Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1988-1989
19 455
Marinebasis Den Helder
Nr. 6
BRIEF V A N DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 18 november 1988 Gelet op mijn onder meer tijdens het mondeling overleg van 3 december 1987 met de vaste Commissie voor Defensie (Tweede Kamer 1987-1988, 19 455, nr. 5), gedane toezegging, verstrek ik u hierbij een aantal nadere gegevens over de herstructurering van de Rijkswerf. De maatregelen om de Rijkswerf te Den Helder tot een vernieuwde en doelmatige onderhouds- en reparatiewerf voor de Koninklijke marine om te vormen, worden in hoog tempo uitgevoerd. De operationele en logistieke activiteiten van de Koninklijke marine zullen zoveel mogelijk op het Nieuwe Haventerrein te Den Helder worden geconcentreerd. Daartoe worden daar onder meer vier nieuwe reparatiekades aangelegd en een 2500-tons schepenlift, een nieuwe accuwerkplaats, een kracht/warmtestation, het nieuwe marinevervoerscentrum en een centraal magazijnencomplex gebouwd. Daarnaast zullen op de Nieuwe Rijkswerf verschillende nieuwe gebouwen en werkhallen worden geplaatst. De Mijnendienstkazerne en de Bewapeningswerkplaatsen zullen in het midden van de jaren negentig naar het Nieuwe Haventerrein worden verplaatst. Zoals eerder meegedeeld, zal ook het Marinevliegkamp de Kooy worden gemoderniseerd en gereorganiseerd. Door het samenstel van maatregelen wordt de vlootbasis te Den Helder op een nieuwe en moderne leest geschoeid en toekomstperspectief geboden. Daarmee is in totaal ongeveer f 700 miljoen (prijspeil 1988) gemoeid. De bouwactiviteiten zullen, naar verwachting, 8000 mensjaren werk opleveren. Door de investeringen zal het werk op de vernieuwde en moderne Rijkswerf met veel minder personeel kunnen worden uitgevoerd. In 1992 zal de sterkte van zo'n 1800 werknemers nu zijn teruggelopen tot rond de 1000. Het precieze aantal zal - na afronding van alle analyses daarover - volgend jaar bekend zijn. De noodzakelijke vermindering van het personeel zal in het kader van het «Sociaal beleidsplan Defensie» zorgvuldig gebeuren. De werkgelegenheid in de regio Noord-Holland is in vrij sterke mate
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 19 455, nr. 6
1
afhankelijk van de aanwezigheid van Defensie daar. De regering beseft dat de regio door de onvermijdelijke maatregelen wordt getroffen. Het kabinet heeft, ook bij monde van de Minister-President, najaar 1987, uitgesproken dat binnen de bestaande mogelijkheden zal worden gepoogd onder meer andere Defensie-activiteiten naar Den Helder te verplaatsen. Dat zal in de eerste plaats leiden tot het scheppen van 144 nieuwe arbeidsplaatsen voor burgerpersoneel van Defensie in de regio Den Helder. Het betreft 51 nieuwe - van elders uit het land komende functies bij het Marine-elektronisch en -optisch bedrijf en de Bewapeningswerkplaatsen. Met het zelf blijven uitvoeren van bepaalde onderhoudswerkzaamheden bij de bewapeningswerkplaatsen en de verplaatsing van het Rekencentrum van de marine naar Den Helder zijn achtereenvolgens 22 en 20 arbeidsplaatsen gemoeid. Bij het centrum voor automatisering wapen- en commandosystemen zullen 11, en elders, door een aantal kleinere aanpassingen 20 nieuwe functies worden geschapen. Door uitbreiding van taken bij de dienstkring Den Helder van de Dienst gebouwen, werken en terreinen (DGW&T) ontstaan 20 arbeidsplaatsen. Daarnaast zullen als gevolg van het opheffen van het Marinehospitaal Overveen de opleiding ziekenverplegers en een magazijn voor geneeskundig materiaal naar Den Helder worden verplaatst en wordt er een zogenaamd perifeer team bij het gemeente-ziekenhuis gevormd. Dat zal in totaal tot 37 nieuwe arbeidsplaatsen leiden, waarvan 27 militaire en 10 burgerfuncties. Ook wordt onderzocht of verdere uitbreiding van onderhoudsactiviteiten door de Bewapeningswerkplaatsen ten behoeve van de Rijkspolitie, het Korps marechaussee, de Koninklijke landmacht en DGW&T mogelijk is. Als dat blijkt te kunnen, zullen nog ongeveer 90 extra arbeidsplaatsen worden geschapen. Intensivering van het civiele medegebruik van het marinevliegkamp De Kooy heeft grote aandacht. In 1989 wordt een zogenoemd «instrument landing system» in dienst gesteld. Hierdoor kunnen te zijner tijd meer civiele helikopters en andere kleine vliegtuigen van de Kooy gebruik maken. Daarnaast ligt het in het voornemen van KLM-helikopters bepaalde onderhoudsactiviteiten naar De Kooy te verplaatsen. Dit kan leiden tot 30 a 40 arbeidsplaatsen. Door alle hiervoor genoemde ontwikkelingen zullen de gevolgen van de afslanking en de reorganisatie naar verwachting met zo'n 300 arbeidsplaatsen in en rond Den Helder worden gecompenseerd. Ook de nieuwbouwactiviteiten zullen tijdelijk tot werkgelegenheid leiden. Onderzoek bij de Koninklijke land- en luchtmacht leert dat er nu geen mogelijkheden zijn andere werkzaamheden naar de regio Den Helder te verplaatsen. Met de Navo zijn in dit verband nog gesprekken gaande. Op 6 mei 1 988 is door mij een brief aan het College van B&W van Den Helder gezonden. Met instemming van B&W zend ik u hierbij te uwer informatie een afschrift. In aanvulling op die brief wijs ik u erop dat met betrekking tot verschillende door Defensie in de regio Den Helder af te stoten of met de gemeente te ruilen objecten en terreinen door mij een aantal uitgangspunten is geformuleerd. Deze zullen nog dit jaar onderwerp van overleg zijn tussen Defensie, Financiën (Dienst der Domeinen) en de Gemeente. Uiteraard zullen ook de Provincie NoordHolland en - zo nodig - andere betrokken ministeries en rijksdiensten deelnemen aan het overleg. Er zal worden getracht nog rond de jaarwisseling tot een convenant met de gemeente Den Helder te komen. Met voortvarendheid is en wordt gewerkt aan verschillende beleidsaspecten die voor Den Helder en de regio «Noord-Holland-Noord» van belang zijn. Ik hecht aan een goede afwikkeling. Uit het voorgaande mag blijken dat wensen van de gemeente Den Helder en uit de regio, waar
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 19 455, nr. 6
2
enigzins mogelijk, mijn volle aandacht hebben. Ik zal u van nadere ontwikkelingen op de hoogte stellen. De Staatssecretaris van Defensie, J. van Houwelingen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 19 455, nr. 6
3
Bijlage
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Den Helder 's-Gravenhage, 6 mei 1988 Naar aanleiding van de mij bij uw brief van 4 februari 1988 toegezonden notitie, en met verwijzing naar de bespreking ter zake op 23 februari 1988 treft u hierbij een overzicht aan van de overeengekomen actiepunten. Algemeen Het te sluiten convenant tussen uw gemeente en mijn departement zal een aantal activiteiten vastleggen die gespreid in de tijd tussen de gemeente en defensie moeten worden geregeld. Het convenant zal zich beperken tot die zaken welke defensie regarderen met betrekking tot verplaatsen en/of plaatsen van defensie eenheden binnen en/of naar Den Helder, alsmede de daarvoor benodigde infrastructurele voorzieningen en het daaraan gekoppelde aantal arbeidsplaatsen. Naast de in het convenant op te nemen onderwerpen zeg ik u toe waar nodig mijn invloed bij andere ministeries aan te wenden voor een aantal, al dan niet door u voorbereide, overige aangelegenheden. Infrastructuur Defensie Door mij is een werkgroep ingesteld die niet alleen inventariseert welke infrastructuur in de (nabije ) toekomst kan worden afgestoten, maar ook onderzoekt of nieuwe infrastructurele voorzieningen benodigd zullen zijn. In dit kader zal tevens de bereikbaarheid van die defensie infrastructuur in beschouwing worden genomen. De uitkomsten van die werkgroep die u zo spoedig mogelijk bekend zullen worden gesteld kunnen dienen als basis voor het te sluiten convenant. Ten aanzien van vrijkomende defensieterreinen zullen zaken met wederzijds belangen direct, integraal kunnen worden onderzocht. Recreatief gebruik KM-terreinen Momenteel stelt de KM een onderzoek in naar de mogelijkheden om de recreatieve voorzieningen op de Nieuwe Haven voor haar personeel te verbeteren. Beslissingen omtrent deze aangelegenheid zullen niet zonder uw voorkennis worden genomen. Het betreffende onderzoek zal zich ook uitstrekken naar het eventueel medegebruiken van civiele sportaccommodaties. MVK De Kooy Ten aanzien van de uitbouw van het medegebruik van het marinevliegkamp De Kooy door u en de KLM, wordt thans gewacht op de uitkomsten van het Imeko-overleg met betrekking tot de financiële en operationele aspecten van dat medegebruik. Economische aspecten Door mij is informatie ingewonnen bij het Ministerie van Economische Zaken omtrent de mogelijkheden tot verkrijging van IPR voor NoordHolland inclusief uw gemeente. Mij is medegedeeld dat Noord-Holland niet voor de regeling in aanmerking zal komen. Ter zake van de eventuele aanlanding van de F3 leiding zal mijn departement, daar waar defensie regarderende besluiten benodigd zijn, haar medewerking verlenen. Bij het tot stand brengen van nieuw benodigde defensie infrastructuur zal ik ernaar streven om binnen de bestaande wetgeving en NATO-regelgeving rekening te houden met regionale werkgelegenheidsbelangen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 19 455, nr. 6
4
Externe infrastructuur Door mij is overleg gevoerd met de Minister van Verkeer en Waterstaat. Deze heeft zich in principe bereid verklaard de reconstructiewerkzaamheden ten behoeve van de verkeersveiligheid op Rijksweg 9 extra aandacht te geven. In een ambtelijk overleg kan tevens de problematiek met betrekking tot de reisduurverbetering per NS worden besproken. Onderwijs Ik zeg u toe, naar vermogen en waar relevant, adhesie te zullen betuigen bij door u op te stellen notities aan het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Uitbouw suprastructuur a. De mogelijkheden om de bedrijfshistorische verzameling van de marine te Den Helder om te vormen en uit te bouwen tot museum zullen nader worden onderzocht. b. Initiatieven vanuit de Provincie Noord-Holland danwei de gemeente Den Helder met betrekking tot «De stelling van Den Helder» zullen naar vermogen en waar relevant, door mij worden ondersteund. c. Indien u plannen heeft tot bevordering van toerische recreatie zal ik bezien in hoeverre hieraan medewerking kan worden verleend. Bovenstaande actiepunten zijn reeds aan de orde geweest in een op 3 maart 1988 gehouden vergadering van de Commissie basis- en walinrichtingen Nederland (COBAWINED). De Staatssecretaris van Defensie, J. van Houwelingen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 19 455, nr. 6
5