Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1995–1996
24 400 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1996
Nr. 11
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 januari 1996 De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken1 heeft in aanwezigheid van de gevolmachtigd minister van Aruba, de heer Croes, en de voorzitter van de commissie-Aarts-Muyale, de heer Aarts, op 6 december 1995 overleg gevoerd met minister Voorhoeve voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken over: – de brief van 19 september 1995 inzake de derde rapportage van de commissie-Aarts-Muyale betreffende de uitvoering van het Protocol Aruba-Nederland van 21 oktober 1995 (24 400-IV, nr. 10); – de brief van 11 september 1995 betreffende afspraken tussen Nederland en Aruba op het gebied van criminaliteitsbestrijding. Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Mateman (CDA), Korthals (VVD), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), Van Rey (VVD), Lilipaly (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Rosenmo¨ller (GroenLinks), ondervoorzitter, Scheltema-de Nie (D66), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Bijleveld-Schouten (CDA), Middel (PvdA), Bukman (CDA), voorzitter, Remkes (VVD), Boogaard (groep-Nijpels), Schuurman (CD), Noorman-den Uyl (PvdA), Fermina (D66), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Oudkerk (PvdA), Van Dijke (RPF). Plv. leden: V. A. M. van der Burg (CDA), Vouˆte-Droste (VVD), Rijpstra (VVD), Reitsma (CDA), Verbugt (VVD), Valk (PvdA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), De Graaf (D66), Rehwinkel (PvdA), Van den Berg (SGP), Smits (CDA), Van Traa (PvdA), Weisglas (VVD), De Hoop Scheffer (CDA), Aiking-van Wageningen (groep-Nijpels), Poppe (SP), H. Vos (PvdA), De Koning (D66), De Cloe (PvdA), Van den Doel (VVD), Woltjer (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Wolters (CDA).
De heer Te Veldhuis (VVD) vond de ondertoon van de prettig leesbare derde rapportage van de commissie-Aarts-Muyale nogal zorgelijk, met name waar het gaat om de financie¨le situatie. De achterstand bij het open vaststellen van jaarrekeningen zal weer niet worden ingelopen. De jaarrekeningen 1987, 1988 en 1990 zouden rond deze tijd beschikbaar komen, maar zijn ze er ook? De commissie spreekt vrij hard uit dat het risico bestaat dat het beleid voor dit en het volgend jaar weer op drijfzand zal zijn gebouwd omdat er geen betrouwbare en verifieerbare cijfermatige informatie bestaat. De Rekenkamer is onderbezet en kan niet doen wat mag worden verwacht; aan echte controles komt zij vaak zelfs niet toe. Velen die erbij betrokken zijn, belanghebbend zijn en moesten leren van de eerdere rapportages blijken vaak niet eens over de stukken te beschikken. Hij achtte het eveneens zorgelijk dat het begrotingstekort eind 1994 is opgelopen tot 10,7 mln., terwijl dat in 1993 «nog maar» 2,3 mln. was. De commissie hoopt dat de ambitieuze plannen en nieuwe beleidsvoornemens van de Arubaanse regering zullen slagen, maar bovenaan blz. 2 van de rapportage waarschuwt zij tussen de regels door toch wel voor al te veel optimisme en zeker voor geforceerd beleid. In een toespraak in Willemstad heeft de heer Van Lennep, voorzitter van de commissie schuldenproblematiek, op 19 november jl. zo’n beetje
6K0306 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1996
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
1
1
aangegeven hoe de rapportage van de commissie er zal gaan uitzien. Volgens hem was de situatie op Aruba en de Antillen ernstiger dan in 1993 kon worden voorzien, kon er geen twijfel over bestaan dat het in de jaren ’80 gevoerde beleid in allerlei opzichten ontoereikend is geweest en moesten bestuurders nu de moed hebben om ingrijpende maatregelen te nemen en burgers de bereidheid om soms aanzienlijke offers te brengen met het oog op hun eigen toekomst en die van hun kinderen. Al met al blijkt volgens beide commissies nog een stevige inhaalslag nodig om weer orde op zaken te krijgen. Hopelijk zullen o.a. de werkzaamheden van de commissie-Aarts-Muyale ertoe leiden dat er op Aruba, dat toch relatief rijk kan worden genoemd, een beter begrotings- en financieel beleid komt. Wat is de reactie van de regering op de stelling van de commissie dat het succes van de regeling voor melding van ongebruikelijke transacties afhangt van de inzet van politie en justitie, van know how en expertise, maar dat die onvoldoende verzekerd lijken? Minister-president Eman verwijt het Nederlandse parlement dat het de Arubaanse vrijgestelde vennootschappen (AVV’s) aan de orde heeft durven stellen omdat die immers zo gebruikelijk zijn in het Caribisch gebied. Als niet bekend is wie de bestuurders en aandeelhouders van die 4000 AVV’s zijn, als er geen publikatieplicht bestaat, als ze zijn vrijgesteld van deviezenbeperkingen en ook voor 100% van belastingheffing, is dan de twijfel niet gerechtvaardigd of ze niet als witwascircuit kunnen worden gebruikt? Gelet op de achterstand bij het opstellen van rekeningen leek het de heer Te Veldhuis ook met het oog op de toekomst verstandig om op basis van goede cijfers nu echt eens te proberen schoon schip te maken en om daarbij ook Nederlandse deskundigen in te schakelen. Volgens het rapport-Aarts-Muyale zijn vele ambtenaren met een gouden handdruk weggesaneerd, maar bleven sommige functies toch nodig. Daardoor moesten mensen van buiten worden ingehuurd om dat werk te doen. Is dat niet erg onverstandig geweest? De Arubaanse regering wil de op enigszins eenzijdige economische basis (de toeristenindustrie) verbreden naar bijvoorbeeld financie¨le dienstverlening, handel, transport, e.d. Zijn dat niet arbeidsintensieve sectoren, terwijl de arbeidsmarkt op Aruba al zo oververhit is? De heer Te Veldhuis zag op nogal wat onderdelen van de afspraken over de criminaliteitsbestrijding graag een nadere uitwerking tegemoet. De richting van de afspraken lijkt hem op zich wel goed – bestrijding van de georganiseerde misdaad, de fraude en de corruptie – maar het gaat erom die strijd te winnen. Dat kan alleen maar als de regels goed zijn en als het bestuur en het ambtelijk apparaat en de rechtshandhaving van goede kwaliteit zijn. Binnen welke termijn moet dat alles bereikt zijn? De uitvoering van de afspraken zal halfjaarlijks worden gee¨valueerd. Krijgt de Kamer inzage in die rapporten? Werken de Nederlandse Antillen overigens nu ook mee aan het tot stand brengen van de kustwacht? Mevrouw Mulder-van Dam (CDA) mistte een standpunt van het kabinet over het rapport-Aarts-Muyale, hetgeen haars inziens toch was afgesproken. Zij was de mening toegedaan dat de commissie-Aarts-Muyale tot nu toe goed werk heeft geleverd en herhaalde daarom haar suggestie om het rapport een brede verspreiding te geven, opdat degenen die erbij betrokken zijn daarmee hun voordeel kunnen doen. De commissie constateert dat de tendensen die in het vorige rapport op financieel-economisch terrein zijn geschetst zich in het eerste halfjaar van 1995 zowel in positieve als in negatieve zin hebben doorgezet. Zij stelt ook dat het bij de Arubaanse regering niet aan ambitie ontbreekt om op diverse punten beleidsvoornemens te formuleren, maar waarschuwt ervoor dat niet te veel tegelijk moet worden aangepakt. De CDA-fractie onderschreef dat want ook haar leek een planmatige goed getimede
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
2
uitvoering van de plannen van belang. Op verschillende terreinen zijn deskundigen nodig die op Aruba thans nog ontbreken en in goed overleg moet dan ook worden bezien of inschakeling van Nederlandse deskundigen noodzakelijk is. Dat geldt vooral de financie¨le terreinen, waaronder de comptabiliteit. Wat de uitvoering van het protocol betreft, ging zij allereerst in op de kustwacht. Is het juist dat daarmee eindelijk vorderingen worden gemaakt? Het is goed dat er over het in januari 1995 gepresenteerde beleidsplan afspraken zijn gemaakt, maar die moeten wel worden nagekomen. Hoe staat het daarmee, met name wat betreft de criminaliteitsbestrijding? Zij herinnerde aan de toezegging van de minister bij de begrotingsbehandeling over een rapportage over de omvang van de criminaliteit en een voorstel tot het verrichten van nader onderzoek en vroeg hoe het daarmee staat. De ontwerp-Landsverordening openbaarheid van overheidsdocumenten is al in de staten aan de orde geweest, maar voor het goed functioneren van een democratie is het heel belangrijk dat er een openbare behandeling in de staten van Aruba plaatsvindt. Wordt de daarvoor gestelde streefdatum gehaald en welke vorderingen zijn er op dat punt te melden? Dezelfde vraag stelde zij als het gaat om de belastingregelingen. In het rapport van de commissie staat dat de Centrale Bank van Aruba het vrijwel onmogelijk acht dat Arubaanse banken op grote schaal worden gebruikt voor witwasoperaties. Ter zake van de AVV’s lijkt er overigens sprake te zijn van meer dan een cultuurverschil in de opvattingen daarover op Aruba en in Nederland. Toch leek het ook mevrouw Mulder van belang dat daarover iets meer duidelijkheid werd geschapen. Zijn er nog relevante ontwikkelingen te melden rond de niet afgebouwde hotels en kan al iets worden gezegd van het marketingplan 1995? Heeft Aruba al iets gedaan met de suggestie van de commissie-AartsMuyale voor een ad-hocstatencommissie die de staten periodiek rapporteert over de voortgang van de inhaaloperatie inzake de jaarrekeningen? Het leek mevrouw Mulder van belang om de ontwikkeling van de punten uit het rapport-Aarts-Muyale nauwgezet te blijven volgen en om te bezien of Nederlandse steun en deskundigheid wel doelmatig worden ingezet. Ten slotte verzocht zij de minister de volgende rapportage en bijbehorende stukken wat tijdiger aan de Kamer voor te leggen, opdat meer tijd beschikbaar is voor de voorbereiding van een overleg daarover. Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vroeg of de afspraken in het kader van de criminaliteitsbestrijding nu de aanzet zijn voor het beloofde algemene meerjarige beleidskader waarvan in de begrotingstoelichting werd gerept. Zij onderstreepte het belang om het OM op peil te houden en vond het een goede zaak dat de Nederlandse regering heeft toegezegd daaraan te zullen meewerken en ook meer steun heeft toegezegd bij de versterking van de politie. Kan daarover iets meer worden gezegd? De implementatie van de financial action task force vond zij een belangrijk onderdeel van de afspraken. De Arubaanse regering heeft het nogal ambitieuze plan om vooral via regelgeving op te treden. Nadat in 1993 al het witwassen strafbaar is gesteld, is zij nu ook van plan om per 1 januari 1996 een meldpunt ongebruikelijke transacties in te stellen en maatregelen te nemen in het kader van de pluk-ze-wetgeving. Nu moeten maatregelen ook worden uitgevoerd en is het knelpunt dan niet een gebrek aan expertise bij o.a. de recherche? Kan dat wel op korte termijn worden opgelost door de nadruk te leggen op scholing en opleiding? Is
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
3
daarnaast niet directe ondersteuning door gekwalificeerde Nederlandse rechercheurs noodzakelijk? Het geplande nadere onderzoek op het gebied van casino’s en vrije zones achtte zij ook van groot belang, want niets wast immers zo wit als een casino. Hoe en met hoe veel mensen zal Nederland daarin participeren? Ook vroeg zij of de 60 mln. die met de kustwacht gemoeid zijn vrijwel volledig ten laste van de Nederlandse begroting komen? Hoe zit het nu met de Nederlandse Antillen en wanneer zal de kustwacht operationeel kunnen zijn? Met mevrouw Mulder mistte zij het beloofde regeringsstandpunt over het rapport-Aarts-Muyale als ambtelijke rapportage waarbij toch een regeringsstandpunt past. Waarom is die er niet? De commissie spreekt over versterking van de Rekenkamer, over de vrijgestelde vennootschappen, de hotels, enz. Een regeringsstandpunt over deze suggesties had al bij voorbaat voor veel verduidelijking kunnen zorgen. Het risico van de opmerking in het rapport dat de Centrale Bank van Aruba witwassen op grote schaal via Arubaanse banken onmogelijk acht, is dat dit probleem als van minder belang wordt gezien, maar banken zijn niet de enige partij bij dergelijke operaties. Het blijft van belang om op dat punt zeer alert te zijn en daartegen op te treden. Ten slotte sprak zij haar grote zorg uit over schuldpositie van Aruba, circa 1,2 mld. Als bijvoorbeeld de commissie-Van Lennep van mening is dat het tekort al het volgend jaar tot de helft moet zijn gereduceerd, vreesde zij dat zeer draconische maatregelen moeten worden genomen. Diezelfde zorgen had zij over de overspannen economie van Aruba, met alle negatieve gevolgen van dien, hoewel bijvoorbeeld de inflatie iets schijnt terug te lopen. Wat is de mening van de regering daarover? Ook de heer Van Oven (PvdA) sprak waardering uit voor het rapportAarts-Muyale. Met de heer Te Veldhuis vond hij het opmerkelijk dat een koninkrijksdeel dat financie¨le samenwerking zoekt met Nederland tegelijkertijd zo’n bijzonder lucratieve AVV-regeling kent voor een groot aantal vennootschappen. Hij had begrepen dat de wijziging van het Statuut nog niet bij het Nederlandse parlement is ingediend, zodat de in het rapport genoemde invoeringsdatum van 1 januari a.s. wel als illusoir moet worden gezien. Volgens het rapport zou er met CITCO een akkoord zijn bereikt over de exploitatie van het Beta Hotel. Hoe staat het echter met de strafzaak die nog in dat kader loopt? De schuldensituatie baarde ook hem nog steeds grote zorgen, maar hij zou dat liever verder bespreken in het kader van het rapport-Van Lennep. In het rapport zijn wel enkele conclusies van de commissie-AartsMuyale te vinden – het is overigens de vraag of het wel aan de commissie is om zelfstandig vergaande oordelen te vellen – waaronder de meer algemene conclusie dat de plannen van de Arubaanse regering niet slecht zijn maar wel te ambitieus, waardoor het opgestelde tijdschema iedere keer niet wordt gehaald. Vindt de commissie het wel zo bevredigend om iedere keer te rapporteren met een gelijkluidende conclusie op dat punt? In het voorgelegde protocol wordt een aantal concrete punten opgesomd zonder dat duidelijk is wat daarvan de resultaten zullen zijn. Aangezien dat protocol inmiddels al enkele maanden oud is, kan misschien worden aangegeven welke resultaten zijn bereikt. Daarbij gaat het om de doorlichting van de vrije zone en het casinowezen, de samenwerking van veiligheidsdiensten, de kustwacht, enz. Wat dat laatste betreft, heeft de Raad van State al een duidelijk standpunt ingenomen en naar de heer Van Oven had begrepen had de minister ook met een algemene maatregel van rijksbestuur willen komen. Waarom blijft een en ander nog steeds op problemen stuiten?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
4
In het protocol wordt de continuı¨teit van de politie¨le en justitie¨le samenwerking aangekondigd. In de pers is zo omstreeks maart jl. een aantal artikelen verschenen waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat de procureur-generaal van Aruba onder grote druk staat. Wat is zijn positie nu? Als de op verzoek van Aruba vanuit Nederland afkomstige magistraten daardoor in moeilijkheden komen, is het dan wel verstandig om hen daar te laten? De heer Van Oven vroeg zich af, welke richting het opgaat met de protocollen. Er is in 1992 een protocol geweest, nu komt er weer een op het gebied van de strafrechtelijke samenwerking. Ze komen steeds meer als nieuwe variant naast de Rijkswet en de algemene maatregelen van rijksbestuur, waarnaar in art. 38 van het Statuut wordt verwezen. Wat betekent dat nu en wat houdt dat in voor de verantwoordelijkheid? Ze worden weliswaar ondertekend door de minister-presidenten van beide regeringen, maar is ook de Nederlandse regering erop aanspreekbaar? Antwoord van de regering Volgens de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken waren de werkzaamheden van de commissie-Van Lennep vertraagd, omdat door de dringende financieel-monetaire problematiek op de Antillen de laatste tijd veel aandacht van de deskundigen is opgee¨ist door de wijze waarop die kan worden opgelost, waarbij op voorstel van de regering van de Nederlandse Antillen ook het IMF is betrokken. De inzichten van de bredere financie¨le problematiek van de tripartiete commissie-Van Lennep – waarin de drie regeringen zitting – worden gebruikt als een bron van inzicht in de kortere termijn financie¨le problemen. Mede daarom zal in het op 20 december a.s. voorziene algemene overleg over de economische situatie op de Nederlandse Antillen en Aruba de eindrapportage van de commissie nog niet beschikbaar zijn. Weliswaar zijn de financie¨le problemen van Aruba van een heel andere aard dan die van de Antillen, maar voor het werkpatroon van de commissie zijn er natuurlijk de nodige dwarsverbanden gelegd. Veel van de zoe¨ven gestelde vragen betreffen meer de uitvoering van allerlei voornemens van de regering van Aruba en het leek de bewindsman dat die in eerste instantie door de gevolmachtigd minister moeten worden beantwoord. Hij wilde zich vooral concentreren op de vragen omtrent samenwerking tussen Nederland en Aruba als het gaat om oplossing van bepaalde problemen. In het bijzonder is zoe¨ven gewezen op de op 9 september jl. gemaakte afspraken ter verbetering van de rechtshandhaving. Deze kunnen inderdaad worden gezien als een aanzet voor een meerjarenkader. Afgesproken is dat de regeringen elk halfjaar bijeen komen om de voortgang te bezien. Er wordt geen evaluatie gemaakt. Van beide kanten worden punten qua concrete samenwerkingsprojecten opgevoerd en besproken, in het bijzonder door de ministers van Justitie, en ook bezien wat eventueel nog meer nodig is. De bewindsman was uiteraard graag bereid de commissie te informeren over de resultaten van dat halfjaarlijks overleg. In het kader van de afspraken is geen algemene timetable afgesproken, maar voor bepaalde onderwerpen wel streefdata. Zo is de Arubaanse regering van plan om per 1 januari a.s. enkele nieuwe wettelijke maatregelen te laten ingaan, zoals ook is vermeld in het rapport-Aarts-Muyale. Wat de kustwacht betreft, hoopte de bewindsman binnenkort te kunnen melden dat de drie koninkrijkspartners overeenstemming hebben bereikt. Uiteraard heeft het rapport van de Raad van State een belangrijke rol gespeeld. Echter, het omzetten van de aanbevelingen in bepalingen van algemene maatregelen van rijksbestuur heeft tot enkele meningsverschillen geleid. Oplossing daarvan heeft enige tijd gevergd, maar hij had nu alle reden om optimistisch te zijn. Hij merkte vervolgens op dat de commissie-Aarts-Muyale rapporteert
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
5
aan de koninkrijksregering en eigenlijk geen ambtelijke commissie kan worden genoemd. De heer Aarts bijvoorbeeld is lid van de Raad van State en als zodanig meer in «bruikleen». Inderdaad had hij beloofd zich te beraden op het verzoek van de Kamer om het rapport van de commissie vergezeld te doen gaan van een standpunt van de Nederlandse regering. Hij was bereid om bij de volgende rapportage zijn standpunt als minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zaken te voegen, net zoals de Arubaanse regering commentaar geeft op het rapport, maar zich daarbij feitelijk beperkt tot het verschaffen van nadere informatie en het voorkomen van eventuele misverstanden. Een andere bevoegdheid van de koninkrijksregering is de invoering van de Rijkswet inzake de belastingregeling van het koninkrijk. De datum van 1 januari a.s. zal wel niet meer kunnen worden gehaald. In de besprekingen die de staatssecretaris van Financie¨n daarover heeft gevoerd, zijn bepaalde problemen geconstateerd die nog om een oplossing vragen. Het is niet te zeggen wanneer de Rijkswet in de rijksministerraad kan worden behandeld. Het ontwerp ervan ligt overigens nog bij de Raad van State van het Koninkrijk. De jaarrekeningen 1998 en 1989 zijn zeer recent beschikbaar gekomen. De bewindsman was het ermee eens dat het een goede zaak zou zijn indien meer Nederlandse expertise voor de rechtshandhaving ter beschikking werd gesteld. De Nederlandse regering heeft zich bereid verklaard om op verschillende terreinen deskundigheid beschikbaar te stellen, maar verzoeken daartoe moeten door de Arubaanse regering worden gedaan en die hebben hem tot nu toe nog niet bereikt. Uiteraard is het van belang dat die deskundigheid beschikbaar ook effectief wordt ingezet. Daartoe is een goede samenwerking nodig tussen Nederlandse en Arubaanse deskundigen en ook tussen verschillende Arubaanse diensten. De kwestie van het Beta Hotel is zowel civiel- als strafrechtelijk complex. Aangezien zij thans onder de rechter is, achtte de hij het niet juist er nu verder op in te gaan. Uit verschillende kranteberichten blijkt inderdaad dat de procureurgeneraal op Aruba onder zware druk staat. Het is van groot belang voor de rechtshandhaving op Aruba dat diensten als het OM goed kunnen functioneren in alle rust en objectiviteit, maar dat wordt ook door de Arubaanse regering erkend. De bewindsman nam afstand van enkele nogal kritische publikaties, omdat het oordeel over het professionele functioneren van de procureur zijns inziens alleen maar positief kan zijn. Volgens de gevolmachtigd minister van Aruba waren de kanttekeningen die de Arubaanse regering bij de laatste rapportage van de commissie-Aarts-Muyale heeft geplaatst voor een deel ook een antwoord op enkele vragen die zoe¨ven zijn gesteld. De inhaalslag wat betreft de jaarrekeningen loopt niet achter, zoals in het rapport wordt vermeld, maar ligt nog steeds op schema. Het is technisch ook onmogelijk om sneller te werken. De inflatie is inderdaad gedaald en gekomen onder de 4%, waarvan circa de helft als geı¨mporteerde inflatie kan worden aangemerkt, dus buiten de invloedssfeer van de Arubaanse regering. Het fenomeen AVV is zo’n acht jaar geleden ontstaan ten tijde van de grote financieel-economische crisis op Aruba en tegelijkertijd de val van Noriega toen er in de hele wereld een grote markt was voor vrijgestelde vennootschappen. Destijds heeft de Arubaanse regering met Nederlandse hulp, o.a. van prof. Van der Grinten, de AVV ingesteld. Het concept van de AVV is aan deskundige autoriteiten in de VS ter beoordeling voorgelegd. Volgens de Arubaanse regeling moeten de inschrijvers bij de notaris bekend zijn, anders krijgen ze geen verklaring van geen bezwaar. De overheid heeft ook weinig inkomsten uit de AVV’s en heeft dan ook altijd
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
6
gezegd dat als ze slecht zijn voor het imago van Aruba als financieel centrum ze zullen worden verboden. Er is destijds alles aan gedaan om «money laundring» tegen te gaan. De minister stelde dit met nadruk, want toen had Aruba wel de kans om een groot deel van de Panamese AVV’s over te nemen. Ondanks de grote tekorten op de Arubaanse begroting is daar toen niet voor gekozen. Dat heeft wel tot gevolg gehad dat het aantal AVV’s niet zo erg is gegroeid; na acht jaar zijn er nu zo’n 4000, terwijl sommige andere landen in het Caribisch gebied er beduidend meer hebben. Dat alles neemt niet weg dat de Arubaanse regering alert blijft op mogelijkheden om eventuele money laundring via AVV’s tegen te gaan en zij gaat ook op dat punt heel systematisch te werk. In eerste instantie werd beweerd dat Arubaanse banken zich bezig zouden houden met het op grote schaal witwassen van gelden. Zij heeft een van de directeuren van de Nederlandsche Bank, de heer du Marchie Sarvaas, overgehaald om directeur te worden van de Arubaanse Centrale Bank. Hij kreeg als eerste opdracht de mogelijkheden te bezien dat via banken gelden werden witgewassen en is tot de conclusie gekomen dat dit niet op noemenswaardige schaal kan gebeuren. Het balanstotaal van alle banken op Aruba te zamen bedraagt zo’n 800 mln. waarvan het grootste deel vrij eenvoudig kan worden gecontroleerd. Ook heeft hij mogelijkheden onderzocht via op Aruba geregistreerde off shore banken. Het balanstotaal van al deze banken bedraagt 868 mln. US dollars en meer dan 93% van die banken, waaronder de twee grootste, staan ook onder Amerikaans toezicht. De andere vallen onder het toezicht van de Arubaanse Centrale Bank, dus ook in die sector kan niet al te veel sprake zijn van witwassen. Natuurlijk zijn er nog andere mogelijkheden, zoals via het casinowezen, de AVV’s en de zogenaamde vrije zone en om dat te onderzoeken is Nederlandse technische bijstand gevraagd en wordt een commissie met een specifieke taakstelling opgericht. Zoals bekend is Aruba toegetreden tot het FATF. Binnenkort zal een zevental wetgevingsprodukten worden vastgesteld die per 1 januari a.s. in werking moeten treden. Wat de wetgeving betreft, is dan alles gedaan wat gedaan kan worden. Wetgeving moet inderdaad worden uitgevoerd wil zij zinvol zijn, maar uitvoering is niet alleen op Aruba een probleem. De controle op de uitvoering is op Aruba voor het grootste deel in handen van het OM onder leiding van de door het Koninkrijk benoemde procureur-generaal en wordt uitgevoerd door Nederlandse officieren van justitie. De Arubaanse regering heeft daar dan ook geen enkele invloed op. De bewindsman stelde dat de strafrechtelijke controle en uitvoering op Aruba op dit moment wel voldoende was gee¨quippeerd. De opsporing, vooral van internationale misdaad, is nog wel een probleem, maar ook dat is het ook niet alleen op Aruba. Daar zullen dergelijke internationale organisaties in ieder geval wel eerder opvallen dan in grotere landen. Op het punt van de opsporing wordt goed met Nederland samengewerkt, maar is ook bredere internationale samenwerking van belang. De drugshandel op Aruba is op zich zeer gelimiteerd. Het zijn vaak internationale organisaties die gebruik maken van instrumenten die er op Aruba zijn. Dat wordt, o.a. via de melding van ongebruikelijke transacties, wel geregistreerd en doorgegeven aan andere landen, maar het betekent niet dat de Arubaanse recherche een en ander zelf gaat onderzoeken. Zij is daartoe ook niet voldoende gee¨quippeerd. Daarom is internationalisering van de kustwacht ook van groot belang. Natuurlijk gaan er veel drugs door het Caribisch gebied, maar Aruba heeft in ieder geval niet de pretentie daar iets tegen te kunnen doen. Met de kustwacht kan in ieder geval worden voorkomen dat Aruba eventueel aantrekkelijk wordt voor dit soort operaties. Het initiatief tot de kustwacht is al in 1987 uitgegaan van de Arubaanse regering en de minister hoopte dat zij de volgende week echt van start kan
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
7
gaan, als zal er meer een psychologisch effect van uitgaan dan een werkelijk effect. De drugsstromen zullen zeker niet stoppen, maar zich waarschijnlijk wel verplaatsen. Ook de Arubaanse regering baart het zorgen dat de samenwerking tussen lokale ambtenaren en technische bijstandverleners steeds slechter wordt. Technische bijstand is altijd gevraagd door de Arubaanse regering en ook altijd verleend door de Nederlandse regering, maar jammer genoeg is de samenwerking niet optimaal. Probleem is dat zo veel bijstandverleners op een relatief klein Arubaans ambtelijk apparaat weerstand oproepen, ook al omdat de lokale mensen die in feite hetzelfde werk doen toch minder betaald krijgen. Daardoor gaat soms ook het eigen kader over naar het bedrijfsleven en daartegen moeten maatregelen worden genomen. De minister gaf toe dat de PG onder nogal zware druk van bepaalde kranten staat, kranten die ook de Arubaanse regering niet kan controleren. De PG heeft in ieder geval alle juridische en wettelijke waarborgen om te kunnen functioneren, ook al moet worden erkend dat zijn relatie met de Arubaanse regering, met name met de minister van Justitie, niet optimaal is. Overigens zal een goede PG zich nooit laten leiden door perspublikaties. De voorzitter van de commissie, Bukman De griffier van de commissie, Van Overbeeke
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 400 IV, nr. 11
8