Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1990-1991
22004
Voorzieningen langs het hoofdwegennet
Nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 29 januari 1991 In ons overleg d.d. 1 februari 1990 (21 300 XII nr. 50) deelde ik u mede nadere voorstellen te zullen doen betreffende het beleid t.a.v. voorzieningen langs het hoofdwegennet. Bijgaand zend ik u, mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken en mede namens de Staatssecretarissen van Financiën en van Economische Zaken, een uiteenzetting m.b.t. het door ons voorgestane beleid langs het hoofdwe– gennet. Ik stel mij voor dit nieuwe beleid (zie bijlage) binnenkort te gaan invoeren en in richtlijnen op te nemen. Het nieuwe beleid is uitvoerig besproken in het Gebruikersoverleg en daarnaast hebben nog diverse bilaterale overleggen plaatsgevonden. Tevens zijn de conclusies en aanbevelingen zoals vervat in het KNOV-rapport van juli 1990 in voornoemd beraad en voorzover relevant aan de orde geweest. In de voorliggende beleidsvisie blijft het streven gericht op de vestiging van een landelijk net van weggebonden restau– rants, eventueel met beperkte logiesaccommodatie, om de 40 km en zijn de omstandigheden tussen weggebonden en niet weggebonden bedrijven zoveel als mogelijk gelijkgetrokken. Het komt er in feite op neer dat niet weggebonden bedrijven om voor aanduiding in aanmerking te komen in beginsel aan dezelfde eisen en hetzelfde stramien moeten voldoen als de weggebonden bedrijven, echter met dit verschil dat de aanduiding in principe slechts tijdelijk van aard is, d.w.z. als tijdelijke opvulling van de gaten in het 40 km-stramien. Nieuw is ook dat de criteria voor aanduidingen naar niet weggebonden motels en hotels worden gelijkgetrokken met niet weggebonden restaurants.
S-W
111996F ISSN0921 -7371 SDU uitgeverij 's-Gravenhage 1991
M.b.t. de eisen om in aanmerking te komen voor een aanduiding zal scherper worden gelet op de toegankelijkheid c.q. dienstverlening voor vrachtauto's en chauffeurs, alsmede voor gehandicapten. Daarnaast is in de wijze van aanduiding zoveel mogelijk gestreefd naar uniformiteit en continuïteit, hetgeen duidelijkheid betekent zowel bij de weggebruiker als bij het bedrijfsleven. Als extra service richting weggebruikers zullen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
tevens op bepaalde afstanden op borden naam c.q. merk + openings– tijden van de bedrijven worden aangegeven. M.b.t. de shopverkoop bij benzinestations langs het hoofdwegennet zijn partijen het met elkaar eens dat het wenselijk is elkaars belangen zoveel mogelijk te respec– teren. Het nieuwe beleid past binnen de bepalingen van de Winkelslui– tingswet 1976. EZ ziet derhalve geen reden de Algemene Maatregel van Bestuur te wijzigen. Uitgangspunt is dat alle betrokken partijen de in het Gebruikersoverleg gemaakte afspraken zullen nakomen. Zonodig zal daarnaast een stringente controle door plaatselijk bevoegde opsporings– instanties plaatsvinden op de naleving van de Winkelsluitingswet 1976. Samenvattend meen ik te mogen stellen dat dit nieuwe beleid zowel de weggebruiker als het toeristische en wegverzorgende bedrijfsleven ten goede komt. De Minister van Verkeer en Waterstaat, J. R. H. Maij-Weggen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
BELEID T.A.V. VOORZIENINGEN VOOR HET WEGVERKEER LANGS WEGEN DIE ONDERDEEL UITMAKEN VAN HET HOOFD– WEGENNET (CONFORM HET STRUCTUURSCHEMA VERKEER EN VERVOER)
1. Functie, omvang en kwaliteit van het hoofdwegennet Het hoofdwegennet heeft een belangrijke functie voor het lange afstandsverkeer. Het economisch belangrijke lange afstandsverkeer dient zich met hoge gemiddelde snelheid te kunnen verplaatsen. Dit leidt tot wegen met hoge ontwerp-karakteristiek. De verkeersveiligheid is in belangrijke mate gediend met concentratie van het (vracht-)autoverkeer op de hoofdwegen. Als hoofdwegen worden beschouwd de wegen die blijvend of voor langere tijd (tot na 2000) onderdeel uitmaken van het hoofdwegennet conform het Structuurschema Verkeer en Vervoer. Voorshands wordt uitgegaan van de uitgangspunten van de sanering wegenbeheer voorzover het het hoofdwegennet betreft. In principe bestaat het hoofdwegennet uit autosnelwegen en autowegen. Een aantal onderdelen van het hoofdwegennet zal echter om financiële redenen pas op langere termijn aan de gewenste kwaliteitseisen voldoen Ook bestaat de mogelijkheid dat voor een aantal onderdelen, na afweging van alle belangen, blijvend met een lagere kwaliteitsnorm wordt volstaan. 2. Verzorgingsplaatsen
Vooral voor het lange afstandsverkeer is een goede verzorging van mens en voertuig in het belang van de verkeersveiligheid. De wegge– bruiker dient daartoe op regelmatige afstanden in de gelegenheid te worden gesteld om zijn reis te onderbreken om uit te rusten, iets te drinken of te eten, te tanken, voertuig en lading te inspecteren, infor– matie in te winnen en door te geven en dergelijke. Voor dit doel worden verzorgingsplaatsen aangelegd buiten de hoofdrijbaan met als primaire functie het bieden van de mogelijkheid tot een kort oponthoud. De weggebondenheid van verzorgingsplaatsen met een directe aansluiting op de autosnelweg heeft als voordeel dat er weinig tijdverlies voor de gebruikers optreedt, hetgeen uitnodigt van de geboden voorzieningen gebruik te maken. Dit voorkomt dat onnodig over het onderliggend wegennet moet worden gereden wat een gunstige invloed op de verkeersveiligheid en het woon– en leefmilieu heeft. Ter beperking van het aantal aansluitingen en om de verzorgingsplaatsen zo veilig en optimaal mogelijk te laten functioneren worden zoveel mogelijk functies gecombineerd. Dat wil zeggen in principe en waar mogelijk, altijd een parkeerplaats in combinatie met een benzinestation (motorbrandstofver– kooppunt) en zonodig een restaurant met eventueel een (beperkte) overnachtingsmogelijkheid. Op verzorgingsplaatsen die op landgrens– overschrijdende routes het dichtst bij de grens liggen kunnen tevens zelfstandige bankvoorzieningen worden toegestaan en worden aangeduid langs de hoofdweg. Tevens streeft RWS ernaar om op alle parkeer– plaatsen informatiepanelen te doen plaatsen met relevante info over de betrokken regio. Voor het ontwerp van verzorgingsplaatsen (inrichting, vormgeving en aanduiding) langs autosnelwegen gelden richtlijnen. Het streven is er op gericht deze richtlijnen toe te passen op alle verzorgings– plaatsen langs het hoofdwegennet zoals onder 1 gedefinieerd. 3. Afstandsstramien
Het streven is om parkeerplaatsen annex benzinestations op onder– linge afstanden van ca. 20 km te realiseren en restaurants, evt. met beperkte logiesgelegenheid, op onderlinge afstanden van ca. 40 km.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
Deze afstanden zijn gebaseerd op gebleken behoefte en economische haalbaarheid en de realisering is mede afhankelijk van de beschikbare ruimte, planologische inpassing, bouw– en hinderwet, waterwingebied e.d. 4. Weggebonden restaurants (Wegrestaurants) Onder wegrestaurants worden bedrijven verstaan die als consument– gerichte hoofdactiviteit het verkopen van spijzen en dranken aan de weggebruiker hebben, eventueel aangevuld met beperkte logies– accommodatie. Indien men daarnaast goederen wil verkopen is de Winkelsluitingswet 1976 van toepassing. Als men buiten de reguliere openingstijden van maximaal 52 uur per week een beperkt assortiment artikelen wil aanbieden, dit in directe relatie staat met een veilig en vlot verkeersgedrag dan is hiervoor een door EZ goedgekeurde gemeentelijke verordening nodig. Het toezicht op de naleving hiervan berust bij de plaatselijke bevoegde opsporingsinstantie. De serviceverlening dient op alle categorieën weggebruikers gericht te zijn en vereist speciale voorzie– ningen t.b.v. het goederenvervoer over de weg (wegvervoer) en voor gehandicapten. Eisen aan weggebonden restaurants: 4.1 Het bedrijf moet veilig en gemakkelijk bereikbaar zijn voor alle categorieën motorvoertuigen. 4.2. De dienstverlening van het bedrijf moet primair gericht zijn op de behoeften van het doorgaande verkeer. Voorzieningen welke extra verkeer aantrekken zoals speeltuinen, zwembaden, midgetgolfbanen etc. zijn ongewenst. Voorts kunnen vergaderruimten en zalen voor congressen en voor tentoonstellingen e.d. op locaties die niet goed per openbaar vervoer zijn te bereiken uit een oogpunt van algemeen verkeer– en vervoerbeleid niet op weggebonden locaties worden toegestaan. 4.3. De exploitatie van het bedrijf zal gericht moeten zijn op alle categorieën weggebruikers, waarbij grote aandacht moet worden besteed aan de wensen en belangen van het wegvervoer. Hiertoe dienen bepaalde voorzieningen te zijn getroffen, zoals voldoende communicatie– middelen en douche-gelegenheid; de spijskaart dient tenminste enkele eenvoudige schotels te vermelden. Beperkte logiesaccommodatie specifiek gericht op de doorgaande reizigers wordt toegestaan. 4.4 Het bedrijf dient voorzieningen te hebben voor gehandicapten. (zie bijlage 1). 4.5. Het bedrijf dient er op gericht te zijn gedurende het gehele jaar dag– en nachtdiensten te verlenen. De dienstverlening in de nachtelijke uren behoeft minder uitgebreid te zijn. Indien daartoe gegronde redenen aanwezig zijn kan een bedrijf toestemming worden verleend tussen 23.00 uur of een eerder tijdstip en 07.00 uur te sluiten. Economische en/of veiligheidsmotieven kunnen gegronde redenen zijn. Uitgangspunt is echter dat minimaal iedere ca. 80 km nachtservice wordt verleend. Zonder gegronde redenen voor sluiting blijft het stramien echter 40 km. Voor de wijze waarop tot besluitvorming over het eventueel toestaan van nachtelijk sluiten wordt gekomen, wordt verwezen naar het gestelde onder punt 5.5. Van 01.00 uur tot 07.00 uur mogen geen alcoholhoudende dranken worden verkocht. 4.6. Het bedrijf dient te beschikken over een parkeerruimte die in redelijke overeenstemming is met de bezoekerscapaciteit. De exploitant
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
van het bedrijf dient er zorg voor te dragen, dat op het parkeerterrein een aantal plaatsen voor vrachtauto's en vrachtautocombinaties wordt gereserveerd en aangeduid. De exploitant van het bedrijf dient de nodige maatregelen te nemen, die een ordelijk parkeren en een vlotte en veilige afwikkeling van het verkeer op het parkeerterrein waarborgen. Voor het parkeren mag geen vergoeding worden bedongen. 4.7. Vanaf de rijksweg zichtbare verlichting, reclame en niet officiële aanduidingsborden, die het verkeer afleiden of kunnen afleiden, zijn niet toegestaan. 4.8. Het aan te duiden bedrijf dient te voldoen aan de bij krachtens wettelijke voorschriften en de door het Rijk t.a.v. onderhavige bedrijven gestelde eisen en voorwaarden. 5. Benzinestations Onder benzinestations worden voorzieningen verstaan die als consu– mentgerichte hoofdactiviteit het verkopen van motorbrandstoffen aan de weggebruiker hebben. Wat betreft de verkoop van alle artikelen gelden de bepalingen van het Besluit van 13 december 1988 tot wijziging van het K.B. van 6 december 1977 (Stb. 674), houdende toepassing van artikel 11 van de Winkelsluitingswet 1976 (zie punt 5.6). Het toezicht op de naleving hiervan berust bij de plaatselijk bevoegde opsporingsin– stantie. De serviceverlening dient op alle categorieën weggebruikers gericht te zijn en vereist speciale voorzieningen t.b.v. het wegvervoer en voor gehandicapten. Eisen aan benzinestations: 5.1. Het benzinestation moet veilig en vlot bereikbaar zijn voor alle categorieën motorvoertuigen. Hiertoe moet reeds tijdig duidelijk zijn waar verschillende categorieën terecht kunnen (incl. gehandicapten). 5.2. Alle gangbare motorbrandstoffen dienen te worden verkocht, tenzij plaatselijke verordeningen de verkoop van bepaalde producten verbieden. 5.3. De verkoopcapaciteit dient zodanig te zijn dat ook tijdens piekdrukte geen filevorming tot op de hoofdrijbaan ontstaat. 5.4. Het benzinestation dient zodanig te zijn ingericht dat gehandi– capten er goed en op dezelfde tijden als niet gehandicapten van alle voorzieningen gebruik kunnen maken. Dit geldt met name m.b.t. het gebruik van de automaatservice, van de telefoon, van de toiletten, van de winkelverkoop en van gereserveerde parkeerplaatsen nabij de ingang van het servicegebouw (zie ook bijlage 1). 5.5. Het gehele jaar dient verkooppersoneel aanwezig te zijn minimaal van 07.00 uur tot 23.00 uur. In de stillere gebieden kan de wegbe– heerder toestaan eerder dan 23.00 uur geen verkooppersoneel aanwezig te laten zijn, mits automaatverkoop voor elke brandstof m.u.v. LPG aanwezig is. Betaling met papiergeld moet tenminste mogelijk zijn. Voor de perioden tussen 23.00 uur en 07.00 uur geldt bovendien dat indien geen verkooppersoneel aanwezig is als uitgangspunt geldt dat tenminste om de 40 km een benzinestation aanwezig is met automaatverkoop conform het voorgaande. Gestreefd wordt om benzinestations met nachtelijke automaatverkoop zoveel mogelijk te combineren met wegres– taurants met nachtservice. Om de 80 km zal tevens worden gestreefd
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
om gedurende 24 uur per etmaal verkooppersoneel aanwezig te laten zijn voor de verkoop van brandstof en smeermiddelen, alsmede acces– soires voor spoedeisende (geringe) reparaties en in combinatie met wegrestaurants met nachtservice. In overleg met de Commissie Benzine– stations Rijkswegen (CBR), de BOVAG, de Federatie Wegverzorgende Horecabedrijven (FWH) en de Stichting Les Routiers Européens (LRE) zal Rijkswaterstaat (RWS) een plan opstellen op basis waarvan de wegbehe– rende regionale directies van de RWS benzinestations en restaurants aanwijzen die nachtelijke service conform het voorgaande moeten verlenen, met inachtneming van het gestelde onder 7.5. 5.6. Winkelverkoop bij benzinestations Wat betreft de winkelverkoop zijn benzinestations langs het hoofdwe– gerinet gehouden aan de regeling zoals omschreven in de Winkelslui– tingswet. Op grond van de regeling kan t.a.v. de openingstijden door de exploitant een keuze worden gemaakt uit drie mogelijkheden (zie schema in bijlage 3). Uit een oogpunt van doelmatigheid en mede gelet op de voorgenomen openingstijden voor de rijkswegstations kan voor mogeljjkheid B of C zoals vermeld in bijlage 3 worden gekozen. Een keuze voor B houdt in dat gedurende de totale openingstijden geen andere goederen mogen worden verkocht dan die welke begrepen zijn in het weggebonden assortiment. Een keuze voor C houdt in dat buiten de reguliere openingstijden van 52 uur per week slechts het weggebonden assortiment mag worden verkocht. Het weggebonden assortiment bestaat uit: a. brandstof en smeermiddelen: voor voer– en vaartuigen. b. benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van voer– en vaartuigen alsmede accessoires daarvoor; c. artikelen voor lichaamsverzorging, geringe eetwaren, consumptie-ijs, alcoholvrije dranken, tabak en tabaksproducten (zie afwijkende regels in bijlage 3), e.e.a. voor zover die onderweg met een voertuig - tijdens de rit of tijdens een korte rustpauze - plegen te worden gebruikt. Ter toelichting van het onder c genoemde assortiment volgen hieronder enkele voorbeelden. c.1. Artikelen voor lichaamsverzorging: papieren zakdoekjes, tissues, verbandmiddelen etc. c.2. Geringe eetwaren: alle eetwaren die geen toebereiding onmid– dellijk aan het verbruik voorafgaande vereisen en in betrekkelijk geringe hoeveelheden plegen te worden afgezet. Enkele voorbeelden zijn snoep, koeken, broodjes, slaatjes e.d. c.3. Consummptie-ijs: wel kleine ijsjes, geen ijstaarten. c.4. Alcoholvrije dranken: blikjes frisdrank, (chocolade-)melk en via de automaat koffie, thee of bouillon. In het Gebruikersoverleg is gebleken dat partijen het met elkaar eens zijn dat het wenselijk is elkaars belangen zoveel mogelijk te respecteren en het hiernavolgende zoveel mogelijk in acht te nemen: 1. Voor wat betreft de rijkswegstations zal doorgaans voor mogelijkheid B worden gekozen; 2. Bij de keuze van variant B is het bereiden of opwarmen d.m.v. een magnetron, een oven e.d. niet toegestaan. Op het verkooppunt zal geen productie– of regenereerapparatuur aanwezig zijn; 3. Bij de keuze van variant C mag op het verkooppunt wel productie– of regenereerapparatuur aanwezig zijn, maar deze mag op grond van de regels van de WSW 1976 alleen worden gebruikt tijdens de reguliere openingstijden van 52 uur per week;
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
4. In het benzinestation zullen geen faciliteiten tot het nuttigen van eetwaren en dranken worden ingericht anders dan een sta-bar. Aanmoe– digen van een langer verblijf door het plaatsen van stoelen, tafels e.d. is niet toegestaan. Uiteraard zullen de voorschriften van de Vestigingswet detailhandel en de Warenwet moeten worden nageleefd. 6. Aanduidingen: (zie bijlage 2) De verwijzingen naar voorzieningen langs het hoofdwegennet worden beschreven in de richtlijnen Bewegwijzering. De volgende voorzienngen t.b.v. weggebruikers komen thans voor een aanduiding in aanmerking: 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8. 6.9.
parkeerplaatsen wegrestaurants niet weggebonden restaurants logiesverstrekkende bedrijven benzinestations bankvoorzieningen informatie-panelen parkeer– en reisvoorzieningen kampeer– en caravanterreinen
De verwijzingen naar de voorzieningen worden door middel van symbolen zoveel als mogelijk in de bewegwijzeringspanelen opgenomen. Het onderscheid tussen de wijze van aanduiding van weggebonden en niet weggebonden voorzieningen komt hierdoor te vervallen. 6.1. Parkeerplaatsen: Parkeerplaatsen worden aangeduid d.m.v. het P-symbool en de naam van de parkeerplaats. Indien meerdere voorzieningen aanwezig zijn zal de verwijzing geschieden d.m.v. combinatieborden, waarop middels symbolen de overige voorzieningen zijn aangegeven. De verwijzing geschiedt door twee voorwegwijzers op resp. 1200 m en 600 m vóór het begin van de uitrijstrook en door een aftakkingsbord bij het begin van de uitrijstrook. 6.2. Wegrestaurants: Weggebonden restaurants worden aaangeuid d.m.v. het lepel en vorksymbool (bord 116 RVV) van het hoofdstuk symbolen van de richt– lijnen bewegwijzering. De verwijzing geschiedt op overeenkomstige wijze als bij P-plaatsen. Indien het niet tot verwarring leidt wordt voorts op 3 km vóór het begin van de uitrijstrook een vooraanduiding geplaatst middels het bord 116 RW met de afstandsaanduiding van 3 km. Ingeval tiet bedrijf 24 uur per etmaal of andere vaste tijden gedurende het gehele jaar open is wordt dit tevens op het 3 km-bord aangegeven. Openingstijden worden in ieder geval (ongeacht of het 24 uur per etmaal of andere openingstijden betreft) op 300 m vóór het begin van de uitrij– strook aangegeven en de exploitant is verantwoordelijk voor de juiste toepassing daarvan. Bij vaste openingstijden gedurende het gehele jaar mag met een vast (evt. verlicht) bord worden volstaan. Tevens kan de naam van het restaurant op 300 m vóór het begin van de uitrijstrook worden vermeld. Dit uitsluitend in geval de naam afwijkt van de naam van de verzorgingsplaats. Aangeduide restaurants die niet aan alle eisen, c.q. vergunningsvoorwaarden voldoen, dienen binnen één jaar na publi– catie van dit beleid in de Staatscourant in de gelegenheid te worden gesteld om hieraan tegemoet te komen voordat bij in gebreke blijven tot verwijdering van de borden kan worden overgegaan. Bij in gebreke
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
blijven komen niet weggebonden restaurants die een vervangende functie vervullen en tevens voldoen aan alle gestelde eisen, in aanmerking voor een tijdelijke aanduiding voor tenminste 5 jaar. Tijde– lijke aanduiding kan geschieden ongeacht of de aanduiding van het in gebreke blijvende wegrestaurant is verwijderd of niet. 6.3. Niet weggebonden restaurants: Onder bepaalde voorwaarden kunnen niet weggebonden restaurants tijdelijk voor een aanduiding in aanmerking komen. Dit geldt met name daar waar nog onvoldoende tegemoet wordt gekomen aan de belangen van de beroepsmatige weggebruikers (opvulling van de gaten in het 40 km-stramien). Om voor aanduiding in aanmerking te komen dienen de niet weggebonden restaurants in principe aan dezelfde eisen te voldoen als de weggebonden restaurants en bovendien bereiktbaar over een veilige en weinig woon– en leefmilieu aantastende route en mag de rij-afstand niet meer dan 1000 m gemeten vanaf het einde van de afrit bedragen. In principe wordt per rijrichting slechts één niet weggebonden bedrijf tijdelijk aangeduid ter opvulling van een gat in het 40 km-stramien. Bij het ontbreken van een voorziening (b.v. geen P-ruimte voor vrachtauto's) zal de wegbeheerder - alvorens tot tijdelijke aanduiding wordt overgegaan - op basis van de noodzaak van tijdelijke opvulling een afweging moeten maken. Indien na afweging wordt besloten tot aanduiding over te gaan wordt langs de hoofdweg middels een «auto»- symbool de beperkte parkeermogelijkheid aangegeven. Bedrijven waar elementaire voorzieningen voor gehandicapten ontbreken kunnen langs de hoofdbaan middels een negatief ITS-symbool worden aangeduid. De tijdelijke aanduiding wordt verwijderd 5 jaar na aankondiging door de wegbeheerder dat een weggebonden restaurant wordt gevestigd of zoveel later als de opening van het bedrijf plaatsvindt. Verwijzingen naar niet weggebonden restaurants die conform het voorgaande voor een aanduiding in aanmerking komen, geschieden zoveel mogelijk op overeenkomstige wijze als weggebonden restaurants. Vermelding van openingstijden en naam op 450 m vóór het begin van de uitrijstrook geschiedt alleen indien slechts naar één bedrijf wordt verwezen en voldoende zekerheid bestaat t.a.v. een zorgvuldige vermelding van de openingstijden. 6.4. Logiesverstrekkende bedrijven: Logiesverstrekkende bedrijven worden aangeduid d.m.v. het bedsymbool van het hoofdstuk symbolen van de richtlijnen Bewegwij– zering. Voor het aanduidingenstramien, de eisen t.a.v. bereikbaarheid en de mogelijkheid om voor tijdelijke aanduiding in aanmerking te komen gelden de bepalingen zoals beschreven bij het gestelde onder 6.2 (wegrestaurants) en 6.3 (niet weggebonden restaurants). Bij wegge– bonden logiesaccommodaties zal naamsvermelding op 300 m achterwege blijven. 6.5. Benzinestations: Benzinestations worden aangeduid d.m.v. het pompsymbool van het hoofdstuk Symbolen van de richtlijnen bewegwijzering. Verwijzing geschiedt overeenkomstig de verwijzing naar P-plaatsen. Als extra service aan de weggebruiker wordt tevens op 1500 m vóór de verzor– gingsplaats op een bord het eerstkomende benzinestation met merkver– melding (symbool of naam) aangeduid, alsmede het daaropvolgende station met vermelding van de afstand, echter zonder merkvermelding. Op 300 m vóór het begin van de uitrijstrook gevolgd door een bord dat de afstand, benzinemerk (symbool of naam), openingstijden en eventueel aanwezigheid automaatservice d.m.v. vermelding «nachtautomaat» van
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 004, nr. 1
8
het eerstkomende benzinestation vermeldt. De openingstijden worden op dezelfde wijze aangegeven als bij de wegrestaurants. Bij knooppunten waar voor de weggebruiker twijfel kan bestaan over het begrip doorgaande route waar het volgende (tevoren aangegeven) benzine– station mag worden verwacht, zullen na het knooppunt extra aandui– dingen worden geplaatst met afstand tot het eerstvolgend station. Ook hier vindt dus geen merkvermelding plaats. Daarnaast wordt het toege– staan om - met inachtneming van plaatselijke verordeningen - de zogenaamde luifelboeiboorden niet alleen aan de aanrijzijde, maar ook aan de rijbaanzijde van een inwendige verlichting te voorzien, mits aan de gestelde verlichtingseisen wordt voldaan. De overige luifelboei– boorden mogen eveneens met inachtneming van plaatselijke verorde– ningen in de maatschappijkleuren worden geschilderd (niet reflecterend). Het thans voorgenomen nieuwe beleid brengt echter geen wijziging in het gevoerde beleid t.a.v. de plaatsing langs rijkswegen van commerciële reclame-uitingen van welke aard ook. De ter hoogte van de uitrijstrook naar een benzinestation geplaatste zgn. blikvangers worden, gezien het voorgaande en het feit dat ze starre obstakels vormen, verwijderd. Het logo, inclusief de informatie over debet/creditcards en prijzen kan na goedkeuring van de wegbeheerder desgewenst op het emplacement worden aangebracht en wel op een plaats waar de snelheid van het verkeer zodanig is afgenomen, dat het lezen geen gevaarlijke situaties meer doet ontstaan. 6.6. Bankvoorzieningen: Aanduiding van zelfstandige bankvoorzieningen bij de landsgrenzen geschiedt d.m.v. het woord «Bank». De verwijzing geschiedt op overeen– komstige wijze als bij P-plaatsen. Openingstijden worden op dezelfde wijze aangegeven als bij wegrestaurants en benzinestations. Aanduiding van de naam en openingstijden geschiedt alleen op 300 m vóór het begin van de uitrijstrook. Bankvoorzieningen op verzorgingsplaatsen anders dan nabij de landsgrenzen kunnen als extra service door wegres– taurants en benzinestations worden toegestaan maar worden niet afzon– derlijk langs de hoofdweg aangeduid. De wet Toezicht Kredietwezen en overige wettelijke bepalingen dienen als uitgangspunt. 6.7. Informatie-panelen: Aanduiding geschiedt middels het I symbool conform de richtlijnen bewegwijzering. In bijzondere gevallen kan naar het oordeel van de wegbeheerder op 1500 m vóór het begin van de uitrijstrook een bord met het l-symbool + specificatie (b.v. I «Rotterdam Havens») worden vermeld. De verwijzing geschiedt daarna overeenkomstig de verwijzing naar P-plaatsen. 6.8. Parkeer– en reisvoorziening: Ter bevordering van het openbaar vervoer en ter ontlasting van de wegen in agglomeraties zijn een aantal N.S.-stations aangewezen als parkeer– en reisstation. Deze zijn voorzien van voldoende parkeerfacili– teiten. Voor de verwijzing wordt gebruik gemaakt van het P –f R-symbool dat in de panelen van de geografische bewegwijzering voor de afslaande richting wordt opgenomen. 6.9. Kampeer– en caravanterreinen: Kampeer– en caravanterreinen worden aangeduid d.m.v. bord 110 of 112 van het RVV. Hier geldt de eis dat de rijafstand tot het bedrijf, gemeten vanaf het einde van de afrit niet meer mag bedragen dan 2000 m en daarnaast moeten de bedrijven via een veilige en weinig woon– en leefmilieu aantastende route bereikbaar zijn.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 004, nr. 1
7. Kosten 7.1. De kosten die zijn verbonden aan het vervaardigen, plaatsen, vervangen, aanpassen, onderhouden en herstellen van aanduidingen komen ten laste van de vergunninghouder c.q. exploitant. Maximaal worden de kosten in rekening gebracht van lage afzonderlijke aandui– dingsborden langs de hoofdweg. Indien bijplaatsing op (reguliere) bewegwijzeringspanelen mogelijk is, wordt slechts een evenredig deel in rekening gebracht indien deze kosten lager zijn dan het eerdergenoemde maximum. Indien het Rijk als wegbeheerder hoge bewegwijzeringsvoor– zieningen verlangt, b.v. in verband met de verkeersveiligheid, komen de meerkosten in beginsel t.l.v. de wegbeheerder. De aanduidingen op 300 m c.q. 450 m vóór het begin van de uitrijstrook, alsmede de extra voorzieningen m.b.t. het flexibel op afstand kunnen aangeven van openingstijden langs de hoofdweg komen geheel voor rekening van de vergunninghouder c.q. exploitant. 7.2. In verband met de verwijdering of verplaatsing van aanduidings– borden kan geen aanspraak worden gemaakt op vergoeding van eventueel daardoor te lijden schade. 7.3. De grond wordt door het Rijk bouwrijp ter beschikking gesteld. De exploitant draagt de kosten van alle bouwkundige voorzieningen t.b.v. zijn bedrijf en de kosten van inrichting van het bedrijf, alsmede van het omliggende terrein voorzover redelijkerwijs t.b.v. het bedrijf functio– nerend. 7.4. Voor het gebruik van rijksgrond dient een Domeinvergoeding te worden betaald. De hoogte wordt door de Dienst der Domeinen van het ministerie van Financiën vastgesteld na eventuele advisering door de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). 7.5. Een bedrijf dat nachtservice of automaatservice verleent c.q. moet verlenen kan hiervoor geen recht op een financiële tegemoet– koming van het Rijk doen gelden.
8. Sancties Wijze van kennisgeving: De aanduidingsborden worden geplaatst en verwijderd vanwege de minister van Verkeer en Waterstaat. Elke aanduiding van een niet wegge– bonden restaurant en/of logiesgelegenheid gaat gepaard met een schrif– telijke kennisgeving van de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswater– staat, waaronder het beheer van de betrokken rijksweg ressorteert, dat de aanduiding vervalt indien binnen een afstand van ca. 40 km langs de betrokken autosnelweg een gepland weggebonden bedrijf wordt/is opgericht, doch tenminste 5 jaar na aanzegging. Verwijdering c.q. verplaatsing van de borden: - Indien een bedrijf niet langer voldoet aan de gestelde eisen c.q. voorwaarden stelt de hoofdingenieur-directeur van de betrokken regionale directie van de Rijkswaterstaat de eigenaar van het bedrijf hiervan per aangetekende brief op de hoogte. Voorts kan worden medegedeeld dat de borden zullen worden verwijderd indien het bedrijf niet binnen 1 jaar na publicatie in de Staats– courant van dit nieuwe beleid conform de gestelde eisen is of wordt aangepast. - Indien tengevolge van een wijziging van de wegenstructuur of tenge– volge van genomen verkeersmaatregelen de aanduidingen of verwij–
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
10
zingen naar het oordeel van de wegbeheerder verwijderd of verplaatst dienen te worden, stelt de wegbeheerder de exploitant van het object hiervan in kennis. 9. Overgangsbepalingen Reecls aangeduide niet weggebonden bedrijven, waarvan de aanduiding op grond van historie of in het verleden gedane toezegging geen tijdelijk karakter draagt, vallen buiten de nieuwe richtlijnen. Indien het bedrijf van eigenaar verandert zal wederom een toetsing moeten plaatsvinden op basis van de gestelde eisen. Bestaande vergunningen zullen nadat de Tweede Kamer accoord is gegaan met dit nieuwe beleid overeenkomstig worden aangepast tenzij dit onevenredige kosten voor het Rijk met zich meebrengt. Het Rijk behoudt zich het recht voor aanpassingen van de aanduidingen, voorzover daar kosten voor het Rijk aan zijn verbonden, zoveel mogelijk in de normale vervangingsschema's in te passen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991,22 004, nr. 1
11
Bijlage 1
Gehandicaptenvoorzieningen restaurants en logiesgelegenheden Wettelijke voorschriften voorbehouden dienen in restaurants en logies– gelegenheden langs het hoofdwegennet minimaal de volgende voorzie– ningen voor gehandicapten aanwezig te zijn: 1. Dichtbij de hoofdingang dienen enkele voor gehandicapte wegge– bruikers gereserveerde parkeerplaatsen aanwezig te zijn. 2. De hoofdingang dient zonder abrupte niveauverschillen, groter dan 2 cm, bereikbaar te zijn. Indien de hoofdingang om bouwtechnische redenen hoger of lager dan het trottoirniveau komt te liggen, is voor rolstoelgebruikers e.d. een hellingbaan vereist. 3. De hoofdingang alsmede de deuren die toegang geven tot bezoe– kersruimten dienen een vrije-doorgangsbreedte van minimaal 90 cm te hebben. 4. Gangen en portalen dienen een breedte van tenminste 110 cm te hebben. 5. Binnen en buiten het gebouw dienen geen drempels aanwezig te zijn; maximale hoogte 2 cm. 6. In geval van meerdere verdiepingen dient tenminste één lift aanwezig te zijn. 7. Er moet één telefoongelegenheid die door gehandicapten gebruikt kan vvorden aanwezig zijn. 8. Een aangepast toilet/sanitaire ruimte dient aanwezig te zijn. 9. In een logiesaccommodatie dient minimaal één voor gehandicapten geschikte slaapkamer aanwezig te zijn, bij voorkeur op de begane grond. 10. De voorzieningen 1, 7, 8 en 9 dienen zowel aan als in het gebouw aangeduid en herkenbaar te zijn. De voorzieningen dienen te voldoen aan de thans geldende richtlijnen. Eventuele aanpassingen dienen te geschieden in overleg en met de instemming van de betrokken partijen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 004, nr. 1
12
Bijlage 2 Aanduidingen voorzieningen naar weggebonden verzorgingsplaatsen NB. Op alle borden wordt de afstandsaanduiding tot het aktiepunt d w z begin van de uitrijstrook vermeld. Activiteit:
P-plaats:
Benzinestation
Restaurant:
3 km
_
1500m
-
I + v vaste open. tijd. pomp + merk + afstand volgende pomp pomp I+v pomp I+v pomp + tnerk l/v + evt naam" open/wiss evt. open/wiss nachtaut. pomp I+v
Bank:
Infopaneel:
Logies:
_
-
bed
i
-
Aanduiding:
1200tn 600 m 300 m
0m
p + naam p + naam -
p + naam
+ spec" bank bank b + naam open/wiss
i i
bank
i
bed bed bed
open/wiss bed
Aanduidingen naar niet weggebonden voorzieningen restaurant:
logies:
kampeer caravan
I + v vaste open tijd I +v
bed
600 m
I +v
bed
_ _ ka(bord 110) comb. (bord P + R 112) kafbord 1 10) comb. (bord P + R 112)
450 m 0m
l/v + naam open/wiss I +v
bed + naam open/wiss
Aktiviteit:
P + R:
Aanduiding: 3km
1200m
bed
bed
ka(bord 110) comb. (bord 112)
P+R
verklaring. p = parkeerplaats; pomp = pompsymbool; I + v = lepel/vork-symbool; i = infosymb. ka = kampeerterrein; comb. = kampeer/caravanterrein; open =-- vaste openingstijd, wiss = wisselende openingstijd * plaatsing op 1500 m alleen in bijzondere gevallen. " naamsvermelding alleen als de naam afwijkt vd naam van de verzorgingsplaats
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 004, nr. 1
13
Bijlage 3
jBenzine stations |
|0verige winkels [ 1 aank.kaart 2. 52 uur p.w. (reguliere openmgstijd) 3. assortiment onbeperkt A
52 uur p.w.
1. aank.Kaart 2. 52 uur p.w. (cfm. reguliere openingstijd) 3. assortiment onbeperkt (incl. snacks).
[ > 52 uur p.wT|
1. geen aank kaart 2. langer dan de reguhere openingstijd. 3. gedurende de totale openingstijd geldt t.a.v. het assortiment alleen het weggebonden assortiment (d.w.z. geen snacks). N.B. zie weggebonden assortiment.
> 52 uur p.w.J
->
1. aank kaart 2. langer dan de reguliere openingstijd 3. gedurende de reguliere openingstijd is het assortiment onbeperkt d w z groter dan het weggebonden assortiment en incl warme snacks. Buiten de reguliere openingstijd geldt alleen het weggebonden assortiment d.w.z. het overige assortiment incl warme snacks moet in een afsluitbare kast of ruimte worden opgeborgen
52 uur per week is inclusief de koopavond. reguliere openingstijden zijn: maandag t/m vrijdag van 05.00-18.00 zaterdag van 05.00-17.00 donderdag of vrijdag tot 21.00 het weggebonden assortiment zie blad 2.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
14
[ weggebonden assortiment | ____-.
., .
—
1
buiten de kom 1 auto(-snel)wegen|
1
middelen: Dr gebruik, reiniging of spoedeisende b benodigdhedi reparaties van voer– of vaartuigen alsmede accessoires daarvoor; c. artikelen voor lichaamsverzorging, geringe eetwaren, consumptie ijs, alcoholvrije dranken en tabak en tabaksprodticten, e.e.a voorzover die onderweg met een voertuig - tijdens - de rit of tijdens een korte rustpauze plegen te worden gebruikt.
binnen– en buiten de kom geen auto( snel)wegen
a. cfm. b. cfm. c. cfm, echter tabak en tabaksproducten via een automaat.
Ter toelichting van het onder c genoemde assortiment volgen hieronder enkele voorbeelden c.1 Artikelen voor lichaamsverzorging: papieren zakdoekjes, tissues, verbandmiddelen etc c.2 Geringe eetwaren alle eetwaren die geen toebereiding onmiddellijk voorafgaande aan het verbruik vereisen en in betrekkelijk geringe hoeveelheden plegen te worden afgezet. Enkele voorbeelden zijn snoep, broodjes en koek. c.3 Consumptie-ijs: wel kleine ijsjes, geen ijstaarten. c.4 Alcoholvrije dranken: niet in grootverpakking, maar bv. blikjes frisdrank, (chocolade-)melk en via de automaat koffie, thee of bouillon.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22004, nr. 1
15