onderhoud en de Dit zijn activiteiten die niet verplicht zijn maar die, met subsidie, worden ondernomen door particuliere grondeigenaren en grondgebruikers, veelal boeren. De activiteiten zijn gericht op realisatie van maatschappelijke wensen op terreinen als natuur, landschap, waterbeheer en recreatie. 1
12
verfraaiing van het landschapsbeheer oppakken. De provincie stimuleert het particulier en agrarisch natuurbeheer, door er een redelijke vergoeding tegenover te stellen. De kwaliteit van het beheer moet daarbij voorop staan. Inzet van de provincie is om het beleid voor natuurontwikkeling te realiseren op basis van draagvlak. Dat begint met een goede communicatie met de betrokkenen, veelal agrariërs. Onteigening is een middel dat slechts in uiterste instantie ingezet wordt. Indien de provincie met het oog op uitvoering van het beleid voor natuurontwikkeling gronden moet onteigenen, zodat agrariërs daardoor geraakt worden, moeten er reële vergoedingen worden gegeven (volledige schadeloosstelling). Voorop staat echter dat geprobeerd wordt door middel van bijvoorbeeld grondruil de agrariër een goed alternatief te bieden. Aandachtspunten o De Provincie steekt in op een (financiële) verantwoordelijkheid vanuit de steden/stedelijke gebieden om bij te dragen aan het in stand houden van het landelijk gebied ten behoeve van de stedelingen. o De Provincie draagt zorg voor een goede ontsluiting van het landelijk gebied door het bevorderen en aanleggen van een netwerk van fiets- en wandelpaden en thematische routes (bijvoorbeeld mijnbouw, kastelen, hoeven en kloosters). o Met het rijk worden snel afspraken gemaakt (en tot uitvoering gebracht!) over de financiering van N2000 (aankoop en beheer) o Professionele beheerders in N2000 gebieden worden betaald voor het beheer dat zij uitvoeren. o De Ecologische Hoofdstructuur is een belangrijke pijler voor een goed natuurbeleid. Het is een rijkstaak waarbij ook de provincie een belangrijke rol kan meespelen. o De ChristenUnie wil dat de overheid bevordert dat landbouw ook bijdraagt aan het behoud van natuur en landschap. De boer kan zich in zijn bedrijfsvoering mede richten op deze taak. Hierin past een terugdringing van de intensieve veehouderij. o De Provincie draagt zorg voor keuzemogelijkheden en alternatieven om te komen tot een balans tussen landbouw en natuur(ontwikkeling). Bescherming van eigendom is een groot recht in Nederland en onteigening kan alleen bij een groot maatschappelijk belang. Provincies moeten in dit geval een regisserende rol spelen door in overleg te treden via landbouworganisaties. De provincie heeft een grondbank en door ruiling van gronden kunnen knelpunten vaak wel worden opgelost. o De komende periode wordt duidelijk welke bijdrage het landelijk gebied kan leveren aan de energievoorziening, waar mogelijk werkt de agrarische sector in Limburg energieneutraal (bio-vergisting, windmolens, zonne-energie, etc.) o Plannen met betrekking tot de clustering en verplaatsing van de glastuinbouw worden voortvarend uitgevoerd. Gemeenten en bedrijven worden gestimuleerd om verouderd glas weg te halen. o De unieke Limburgse dorpsgezichten met onder meer de typische boerenhoeves, waar vooral het Heuvelland rijk aan is, moeten streng bewaakt worden tegen verrommeling en de bouw van grote stallen of bedrijfshallen, die afbreuk doen aan de kleinschaligheid van het landschap. o We stellen beperkingen voor aan uitbreiding van megastallen voor de intensieve veehouderij (1,5 ha groen per bouwblok, maximaal 2,5 ha groen in landbouwontwikkelingsgebieden). Met behulp van groen vindt een goede landschappelijke inpassing plaats.
13
9. Waterbeheer De visie van de ChristenUnie Leven met water is vanzelfsprekend. Veilig en duurzaam leven met water vraagt voortdurende aandacht en veel extra geld. De ChristenUnie wil een veilig en bewoonbaar land, met dijken die voldoen aan de normen en een goede waterzuivering. Goed rentmeesterschap en verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor toekomstige generaties betekent ook op verantwoorde wijze omgaan met het water. Wij streven naar gezonde en veerkrachtige watersystemen en naar een duurzaam gebruik ervan. De ChristenUnie is geen voorstander van het opheffen of onderbrengen van de waterschappen bij de provincie. De waterschappen hebben zorg te dragen voor de drie kerntaken: waterveiligheid, een juist waterpeil en een goede kwaliteit van het oppervlaktewater. Waterschappen en gemeenten moeten snel gaan samenwerken aan een efficiënter beheer van de afvalwaterketen. Aanzienlijke kostenbesparingen zijn vooral te behalen door de koppeling van het gemeentelijke rioleringsbeheer met de zuiveringstaak van de waterschappen. De gemeenten en waterschappen zijn hierin elkaars natuurlijke partner en kunnen gezamenlijk dit maatschappelijke voordeel realiseren. De rol van de provincie De provincie neemt de regie in het ruimtelijk domein, inclusief de afweging van de waterbelangen, maar ze moet ontlast worden van de waterbeheertaken, zodat dubbel werk wordt voorkomen. Nederland moet ook rekening houden met de gevolgen van de klimaatverandering, welke zich in Limburg vooral manifesteert in verheviging van de erosieproblematiek op de steile hellingen door meer intense regenbuien, wateroverlast in de dorpen onderaan de hellingen en meer frequente hoogwatergolven op de Maas. Op de zandgronden in Noord-Limburg krijgen we echter te maken met toenemende verdroging als gevolg van langere droge perioden, die zowel voor de natuur als de landbouw schadelijk is. Belangrijk uitgangspunt voor het provinciale beleid is het “integraal waterbeheer” ofwel “duurzaam waterbeheer”, vastgelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water. Duurzaam waterbeheer betekent dat eventuele knelpunten niet afgewenteld worden op volgende generaties. De ChristenUnie streeft naar een natuurlijk beheer van water, een beheer dat minder afhankelijk is van technische maatregelen. Water is een uiterst belangrijk gegeven voor ruimtelijke ontwikkelingen, een “ordenend principe”, dat een grote rol krijgt in de integrale beleidsontwikkeling. In laaggelegen gebieden moet extra ruimte worden gemaakt voor waterberging. Bij voorkeur moet er gebouwd worden in hooggelegen gebieden en zeker niet meer in de beekdalen. De ChristenUnie pleit voor een goede schaderegeling voor landeigenaren. Waterberging kan vaak worden gecombineerd met natuurontwikkeling. Een andere oplossing is het creëren van ruimte voor water, door waterlopen te verbreden. De oorspronkelijke loop van beken herstellen is eveneens een belangrijk middel, dat ook al op ruime schaal wordt toegepast. In dorpen en steden moet worden ingezet op het ongedaan maken van overkluizingen (waterlopen onder wegen, gebouwen e.d. Het creëren van schone en ecologische gezonde watersystemen vereist veel aandacht van de provincie en waterschappen. De waterkwaliteit voldoet op een aantal plaatsen nog niet aan de eisen, hoewel het inzamelen en zuiveren van afvalwater al fors is verbeterd. De provincie moet de komende jaren werken aan de uitvoering van de Europese Kaderrichtlijn Water (EKRW): de waterkwaliteitsdoelen worden in kaart gebracht en beheerplannen opgesteld, zodat het water bij voorkeur in 2015 aan de kwaliteitseisen voldoet. Kortom, als het om water gaat, heeft de provincie een zeer belangrijke rol in de doorvertaling van Europese en landelijke regels.
14
Aandachtspunten o De provincie heeft de regie in het ruimtelijk gebied en laat de taken van het oppervlaktewaterbeheer over aan de waterschappen, maar houdt de zeggenschap in het grondwaterbeheer. o De provincie en de waterschappen maken samen een Deltaplan water. Dijken en andere waterkeringen moeten in het kader van de Deltawet en het Deltaprogramma waar nodig worden aangepast om tot een verantwoord beschermingsniveau te komen. o De KRW wordt deze periode volledig geïmplementeerd; eventuele achterstanden worden via een inhaalslag bijgetrokken tot het benodigde niveau o De provincie verleent via het ruimtelijk ordenend beleid geen medewerking aan het bouwen in beekdalen. o De provincie ziet er op toe dat de watertoets bij alle ruimtelijke plannen een serieuze plaats heeft. Het instrument van een watertoets wordt verder uitgewerkt. o De vervuiling van grond- en oppervlaktewater wordt krachtig aangepakt, o.a. door o het verder instellen van beschermingszones voor drinkwatergebieden. o zo mogelijk provinciaal terugdringen van het gebruik van nietbiologische afbreekbare bestrijdingsmiddelen. o het tegengaan van verrijking door nitraten en fosfaten. o het verminderen van thermische verontreiniging. o In de strijd tegen verdroging wil de ChristenUnie bij het produceren van drinkwater meer oppervlaktewater gebruiken in plaats van grondwater. Vooral het gebruik van grondwater voor laagwaardig industriële toepassingen moet worden afgebouwd. De provincie moet zich terughoudend opstellen in het verlenen van vergunningen voor het slaan van grondwaterputten. o De provincie zet samen met de rijksoverheid en de andere provincies hoog in op de mogelijkheden voor verwerking en hergebruik van baggerspecie als alternatief voor het storten ervan. o Het hoogwaterbeschermingsplan moet op orde zijn. Daarnaast moet een impuls worden gegeven aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. o Groene en blauwe diensten2 kunnen na 2013 door het veranderende Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid een welkome bron van inkomsten zijn voor de agrariërs voor het uitvoeren van gewenste maatschappelijke diensten. De instelling van regionale fondsen is daarom een vereiste. Deze fondsen zullen gevoed moeten worden door de provincie met cofinanciering van waterschappen en gemeenten. 10. (Kennis)economie en onderwijs De visie van de overheid De recente recessie biedt naast bedreigingen zoals afnemende bedrijvigheid en toenemende werkloosheid, ook kansen om tot een duurzamere economie te komen. Het christelijk-sociale denken gaat uit van een bredere verantwoordelijkheid. De mens leeft niet voor zichzelf. Economische groei is geen doel op zich, maar een middel. Een middel tot het in de volle breedte ontwikkelen van de samenleving. Economie staat in dienst van gerechtigheid, solidariteit, duurzaamheid en menselijk welzijn.
Dit zijn activiteiten die niet verplicht zijn maar die, met subsidie, worden ondernomen door particuliere grondeigenaren en grondgebruikers, veelal boeren. De activiteiten zijn gericht op realisatie van maatschappelijke wensen op terreinen als natuur, landschap, waterbeheer en recreatie. 2
15
In Limburg liggen de speerpunten van de economie in de life-science, de energiesector, de agro-food sector en de maakindustrie. Daarnaast is er ook een belangrijke toeristische sector en is ook transport en logistiek van belang. Voor de werkgelegenheid betekent dit dat er vraag is naar kenniswerkers, ambachtelijk werk én naar laaggeschoolde arbeid. Vraag en aanbod van arbeid dient zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te zijn. Kenniswerkers dienen via onderwijs en werkgelegenheid aan de regio gebonden te worden, daarnaast is investeren in laaggeschoold werk nodig om werkloosheid en uitsluiting te voorkomen. We dienen ons te realiseren dat door de bevolkingskrimp ook de beroepsbevolking kleiner zal worden. Dat heeft zijn weerslag op de behoefte aan bedrijventerreinen. Naar verwachting zijn de komende decennia geen nieuwe bedrijventerreinen nodig, zeker gezien het feit dat veel bestaande bedrijventerreinen geherstructureerd kunnen worden. Dit levert winst op doordat bestaande bedrijventerreinen gerevitaliseerd worden, efficiënter en effectiever worden ingezet, en het landschap, een belangrijke economische en culturele drager van onze provincie, bespaard blijft. Om te voorkomen dat gemeenten met elkaar gaan concurreren, zal de provincie een krachtige coördinerende, bindende en draagvlakversterkende rol gaan spelen in het vestigingsbeleid in de provincie, waarbij de speerpunten per regio zijn benoemd. Bereikbaarheid van bedrijven, zowel van binnen als van buiten de regio verdient aandacht, zowel als het gaat om investeren in infrastructuur als in locatiekeuze. Ondernemingen creëren toegevoegde waarde, werkgelegenheid en daarmee inkomen. Zij vormen de motor van de economie. Het spectrum van ondernemingen loopt van mondiaal opererende multinationals tot de kleine zelfstandige „op de hoek‟. Dit vraagt specifiek beleid dat rekening houdt met de diversiteit aan ondernemers en ondernemingsvormen. De ChristenUnie wil de regeldruk voor ondernemingen verminderen. De ChristenUnie vindt dat economische ontwikkeling niet op zich staat en altijd in samenhang met andere beleidsvelden, zoals ruimtegebruik, mens en milieu, beoordeeld moet worden. De vestigingskeuze van een bedrijf dient tevens recht doen aan de belangen van milieu, natuur en landschap. De Limburgse economie is erg conjunctuurgevoelig waardoor in tijden van recessie werkloosheid dreigt. De provincie schept op sociaal-economisch gebied voorwaarden voor een optimale ontwikkeling op het gebied van werkgelegenheid, arbeidsmarkt en bedrijfsleven. De provincie treedt daarbij initiërend, stimulerend en coördinerend op. Aandachtspunten o Voor de economische ontwikkeling van Limburg blijven de benoemde speerpunten (agro-food, life-science, transport-logistiek, energiesector, toerisme, maakindustrie) leidend o Investeren in toerisme en zorg: Limburg dient een aantrekkelijk alternatief te worden voor verre reisbestemmingen, hetgeen zowel goed is voor de werkgelegenheid in Limburg als voor het wereldwijde milieu o Bevorder kansen voor duurzame economie door innovaties te stimuleren o Laat kennisuitwisseling plaatsvinden en zet in op samenwerking tussen de vier O‟s (onderwijs, overheden, ondernemers en onderzoek) o De provincie dient aantrekkelijk te blijven voor hoger opgeleiden door onderwijsvoorzieningen en kenniswerk, maar ook door een aantrekkelijk vestigingsklimaat en bewustzijn dat Limburg te midden van een aantal grote stedelijke centra ligt o In de provincie dient ook ruime werkgelegenheid voor de lager opgeleiden aanwezig te zijn o Administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven verminderen, samen met her Rijk en de gemeenten kijken of vergunningen en aanvragen vereenvoudigd kunnen worden
16
11. Toerisme De visie van de ChristenUnie Toerisme is een belangrijke economische peiler, ook voor het platteland. De rol van de provincie De provincie stimuleert (de infrastructuur van) het agro-toerisme, ook om burgers het belang van een goed ontwikkeld platteland te laten ervaren. Toeristische activiteiten mogen geen bedreiging voor de conditie van bijzonder cultureel en natuurlijk erfgoed vormen (duurzaam toerisme). De aanleg van een goed netwerk van kanoroutes, fiets,wandel- en klompenpaden met een goede bewegwijzering draagt zeker bij aan de aantrekkelijkheid van het landelijk gebied. Informatievoorziening voor de toerist is van groot belang. Het internet is daarbij een belangrijk medium. Hierin dient te worden geïnvesteerd, zowel door VVV‟s als door ondernemingen binnen de toeristische sector. Aandachtspunten o Toerismepromotie is in de eerste plaats een zaak van het bedrijfsleven o Toeristische infrastructuur is een provinciale taak, samenwerking met andere overheden (gemeente en waterschappen) zoeken o Zorg voor een goede infrastructuur: fietsen, wandelen, kerk- en klompenpaden, kanoroutes, toegankelijkheid (nieuwe) natuurgebieden 12. Duurzaamheid en milieu De visie van de ChristenUnie Er is een samenhang tussen crises op financieel vlak, op het gebied van voedsel, klimaat en natuurlijke hulpbronnen. Die samenhang is dat de Westerse wereld te kampen heeft met een fundamentele waardencrisis. In het christelijk-sociale denken staan verantwoordelijk beheer van de schepping en onderlinge solidariteit centraal. De mens leeft niet voor zichzelf. Economische groei is geen doel op zich, maar een middel. De ChristenUnie beschouwt de wereldwijde crisis als hét moment om een omslag te maken. Het gaat er daarbij niet om dat het allemaal „minder‟ moet, maar „beter‟ kan. We willen een economie waarin consumenten geen genoegen meer hoeven te nemen met oneerlijk en niet-duurzaam gemaakte producten en opgewekte energie. Op lange termijn is het winstgevend als ondernemers zich bij innovaties en investeringen laten leiden door duurzame waarden. De ChristenUnie hecht bijzondere waarde aan een duurzame leefomgeving. Wij willen als goede rentmeesters op een verantwoordelijke en dus duurzame manier omgaan met de schepping. Dat bepaalt onze keuzes op terreinen als gezondheid, natuur, energie en klimaat, maar ook op het gebied van afval, mobiliteit en bebouwing. Verduurzaming is niet gemakkelijk, maar wel noodzakelijk. Het provinciale milieubeleid van de ChristenUnie staat in het teken van de Bijbelse opdracht om te bouwen en te bewaren. Wij zijn geen exploitanten van de wereld, maar beheren deze in het besef dat we haar door geven aan de toekomstige generatie. Waar leefbaarheid en duurzaamheid nog onvoldoende aandacht krijgen, zijn de veiligheid, de gezondheid van mensen en de biodiversiteit in het geding. Het provinciale milieubeleid is vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg. Het plan is een regionale doorvertaling van het Europese milieubeleid (6 e EU-Milieu Actie Plan) en het rijksbeleid (de Nationale Milieubeleidsplannen 3 en 4) en de daarvoor opgestelde wet- en regelgeving. Onderkend wordt dat Limburg nog te kampen heeft met
17
diverse milieuproblemen, met name klimaatverandering en energie, luchtverontreiniging, geluid- en stankhinder en veiligheidsrisico‟s, verzuring (zure depositie) in natuurgebieden en meststoffen in bodem en grondwater. Op milieugebied is het belangrijk dat er goede communicatie is tussen degene die wetten en voorschriften opstelt en de uitvoerder. Juist hier moeten we voorkomen dat op papier alles goed geregeld is, maar dat handhaving in de praktijk heel lastig is. Het versoepelen van milieuregels om economische redenen, bijvoorbeeld om meer woningen en bedrijven te kunnen bouwen, is op termijn contraproductief. Het leidt tot achteruitgang van het leef- en woonklimaat en tast daarmee ook het welzijn van de burger aan. Bij de keuze tussen renovatie van woningen of sloop en nieuwbouw, moet een evenwichtige kosten-batenanalyse worden gemaakt. Sloop van woningen die nog bruikbaar (te maken) zijn is kapitaalvernietiging. Ook moet vermeden worden dat karakteristieke of monumentale panden verloren gaan. Anderzijds is renovatie geen doel op zich en energieverbruik is een van de argumenten die meegenomen moet worden bij de afweging. De ChristenUnie zet in op duurzame investeringen op het gebied van klimaat. Ondersteuning aan Limburgse burgers bij bijvoorbeeld het isoleren van woningen van particulieren, het stimuleren van toepassen van HRe-ketels en het gebruik maken van zonnepanelen. De visie “Klimaataanpak bestaande gebouwde omgeving”, die mede geïnitieerd is op het ChristenUnie initiatiefvoorstel, dient een vervolg te krijgen. Indien nodig zet de ChristenUnie in op een eigen Limburgs duurzaamheidsfonds. Een fonds waar inwoners en kleinere bedrijven een beroep op kunnen doen om investeringen in duurzaamheid vóór te financieren, om deze later weer terug te betalen aan het fonds. Dit kan (gedeeltelijk) betaald worden uit het rendement dat de duurzame investering gaat opleveren. Op deze manier stimuleren wij duurzaamheid, maar helpen ook bedrijven en medewerkers die gespecialiseerd zijn op dit terrein. Aandachtspunten o De provincie moet zelf het goede voorbeeld geven: o Zijn provinciale gebouwen energiezuinig? o Wordt bij het wagenpark bewust ingezet op rijden op elektrisch of op gas? o Wordt bewust groene stroom en gas ingekocht? o Worden in de kantine alleen duurzaam geproduceerde producten aangeboden? o De provincie kan lokale klimaatinitiatieven ondersteunen, zoals het benutten van aardwarmte. Het mijnwaterproject in Heerlen is hiervan een mooi voorbeeld. o De provincie kan energiebesparing bij het bedrijfsleven en het midden- en kleinbedrijf bevorderen. o Bij de uitvoering van alle provinciale projecten wordt gekeken naar de duurzaamheid ervan. o Ingezet zal worden op grote projecten die forse bijdrage hebben op het milieurendement waarbij kleinere stimulerende initiatieven zeker ook prioriteit blijven houden. o Ingezet zal worden op grootschalige inpassing van zonne-energie projecten zoals langs grootschalige infrastructuur (snelwegen, spoorlijnen) en agrarische schuren. Hiervoor zal jaarlijks een fors bedrag aan financiële middelen beschikbaar worden gesteld. o Het project energiebesparing in gebouwde omgeving zal ook in de komende jaren worden gecontinueerd en zo mogelijk wordt de inzet hiervan opgeschaald. De ChristenUnie is ook bereid hiervoor jaarlijks een fors bedrag aan financiële middelen beschikbaar te stellen. De ChristenUnie zet in op verduurzaming van de automobiliteit. Daarin past een stimuleren van milieuvriendelijke auto‟s door middel van belastingmaatregelen. Echter, het verhogen van de provinciale opcenten voor milieuvervuilende auto‟s achten wij daarvoor niet het geëigende
18
middel. e provincie moet via het ruimtelijke ordeningsspoor er op toezien dat verlichting van de nachtelijke hemel, bijvoorbeeld door reclamemasten, wordt teruggedrongen. 13. Milieu, omgeving, leefbaarheid en gezondheid De visie van de provincie De verschillende belangen zoals groen, water, wonen en wegen overvragen de beschikbare ruimte. Het wordt steeds belangrijker dat de provincie duidelijke ruimtelijke keuzes maakt. De belangen van bestaande en nieuwe ruimtevragers moeten goed worden afgewogen. De provincie moet daar zijn werkwijze op aanpassen. Integraal en gebiedsgericht werken zal opgezet en uitgebouwd moeten worden. De provincie heeft daarbij niet (meer) alle kaarten in handen, maar treedt vaak op als overlegpartner of als regisseur in het speelveld met andere partijen. Samenwerking vraagt om overleg met velerlei betrokkenen, zoals medeoverheden, grondeigenaren en belangenorganisaties. Dat vergt veel tijd. Maar door belanghebbenden in het voortraject goed te betrekken, kunnen vaak bezwaren later in het proces worden ondervangen. De nadruk moet liggen op participatie, om langdurige (en kostbare) juridische procedures te voorkomen. Op milieugebied is het belangrijk dat er goede communicatie is tussen degene die wetten en voorschriften opstelt en de uitvoerder. Juist hier moeten we er voortdurend voor waken dat op papier alles goed geregeld is, maar dat de praktijk veel illegaliteit laat zien. De betrokken instanties werken vaak langs elkaar heen. Daarom pleit de ChristenUnie voor integrale omgevingsplannen, waarin streekplannen, waterhuishoudingplannen en milieubeleidsplannen in elkaar worden geschoven tot Provinciale OmgevingsPlannen. Bij de handhaving moet de provincie nauw samenwerken met gemeenten, waterschappen, Algemene Inspectiedienst (AID), de arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie. In onze welvaartsmaatschappij lijkt de zorg voor ons leefmilieu steeds meer een sluitpost te worden. Eigenbelang en economisch belang winnen het te vaak van het milieu. Regelmatig worden we echter ook met de neus gedrukt op het feit dat het eenzijdig prioriteit geven aan economische belangen desastreuze gevolgen kan hebben voor het milieu en voor de gezondheid van mens en dier. Daar waar het ons natuurlijke milieu betreft, wil de ChristenUnie duidelijke keuzes maken. In die keuzes willen wij niet alleen de belangen van onze generatie voor ogen hebben, maar ook die van de komende generaties. Leefbaarheid en duurzaamheid zijn de sleutelbegrippen van het provinciale milieubeleid. Waar leefbaarheid en duurzaamheid nog onvoldoende aandacht krijgen, zijn de veiligheid, de gezondheid van mensen en de biodiversiteit in geding. De meest hardnekkige milieuvraagstukken worden aangepakt in het provinciale milieubeleidsplan en daarmee geeft de provincie meteen invulling aan de Europese en nationale wet- en regelgeving. Bijna tachtig procent van de activiteiten is gebaseerd op nationale wetgeving op het gebied van milieubeheer, bodembescherming, geluidshinder en milieugevaarlijke stoffen. Verder geeft de provincie invulling aan de regelgeving van het rijk voor de luchtkwaliteit, bouwstoffen en vuurwerk en aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Europese richtlijnen op het gebied van lucht, water en grondwater. Daarnaast zoekt de provincie naar eigen accenten door het opstellen van regionale activiteitenagenda's, in nauwe samenwerking met gemeenten en andere partners. De handhaving van verleende milieuvergunningen verdient een hoge prioriteit. Bij een geloofwaardig provinciaal bestuur past geen gedogen. Lik-op-stuk beleid draagt bij aan het naleven van de regelgeving.
19
Aandachtspunten o Leg voor onderstaande punten de provinciale rol in het milieubeleidsplan goed vast en wil dit de komende periode realiseren: o Regierol door provincie o Handhavings- en doorzettingsmacht en wijze waarop dat wordt vormgegeven o Controle instrumenten voor Provinciale Staten over de wijze waarop milieubeleid wordt vormgegeven en uitgevoerd o Gezondheid en milieu Stapeling geluid, fijn stof, veiligheid Innovatie: project duurzame weg o Landbouw en milieu Megastallen begrenzen Dierziekten voorkomen via ruimtelijke ordeningsbeleid Biomassa/ bio-energie stimuleren Rietteelt stimuleren in N2000- en veenweidegebieden o Integrale afweging milieubeleid met andere beleidsterreinen waaronder ruimtelijke ordening, economie, verkeer en vervoer 14. Energie De visie van de ChristenUnie Nederland heeft nieuwe energie nodig. Onze huidige (fossiele) energiebronnen zullen steeds minder goed kunnen voorzien in de stijgende wereldvraag naar betaalbare energie. Dit leidt tot prijsstijgingen, recessies, armoede, sociale onrust en geopolitieke spanningen. Daarnaast draagt onze huidige energiemix bij aan een versterkte klimaatverandering met grote ecologische en economische schade. Onderzoek toont aan dat omvangrijke energiebesparing rendabel is en een versnelde omschakeling naar volledig hernieuwbare energie technisch mogelijk is. De uitdaging is om de juiste maatschappelijke en economische voorwaarden voor deze omslag te creëren die veel van ons land zal vergen, maar ook belangrijke opbrengsten biedt door ontkoppeling van de olieprijs, verbetering van onze internationale concurrentiepositie, nieuwe innovatieve werkgelegenheid en een gezonder leefmilieu. In Limburg ziet de ChristenUnie grote kansen. De energiesector heeft door de steenkolenwinning traditioneel haar wortels in Limburg, die nu wordt voortgezet door investeringen in hoogwaardige innovatieve technieken, zoals zonne-energie, en in bioenergie en gebruik van restwarmte. Daarnaast dient bewuster en zuiniger energiegebruik gestimuleerd te worden. We moeten niet alleen zoeken naar alternatieve energiebronnen, ook door energiebesparing kan een energiecrisis afgeremd en voorkomen worden. De provinciale overheid dient deze bewustwording te stimuleren en zelf het goede voorbeeld te geven. Aandachtspunten o Ondersteunen van doelstellingen om jaarlijks energie te besparen en jaarlijks het aandeel duurzame energie te vergroten, door o.a. gedragsbeïnvloeding o Stimuleren van initiatieven en innovaties bij overheid, burgers en bedrijven op het gebied van energiebesparing en hernieuwbare energie o Investeren in slimme energie infrastructuur, zoals het Groene Net, waarmee vraag en aanbod van hernieuwbaar energieaanbod, zoals restwarmte, op elkaar afgestemd kunnen worden o Voorschriften maken om nieuwe en bestaande woningen klimaatneutraal te maken door o.a. betere isolatie van woningen
20
o o o o
Daar waar het landschappelijk inpasbaar is, windmolens toestaan Bevorderen van meer duurzame biomassa en biogas als mee-stook bij energiecentrales Stimuleren van het gebruik van zonne-energie, waterkracht, aardwarmte en warmte koude opslag De provinciale overheid geeft zelf het goede voorbeeld door energiezuinig te zijn, o.a. door het spaarzamer verlichten van provinciale wegen. Daar waar de verkeersveiligheid dit toelaat
15. Verkeer en vervoer De visie van de ChristenUnie De ChristenUnie laat zich leiden door drie criteria: veiligheid (o.a. verkeersveiligheid), milieu (bescherming van Gods schepping: mensen, dieren, groen) en leefbaarheid (lawaai, CO2, hoeveelheid groen, etc.). Om het wegennet niet onnodig te belasten is het belangrijk om de kwaliteit van het openbaar vervoer in stand te houden. Ook ketenmobiliteit dient aandacht te krijgen. De OV-fiets speelt hier een grote rol bij. Maar zeker ook de aansluiting vanuit kernen op het OV-rail netwerk. Voor doelgroepen (meestal jongeren en senioren) wordt het openbaar vervoer goedkoper. Bereikbaarheid van kleine kernen zal steeds aandacht nodig hebben. Het scheiden van verkeersstromen (bijvoorbeeld auto‟s en fietsen) vindt steeds meer ingang.
Ruimtelijk beleid legt veelal de basis voor het mobiliteitsbeleid. Hoe integraler deze twee beleidsterreinen benaderd worden, hoe beter. Dit vergt een langetermijnvisie. Mobiliteit is zowel een groot goed als een probleem (vervuiling, lawaai e.d.). Het is zaak een goede balans te vinden en de (auto)mobiliteitsstromen te beheersen.
Rol van de provincie De provincie heeft een belangrijke taak in het garanderen van goed openbaar vervoer. De bekostiging er van is een verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. In uitzonderingsgevallen is een extra bijdrage van de provincie, bijv. vanuit de opcenten van de wegenbelasting, verdedigbaar. Verder is de provincie verantwoordelijk voor de in standhouding van het regionale wegennet. Nieuwe wegen zijn vanwege de bevolkingsdaling niet meer nodig. De noodzaak van de aanleg van de Buitenring van Parkstad Limburg wordt door de ChristenUnie betwijfeld maar het woord is nu aan de Raad van State om een finaal oordeel te vellen. Wanneer de aanleg van de weg doorgaat is het redelijk dat provincie en gemeenten beide de helft van de kosten betalen. Aandachtspunten o De taak van de provincie om concessies (gebruiksrecht) uit te geven voor het openbaar dient te worden benut om mensen die niet kunnen beschikken over eigen vervoer toch voldoende kans te geven om zich te verplaatsen o Langs het provinciale railnetwerk moeten goede afspraken gemaakt worden met lokale overheden over de sociale veiligheid en over de stations- en omgevingsveiligheid o Provinciale wegen dienen duurzaam veilig te zijn o Wij zetten ons in voor sociale veiligheid langs provinciale wegen (gescheiden fietspaden, fietstunnels)
21
o
Het ruimtelijk beleid moet integraal aansluiten op het infrastructurele beleid, dus: o Afstemming wonen en werken met wegen en openbaar vervoer (aandacht bereikbaarheid kernen) o Afstemmen vervoer over water en bedrijventerreinen o Afstemming met gemeenten
16. Financiën De provinciale inkomsten en uitgaven staan – mede door de economische crisis - onder grote druk. De komende jaren wordt vanuit het Provinciefonds minder bijgedragen aan de provinciale begroting. Gelijktijdig is er op landelijk niveau een beweging gaande om de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting te laten vervallen en dit te vervangen door een ander systeem. Als de provincie deze inkomsten niet meer heeft, wordt één van de belangrijke en autonome (financiële) pijlers ontnomen. De ChristenUnie vindt dat de provincie moet blijven beschikken over een eigen belastingheffing omdat dit een voorwaarde is voor het goed functioneren van een democratisch gekozen bestuur. Daarbij vindt de ChristenUnie wel dat het provinciebestuur zich erg terughoudend moet opstellen waar het gaat om het verhogen van de lastendruk voor de inwoners. Door te sturen op doelmatigheid en doelgerichtheid kan de lastendruk binnen de perken blijven. Daar hoort ook een discussie bij over welke taken wél en niet (meer) uitgevoerd worden, welke voornemens kunnen uitgesteld of geschrapt kunnen worden, met open oog voor de consequenties van die keuzes. Daarbij wordt ook nadrukkelijk gezocht naar het kostendekkend krijgen van taken, wie is bereid (mee) te betalen voor producten en diensten van de provincie. De provinciale belasting zijn de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting. Deze mogen geen sluitpost van de begroting vormen waarmee naar believen tekorten kunnen worden gedekt. De jaarlijkse aanpassing van de opcenten en andere tarieven moet plaatsvinden op basis van heldere beslisregels. De ChristenUnie wil bij aanvang van de nieuwe Statenen collegeperiode de manier van omgang met de motorrijtuigenbelasting in beleidsuitgangspunten vaststellen. De (meerjaren)begroting dient in evenwicht te zijn en zal jaarlijks sluitend moeten zijn. De ChristenUnie geeft veel aandacht aan de lange termijn aspecten van de begroting, zoals goede planning van onderhoudbudgetten en degelijke investeringsramingen. Aandachtspunten o Maken van een evenwichtige en sluitende (meerjaren) begroting volgens vastgestelde normen o Grote terughoudendheid ten aanzien van lastenverhoging. Gezien de grote opgaven is de ChristenUnie ook eerlijk als het gaat om lastenverlichting: deze zal alleen worden gegeven als dit niet leidt tot verschraling van de publieke voorzieningen o Om de acceptatie van te heffen belasting te bevorderen is een voor de burger inzichtelijke begroting essentieel, waarbij de programmadoelen in de begroting helder na te rekenen zijn o Duidelijker richtlijnen formuleren bij subsidieverstrekking en het driejaarlijks herijken van structurele subsidies. Nut en noodzaak voor de samenleving moet helder aangetoond kunnen worden 17. Europa De visie van de ChristenUnie De Europese samenwerking van de afgelopen zestig jaar bracht vrede, stabiliteit en welvaart. De gezamenlijke aanpak van grensoverschrijdende problemen stelt de lidstaten beter in staat hun verantwoordelijkheid voor de inrichting van de eigen samenleving
22
waar te maken. Vooral de economische crisis heeft de meerwaarde en noodzaak van Europese samenwerking aangetoond. Samenwerking heeft de impact van de crisis gedempt, bood een forum voor gezamenlijke actie en is zeker voor een klein land met een open economie als Nederland van belang. De ChristenUnie wil dat Nederland de meest duurzame en innovatieve economie van Europa wordt. Dat vergt aanhoudende inzet voor een gunstig vestigings- en investeringsklimaat, positionering van Nederland als internationaal logistiek centrum, investeren in onderwijs en duurzame innovatie, kortere en snellere procedures met weinig administratieve rompslomp en bouwen aan een economische orde waarin maatschappelijke belangen intrinsiek verankerd zijn. De Nederlandse provincies kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren. De ruimtelijk-economische infrastructuur en het regionale ondernemingsklimaat behoren tot hun kerntaken. In de Europe2020-strategie (de opvolger van de Lissabon-strategie) wordt de rol van de Europese regio‟s expliciet genoemd. Dat is zeker niet ten onrechte, want de ervaring met de Lissabon-strategie is dat de uitvoering daarvan vooral plaatsvindt in de regio‟s. 3 De ChristenUnie erkent het belang van Europa en de Europese fondsen voor het regionale beleid.4 In Nederland is met behulp van Europese fondsen een belangrijke impuls gegeven aan bijvoorbeeld plattelandsontwikkeling. In de afgelopen jaren staan de Europese Structuurfondsen steeds vaker ter discussie. Het gaat dan voornamelijk om de vraag in hoeverre welvarende lidstaten, zoals Nederland, hiervan nog gebruik mogen maken. De ChristenUnie vindt het echter legitiem om, zolang deze Europese fondsen nog beschikbaar zijn, daar een beroep op te doen. Wel is het daarbij van groot belang dat het accent nu wordt verlegd en budgetten worden vrijgemaakt voor nieuwe thema‟s op het gebied van energie, klimaat, onderzoek, innovatie etc. Zolang Europese fondsen beschikbaar zijn, bieden zij de provincies een stimulans om voortvarend invulling te geven aan vraagstukken op het gebied van energie en klimaat, demografische ontwikkelingen en arbeidsmarktparticipatie. De ChristenUnie zet zich in voor sterke regio‟s. Regio‟s die op een bepaald terrein excelleren om zo een (meer)waarde te kunnen bieden voor andere regio‟s binnen Europa. Grensoverschrijdende samenwerking is een sleutelwoord. Overal in het land worden, vaak met ondersteuning vanuit de provincies, kennisclusters gevormd, waarmee men zich profileert op Europees niveau. Voorbeelden daarvan zijn de Dairy Valley in Noord Nederland, het Bio Science Park Leiden en Food Valley in het Valleigebied tussen Wageningen en Nijkerk. In Limburg wordt gewerkt aan de ontwikkeling van GreenPort Venlo. Het Comité van de Regio‟s vertegenwoordigt de lokale en regionale overheden in de Europese Unie. 5 Het Comité van de Regio‟s heeft een adviserende rol voor de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement. In het nieuwe Verdrag van Lissabon wordt deze adviserende rol van het versterkt. Veel Europees beleid wordt uitgevoerd door decentrale overheden en daarom is het zinvol om hen te betrekken bij de besluitvorming over Europese richtlijnen. In april 2010 heeft het Comité van de Regio‟s een advies uitgebracht over de toekomst van het cohesiebeleid. 6 Lokale en provinciale overheden staan dicht bij de burger en zij kunnen helpen om de afstand tussen „Brussel‟ en de burger te verkleinen. 3
In de EU2020 strategie wordt ingezet op drie thema’s: kennis en innovatie, mensen en arbeidsmarkt, een groene netwerkeconomie. Doel is de economische crisis te lijf gaan en de Europese economie een nieuwe impuls geven. 4 EFRO – Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en de zgn. Cohesiefondsen zijn in het leven geroepen om de economische en welvaartsverschillen tussen Europese regio’s en tussen de lidstaten te verkleinen. 5 De definitie van een regio in Europees perspectief is niet eenduidig te geven. Bedoeld kan worden: de provincies. Maar ook: een landsdeel (bijv. Samenwerkingsverband Noord-Nederland of Randstad) en een intergemeentelijk samenwerkingsverband (bijv. KAN – Knooppunt Arnhem-Nijmegen of Zuid-Limburg). 6 http://www.cor.europa.eu/pages/PressTemplate.aspx?view=detail&id=2fa90667-71e5-478b-ae4c-541cdc317bf7
23
Een voor de ChristenUnie aangelegen thema gaat over mensenrechten. De Raad van Europa, waar 47 landen bij aangesloten zijn, is na de Tweede Wereldoorlog opgericht en heeft het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens opgesteld. Onderwerpen die aan bod komen zijn bijvoorbeeld participatie en democratie. Provinciale bestuurders zijn in dit orgaan actief. Aandachtspunten o
o o
De provincie moet steeds bondgenoten zoeken om haar ambities uit te voeren: gemeenten, bedrijfsleven, kennisinstellingen, andere provincies, het Rijk of andere Europese regio‟s De provincie functioneert als kennismakelaar en ondersteunt bedrijven in hun contacten met andere Europese regio‟s met als doel informatie uitwisseling Regio‟s moeten elkaar versterken en niet beconcurreren, zowel in eigen land als vanuit Europees perspectief
24