Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1989-1990
20644
Informatievoorziening Openbare Sector
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 15januari 1990 Hierbij zend ik u de notitie «De organisatie van kwaliteit in de informa– tievoorziening» die de voorzitter van de Centrale Commissie Overheidsin– formatievoorziening mijn voorganger op 6 juni jl. met bijgaande brief heeft aangeboden'. Op vrijdag 5 januari jl. heeft het kabinet het eveneens bijgevoegde standpunt erover ingenomen. De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales
1
Ter inzage gelegd op de bibliotheek
011653F
SDU uitgeverij 's Gravenhage 1990
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20 644, nr. 5
DE ORGANISATIE VAIM KWALITEIT IN DE INFORMATIEVOOR– ZIENING Kabinetsstandpunt over het CCOI-advies 1. Inleiding De Centrale Commissie Overheidsinformatievoorziening (CCOI) heeft in juni 1989 de bijgevoegde notitie «De organisatie van kwaliteit in de informatievoorziening» aangeboden. Deze bevat constateringen, signale– ringen en aanbevelingen, maar bovenal zijn er vele facetten van kwaliteit met elkander in verband gebracht. In dit kabinetsstandpunt zal worden ingegaan op de tot het kabinet gerichte aanbevelingen die zowel in de notitie als in de aanbiedingsbrief van de voorzitter van de CCOI (tezamen te noemen: het advies) zijn vervat. Het kabinet is actief met deze zaak bezig en zal dit beleid voortzetten. In juli 1988 bood de minister van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer de Beleidsnotitie Informatievoorziening Openbare Sector (BIOS) aan. Ook daarin kwam het onderwerp kwaliteit aan de orde, zowel in de BIOS zelf als in het concept voor een herzien Besluit IVR dat bijlage bij de BIOS is. In het bijzonder betreft dit een voorgenomen bepaling in dat besluit over contra-expertise, de aankondiging van een aanbeveling met betrekking tot evaluatie en overleg over de gewenstheid van een aanbe– veling m.b.t. edp-auditing - zaken die ook in het advies van de CCOI aan de orde komen. Het kabinet ziet in het advies dan ook een bevestiging van het uitgezette beleid. 2. Doelgroep Het kabinet kan zich verenigen met het algemene kader dat in het advies is gegeven en de daarbij gekozen doelgroep. Ook het kabinet is van mening dat, evenals bij het financiële en personeelsbeheer, de aandacht van vooral het ambtelijk management vereist is voor (kwaliteit van) de informatievoorziening omdat goede organisatie daarvan voorwaarde is voor een adequaat functioneren van het openbaar bestuur. Het kabinet ziet dan ook als zijn eerste taak dit bewustwordingsproces te ondersteunen. Kwaliteit in algemene zin kan immers niet zomaar worden opgelegd door het vaststellen en vervolgens afdwingen van de naleving van bepaalde gedragsregels, maar alleen gradueel bevorderd. Het dient als het ware onderdeel uit te maken van het dagelijkse werk. De primaire doelgroep in de notitie van de CCOI is terecht het topman– agement bij de departementen. Echter, even terecht worden ook zowel het politieke niveau als de leiding van O&l-afdelingen en rekencentra aangesproken. Immers de politiek moet de beleidslijnen aangeven terwijl van de specialisten de voor kwaliteit noodzakelijk advisering en onder– steuning moet komen. Daarnaast is het advies naar de mening van het kabinet ook zeker bruikbaar op vergelijkbare niveaus bij de mede-overheden en kan ook het bedrijfsleven er zijn voordeel mee doen. 3. Standpunt in onderdelen De omstandigheden, die in het advies zijn weergegeven, zijn lang niet alle en overal al werkelijkheid. Daarom is het nodig in bepaalde gevallen te komen tot richtlijnen - voorschriften of aanbevelingen - bijvoorbeeld bij het herziene Besluit IVR, die tot de gewenste situatie kunnen leiden. Natuurlijk zijn deze richtlijnen op zichzelf niet voldoende. Het is echter de weergave van het te voeren beleid en daarom van belang de vervolgens te ondernemen activiteiten en de resultaten daarvan eraan te toetsen. In
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20 644, nr. 5
het navolgende zal worden aangegeven ten aanzien van welke facetten van kwaliteit het kabinet dergelijke richtlijnen noodzakelijk en mogelijk acht. De bijlage bevat een samenvattend overzicht. 3.1. Primaire kwaliteitseis De primaire kwaliteitseis verwoordde de voorzitter in zijn aanbiedings– brief als volgt: «Voorts acht de commissie het van eminent belang dat bij de voorbereiding van nieuwe wetten en regelgeving anderszins in een vroeg stadium van het politieke besluitvormingsproces wordt nagegaan wat de consequenties voor de informatievoorziening zijn. Naar de mening van de commissie kan een dergelijke toets er voor zorgdragen dat ook in kwalitatief opzicht de beheersbaarheid van overheidsinformatiesystemen wordt verbeterd.». Het kabinet is het hiermee eens en herinnert aan de passages in de BIOS over het opnemen van een informatieparagraaf in wet– en regel– geving dan wel in de toelichting daarop, over de beginselen die aan het herziene Besluit IVR ten grondslag zullen liggen en over de contra– expertise bij risicovolle projecten. De minister van Binnenlandse Zaken heeft in de Memorie van Toelichting bij de begroting voor 1990 aange– kondigd over de problematiek van de afstemming tussen het wetgevings– en het automatiseringsproces ter uitvoering van die wetgeving nader advies te vragen aan een aantal deskundigen en hierover overleg te hebben met het parlement. Ook heeft de minister van Binnenlandse Zaken inmiddels voor de kortere termijn een onderzoek gestart naar (de inhoud van) informatiebepalingen in wet– en regelgeving. Het resultaat van dat onderzoek kan een model zijn dan wel een checklist voor depar– tementen om op een adequate wijze zodanige bepalingen in wetten en AMvB's op te nemen. Tevens wordt door de minister van Binnenlandse Zaken een aanbeveling voorbereid m.b.t. de ex ante en ex post evaluatie van projecten; deze zal eveneens bruikbaar zijn bij het uitvoeren van contra-expertises (zie ook 3.5). 3.2. De planning van de informatievoorziening en van informatiesys– temen De CCOI wijst op de algemene verplichting voor het opstellen van informatieplannen en adviseert een IVR-aanbeveling met betrekking tot de toewijzing van verantwoordelijkheden voor informatiebeheer en systeembeheer op te stellen. Het kabinet heeft in de BIOS de absolute noodzaak onderschreven van goede planning van de informatievoorziening en van informatiesystemen, waarvan ook het daarin opgenomen concept voor een herzien Besluit IVR getuigt. Dit besluit gaat eveneens in op de principes van relatief centraal systeembeheer en relatief decentraal informatiebeheer, en op de toewijzing van taken en verantwoordelijkheden daarbij. Het kabinet acht het een goede zaak dat dit nu verder is uitgediept en dat speciaal verband is gelegd met (de verantwoordelijkheid voor) kwaliteitstoetsing. Binnenkort zal de reeds bestaande IVR-aanbeveling over informatie– planning worden vernieuwd en opnieuw vastgesteld. 3.3. Beveiliging De CCOI adviseert een IVR-aanbeveling m.b.t. beveiliging op te stellen. Voor de maatregelen t.a.v. beveiliging verwijst het kabinet naar hetgeen het hiervoor heeft opgemerkt over toewijzing van taken. Verder
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20 644, nr. 5
wijst het erop dat op basis van de resultaten van het onderzoek «Kwets– baarheid en beveiliging van bestuurlijke informatiesystemen», dat in opdracht van de minister van Binnenlandse Zaken is verricht, een algemeen beveiligingsbeleidsplan zal worden opgesteld. Genoemd onderzoek en plan zullen de departementen handvatten bieden voor de verdere vormgeving aan de eigen beveiligingssituatie en, indien noodza– kelijk, leiden tot aanbevelingen bij het Besluit IVR. Daarnaast zal het kabinet de wenselijkheid van een samenwerkingsorgaan annex beveili– gingsbureau voor de openbare informatievoorziening doen onderzoeken. Dit moet de bestaande deskundigheid op dit terrein bundelen en, eventueel aangevuld met nog ontbrekende expertise, gaan werken ter ondersteuning van de minister van Binnenlandse Zaken en de departe– menten. 3.4. Edp-auditing Naar de mening van de CCOI verdient het aanbeveling na te gaan wat de functie en plaats van edp-auditing is ten opzichte van de overige aspecten van kwaliteit. De minister van Binnenlandse Zaken zal hiertoe in overleg treden met zijn ambtgenoot van Financiën. In het verband van de beveiliging zal dit overigens ook aan de orde komen (zie 3.3). 3.5. Contra-expertise en evaluatie De CCOI adviseert het vaststellen van criteria voor en bij contra– expertise alsmede het vaststellen van een IVR-aanbeveling voor een evaluatie-methodiek. In reactie hierop kan het kabinet melden dat door de minister van Binnenlandse Zaken thans een aanbeveling m.b.t. de ex ante en ex post evaluatie van projecten wordt voorbereid. Deze zal tevens bruikbaar zijn bij het uitvoeren van contra-expertises. 3.6. Standaardisatie en certificatie De CCOI adviseert het ontwikkelen van een kader voor de selectie van normen en te komen tot overleg met de stichting Instituut ter bevor– dering van de keuring en Certificatie van Informatie Technologie (ICIT) over de aanwending van certificatie bij de overheid en de prioriteiten die de overheid heeft bij het ontstaan van een Nederlandse certificatie– structuur. Het kabinetsbeleid is erop gericht waar mogelijk gebruik te maken van internationale normen. De initiatieven van de CCOI voor een datacommu– nicatieatlas zijn interessant; de resultaten worden afgewacht. Terecht maakt de commissie gewag van andere te standaardiseren onderwerpen als data-basemanagementsystemen en systeemprogrammatuur, en van het belang van certificatie. In beide gevallen zullen, indien noodzakelijk, maatregelen worden genomen om te verzekeren dat keuzen en beslis– singen in lijn zijn met de Europese regelgeving op dit gebied. Overigens is het enkel aanwezig zijn van internationale normen niet voldoende: uiteindelijk dienen deze in produkten te worden geïmplementeerd. Met het ICIT hebben reeds de eerste verkennende besprekingen plaatsge– vonden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20644, nr. 5
3.7. Kostenregistratiesysteem Door de CCOI wordt het vaststellen van een IVR-aanbeveling voor kostenbepaling geadviseerd. Het kabinet heeft een aanbeveling voor kostenbepaling reeds in voorbereiding; in een toelichting erop zal nogmaals worden gewezen op de specifieke kwaliteitselementen die hiermee in verband staan. 3.8. Uitbesteding De CCOI adviseert de ontwikkeling van model-contracten voor de uitbesteding en de huur van informatiediensten, en van beslismodellen voor uitbesteding. Het kabinet wijst erop dat zeer recentelijk, als vervolg op het gereed– komen van model-contracten voor programmatuur, is begonnen met het opstellen van model-contracten voor de verwerving van apparatuur. In dit kader zal tevens een model-contract voor de uitbesteding van de gegevensverwerking worden ontwikkeld. In een later stadium zal de wenselijkheid van een model-contract voor de verwerving van informatie– diensten worden bezien. Het gebruik van de model-contracten zal worden gestimuleerd via een aanbeveling bij het Besluit IVR. Verder is wat betreft beslismodellen voor uitbesteding, een aanbeveling op basis van het eveneens door de CCOI uitgebrachte advies over privatisering van informatievoorzieningstaken - in voorbereiding. 3.9. Ervaringsuitwisseling De CCOI adviseert te komen tot een 'pool' van senior-adviseurs in de informatica ter cumulatie en uitwisseling van kennis op het gebied van kwaliteitsbeheersing. Deze 'pool' zou een tijdelijke samenstelling moeten kennen, bijv. door detachering bij het Expertise Centrum voor een periode van een half tot één jaar. De minister van Binnenlandse Zaken heeft dit advies inmiddels ter hand genomen en is een vooronderzoek begonnen naar de noodzaak en de mogelijkheid te komen tot een 'pool' als voorgesteld door de CCOI. Ook de opleiding voor projectmanagers van complexe IT-projecten wordt daarbij betrokken. Zou een dergelijke 'pool' metterdaad tot stand komen, dan zal dit vermoedelijk niet door detachering bij het Expertise Centrum zijn, omdat dit naar de mening van het kabinet tot een ongewenste vermenging zou kunnen leiden van belangen t.a.v onafhankelijke advisering over projecten met die bij de feitelijke uitvoering ervan. 3.10. Eerste acties Als eerste actie adviseert de CCOI het inventariseren van lopende activiteiten en het verspreiden van de resultaten. Het kabinet zal op korte termijn globaal doen uitzoeken wat bij de diverse overheidsorganisaties gebeurt of op stapel staat op het terrein van kwaliteitsbeheersing in de informatievoorziening. De resultaten zullen worden gepubliceerd en op ruime schaal verspreid. Daarnaast kan het management reeds spoedig overgegaan tot het nemen van eerste stappen en acties, aangezien het advies van de CCOI daartoe voldoende aangrijpingspunten biedt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20 644, nr. 5
4. Verspreiding Aan de notitie van de CCOI is de vorm gegeven van een globale beschrijving van een omgeving waarin kwaliteit optimaal kan gedijen. Het kabinet zal ruime verspreiding geven aan het advies en zijn standpunt daarover, en eventueel op termijn een nieuwe versie van de notitie doen produceren. Voorshands zullen in de nabije toekomst een of meer bijeen– komsten voor belangstellenden worden belegd om over de materie van gedachten te wisselen en de voornemens van het kabinet onder de aandacht te brengen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20644, nr. 5
Bijlage: de kwaliteitsmatrix van het kabinet facet
advies CCOI
standpunt kabinet
Primaire kwaliteitseis (3.1)
Bij de voorbereiding van nieuwe wet– en regelgeving moet in een vroeg stadium van het politieke besluitvormingsproces worden nagegaan wat de consequenties voor de informatievoorziening zijn.
Het kabinet is het hiermee eens (zie bijv. de BIOS). De minister van Binnenlandse Zaken zal nader advies vragen over de hier aangesneden problematiek. Een aantal verwante zaken is reeds in gang gezet.
Planning van de informatievoorziening en van informatiesystemen (3.2)
Algemene verplichting tot opstellen informatieplannen Vaststellen IVR-aanbeveling m.b.t. toewijzing verantwoordelijkheden IB en SB.
In de BIOS is de noodzaak van een goede planning onderschreven. In het concept van het herziene Besluit IVR wordt hierop ingegaan. Een nieuwe aanbeveling is reeds voorbereid en wordt binnenkort vastgesteld
Beveiliging (3.3)
Vaststellen IVR-aanbevelingen m.b.t. toewijzing verantwoordelijkheden en beveiliging in het algemeen.
Zie 3 2 Er komen een algemeen beveiligingsbeleidsplan en, indien noodzakelijk, aanbevelingen bij het Besluit IVR. De wenselijkheid van een zgn. beveiligingsbureau wordt onderzocht.
Edp-auditing (3.4)
Nagaan functie en plaats edp-auditing t.o.v. overige aspecten van kwaliteit.
De minister van Binnenlandse Zaken treedt hiertoe in overleg met zijn ambtgenoot van Financiën.
Contra-expertise en evaluatie (3.5)
Vaststellen criteria voor en bij contra-expertise en een IVR-aanbeveling voor evaluatie-methodiek.
Een aanbeveling m.b.t. evaluatie wordt voorbereid; deze zal tevens bruikbaar zijn bij contra-expertise.
Standaardisatie en certificatie (3.6)
Vaststellen kader voor selectie normen. Overleg met ICIT
Waar mogelijk dient gebruik te worden gemaakt van internationale normen Eerste verkennende besprekingen met ICIT hebben plaatsgevonden
Kostenregistratiesysteem (3.7)
Stel IVR-aanbeveling voor kostenbepaling vast
Een aanbeveling voor kostenbepaling is in voorbereiding.
Uitbesteding (3.8)
Vaststellen model-contracten voor uitbesteding en huur van informatiediensten en beslismodellen voor uitbesteding.
Recentelijk is begonnen met het opstellen van model-contracten voor apparatuur (waaronder uitbesteding gegevensverwerking). De wenselijkheid van een model-contract voor informatiediensten zal worden bezien. Een aanbeveling m.b.t. uitbesteding is in voorbereiding.
Ervaringsuitwisseling (3.9)
Onderzoek naar de mogelijkheden van tijdelijke detachering ('pool') in het kader van de loopbaanplanning van O&l-adviseurs.
De gedachte van een 'pool' is in studie genomen.
Eerste acties (3.10)
Inventarisatie lopende activiteiten en verspreiding resultaten
Globaal zal worden uitgezocht wat thans gebeurt of op stapel staat; de resultaten zullen breed worden verspreid.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 20 644, nr. 5