Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1991-1992
22577
Raming der voor de Tweede Kamer in 1993 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de middelen
Nr. 14
NOTA NAAR AAIMLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 22 mei 1992 Het Presidium heeft met belangstelling kennis genomen van de opmer– kingen van vier fracties, zoals weergegeven in het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. In dit antwoord is in het algemeen de indeling van het Verslag aangehouden. A. ALGEMEEN 1. Inleiding Leden van de CDA-fractie maakten enige opmerkingen over het tijdschema voor de behandeling van de Raming. Het Presidium is in de toelichting op de Raming van vorig jaar (stuk 22 084) op dit onderwerp ingegaan. Toen was de ontwerp-Raming op 24 april bij de Kamer ingediend, een vervroeging met ca. een maand vergeleken met het verleden. Dit jaar heeft het Presidium de ontwerp-Raming op 14 april vastgesteld. Terecht achten de leden van de CDA-fractie een verdere vervroeging wenselijk, ook al omdat de Minister van Binnenlandse Zaken uiterlijk op 1 mei de voorstellen moet indienen bij de Minister van Financiën. In feite zal de plenaire behandeling van deze Raming op een later tijdstip moeten vallen dan dat van vorig jaar, omdat de Minister van Binnenlandse Zaken in een tegelijk met deze Nota gepubliceerde brief, opmerkingen maakt die nader beraad nodig maken. Het Presidium is met de leden van de CDA-fractie tevreden over het verloop van de diverse activiteiten rond de ingebruikneming van het nieuwe gebouw. De overdracht van de nieuwe gebouwen in aanwe– zigheid van H.M. de Koningin, Prins Claus en de Prins van Oranje, kreeg door de delegaties van de Koninkrijkspartners, van de provincies, de grote steden en andere instellingen, brede aandacht. Het bewonersfeest op 29 april was vervolgens een manifestatie van de saamhorigheid van alle verschillende groepen gebruikers van de Kamergebouwen, zoals in het verleden nooit in die mate was getoond. De open dagen trokken in totaal meer dan 100000 bezoekers, waaruit zo niet tot interesse voor het parlement, dan toch tot nieuwsgierigheid mag worden geconclu– deerd.
213172F ISSN0921 7371 Sdu Uitgevehj Plantijnstraat s Gravenhage 1992
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
Tenslotte gaf het symposium op 6 mei aanleiding tot een levendige discussie over de positie van de Tweede Kamer in deze tijd. Voor het feit dat kennelijk de juiste mengeling van plechtigheid en feestelijkheid en ook de juiste mengeling van waardering voor het functioneren van het parlement met kritiek en zelfkritiek werd gekozen, is het Presidium de voorbereidende instanties zeer erkentelijk. In het bijzonder moeten hierbij de leden van de WIN worden genoemd, de ambtelijke werkgroep die met grote inzet van tijd, energie en creativiteit alle activiteiten coördineerde. De goede sfeer was overigens uiteraard ook te danken aan de kwaliteiten van de gebouwen zelf. Tenslotte wil het Presidium ook op deze plaats de diverse instanties bedanken die in de vorm van faciliteiten, produktpresentatie of menskracht hebben bijge– dragen tot het goede verloop. Vragen over de eerste ervaringen met de nieuwe gebouwen worden verderop beanwoord. Leden van de fracties van CDA en PvdA vragen naar de milieuzorg bij de Tweede Kamer. De door de Griffier twee jaar geleden ingestelde adviescommissie terzake had juist een interim-advies uitgebracht toen de Kamer bij gelegenheid van het verlaten van de oude zaal, van de fractie van Groen Links een onderzoek door een extern bureau kreeg aange– boden. Het interim-advies bevatte een opsomming van de reeds bereikte resultaten, maar de adviescommissie achtte ook harerzijds inschakeling van externe deskundigen nodig o.a. omdat de ambtenaren bij de diensten van de Kamer waarvoor de milieu-aspecten van belang zijn, reeds zodanig zwaar belast zijn, in het bijzonder bij verhuizing en nieuwbouw, dat zij onvoldoende aan dit aspect toekomen. Intussen heeft de fractie van Groen Links de opdracht verstrekt aan de Interfacultaire Vakgroep Milieukunde van de Universiteit van Amsterdam om een vooronderzoek te verrichten ten behoeve van een preventief milieuzorgsysteem. Bij dit vooronderzoek zal de IVAM worden onder– steund door een ambtenaar in tijdelijke dienst van de Kamer en begeleid door een ambtelijke projectgroep. Naar verwachting zal de IVAM einde september rapporteren en daarbij ook een uitspraak doen over de meest gewenste organisatorische inbedding van de milieuzorg. Hierbij zal niet alleen het ambtelijk apparaat van de Kamer, maar zullen ook de fracties en de overige bewoners van onze gebouwen moeten worden betrokken. Vooralsnog zijn in de Raming geen middelen uitgetrokken voor de milieu– aanpak in 1993. Zo nodig zullen deze door herschikking moeten worden gevonden. Het overzicht van de conclusies van het gebruikersonderzoek Restau– rantbedrijf waar de leden van de CDA-fractie op deze plaats in het Verslag naar vragen, wordt verderop in dit antwoord verstrekt. De leden van de CDA-fractie informeerden naar de werkzaamheden van de bijzondere commissie vraagpunten. Deze commissie heeft het voornemen in de loop van dit jaar een interim-rapportage aan de Kamer te doen toekomen waarin inzicht zal worden gegeven in de voortgang van de implementatie en zo mogelijk ook in die van de werkzaamheden van de zes ingestelde commissies (twee Kamercommissies en vier externe commissies). Die interim-rapportage zal, zoals gebruikelijk, in handen worden gesteld van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en zal vervolgens onderwerp kunnen zijn van een plenair debat.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
Het Presidium acht het om verschillende redenen nodig - zulks in antwoord op de vragen uit fracties van CDA, PvdA en D66 - het beleid wat betreft het drukken van witte stukken te heroverwegen. Zowel de kosten hiervan (ca. f 8 miljoen) - waarop de Minister van Binnenlandse Zaken wijst in haar tegelijk met deze Nota gepuliceerde brief aan het Presidium –, als de milieu-aspecten van het gebruik van zo grote hoeveel– heden papier, als het door de bijzondere commissie vraagpunten gesig– naleerde gevaar van overinformatie, geven hiertoe aanleiding. Die heroverweging kan er uiteraard niet toe leiden dat afbreuk wordt gedaan aan de grondwettelijke taak van de Tweede Kamer in het kader van het proces van wetgeving, dan wel aan de openbaarheid van het beleid. De verantwoordelijkheid voor de openbaarmaking van beleidsvoornemens buiten het proces van wetgeving om en buiten het kader van het overige overleg tussen Regering en parlement, kan echter in meerdere mate worden gelegd bij de instanties die de voornemens formuleren, d.w.z. meestal bij Ministeries. Dit sluit niet uit dat de Kamer dan voldoende exemplaren bestelt om de geïnteresseerde leden of betrokken commissies te informeren. Ook kan waarschijnlijk –wederom buiten het proces van wetgeving - in meer gevallen genoegen worden genomen met kopieën, in plaats van drukken. Het ligt in het voornemen van het Presidium om een werkgroep in te stellen om dit onderwerp te onder– zoeken. De claims zoals vermeld op blz. 16 die nog geen onderdeel uitmaken van de meerjarencijfers kunnen als volgt gespecificeerd worden, dit in antwoord op een vraag uit de CDA-fractie: bedragen x f 1 000
TV-beeld (Art. U03.06) Monument (Art. U03.06) Vorming & Opl. (Art. U03.06) IPUfArt. U04.11)
1993
1994
80 20
80
18,5
22 28
23
1995
1996
1997
28 17
28 20
28 27
Deze claims kunnen worden gedekt uit het vrijvallen van gelden als gevolg van de neerwaartse bijstelling, van 11 naar 9, van de formatie-uitbreiding. Hiervoor vindt in de meerjarencijfers een reallocatie plaats van het Personeel-artikel (U03.04) naar het Materieel-artikel (U03.06). Het Presidium gaat verderop in dit antwoord in op de vragen gesteld over ontruimingsplannen en dergelijke. Het komt het Presidium voor dat het niet de meest geëigende instantie is om een uitspraak te doen over de door de PvdA-fractie aan de orde gestelde zgn. terugkeerregeling. Aannemende dat hiermee het non-activiteitsverlof wordt bedoeld, zou deze kwestie bij de Commissie rechtspositie leden Tweede Kamer (Commissie-Dees) thuis horen. Als blijkt dat meer leden dit wensen, zal het Presidium die commissie hiertoe benaderen. Wat betreft de overige aspecten van de rechtspositie wacht het Presidium eveneens de eventuele voorstellen van de Commissie-Dees af. De onderdelen van de zgn. tweede tranche waarover overeenstemming bestond binnen die commissie, zijn nu voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Het Presidium is eerder al ingegaan op het beleid ten aanzien van de witte stukken. In antwoord op vragen uit de PvdA-fractie kan hieraan nog worden toegevoegd dat de kosten nauwelijks worden beïnvloed door de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
omvang van de verspreiding binnen de Tweede Kamer. De Tweede Kamer ontvangt van de SDU nota's voor zetwerk en drukken en heeft een abonnement op 515 exemplaren van de witte stukken. De totale oplage wordt door de SDU bepaald aan de hand van het aantal andere abonnementen en een schatting van de losse verkoop. Uiteraard kan een vermindering van het vaste aantal door de Tweede kamer afgenomen exemplaren wel bijdragen tot een vermindering van het papierverbruik. De mogelijkheden hiertoe nemen toe naarmate de geautomatiseerde informatie-voorziening voor leden en andere gebruikers in het gebouw een beter alternatief biedt. Die vermindering blijft ook dan aan zekere grenzen gebonden, omdat toch tenminste alle Kamerleden zullen moeten kunnen beschikken over alle stukken waarover zij bij stemmingen beslissen. Leden van de VVD-fractie informeren naar de voorstellen tot verande– ringen in de werkwijze van de Kamer, zoals die door de Commissie voor de Werkwijze der Kamer zijn voorbereid. Inmiddels hebben deze hun neerslag gevonden in een brief d.d. 28 april 1992 aan de Kamer (Kamerstuk 22 590). Daarbij is een voorstel gevoegd voor een Herzien Reglement van Orde met toelichting alsmede een vergelijkend overzicht, inhoudend de tekst van de voorgestelde herziening naast de overeen– komstige bepalingen van het huidige Reglement. Het Presidium meent met een verwijzing hiernaar te mogen volstaan. Aan de leden van de Kamer wordt overeenkomstig artikel 163 vierde lid van het Reglement van Orde, thans de gelegenheid geboden schriftelijke bijdragen voor het verslag terzake te leveren (tot 15 september aanstaande). In antwoord op een andere vraag uit de VVD-fractie, kan worden meegedeeld dat de nieuwe regeling financiële ondersteuning door het Presidium is vastgesteld. De goedkeuring van de Minister van Binnen– landse Zaken voor deze regeling was, gezien de autonomie van de Kamer, niet nodig. Wel is de accountantsdienst van het Ministerie - die de toepassing van de regeling controleert - betrokken bij de voorbe– reiding. Het Presidium zal later in dit antwoord ingaan op vragen van de VVD-fractie ten aanzien van knelpunten in de organisatie. Uit de fractie van D66 wordt tenslotte geïnformeerd naar de overschrijding van de raming voor drukwerk in 1991. Deze is te wijten aan het gecombineerde effect van een dnetal verschijnselen. In de eerste plaats gaat het hierbij om een tariefsverhoging waartegenover in 1991 geen prijsbijstelling in de begroting stond, omdat zulks in het kader van de ombuigingen van dat jaar achterwege bleef. In de tweede plaats deed zich een toeneming voor van het aantal tabellen en grafieken waarvoor het tarief aanzienlijk hoger is. Deze hangt waarschijnlijk samen met het steeds meer beschikbaar komen van daarvoor speciaal geschikte geauto– matiseerde apparatuur. Tenslotte deed zich een aanzienlijke overloop voor van nota's over drukwerk in 1990, betaald in 1991 en slechts een geringe overloop van 1991 naar 1992. Het totale effect van deze drie verschijnselen compenseerde geheel de voordelen behaald met het streven naar soberder uitvoering (geen meerkleurendruk) en met de electronische aanlevering door enkele Ministeries. 2. Financieel beheer De brief van de gezamenlijke Hoge Colleges van Staat inzake het begrotingsbeheer onder Hoofdstuk II is, naar het Presidium heeft begrepen, door de commissie voor de Rijksuitgaven voorgelegd aan de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
Minister van Binnenlandse Zaken. Zij doet in de tegelijk met deze Nota gepubliceerde brief een voorstel voor een verbeterde procedure. De ontwerp-Raming is namelijk aan de Minister gezonden met het verzoek hierover tijdig vóór de behandeling een kabinetsstandpunt mee te delen. De Minister heeft dit punt daartoe aan de orde gesteld in de Ministerraad van 15 mei. Het Presidium heeft met instemming kennis genomen van de opmer– kingen van de fractie van D66 over de procedure die gevolgd werd bij de totstandkoming van de nieuwe regeling financiële ondersteuning fracties. Daar waar dat mogelijk is, zal die aanpak worden herhaald. 3. Organisatie Leden van verschillende fracties informeerden naar de organisato– rische knelpunten in het ambtelijk apparaat. Deze knelpunten zijn vooralsnog slechts zeer globaal aangeduid, omdat het in het voornemen ligt onder leiding van de nieuwe Griffier een analyse terzake te verrichten. Wel heeft reeds een inventarisatie plaatsgehad onder alle diensten, waarvan het resultaat ter inzage ligt bij het Presidiumsecreta– riaat. De daarin verwerkte opmerkingen zijn echter zeer heterogeen en niet alle van gelijk gewicht. De weging daarvan en de daaruit eventueel voortvloeiende voorstellen tot wijziging van de organisatie zullen in het najaar bij de Dienstcommissie aanhangig worden gemaakt. Het Presidium beperkt zich in dit stadium tot het globaal vermelden van die knelpunten die algemeen als zodanig gesignaleerd worden. Het belangrijkste daarvan is dat van de bevoegdheidsverdeling bij mformatie– voorziening en automatisering. Het is duidelijk dat de op dit punt op 27 april 1989 getroffen regeling niet voldoet. Het Presidium gaat ervan uit dat hiervoor later dit jaar een oplossing wordt bereikt die voldoet aan de criteria die hiervoor door de fractie van de PvdA en met name door de fractie van D66 in het verslag zijn verwoord. Verderop in dit antwoord (bij de Griffiediensten) komt een ander knelpunt aan de orde. Verderop wordt eveneens ingegaan op de verdeling van persoonlijke computers. B. PERSONEELSZAKEN 1. Algemeen Inderdaad zijn, zoals leden van de PvdA-fractie veronderstellen, de resultaten van de enquête in het kader van het vervoersplan inmiddels beschikbaar. Aan deze enquête werd deelgenomen door personen werkzaam bij - zulks in ruime zin genomen - de beide Kamers, de Raad van State, de Ministeries van Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken, Defensie, Financiën en Justitie. De gemiddelde respons was 63% (bijna 4000 formulieren), bij de Tweede Kamer en bij het Ministerie van Financiën iets hoger (70%). Van de invullers had 60% vaste werktijden, een relatief hoog percentage, gunstig voor een vervoersplan. Overal ligt het percentage fietsers in de zomer boven de 20% (Tweede kamer: 27%), in de winter rond de 15%. Het percentage gebruikers van bus, tram of trein ligt bij de Tweede Kamer in de zomer op 41%, in de winter op 51%. Met eigen auto reist bij de Tweede Kamer 's zomers 21,8% en 's winters 24,9%. De aantallen lopers, bromfietsers en carpoolers zijn zeer gering. Ongeveer een vijfde deel van de autorijders noemt overgang op een andere vervoerswijze bespreekbaar, waarbij de factor reistijd veruit het belangrijkste aspect is, financiële vergoeding en comfort minder.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
Volgens de gebruikelijke criteria komen 568 «autosolisten» direct in aanmerking voor overgang op alternatief vervoer. Hiermee op zichzelf is de door het Kabinet als norm aangehouden autokilometerreductie van 20% niet bereikt. Bij een gestimuleerde, gerichte overgang op carpoolen wordt de reductie vergroot tot 24% (46 600 solistische autokilometers per week). Hierbij behoort een voertuigreductie van 26%, overeenko– mende met 400 parkeerplaatsen in het centrum van Den Haag. Momenteel worden de desbetreffende gerichte aanbiedingen uitgewerkt. Ongeveer gelijktijdig maar los van het vervoersplan, onderzoekt het Ministerie van Binnenlandse Zaken de mogelijkheden om via nieuwe vormen van kortingskaarten autovervoer verder terug te dringen. De resultaten van dat onderzoek zullen echter op z'n vroegst aan de orde kunnen komen bij de onderhandelingen over de rechtspositie van de ambtenaren in 1993/94. 2. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage over 1989 bedroeg 7,9, over 1990 8,3 en over 1991 7,7. In antwoord op vragen uit de VVD-fractie voegt het Presidium hieraan toe, dat het verzuimpercentage van de gemeentelijke overheid over 1990 8,5% bedroeg (gegevens VNG). In de zgn. «dienst– verlenende sector» bedroeg in dat jaar het verzuim 9,1%, terwijl het gemiddelde landelijke verzuim ook 9,1% bedroeg (gegevens NIA). De bekostiging van bedrijfsfitness wordt voortgezet (met een kleine persoonlijke bijdrage van de deelnemers), hoewel de deelname helaas wat is teruggelopen De organisatie is echter in handen gegeven van de personeelsvereniging in de verwachting dat deze de voorlichting en werving beter zal kunnen plaatsen temidden van die voor andere (niet-gesubsidieerde) sportactiviteiten. Het Presidium wil echter deze gelegenheid niet laten voorbijgaan zonder te vermelden dat de fitness vier maal per week wordt gehouden in de zaal op de bovenste verdieping van de Vijverhof en wel op maandag (12.30-13.30 uur, 17.00-18.00 uur, 18.00-19.00 uur, 20.00-21.00 uur), dinsdag (17.00-18.00 en 18.00-19.00 uur) en donderdag (17.00-18.00 uur). 3. Werving De in eerdere jaren uitgesproken intentie om voorrang te geven aan het indiensttreden van gehandicapten blijft onverminderd van kracht. De Kamer conformeert zich aan de inspanningsverplichting van de Rijks– overheid. Eind 1993 zal het aandeel van gehandicapten in het ambtena– renbestand 5% moeten bedragen. Totaal zijn er nu negen mensen in dienst die volgens de criteria als gehandicapte kunnen worden aange– rnerkt. Uitsplitsen naar afdeling of dienst, zoals leden van het CDA dat vragen, stuit, gezien de geringe afmeting van veel dienstonderdelen, op bezwaar ten aanzien van privacy. Wel is uitsplitsing op directieniveau mogelijk: bij de Griffiediensten is één gehandicapte werkzaam, bij DIV zijn dit er drie en bij de Verzorgende Diensten vijf. Het te werk stellen via de banenpool - dit in antwoord op een vraag uit de PvdA-fractie - begint op gang te komen. Tot nu toe is overeen– stemming over twee mensen ter versterking van de receptietaken van Communicatie, één medewerker ten behoeve van bodewerk voor de Commissiebureaus en twee medewerkers om voorlopig nog het uitruimen van de panden Binnenhof 1a en 3 te verzorgen en frisdrank-retouremballage te verzamelen. Aan het streven om ca. tien
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
functies ter beschikking te stellen voor banenpoolers zal naar verwachting tegemoet kunnen worden gekomen. De leden van de fractie van D66 vragen om toelichting op de stelling dat vele functies in de dienstverlenende sector niet geschikt zijn voor mensen uit voorkeurscategorieën. Eén reden hiervoor is de geringe uitstroom waardoor overwegend lager ingeschaalde functies vacant komen. De andere is dat het overgrote deel van de functies zich in de dienstverlenende sector bevindt. Het betreft fysiek inspannend werk; de meeste WAGW'ers zijn juist afgekeurd voor zulk soort werk. Uitbreiding van het aantal gehandicapten zal dus moeten plaatsvinden bij dat deel van de organisatie dat het minst uitbreidt en nauwelijks verloop kent. 4. Formatie Ook de schaalopbouw en methodiek roepen bij de CDA-leden vragen op. Zoals bij deze en vorige ramingen al is aangegeven, worden de functies van de ambtenaren in schalen ingedeeld volgens het voorge– schreven systeem van het BBRA 1984. Voor wie zich niet herkent in de vastgestelde inschaling, bestaan bezwaarprocedures eindigend bij de Centrale Adviescommissie Bezwaren Functiewaardering (CABF). Er hebben totaal 39 ambtenaren een beroep op de CABF gedaan, verdeeld over alle directies van de organisatie. De adviezen van de CABF zijn alle overgenomen en verwerkt in de formatie. Gesteld mag worden derhalve dat de huidige opbouw de toets der zo goed mogelijk geobjectiveerde kritiek kan doorstaan. Aan het menselijke mechanisme dat sommige ambtenaren hun eigen functie op een ander niveau inschatten dan objec– tieve methodieken uitwijzen, is helaas weinig te doen. Op alle door de CDA-leden genoemde functies is het bovenstaande van toepassing. De onderbouwing van de inschalingen is in de desbetreffende indelingsrap– porten terug te vinden. Voorts willen de CDA-leden weten op welke titel personeel bij de Kamer in dienst wordt genomen. Personeel bij de Tweede Kamer wordt niet in algemene dienst aangenomen, maar voor een functie. De functie is in beginsel organiek beschreven en mgeschaald Wanneer een perso– neelslid na verloop van tijd een van de organieke beschrijving afwijkende inhoud aan de functie geeft, wordt een aparte mensfunctie opgesteld en gewaardeerd. Tenslotte vragen de CDA-leden zich af waarom voor de vacature van Griffier meteen extern is geworven. Het Presidium heeft, in afwijking van de gangbare praktijk, gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de functie Griffier gelijktijdig in– en extern vacant te stellen. Het betreft een sleutelfunctie waar de meest geschikte kandidaat in benoemd moet kunnen worden. De Bijzondere Commissie van Overleg Staten-Generaal heeft zich in deze aanpak kunnen vinden. Ten aanzien van de vraag van de leden van D66 om uitsplitsing naar geslacht en (deel)tijd, deelt het Presidium mee, dat de overzichten van de formatieve ramingen, uitgesplitst per schaal, de aantallen behelzen van voltijd formatieplaatsen zoals ze per schaal ten hoogste beschikbaar zijn. In het verleden waren deze gegevens nodig om de loonsommen in toekomstige jaren te ramen. Sinds de invoering van de integrale perso– neelsbegroting zijn ze in feite obsoleet. Niettemin geven ze een bruikbaar beeld van de verdeling van het maximaal beschikbare arbeidspotentieel over de diverse schalen, nu en in de toekomst. De gevraagde verbijzon– dering levert een beeld op van de daadwerkelijke bezetting. Dit kan uiteraard nooit voor jaren in de toekomst worden gegeven. Bezettingsge–
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
gevens, verdeeld over voltijd/ deeltijd en man/vrouw worden jaarlijks gepubliceerd in het sociaal jaarverslag Besloten is om in de toekomst het sociaal jaarverslag beschikbaar te hebben ten tijde van de behan– deling van de raming.
C. VERBOUW EN NIEUWBOUW
In antwoord op enkele vragen van de CDA-fractie eerder in het verslag over de eerste ervaringen met de nieuwe en gerenoveerde gebouwen, deelt het Presidium mee dat alle eventuele klachten worden geïnventari– seerd. Ten aanzien van Justitie zijn de genoemde klachten bekend In de gangen op laag twee komen lopers. De geluidsoverlast horizontaal tussen kamers is gemeten en wordt d.m.v. kierdichting en incidenteel extra (dubbele) deuren opgelost. De verticale geluidshinder is pas kort bekend en wordt thans onderzocht. De in een motie neergelegde wens dat elk lid een eigen kamer krijgt, wordt gerealiseerd in het definitief ontwerp voor Binnenhof 1a t/m 3. Dit impliceert dat een groter deel van de ambtelijke staf elders moet worden gehuisvest. Hiervoor wordt in het programma van eisen voor gebouw Plein 23 een plan ontwikkeld. Ten aanzien van de bereikbaarheid van het gebouw, deelt het Presidium mee dat de Gemeente Den Haag thans nog geen uitvoerings– datum heeft voor de plannen van de gemeentelijke nota «de Kern Gezond» (juni 1988) met het bijbehorende verkeersplan. Het eenrich– tingsverkeer in de Lange Poten is inmiddels weer teruggebracht in de oorspronkelijke toestand van vóór aanleg van de tunnel naar de Plein– garage, d.w.z. van Plein naar Spui. Zoals de leden van de VVD zelf al aangeven, is het formuleren van een definitief oordeel over het functioneren van de Nieuwbouw nog niet mogelijk. Intussen worden in overleg met groepen gebruikers klachten geïnventariseerd en, zover het binnen onze eigen mogelijkheden valt, zo snel mogelijk verholpen. Klachten van technisch ingrijpende aard en/of klachten c.q. gebleken behoeften die veel kosten met zich brengen, worden aan de Rijksgebouwendienst ter afhandeling voorgelegd. De vraag van leden van de PvdA-fractie eerder in het verslag naar een rampenplan wordt door het Presidium opgevat als vraag naar het bestaan van ontruimingsplannen in geval van calamiteiten voor de diverse gebouwen. Gefaseerd per gebouw worden thans ontruimings– plannen vervaardigd. Het plan voor gebouw Justitie is bijna voltooid. Bewoners kunnen successievelijk aan de hand van de ontruimings– plannen nader geïnstrueerd worden. De chef Bedrijfszelf-bescherming zal contact opnemen met ambtelijk secretarissen en diensthoofden en afspraken maken voor nadere instructie op dat punt. Er bestaan inderdaad ook voornemens voor een ontruimingsoefening. De voorzieningen voor het bestrijden van brand worden door de Rijks– gebouwendienst aangebracht. Met name de plaatsing van de vereiste handblusmiddelen is nog niet voltooid. Andere voorzieningen, zoals brancards, worden door de zorg van de Bedrijfszelfbescherming in de gebouwen ondergebracht. Geleidelijk zullen de brancards vervangen worden door handzame zogenoemde 'evac-chairs'. Leden van de D66-fractie tonen zich bezorgd over het beveiligings– concept. In grote lijnen is dat concept hetzelfde als voorheen. Een oplettend maar vriendelijke bejegening krijgt voorkeur boven stringente
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
bewaking. Daarnaast wordt het regime aangepast aan de mate van dreiging zoals o.a. tijdens de Golfcrisis duidelijk was. Het beveiligings– concept van de Nieuwbouw is vele malen ter discussie geweest binnen de Bouwbegeleidingscommissie en ook tijdens de plenaire debatten van die commissie met de leden. Uiteindelijk is besloten tot de genoemde synthese tussen openheid en oplettendheid. Na april 1991 was het niet meer mogelijk het bouwtechnisch concept te wijzigen, omdat de bestekken gereed waren en opdrachten aan de aannemer waren verstrekt. Dat concept spoorde met de destijdse opvatting over beveiliging, zoals die ook in de Kamer geaccepteerd werd. Vertaald naar de dagelijkse praktijk stoelde dit op techniek, o.a. de gewenste multifunctionele kaart, en op herkenning door de beveiligings– beambte bij de ingangen; vervolgens op de gedachte van een gecontro– leerd, d.w.z. beperkt beveiligd gebied op de lagen nul en twee in de Nieuwbouw en een meer beveiligd gebied, zijnde laag één van de Nieuwbouw. De binnenbeveiliging in de Nieuwbouwzou ondersteund worden door surveillance, die intussen is ingesteld. De surveillance is, conform de bedoelingen, ook gericht op dienstverlening zoals verwijzing van bezoekers. De ingangen bij Lange Poten en Plein kennen een vestibule met mogelijkheden van automatisch openen of zogenaamde sluiswerking, zoals o.a. op Binnenhof 1a al sinds jaar en dag het geval is. De beveili– gingsbeambte bij de ingang kan kiezen. Bij zijn keuze laat hij zich leiden door mogelijke dreigingen (sluiswerking) en het persoonlijk welbevinden (eveneens sluiswerking). Omdat er bewust gekozen is voor open beveili– gingsloges heeft de beveiügingsbeambte, vooral als het koud is, op stiile uren vaak een voorkeur voor sluiswerking om sterke temperatuurswis– seling op de eigen werkplek enigermate te voorkomen. Houders van multifunctionele kaarten zijn niet verantwoordelijk voor hen die meelopen door een via de kaart geopende doorgang, tenzij die personen hun gasten zijn. Wel is verzocht wat oplettend te zijn met betrekking tot meelopers en in het bijzonder als het gaat om alléén technisch (met een kaartlezer) beveiligde binnenafscheidingen, d.w.z. de overgangen van gecontroleerd naar beveiligd gebied. Melding kan dan worden gedaan bij elke beveiligingsambtenaar.
D. PARAC 1. Algemeen
In antwoord op een vraag die leden van de PvdA-fractie eerder in het verslag stellen, deelt het Presidium mede dat een overzicht is opgesteld van de verdeling van P.C.'s en randapparatuur over fractie en diensten. Teneinde te voorkomen dat de Tweede Kamer zich zou moeten uitspreken over beleidskeuzes van fracties, wordt de norm aangehouden dat aan fracties een aantal P.C.'s ter beschikking wordt gesteld, overeen– komende met twee maal het ledental. Er wordt naar gestreefd om deze norm dit jaar te realiseren met gelijktijdige vervanging van oude P.C.'s. De ambtelijke diensten krijgen P.C.'s ter beschikking daar waar de bedrijfsvoering dit nodig maakt. Een groot deel van de inzet daar wordt bepaald door projecten in het kader van het Informatieplan. In antwoord op soortgelijke vragen uit de fracties van CDA en D66, kan nog worden meegedeeld dat PARAC de opdracht heeft om een apparatuurplan op te stellen. Dit regelt de toedeling van P.C.'s en
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
randapparatuur op de wijze zoals eerder aangegeven. De leden van de fractie van D66 merken overigens terecht op dat er een zwaarder gebruik gemaakt gaat worden van P.C.'s. Hiermee wordt rekening gehouden in die zin dat 80% van het verwachte gebruik in de komende tijd zich zal beperken tot tekstverwerking en het uitwisselen van bestanden via electronische post en dat 20% van het verwachte gebruik zwaarder zal zijn. Daar waar dat reeds expliciet duidelijk is, worden zwaardere machines ingezet. Een uitgewerkt projectvoorstel voor de electronische post zal in september aan het Presidium worden aangeboden, zodat een project– groep in het vierde kwartaal aan het werk kan. Vooruitlopend op het nog te schrijven projectvoorstel, dat op de toepassingsmogelijkheden van electronische post bij de Kamer zal ingaan, lijkt het redelijk te veronder– stellen, dat onderling en gescheiden per fractie/groep berichtenverkeer mogelijk is. Een kosten/baten-afweging, ook tussen alternatieven blijft natuurlijk nuttig. 2. Centrale apparatuur en netwerk Met de CDA-fractie is het Presidium van mening dat iedereen in het nieuwe netwerk desgewenst een aansluiting moet kunnen krijgen. Technisch levert dat geen problemen op. Er is vorig jaar een capaciteits– vergroting van de centrale computers gerealiseerd, terwijl dit jaar een groot deel van het nieuwe netwerk wordt aangelegd. Het is echter nog niet mogelijk om alle gebruikers in spé op het netwerk aan te sluiten. Hiervoor is een verdere uitbreiding van de centrale computers en de netwerkcomponenten noodzakelijk. Het toegezegde apparatuurplan zal inzicht verschaffen in de geplande uitbreidingen. Investeringen in netwerken hebben niet alleen te maken met P.C.'s, maar ook met de infrastructuur, bestaande uit bekabelingssysteem, netwerkcomponenten en netwerkservers en de benodigde beheerscapa– citeit. Deze componenten maken dat een netwerkaansluiting ongeveer tweemaal zoveel kost als een stand-alone P.C. Gaarne neemt het Presidium de suggestie van de fractie van D66 over om over deze kwestie een discussie in de STAD te voeren. In het overgrote deel van de gebouwen is overigens reeds moderne bekabeling aangebracht. Bij de komende renovatie van Binnenhof 1a - 3 wordt door de Rijksgebouwen– dienst nieuwe bekabeling aldaar aangebracht. In gebouw Binnenhof 7 zal de nieuwe bekabeling in 1993 worden aangebracht. Hiertoe is in de Raming 1993 f 90 000 gereserveerd. E. FEZ
In antwoord op de desbetreffende vragen uit de WD-fractie deelt het Presidium mee, dat aan de huidige opzet van de ondersteuning van de leden via persoonlijk medewerkers zeer heterogene bezwaren kleven. Deze bezwaren liggen in de eerste plaats in de rechtspositie van die persoonlijke medewerkers die zijn aangesteld via een arbeidscontract met een individueel lid. De leden zijn hierbij gebonden aan een door het Presidium in het verleden vastgesteld rechtspositiereglement dat echter op verschillende punten achterhaald is. Uiteraard is hier wel het gewone burgerlijk recht van toepassing. Een tweede bezwaar is gelegen in het feit dat de stafdienst FEZ voor de leden de aan deze arbeidscontracten verbonden administratie verzorgt met als gevolg dat de bedrijfsver– eniging geneigd is de Tweede Kamer als werkgever aan te merken. Na enkele malen uitstel heeft de bedrijfsvereniging de Kamer de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
10
gelegenheid gegeven om hiervoor uiterlijk in 1992 een oplossing te vinden. Een derde bezwaar is in het verleden geformuleerd door de Reken– kamer. Deze zag de persoonlijke ondersteuning als een op geld waardeerbare voorziening in de zin van artikel 63 van de Grondwet. In dat geval zou de regeling bij de wet (met gekwalificeerde meerderheid) moeten worden vastgesteld. Het Presidium acht het wenselijk dat de rechtsbasis voor de aanspraak van de individuele leden tenminste - zoals ook door de accountantsdienst wordt gevraagd - in een duidelijke regeling wordt neergelegd. Deze regeling moet voor alle betrokkenen (de persoonlijk medewerkers zelf, de leden, fracties, accountantsdienst, bedrijfsvereniging) toetsbaar zijn. Nagegaan wordt of met behoud van de vrijheid van de individuele leden, onderbrenging van de persoonlijke medewerkers in een stichting een oplossing kan bieden.
F. COMMUNICATIE
1. Algemeen Leden van de fracties van CDA en WD vragen bij de aankondiging van uitbreiding van het voorlichtingsmateriaal in vreemde talen naar aard en mate van internationale bijeenkomsten in 1993. Naast de vergaderingen van het Beneluxparlement in 1993 en 1994 in ons land en de voorziene voorzittersconferentie in 1993, groeit het aantal ad hoc bijeenkomsten en individuele internationale contacten. Ongetwijfeld heeft de nieuwbouw hierbij een aanzuigende werking. Aan de vraag van commissies en leden naar voorlichtingsmateriaal in vreemde talen kan op dit moment niet adequaat voldaan worden. Daarnaast blijkt een groeiende behoefte aan representatieve boekwerken bij contacten van leden en commissies in het buitenland. Verder ontvangt de Tweede Kamer meer rechtstreekse verzoeken uit het buitenland, zowel van parlementaire zijde als van particulieren om toezending van informatiemateriaal waaronder het Reglement van Orde en andere regelingen en voorschriften die met het functioneren van het parlement te maken hebben in het frans, duits, engels of spaans. 2. Kamerbode
Uit de vraag van de leden van de PvdA-fractie blijkt niet duidelijk welke andere mededelingen zij beogen. De redaktie van de Kamerbode staat open voor suggesties. Na het zomerreces zal een mogelijkheid voor het plaatsen van ingezonden brieven geopend worden. De leden van de D66-fractie vragen om een visueel duidelijker onder– scheid anders dan een groot nummer op de voorzijde van de wekelijkse uitgaven. In het najaar worden vormgeving en de produktie geëvalueerd. Daarbij zal deze wens betrokken worden. 3. Media
Leden van de CDA-fractie vragen naar de verdere ontwikkeling van de gedachte om het geregisseerde TV-beeld van de plenaire vergadering aan kabelnetten beschikbaar te stellen. Bij de VECAI (Vereniging van Exploitanten en machtigingshouders van Centrale antenne Inrichtingen) wordt dit voorjaar een onderzoek gedaan onder kijkers. In dit onderzoek wordt tevens gevraagd naar de belangstelling voor het permanente
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
11
uitzenden van de Tweede Kamervergadering. Tevens zal de VECAI de leden bevragen over debereidwilligheid tot het doorgeven van het signaal. Wanneer hierover duidelijkheid verkregen is, zullen stappen ondernomen worden om de zendmachtiging van de Tweede Kamer aan te passen. De gemeente Den Haag heeft zich aangeboden als eventueel proefgebied. Genoemde leden vragen voorts of overwogen is geld vrij te maken voor uitbreiding van het aantal camera's in de nieuwe vergaderzaal Bij handhaving van het uitgangspunt dat de meerjarenramingen niet overschreden mogen worden, is er geen mogelijkheid door herschikking voldoende extra gelden vrij te maken. De Kamer ziet zich in de eerste jaren van de nieuwbouw voor hoge kosten geplaatst, waardoor te weinig speelruimte blijft voor deze extra uitgave. De leden van de CDA-fractie vragen tenslotte naar de stand van zaken met betrekking tot de Draadomroep van de Tweede Kamer. Hoewel het aantal aangesloten centrale antenne-inrichtingen de laatste jaren iets afneemt, blijft door fusies en samenwerkingsverbanden de afname van het aantal aangesloten huizen daarbij achter. Op dit moment zijn net iets meer dan twee miljoen huizen aangesloten. Het gebruik van de Draad– omroep wordt niet door de dienst KLO gemeten. Gezien de daaraan verbonden vrij hoge kosten is niet overwogen een eigen luisteronderzoek op te dragen. De zendmachtiging voor de Draadomroep van de Tweede Kamer geeft aan dat in eerste instantie de plenaire vergadering direct en onverkort doorgegeven dient te worden. Daarnaast kunnen andere openbare verga– deringen direct en onverkort uitgezonden worden. De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de keuze wélke commissievergadering dit zal zijn, ligt bij de Griffier. De praktijk is dat Griffie, Communicatie en de betrokken commissiegriffiers tezamen kiezen. Uitgangspunt is vooral de te verwachten publieke belangstelling. Leden van de WD-fractie vragen naar de regels voor fotografen in de nieuwe vergaderzaal. Sinds medio zeventiger jaren stelt het Presidium regels vast voor het maken van opnamen in gebouwen van de Tweede Kamer. Deze regels gelden voor foto–, film– en geluidsopnamen. Over voorgenomen wijzigingen en aanpassingen wordt steeds overleg gepleegd met het bestuur van de Parlementaire Persvereniging. In verband met de gewijzigde situatie in de nieuwe vergaderzaal en de groeiende afwijzende houding van leden t.o.v. de werkwijze van fotografen, zijn nieuwe regels door het Presidium vastgesteld. Na protest van de persfotografen is overeengekomen, dat enige tijd geëxperimen– teerd wordt met een soepele aanpassing. Uitgangspunt is dat zich achter de Voorzitter alsmede schuin achter de regeringstafel vijf fotografen kunnen opstellen. In overleg met Voorzitter of Kamerbewaarder mogen maximaal drie fotografen vóór het verhoog van de Voorzitter komen, zij het dat zij zich vanwege de geringe hoogte van de voorzitterstafel veelal gehurkt moeten opstellen. De fotografen regelen onderling wie op welke plek kan staan. Verder is het ook toege– staan te fotograferen vanuit de ingangen tussen de loges. Het is niet toegestaan in «De Wandelgang» opnamen te maken. De tekst van het hele reglement zal t.z.t. na aanpassing verkrijgbaar zijn bij de afdeling Voorlichting.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
12
G. DIRECTIE GRIFFIEDIENSTEN De vragen uit de CDA-fractie over textpool kunnen als volgt beant– woord worden. De snelheid waarmee de SDU witte stukken gereed heeft bij electronische aanlevering is aanmerkelijk vergroot, in die gevallen waarin de electronische aanlevering geschiedt in het vereiste tekstver– werkingsformaat (ODA/ODIF met als tussenfase DCA/RFT). Dit is ook veel goedkoper. In de huidige fase van het EPR-project Parlement (binnen de Kamer bekend als Textpool) wordt nog veel tekst aangeleverd in eenvoudiger tekstverwerkingsformaten. Voor de bewerking daarvan heeft de SDU tijd nodig; de benodigde tijd scheelt niet veel met de tijd die nodig is voor zetten. Wel wordt op deze wijze de kwaliteit vergroot (minder drukfouten). De eigen produktie van de Kamer (m.n. verslagen mondeling overleg) wordt zeer snel gedrukt afgeleverd. Dat nog vier papieren exemplaren van inbrengen gevraagd worden naast aanlevering op diskette, heeft twee redenen. De eerste is dat de Kamer (ook bij regeringsstukken) het papieren exemplaar beschouwt als het authentieke stuk. In de tweede plaats wordt ervan uitgegaan dat fracties toch voor eigen gebruik afschriften laten maken (en bijvoorbeeld voor de pers niet de inbreng uitsluitend op diskette beschikbaar stellen), zodat het een kleine moeite is een paar extra exemplaren te maken die griffiers meteen naar departementen kunnen sturen zonder ze eerst zelf te printen en te laten fotocopiëren. Een knelpunt in de organisatie van de Kamer is gelegen in de onder– steuning van de commissies en staat dus los van de in april 1989 aange– brachte bijstellingen in de organisatie. Op dat moment waren de commissiebureaus immers reeds gecreëerd inclusief de benoeming van stafmedewerkers voor de inhoudelijke ondersteuning van het commis– siewerk. In 1991 is deze vorm van ondersteuning geëvalueerd met als slotsom dat de behoeften per commissie sterk variëren en dat de behoeften ook in de tijd variëren. Wel lijkt er een structurele behoefte te bestaan aan ondersteuning vanuit bepaalde aspecten, zoals het budgettair/comptabele aspect, het juridisch/bestuurskundige en het EG/Volksrechtelijke. De stafmedewerkers hebben enkele belangrijke inhoudelijke bijdragen geleverd voor de behandeling van aanhangige onderwerpen, zoals de Algemene Wet Bestuursrecht, maar een derge– lijke behoefte deed zich niet met zo'n regelmaat en intensiteit voor dat het gerechtvaardigd blijft om voor dat doel bij elke commissie een hooggekwalificeerde medewerker beschikbaar te hebben. In de praktijk blijken deze medewerkers ook vaak en met profijt voor de desbetref– fende commissies te zijn ingeschakeld voor andere werkzaamheden, zoals toezeggingenregistratie, het gereed maken van dossiers voor werkbezoeken en hoorzittingen. Aangezien het hier echter werkzaam– heden betreft waarvoor andere eisen gesteld moeten worden dan voor het leveren van inhoudelijke notities over aanhangige stukken, zijn de opgetreden vacatures onder stafmedewerkers niet vervuld. Intussen is in de Commissie voor de Werkwijze gebleken, dat een wetgevingsrapport zoals bedoeld in artikel 27 van het huidige Reglement van Orde niet slechts in uitzonderlijke gevallen maar in de regel gewenst wordt. De hiervoor benodigde deskundigheid zal moeten worden gevonden in de commissiebureaus en/of in het Bureau Wetgeving. Het Presidium gaat ervan uit dat in het najaar ook hiervoor een organisato– rische oplossing wordt gevonden. Deze oplossing moet zodanig zijn dat alle commissies de ondersteuning behouden waaraan zij behoefte hebben. Hoewel dit niet speciaal de opzet van deze nieuwe inzichten is, ziet het er naar uit, dat de formatieve betekenis ervan op de langere duur
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
13
neutraal is, zodat er geen sprake is van «vrijvallende middelen», zoals de leden van de fractie van D66 veronderstellen.
H. DIRECTIE INFORMATIEVOORZIENING
De cruciale fase van het DlS-project Wet– en Regelgeving houdt in dat op een aantal terreinen in de zeer nabije toekomst beslissingen genomen moeten worden. In de eerste plaats gaat het om definitieve vaststelling van de redactiestandaarden, inclusief alle details, aan de hand van de ervaringen opgedaan met de prototypes. Een tweede beslispunt betreft de toekomstige organisatie, met name de samenwerking tussen de Rijksoverheid in deze vertegenwoordigd door het het Ministerie van Binnenlandse Zaken, de Tweede Kamer en het bedrijfsleven. De onderhandelingen op dit terrein zijn nu zover gevorderd, dat het niet verstandig is mededelingen daarover te doen. De Kamer zal zo snel mogelijk van de voorstellen op de hoogte worden gebracht, waarbij ook de eventuele consequenties voor de bestanden van de Kamer aan de orde komen. Het Presidium acht het niet meer dan logisch dat de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken zich in haar brief niet heeft uitgelaten over de interne Kamerorganisatie. Vanzelfsprekend spelen de belangen van de (interne) gebruikers in deze kwestie een grote rol. Een derde beslispunt is de te kiezen retrieval-programmatuur. Hierover is reeds een inventariserend onderzoeksrapport verschenen. Schrijvende over het beschikbaar komen van het geautomatiseerd bibliotheekbestand, doelde het Presidium in de toeiichting met «alle interne gebruikers», op alle interne gebruikers die aangesloten zijn aan het oude of het nieuwe netwerk. De opmerking over de beschikbaarheid van het PDS (Postdistributie– systeem) in het vergaderjaar 1992/1993 betekent, dat het PDS al in september/oktober 1992 operationeel kan worden. Met de ontwerpers en constructeurs wordt daar ook naar toe gewerkt. Afhankelijk van o.a. de beschikbaarheid van diverse gespecialiseerde materialen c.q. onder– delen zou dit tijdstip zelfs nog eerder kunnen komen te liggen. De extra armslag bij de Postkamer kan er komen middels twee goedgekeurde vacatures op de raming 1992. Deze zijn tot nog toe niet vervuld, omdat graag tevoren Hoofd PAZ a. de beoogde verbeteringen en de snelheid van het PDS wil kennen, b. de gevolgen van de nog te reali– seren integratie van de afdeling Postzaken en een deel van de Bodedienst en c. er verandering van inzicht is gekomen m.b.t. een aantal taken. In het laatste kwartaal van 1991 heeft PAZ onder de leden geënquê– teerd m.b.t. de weekendbezorging van poststukken door PTT-post, aangezien de indruk bestond dat de laatste het toegezegde scoringsper– centage van 92% niet kon waarmaken. Als alternatief werd toen met PTT-post besproken de herinvoering van de zgn. geel-rode «Kamer– strookjes/stickers». Het gebruik ervan leverde destijds, vanwege de betere herkenbaarheid voor de PTT-medewerkers, een substantieel hoger bezorgingspercentage op. Na afwijzing van deze suggestie door PTT-post werd gebruik gemaakt van de diensten van een veel duurdere koeriers– dienst voor een deel van de weekendpost. Om dat te omzeilen en tevens aanzienlijke besparingen te realiseren, is het voorstel gedaan de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
14
weekendpost - vooralsnog alléén de Kamerpost - te versturen in een oranje gekleurde, speciale nylon posttas. I. DIRECTIE VERZORGENDE DIENSTEIM 3. Restaurantbedrijf Leden van het CDA vroegen eerder in het verslag om een samen– vattend overzicht van de conclusies van het gebruikers-onderzoek door Hospitality Consultants. De hieronder verwerkte enquêtegegevens hebben betrekking op de situatie vóór de verhuizing, dit ter voorkommg van misverstanden. De enquête vond plaats in september 1991. Een korte weergave vindt plaats overeenkomstig de door Hospitality Consul– tants aangegeven categorieën. Over de keuzemogelijkheden blijken onze gebruikers tevreden, zeker in vergelijking met referentie-onderzoeken elders. Jongeren (<36 jaar) zijn iets minder tevreden dan ouderen. Ook zijn de gebruikers over het algemeen tevreden over de smaak van produkten. Vooral broodjes, soepen en koude snacks scoren hoog. Vegetarische en dinerschotels alsmede warme snacks scoren minder. Vermeldenswaard is dat wederom jongeren (<36 jaar) minder tevreden zijn dan ouderen. De wens wordt geuit om meer «gezonde produkten» o.a. salades, groenten, broodsoorten, minder vet, te verstrekken. De gebruikers van decentrale voorzieningen wensen een ruimer assortiment. Wat de prijsstelling betreft, komen gesubsidieerde instellingen meestal goed tevoorschijn bij de klanten In vergelijking is het percentage ontevredenen over de prijs hier lager dan elders. De categorie ambte– naren is wat minder tevreden als het om prijsstelling gaat dan de overige categorieën respondenten. Er is een uitzonderlijk hoge tevredenheid als het gaat om de toepassing van het systeem van de credit-card. lets minder dan de helft van de respondenten is bereid om een wat hogere prijs te betalen voor meer faciliteiten. Over het personeel van het Restaurant is men doorgaans tevreden, met enige kritiek op de service-bereidheid. Over de aanspreekbaarheid van verantwoordelijke personen in de verstrekkingspunten zijn met name de jongere klanten minder tevreden. Er is veel ontevredenheid over de snelheid van bediening. Presentatie en het geven van informatie zouden veel beter moeten. De gebruikers van decentrale voorzieningen zijn zeer ontevreden over de openingstijden. Over het aantal zitplaatsen in de Restaurants heerst veel ontevre– denheid, vooral bij de decentrale voorzieningen Koloniën en Hotel. Voorts is er ontevredenheid als het gaat om ventilatie (geurtjes). De vraag van PvdA-leden om regulier geplande, wat feestelijk getinte bijeenkomsten te situeren bij de decentrale voorzieningen, roept problemen op die slechts met veel uitzendkrachten zijn op te lossen. In eerste aanleg zijn de huidige horecavoorzieningen (met tijdelijk de Aletta Jacobszaal) daarvoor bedoeld. Het elders in gebouwen organiseren van feestelijke bijeenkomsten brengt veel extra werkzaamheden met zich mee voor het Restaurantbedrijf. Incidenteel kan wel aan dergelijke wensen tegemoet gekomen worden. Er is besloten om de verstrekking van frisdranken in blikjes te beëin– digen - dit in antwoord op de VVD-fractie. De nog aanwezige voorraden worden opgemaakt. Er zal voor gezorgd worden dat in vergaderingen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
15
geen blik meer geserveerd wordt, de nog bestaande voorraden zullen via andere kanalen gedistribueerd worden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
16
BIJLAGE
De bijlage informatieplan was niet bedoeld, zoals de CDA-leden veron– derstellen, als formele automatiseringsbijlage, maar als evaluatie en weergave van de stand van zaken van het twee jaar geleden aangenomen informatieplan. Er is overleg gevoerd met de accountants van het Minis– terie van Binnenlandse Zaken waarin de wenselijkheid van het hanteren van de voorschriften terzake aan de orde is gekomen. Afgesproken is dat die formele voorschriften bij de indiening van hoofdstuk II zullen worden gevolgd. Het Presidium heeft met belangstelling en grotendeels met instemming kennis genomen van de opmerkingen uit de CDA-fractie over de betekenis van «projectmatig werken» in het kader van het Informatieplan. Het voordeel van deze projectmatige aanpak is onder meer dat de functionarissen die later met een bepaald bestand moeten werken, reeds in de fase van voorbereiding kunnen worden ingeschakeld. Het gaat dan bij de Tweede Kamer echter om medewerkers die, vooral in het kader van het primaire proces, niet vrij zijn in hun agenda's. Zowel de plenaire activiteiten als die van commissies kunnen immers, onverwacht de aanwezigheid van bijvoorbeeld een plv. griffier nodig maken. Ook kunnen onverwachte perscontacten of bezoeken het een medewerker van de stafdienst communicatie onmogelijk maken een bijeenkomst van een projectgroep bij te wonen. Dit verschijnsel maakt het nodig in de formatie van diverse diensten rekening te houden met marges. Wat betreft het Centrum voor Persoonlijk Computergebruik is er nog slechts een interim-rapportage van de projectgroep, die voor het zomer– reces gevolgd zal worden door een andere rapportage. Het CPC is bedoeld om een klantgerichte ondersteuning te geven. Deze onder– steuning heeft betrekking op taken, die zijn verdeeld over drie diensten. De taakafbakening is dus een wezenlijkonderdeel van de inrichting van het CPC, zolang de organisatie niet wordt herzien op dit punt. Leden van de CDA-fractie vragen vervolgens verduidelijking van de ontwikkelingen van het publieksinformatiesysteem en in het bijzonder over NOS-Teletekst en Kamertext. NOS-Teletekst is een onafhankelijk, externie raadplegen informatiesysteem. De afdeiing Voorlichting van de stafdienst Communicatie heeft met de redactie afspraken gemaakt om in het kader van de publieksinformatie een drietal pagina's met informatie over de werkzaamheden van de Kamer te vullen. Dit betreft: - pagina 140: informatie over de agenda van de plenaire vergadering, werkbezoeken en petitie-aanbiedingen - pagina 141: informatie over openbare commissievergaderingen - pagina 142: stemmingslijsten cn stemmingsuitslagen. Gezien de vraag naar informatie over het verloop van de plenaire vergadering zullen in de loop van 1992 op pagina 140 ook sprekerslijsten worden opgenomen. Naast NOS-Teletekst is voor intern gebruik het systeem Kamertext ontwikkeld, in eerste instantie ten behoeve van bezoekers. Dit systeem is op dezelfde wijze als teletext via de televisie raadpleegbaar, hetgeen de herkenbaarheid voor het publiek vergroot. Kamertext is zowel via speciaal te plaatsen monitoren in het publieksgebied, als via televisie– schermen op werkkamers raadpleegbaar. Naast de informatie die ook via NOS-Teletekst kan worden opgeroepen, bevat het systeem informatie als de samenstelling van de Kamer en haar commissies, de lijst van overige vergaderingen en - niet voor publiek raadpleegbaar - informatie ten behoeve van de gebruikers van de Kamergebouwen (bijvoorbeeld infor– matie van de Interne dienst en het Restaurantbedrijf).
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22577, nr. 14
17
In het Informatieplan is de ontwikkeling van een afzonderlijk systeem voor informatie over de plenaire vergadering als onderdeel van Parlis opgenomen. Aangezien informatie-verstrekking over de plenaire verga– dering ook in NOS-Teletekst en Kamertext is voorzien, dient nader te worden onderzocht of een afzonderlijk plenair informatiesysteem dient te worden ontwikkeld. Criteria bij de te nemen beslissing zijn onder meer het voorkomen van dubbele informatieverstrekking, de kosten en de mogelijkheid van koppeling tussen bestaande systemen, zowel in technische zin als wat betreft de uitwisseling van gegevens. In zijn vergadering van 8 april jl. heeft het Presidium het Privacyre– glement multifunctionele kaart vastgesteld. In de Kamerbode van 18 mei wordt inhoudelijk op dit reglement ingegaan. Het ligt in de bedoeling om dit reglement 1 juni a.s. in werking te laten treden. Voor degenen, die over het reglement willen beschikken, is een exemplaar verkrijgbaar bij de Bureausecretaris. In antwoord op een desbetreffende vraag van de PvdA-fractie wijst het Presidium erop dat niet alle gebruikers behoefte hebben aan een algemeen tools-programma. Daarom zal zo'n pakket niet standaard op de P.C.'s worden geïnstalleerd. P.C.-tools of vergelijkbare pakketten kennen twee functies, namelijk beheer van de P.C. en het repareren van verminkte bestanden. Met name het repareren vereist een grondige kennis van zowel het operating systeem van de P.C. als de manier waarop bestanden worden opgeslagen Deze kennis moet aangevuld worden met een dosis dagelijkse praktijk. Gezien het feit dat deze kennis bij PARAC aanwezig is en het niet-dagelijkse karakter van optredende calamiteiten, wordt aanbevolen om reparaties door PARAC te laten verrichten. Daar waar nuttig en nodig, kan met name voor de beheer– functie een tools-pakket ter beschikking worden gesteld. Een keuze voor een grafische schil - dit in antwoord op een vraag uit de fractie van D66 - in combinatie wellicht met een ander operating systeem, is nog niet gemaakt. Er zijn nog geen indicaties dat ofwel Windows ofwel OS/2 met Presentation Manager in de komende jaren op grote schaal door de Tweede Kamer zullen worden toegepast. De huidige machines zijn goed in staat om deze jaren te overbruggen, zeker gezien de mogelijkheid om de communicatiesoftware in het uitgebreide geheugen van de P.C.'s op te slaan. Op dit moment zijn de snellere P.C.'s, zeker als gekozen wordt voor een A-merk, beduidend duurder dan de thans gehanteerde. Het toepassen van een grafische schil beperkt zich op dit moment tot de ontwikkeling van eigen programmatuur. Hiervan is nu een eerste prototype gereed. Zodra er meer ervaring is, zal hierover aan de stuur– groep worden gerapporteerd. Hierbij zal tevens aan de orde moeten komen de toepassing van grafische schillen voor de meer standaard-programmatuur en de besturingssoftware (toepassing van OS/2, windows). Het extern raadplegen van Kamerbestanden - bijvoorbeeld door leden thuis - zal geschieden door middel van een koppeling van de telefoon– centrale en de AS400, waarbij de benodigde modems in de telefooncen– trale aanwezig zijn en gebruik gemaakt wordt van een terugbelfaciliteit. Een alternatieve opzet, zonder tussenkomst van de telefooncentrale, maar door leverancier is voorlopig afgevallen uit kostenoverwegingen. De opzet via de telefooncentrale heeft in zoverre consequenties voor de electronische post, dat gestreefd wordt naar gelijkvormigheid tussen de faciliteiten in het Kamergebouw en de faciliteiten thuis. Daarmee ligt het
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
18
gebruik van een electronische post op de kamerapparatuur meer voor de hand dan het gebruik van externe electronische post (memocom bijvoor– beeld). Overigens wordt, zoals op vragen van de PvdA-fractie is geant– woord, de toepassing van electronische post nader uitgewerkt. Artikel 03.08 (Tegemoetkoming in de kosten van fracties) Op de vraag van leden van de PvdA-fractie wanneer deze tegemoet– koming voor de laatste keer structureel verhoogd is, antwoordt het Presidium dat op dit artikel jaarlijks de technische bijstellingen (ioon– en prijsbijstellingen) worden verwerkt. Deze bijstellingen hebben een struc– tureel karakter. De laatste beleidsmatige bijstelling is aangebracht bij de begrotingsvoorbereiding 1991, nl. de budgettaire verwerking van de financiële gevolgen van de voorstellen van de Commissie-Dees ten aanzien van de vervoersfaciliteiten fracties ad f 0,6 miljoen. De Voorzitter, Deetman De Griffier, Kerkhofs
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 577, nr. 14
19