Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2003–2004
29 383
Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving
Nr. 16
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 4 augustus 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 30 juni 2004 overleg gevoerd met minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: – de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 22 maart 2004 met een reactie op het rapport Onnodige kosten voor het bedrijfsleven in Overijssel (22 343, nr. 89); – de brief van de minister van VROM d.d. 7 mei 2004 over administratievelastenreductie (29 383, nr. 11). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Veenendaal (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), HuizingaHeringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA) en Samsom (PvdA). Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Luchtenveld (VVD), Oplaat (VVD), Boelhouwer (PvdA), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA) en Wolfsen (PvdA).
De heer De Krom (VVD) complimenteert de bewindslieden met hun pakket maatregelen om de administratievelastendruk terug te dringen. Haast is echter geboden. Men moet er vooral op de werkvloer baat bij hebben. Daarom stelt hij voor, MKB en VNO-NCW een quick-scan te laten uitvoeren onder hun leden om te zien wat er daadwerkelijk op de werkvloer terecht komt van de maatregelen. Kunnen de bewindslieden de Kamer tijdens het halfjaarlijkse handhavingsoverleg inzicht geven in planning en voortgang? Een kort overzicht is ruimschoots voldoende. De geloofwaardigheid van het beleid is gebaat bij maatregelen die op de werkvloer goed zichtbaar zijn en snel effect sorteren, de zogenaamde quick-wins. Welke maatregelen uit het pakket zijn potentiële quick-wins? Aangezien de meeste winst kan worden behaald met de VROMvergunning, moet hieraan prioriteit worden gegeven. Wat vindt de minister van de suggestie van het MKB om bepaalde bedrijven niet langer een vergunningplicht, maar alleen een meldingplicht op te leggen? De afgelopen jaren zijn op het terrein van VROM diverse plannen doorgevoerd die de administratievelastendruk hebben verhoogd. Daarom moet de feitelijke reductie groter zijn dan in de plannen is aangegeven. Wanneer wordt uitvoering gegeven aan de tweede Zalmnorm? Vinden de bewindslieden het nog steeds niet nodig om een convenant te sluiten met provincies en gemeenten? De invloed van Brusselse regelgeving is groot en daarom moet van
KST78732 0304tkkst29383-16 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 383, nr. 16
1
1
tevoren vast staan dat deze regelgeving nodig is vanuit het subsidiariteitsbeginsel en moeten de kosten en baten in kaart zijn gebracht. Hoe kan het dat fiches in bijna alle gevallen positief oordelen over voorgestelde regelgeving? Is de regering wel kritisch genoeg in Brussel? Wat gaan de bewindslieden doen om de regeldrift in Brussel in te dammen en terug te dringen? De heer Samsom (PvdA) benadrukt het belang van het terugdringen van administratievelastendruk en bureaucratie, maar vindt dat dit een bijeffect moet zijn van betere milieuregelgeving. Het willekeurig schrappen van regels om de administratievelastendruk terug te dringen, is niet de juiste methode. Het verbaast de heer Samsom dat uit de nulmeting is gebleken dat maar weinig administratievelastendruk wordt veroorzaakt door Brusselse regelgeving. Zijn de bewindslieden van mening dat het meevalt met de Brusselse bureaucratie? De heer Samsom vindt dat de bewindslieden de voorstellen van de Gemengde Commissie VROM moeten negeren totdat zeker is dat deze regels inderdaad goed zijn voor het milieu en tegelijkertijd de administratievelastendruk terugdringen. Het afschaffen van de commissie voor de MER is hoogst ongewenst. Deze commissie levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van wet- en regelgeving op bedrijfsniveau en is een belangrijk instrument om vergunningverlening te stroomlijnen. Bovendien toetst de commissie of bij het verlenen van een vergunning is gekeken naar milieuvriendelijke alternatieven. Voorts stelt de Gemengde Commissie VROM voor om geen aanvullende eisen te stellen bovenop het EU-beleid. Het terugdringen van administratievelastendruk door het versoepelen van milieunormen, vindt de heer Samsom echter geen optie. De heer Koopmans (CDA) vindt de plannen om de administratievelastendruk terug te dringen prima, maar is van mening dat zij niet ver genoeg gaan. Bovendien wordt er te langzaam voortgang geboekt. De bewindslieden hebben aangegeven dat een aanzienlijk deel van de reductievoorstellen niet haalbaar is binnen deze kabinetsperiode. Bovendien betwijfelt de heer Koopmans of de VROM-vergunning op tijd gereed komt. Dit zou betekenen dat het ministerie van VROM aan het einde van deze kabinetsperiode een administratievelastenreductie boekt van slechts 13%. Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel over de VROM-vergunning verwachten? Hoe staat het met de commissie die ingevolge de motie-Van Velzen/Duyvendak (29 383, nr. 8) zou worden ingesteld? Tijdens het herijkingsdebat is een motie ingediend over de mogelijkheid om procedurele fouten bij de Raad van State te herstellen. Wat vinden de bewindslieden van dit voorstel? Vooral halfslachtige decentralisatie en druk uit de samenleving om elk risico van overheidswege uit te sluiten, leiden tot een dusdanig gedetailleerde regelgeving dat de samenleving niet goed meer kan inspelen op ontwikkelingen. Na het balkonincident in Maastricht was de roep om regulering bijvoorbeeld groot, maar niemand vroeg zich af bij wie de verantwoordelijkheid echt thuis hoorde. Ondernemers en burgers moeten soms maanden tot jaren wachten op een beslissing op een vergunningaanvraag. Is de minister bereid de VROM-Inspectie op te dragen om vergunningstermijnen en vergunningssystemen te versnellen? De heer Koopmans stelt voor, de meet- en registratieverplichtingen in Wm-vergunningen te halveren. Voorts stelt hij voor, de jaarlijkse inspectie van vloeistofdichte vloeren af te schaffen. Het is voldoende als deze vloeren eens in de tien jaar worden geïnspecteerd. De heer Koopmans vraagt een notitie van het kabinet over de wijze waarop moet worden omgegaan met de gebruiksvergunning. Hij vraagt de bewindslieden direct na de zomer hun visie op de MER naar de Kamer te sturen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 383, nr. 16
2
Het antwoord van de bewindslieden De minister merkt op dat Actal heeft geconstateerd dat VROM relatief veel aandacht schenkt aan het terugdringen van de administratievelastendruk. Actal heeft echter kritiek geuit op het feit dat vaak pas laat in het wetgevingstraject wordt gekeken naar de gevolgen voor de administratievelastendruk voor bedrijven. Daarom wordt bij nieuwe regelgeving voortaan vanaf het begin in kaart gebracht wat de administratieve lasten zullen bedragen. Voorts zal VROM Actal vaker om advies vragen. De minister streeft ernaar om de geplande reductie zo veel mogelijk in de huidige kabinetsperiode te realiseren, maar met het oog op zorgvuldigheid en de duur van wetgevingsprocedures zal een deel van de maatregelen mogelijk pas de volgende kabinetsperiode van kracht worden. Het tijdig realiseren van de VROM-vergunning heeft de hoogste prioriteit. De minister zal de Kamer in september informeren over aanpak en opzet van het project VROM-vergunning. Er is gezamenlijk met LNV een staatscommissie ingesteld en deze heeft haar werk inmiddels beëindigd. De rapportage wordt de Kamer zo spoedig mogelijk toegezonden. De minister hecht waarde aan de inbreng van het bedrijfsleven en transparantie over de vermindering van regelgeving. De aanvullende voorstellen van de Gemengde Commissie VROM worden bezien op hun maatschappelijke consequenties. Daarbij worden tevens de suggesties betrokken van het ministerie van LNV. Deze suggesties zijn vermeld in het eindrapport van de Gemengde Commissie VROM dat de minister na de zomer naar de Kamer zal sturen. Zij is voorstander van het voortbestaan van de commissie. Door wisselwerking met vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven kan de Commissie de voortgang van de reducties bewaken en verdere voorstellen doen die tot reductie van administratieve lasten kunnen leiden. Actal heeft geconstateerd dat de rol van ICT-toepassingen niet altijd helder uit de VROM-plannen blijken. Inmiddels heeft VROM een ICT-projectgroep ingesteld voor administratieve lasten. Deze projectgroep houdt zich vooral bezig met praktische toepassingen van ICT waarmee het bedrijfsleven kan werken. De projectgroep zal in september rapporteren over de mogelijkheden om ICT-toepassingen gericht in te zetten voor de reductie van administratieve lasten. De minister streeft ernaar de belangrijkste mogelijkheden zo snel mogelijk tot uitvoering te brengen. De minister wijst erop dat de basisregistraties gebouwen en adressen landelijk worden ingevoerd. Inmiddels heeft zij beide registraties naar haar collega van BZK gestuurd. Aan de basisregistraties percelen, geografische basiskaarten, bedrijven en personen wordt gewerkt. Het stelsel van basisregistratie moet eenmalige gegevensverstrekking mogelijk maken en informatie beter toegankelijk maken voor overheid en bedrijfsleven. De minister zal de Kamer schriftelijk informeren over de verdere gang van zaken. Op 15 juni 2004 heeft de Eerste Kamer de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken aangenomen. Met de invoering van deze wet kunnen burgers in één keer informatie krijgen over de door overheden opgelegde beperkingen op een eigendomsperceel. Dit levert tijdswinst en afname van administratieve lasten op. De minister vindt dat burgers en bedrijven moeten ervaren wat de overheid doet aan het terugdringen van regels. Niet alleen de omvang van de reductie, maar ook de snelheid waarmee resultaat zichtbaar is, is hierbij van belang. Vanwege procedure-eisen is het lastig om binnen enkele maanden resultaat te boeken. De minister ziet echter mogelijkheden op het vlak van ICT en het toepassen van één formulier. Er wordt jaarlijks gerapporteerd over de voortgang. De minister zal nagaan of er een quickscan onder leden van MKB Nederland en VNO-NCW kan worden opgenomen in de jaarlijkse rapportage over handhaving en reductie administratieve lasten per cluster. Na het balkonincident in Maastricht heeft de minister de verantwoordelijk-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 383, nr. 16
3
heden in kaart laten brengen door de VROM-Inspectie. Vervolgens heeft het ministerie alle gemeenten en bedrijven die zich met deze manier van bouwen bezighouden, aangeschreven. Het uitgangspunt van de bewindslieden is: centraal wat moet en decentraal wat kan. Daarbij moet worden aangegeven waar de verantwoordelijkheden behoren te liggen en welke door lagere overheden kunnen worden overgenomen. De topprioriteit van de VROM-Inspectie ligt bij het optreden in gevallen waarin de grootste risico’s worden gelopen. Aandacht voor het versnellen van vergunningverlening heeft eveneens prioriteit, maar dit mag niet ten koste gaan van de aanpak van risicogevallen. De minister is voornemens de termijnen rond vergunningverlening aanzienlijk te verkorten in het kader van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening. De staatssecretaris merkt op dat de Kamer als medewetgever zelf soms ook extra administratieve lasten veroorzaakt. Er kunnen immers goede redenen zijn om ergens aparte regelgeving voor in het leven te roepen. Het voorstel om de meetverplichtingen te halveren, zal serieus worden bekeken. Eerst moet echter duidelijk zijn wat de milieu-effecten zijn, of het juridisch kan en hoe het in Europees verband zit. Het gaat erom dat een bestaand doel op een eenvoudiger manier wordt bereikt. Er is echter een apart debat nodig over wijzigingen van het beleid. Met het project om te komen tot het schrappen van meet-, registratie-, rapportage- en onderzoeksverplichtingen uit de 8.40 AMvB’s is een bedrag van 169 mln euro gemoeid. Dit project moet nog tijdens deze kabinetsperiode gerealiseerd zijn. Uit het rapport van de Gemengde Commissie VROM blijkt dat 8% van de administratieve lasten voortkomt uit rechtstreeks dwingend voorgeschreven Europese regelgeving. Dat lijkt weinig, maar daarnaast vloeit 36% van de administratieve lasten voort uit EU-regelgeving waarvan de precieze invulling wordt overgelaten aan de lidstaten. Dit betekent echter niet dat lidstaten de ruimte hebben om dergelijke regels niet te implementeren. Er is dus wel degelijk een behoorlijke hoeveelheid regelgeving afkomstig uit Europa. Daarom is het des te belangrijker om vooraf goed over die regelgeving na te denken. De Strategische Milieubeoordeling had eerder geïmplementeerd moeten worden. De interdepartementale discussies hebben echter tot vertraging geleid. Voor het einde van het jaar zal de staatssecretaris een aantal voorstellen doen met betrekking tot integratie, inclusief stroomlijning en beperking van lasten. Het kabinet vindt het niet verstandig om de commissie voor de MER af te schaffen. Een verplichte inschakeling van deze commissie leidt tot standaardisatie, integratie en een hoge kwaliteit waardoor het aantal procedures achteraf beperkt blijft. De frequentie waarmee vloeistofdichte vloeren worden geïnspecteerd, is een inhoudelijke afweging. Er zal gekeken worden of de frequentie samenhangt met de mogelijke risico’s die worden gelopen. In overleg met onder andere de Bovag zal een oplossing worden gezocht zodat de regelgeving eventueel op korte termijn kan worden gewijzigd. Nadere gedachtewisseling De heer De Krom (VVD) is ervan overtuigd dat de bewindslieden de urgentie voelen om het aantal regels aan te pakken, maar hij vraagt zich af of dit ook geldt voor het apparaat achter hen. Daarom is het handelen van de bewindslieden essentieel om een succes te maken van de aanpak van administratievelastendruk. Quick-wins zijn van groot belang om een gevoel van succes te behouden. Daarom dringt de heer De Krom er op aan om die quick-wins binnen een paar maanden van de grond te krijgen. Het is van het grootste belang dat ondernemers iets merken van het terugdringen van het aantal regels.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 383, nr. 16
4
De heer Samsom (PvdA) constateert dat het weinig zin heeft om apart te debatteren over vermindering van de administratievelastendruk, omdat politieke compromissen over inhoudelijke zaken vrijwel altijd zullen leiden tot meer regelgeving. Hij stelt daarom voor, het verminderen van administratievelastendruk direct aan de orde te stellen tijdens inhoudelijke debatten. De heer Koopmans (CDA) vraagt zich af of VROM het percentage van 25% lastenreductie gaat halen. In het kader van het Besluit financiële zekerheid milieubeheer worden soms zulke hoge borgsommen verlangd dat de continuïteit van het betrokken bedrijf in gevaar dreigt te komen. Willen de bewindslieden hiernaar kijken? De heer Koopmans zal tijdens de begrotingsbehandeling terugkomen op de taken van de VROM-Inspectie, want de vergunningverlening moet worden versneld. De minister benadrukt dat de VROM-vergunning bovenaan haar prioriteitenlijstje staat. Zij vraagt de Kamer de behandeling van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening naar voren te halen, omdat daarmee de belangrijkste winst kan worden geboekt op het gebied van terugdringing van regelgeving. Als een convenant met IPO en VNG helpt, dan wil de minister dit in overweging nemen. Ook convenanten zijn echter een vorm van regelgeving en deze moeten daarom alleen worden gesloten als zij echt effect sorteren. De minister zal met haar collega van BZK overleggen over de gebruiksvergunning. De staatssecretaris zal het terugdringen van administratieve lasten inbrengen in het overleg met provincies en gemeenten en de Kamer hierover rapporteren. In 2006 vindt er een evaluatie plaats van het Besluit financiële zekerheid milieubeheer. Hoewel de staatssecretaris het besluit op zich een goed instrument vindt, is hij niet ongevoelig voor mogelijke uitvoeringsproblemen. Deze kunnen bij de evaluatie aan de orde komen. In het voorjaar van 2005 wordt binnen het kabinet het meerjarenprogramma voor administratieve lasten vastgesteld. Op dat moment is de tweede Zalmnorm in principe van toepassing. De voorzitter vat samen dat er een negental toezeggingen zijn gedaan. De Kamer zal in september worden geïnformeerd over opzet en aanpak van de VROM-vergunning. De rapportage Lasten in Balans zal na de zomer naar de Kamer worden gestuurd. De Kamer kan in september een brief verwachten over de praktische toepassing van ICT voor reductie van administratieve lasten. De minister zal nagaan of er een quick-scan onder leden van MKB Nederland en VNO-NCW kan worden opgenomen in de jaarlijkse rapportage over handhaving en reductie administratieve lasten per cluster. De stroomlijning en reductie van administratieve lasten inzake de MER zal eind 2004 naar de Kamer worden verzonden. De Kamer wordt nader geïnformeerd over vereenvoudiging van regelgeving met betrekking tot vloeistofdichte vloeren. De Kamer wordt geïnformeerd over de quick-wins. De gebruiksvergunning zal worden afgestemd met het ministerie van BZK. Er zal een rapportage aan de Kamer worden gezonden over het overleg met provincies en gemeenten. De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Buijs De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van der Leeden
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 383, nr. 16
5