Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1998–1999
21 501-07
Ecofin-Raad
Nr. 261
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 16 september 1999 Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, het verslag van de vergadering van de Informele Ecofin Raad van 10–12 september 1999 te Turku. Dit verslag wordt toegezonden aan de Voorzitters van de Eerste Kamer en Tweede Kamer alsmede de Voorzitters van de Algemene Commissie voor Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer De Minister van Financiën, G. Zalm
KST40553 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1999
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-07, nr. 261
1
Verslag Euro-11 d.d. 10-9-1999
Voorbereiding G7-bijeenkomst Ter voorbereiding op de G7-bijeenkomst in Washington besprak de Euro-11 in aanwezigheid van ECB-president Duisenberg de economische situatie in de wereld, met aandacht voor de situatie in de Eurozone, de VS en Japan. Algemeen werd uitgesproken dat de economische vooruitzichten voor de Eurozone gunstig zijn. De groei voor 1999 en 2000 kan mogelijk hoger uitvallen dan voorzien in de Spring Forecasts van de Commissie. Er is sprake van interne prijsstabiliteit, hoewel alertheid bij de inflatieontwikkeling is geboden. De overheden zullen zich op de koers van zowel verdergaande budgettaire consolidatie conform de ingediende stabiliteitsprogramma’s als structurele hervormingen moeten houden. Ten aanzien van de VS werd de onevenwichtigheid op de lopende rekening opnieuw gememoreerd. Het beleid in de VS moet gericht blijven op het beperken van de risico’s van een harde landing. De tekenen van herstel van de Japanse economie werden verwelkomd; de regering zal moeten doorgaan met het uitvoeren van hervormingen in de financiële sector. Tijdens dit agendapunt werd ook ingegaan op de wijze waarop de Eurozone door externe partners moet worden aangesproken wanneer het gaat om het monetaire en wisselkoersbeleid. Afgesproken werd dat de ECB-president en de Ecofin/Euro-11 voorzitter het vaste aanspreekpunt zijn.
Budgettaire situatie De gunstige groeivooruitzichten voor 1999 vinden ook hun weerslag in de tekortontwikkeling. De verwachting is dat alle Lidstaten hun budgettaire doelstellingen uit hun stabiliteitsprogramma’s zullen halen. Italië gaf aan dat het verwacht dat het tekort voor 1999 tussen de 2% en 2,4% BBP zal uitkomen, waarbij Italië denkt dat het tekort dichter bij de 2% BBP zal uitkomen. De Voorzitter riep de leden op om in de ge-update stabiliteitsprogramma’s later dit jaar ambitieuzere budgettaire doelstellingen op te nemen. Het doel moet gericht blijven op het realiseren van houdbare overheidsfinanciën, mede in het licht van de toekomstige vergrijzingsproblematiek. Ten behoeve van deze Euro-11 bijeenkomst was aan specifiek België en Frankrijk gevraagd hun economische en budgettaire beleid toe te lichten. België meldde dat de dioxinecrisis waarschijnlijk de economische groei in 1999 zal doen afnemen van 1,9% BBP naar 1,6% BBP. Er was druk op het budget, maar België verwacht het tekort en het primair surplus in 1999 binnen de kaders van het stabiliteitsprogramma te houden. De groeiverwachting voor 2000 blijft 2,5% BBP. De nieuwe regering is druk bezig met het opstellen van de begroting 2000 en de update voor het stabiliteitsprogramma. Frankrijk meldde nog midden in de begrotingsvoorbereiding voor 2000 te zitten, en schetste vervolgens een algemeen beeld van de huidige begrotingssystematiek in Frankrijk: een meerjarig reëel uitgavenkader, het loskoppelen van inkomsten van de uitgaven, gebruik van meevallers voor tekortreductie en lastenverlichting. Al met al begint de Franse systematiek erg te lijken op de Nederlandse. Afgesproken werd dat tijdens de volgende Euro-11, 8 oktober aanstaande, opnieuw specifiek op de budgettaire situatie in Frankrijk en daarnaast op Ierland en Spanje zal worden ingegaan. Tot slot kwam ter sprake het voornemen van Griekenland om in maart 2000 een aanvraag in te dienen voor toetreding tot de EMU in januari 2001. Als de aanvraag is ingediend zal in mei of juni
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-07, nr. 261
2
2000 een convergentierapport over Griekenland moeten worden opgesteld. Verslag uitgebreide Euro-11 d.d. 11-9-1999 Tijdens de uitgebreide Euro-11 bijeenkomst is gesproken over de actuele ontwikkelingen op het gebied van de Europese fiscale onderwerpen: het belastingpakket Monti, de energiebelasting en de verlaging van de BTW op de arbeidsintensieve diensten. Er is niet of nauwelijks gesproken over de gedragscode ter voorkoming van schadelijke belastingconcurrentie. Wel diende een grote lidstaat ten behoeve van de discussie over de ontwerprichtlijn spaartegoeden een reeds lange tijd beloofde notitie in over de behandeling van Eurobonds. Deze notitie zal verder worden besproken in ambtelijke werkgroep vergaderingen. Een andere lidstaat heeft toegezegd een notitie te zullen schrijven over de behandeling van beleggingsfondsen in de ontwerprichtlijn spaartegoeden. Alle landen sturen nog altijd aan op resultaten tijdens de Europese Raad in december in Helsinki. Over de energiebelasting is maar zeer kort gesproken. Van verschillende kanten is toegezegd een bijdrage te leveren om op dit terrein te komen tot een spoedig compromis met betrekking tot de ontwerprichtlijn. Na afloop van de langdurige discussie over de verlaging van de BTW op arbeidsintensieve diensten is geconcludeerd dat het voorliggende compromisvoorstel van het voorzitterschap op brede steun kon rekenen. Tijdens de Ecofin Raad van 8 oktober zal een formeel besluit worden genomen. Verslag informele Ecofin d.d. 11-9-1999
EU-speech Jaarvergadering IMF/WB De Ecofin ging akkoord met de door het Finse Voorzitterschap uit te dragen speech tijdens de gezamenlijke jaarvergadering van Wereldbank en IMF vanaf 26 september aanstaande.
Economische beleidscoördinatie De Ecofin wijdde een oriënterende bespreking aan de hoofdlijnen van het door de Ecofin Raad op te stellen rapport ten behoeve van de Europese Raad van Helsinki over de wijze waarop de economische beleidscoördinatie in de derde fase EMU functioneert. Minister Zalm gaf aan dat hij in het rapport aandacht wil voor zowel beleidscoördinatie als beleidsconcurrentie als twee elkaar aanvullende instrumenten. Het huidige coördinatieraamwerk voldeed volgens hem. Het kwam aan op het stroomlijnen van de bestaande procedures. Hij wees er daarnaast op dat het accent meer moet liggen op implementatie van de aanbevelingen die uit de diverse coördinatieprocedures naar voren komen. De Voorzitter onderstreepte de centrale, overkoepelende rol van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de Lidstaten en de Gemeenschap in het coördinatieraamwerk. Bezien moest worden hoe de procedures zoveel mogelijk gestroomlijnd en op elkaar afgestemd kunnen blijven, alsmede hoe de EU ervoor kan zorgen dat er maximale transparantie is wat er op Europees niveau wordt gecoördineerd en wat de resultaten daarvan zijn. De principes van benchmarking en peer pressure zijn zijns inziens de belangrijkste kenmerken van het Europese coördinatieproces. Hij was het ermee eens dat beleidsconcurrentie een vorm van coördinatie is en dat meer nadruk moet liggen op de implementatie van de aanbevelingen van de coördinatieprocedures. Tenslotte zegde Portugal toe dat het EFC, EPC en de Ecofin zullen worden betrokken bij de voorbereiding van de speciale Europese Raad over werkgelegenheid,
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-07, nr. 261
3
economische hervorming en sociale cohesie onder Portugees Voorzitterschap in het voorjaar van 2000.
Macro-economische dialoog De Ecofin ging tevens akkoord met een door het EPC uitgewerkt nader voorstel tot invulling van de macro-economische dialoog, zoals afgesproken in het kader van het werkgelegenheidspact van de Europese Raad van Keulen (juni 1999). De eerste politieke dialoog, bestaande uit vertegenwoordigers van de Ecofin en Sociale Raad, hun comités, de sociale partners en de ECB, zal plaatsvinden en marge van de Ecofin Raad van 8 november aanstaande. Deze politieke dialoog wordt voorbereid door een technische dialoog bestaande uit ambtelijke vertegenwoordiging van de politieke deelnemers.
Economische en budgettaire situatie De Voorzitter concludeerde na een korte discussie dat de economische vooruitzichten van de EU beter zijn dan voor kort nog werd verwacht, maar dat er nog wel enige risico’s blijven bestaan (economische ontwikkeling V.S.). De Lidstaten dienen gezonde budgettaire posities na te blijven streven. De Voorzitter riep de Lidstaten dan ook op om in de later dit jaar in te dienen update van stabiliteits-en convergentieprogramma’s, ambitieuzere budgettaire doelstellingen op te nemen.
Financiële stabiliteit en toezicht De Ecofin nodigde het Economisch en Financieel Comité uit te bezien op welke wijze de toezichtsstructuren in de Europese landen en de procedures voor samenwerking in Europa zinvol geïnventariseerd kunnen worden. Minister Zalm benadrukte hierbij dat naast het grensoverschrijdende aspect ook het cross-sector aspect in de inventarisatie moet worden betrokken.
Introductie eurobankbiljetten en munten De informele Ecofin bereikte overeenstemming dat euromunten op beperkte schaal vóór 1 januari beschikbaar gesteld kunnen worden aan het publiek. Doel is daarbij om kwetsbare groepen aan de nieuwe munten te laten wennen. Voorwaarden zijn, dat het op vrijwillige basis gebeurt, de euromunten op zijn vroegst 10 tot 14 dagen vóór 1 januari 2002 beschikbaar gesteld worden en de euromunten vóór 1 januari 2002 geen wettig betaalmiddel zijn. Het voortijdig beschikbaar stellen van eurobiljetten aan het publiek werd nogmaals expliciet uitgesloten. Voorts was er overeenstemming om de periode van dubbele circulatie in alle eurolanden aanmerkelijk te verkorten ten opzichte van het maximum van zes maanden. De eurolanden zouden de status van wettig betaalmiddel van de nationale munten en biljetten in principe na uiterlijk twee à drie maanden moeten beëindigen. Zoals bekend zal Nederland de status van wettig betaalmiddel van de gulden na vier weken beëindigen. Beide punten zullen naar verwachting voor het einde van het jaar in een volgende Ecofin-Raad worden afgehandeld in de vorm van een verklaring van de Ecofin Raad.
Millenniumprobleem De algemene opvatting luidde hier dat een economische crisis als gevolg van de millenniumproblematiek hoogst onwaarschijnlijk is. De Commissie
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-07, nr. 261
4
zal de Ecofin informeren over eventuele specifieke storingen inclusief potentiële economische effecten en aanbevelingen ter voorkoming en minimalisering.
Kosovo VN vertegenwoordiger Dixon gaf een korte toelichting op de situatie in Kosovo. De schade in Kosovo blijkt niet zozeer het gevolg van militaire acties, maar veeleer van spanningen tussen burgers van de verschillende bevolkingsgroepen. Momenteel bestaat een machtsvacuüm, waardoor de politieke situatie erg instabiel is. In oktober zal opnieuw een internationale donorcoferentie worden georganiseerd.
Turkije De Ecofin besprak kort de EU steun aan de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden in Turkije. Geconstateerd werd dat binnen bestaande kaders nog ruimte bestaat voor betalingsbalanssteun en voor leningen van de Europese Investeringsbank (EIB). Een nieuw EIB mandaat voor Turkije werd niet nodig geacht.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-07, nr. 261
5