T w e e d e Kamer der Staten Generaal
Vergaderjaar 1988-1989
2
Rijksbegroting voor het jaar 1989
20 800 Hoofdstuk V Ministerie van Buitenlandse Zaken
Nr. 78
BRIEF V A N DE MINISTER V A N BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 7 februari 1989 Ik heb de eer u hiernevens, ter kennisneming door de leden uwer kamer, de tekst aan te bieden van het Slotdocument van de derde Vervolgbijeenkomst van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa, die van 4 november 1988 tot 19 januari 1989 in Wenen is gehouden. Bijgesloten treft u eveneens een overzicht van de belangrijkste daar behaalde resultaten aan. Een Nederlandse vertaling van het Slotdocument is in voorbereiding. Naar de mening van de Regering kunnen de in Wenen behaalde resultaten tot voldoening stemmen. Na ruim 26 maanden van onderhandelen heeft de bijeenkomst uiteindelijk een slotdocument opgeleverd dat op essentiële punten als een belangrijke stap vooruit kan worden beschouwd. Met name op het gebied van mensenrechten en menselijke contacten is wezenlijke vooruitgang geboekt. Het resultaat van de bijeenkomst beantwoordt in belangrijke mate van de doelstellingen die Nederland, en andere Westelijke landen, voor ogen stonden. Dit geldt niet alleen voor de concrete afspraken zoals neergelegd in het Slotdocument, maar ook voor de mogelijkheden die in het Slotdocument zijn overeengekomen om in het vervolg beter toe te zien op de naleving van die afspraken. Van meet af aan bestond bij de Westelijke landen het gevoelen dat een uitbreiding van de normstelling op het gebied van de mensenrechten en menselijke contacten respectievelijk een verbetering of verfijning van hetgeen in de Slotakte van Helsinki en het Slotdocument van Madrid was overeengekomen, op zichzelf niet voldoende waren. Voor een wezenlijke stap voorwaarts was vooral een substantiële verbetering in de naleving noodzakelijk. Dat op meerdere plaatsen in het Slotdocument uitdrukkelijk is vastgelegd dat de deelnemende Staten hun eigen wetgeving in overeenstemming dienen te brengen met de CVSE-afspraken alsook met hun verplichtingen onder het internationale recht stemt in dit verband ook tot voldoening. Van wezenlijke betekenis, juist in het licht van de noodzaak om met name een betere naleving te waarborgen, moet worden geacht dat het
912039F ISSN 0921 • 7371 SDU uitgeverij 's-Gravenhage 1989
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
Slotdocument van Wenen voorziet in een mechanisme om deze naleving van de verplichtingen op het gebied van de menselijke dimensie van de CVSE te bevorderen. Nederland heeft in de totstandkoming van dit mechanisme een belangrijk aandeel gehad. Het nieuwe mechanisme voorziet zowel in bilaterale contacten tussen de deelnemende staten welke dus uitdrukkelijk niet langer als inmenging in binnenlandse aangelegenheden kunnen worden afgewezen - als in multilateraal optreden, in laatste instantie tijdens een van de elk jaar te beleggen bijeenkomsten van de Conferentie over de Menselijke Dimensie van de CVSE. Schendingen van mensenrechten, zowel individuele gevallen als meer algemene situaties, kunnen thans waar nodig direct aan de orde worden gesteld en getoetst en vervolgens in multilateraal kader onder de aandacht van alle deelnemende staten worden gebracht. Daarnaast zijn de bestaande afspraken, met name waar het gaat om fundamentele mensenrechten, op een groot aantal punten nader ingevuld. Hierdoor zijn onduidelijkheden weggenomen en de mogelijkheden tot uiteenlopende interpretaties verminderd waardoor naleving van de bepalingen die hun oorsprong veelal reeds vonden in de Slotakte van Helsinki beter is gewaarborgd. Ik noem met name de nieuwe afspraken op het gebied van de godsdienstvrijheid, een beginsel dat in zijn practische consequenties nu veel meer in detail is uitgewerkt, en de uitdrukkelijke bepaling dat een ieder het recht heeft zijn of haar land te verlaten en er ook weer terug te keren. Nauwkeuriger afspraken zijn eveneens gemaakt over de modaliteiten voor in- en uitreizen en over de termijnen waarbinnen aanvragen daartoe moeten worden behandeld. Van groot belang moet ook worden geacht dat thans, duidelijker dan voorheen, het recht is vastgelegd voor individuele burgers om in vereniging met anderen toe te zien op de naleving van de CVSE-afspraken. Voorts is voor het eerst een duidelijke afspraak gemaakt om het storen van radio-uitzendingen tegen te gaan. Voor wat betreft de militaire aspecten van de veiligheid werd overeenstemming bereikt over een mandaat voor nieuwe onderhandelingen over de conventionele strijdkrachten in Europa. Deze zullen, in het kader van de CVSE, plaatsvinden tussen de landen van de NAVO en het Warschau Pact. De onderhandelingen zullen zich richten op een vergroting van de stabiliteit en de veiligheid in Europa, o.m. door het wegnemen van het vermogen tot het ondernemen van verrassingsaanvallen en grootscheepse offensieven. Een belangrijk middel daartoe zal het wegnemen van dispariteiten door middel van asymmetrische reducties zijn. De mate waarin op dit vlak resultaten kunnen worden bereikt, vormt naar mijn mening een essentiële graadmeter voor de mogelijkheden om een veiliger Europa tot stand te brengen. Tevens is besloten tot voortzetting van de onderhandelingen over Vertrouwenwekkende en Veiligheidsbevorderende Maatregelen, waarin zal worden voortgebouwd op de resultaten van de eerdere onderhandelingen terzake in Stockholm (1984-1986). Niet alleen zullen verbeteringen en aanvullingen van het Stockholmdocument worden voorgesteld maar ook zal worden gestreefd naar nieuwe vp-trouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen. Naar Westelijke opvatting zullen deze vooral een grotere mate van openheid over militaire structuren en activiteiten moeten bewerkstelligen. In de «Tweede Mand», die de economische en wetenschappelijke samenwerking in ruime zin betreft, is eveneens vooruitgang geboekt. Duidelijke afspraken zijn gemaakt over de werkomstandigheden van zakenlieden, over de mogelijkheden in contact te komen met voor hen relevante gesprekspartners en over de beschikbaarheid van noodzakelijke macro- en micro-economische economische data. Van betekenis is tevens de ruime aandacht die aan milieuvraagstukken wordt gewijd, zoals grensoverschrijdende vervuiling, aansprakelijkheid voor industriële ongelukken, en behoud van de ozonlaag.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
2
Nederland heeft zich tijdens de onderhandelingen in Wenen ook ingezet voor de bevordering van het toerisme. Het is bemoedigend te achten dat ook op dit terrein in het Slotdocument vooruitgang is geboekt, met name waar het gaat om reisverkeer van jongeren en om de mogelijkheden om met de lokale bevolking in contact te komen. Het verloop van de Vervolgbijeenkomst in Wenen is behalve door Westelijke eensgezindheid en vasthoudendheid en door de vele constructieve bijdragen van de neutrale en niet-gebonden landen ook in belangrijke mate bepaald door de ontwikkelingen in de Sowjet-Unie en in verscheidene andere Oosteuropese landen. Het mandaat voor de nieuwe onderhandelingen over conventionele wapenbeheersing in Europa komt vrijwel geheel overeen met de oorspronkelijke Westelijke voorstellen. Ook maakte de omstandigheid dat ook in de Sowjet-Unie zelve verbeteringen konden worden waargenomen op het gebied van de mensenrechtensituatie, tezamen met het in Wenen op dit gebied bereikte resultaat, het mogelijk dat kon worden ingestemd met een bijeenkomst in Moskou in 1991 van de Conferentie over de Menselijke Dimensie van de CVSE. Betreurd moet worden dat Roemenië tijdens de slotzitting van de Vervolgbijeenkomst, met een beroep op het beginsel van niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden, een reserve heeft uitgesproken op een aantal bepalingen van het Slotdocument juist op het gebied van de menselijke dimensie. Door de Westelijke landen is te dien aanzien duidelijk gemaakt dat een dergelijke reserve niet in overeenstemming is met de consensus waarmede in CVSE-verband besluiten worden genomen en waarmede het document is aanvaard. Nederland zal de ontwikkelingen op het gebied van de menselijke dimensie in Roemenië, evenals overal elders, derhalve blijven beoordelen op basis van alle verplichtingen welke door de deelnemende CVSE-staten in Wenen - en voordien in Helsinki en Madrid - worden aangegaan. Concluderend kan worden gesteld dat de Conferentie een evenwichtig resultaat heeft behaald waaraan een nieuwe stimulans voor het CVSEproces kan worden ontleend. Het omvat een belangrijk programma voor een voortgezette en intensieve dialoog over de vraagstukken van veiligheid en de menselijke dimensie. Daarnaast is voorzien in een reeks van tussentijdse bijeenkomsten over belangrijke onderwerpen als informatie, economische samenwerking en milieu. Het zal er nu om gaan om de mogelijkheden die het Slotdocument van Wenen biedt voor het scheppen van nieuwe verhoudingen op ons continent daadwerkelijk te benutten. De Minister van Buitenlandse Zaken, H. van den Broek
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
3
BIJLAGE
BELANGRIJKSTE PUNTEN V A N HET SLOTDOCUMENT VAN WENEN Hoofdstuk I a. Beginselen Geheel in overeenstemming met de Westelijke prioriteitenstelling is de nadruk vooral komen te liggen op het zevende beginsel inzake de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. In totaal handelen 17 van de 27 paragrafen specifiek over dit beginsel. Daarnaast is er nog een apart, nieuw hoofdstuk gewijd aan het implementatiemechanisme (ontleend aan het oorspronkelijke voorstel WT19), dat zijn plaats heeft gekregen tussen het derde hoofdstuk (inzake samenwerking op humanitair en ander gebied) en het laatste hoofdstuk (follow-up). Als belangrijkste verbeteringen van de afspraken m.b.t. de mensenrechten kunnen worden genoemd: I. Voor het eerst in CVSE kader wordt zowel bij de beginselen (1e mand) als in het hoofdstuk m.b.t. menselijke contacten (3e mand) expliciet gerefereerd naar het recht zijn land te verlaten (en daar ook weer naar terug te keren). Wel wordt er in dit kader verwezen naar nationale en internationale (wettelijke) bepalingen en (VN) conventies, doch daarbij uitdrukkelijk bepaald dat de aldaar genoemde restricties het karakter van uitzonderingen op de regel hebben, en niet mogen worden misbruikt ter ontkrachting van dit recht. II. Een in vergelijking met vroegere teksten veel uitgebreidere en ook meer bindende paragraaf over goedsdienstvrijheid, alsmede de daaraan inherente rechten van religieuze gemeenschappen (bv. het verkrijgen en verspreiden van religieuze literatuur, het geven of volgen van godsdienstonderwijs, het aanwijzen van de eigen geestelijke leiders, gelijkberechtiging van gelovigen, en een expliciete vermelding van het recht van religieuze minderheden op contacten met soortgenoten in andere landen). III. Een uitgebreide paragraaf over de rechten van gedetineerden, waaraan tot nog toe in de CVSE-documenten niet expliciet aandacht werd besteed. Door de algemene bewoordingen omvat deze paragraaf ook politieke gevangenen. Vooral van belang is daarbij met name de ondubbelzinnige bepaling over voorkoming van misbruik van psychiatrie. IV. Een duidelijk verbeterde paragraaf over «monitoring», waarin uitdrukkelijk het recht wordt genoemd zich met anderen te verenigen met het doel om op de implementatie van de CVSE-bepalingen toe te zien en deze te bevorderen. Dat de term «monitor» niet uitdrukkelijk in de paragrafen wordt vermeld, doet aan de duidelijkheid van deze afspraak niets af. b. Militaire veiligheid Tijdens de Conferentie zijn afspraken getroffen voor nieuwe onderhandelingen over conventionele wapenbeheersing in Europa en tot voortzetting van de onderhandelincen over vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen, te houden in twee afzonderlijke fora. En marge van de CVSE-Vervolgbijeenkomst in Wenen is tussen de 23 landen van de NAVO en het Warschau-Pact overeenstemming bereikt over een mandaat voor door hen te voeren onderhandelingen inzake conventionele strijdkrachten in Europa ('Conventional Armed Forces in Europe'). Deze onderhandelingen zijn geplaatst in het kader van de CVSE, en het mandaat is derhalve ook weergegeven in het slotdocument. Overigens zullen de onderhandelingen autonoom zijn; de deelnemers bepalen zelf de procedures en resultaten ervan. Wel is voorzien in regelmatige uitwisseling van informatie met de neutrale landen. In het als bijlage aan het slotdocument van Wenen toegevoegde mandaat voor deze onderhandelingen is vastgelegd dat de doelstelling
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 988-1 989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
4
zal zijn de stabiliteit en de veiligheid in Europa te vergroten door - een evenwicht in conventionele strijdkrachten op lager niveau tot stand te brengen - het wegnemen van dispariteiten die de stabiliteit en de veiligheid negatief beïnvloeden, en - het wegnemen, met voorrang, van het vermogen tot het ondernemen van verrassingsaanvallen en grootscheepse offensieven. Tevens werd bepaald dat men deze doelstellingen wil bereiken door het treffen van maatregelen van militaire betekenis, o.m. reducties, limiteringen, herstationeringsbepalingen en gelijke plafonds. Onderwerp van onderhandeling zullen uitmaken de op land gestationeerde conventionele strijdkrachten van de 23 deelnemers, met inbegrip van de bewapening, op hun grondgebied in Europa van de Atlantische Oceaan tot de Oeral. Nucleaire wapens zullen geen onderwerp van onderhandeling zijn. Evenmin zullen zeestrijdkrachten en chemische wapens aan de orde worden gesteld. Voorts werd door de CVSE-Vervolgbijeenkomst kennis genomen van het op de Europese Ontwapeningsconferentie over Vertrouwenwekkende en tot Veiligheid bijdragende maatregelen tot stand gekomen zgn. Stockholm-document, en besloten tot hervatting van deze onderhandelingen. Bij voortzetting van de werkzaamheden, die eveneens in de week van 6 maart zullen beginnen, zal het er om gaan, voortbouwend op de terzake in september 1986 in de Zweedse hoofdstad behaalde resultaten, niet alleen verbeteringen en aanvullingen op het Stockholm-document aan te brengen maar ook een nieuw pakket van vertrouwen-wekkende en tot veiligheid bijdragende maatregelen overeen te komen. Hiermee wordt beoogd een grotere openheid over militaire structuren en activiteiten te bewerkstelligen. Met deze afspraken is een voortzetting en uitbreiding van de dialoog over veiligheidsvraagstukken verzekerd. Hoofdstuk II Als belangrijkste verbeteringen op het gebied van de economische en wetenschappelijke samenwerking (de zgn. «Tweede Mand») kunnen worden genoemd: I. - Een in vergelijking met voorgaande teksten veel inhoudelijker paragraaf over de werkomstandigheden van (Westelijke) zakenlieden (in de Oosteuropese landen). Er zullen o.m. effectieve stappen worden genomen ter vereenvoudiging van de accrediteringsregels, ter verbetering van de accommodatie voor zakenlieden, over de mogelijkheden om ongestoord te communiceren met binnen- en buitenland en over betere beschikbaarheid en recruteringsmogelijkheden van personeel e t c , gebieden waarop zakenlieden in de WP-landen nog steeds geconfronteerd worden met grote problemen. Ook wordt er specifiek verbeteringen toegezegd t.a.v. grensformaliteiten. - Een nieuwe expliciete toezegging over in het vervolg beschikbaar zijn van up-to-date-informatie, zowel van macro- als van micro-economische aard, en van statistieken. II. Er is sprake van een verbeterde en in het algemeen concretere milieuparagraaf, met onder meer nieuwe afspraken over voor Nederland belangrijke onderwerpen als de noodzaak tot onderzoek c.q. samenwerking op het gebied van: het broeikaseffect, het terugdringen van zwavel-dioxide, stikstofoxiden en nadere luchtvervuilende stoffen, de beschadiging van de Ozonlaag, de vervuiling van zeeën en grensoverschrijdende waterlopen, het grensoverschrijdend vervoer van gevaarlijk afval, industriële ongelukken, potentieel gevaarlijke chemicaliën en de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
5
bescherming van natuurlijke hulpbronnen en van flora en fauna. Ook is in dit kader een duidelijke bepaling opgenomen over het belang van de rol van personen en organisaties bij de milieubescherming waarin ook uitdrukkelijk hun recht wordt bevestigd om publiekelijk uitdrukking te geven aan hun zorgen en ideeën. III. Een uitvoerige toerisme-paragraaf, waarin bij alle elementen uit het oorspronkelijke, (door Nederland geïnitieerde en op de openingszitting van deze Vervolgbijeenkomst reeds aangekondigde) Westelijke voorstel zijn terug te vinden, zij het soms in wat afgezwakte vorm: - o.a. contacten tussen toeristen en lokale bevolking zullen worden vergemakkelijkt; - goedkope overnachtingsfaciliteiten, zoals m.n. (privé) bed-andbreakfast-mogelijkheden zullen worden gestimuleerd, speciaal m.o.o. jeugdtoerisme; - de prijsdiscriminatie van buitenlanders ten opzichte van autochtonen zal z.s.m. worden opgeheven; - minimum wisselverplichtingen zullen z.s.m. worden afgeschaft; - in het vervolg zal het mogelijk zijn lokale valuta aan het einde van een reis terug te wisselen in «harde» valuta. IV. Een paragraaf m.b.t. wetenschappelijke contacten, waarbij het belang van vooral individuele contacten met verwijzing naar de fundamentele rechten van de mens wordt onderstreept. H o o f d s t u k III In het algemeen betekenen de nieuwe teksten m.b.t. de menselijke contacten een duidelijke vooruitgang t.o.v. de bestaande teksten, terwijl in de informatieparagrafen vooral de afspraken m.b.t. de werkcondities van journalisten tot tevredenheid stemmen. De cultuur- en onderwijsparagrafen reflecteren in redelijke mate de voor de Westelijke landen zo belangrijke individuele contacten. De voornaamste verbeteringen betreffen: a. Menselijke contacten I. Een vereenvoudiging en versoepeling van reisformaliteiten in het algemeen, en op familiehereniging en familiebezoeken over de grenzen heen in het bijzonder. Belangrijke afspraken betreffen: - een verdere beperking van termijnen waarbinnen in de regel een beslissing dient te worden genomen over (uitreis)aanvragen, en wel voor familieherenigingsgevallen van 6 tot 3 maanden, en familiebezoek van «z.s.m.» tot één maand. - de in het vervolg onverwijlde behandeling (i.p.v. «met voorrang») van reisaanvragen in urgente gevallen. - een betere verkrijgbaarheid van in dit kader vereiste formulieren en documenten - de vaststelling dat ingevulde documenten in het vervolg hun geldigheid behouden gedurende de gehele aanvraagprocedure en bij een volgende aanvraag wederom in aanmerking moeten worden genomen. - de toezegging dat reeds ingediende aanvragen welke aan het einde van de Vervolgbijeenkomst nog steeds op een beslissing wachten, binnen 6 maanden na de afsluitingsdatum dienen te zijn afgehandeld. - redenen van nationale veiligheid (kennis van staatsgeheimen) kan slechts «een zo kort mogelijke tijd» grond zijn voor het weigeren van een uitreisvisum. II. Voor het eerst wordt expliciet het recht op briefgeheim en ongehinderde telefoonverbindingen duidelijk vastgelegd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
6
b.
Informatie III. Voor het eerst is het Westen er in geslaagd om een duidelijke paragraaf opgenomen te krijgen m.b.t. de verplichting tot het staken van het storen van radio-uitzendingen («jamming»). Een zelfde afspraak m.b.t. tv-uitzendingen, bleek echter niet haalbaar. IV. Duidelijk verbeterde afspraken over de rechten van journalisten, o.m. t.a.v. de vrije toegang tot en contacten met ambtelijke zowel als particuliere informatiebronnen, het respecteren van hun beroepsgeheim als ook van hun copyright, het vereenvoudigen van de procedure tot verkrijging van een accreditering als correspondent, en van meervoudige in- en uitreisvisa alsook het staken van restrictieve praktijken, zoals het uitwijzen c.q. het intrekken van een accreditering als reactie op de inhoud van hun berichtgeving. c. Cultuur V. Van de Cultuurparagrafen is met name van belang een duidelijke afspraak om directe persoonlijke contacten op cultureel gebied te vergemakkelijken en te stimuleren, ook op individuele basis. d.
Onderwijs VI. Bij de onderwijsparagrafen, tenslotte, is een belangrijke passage opgenomen over het vergemakkelijken van uitwisselingsprogramma's van schoolkinderen, daarbij inbegrepen het onderbrengen van kinderen bij gastfamilies. Hoofdstuk IV (Menselijke dimensie van CVSE) Tot de belangrijkste winstpunten van Wenen behoort de instelling van een mechanisme om de uitvoering te toetsen van hetgeen op het gebied van de menselijke dimensie is overeengekomen, zowel wat betreft de mensenrechten cfm. het zevende beginsel Eerste Mand als uit de Derde Mande vooral de menselijke contacten. Het functioneren van dit mechanisme zal worden getoetst niet alleen op de normale vervolgbijeenkomsten, maar ook op een speciale Conferentie inzake de Menselijke Dimensie (CDH) die, tot de eerstvolgende vervolgbijeenkomst over drie jaar, drie maal, d.w.z. elk jaar, bijeen zal komen: eerst in Parijs, vervolgens in Kopenhagen en de derde keer in Moskou. Op deze dus in feite jaarlijkse Conferentie zal een aparte subgroep («subsidiary working body A») zich bezighouden met het evalueren van het mechanisme waarbij met name die speciale gevallen of situaties opgebracht kunnen worden, die in dat kader aan de orde zijn gekomen maar nog niet werden opgelost. De Conferentie zal verder in meer algemene zin de implementatie op het punt van de menselijke dimensie bezien en zonodig nieuwe voorstellen doen. Het mechanisme zelf omvat een raamwerk voor: - uitwisseling van informatie en beantwoording van verzoeken om informatie; - bilateraal overleg om opheldering te verschaffen en, zoals met name genoemd, speciale gevallen of situaties te bespreken met als doel daarvoor een oplossing te vinden; - een notificatieprocedure aan (de) partners in CVSE, indien deze twee middelen om betere naleving te bewerkstelligen niet effectief blijken te zijn; - ten slotte kunnen de resultaten van de voorgaande drie instrumenten, in het bijzonder onopgeloste ernstige gevallen en situaties, opgebracht worden in hogergenoemde aparte subgroep van de CDH, en vanzelfsprekend ook op de eerstvolgende vervolgbijeenkomst. Met dit geïntegreerde systeem (Mechanisme en Conferentie) wordt in
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
7
feite bewerkstelligd dat de naleving van het overeengekomene inzake mensenrechten, menselijke contacten en daarmee samenhangende kwesties welhaast voortdurend kan worden besproken en getoetst. Follow-up Besloten is tot het houden van de volgende tussentijdse bijeenkomsten: 1 CSBM-onderhandelingen (Wenen), vanaf 6 maart 1989; 2 Informatieforum (Londen), 18 april 1989 tot 12 mei 1989; 3 Eerste zitting van de Conferentie over de Menselijke Dimensie (CDH) (Parijs), 30 mei 1989 tot 23 juni 1989; 4 Bijeenkomst over Middellandse Zeer-ecosystemen (Palma di Mallorca), 24 september 1990 tot 19 oktober 1990; 5 Milieubijeenkomst (Sofia), 16 oktober 1989 tot 3 november 1989; 6 Bijeenkomst over economische samenwerking (Bonn), 19 maart 1990 tot 11 april 1990; 7 Tweede zitting CDH (Kopenhagen), 5 juni 1990 tot 29 juni 1990; 8 Bijeenkomst over vreedzame geschillenbeslechting (La Valetta), 15 januari 1991 tot 8 februari 1 9 9 1 ; 9 Derde zitting CDH (Moskou), 22 oktober 1991 tot 15 november 1991; 10 Symposium inzake Cultureel Erfgoed (Krakow), 28 mei 1991 tot 7 juni 1991;
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. V, nr. 78
8