Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Zitting 1980-1981
16 702
Machtiging oprichting NV Aandelenbezit Streekvervoer
Nr. 4
BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE V A N TOELICHTING O n t w e r p s t a t u t e n N V Aandelenbezit Streekvervoer Naam,
Zetel
Artikel 1 1. De v e n n o o t s c h a p draagt de n a a m NV Aandelenbezit Streekvervoer; zij is gevestigd te Utrecht. 2. Op de v e n n o o t s c h a p zijn v a n toepassing de artikelen 158 tot en m e t 161,163 en 164, Boek 2 BW. Doelstelling Artikel 2 1. De v e n n o o t s c h a p heeft ten d o e l : a. het d e e l n e m e n in o n d e r n e m i n g e n , werkzaam in het openbaar vervoer in streek en s t a d ; b. het verrichten van alle met het onder a gestelde rechtstreeks of m i d d e l lijk v e r b a n d h o u d e n d e dan w e l hiervoor bevorderlijke handelingen, v o o r zover deze v e r b a n d h o u d e n met het uitoefenen van aandeelhoudersfuncties. 2. De v e n n o o t s c h a p zal bij het verwezenlijken van haar in lid 1 o m s c h r e ven d o e l , het zelfstandig optreden van de tot het concern behorende ondern e m i n g e n , o v e r e e n k o m s t i g hun doelstellingen zoveel mogelijk w a a r b o r g e n en v o o r t s haar beleid zowel richten o p een d o e l m a t i g e bedrijfsvoering als op de b e v o r d e r i n g van de mogelijkheid tot z e l f o n t p l o o i i n g , het welzijn en de welvaart van het bij deze o n d e r n e m i n g e n werkzame personeel. 3. Zij zal daarbij de belangen, die verband houden met het functioneren van de t o t het concern behorende o n d e r n e m i n g e n in de s a m e n l e v i n g , op evenwichtige wijze in aanmerking n e m e n . Kapitaal Artikel 3 Het maatschappelijk kapitaal bedraagt v i j f e n t w i n t i g m i l j o e n g u l d e n , verdeeld in v i j f e n t w i n t i g d u i z e n d aandelen, elk g r o o t één duizend gulden. De aandelen luiden op naam.
Tweede Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 16702, nrs. 1-4
5
Aandeelhouders Artikel 4 In het kapitaal van de v e n n o o t s c h a p kan uitsluitend w o r d e n d e e l g e n o m e n d o o r in Nederland gevestigde publiekrechtelijke lichamen op u i t n o d i g i n g van de v e n n o o t s c h a p , krachtens een besluit van de a l g e m e n e vergadering van aandeelhouders en o p d o o r die v e r g a d e r i n g vast te stellen voorwaarden. Bestuur Artikel 5 1. Het bestuur berust bij een directie, bestaande uit een of meer leden; zijn er meer leden, dan wijst de raad van c o m m i s s a r i s s e n een hunner aan als voorzitter. 2. De voorzitter van de directie coördineert de werkzaamheden van de directieleden en beslist bij staking van s t e m m e n in de directie, indien deze uit meer dan t w e e leden bestaat. Artikel 6 1. De directieleden w o r d e n b e n o e m d , geschorst en ontslagen door de v e r g a d e r i n g van a a n d e e l h o u d e r s ; de raad van c o m m i s s a r i s s e n kan voor de b e n o e m i n g een v o o r d r a c h t d o e n . Een directielid treedt af op de laatste dag van het jaar, w a a r i n hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, tenzij de v e r g a d e r i n g van aandeelhouders in een bijzonder geval en v o o r beperkte d u u r anders bepaalt. 2. De directieleden m o e t e n Nederlander zijn en in Nederland w o n e n , t e n zij de vergadering van aandeelhouders in een bijzonder geval anders bepaalt. 3. De vergadering v a n aandeelhouders stelt een regeling v o o r de bezoldig i n g en de overige a r b e i d s v o o r w a a r d e n van de directieleden vast en kan ten behoeve van hen en h u n w e d u w e n en wezen een pensioenregeling treffen. 4. Bij ontstentenis of belet van alle directieleden berust het bestuur bij de raad van c o m m i s s a r i s s e n , die het bestuur tijdelijk kan opdragen aan een of meer personen. Raad van
commissarissen
Artikel 7 1. Er is een raad van c o m m i s s a r i s s e n , bestaande uit vijf leden. 2. De raad van c o m m i s s a r i s s e n b e n o e m t uit zijn m i d d e n een voorzitter en een vice-voorzitter en al dan niet uit zijn m i d d e n een secretaris. 3. De raad van c o m m i s s a r i s s e n vergadert zo dikwijls de voorzitter, de m e e r d e r h e i d der leden of de directie zulks verlangt. Voor zover de raad niet anders beslist, is de directie in de vergaderingen aanwezig. 4. Tot het n e m e n van een besluit is de aanwezigheid van de meerderheid der leden van de raad vereist. Een besluit kan ook buiten vergadering w o r den g e n o m e n , mits het schriftelijk (telegraaf en telex daaronder begrepen) de s t e m m e n van de m e e r d e r h e i d der leden heeft verkregen en geen der leden zich tegen deze wijze van b e s l u i t v o r m i n g heeft verzet. 5. De raad van c o m m i s s a r i s s e n heeft recht van t o e g a n g tot alle inrichtingen der v e n n o o t s c h a p en recht van inzage van al haar boeken en bescheiden. De directie verstrekt aan de raad alle gevraagde inlichtingen. Artikel 8 1. De leden van de raad van commissarissen w o r d e n - met i n a c h t n e m i n g v a n de artikelen 158 t o t en met 161, Boek 2 B W - b e n o e m d , geschorst en
Tweede Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 1 6 7 0 2 , nrs. 1-4
6
ontslagen door de Minister, onder wie het openbaar vervoer ressorteert; de raad van commissarissen kan voor de benoeming een niet-bindende voordracht doen. 2. Degene, die de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, kan niet tot commissaris worden benoemd. Een commissaris treedt af op de dag, waarop de jaarlijkse vergadering van aandeelhouders wordt gehouden in het boekjaar, waarin hij de leeftijd van 70 jaar bereikt. 3. De Minister bepaalt de vergoeding voor de leden van de raad van commissarissen. Goedkeuring Artikel 9 Aan de goedkeuring van de raad van commissarissen zijn onderworpen de besluiten van de directie, genoemd in artikel 164, Boek 2 BW, alsmede die tot: a. het vaststellen van de begroting; b. het verkrijgen of vervreemden van aandelen in andere vennootschappen; c. het doen van investeringen, die een bedrag van f 500 000 te boven gaan; d. het aangaan van leningen met een looptijd van meer dan een jaar. Jaarrekening Artikel 10 1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. 2. De directie maakt jaarlijks de jaarrekening op en legt deze vóór 1 juni aan de raad van commissarissen voor. 3. Een door de vergadering van aandeelhouders benoemde register-accountant brengt zijn verslag betreffende de jaarrekening uit aan de directie en aan de raad van commissarissen. 4. Door goedkeuring zonder voorbehoud van de jaarrekening verleent de vergadering van aandeelhouders voor het desbetreffende boekjaar décharge aan de directie en aan de raad van commissarissen. 5. De vergadering van aandeelhouders bepaalt de bestemming van een eventueel voordelig saldo van de winst- en verliesrekening. Vergadering van aandeelhouders Artikel 11 1. De vergaderingen van aandeelhouders worden te Utrecht of's-Gravenhage gehouden. De jaarlijkse vergadering wordt gehouden vóór 1 juli; overigens worden vergaderingen gehouden zo dikwijls de raad van commissarissen of de directie zulks verlangt. 2. Een besluit kan met inachtneming van het bepaalde in artikel 128, Boek 2 BW ook buiten de vergadering worden genomen, mits het schriftelijk (telegraaf en telex daaronder begrepen) de stemmen van alle aandeelhouders heeft verkregen. NOTA INZAKE ORGANISATIESTRUCTUUR STREEKVERVOER 1. Inleiding In 1975 heeft de NV Nederlandse Spoorwegen in een memorandum aan de Minister van Verkeer en Waterstaat voorgesteld de aandelen die de Nederlandse Spoorwegen bezit van een aantal streekvervoerbedrijven over te nemen. Het betreft de aandelen in 11 streekvervoerondernemingen die ongeveer 85% van de totale produktie van de bedrijfstak verzorgen. Kern van
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16702, nrs. 1-4
7
het m e m o r a n d u m is het v o r m e n van een h o l d i n g s t r u c t u u r v o o r het streekvervoer, uiteindelijk los van het NS-concern, ter verduidelijking v a n de positie van de bedrijfstak in het geheel van het openbaar vervoer in den lande en ter v e r g r o t i n g van de daadkracht van de in de ESO-organisatie samenwerkende s t r e e k v e r v o e r o n d e r n e m i n g e n . Een en ander v o r m d e de aanleiding o m in overleg met de NV Nederlandse S p o o r w e g e n en het M a n a g e m e n t t e a m Exploitatieve S a m e n w e r k i n g Openbaar Vervoerbedrijven naast het beheer v a n de aandelen in streekvervoerbedrijven die in het bezit zijn van de NV Nederlandse S p o o r w e g e n , tevens de structuur van de gehele bedrijfstak te bezien. I m m e r s op dat terrein hebben i n m i d d e l s belangrijke o n t w i k k e l i n gen plaatsgevonden. Voor een goed begrip van de situatie in het streekvervoer v o l g t hierna een korte uiteenzetting van de belangrijkste o n t w i k k e l i n gen in de laatste 20 jaar. 2. Ontwikkelingen van het streekvervoer De bedrijfstak streekvervoer verzorgt het interlokale openbaar personenvervoer over de w e g alsmede het lokale vervoer in een 40-tal plaatsen in Nederland en telt thans ± 13000 w e r k n e m e r s . In de afgelopen t w e e decennia hebben zich een aantal o n t w i k k e l i n g e n v o o r g e d a a n die bepalend zijn v o o r de huidige structuur van de bedrijfstak. Zo is het aantal bedrijven dat zich bezighoudt met het verrichten van het streekvervoer dalende, een proces w a a r m e e de C o m m i s s i e V e r g u n n i n g e n Personenvervoer 1 reeds in de jaren dertig een aanvang had gemaakt en dat in de loop der jaren heeft geleid t o t het overblijven van een 28 streekverv o e r b e d r i j v e n ; 14 daarvan n e m e n samen 95,5% van de produktie v o o r hun rekening. Het beleid is erop gericht het aantal streekvervoerbedrijven te beperken. De NS is bij de o v e r n a m e van bedrijven zeer actief geweest, aanvankelijk ter b e s c h e r m i n g van het eigen ( s p o o r ) v e r v o e r b e l a n g ; de recente v e r w e r v i n g e n zijn echter bij de NS gebaseerd op maatschappelijke o v e r w e g i n g e n , te w e ten de verzekering van de continuïteit en de d o e l m a t i g h e i d van het betrokken openbaar vervoer. Een andere belangrijke o n t w i k k e l i n g betreft de veranderde positie van het Rijk ten opzichte van het streekvervoer. Een geleidelijk teruglopende rendementspositie van de bedrijven, omstreeks het jaar 1970 voor de hele bedrijfstak o m s l a a n d e in een bedrijfseconomische verliessituatie, heeft geleid tot een sterke bemoeienis van de centrale overheid en van lokale overheden in v e r b a n d met het zeker stellen van het voorzieningenniveau. Zoals bekend, w o r d e n de tekorten van het streekvervoer v o l l e d i g afgedekt d o o r het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
1
Thans de Commissie Vervoervergurv 9en
nin
Gelijktijdig hiermede o n t s t o n d er steeds meer behoefte aan een eenduidige zelfstandige organisatie v o o r de gehele bedrijfstak. Op initiatief van het NS-concern en de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Transport Ondern e m i n g e n (KNVTO) is daartoe m e d i o 1974 het M a n a g e m e n t t e a m Exploitatieve S a m e n w e r k i n g Openbaar Vervoerbedrijven (MT ESO) ingesteld dat v r i j w e l het gehele streekvervoer o m v a t . Ter o n d e r s t e u n i n g van het MT ESO is een gezamenlijk service-instituut, de NV ESO opgericht. Het m a n a g e m e n t t e a m heeft tot doel de gemeenschappelijke menings- en b e s l u i t v o r m i n g v o o r de inbreng van de bedrijven in het geïntegreerde verkeers- en vervoerbeleid van de rijksoverheid, alsmede de coördinatie van een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de gezamenlijke openbaar-vervoertaak. Voor het dagelijks functioneren beschikt ESO over een secretaris, begeleid door een c o m m i s s i e uit het m a n a g e m e n t t e a m , en over een klein eigen apparaat w a a r t o e d o o r NS als h o u d s t e r m a a t s c h a p p i j v o o r een zeer belangrijk deel van het streekvervoer, het staforgaan Vervoerscoördinatie ter beschikking is gesteld met een eigen p l a n n i n g o r g a a n . Door de v o r m i n g van een centraal o v e r l e g o r g a a n (CO-ESO) bestaande uit v e r t e g e n w o o r d i g e r s van de o n d e r n e m i n g s r a d e n van de d e e l n e m e n d e bedrijven is voorzien in een gemeenschappelijk kader voor overleg van m a n a g e m e n t en personeel.
Tweede Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 16702, nrs. 1-4
8
3. Organisatiestructuur streekvervoer Het Rijk onderschrijft de motieven van de NS en staat zeer positief tegenover het losmaken van het streekvervoer van de NS. In dit verband kan nog het volgende worden opgemerkt. De laatste jaren is, als gevolg van de sterk stijgende kosten, bij de streekvervoerondernemingen het besef, dat een uiterste inspanning noodzakelijk is om de gevraagde vervoersdiensten zo efficiënt mogelijk te verrichten, in sterke mate toegenomen. Belangrijke voorwaarde ter bereiking van dit doel vormt een planmatige aanpak die alleen kan worden verwerzenlijkt door een goede samenwerking met name op het bedrijfseconomische vlak, van alle streekvervoerondernemingen. Daarnaast zal een hechte samenwerkingsstructuur ook beter dan tot nu toe een gestructureerd overleg met het Rijk mogelijk maken. Dit betekent geenszins dat de zelfstandigheid van de individuele streekvervoerbedrijven verloren gaat. De streekvervoerbedrijven hebben een belangrijke binding met de streek waarin zij opereren. Deze binding komt onder meer tot uitdrukking door het opnemen in de raden van commissarissen van de streekvervoerbedrijven van gemeentelijke en provinciale bestuurders. Deze relatie tussen het streekvervoerbedrijf en de gemeente en provincie is bijzonder waardevol gebleken en zal daarom ook in een nieuwe samenwerkingsstructuurvan streekvervoerbedrijven behouden moeten blijven. Een ander belangrijk punt vormt de toekomstige wettelijke regeling van de planningstructuur voor het verkeer en vervoer en de totstandkoming van een Wet Personenvervoer, waarin de totale organisatie van het openbaar vervoer haar beslag zal moeten krijgen. Zoals aangegeven in het Structuurschema Verkeer en Vervoer zal decentralisatie op het terrein van het openbaar vervoer worden nagestreefd. Hierbij zal het hoofdzakelijk aankomen op hoe de verschillende bestuurlijke bevoegdheden met betrekking tot het openbaar vervoer over de verschillende bestuurslagen verdeeld worden. Zoals al eerder aangegeven zal de organisatiestructuur met name betrekking hebben op de bedrijfseconomische samenwerking tussen de streekvervoerbedrijven. Deze structuur kan derhalve een verandering in de bestuurlijke bevoegdhedenverdeling niet blokkeren. Het aandelenpakket van de NS in het streekvervoer bevat niet alle daarin werkzame ondernemingen. Het zal daarom noodzakelijk zijn om een onderscheid te maken tussen enerzijds de samenwerkingsstructuur van de gehele bedrijfstak en anderzijds het beheer van de aandelen van streekvervoerbedrijven die nu bij de NV Nederlandse Spoorwegen berusten. 4. Aanpassing huidige organisatiestructuur 4.1. Samenwerking van de
streekvervoerbedrijven
De basis voor de totstandkoming van een hechte zelfstandige bedrijfstak is zoals hiervoor al is vermeld, in 1974 gelegd met de instelling van het MT ESO. Deze organisatie, die vrijwel het gehele streekvervoer omvat, heeft sindsdien haar eigen plaats verworven in de openbaar-vervoersector. Alle betrokken partijen, de NS, de ESO en de Minister van Verkeer en Waterstaat zijn dan ook van mening dat de samenwerking zoals die tot nu toe is gegroeid moet worden voortgezet en daar waar nodig verbreed. De bestaande samenwerking kent, zo is in de afgelopen jaren gebleken, echter enkele belangrijke tekortkomingen. Het MT ESO berust in feite op een gentlemen's agreement tussen de bedrijven, heeft geen rechtspersoonlijkheid en er kunnen geen besluiten genomen worden die de deelnemende bedrijven ook daadwerkelijk binden. Juist het ontbreken van algemene besluiten die voor alle bedrijven gelden, vormt een belemmering voor een afstemming van het beleid zowel naar de reiziger als naar de rijksoverheid toe en voor een zo doelmatig mogelijke exploitatie van het streekvervoer.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16702, nrs. 1-4
9
4.1.1. Structuur van de bedrijfstak Zoals gezegd, willen de betrokken partijen de bestaande s a m e n w e r k i n g voortzetten, met b e h o u d van de zelfstandigheid en de huidige structuur van de bedrijven. Daarnaast is, zoals b e t o o g d , de mogelijkheid van het n e m e n van maatregelen die alle ESO-bedrijven b i n d e n , en het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid van groot belang. De meest aangewezen s a m e n w e r k i n g s v o r m o m dit te bereiken is de v e r e n i g i n g . De vereniging zal alle huidige ESO-bedrijven o m v a t t e n en zal in de plaats k o m e n van het huidige Managem e n t t e a m ESO en de NV ESO. Een vereniging zal ook duidelijker dan tot dusverre de s a m e n w e r k i n g van de regionale bedrijven naar buiten toe profileren. De s a m e n w e r k i n g zal betrekking hebben o p o n d e r w e r p e n die m e d e met het o o g op de d o e l m a t i g h e i d van gemeenschappelijk belang zijn v o o r alle streekvervoerbedrijven, zoals opstellen van een bedrijfstakplan, gemeenschappelijke marketing, materieelzaken, algemeen sociaal beleid, afsluiten c a . o . , studie en onderzoek. Richtlijnen door de v e r e n i g i n g op deze terreinen uit te vaardigen zullen bindende w e r k i n g voor alle aangesloten streekvervoerbedrijven hebben door middel van het fiat van de Minister van Verkeer en Waterstaat. De b e s l u i t v o r m i n g over de richtlijnen berust p r i m a i r bij de leden/bedrijven van de v e r e n i g i n g . De functies en v e r a n t w o o r d e l i j k h e d e n van de o r g a n e n van de bedrijven blijven hierdoor onverlet. Vanwege de v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d die de centrale overheid draagt v o o r een integraal verkeers- en vervoerbeleid en de grote financiële betrokkenheid bij het openbaar vervoer, zal voorts statutair bepaald w o r d e n dat bepaalde besluiten van de vereniging de goedkeuring van de Minister behoev e n . Ten einde de b e s l u i t v o r m i n g tussen bedrijfstak en overheid te o p t i m a l i seren en de slagvaardigheid te v e r g r o t e n zal een v e r t e g e n w o o r d i g e r van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat de leden- en bestuursvergaderingen kunnen b i j w o n e n . Deze v e r t e g e n w o o r d i g e r zal als w a a r n e m e r de vergaderingen b i j w o n e n en heeft uitsluitend een adviserende stem. De b e s l u i t v o r m i n g binnen de vereniging v i n d t plaats in de ledenvergadering die zal bestaan uit de directeuren van de aangesloten bedrijven. Het bestuur zal bestaan uit drie personen en w o r d e n b e n o e m d d o o r de ledenvergadering onder goedkeuring van de Minister van Verkeer en Waterstaat. Dit bestuur, ondersteund d o o r een eigen secretariaatsapparaat van de v e r e n i g i n g , is belast met de zorg voor de v o o r b e r e i d i n g en u i t v o e r i n g van de besluiten (met inbegrip van het overleg met de rijksoverheid respectievelijk het toezicht op het aandeel van de bedrijven in de uitvoering). De bestaande o n d e r b o u w van het MT ESO (stuurgroepen, w e r k g r o e p e n , c o m m i s s i e s e.d. b e m a n d d o o r onder meer medewerkers van de regionale bedrijven) blijft gehandhaafd. 4.1.2. Regionaal overleg De provincies en de gemeenten w a a r i n de streekvervoerbedrijven lokaal vervoer verrichten zijn uiteraard betrokken bij de wijze w a a r o p het streekvervoer w o r d t verricht. In de statuten van de vereniging is derhalve een bepaling o p g e n o m e n welke erin voorziet dat het bestuur van de v e r e n i g i n g geïnstitutionaliseerd overleg pleegt met de d o o r het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het Beleidsorgaan van Subsidiërende gemeenten (BOS) aangewezen v e r t e g e n w o o r d i g e r s . 4.2. De overdracht
van
aandelen
De verzelfstandiging van de streekvervoerbedrijven zal f o r m e e l een feit zijn w a n n e e r de aandelen van NS in een aantal streekvervoerbedrijven bij het Rijk w o r d e n ondergebracht. Bij o v e r n a m e van de aandelen van NS w o r d t het o n d e r b r e n g e n van de aandelen in een door het Rijk op te richten NV de meest d o e l m a t i g e oplossing geacht o m d a t de status van de betrokken streekvervoerbedrijven dan hetzelfde kan blijven. De NV zal d o o r toepassing van de bepalingen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek drie jaar na het eer-
Tweede Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 16702, nrs. 1-4
10
ste boekjaar een structuur NV worden. Het is echter mogelijk om de bepalingen van de structuur NV reeds van aanvang af geheel of gedeeltelijk vrijwillig van toepassing te verklaren. De Regering wil van deze mogelijkheid gebruik maken omdat hierdoor de gevolgen van de overdracht van de aandelen zo beperkt mogelijk blijven. Daarnaast zal op grond van artikel 156 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ontheffing aan de Minister van Justitie worden gevraagd om de Minister van Verkeer en Waterstaat goedkeuringsbevoegdheid te verlenen voor de benoeming van de directieleden. Er wordt naar gestreefd naast de aandelen van NS in het steekvervoer ook de aandelen in vier streekvervoerbedrijven die het Rijk nu heeft in de NV onder te brengen. Hiertoe is op grond van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen (artikel 41 Comptabiliteitswet) machtiging vereist van de Ministervan Financiën. De doelstelling van de NV zal zeer beperkt zijn en niet verder reiken dan tot datgene waartoe de NV als aandeelhouder van een aantal streekvervoerbedrijven wettelijk verplicht is. De NV zal belast worden met taken zoals: - benoeming van de directie en de commissarissen van de dochters; - de regeling van de financiering en de financiële controle op het beheer bij de dochters; - het opmaken van de geconsolideerde jaarstukken; - realisering van de concentratie in het streekvervoer. 4.2.1. Inrichting NV Het bestuur van de op te richten NV zal berusten bij een directie, die gezien het takenpakket van de NV, voorshands zal bestaan uit één directeur. Deze directeur is belast met de dagelijkse leiding van de NV. Daarnaast zal hij lid zijn van de raden van commissarissen bij de dochterondernemingen. Dit is de voortzetting van de huidige situatie bij het NS-concern. Het ligt in de bedoeling dat ook het Rijk in de raden van commissarissen van de dochterondernemingen vertegenwoordigd zal zijn, dit in verband met de sterke financiële betrokkenheid van het Rijk bij de streekvervoerbedrijven. In de positie van de streekvervoerbedrijven verandert hierdoor niets. In de raden van commissarissen blijven regionale vertegenwoordigers zitting hebben. Om een goed overzicht te hebben van de gang van zaken in de gehele bedrijfstak streekvervoer zal de directeur de leden- en de bestuursvergaderingen van de vereniging kunnen bijwonen als waarnemer en zal, evenals de waarnemer van het Rijk, uitsluitend een adviserende stem hebben. De directeur van de NV zal in zijn taak worden bijgestaan door een zeer beperkt apparaat. De raad van commissarissen van de NV zal bestaan uit vijf personen en zal zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken departementen, een commissaris te benoemen op aanbeveling van de provincies, een commissaris te benoemen op aanbeveling van de ondernemingsraden van de streekvervoerbedrijven c.q. de centrale ondernemingsraad en een commissaris afkomstig uit het bedrijfsleven. 5. Personele gevolgen Thans beschikt het MT ESO over een secretariaatsapparaat, de NV ESO. Wanneer het MT ESO wordt omgezet in een vereniging wordt het secretariaatsapparaat aan de vereniging toegevoegd en kan de NV ESO worden opgeheven, zonder dat dit personele of financiële consequenties heeft. Het secretariaat zal mettertijd geheel zijn bemand met personeel in dienst van de vereniging, wier arbeidsvoorwaarden onder de werking van de c.a.o.-streekvervoer vallen. De rechtspositie van het NS-personeel dat thans ten behoeve van het streekvervoer werkzaam is, zal worden gewaarborgd. Dit NS-personeel kan met behoud van rechtspositie en arbeidsvoorwaarden worden gedetacheerd bij het streekvervoer of, wanneer NS-medewerkers daartoe de wens te kennen geven, werkzaam blijven bij de NS.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16702, nrs. 1-4
11
6. Financiële gevolgen Bij aanpassing van de organisatiestructuur zal de NS de in haar bezit zijnde aandelen in s t r e e k v e r v o e r o n d e r n e m i n g e n , met een totale intrinsieke w a a r d e van ongeveer f 172 m i l j o e n , o v e r d r a g e n aan de d o o r het Rijk op te richten NV tegen een k o o p s o m van f 21 m i l j o e n , w a a r v o o r de NS een rentedragende en in t e r m i j n e n af te lossen v o r d e r i n g o p de e e r d e r g e n o e m d e NV krijgt. V o o r n o e m d bedrag van f 21 miljoen is gelijk aan de s o m van de k o o p s o m m e n die de NS al sinds het van kracht w o r d e n van de Rijksbijdrageregeling streekvervoer in 1970 en latere jaren heeft betaald v o o r de toen gekochte aandelen van s t r e e k v e r v o e r o n d e r n e m i n g e n . Het w o r d t redelijk geacht aan de NS de b o v e n g e n o e m d e k o o p s o m m e n t e r u g te betalen, o m d a t de aankopen van NS niet hebben plaatsgevonden in het NS-belang doch uitsluitend in het belang van een geïntegreerd en d o e l m a t i g streekvervoer. De voorgestelde aanpassing geeft de m o g e l i j k h e i d o m zonder extra belasting van de Rijksbegroting de v o o r de NS als gevolg van deze aankopen ontstane v e r h o g i n g van rentelasten voortaan te v e r g o e d e n uit de Rijksbijdrage v o o r het streekvervoer. 7. W e r k n e m e r s o v e r l e g Bij het MT ESO is een centraal o v e r l e g o r g a a n , g e v o r m d uit v e r t e g e n w o o r digers van de o n d e r n e m i n g s r a d e n en o v e r l e g o r g a n e n van de streekvervoerbedrijven. Bij o m z e t t i n g van het M T ESO blijft dit orgaan zonder meer gehandhaafd en is o p g e n o m e n in de statuten v a n de v e r e n i g i n g . Naast de o n d e r n e m i n g s r a d e n bij de streekvervoerbedrijven, kan bij de NV een centrale o n d e r n e m i n g s r a a d w o r d e n ingesteld. 8. W e t De o p r i c h t i n g van de NV w a a r i n de aandelen, die de NV Nederlandse S p o o r w e g e n van streekvervoerbedrijven bezit w o r d e n ondergebracht, dient krachtens artikel 40 van de Comptabiliteitswet te geschieden bij wet. 9. Samenvatting In de hierboven voorgestelde aanpassing van de organisatiestructuur van het streekvervoer w o r d t voorzien in de o p r i c h t i n g van een vereniging ter v e r v a n g i n g van het M T ESO en het o n d e r b r e n g e n van de aandelen streekvervoer van de NS en te zijner tijd het Rijk in de door het Rijk op te richten NV. De v e r e n i g i n g s v o r m is onder meer gekozen o m de bestaande samenw e r k i n g te kunnen voortzetten en te verbreden en de zelfstandigheid van de bedrijven (van belang in verband met de regionale binding) te behouden. De v e r e n i g i n g zal het beleid van de streekvervoerbedrijven coördineren en integreren en als de gesprekspartner van het Rijk f u n g e r e n v o o r de bedrijfstak streekvervoer. De NV zal uitsluitend de functie van aandeelhouder van haar dochters met de daarbij behorende wettelijke v e r p l i c h t i n g e n v e r v u l l e n . Met de hier gekozen opzet w o r d t voorzien in een organisatiestructuur w e l ke de bedrijfstak streekvervoer zo d o e l m a t i g mogelijk kan laten opereren bij het vervullen van haar belangrijke maatschappelijke functie als openbaar vervoer. Door de hechtere s a m e n w e r k i n g zal het streekvervoer meer dan tot nu toe als eenheid naar het reizende publiek kunnen w o r d e n gepresenteerd en zal de «verzelfstandiging» ten opzichte van de NS bijdragen t o t een duidelijk zicht op de o n d e r l i n g e v e r h o u d i n g e n in de bedrijfstak.
Tweede Kamer, zitting 1 9 8 0 - 1 9 8 1 , 1 6 7 0 2 , nrs. 1-4
12
Ontwerp-Statuten Vereniging Naam, Zetel Artikel 1 De vereniging draagt de naam Vereniging van Exploitanten van Streekvervoer-Ondernemingen en kan worden aangeduid als «ESO»; zij is gevestigd te Utrecht. Artikel 2 1. De vereniging heeft ten doel: a. het coördineren en integreren van het beleid van de in het openbaar vervoer in streek en stad werkzame ondernemingen, leden der vereniging; b. het bijdragen aan de beleidsvoorbereiding van de overheid op het gebied van het openbaar vervoer, het verkeer en de ruimtelijke ordening, alles in de ruimste zin. 2. De vereniging is bevoegd tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten. Lidmaatschap Artikel 3 1. Leden der vereniging kunnen zijn de in artikel 2 onder a bedoelde ondernemingen, zowel natuurlijke als rechtspersonen. 2. De algemene vergadering bepaalt de door de leden verschuldigde contributie. Bestuur Artikel 4 1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit drie personen. 2. De algemene vergadering benoemt en ontslaat de leden van het bestuur, waarvan ten minste één uit de leden der vereniging. 3. De algemene vergadering wijst uit de leden van het bestuur de voorzitter aan; deze kan naast het bestuur de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigen. 4. Ten einde het onderling overleg tussen zijn Ministerie en de Vereniging ESO te bevorderen, wijst de Minister van Verkeer en Waterstaat een persoon aan, die speciaal met deze contacten wordt belast. De hier bedoelde functionaris en de directeur van de NV Aandelenbezit Streekvervoer kunnen de vergaderingen van het bestuur als waarnemer bijwonen. Zij hebben een adviserende stem. Coördinatiecommissies Artikel 5 1. Het bestuur wordt bijgestaan door coördinatiecommissies welke door de algemene vergadering worden ingesteld voor door haar te bepalen taakvelden. 2. De samenstelling van de onderscheidene coördinatiecommissies wordt bepaald door de algemene vergadering; zij wijst de voorzitter van iedere commissie aan. 3. Het bestuur pleegt regelmatig overleg met de voorzitters van de coördinatiecommissies.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16702, nrs. 1-4
13
Algemene
vergadering
Artikel 6 1. Het bestuur roept een algemene vergadering schriftelijk, met vermelding der agenda, bijeen op een termijn van ten minste zeven dagen. 2. Ter vergadering kunnen de leden slechts zelf stem uitbrengen, met dien verstande dat een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door een bestuurder. 3. Ten einde het onderling overleg tussen zijn Ministerie en de Vereniging ESO te bevorderen, wijst de Minister van Verkeer en Waterstaat een persoon aan, die speciaal met deze contacten wordt belast. De hier bedoelde functionaris en de directeur van de NV Aandelenbezit Streekvervoer kunnen de vergaderingen van de algemene vergadering als waarnemer bijwonen. Zij hebben een adviserende stem. Taakverdeling Artikel 7 1. De algemene vergadering stelt op bij huishoudelijk reglement te bepalen wijze onderwerpen vast, waaromtrent de vereniging: a. zelf de uitvoering verzorgt; b. richtlijnen voor uitvoering door de leden verstrekt; c. informeert, adviseert of bemiddelt. 2. Onderwerpen waarover de vereniging overleg pleegt met het Centraal Overlegorgaan ex artikel 8 worden in overleg met dit orgaan vastgesteld. 3. Richtlijnen zoals bedoeld in lid 1 sub b worden, zo de algemene vergadering daartoe besluit, aan de Minister van Verkeer en Waterstaat voorgelegd volgens een bij huishoudelijk reglement bepaalde procedure. Indien het besluit niet eenstemmig is genomen wordt de Minister zowel van de argumenten vóór als van de argumenten tegen in kennis gebracht. De door de Minister op grond van deze procedure gefiatteerde richtlijnen zijn bindend voor de leden. Artikel 8 Er is een Centraal Overlegorgaan, gevormd uit vertegenwoordigers van de Ondernemingsraden en Overlegorganen van de bij de vereniging aangesloten bedrijven. Samenstelling en werkwijze van dit orgaan worden geregeld bij afzonderlijk reglement. Artikel 9 Het bestuur pleegt geïnstitutionaliseerd overleg met door het lnterprovinciaal Overleg en het Beleids Orgaan van subsidiërende Gemeenten aangewezen vertegenwoordigers. Goedkeuring Artikel 10 Aan de goedkeuring van de Minister van Verkeer en Waterstaat zijn onderworpen: a. de benoeming, met inbegrip van de regeling van de arbeidsvoorwaarden, van de leden van het bestuur en de aanwijzing van de voorzitter, als bedoeld in artikel 4; b. de vaststelling van de begroting; c. de vaststelling van de reglementen en de wijziging van deze reglementen en van de statuten; d. de bestemming van een batig saldo door de algemene vergadering in geval van ontbinding van de vereniging.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16702, nrs. 1-4
14
Onvoorzien Artikel 11 In gevallen, waarin de wet, de statuten, de reglementen of de besluiten van de algemene vergadering niet voorzien, beslist het bestuur, onder gehoudenheid van de beslissingen in de eerstvolgende algemene vergadering verantwoording af te leggen.
Tweede Kamerzitting 1980-1981, 16702, nrs. 1-4
15