Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
30 300 V
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2006
Nr. 13
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 november 2005 De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking naar aanleiding van de brief d.d. 14 oktober 2005 inzake de inzet van het Nederlandse Urban Search and Rescue-team (USAR), de mogelijek inzet van Nederlandse middelen voor luchttransport en de door de Nederlandse regering beschikbaar gestelde noodhulp in Pakistan en Guatemala (Kamerstuk 30 300 V, nr. 7). De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 4 november 2005. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, De Haan De griffier van de commissie, Van Oort
1
Samenstelling: Leden: Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter, Koenders (PvdA), Karimi (GL), Timmermans (PvdA), ondervoorzitter, Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Van Baalen (VVD), Van As (LPF), Herben (LPF), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Van Velzen (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Dijk (CDA), Nawijn (Groep Nawijn), Fierens (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Eijsink (PvdA), Van der Laan (D66), Hirsi Ali (VVD), Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA), Vacature (algemeen). Plv. leden: Dubbelboer (PvdA), Van Fessem (CDA), Samsom (PvdA), Vos (GL), Arib (PvdA), De Wit (SP), Leerdam, MFA (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Van Schijndel (VVD), Varela (LPF), Van den Brink (LPF), Haverkamp (CDA), Rambocus (CDA), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Kant (SP), Eski (CDA), C q örüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Duivesteijn (PvdA), Waalkens (PvdA), Dittrich (D66), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van Winsen (CDA), Veenendaal (VVD), Kortenhorst (CDA), Oplaat (VVD).
KST91584 0506tkkst30300V-13 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 V, nr. 13
1
1a In hoeverre is de oproep van de VN tot het ter beschikking stellen van noodhulp in Pakistan, India en Afghanistan voor u aanleiding de reeds toegezegde bedragen ad Euro 14 miljoen voor noodhulp Pakistan op korte termijn te verhogen? Naarmate de omvang van de ramp duidelijker werd, heb ik het initiële noodhulpbudget voor de aardbeving tot driemaal toe verhoogd van € 10 miljoen naar ca. € 23 miljoen, waarvan € 5 miljoen afkomstig is uit het onderwijsbudget van Ontwikkelingssamenwerking. 1b Hoe luidt het precieze bedrag aan door de regering aan Pakistan toegezegde noodhulp inmiddels en hoe is dit bedrag opgebouwd? Het precieze bedrag dat door de regering ten laste van het Ontwikkelingsbudget ter beschikking is gesteld, is € 23 030 000 miljoen, waarvan € 18 030 000 uit het noodhulpbudget afkomstig is en € 5 miljoen uit het onderwijsbudget. Dit laatste bedrag zal ter beschikking worden gesteld aan de zgn. Emergency Education-component van UNICEF uit het VN Flash Appeal voor de aardbeving. Het totale bedrag is als volgt opgebouwd: Organisatie
Bedrag
VN-OCHA (Office for Coordination of Humanitarian Affairs) WFP UNICEF ICRC (Internationale Committee van het Rode Kruis IFRC (Internationale Federatie van het Rode Kruis) SHO (Samenwerkende Hulporganisaties) Dokters van de Wereld Save the Children ICCO Cordaid USAR (Urban Search and Rescue team) Veldhospitaal Transport van tenten (tenten zijn schenking van Defensie) UNICEF
€ 500 000 € 3 000 000 € 3 000 000 € 1 500 000 € 1 000 000 € 2 000 000 € 500 000 € 500 000 € 500 000 € 500 000 € 1 000 000 ± € 3 400 000 € 530 000 € 5 000 000
Primaire inzet gelden Verkenning en coördinatie van de noodhulpactiviteiten Voedselhulp en transportmiddelen Voedselhulp, onderdak, water/sanitaire zaken Medische en chirurgische noodhulp Medische noodhulp, onderdak, voedselhulp, water/sanitaire zaken Diverse noodhulpactiviteiten Medische noodhulp, incl. medisch team uit Nederland Voedselhulp, onderdak, water/sanitaire zaken Tenten, voedselhulp, water en sanitaire zaken, medische zorg Circa 1200 tenten Transport en inzet van team en noodhulpgoederen Verplaatsen + inzet van veldhospitaal Transport van 500 tenten en kachels, matrassen, dekens + andere toebehoren (ca 300 ton noodhulpgoederen) Onderwijs en onderwijs ondersteunende activiteiten
2 Heeft u mogelijkheden op korte termijn te helpen bij het oplossen van het tekort aan tenten in Pakistan, bijvoorbeeld door een klemmend beroep te doen op Nederlandse fabrikanten tenten voor het aardbevingsgebied ter beschikking te stellen? Ten eerste blijkt uit bovenstaand overzicht dat bij een groot deel van de door de Nederlandse regering gefinancierde activiteiten geld is besteed aan de onderdakcomponent, waaronder het aanschaffen van tenten. Ten tweede is het met name kostenefficiënt om tenten in Pakistan (of in één van de buurlanden) aan te schaffen. Op die manier wordt niet alleen de lokale economie gestimuleerd, maar worden ook hoge internationale (lucht)transportkosten voorkomen. Ten derde heeft de regering 500 tenten met kachels van het ministerie van Defensie naar Pakistan gestuurd. Hieraan bestaat een zeer grote behoefte om de bevolking onderdak te bieden voordat de winter invalt. Het betreft een schenking van zogenaamde boogtenten, die vrij eenvoudig zijn op te zetten en die elk ten minste tien personen kunnen huisvesten. Er wordt
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 V, nr. 13
2
ook een groot aantal dekens, jerrycans en veldbedden meegeleverd. Dit materieel is reeds in Pakistan gearriveerd en voor verdere distributie overgedragen aan de International Organisation for Migration, onder coördinatie van de Verenigde Naties. 3 Hoe luiden de laatste door de regering gedane toezeggingen en welke mogelijke toezeggingen liggen in het verschiet met betrekking tot militair personeel en materieel dat, al dan niet afkomstig uit Afghanistan en al dan niet in NAVO-verband, in het aardbevingsgebied kan worden ingezet? Gebaseerd op de door de NAVO geïdentificeerde behoefte heeft de Nederlandse regering een veldhospitaal met beperkte chirurgische en verpleegcapaciteit aangeboden. Deze bijdrage bestaat uit 80 militairen. Dit hospitaal was ontplooid in Afghanistan, ter ondersteuning van het mariniersbataljon dat een bijdrage leverde aan de veiligheid rondom de recente verkiezingen. De verplaatsing vanuit Afghanistan is vrijwel afgerond. Hoewel Pakistan heeft toegezegd de noodzakelijke force protection grotendeels ter beschikking te stellen, is ter voorkoming van diefstal ook een Nederlandse force protection-eenheid van circa 20 militairen toegevoegd. Tsjechië en Macedonië hebben aangeboden het Nederlandse veldhospitaal te versterken met een personele bijdrage van chirurgen, verplegend personeel, en dergelijke (totaal ongeveer 40 militairen). Om deze aanbiedingen te kunnen accommoderen en effectief in te kunnen zetten, wordt de capaciteit van het veldhospitaal vergroot. Vanuit Nederland zullen circa 30 militairen worden toegevoegd als ondersteunend personeel voor een goede inbedding van het Tsjechische en Macedonische aanbod. De omvang van de Nederlandse personele bijdrage bedraagt hiermee in totaal ongeveer 130 militairen. De kosten voor de ontplooiing worden gefinancierd uit het noodhulpbudget van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de kosten bedragen – gedurende drie maanden – ongeveer € 3,4 miljoen. Onzeker in deze raming zijn de kosten verbonden aan het verlenen van medische zorg (verstrekking verbandmiddelen, medicijnen en chirurgische ingrepen). 4 Is de regering, gegeven de ernst van de situatie en de dringende behoefte aan helikopters in het aardbevingsgebied, voornemens de in Afghanistan opererende Chinook-helikopters alsnog voor de noodhulpoperaties in Pakistan ter beschikking te stellen? Op grond van welke argumenten heeft de regering eerder besloten niet één van de vier Chinook-helikopters in Afghanistan in Pakistan in te zetten? Er zijn op dit moment vier Nederlandse Chinook-helikopters in Afghanistan. Deze vier helikopters zijn toegewezen aan het detachement Special Forces van de operatie Enduring Freedom in Kandahar. Het SF-detachement is permanent bezig met operaties in het Nederlandse missiegebied. Voor de ondersteuning en de veiligheid van de SF-militairen zijn helikopters hierbij essentieel. Om die reden kunnen deze toestellen niet in Pakistan worden ingezet. 5 Is inmiddels bekend of elementen uit de NRF voor de noodhulpverlening in Pakistan kunnen worden ingezet? Zo ja, welke elementen?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 V, nr. 13
3
Ja. Uit contacten met de Pakistaanse autoriteiten is gebleken dat er behoefte bestaat aan aanvullende militaire bijstand aan de lopende noodhulpoperatie. Op 21 oktober heeft de NAVO-Raad daarom besloten de NAVO-steun aan Pakistan te vergroten. De hulpoperatie is erop gericht de Pakistaanse autoriteiten urgent benodigde assistentie te verlenen voordat de winter invalt in het getroffen gebied. Naast de reeds ingestelde NAVO-luchtbrug is voor de additionele noodhulp vooral behoefte aan extra transportmiddelen (helikopters), geniecapaciteit, capaciteiten voor vliegveldoperaties en medische hulp. Allereerst worden hiervoor de capaciteiten uit de NATO Response Force 5 (NRF 5) aangesproken. Assistentie bij humanitaire operaties is namelijk één van de voorziene taken van de NRF. De Nederlandse bijdrage aan de NRF bestaat uit eenheden die niet benodigd zijn voor deze ramp in Zuid Azië (o.a. een eenheid die zich bezighoudt met nucleaire, biologische en chemische stoffen (NBCeenheid). Een aantal benodigde elementen, zoals bijvoorbeeld helikopters, zijn niet of in onvoldoende mate beschikbaar binnen de NRF. Voor deze elementen heeft de Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) van de NAVO dan ook om aanvullende militaire bijdragen van de lidstaten gevraagd. De snel inzetbare capaciteiten uit de NRF worden als eerste ontplooid. Voor de uitvoering van de gehele hulpoperatie wordt gebruik gemaakt van de NRF-commandostructuur. 6 Hoeveel luchttransportmiddelen van NAVO-lidstaten zijn nu door welke landen daadwerkelijk ingezet? Voor welke termijn geldt deze inzet? Door de NAVO is een luchtbrug geopend voor het transport van aangeboden hulpgoederen vanuit Europa naar Pakistan. Transportmiddelen zullen tevens worden ingezet voor de ontplooiing van NAVO-middelen behorend tot de NRF. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van NAVOvliegtuigen, tactische vliegtuigen uit de NRF 5 alsmede van individuele aanbiedingen van de VS, het VK en Turkije. Daarnaast hebben verschillende landen een financiële bijdrage toegezegd. Tot wanneer de luchtbrug in stand wordt gehouden, is afhankelijk van het aanbod van hulpgoederen via de NAVO. Door de NAVO-Raad is een initiële missieduur van 90 dagen vastgesteld. Op basis van maandelijkse beoordelingen wordt bezien of de missie(duur) moet worden aangepast. De eerste beoordeling staat gepland voor 17 november 2005. Voor mogelijke hulpgoederen die niet tot de directe noodhulp behoren, heeft de NAVO voorbereidingen getroffen tot het instellen van een zeebrug, met gebruikmaking van middelen uit de NRF 5. Deze zeebrug is vooralsnog echter nog niet geactiveerd. 7 Op welke manier bereidt de regering zich voor op de wederopbouwfases in zowel het rampgebied in Zuid-Azië als in Guatemala? Hoeveel geld is naar verwachting hiervoor nodig? Hoewel de situaties in beide gebieden moeilijk met elkaar te vergelijken zijn, geldt voor zowel Zuid Azië als voor Guatemala dat noodhulp de eerste prioriteit is bij de hulpverlening na de recente rampen. Dit geldt ook voor de Nederlandse inzet in deze gebieden. Wederopbouw is een proces dat op de langere termijn speelt en ook een langere voorbereidingstijd kent. Betrouwbare schattingen van de kosten voor de wederopbouw in Zuid Azië zijn vooralsnog niet beschikbaar en op dit moment heeft Nederland dan ook nog geen concrete beleidsvoornemens om hier bij te dragen aan dit type activiteiten. In Guatemala worden de kosten in 2006 voor
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 V, nr. 13
4
rehabilitatie- en reconstructiehulp geschat op circa 300 miljoen euro. In dit land zal Nederland op basis van de gepresenteerde voorstellen bezien op welke wijze binnen de kaders van het bilaterale beleid het beste kan worden bijgedragen. 8a Hoeveel geld dragen andere landen aan noodhulp bij? De bijdragen van andere donoren t.b.v. de aardbeving in Zuid-Azië zijn per 1 november als volgt (VN Appeal, Rode Kruis Appeal, bilateraal, etc): Land
Bevestigde bijdrage
Verenigde Staten van Amerika Verenigd Koninkrijk Japan Zweden EU/ECHO Noorwegen Italië Qatar Canada Bondsrepubliek Duitsland Frankrijk
USD USD USD USD USD USD USD USD USD USD USD
94 mln 8 mln 20 mln 15 mln 3,5 mln 8 mln 11 mln 20 mln 8 mln 7 mln 3,5 mln
Onbevestigde bijdrage USD USD USD USD USD USD USD USD USD USD USD
62 55
mln mln – 4,5 mln 49 mln 32,5 mln – – 26 mln 16 mln 6 mln
Daarnaast zijn er onbevestigde (pers)berichten dat Turkije een bedrag van USD 150 miljoen ter beschikking zou stellen aan de aardbeving in Zuid Azië en Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten ieder USD 82 miljoen. Onbekend is via welke kanalen deze bedragen zouden worden uitgegeven. Niet onvermeld dient te blijven dat diverse wereldwijde privé initiatieven met een bevestigd bedrag van ca. USD 43 miljoen en een onbevestigde bedrag van ca. USD 252 miljoen bijdragen aan de aardbeving in Zuid Azië. De bijdragen aan het VN Flash Appeal voor Guatemala zijn per 31 oktober als volgt: Land Zweden Noorwegen VS Ierland EU/ECHO
Bevestigde bijdrage USD USD USD USD USD
5,9 miljoen 3 miljoen 2,1 miljoen 1,1 miljoen 0,4 miljoen
8b Is de Nederlandse regering bereid eventueel meer geld beschikbaar te stellen? Zo ja, op grond van welke criteria? Het noodhulpbudget van Ontwikkelingssamenwerking is nagenoeg uitgeput. De restgelden van dit budget wil ik ter beschikking houden voor andere bestaande en nieuwe crises, bijvoorbeeld de voedselcrisis in zuidelijk Afrika. In Afrika zijn momenteel circa 10 miljoen mensen afhankelijk zijn van voedselhulp, waarvoor in veel gevallen onvoldoende fondsen beschikbaar zijn. Met betrekking tot Guatemala ben ik van mening ik dat de door Nederland beschikbaar gestelde bijdragen op dit moment in voldoende mate inspelen op de humanitaire situatie als gevolg van de verschillende orkanen en stormen die dit land hebben geteisterd. Het grootste deel van mijn toezegging aan Midden-Amerika (in totaal 5 miljoen) zal worden besteed t.b.v. slachtoffers in Guatemala (zie mijn antwoord op vraag 9).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 V, nr. 13
5
9 Hoe luidt de verdeling van de voor Guatemala bestemde 5 miljoen noodhulp over de VN, NGO’s en het Rode Kruis? Welke NGO’s zijn precies bedoeld? De 5 miljoen is niet alleen voor Guatemala bestemd maar ook voor El Salvador en andere getroffen gebieden in Centraal Amerika. In totaal is voor 5,1 miljoen aan aanvragen gehonoreerd. De verdeling over VN, NGO’s en het Rode Kruis luidt als volgt: Bijdragen
Organisatie
Voor
€ 1 203 500 € 1 203 500 € 498 000 € 423 384 € 791 052 € 303 000 € 707 000
Unicef WHO/PAHO Unicef CARE Save the Children NL Rode Kruis Rode kruis
Guatemala Guatemala El Salvador Guatemala en El Salvador Guatemala en El Salvador Orkaan Wilma (Bahamas, Cuba, Mexico) Orkaan Stan (Midden-Amerika, Mexico, Haïti)
10 Hoe is de coördinatie van de noodhulp respectievelijk van de hulp voor de lange termijn georganiseerd? Is hierbij een speciale rol weggelegd voor de VN? Wat is de specifieke inzet van de Nederlandse Regering hierbij? De wereldwijde coördinatie van noodhulp is volgens resolutie 46/182 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties opgedragen aan de Emergency Relief Coordinator (ERC) van de VN, de heer Jan Egeland. Zijn kantoor, UN-OCHA, heeft voor de uitvoering van dat mandaat diverse instrumenten, waaronder de inzet van zogenaamde UNDAC-teams, die op verzoek van de autoriteiten van het getroffen land bijstand komen verlenen. Deze teams worden samengesteld uit experts van de lidstaten, die hiertoe een speciale opleiding en uitrusting hebben gekregen. Nederland neemt actief deel aan dit systeem, hetgeen illustratief is voor de keuze die de regering op dit vlak heeft gemaakt. Nederland behoort tot OCHA’s trouwste donoren en steunt de ERC met alle beschikbare middelen bij de uitvoering van zijn taak. Zodra de noodhulpfase teneinde loopt en de periode van reconstructie is aangebroken, verschuiven de taken naar het landenteam van de Verenigde Naties, dat in samenspel met de internationale financiële instellingen en de autoriteiten een gecoördineerd plan van aanpak opstelt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 V, nr. 13
6