Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zitting 1982-1983
Rijksbegroting voor het jaar 1983
17600 Hoofdstuk VI Departement van Justitie
Nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 18 januari 1983 Op 27 juni 1978 heeft mijn ambtsvoorganger met de vaste Commissie voor Justitie overleg gepleegd over het destijds in voorbereiding zijnde besluit tot wijziging van de voorschriften ter uitvoering van de Wet op de weerkorpsen (kamerstuk Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 15300 hoofdstuk VI, nr. 8). Op 26 september 1979 is in werking getreden het Koninklijk besluit van 18 augustus 1979 (Stb. 475) - ter gedeeltelijke wijziging van het Koninklijk besluit van 2 juli 1938 (Stb. 247), houdende bepalingen tot uitvoering van de Wet op de weerkorpsen. Op grond van artikel 18, tweede lid, van het Besluit heeft mijn ambtsvoorganger bij beschikking, genaamd «Beschikking particuliere beveiligingsorganisaties» (Stcrt. 1979,173) algemene vereisten voor toelating van particuliere beveiligingsorganisaties vastgesteld. Deze vereisten zijn tevens als voorschriften aan iedere toelating, die voor een bepaalde duur en een beperkt territoir wordt verleend, verbonden. Met het vaststellen van algemene vereisten voor toelating in de Beschikking particuliere beveiligingsorganisaties wordt met name beoogd: 1. betere controle op de beveiligingsorganisaties; 2. duidelijkheid voor het publiek; 3. verbetering van de kwaliteit. Van deze gelegenheid wil ik tevens gebruik maken om u op de hoogte te brengen van de ontwikkelingen op het gebied van de opleiding van beveiligingsbeambten. Op 22 september 1982 is een wijziging van de Beschikking particuliere beveiligingsorganisaties in werking getreden, waarin het met goed gevolg afgelegd hebben van het examen ter verkrijging van het «Basisdiploma Beveiligingsbeambte» verplicht gesteld is voor beveiligingsbeambten. De exameneisen en het examenreglement voor dit diploma, opgesteld door de Stichting Vakopleiding van de gezamenlijke beveiligingsorganisaties en opleidingsinstituten, zijn door mij goedgekeurd. Tevens is een overgangsregeling en een ontheffingsregeling opgesteld. Een en ander betekent dat ongeveer 5000 van de thans in dienst zijnde beveiligingsbeambten moeten worden opgeleid. De beveiligingsorganisaties krijgen hiervoor 4 jaar de tijd. Voorts krijgen de beveiligingsorganisaties 22 maanden de tijd om nieuw personeel op te leiden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk VI, nr. 12
1
In het bovengenoemde overleg met uw vaste Commissie voor Justitie werd toegezegd dat zou worden bezien in hoeverre de mogelijkheid bestond een overzicht van de rapportages van de particuliere beveiligingsorganisaties te maken, dat u ter kennis kon worden gebracht. De rapportages over 1981 zijn de eerste die zich hiervoor lenen. Deswege treft u als bijlage een overzicht over dat jaar aan, waarbij ik het volgende aanteken. Aantal beveiligingsbeambten In 1974 is het totaal aantal beveiligingsbeambten in Nederland geschat op 12000. In 1977 is dit aantal eveneens geschat op 12000. Thans blijkt dat het totaal aantal beveiligingsbeambten 10 227 beloopt. Geconcludeerd kan worden dat de aan het eind van de jaren zestig ontstane groei niet heeft doorgezet, zeker indien wordt stilgestaan bij het feit dat het personeel van de particuliere alarmcentrales en de particuliere geld- en waardetransportbedrijven, die niet in de eerdere schattingen begrepen waren, thans in de totaaltelling zijn opgenomen. Het aantal beveiligingsbeambten in tijdelijke dienst of werkzaam via uitzendbureaus en dergelijke is niet hoog. Dit komt het meeste voor bij de particuliere beveiligingsbedrijven. Hier verhoudt het aantal beambten in vaste dienst tot die in overig dienstverband zich als drie staat tot een. Het aantal onbezoldigde ambtenaren van politie treffen we hoofdzakelijk aan bij de bedrijfsbewakingsdiensten. Dit beeld wordt dan nog voornamelijk beïnvloed door de Spoorwegpolitie en het Korps Luchthavenpolitie, alwaar iedere beveiligingsbeambte tot onbezoldigd ambtenaar van het Korps Rijkspolitie is benoemd. Leeftijd Het grootste deel (78%) van de beveiligingsbeambten behoort tot de leeftijdsgroep van 18 tot 50 jaar. Honden Het merendeel van de inzetbare honden is gecertificeerd als voorgeschreven. Dit dient uiteraard op korte termijn op de vereiste 100% te worden gebracht. Aantal toegelaten particuliere beveiligingsorganisaties Op grond van de Wet op de weerkorpsen zijn de volgende aantallen particuliere beveiligingsorganisaties toegelaten: 258 60 26 9
particuliere particuliere particuliere particuliere
bedrijfsbeveiligingsdiensten beveiligingsbedrijven alarmcentrales geld- en waardetransportbedrijven.
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk VI, nr. 12
2
BIJLAGE
Overzicht betreffende de particuliere alarmcentrales ultimo december 1981 Particuliere alarmcentrales zijn ondernemingen die beroepsmatig ten behoeve van derden werkzaamheden verrichten, welke gericht zijn of mede gericht zijn op de handhaving van de veiligheid van personen en goederen of van de openbare orde en rust met gebruikmaking van detectoren, welke hun bevindingen langs telecommunicatieverbindingen doorgeven aan één of meer centrale punten, waar die bevindingen worden geregistreerd en op hun waarde geschat en van waaruit assistentie wordt gevraagd aan de politie en eventueel aan andere overheids- of particuliere instanties. 1. Personeel 1.1.
1.2.
Aantal beveiligingsbeambten Waarvan mannelijk geslacht waarvan vrouwelijk geslacht waarvan in vaste dienst waarvan in tijdelijke dienst waarvan via uitzendbureaus e.d. waarvan geen onderdaan van een lid-staat van de EG waarvan onbezoldigd ambtenaar van R i j k s - o f gemeentepolitie
— —
Opleiding beveiligingspersoneel (in aantallen en afgeronde procenten): LOI A LOI B LOI C LOI D UBB/SVOB EHBO Hondengeleiders Zelfverdediging Eigen opleiding Overige
1.3.
185 157 28 178 7 —
39 6 1
(21%) (3%) (0,5%)
1 26 — 2 111 16
(0,5%) (14%) (1%) (60% ) (9%)
Leeftijdsgroepen personeel: tot van 18 t o t van 50 tot van 6 0 t o t ouder dan
18 50 60 65 65
jaar jaar jaar jaar jaar
1 medewerker 148 medewerkers 36 medewerkers — medewerkers — medewerkers
(0,5%) (80%) (19%)
2. Aantal abonnees Op 31 december 1981 waren 13170 abonnees op de gezamenlijke centrales aangesloten. Overzicht betreffende de particuliere beveiligingsbedrijven ultimo december 1981 Particuliere beveiligingsbedrijven zijn ondernemingen, die beroepsmatig werkzaamheden ten behoeve van derden verrichten, welke zijn gericht of mede gericht op de handhaving van de veiligheid van personen en goederen of van de openbare orde en rust en daarbij in hoofdzaak gebruik maken van mankracht.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk VI, nr. 12
3
1. Personeel 1.1.
1.2.
Aantal beveiligingsbeambten waarvan mannelijk geslacht waarvan vrouwelijk geslacht waarvan in vaste dienst waarvan in tijdelijke dienst waarvan via uitzendbureaus e.d. waarvan geen onderdaan van een lid-staat van de EG waarvan onbezoldigd ambtenaar van Rijks- of gemeentepolitie
13
821 343
(19%) (8%) (4%) (1%) (1%) (12%) (3%) (1%) (50% ) (4% )
156 51 38 523 128
29 2189 153
Leeftijdsgroepen personeel tot van 18 tot van 50 tot van 60 tot oud^r dan
1 .4.
6
Opleiding beveiligingspersoneel (in aantallen en in afgeronde procenten): LOI A LOI B LOI C LOI D UBB/SVOB EHBO Hondengeleiders Zelfverdediging Eigen opleiding Overige
1.3.
4348 4162 186 3329 1013 6
18 50 60 65 65
jaar jaar jaar jaar jaar
3652 518 160 18
medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers
(84% ) (12%) (4%) (0,5%)
Als toezichthouder op het overige personeel waren 389 personeelsleden bij de particuliere beveiligingsbedrijven werkzaam.
2. Honden Totaal waren 200 honden inzetbaar, waarvan 9 een certificaat van de Nederlandse Bond voor de diensthond hadden en 135 een certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehondvereniging. Overzicht betreffende de particuliere geld- en waardetransportbedrijven ultimo december 1981 Particuliere geld- en waardetransportbedrijven zijn ondernemingen die beroepsmatig ten behoeve van derden geld en grote waarden in beperkte omvang vervoeren. 1. Personeel 1.1.
Aantal beveiligingsbeambten waarvan mannelijk geslacht waarvan vrouwelijk geslacht waarvan in vaste dienst waarvan in tijdelijke dienst waarvan via uitzendbureaus e.d. waarvan geen onderdaan van een lidstaat van de EG waarvan onbezoldigd ambtenaar van Rijks- of gemeentepolitie
519 513 6
494 25
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk VI, nr. 12
4
1.2.
Opleiding beveiligingspersoneel (in aantallen en afgeronde procenten): LOI A LOI B LOI C LOI D UBB/SVOB EHBO Hondengeleiders Zelfverdediging Eigen opleiding Overige
1.3.
13 2
(5%) (3%) (0,4% )
11 4 2 513
(2%) (0.8% ) (0,4% ) (99%)
— medewerkers 462 medewerkers 56 medewerkers 1 medewerker — medewerkers
(89%) (11%) (0,2% )
Leeftijdsgroepen personeel: tot van 18 tot van 50 tot van 60 tot ouder dan
1.4.
26
18 50 60 65 65
jaar jaar jaar jaar jaar
Als toezichthouder op het overige personeel waren 67 personeelsleden bij de particuliere geld-en waardetransportbedrijven werkzaam.
2. Honden Het aantal honden, inzetbaar bij geld- en waardetransporten bedraagt drie. Allen hebben een certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging. Overzicht betreffende de particuliere bedrijfsbeveiligingsdiensten ultimo december 1981 Particuliere bedrijfsbeveiligingsdiensten zijn door ondernemingen in het leven geroepen organisaties welke werkzaamheden ten behoeve van het eigen bedrijf of de onderneming verrichten, welke gericht zijn of mede gericht zijn op de handhaving van de veiligheid van personen en goederen of van de openbare orde en rust en daarbij in hoofdzaak gebruik maken van mankracht. 1. Personeel 1.1.
1.2.
Aantal beveiligingsbeambten waarvan mannelijk geslacht waarvan vrouwelijk geslacht waarvan in vaste dienst waarvan in tijdelijke dienst waarvan via uitzendbureaus e.d. waarvan geen onderdaan van een lid-staat van de EG waarvan onbezoldigd ambrenaar van Rijks- of gemeentepolitie
5175 5078 97 4952 138 85 3 661
Opleiding beveiligingspersoneel (in aantallen en afgeronde procenten): LOI A LOI B LOI C LOI D UBB/SVOB EHBO Hondengeleiders Zelfverdediging Eigen opleiding Overige
632 366 206 52 1324 3574 250 724 1049 917
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk VI, nr. 12
(12%) (7%) (4%) (1%) (26%)
(69% I (5%) (14%) (23%) (18%)
5
1.3.
Leeftijdsgroepen personeel: tot van 18 t o t van 50 tot van 60 t o t ouder dan
1.4.
18 jaar 50 jaar 60 jaar 65 jaar 65 jaar
8 3693 1279 195
medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers medewerkers
(0,2%) (71%) (25% ) (3% )
Als toezichthouder op het overige personeel waren 609 personeelsleden bij de particuliere bedrijfsbeveiligingsdiensten werkzaam.
2. Honden Totaal inzetbaar waren 158 honden, waarvan 52 een certificaat van de Nederlandse Bond voor de diensthond hadden en 90 een certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging. Totaaltelling van de overzichten van de particuliere beveiligingsorganisaties ultimo december 1981 1. Personeel 1.1.
1.2.
1.3.
Aantal beveiligingsbeambten waarvan mannelijk geslacht waarvan vrouwelijk geslacht waarvan in vaste dienst waarvan via uitzendbureaus e.d. waarvan geen onderdaan van een lid-staat van de EG waarvan onbezoldigd ambtenaar van Rijks- of gemeentepolitie
10 227 9910 317 8 953 91
Opleiding beveiligingspersoneel (in aantallen er
gronde procenten):
LOI A LOI B LOI C LOI D UBB/SVOB EHBO Hondengeleiders Zelfverdediging Eigen opleiding Overige
1 518 728 365 103 1 363 4 134 382 757 3 862 1 086
(15%) (7% ) (4% ) (1%) (13%) (40% | (4% ) (7% ) (38% ) (11%)
9 medewerkers 7 955 medewerkers 1 889 medewerkers 356 medewerkers 18 medewerkers
(0,1%) (78% ) (18%) (3,5%) (0,2%)
674
Leeftijdsgroepen personeel: tot van 18 tot van 50 tot van 60 t o t ouder dan
1.4.
9
18 jaar 50 jaar 60 jaar 65 jaar 65 jaar
Als toezichthouder op het overige personeel waren 1 065 personeelsleden bij de particuliere beveiligingsorganisaties werkzaam.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk VI, nr. 12
6
2. Konden Totaal inzetbaar waren 361 honden, waarvan 61 een certificaat van de Nederlandse Bond voor de diensthond hadden en 228 een certificaat van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging. Overzicht Particuliere beveiligingsbedrijven naar de stand van 31 december 1981, 31 december 1977 en 31 december 1974
Aantal beveiligingsbeambten Waarvan mannelijk geslacht Waarvan vrouwelijk geslacht Waarvan in vaste dienst Waarvan in tijdelijke dienst Waarvan via uitzendbureaus e.d. Waarvan geen onderdaan van een lid-staat van de EG Waarvan onbezoldigd ambtenaar van Rijks- of gemeentepolitie
1981
1977
1974
4348 4162
3979
3682
— —
— —
3329 1013
3132
2839
847
789
6
—
—
186
6 13
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk VI, nr. 12
7