Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2000–2001
26 643
Informatie- en communicatietechnologie
Nr. 13
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 1 november 2000 De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1 heeft op 18 oktober 2000 overleg gevoerd met staatssecretaris J. M. de Vries van Verkeer en Waterstaat over de brief d.d. 1 mei 2000 houdende de nota «Netwerken in de Delta» (26 643, nr. 6). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), voorzitter, Van den Berg (SGP), Reitsma (CDA), Biesheuvel (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Valk (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Leers (CDA), ondervoorzitter, Feenstra (PvdA), Van Heemst (PvdA), Verbugt (VVD), Giskes (D66), Stellingwerf (RPF/GPV), Klein Molekamp (VVD), Hofstra (VVD), Wagenaar (PvdA), Van der Knaap (CDA), Ravestein (D66), Van der Steenhoven (GroenLinks), Niederer (VVD), Van Bommel (SP), Eurlings (CDA), Herrebrugh (PvdA), Hindriks (PvdA), De Swart (VVD). Plv. leden: Te Veldhuis (VVD), Bakker (D66), Th. A. M. Meijer (CDA), Stroeken (CDA), Van Gent (GroenLinks), Waalkens (PvdA), Crone (PvdA), Atsma (CDA), Duivesteijn (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Augusteijn-Esser (D66), Schutte (RPF/ GPV), Geluk (VVD), Luchtenveld (VVD), Spoelman (PvdA), Buijs (CDA), Van Walsem (D66), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Poppe (SP), Dankers (CDA), Dijksma (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Nicolaï (VVD).
Mevrouw Wagenaar (PvdA) constateert dat aan de nota een zeer liberale visie ten grondslag ligt. De grote lijn is dat het ontbreken van marktwerking een belemmering vormt voor de ontwikkeling van de telecommunicatie-infrastructuur. In de nota is op dit punt nauwelijks een rol voor de overheid weggelegd. Er wordt echter ook geconcludeerd dat bedrijven veel meer gebruikmaken van de voordelen die de marktwerking heeft opgeleverd dan consumenten. De consument hangt er in het beleid van de staatssecretaris een beetje bij. Voor de PvdA betekent marktwerking meer concurrentie. Hierdoor ontstaat een gevarieerd aanbod tegen scherpe prijzen en met een goede service. De Europese ontwikkelingen op dit terrein zijn van groot belang. Wanneer wordt het kabinetsstandpunt inzake de ONP (open network provision)review verwacht? De PvdA schaart zich aan de zijde van veel van de Europese telecomtoezichthouders die menen dat aanbieders bij 25% marktmacht andere partijen moeten toelaten op hun netwerk, met toetsing vooraf. Bij het hanteren van een grens van 50% wordt de deur geopend voor semi-monopolies, zeker bij toetsing achteraf. Voor een effectieve concurrentie zijn specifieke wetgeving en specifiek toezicht nodig. Het wordt tijd dat de staatssecretaris dit standpunt in Brussel kenbaar maakt, want de onderhandelingen op ambtelijk niveau schrijden voort. De ONP-regels moeten worden uitgebreid tot internet en tot de kabel. Het huidige ONP-regime is daar overigens zeer geschikt voor. De aanhoudende stroom klachten van consumenten over kabelexploitant UPC toont aan dat concurrentie tussen internetproviders op de kabel wenselijk is. Er zijn op dit punt drie moties aangenomen en in twee daarvan wordt in dit verband een maximale termijn van twee jaar aangegeven. Tevens heeft de Kamer uitgesproken dat de OPTA (Onafhankelijke post en telecommunicatie autoriteit) en de NMA (Nederlandse mededing-
KST48975 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2000
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 26 643, nr. 13
1
1
ingsautoriteit) halfjaarlijks toezicht ex ante uitoefenen. Heeft dit toezicht al conclusies opgeleverd? De Telecomwet moet zo snel mogelijk worden gewijzigd, om consumenten die via de kabel willen internetten een keuze te bieden. Bij die wijziging moet tevens een onafhankelijke klachteninstantie een wettelijke basis krijgen. Het kabinet roep iedereen voortdurend op «digitaal te gaan» en dat moet ook via de kabel mogelijk zijn, met een goede service. Het desbetreffende wetsvoorstel moet op zijn laatst 1 februari a.s. bij de Kamer zijn ingediend. Er ontstaan steeds meer verticale eigendomsstructuren. De overheid moet voortdurend nagaan of dergelijke vormen van cross ownership wel wenselijk zijn. Het vertrouwen van burgers en bedrijven in nieuwe technieken staat of valt met een goede beveiliging en een adequate bescherming van de privacy. De overheid kan hierin als launching costumer een rol spelen. De digitale handtekening moet zo snel mogelijk worden ingevoerd. Kan de staatssecretaris spoedig de resultaten van het experiment terzake bij een Haarlems notariskantoor aan de Kamer doen toekomen? De ondersteuning van fundamenteel onderzoek op het terrein van informatie- en communicatietechnologie is van groot belang. De Kamer heeft enkele weken geleden uitgesproken dat het kabinet snel een beleidsnotitie inzake het antennebeleid moet uitbrengen. Wanneer kan deze worden verwacht? Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Van Zuijlen c.s. over TDAB (terrestial digital audio broadcasting) en DVBT (digital video broadcasting terrestial)? In de evaluatie van de OPTA moeten ook de gevolgen van het beleid voor de consument op korte en lange termijn betrokken worden. De opmaak van de nota is volslagen in strijd met de afspraken over de presentatie van nog niet door de Tweede Kamer aanvaard beleid. De heer Nicolaï (VVD) is blij met het goede overzicht van de stand van zaken dat in de nota wordt geboden. De doelstellingen, ambities en visies uit de nota worden door de VVD-fractie onderschreven. Er ligt alleen iets te veel de nadruk op ordening in plaats van op stimuleren van ontwikkelingen. Klopt het dat het kabinet op den duur afwil van sectorspecifieke regelgeving? Kan er een overzicht van de verschillende varianten worden verstrekt? De Kamer moet hier in verband met de komende Europese regelgeving zo snel mogelijk over kunnen spreken. Het enige criterium dat op middellange termijn voor de sector van belang is, is het creëren van een volkomen markt. Als die gerealiseerd is, zijn sectorspecifieke regelingen niet meer nodig. Het is de vraag of het kabinet wel voldoende tempo maakt bij het bevorderen van digitale radio. Had het stoppen van de uitzendingen van de stichting DAB niet voorkomen kunnen worden? Het lijkt er nu op dat deze ontwikkelingen achteruit in plaats van vooruit gaan. Digitale radio heeft het voordeel dat de overheid niet regulerend hoeft op te treden. Het is te betreuren dat het kabinet zo weinig werk maakt van digitalisering van de kabel ten behoeve van doorgifte van tv-zenders. Nederland is het dichtstbekabelde land van Europa en op dit terrein is zeker meer activiteit nodig. In een aangenomen motie is vastgelegd dat voor 1 januari a.s. een plan van aanpak terzake moet worden uitgebracht. Het kabinet heeft hierop gezegd dat de Kabelnota als zodanig gezien moet worden. De Kamer vroeg echter juist naar aanleiding van de behandeling van die nota om een plan van aanpak. De motie geldt dus nog steeds. Deze kwestie betreft overigens vooral de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van OCW. De termijn van twee jaar is in de desbetreffende motie opgenomen om de kabelbedrijven enige voorsprong te geven om iets van hun investeringen terug te verdienen. De nieuwe wet moet echter wel binnen twee jaar operationeel zijn. Het marktaandeel van internet via de kabel is minder dan 10%. In principe moet de kabel vrij toegankelijk zijn voor aanbieders van internet, maar de politiek moet zich niet te veel laten leiden door de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 26 643, nr. 13
2
consumentenbelangen op korte termijn. Daardoor krijgt een goede ontwikkeling van een sector te weinig kans en worden de belangen van de consument op langere termijn geschaad. De consument van morgen is ermee gediend dat hij een goede keuze kan maken voor het gebruik van diensten om informatie uit te wisselen. Concurrentie is de beste voorwaarde voor de beste diensten tegen de laagste prijs. Directe openstelling van de kabel zal echter de huidige technische problemen alleen maar verergeren. De heer Atsma (CDA) kan zich in grote lijnen vinden in het beleid zoals verwoord in de nota. De ambitie is terecht hoog. De staatssecretaris geeft aan dat het plan van aanpak een voorbeeld kan zijn voor andere sectoren. Aan welke sectoren denkt zij daarbij? Kan het kabinet nadere voorstellen in dit verband ontwikkelen voor bijvoorbeeld de zorg, de politie en het onderwijs? Het is zeer de vraag of de overheid slechts een faciliërende taak heeft bij ICT. Burgers en bedrijven moeten erop kunnen rekenen dat er een volwaardige, betaalbare, goed toegankelijke en veilige infrastructuur is. Hierop gelet, moet de overheid naast haar faciliërende taak ook een actief beleid voeren om bijvoorbeeld de toegankelijkheid en betrouwbaarheid te garanderen. Het CDA is tegen monopolies bij belangrijke infrastructuur. De stroom klachten tegen UPC maakt weer eens duidelijk wat er kan gebeuren als de consument geen keuze heeft. Wil het kabinet snel vergaande afspraken met de kabelsector hierover maken? Naast concurrentie tussen infrastructuren is er vooral ook behoefte aan concurrentie op de infrastructuur. Dit element ontbreekt helaas in de nota. Het is technisch mogelijk dat meerdere internetaanbieders op één kabelnet actief zijn. De staatssecretaris van OCW lijkt zoveel mogelijk de grenzen van de gestelde termijn te willen opzoeken, terwijl een meerderheid van de Kamer juist voor versnelling van de wetgeving terzake is. Waar een wil is, is een wet. Dat hoeft absoluut geen twee jaar te duren. Als het kabinet wel die mening is toegedaan, moet de Kamer zelf het initiatief nemen. Is het overigens mogelijk om via een wijziging van de taakopdracht van de OPTA aan de wensen van de Kamer tegemoet te komen? In dat geval is wetswijziging op korte termijn niet nodig. Bij de behandeling van de Kabelnota is toegezegd dat de kabel ook wordt opengesteld voor de doorgifte van radio- en televisieprogramma’s van andere aanbieders. Is de aankondigde wetswijziging al in voorbereiding? De ruimte op de kabel dreigt te worden volgestouwd met allerlei zaken en dit staat haaks op de gewenste openstelling. De digitale ether is een van de weinige concurrerende infrastructuren van de kabel. Klopt het gerucht dat er achter de schermen nog steeds wordt getracht een veiling van de grond te tillen, ondanks de Kameruitspraak van dit voorjaar dat de DVBT-frequenties niet geveild mogen worden? Ook de heer Bakker (D66) acht het hoogst noodzakelijk dat de notitie over het antennebeleid zo snel mogelijk de Kamer bereikt. Op tal van punten verdient het aanbeveling de nota te concretiseren. Er wordt bijvoorbeeld aangekondigd dat de relatie tussen de ontwikkeling van internet en de waarborging van de privacy wordt onderzocht. Waar moet dit toe leiden? Wanneer hoort de Kamer daar iets over? Ook de impact van schadelijke effecten van internet wordt onderzocht ter voorbereiding van preventief stimuleringsbeleid. Wat moet er nu precies gestimuleerd worden? Hoe staat het met de realisering van de wireless local loop? Er is afgesproken dat andere aanbieders van radio- en tv-programma’s of van programmapakketten snel toegang tot de kabel zullen krijgen. Het desbetreffende wetsvoorstel moet op korte termijn door de Kamer behandeld worden, want de exploitanten vullen de capaciteit van de kabel nu
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 26 643, nr. 13
3
met ander aanbod en straks is er geen plek meer voor meer aanbieders van programma’s. De Kamer heeft duidelijk uitgesproken dat er geen veiling moest plaatsvinden van digitale frequenties. In plaats daarvan zou er een vergelijkende toets worden uitgevoerd. De fractie van D66 heeft deze motie overigens niet gesteund, omdat zij eerst de door de staatssecretaris aangekondigde brief wilde afwachten. Die brief is er echter nog steeds niet. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om de vergelijkende toets snel vorm te geven, want de voorwaarden zijn bekend. De ontwikkeling van ADSL (asymmetric digital subscribe line) stagneert. Dit kan een goede concurrent van de kabel zijn op het gebied van breedband datacommunicatie. De kabel moet zo snel mogelijk worden opengesteld voor andere internetproviders. Kan het wetsvoorstel 1 februari bij de Kamer worden ingediend? Dan kan het nog voor 1 juni door de Eerste Kamer behandeld worden. Kennelijk is hieraan de afgelopen vier maanden nog niets gedaan. De OPTA heeft te weinig mogelijkheden om adequaat toezicht uit te oefenen op breedbandinternet. De politiek is in dit opzicht tekort geschoten. Wil de staatssecretaris dit zo spoedig mogelijk alsnog regelen? Hierbij horen heldere uitspraken over de ONP-review. Wil de staatssecretaris op korte termijn een notitie met het kabinetsstandpunt terzake uitbrengen? Nederland kan eventueel een stap verder gaan dan de Europese regelgeving. Wat is de stand van zaken ten aanzien van cross ownership? De heer Vendrik (GroenLinks) is het bijzonder eens met het kabinet dat het, nu alle onderdelen steeds verder naar elkaar toe groeien, tijd wordt om te spreken over een grote communicatiemarkt. Dit geldt niet voor de opvatting dat de overheid een bescheiden positie heeft in het zich stormachtig ontwikkelende veld. Gezien het grote belang van de communicatiemarkt voor de Nederlandse economie en samenleving, is er behoefte aan een sterke overheid op dit terrein. Alleen daardoor kan er ook een sterke markt ontstaan. De overheid moet zich op grond van het algemeen belang veelvuldig bemoeien met marktontwikkelingen en toezichthouders goed positioneren. Markten moeten gemaakt worden. Bij mediaconcentraties is het democratische belang van onafhankelijke meningsvorming evident. Het is de vraag of allerlei vormen van vervlechting in de brede communicatiemarkt wel toegestaan moeten worden. De overheid moet tijdig ingrijpen bij ongewenste ontwikkelingen. Netwerkbeheerders zien vooral de kassa rinkelen bij het aanbieden van andere zaken. Van telecomleveranciers worden het contentbedrijven. Er wordt in dit verband regelrecht aangestuurd op verticale vervlechting. Moet dit, gelet op het maatschappelijk belang, geaccepteerd worden? De staatssecretaris moet dan ook het debat over mogelijke vormen van cross ownership starten om duidelijkheid te krijgen. Die duidelijkheid is ook van belang voor de betrokken marktpartijen. Met spanning wordt gewacht op het kabinetsstandpunt over de Europese richtlijn inzake de brede communicatiemarkt. Het debat hierover moet tijdig gevoerd kunnen worden, niet alleen met het kabinet, maar ook met betrokken organisaties. Kan de staatssecretaris aangeven hoe het Europese besluitvormingstraject zal verlopen, zodat de Kamer haar agenda hierop kan afstemmen? Het parlement moet vooral voldoende ruimte hebben om het belangrijke debat hierover te voeren. De heer Vendrik meent dat er meer dan ooit behoefte is aan een soort Europese OPTA. In deze zich snel ontwikkelende markt kan met het oog op het maatschappelijk belang niet volstaan worden met algemene mededingingsregels. De NMA is geschikt voor bestaande markten, maar voor nieuwe markten zijn andere instrumenten nodig. Wil het kabinet het territorium van de OPTA als uitgangspunt nemen voor zijn opstelling tegenover de telecommunicatiemarkt? Marktaandelen van 50% zijn bijna
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 26 643, nr. 13
4
monopolies, zeker in een markt waar nieuwkomers kansen moeten krijgen. De nieuwkomers zullen dan ook beschermd moeten worden door de overheid. De brede toegankelijkheid is elementair voor deze markt. De staatssecretaris van Cultuur heeft gezegd dat de minister van Verkeer en Waterstaat bezig is met de voorbereiding van wetgeving om de kabel open te stellen voor internetdiensten. Er komt dus wetgeving, maar de kabelexploitanten houden misschien nog twee jaar de gelegenheid om hun monopolievoordeel uit te baten. Kan de staatssecretaris hier helderheid over geven? Het wordt hoog tijd dat het zendmastenbeleid vorm krijgt. Dit had al voor de UMTS (universal mobile telecommunications system)-veiling besproken moeten worden. Er is niet bewezen dat het gebruik van mobiele telefoons schadelijk is. Het tegendeel is echter ook niet bewezen. Het is dan wel zo eerlijk om aan te geven dat hier nog te weinig over bekend is. In Engeland neemt men deze kwestie wel serieus. Wil de staatssecretaris nagaan wat het Brits onderzoek omvat? Wellicht zijn de conclusies ook voor Nederland van belang. De minister van Volksgezondheid heeft gelukkig een nader onderzoek aangekondigd. Er dient meer vaart gemaakt te worden met de wireless local loop. Tot slot sluit de heer Vendrik zich aan bij de vragen over de digitale ether. Het antwoord van de regering De staatssecretaris licht toe dat in de nota is aangegeven wat pijler A bevat. Er is getracht een samenhangend beeld te schetsen van de taken die vallen onder de verantwoordelijkheid van Verkeer en Waterstaat. Doel van de nota is het inzichtelijk maken van het beleidsterrein en van de taakverdeling binnen het kabinet op dat punt. De marktwerking op het gebied van de telecommunicatie moet vooral leiden tot keuzevrijheid voor de consument. Nog niet zo lang geleden moest er lang gewacht worden op een telefoonaansluiting en nu kan men kiezen tussen verschillende aanbieders, diensten, tarieven en toestellen. De tarieven voor het internationaal telefoonverkeer zijn de laatste jaren enorm gedaald. De consument heeft hier veel voordeel bij gehad. Er zijn projecten opgezet om de nieuwe technologie af te kunnen stemmen op de wensen van de consument, bijvoorbeeld Kenniswijk. De markt kan via deze projecten de nieuwe technieken uitproberen. Ter voorbereiding van de Telecomraad van drie weken geleden is de inzet van het kabinet besproken inzake de ONP-review. Overigens is dit punt op die Raad niet aan de orde gekomen. Het huidige voorstel omvat nu zeven richtlijnen in plaats van de oorspronkelijke zesentwintig. Eén daarvan is inmiddels – met instemming van de Kamer – geaccordeerd, namelijk de ontbundeling van de local loop. In de overige richtlijnen speelt het element van de aanmerkelijke markmacht een rol, gericht op ingrijpen vooraf. Op grond van de huidige ONP is ex ante toetsing mogelijk bij een marktaandeel van ongeveer 25%. Hierdoor is in feite de markwerking voor de telecominfrastructuur geforceerd. In heel Europa gold dat de voormalige monopolist de enige speler op de markt was. In enkele jaren tijd is een echte markt ontstaan. Nu is de vraag aan de orde of regelgeving versoepeld moeten worden of niet. De Commissie stelt voor vast te houden aan regelgeving ex ante, maar dan niet bij een marktaandeel van 25%, maar van 50%. De Kamer is hierover verdeeld en het kabinet moet nog een standpunt terzake bepalen. Dat zal in de Kamer besproken worden en daarna kunnen de onderhandelingen in Brussel worden voortgezet. Desgevraagd gaf de staatssecretaris aan, zelf veel te voelen voor het voorstel van de Commissie. Er wordt daarmee ook aangesloten bij de mededingingswetving, maar dan ex ante regelgeving. Op de Telecomraad van 22 december zal waarschijnlijk het merendeel van de resterende richtlijnen aan de orde komen. Om internetproviders toegang tot de kabel te geven moet de Telecomwet
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 26 643, nr. 13
5
gewijzigd worden. Dit betreft het beleidsterrein van Verkeer en Waterstaat. De uiterste termijn voor deze wetgeving is twee jaar. Het is goed om de ONP-discussie even af te wachten, omdat daarin de minimumnormen worden bepaald. De ONP-richtlijn geldt straks niet alleen voor de telecommunicatie-infrastructuur, maar krijgt een marktbrede werking. Als de richtlijn bekend is, kan worden bepaald in hoeverre verdergaande Nederlandse regelgeving gewenst is. De termijn van twee jaar is ingegaan in juni jl. De eerste voorbereidingen van de wetswijzigingen zijn gestart. Eind december is er vermoedelijk duidelijkheid over de inhoud van de ONP-review. Dan volgt de vaste gang langs de adviesorganen en daarna wordt het wetsvoorstel voorgelegd aan de Raad van State. De planning is dat het voorstel na de zomer van 2001 bij de Kamer wordt ingediend. De Kamer heeft gevraagd om op 1 februari a.s. over het wetsvoorstel te kunnen beschikken. Versnelling van deze procedure is echter niet goed mogelijk. Op 22 december is er pas uitsluitsel en in drie weken kunnen de adviesorganen en de Raad van State hun werk niet doen. De staatssecretaris zegt toe zoveel mogelijk spoed te betrachten, maar sneller dan medio 2001 kan het wetsvoorstel niet bij de Kamer liggen. Na de Telecomraad van 22 december kan meer duidelijkheid over de termijnen worden gegeven. De OPTA mag adviseren binnen het kader van de wettelijke regelgeving. Voor een sterke rol van de OPTA is ook wetswijziging nodig. Het probleem met UPC is dat de techniek achterblijft bij de gewekte verwachtingen. Daarbij komt dat de service slecht is. De consument mag er natuurlijk van uitgaan dat een product voldoet. Het toelaten van andere providers zal niet direct de consument ten goede komen. Een nieuwe provider op de kabel zal eerst wachten tot de techniek voldoende ontwikkeld is voordat hij internet via die weg aanbiedt. De staatssecretaris zegt toe de resterende hoofdvragen schriftelijk te beantwoorden. De voorzitter van de commissie, Blaauw De griffier van de commissie, Roovers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 26 643, nr. 13
6