Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Zitting 1978-1979
14 261
Ultra-centrifugeproject
Nr 48
VERSLAG V A N EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 5 april 1979 De vaste C o m m i s s i e s v o o r Economische Zaken 1 en v o o r de Kernenergie 2 hebben op 15 februari 1979 met de M i n i s t e r v a n E c o n o m i s c h e Zaken m o n deling overleg gevoerd over het v o o r de r e n d e m e n t s b e r e k e n i n g e n van het Ultra-centrifugeproject gehanteerde m o d e l . Dit o v e r l e g , w a a r b i j de b e w i n d s man zich had laten vergezellen van mr. H. K. M a n i , h o o f d van de Directie Elektriciteit en Kernenergie van het Directoraat-Generaal v o o r de Energievoorziening, en van mr. drs. C. W . Dessens van het Directoraat-Generaal voor Industrie, w e r d gevoerd op basis van een t e v o r e n aan de c o m m i s s i e gezonden notitie, 3 zoals toegezegd ter gelegenheid v a n de behandeling van de rijksbegroting v o o r 1978, hoofdstuk XIII (zie H a n d e l i n g e n zitting 1977-1978, blz. 593). Van het gevoerde overleg b r e n g e n de c o m m i s s i e s als v o l g t verslag uit.
1 Samenstelling: Joekes (VVD), Portheine (VVD), Van der Gun (CDA), Van Dis (SGP), Epema-Brugman (PvdA) voorzitter, Van Amelsvoort (CDA), Jansen (PPR), Salomons (PvdA), Van Houwelingon (CDA), Kolthoff (PvdA), Van der Hek (PvdA), Beumer (CDA) ondervoorzitter, Engwirda (D'66), Braams (VVD), Jacobse (VVD), Van Muiden (CDA), Spieker (PvdA), Van Dam (PvdA), Wöltgens (PvdA), Van Rooijen (CDA) en De Vries (CDA). 2 Samenstelling: Portheine (VVD), Mommersteeg (CDA), Van der Stoel (PvdA), Voortman (PvdA), Ter Beek (PvdA), Epema-Brugman (PvdA), Van Amelsvoo't (CDA), Jansen (PPR), Scherpenhuizen (WD). Van Houwelingen (CDA) voorzitter, Van der Hek (PvdA), Braams (VVD), Eversdijk (CDA), Lansink (CDA), Lambers-Hacquebared (D'66). 3 De bijlagen bij deze notitie zijn de leden en plaatsvervangend leden van de commissies vertrouwelijk ter kennis gebracht.
3 vel
De w o o r d v o e r d e r van de P.P.R.-fractie had m e t i n s t e m m i n g geconstateerd, dat in de notitie is gekozen v o o r een r e n t a b i l i t e i t s b e r e k e n i n g s m o d e l in plaats van v o o r een m o d e l op basis van m i n d e r b e t r o u w b a r e waarschijnlijkheidsberekeningen met betrekking t o t onder meer prijzen en afzet. Over het feit dat de notitie ook de uitkomsten van het gehanteerde m o d e l bevat, t o o n de spreker zich v e r h e u g d . Met betrekking tot de aan de resultaten ten g r o n d s l a g liggende uitgangspunten stelde dit P.P.R."fractielid de v o l g e n d e v r a g e n . W a a r o p is de in de notitie g e n o e m d e prijs van US $ 90 per eenheid verrijkt u r a n i u m gebaseerd? In hoeverre w o r d t de p r i j s v o r m i n g (mede) bepaald d o o r politieke factoren? De notieie neemt de aanwezige contracten tot u i t g a n g s p u n t v o o r de r a m i n g van de t o e k o m s t i g e afzet. Kan de Minister meedelen met welke capaciteitsomv a n g van kernenergiecentrales de in de notitie geschatte behoefte aan scheidingsarbeid v o o r 1985 respectievelijk v o o r 1995 overeenkomt? Houdt het rekenmodel rekening met de m o g e l i j k h e i d dat afgesloten contracten w o r d e n geannuleerd en is de Minister bereid op dat p u n t een gevoeligheidsanalyse te doen verrichten? Het lid hier aan het w o o r d had de indruk, dat bij de in de notitie g e r a a m d e wereldcapaciteit de u i t b r e i d i n g met 8000 t o n , waartoe o n langs in de Verenigde Staten is besloten, buiten b e s c h o u w i n g is gelaten, hetgeen, indien juist, eveneens consequenties heeft v o o r de capaciteitsplann i n g . Dit lid had v o o r t s in de notitie enige nadere a a n d u i d i n g van de gevoeligheid van het m o d e l v o o r de verschillende prijzen gemist. Hoe groot is het aandeel van de in de Verenigde Staten g e a n n u l e e r d e Duitse contracten in de in de notitie g e n o e m d e 20 000 t o n aan «firm» en «probable» c o m m i t m e n t s
Tweede Kamer, zitting 1 9 7 8 - 1 9 7 9 , 1 4 2 6 1 , nr. 48
1
van Urenco? In hoeverre zal de in Duitsland gebleken behoefte om de contracten bij Urenco onder te brengen leiden tot een op zich zelf voor Urenco gunstige politieke prijsstelling? Is het juist, zo luidde een volgende vraag, dat de begroting van de totale investeringsuitgaven uitgaat van blijvende participatie van Duitsland in het Ultra-centrifugeproject? Met betrekking tot de in bijlage 2 van de notitie opgenomen gegevens over de verschillen tussen de kosten van nucleaire energie en energie opgewekt met fossiele brandstof meende spreker, dat de meest recente gegevens, te weten de commentaren op de door het Koninklijk Instituut van lngenieurs (KIVI) verrichte studies, ontbreken. Achter de conclusie, dat het rekenmodel nauwelijks gevoelig is voor de kosten van nucleaire energie, zette dit lid een vraagteken. Deze kosten kunnen immers wel degelijk van invloed zijn op de afzetmogelijkheden, gelet op de kans dat uit een oogpunt van kostenbesparing bepaalde contracten worden geannuleerd. In de notitie wordt de verwachting uitgesproken, dat de Urencoprijs binnen afzienbare tijd concurrerend zal worden met de Amerikaanse prijs, gelet op in de Verenigde Staten opgetreden forse prijsstijgingen. Is er niet sprake van een omgekeerde tendens, zo vroeg een lid van de C.D.A.-fractie, die geïnteresseerd was in de eventuele consequenties daarvan voor het exploitatieresultaat van UCN. Is in de contracten een clausule opgenomen, die de voor de verrijkingsarbeid te berekenen prijs koppelt aan de marktprijzen? Zal het totale leenbedrag werkelijk in 1988 kunnen zijn afgelost, wanneer de inmiddels in het afleveringsschema opgetreden vertraging in aanmerking wordt genomen? Het was de V.V.D."fractiewoordvoerder niet duidelijk waarom het gehanteerde model, waarbij voor de diverse - in de notitie aangeduide - parameters verschillende vooronderstellingen tot uitgangspunt zijn genomen, nog ruimte laat voor waarschijnlijkheidsberekeningen. Spreker vroeg zich voorts af of de invloed van de sterk wisselende prijzen van energie, die benodigd is voor het verrijkingsproces, op de Urencoprijzen niet is onderschat. Welke verwachtingen, zoals bij voorbeeld in de zin van een beter rendement, bestaan er ten aanzien van de mogelijke verbetering van de bij UCN gehanteerde produktiemethode? Wordt ook rekening gehouden met de mogelijkheid, dat een minder hoge verrijkingsgraad nodig is met als gevolg minder hoge verrijkingsbehoefte overeenkomstig de ontwikkeling in Canada? Ingaande op de eerder al genoemde bijlage 2 van de notitie stelde dit V.V.D."fractielid ten slotte de vraag of de onder de rubriek «rookgasontzwaveling» genoemde kosten ook de kosten van de overige noodzakelijke zuiveringsprocédés, waaronder bij voorbeeld het wegnemen van radioactiviteit, omvatten. In aansluiting op hetgeen al door voorgaande sprekers met betrekking tot de prijsvorming naar voren was gebracht, informeerde een tweede C.D.A.fractielid naar de mogelijke effecten van de dollarkoers op de door Urenco te berekenen scheidingsprijs. Een tweede vraag had betrekking op de geschatte interne rentabiliteit. Is deze reëel, gezien de onzekerheid over de juistheid van een aantal vooronderstellingen, zoals die met betrekking tot de levensduur van de fabriek, het type centrifuge en het aantal contracten? Van de zijde van de P.v.d.A.-fractie werd gevraagd de stelling, dat het rendement van een Duitse verrijkingsfabriek in vergelijking met Almelo zeker lagerzal liggen, naderte onderbouwen. Welke overwegingen liggen ten grondslag aan de in de Troikalanden aanwezige tendens om af te zien van Amerikaanse leveranties? Op grond waarvan erkent men het belang van een eigen verrijkingsindustrie? Ook bij het hier het woord voerende lid was de vraag gerezen of men er werklijk van moet uitgaan, dat de prijzen van energie in de Verenigde Staten, met alle consequenties van dien voor de prijs van verrijkt uranium, in de toekomst naar verhouding nog verder zullen stijgen.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 14 261, nr. 48
2
In zijn a n t w o o r d bevestigde de Minister, dat gekozen is v o o r het klassieke m o d e l van rendementsberekeningen, waarbij de bestaande contracten tot u i t g a n g s p u n t zijn g e n o m e n . Met betrekking tot de p r i j s v o r m i n g in de Verenigde Staten, uitgaande van de thans op ongeveer US $ 90 geschatte prijs, merkte de Minister o p , dat de daar recent opgetreden sterke stijging v o o r een belangrijk deel moet w o r d e n toegeschreven aan de stijging van de prijzen van energie, en niet zozeer aan politieke factoren. Niet uit het o o g moet w o r d e n verloren dat het daar gehanteerde diffusieproces met een in v e r h o u d i n g tot het ultra-centrifugeproces t i e n v o u d i g e energie-intensiteit gepaard gaat en derhalve veel energieprijsgevoeliger is. Daar een daling van de energieprijzen in de Verenigde Staten niet te verwachten is, kan de v e r w a c h t i n g voor w a t betreft het concurrerend w o r d e n van de Urencoprijs zeker realistisch w o r d e n genoemd. Bij de gefixeerde, al lopende, contracten zal in geval van annulering zeker beroep w o r d e n gedaan op een boeteclausule. Bij de afroepcontracten doet zich in die zin een andere situatie voor, dat ten aanzien van s o m m i g e contracten in geval van annulering o n d e r h a n d e l d zal m o e t e n w o r d e n over een eventueel te betalen boete. In de v o o r 1985 geraamde totale wereldcapaciteit aan verrijkingsarbeid is de u i t b r e i d i n g met 8000 t o n , w a a r t o e in de Verenigde Staten is besloten, begrepen. Bij de a f w e g i n g van de kosten van nucleaire energie tegenover de kosten van energie opgewekt met fossiele brandstoffen, die bij de uiteindelijke keuze van belang is, spelen de kosten van de verrijkingsarbeid geen doorslaggevende rol. Het feit dat het rekenmodel gebaseerd is op de bestaande contracten rechtvaardigt de conclusie, dat dit model nauwelijks gevoelig is v o o r de nucleaire o n t w i k k e l i n g . Ten aanzien van een aantal door Duitse afnemers met DOE afgesloten contracten is annulering en het o n d e r b r e n g e n bij Urenco aan de orde. Afgezien van de sterk gestegen Amerikaanse prijs zal hierbij ook het voordeel van het hebben v a n een leverancier dichter bij huis, m e t de daaraan v e r b o n d e n grote zekerheid, als a r g u m e n t gelden. C o m m e r c i ë l e o v e r w e g i n g e n , in die zin, dat de elektriciteitsbedrijven toch altijd streven naar een zo laag m o g e l i j ke kostprijs v o o r energie, spelen w e l degelijk een rol. In de Elektriciteitsnota, die naar w o r d t v e r w a c h t evenals de V o o r t g a n g s n o ta en de Kolennota in de zomer van 1979 aan de Kamer zal w o r d e n aangeboden, zal ook aandacht w o r d e n besteed aan de i n m i d d e l s verschenen c o m mentaren naar aanleiding van de d o o r het KIVI uitgebrachte studies over «de kosten van kernenergie in Nederland» en «de kosten van elektriciteit uit kolen in Nederland». Naarmate het kolengebruik t o e n e e m t zullen ook de daarmee gepaard gaande kosten als gevolg van de milieu-eisen aanzienlijk t o e n e m e n . Met name moet hierbij gedacht w o r d e n aan de afvalproblematiek, de verontreiniging van b o d e m , water en lucht, die zal nopen t o t het doen van o m v a n g r i j k e investeringen. In de Kolennota en de Elektriciteitsnota zal hierop w o r d e n ter u g g e k o m e n . De met betrekking t o t de kosten van «rookgasontzwaveling» gestelde vraag w e r d in ontkennende zin b e a n t w o o r d . Overigens m o e t e n , aldus de b e w i n d s m a n , alle in de bijlage 2 g e n o e m d e kosten eerder als indicatief dan als exact w o r d e n b e s c h o u w d . In Canada is sprake van een ander type reactoren, waarbij niet verrijkt uran i u m als g r o n d s t o f w o r d t gebruikt. Van een o n t w i k k e l i n g in die richting in de landen van de Troika-samenwerking zei de Minister w e i n i g invloed o p de positie v a n Urenco te v e r w a c h t e n , gelet ook op het feit, dat Urenco uitgaat van de bestaande contracten. Wel zal mogelijke verbetering van de produkt i e m e t h o d e n nog tot positievere resultaten kunnen leiden; zo is het niet o n denkbaar, dat de nu geschatte m i n i m a l e levensduur van de centrifuge zal w o r d e n overschreden als gevolg w a a r v a n de afschrijvingskosten lager w o r den. De voorzichtige v o o r o n d e r s t e l l i n g e n gaan bovendien uit van een gelijkblijvend contractenbestand en van een gelijkblijvend type centrifuge; er is al een nieuw type met een aanzienlijk hoger prestatievermogen in ontwikkeling.
Tweede Kamer, zitting 1 9 7 8 - 1 9 7 9 , 1 4 2 6 1 , nr. 48
3
De concurrentiepositie, zoals geschetst in de notitie, is gebaseerd op de huidige dollarkoers. Een verdere devaluatie van de dollar tot beneden een tegenwaarde van f 2 zal deze positie vanzelfsprekend negatief beïnvloeden. Bij de rentabiliteitscijfers en de gevoeligheidsanalyse is men uitgegaan van een capaciteit van 600 ton in Almelo voor rekening van UCN en Uranit gezamenlijk en van circa 350 ton uitsluitend voor Nederlandse rekening; dit is, de omvang van de nu afgesloten contracten in aanmerking genomen, een realistische aanname. De verwachting, dat een Duitse verrijkingsfabriek een naar verhouding lager rendement zal hebben, is gebaseerd op de kleinere capaciteit. In aanvulling op hetgeen door de Minister was medegedeeld verstrekte de heer Dessens nog de volgende informatie. De Amerikaanse prijs bestaat voornamelijk uit variabele kosten van de verrijkingsarbeid, met name de energiekosten. Aangezien in de nabije toekomst nieuwe capaciteit zal moeten worden gebouwd ligt het in de rede, dat de daarmee gepaard gaande investeringskosten als een niet variabele kostenfactor volledig in de prijs zullen worden doorberekend. Een verhoging van de prijs lijkt daarom aannemelijk. De totale investeringsuitgaven voor een in Almelo te bouwen 1000 tonsfabriek worden begroot op ruim f 1 mld. In vergelijking met de investeringen voor de proeffabriek betekent dit in de commerciële fase halvering van de kosten per geïnstalleerde eenheid scheidingsarbeid. Met een nieuw type centrifuge zal in de toekomst nog een verdere verlaging van de kostprijs gerealiseerd kunnen worden. De met de afnemers gesloten contracten zijn uitgedrukt in drie valuta, namelijk het £-sterling, de Duitse mark en de gulden, elk voor gelijke delen. Via een gecompliceerd rekenmodel, dat de valuta-ontwikkelingen in de verschillende landen registreert, worden de feitelijk te berekenen prijzen vastgesteld. Het is de bedoeling, dat UCN zijn inkomsten voornamelijk in guldens ontvangt, waardoor het inflatie-effect en het valutarisico tegen elkaar zullen wegvallen. Het rendement van een Duitse verrijkingsfabriek zal zich naar wordt verwacht, naarmate de capaciteit toeneemt en de aanloopkosten derhalve relatief afnemen, in gunstige zin ontwikkelen. De voorzitter van de vaste Commissie voor Economische Zaken, Epema-Brugman De voorzitter van de vaste Commissie voor de Kernenergie, Van Houwelingen De griffier van de commissies, Vrins
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,14261, nr. 48
4
NOTITIE TEN BEHOEVE V A N HET OP 15 FEBRUAR11979 TE VOEREN MONDELING OVERLEG OVER HET VOOR DE RENDEMENTSBEREKENINGEN V A N UCN GEHANTEERD MODEL Inleiding Hieronder v o l g t een beschrijving van het rekenmodel, dat UCN hanteert bij de e c o n o m i s c h e analyse van haar activiteiten, die zowel de centrifugefabriek als de verrijkingsfabriek o m v a t t e n : het Nederlandse aandeel in het 2000-tonsproject. O m een i n d r u k t e geven van de vooruitzichten van UCN n a d e z e 2 0 0 0 t o n w i l l e n w i j hier thans enige algemene o p m e r k i n g e n maken met betrekking tot de marktvooruitzichten v o o r de langere t e r m i j n . Uitgaande van de capaciteitsplanningen van de diverse v e r r i j k i n g s p r o d u centen luidt de v e r w a c h t i n g , dat de totale wereldcapaciteit van verrijk'nqsarbeid in 1985 ongeveer 43 000 t o n zal gaan bedragen. Voor Urenco Ltd. betekent dit, gegeven h e t 2 0 0 0 - t o n s p r o g r a m m a , e e n aandeel van bijna 5% (DOE 6 3 % , EURODIF 2 5 % en USSR 7 % ) . De behoefte aan scheidingsarbeid in de Westerse w e r e l d w o r d t v o o r 1985 op 36 000 ton en v o o r 1995 op 78 000 t o n geschat. Uit één en ander blijkt een tijdelijk overschot aan capaciteit in 1985. Urenco Ltd. zal haar potentiële afnemers b i n n e n de Westeuropese markt voornamelijk moeten zoeken in de Troikalanden zelf, alsmede in die landen, welke zelf geen verrijkingsindustrie bezitten, dan w e l niet participeren in een verrijkingsindustrie buiten de eigen grenzen. Het aandeel van DOE in de Westeuropese markt is aanzienlijk te n o e m e n . De v e r w a c h t i n g , gelet op de h u i d i g e contractpositie, luidt, dat DOE in 1985 ongeveer 4400 ton zal gaan leveren (de totale Westeuropese markt is dan 11 700 ton groot). Van deze 4400 t o n zal 42 % afgezet w o r d e n in de «EURODIFl a n d e n » , 3 4 % i n d e «Troikalanden» en de overige 2 4 % in de r e s t v a n Europa. In het licht van deze d o m i n e r e n d e Amerikaanse positie w o r d t door verschillende Europese bedrijven diversificatie van de leveranciers van verrijkingsarbeid nagestreefd. Ook in de Troikalanden valt deze tendens te bespeuren. In t o e n e m e n d e mate w o r d t het belang van een eigen Troikaverrijkingsindustrie ingezien. Dit heeft ertoe geleid, dat afnemers in deTroikalanden o v e r w e g e n - z o l a n g dit nog kan - o m een gedeelte van hun afnamen van DOE te annuleren en bij Urenco Ltd. onder te b r e n g e n . Over dit punt zijn er reeds met enkele Duitse elektriciteitsbedrijven besprekingen g e v o e r d , welke in een v e r g e v o r d e r d stad i u m verkeren. Een punt hierbij is natuurlijk w e l het prijsverschil tussen Urenco en DOE. De v e r w a c h t i n g luidt echter, dat als g e v o l g van verdere rend e m e n t s v e r b e t e r i n g e n van de huidige, door Urenco in gebruik zijnde cent r i f u g e t y p e n , de Urencoprijs in de t o e k o m s t zeker c o n c u r r e r e n d zal w o r d e n met de Amerikaanse prijs. UCN w o r d t in deze v e r w a c h t i n g gesteund door het feit, dat de Amerikaanse prijs in het naaste verleden een aanzienlijk grotere stijging te zien heeft gegeven dan zijn eigen prijs; een s t i j g i n g , welke v o o r a l is veroorzaakt door de sterk gestegen energiekosten in A m e r i k a . HetUCN-rekenmodel Contractpositie Het rekenmodel van UCN heeft als u i t g a n g s p u n t het a f n a m e p a t r o o n onder de bestaande en te verwachten Urencocontracten. De stand van zaken in deze contractspositie w o r d t - met regelmatige tussenpozen (4 a 6 keer per jaar) - door Urenco Ltd. aan de partners via een zogenaamde «best estimate» medegedeeld. In deze «best estimate» w o r d t onderscheid g e m a a k t t u s s e n : a. f i r m c o m m i t m e n t s , b. probable c o m m i t m e n t s en c. possible c o m m i t m e n t s .
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 1 4 2 6 1 , nr. 48
5
Ada. Firm
commitments4
Deze o m v a t t e n de vaste, alsmede de «requirement» a f n a m e n , v o o r zover hiervoor een definitief leverantieschema is o v e r e e n g e k o m e n . Ad b. Probable
commitments
Dit bestand is o p g e b o u w d uit «requirement» a f n a m e n , w a a r v a n de startd a t u m nog niet vaststaat. Ook de «fixed» contracten, w a a r v a n de o n d e r h a n delingen in een v e r g e v o r d e r d stadium verkeren, w o r d e n in dit bestand opgenomen. Adc. Possible
commitments
Onder dit bestand vallen die potentiële a f n a m e n , ten aanzien w a a r v a n redelijke zekerheid bestaat, dat het in de t o e k o m s t tot een contractafsluiting zal komen. Ook mogelijke v e r l e n g i n g e n van de onder ad a en b g e n o e m d e c o n tracten zijn in dit bestand o p g e n o m e n . In de evaluatie van UCN w o r d e n slechts de c o m m i t m e n t s , welke onder a en b w o r d e n g e n o e m d , o p g e n o m e n . Ingebouwde variabelen binnen de contracten In de contracten zijn bepaalde flexibiliteiten i n g e b o u w d . Dit h o u d t i n , dat de afnemers m o g e n afwijken van de in de getekende contracten o p g e g e v e n w a a r d e voor produkt- en tailsconcentraties, 5 binnen de in de contracten opgen o m e n grenzen. Dezegrenzen kunnen per contract verschillend zijn. De vera n d e r i n g e n i n detailsconcentratie w o r d e n hoofdzakelijk veroorzaakt d o o r de w e r e l d m a r k t p r i j s van u r a n i u m ; de veranderingen in de p r o d u k t c o n c e n tratie door het type reactor. Behalve veranderingen in concentraties zijn er bij bepaalde contracten, binnen bepaalde grenzen, ook v e r a n d e r i n g e n in de hoeveelheid scheidingsarbeid mogelijk.
4
Te onderscheiden zijn z.g. fixed commitmentscontracten waarbij, anders dan bij de z.g. requirementscontracten, de leveringsdata en hoeveelheden reeds bij het sluiten van het contract zijn vastgelegd. 5 Na verrijking blijft van het natuurlijk uranium (met een concentratie van 0,7 % aan U235) een deel over, de zgn. verarmde fractie, met een concentratie van 0,2 a 3 % U235, de zgn. tailsconcentratie.
UCN gaat in haar analyse uit van jaarlijkse leveringen. Hierdoor k o m t het mogelijke effect van veranderende leveringsdata binnen een j a a r - een vrijheid, die v r i j w e l in elk contract is o p g e n o m e n - niet naar v o r e n . De scheidingsprijs van Urenco Ltd. w o r d t uitgedrukt in de valuta's van de in de Troika participerende partners, ledere valuta w o r d t geëscaleerd v o l gens haar eigen inflatiecijfers, welke zijn gerelateerd aan de vier kostencomp o n e n t e n , w a a r u i t de kostprijs per eenheid scheidingsarbeid is o p g e b o u w d . De i n k o m s t e n van UCN bestaan v o o r een gedeelte uit valuta's van de andere t w e e partners. De hieraan v e r b o n d e n v a l u t a r i s i c o ' s w o r d e n , z o g o e d m o g e lijk, geschat. Resumerend kan m e n stellen, dat binnen de door Urenco Ltd. o p g e g e v e n «best estimate» de v o l g e n d e variabelen zijn b e g r e p e n : a. flexibiliteit in produkt- en tailsconcentraties, b. veranderende hoeveelheden scheidingsarbeid, c. veranderende leveringsdata, d. 12 indexcijfers en e. 2 v a l u t a v e r h o u d i n g e n . De variaties in de b o v e n g e n o e m d e variabelen w o r d e n door Urenco Ltd. geschat. De analyse v a n het a f n a m e p a t r o o n resulteert ten slotte in de prognoses v o o r «leveringen» (in eenheden scheidingsarbeid), «inkomsten uit leveringen» (in Hfl.) en «aanbetalingen».
Tweede Kamer, zitting 1 9 7 8 - 1 9 7 9 , 1 4 2 6 1 , nr. 48
6
Capaciteitsopbouw en investeringsuitgaven Op basis van de p r o g n o s e v o o r «leveringen» (in eenheden scheidingsarbeid) w o r d t een c a p a c i t e i t s o p b o u w p r o g r a m m a v o o r de te leveren verrijkingsarbeid o p g e s t e l d . Van belang hierbij is, dat behalve de leveringen in eenheden scheidingsarbeid ook de produkt- en tailsconcentraties zo goed mogelijk w o r d e n geanalyseerd en geschat. Dit is van belang v o o r de bepaling van de instelling van de afzonderlijke cascades in de verrijkingsfabriek. Een dergelijke analyse h o u d t in, dat men per contract bepaalt welke de uiterste grenzen zijn, w a a r t u s s e n produkt- en tailsconcentraties kunnen variëren. De verschillende h o e v e e l h e d e n verrijkingsarbeid w o r d e n vervolgens ingedeeld in b a n d b r e e d t e n met gegeven concentraties, welke w o r d e n bepaald d o o r de cascadeinstellingen. Naar gelang de u i t k o m s t e n van een dergelijke analyse kan m e n besluiten tot de b o u w van cascades met een vaste instelling, w a a r m e d e m e n mengingsverliezen accepteert; dan w e l tot de b o u w van flexibele cascades, w a a r d o o r de investeringskosten op een iets hoger niveau k o m e n te l i g g e n . De u i t k o m s t e n van de v o o r g a a n d e analyse zijn, behalve v o o r de b o u w van de cascades in de verrijkingsfabriek, tevens van belang v o o r de centrifugefabriek van UCN I m m e r s gegeven hoeveelheden verrijkingsarbeid vragen corresponderende hoeveelheden centrifuges. De uitkomsten v a n bovenstaande capaciteitsplanningen resulteren in een i n v e s t e r i n g s k o s t e n p l a n n i n g . In het rekenmodel van UCN w o r d e n de investeringskosten in de centrifugefabriek gevoegd bij de investeringskosten van de verrijkingsfabriek, hetgeen tot gevolg heeft, dat in het m o d e l slechts de posten investeringen in «demonstratie fase» en « c o m m e r c i ë l e fase» staan v e r a n t w o o r d en niet die van de centrifugefabriek. Investeringen in de c o m m e r c i ë l e fase w o r d e n v ó ó r belasting gecorrigeerd met f 6 m i n . aan IPR-premie en na belasting met ± 7,8 % van de totale kosten aan WIR-premie. Operationele kosten De operationele kosten van de centrifugefabriek m a k e n , v o o r zover ze betrekking hebben o p de produktiekosten van de centrifuges, via de kostprijs van de centrifuge, deel uit van de investeringskosten van de verrijkingsfabriek. De operationele kosten van de verrijkingsfabriek w o r d e n berekend per eenheid s c h e i d i n g s a r b e i d . De operationele kosten kan m e n o p g e b o u w d denken uit 8 verschillende c o m p o n e n t e n , te w e t e n : - personeelskosten, - energiekosten, - operationele materiaalkosten (zoals olie, gas, w a t e r ) , - onderhoudsinvesteringen, - voorraadkosten (van containers en materialen, e.d.), - verzekeringen en belastingen, - externe diensten ( o n d e r h o u d g e b o u w e n en terreinen), en - diversen. Per verrijkingsfabriek zijn van al deze kosten schattingen gemaakt. Voor de demonstratiefabriek w o r d e n deze schattingen jaarlijks met de gerealiseerde resultaten getoetst. Voor de c o m m e r c i ë l e fase v i n d t er een jaarlijkse inflatiecorrectie plaats. Voor de centrifugefabriek ten slotte zijn beide m e t h o d e n van t o e p a s s i n g ; de eerste m e t h o d e voor de h u i d i g e produktie van centrifuges voor de d e m o n s t r a t i e f a b r i e k ; de tweede m e t h o d e v o o r de toekomstige produktie van centrifuges v o o r de commerciële fabriek.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979, 14261, nr. 48
7
Kosten Research & Development De kosten, welke verbonden zijn aan de verdere ontwikkeling van centrifuges en produktiemethoden van centrifuges, staan in het rekenmodel verantwoord onder de uitgaven voor «Research & Development». De gelden hiervoor benodigd, zijn tot heden door de Staat ter beschikking gesteld. De titel, welke aan deze gelden moest worden toegekend, staat nog niet definitief vast. In het model wordt ervan uitgegaan, dat het hier om subsidiegelden gaat. Voorts wordt er in het model van uitgegaan, dat de door de Staat verstrekte middelen zich beperken tot en met de ontwikkeling van de opvolger van de thans in produktie zijnde centrifuge voor de demonstratiefabriek: de zogenaamde 4M-centrifuge. De kosten, gepaard gaande met de ontwikkeling van de opvolger van deze 4M-centrifuge, worden geacht uit het bedrijfsresultaat van UCN gefinancierd te kunnen worden. Gezien de grote vorderingen, welke reeds met de ontwikkeling van deze opvolger zijn gemaakt, mag verwacht worden, dat deze centrifuge reeds in de laatste tranche van de commerciële fabriek kan worden toegepast. Geschat wordt, dat de kostenvoordelen van deze nieuwe centrifuge, door haar verhoogde produktievermogen, zodanig zijn, dat de kosten voor de ontwikkeling van deze centrifuge volledig terugverdiend zullen zijn als de commerciële verrijkingsfabriek is afgebouwd. Afschrijvingen op vaste activa De Centrale Organisatie is in twee huurpanden in 's-Gravenhage gehuisvest. De inventaris van deze huurpanden heeft een afschrijvingstermijn van 5 jaar. Voor bepaalde centrifuges specifiek te noemen investeringen in machines in de centrifugefabriek worden eveneens in 5 jaar afgeschreven; de algemene investeringen in de machines in de centrifugefabriek kennen een afschrijvingstermijn van 10 jaar. Het gebouwvan de centrifugefabriek wordt in 25 jaar afgeschreven; de inventaris in 5 jaar. De afschrijvingstermijn van de verrijkingsfabrieken wordt bepaald door de levensduur van de in de fabrieken gemonteerde centrifuges te vermeerderen met de bouwperiode van de fabriek. Deze periode bedraagt voor de demonstratiefabriek 31/2 tot 4 jaar; voor de commerciële fabriek wordt een periode van 51/2 tot 6 jaar geschat. Voor de levensduur van de centrifuges worden twee uiterste waarden aangehouden: - de door de technici geschatte levensduur welke minimaal mogelijk zou moeten zijn; - de termijn, welke volgens ontwerp mogelijk wordt geacht. Financiering UCN wordt voornamelijk gefinancierd door aanbetalingen van de afnemers, de door de Staat ter beschikking gestelde middelen, krediet onder staatsgarantie en bankair krediet. Rente op leningen In het rekenmodel wordt verondersteld, dat over de door de Staat ter beschikking gestelde middelen, te weten investeringsbijdrage in de demonstratiefabriek en de verstrekte/te verstrekken R & D-gelden, geen rentebetalingen verschuldigd zijn. Voorraden Voorraden verrijkingsarbeid worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kost- en verkoopprijs. De in het model opgenomen werkvoorraad is gesteld op een kwart van de jaarproduktie.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,14261, nr. 48
8
Debiteuren In het model wordt ervan uitgegaan, dat de afnemers één maand na ontvangst van de factuur aan hun betalingsverplichtingen zullen voldoen. Voorraad liquide middelen De te financieren voorraad liquide middelen worden in het model gedurende de gehele planningsperiode op een constant niveau gehouden. Financieringsoverschot Eventuele financieringsoverschotten worden als zodanig in de balans opgenomen. De veronderstelling luidt, dat de overschotten niet rentedragend zijn. Verwerking van het bedrijfsresultaat in de balans De geaccumuleerde winsten, dan wel verliezen worden als zodanig in de balans opgenomen. Aflossings- en renteverplichtingen Binnen het kader van de rentabiliteitsanalyse wordt verondersteld, dat de leningen - indien de gelden daarvoor beschikbaar zijn in de vorm van financieringsoverschotten - op een zo kort mogelijke termijn zullen worden afgelost. Het rentepercentage over de aan te trekken leenbedragen wordt, per evaluatie, als één percentage vastgesteld. Dit laatste ondanks het feit, dat hier sprake is van verschillende soorten leningen. Bij de vaststelling van dit percentage wordt steeds voor een, uit het financieringsoogpunt, voorzichtige benadering gekozen. Presentatie Indien aldus de voor de rentabiliteitsanalyse relevante grootheden zijn berekend, worden zij, volgens de volgende door het Accountantsbureau Klynveld Kraayenhof & Co op 1 december 1976 goedgekeurde opstelling, aan de aandeelhouders gepresenteerd:
De voor het model gehanteerde opstelling van de staat van herkomst en besteding der middelen Bouwschema: Inkomsten
Uitgaven
Aanbetalingen Leveringen (minus aanbetalingen)
Research & Development Investeringen in: demonstratie fase commerciële fase 7. IPR
WIR Mutaties debiteuren
Operationele kosten Rente op leningen Belastingen
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,14261, nr. 48
9
De voor het model gehanteerde opstelling van de Winst- en Verliesrekening Winst- en Verliesrekening Leveringen Voorraadmutaties
Research en Development Afschrijvingen: demonstratie fase commerciële fase
Operationele kosten Rente op leningen
+
Totaal voor belastingen Belastingen
WIR
Totaal na belastingen en WIR
De voor het model gehanteerde opstelling van de balans Balans Kapitaalgoederen Afschrijvingen Kapitaal netto Voorraden Debiteuren Kasgelden Financieringsoverschot Geaccumuleerde verliezen Totaal
Aanbetalingen Door de Staat ter beschikking gestelde middelen Leningen è . . . % Geleend product Geaccumuleerde winst
Totaal
De bovenstaande opstelling wordt veelal in viervoud uitgevoerd; iedere keer onder één gewijzigde aanname (zoals bij voorbeeld: minimum levensduur en levensduur volgens ontwerp van de centrifuge, Duitse participatie in de commerciële fase tot 1000 ton, dan wel toten met de eerste tranche van 400 ton, inclusief de demonstratiefabriek van 200 ton wordt dit dus 600 ton). Aan de hand van de gemakkelijk uit de opstelling te berekenen cash flows (gedefinieerd als winst vóór belasting en interest, inclusief investeringspremies + afschrijvingen) worden dan verschillende rentabiliteitsberekeningen gemaakt. Als andere belangrijke gegevens, welke uit de opstelling zijn af te leiden, kunnen worden genoemd: - de maximale behoefte aan leenvermogen; - de termijn, waarin het leenvermogen kan worden terugbetaald; - als afgeleide van bovengenoemde informaties de voor de beoordeling
Tweede Kamerzitting 1978-1979,14261, nr. 48
10
relevante liquiditeits- en solvabiliteitsratio's; - overige v o o r de rentabiliteitsanalyse van belang zijnde gegevens zoals bij voorbeeld t e r u g v e r d i e n t i j d , w i n s t m a r g e s , o m l o o p s n e l h e d e n , financiële h e f b o o m w e r k i n g en dergelijke. Resultaten laatste evaluatiestudie Volgens het hiervoor beschreven rekenmodel is in december 1978 de meest recente rentabiliteitsanalyse verricht. In het kort zijn de b e v i n d i n g e n van deze analyse de v o l g e n d e : Contractpositie Ondanks een i n k r i m p e n d e markt v o o r verrijkingsarbeid d o o r het geheel niet, dan w e l met grote vertragingen doorgaan van de b o u w van kerncentrales, heeft Urenco haar oorspronkelijke contractpositie iets kunnen verbeteren. De totale hoeveelheid «firm» en «probable» c o m m i t m e n t s van Urenco Ltd. bedroeg in oktober 1978 r u i m 20 000 t o n . Van deze totale hoeveelheid scheidingsarbeid is r u i m 13 000 ton aan Nederland en Duitsland toebedeeld. Dit houdt in, dat de totale voor Nederland en Duitsland geplande capaciteit van 1200 t o n , bestaande uit 200 t o n per jaar en 1000 t o n per jaar v o o r respectievelijk de demonstratiefabriek en de c o m merciële fase, reeds geheel is v o l g e p l a n d . Gelet op de snelle stijging in afname, welke in het jaar 1984 v o o r Urenco Ltd. reeds de 2000 ton overschrijdt, zal een snelle b o u w van de c o m m e r c i ë l e fase noodzakelijk zijn o m aan de verplichtingen te kunnen v o l d o e n . Het aandeel van de 'probable c o m m i t m e n t s ' in de b o v e n g e n o e m d e totale hoeveelheid scheidingsarbeid neemt snel af. Deze belangrijke verschuiving is onder meer te danken aan het karakter van de requirementcontracten, welke né ontvangst van het definitieve ieverantieschema meer het karakter krijgen van een fixed c o m m i t m e n t . Capaciteitsopbouw
en
investeringsuitgaven
Bij de berekeningen is er verder van uitgegaan, dat de geïnstalleerde capaciteit 7 a 8 % hoger ligt dan de effectieve capaciteit. Het verschil tussen deze beide capaciteiten w o r d t veroorzaakt door (initiële) uitval- en efficiencyverliezen. Operationele
kosten
Bij de berekeningen van de totale operationele kosten is verondersteld, dat de personeelskosten van een verrijkingsfabriek reeds m a x i m a a l zijn bij een geïnstalleerde capaciteit van de fabriek van 70 % van haar totale capaciteit. Kosten Research &
Development
De research- en developmentkosten voor de nieuwe centrifuge zijn ten volle in de evaluatie o p g e n o m e n . UCN verwacht deze machine in 1984 in produktie te kunnen gaan n e m e n . De kostenvoordelen van de nieuwe centrif u g e z i j n , uit v o o r z i c h t i g h e i d s o v e r w e g i n g e n , niet o p g e n o m e n . Financiering Al in 1985, als de c o m m e r c i ë l e fase v o l t o o i d zou moeten zijn, nemen de cash f l o w s snel toe door de inkomsten uit leveringen. Het v e r m o g e n , dat hierdoor beschikbaar komt, maakt het mogelijk, dat het totale leenbedrag reeds in 1988 geheel is afgelost.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,14 261, nr. 48
11
De behoefte aan leenvermogen wordt veroorzaakt door de investeringen in de commerciële fase en de investeringen in werkkapitaal. In de vermogensbehoefte, welke samenhangt met de investeringen in de demonstratiefase, is voorzien door gelden van de overheid. Rente op leningen Bij de evaluatie is een overall rente van 9% over de lening ingezet. Dit resulteerdein een totale rentelast van ± f 180 min voor het gehele project. Voorraad liquide middelen In het model is een constante transactiekas van f 3 min aangenomen. Rentabiliteit Het bedrijfsresultaat (dit is winst na afschrijvingen, maar vóór interest en belastingen) is tot 1983 negatief; daarna wordt het bedrijfsresultaat positief. Het totaal in het project geïnvesteerde vermogen (inclusief subsidies) wordt, uitgaande van de minimale levensduur van de centrifuge, geacht in 1990 geheel te zijn terugverdiend. De rentabiliteit ligt op een zodanig niveau dat deze als aanvaardbaar mag worden aangemerkt. Verder is onderzocht in hoeverre de rentabiliteitscijfers van het basismodel gevoelig zijn voor gewijzigde aannamen. Gelet op het huidige contractenbestand van Urenco Ltd. zou een derde verrijkingsfabriek in Duitsland na de eerste 400 ton in de nieuwe verrijkingsfabriek te Almelo ten gevolge hebben, dat de fabriek niet geheel door UCN volgebouwd zal worden, hetgeen een beperkt negatief effect zal hebben op het rendement van UCN. Immers gegeven deze contractpositie en daarmede tevens het aandeel van UCN in het totale pakket, is een fabriek met een capaciteit van 1 000 ton niet volledig gevuld. Zou het orderpakket van Urenco Ltd. en dus tevens dat van UCN groter worden, waardoor de 1000-tons fabriek qua omvang een voor UCN geschikte capaciteit zou zijn, dan wordt het negatieve effect van een derde fabriek in Duitsland - gegeven het huidige prijsniveau - vrijwel geneutraliseerd. Conclusie In het basisgeval wordt er een redelijke interne rentabiliteit bereikt. Op zich kan men stellen, dat deze niet hoog genoeg is voor een gezonde, expanderende, commerciële onderneming. Hierbij passen echter de volgende kanttekeningen: - Het basisgeval gaat uit van een aantal voorzichtige aannamen, zoals bij voorbeeld: • een minimale levensduur voor de huidige centrifuge, • gelijkblijvend contractenbestand qua prijs en qua omvang en • een gelijkblijvend type centrifuge. - De kostenvoordelen van de nieuwe machine zijn niet in de evaluatie opgenomen, alhoewel deze machine — naar verwachting - in de laatste fase van de commerciële fabriek zal worden geïnstalleerd. - Het resultaat van de demonstratiefabriek drukt het totale resultaat van UCN in de analyse naar beneden. Verder kan opgemerkt worden, dat een derde verrijkingsfabriek in Duitsland een voor de korte termijn beperkte doch voor de langere termijn nauwelijks merkbare negatieve invloed heeft op het resultaat van UCN.
Tweede Kamer, zitting 1978-1979,14261, nr. 48
12