Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zitting 1980-1981
Vaststelling van de begroting voor het jaar 1981
16400G
Begroting van uitgaven en inkomsten
2
Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie en de Rijkspostspaarbank
Nr.2
MEMORIE VAN TOELICHTING
I. ALGEMEEN § 1.
De situatie van het PTT-bedrijf in 1981 geeft enerzijds aanleiding tot optimisme, anderzijds zijn er ongunstige ontwikkelingen. De PTT heeft nauwelijks te lijden van de moeilijkheden die een groot gedeelte van het economische leven ongunstig beïnvloeden. De vraag naar de diensten van het bedrijf groeit nog steeds; daardoor blijft ook het aantal arbeidsplaatsen toenemen. Daartegenover staat, dat bij de Telecommunicatie de verzadiging van de vraag naar telefoonaansluitingen in zicht komt, bij de Gelddiensten het aandeel in de zakelijke markt geringer wordt en bij de Post het negatieve bedrijfsresultaat zorgelijk blijft. Ten opzichte van 1980 zullen de resultaten van de Telecommunicatie en van de Postcheque- en Girodienst achteruitgaan. Zonder tariefmaatregelen zou dit ook en zelfs in belangrijke mate het geval zijn bij de Post. Het arbeidsintensieve karakter van dit bedrijfsonderdeel en de relatief beperkte mogelijkheden tot produktiviteitsverbetering (zonder aantasting van het niveau van de dienstverlening) veroorzaken deze ontwikkeling. Om het bedrijfsresultaat niet ontoelaatbaar te verslechteren is mede daarom besloten tot een tariefverhoging bij de Post met ingang van 1981. De tariefmaatregelen bestaan in hoofdzaak uit een verhoging met 5 et van het tarief van brieven tot 20 gram (van 60 tot 65 cent) en een verhoging van de tarieven voor de partijenpost met 10%, met dien verstande dat bij de periodieken de verhoging varieert van 6 tot 11% ingevolge tot stand gekomen meerjarenafspraken met de NOTU. Na deze tariefwijzigingen wordt het volgende beeld van de exploitatieresultaten der dienstonderdelen verkregen.
8 vel
Verwachte resultaten 1981
(in m i n . gids.)
Post Telecommunicatie Postcheque- en Girodienst
-
229 338 63
Bedrijfsresultaten Rente van reserves
172 512
Totaalresultaat
684
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400G, nr. 2
1
Een w i j z i g i n g van de financiële relatie tot het Rijk is v o o r b e r e i d . Doel van deze v e r a n d e r i n g is: het bedrijfsresultaat duidelijker dan t o t nog toe naar buiten te kunnen presenteren. De verdere v o o r t g a n g van deze wijziging is gekoppeld aan de t o t s t a n d k o m i n g van een nieuwe Bedrijvenwet. Voor de spreiding van de Centrale Directie naar het Noorden is een uitvoeringsplan opgesteld. Dit plan h o u d t rekening m e t de uitgangspunten van de s p r e i d i n g , zoals die zijn neergelegd in de brief van de Minister-President aan de T w e e d e Kamer d d . 31 januari 1980. De PTT zal participeren in de in o p r i c h t i n g zijnde «Stichting Nepostel, Nederlands adviesbureau v o o r Post en T e l e c o m m u n i c a t i e » . Deze stichting heeft in het kader van de o n t w i k k e l i n g s s a m e n w e r k i n g ten doel, deskundigheid o p het gebied van de t e l e c o m m u n i c a t i e , de post, de giro en aanverwante gebieden tegen een vergoeding ten dienste te stellen van buitenlandse instellingen en organisaties. De stichting beoogt dit te bereiken door het geven van adviezen, het verlenen van hulp en bijstand bij het realiseren van projecten (al dan niet met inschakeling van derden) en het beschikbaar stellen van deskundig personeel. De in de loop der jaren reeds getroffen bijzondere voorzieningen v o o r gehandicapten en bejaarden zullen nog verder w o r d e n verbeterd en/of uitgebreid. Voortgegaan w o r d t met het toegankelijk maken van PTT-gebouwen volgens de richtlijnen van de Nederlandse V e r e n i g i n g voor Revalidatie. Ook bij de inrichting van zelfbedieningsruimten zal rekening w o r d e n gehouden met deze richtlijnen. De proef met de teksttelefoon w o r d t uitgebreid. Bij de p r o e f n e m i n g met Viditel zullen ook gehandicapten w o r d e n ingschakeld. Er w o r d t een studie van een nieuw type straattelefooncel gemaakt, die ook toegankelijk m o e t zijn voor rolstoelgebruikers. § 2. Herziene Raming 1980 In de Herziene Raming 1980 v e r t o o n t het bedrag van de exploitatielasten, dat in de oorspronkelijke begroting was g e r a a m d o p f 7881,4 m i n . een stijging van f 171,0 m i n . De oorzaken van dit verschil zijn hogere afschrijvingslasten en een iets grotere verkeersgroei dan w a s geraamd. De g e m i d d e l d e personeelsbezetting w o r d t thans ca. 1500 taken hoger g e r a a m d . Dit verschil is v o o r een belangrijk deel het g e v o l g van een ander registratiesysteem van de personeelsbezetting der PTT-Gelddiensten. Ca. 600 personeelsleden w o r den nu v e r a n t w o o r d onder de PCGD (PTT) in plaats van onder de RPS. Deze personeelsleden zijn zowel werkzaam v o o r de PCGD als voor de RPS. Op basis van tijdsbesteding w o r d e n de lasten verrekend met de RPS. De exploitatiebaten nemen met f 204,7 m i n . toe ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. De baten van de T e l e c o m m u n i c a t i e w o r d e n thans f 39,3 m i n . en de baten van de Post f 92,3 m i n . hoger geraamd. Bij de Postcheque- en Girodienst w o r d e n de opbrengsten f 69,7 m i n . hoger g e r a a m d waarvan f 30 m i n . als gevolg van een verrekening met de RPS en circa f 40 m i n . door een hogere rentestand. De resultaten van de dienstonderdelen samen zullen, met de hogere opbrengsten van de fondsen en reserves (f 94,5 min.) en een lager renteverschil (f 27,7 min.), leiden t o t een t o taalresultaat van f 769,8 m i n .
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 4 0 0 G , nr. 2
2
§ 3. Financiering Het hierna volgende overzicht geeft een beeld van de financieringssituatie voor het begrotingsjaar en een aantal daaraan voorafgaande jaren. Financieringsoverzicht (in min. guldens) Begroting 1981
Herziene raming 1980
1973
1978
1977
1976
Investeringen in duurzame activa Voorraadmutaties Deelnemingen Geldleningen
1446,3 memorie 6,1 0,1
1508,7 memorie 9,2 0,1
1399,3 61,2 2,5
1392,4 54,6 0,2 0,1
1381,4 48,5 1,3 0,1
1114,5 38,7
Kapitaaluitgaven
7452,5
1518,0
1463,0
1447,3
1431,3
1157,2
memorie memorie 1260,0
memorie memorie 1123,0
2,7
—
999,0
1,9 2,5 865,3
1,9 0,2 769,7
2,1 1,5 678,7
683,7
769,8
756,9
799,1
817,2
607,8
247,7
229,7
215,6
199,3
185,8
164,8
1974,2
1868,1
1774,8
1454,9
511,2
420,8
343,5
297,7
-
4,0
Financieringsmiddelen: Verkoop bedrijfsmiddelen Opbrengst deelnemingen Afschrijvingen Toevoeging aan de reserves en winstuitkering 3>2% heffing over de bedrijfsbaten
2191,4 Netto bijdrage in de algemene middelen
738,9
2122,5
604,5
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
3
II. MARKTONTWIKKELINGEN § 1. Post Voor 1981 wordt in het totale binnenlandse briefpostverkeer een verkeersgroei verwacht van ongeveer 3% ten opzichte van 1980. Deze groei wordt voor de losse post geraamd op 3,4 % en voor de partijenpost op 2,4 %. Bij de losse post wordt de groei in sterkere mate veroorzaakt door de brieven (circa 4%) dan door de drukwerken en de pakjes. Bij de partijenpost wordt een relatief sterke groei verwacht voor de pakjes (circa 4%). Deze prognose stoelt op een verwachte toeneming van het verkeersaanbod van de postorderbedrijven. Voor de overige verkeerscategorieën, met uitzondering van de dagbladen, wordt een groei van 2 a 3 % verwacht. Voor het verzonden buitenlandse briefpostverkeer wordt een groei verwacht van ca. 3,5%. Het aantal lokethandelingen zal nauwelijks toenemen. Deze geringe groei is het saldo van een verdere toeneming van de verzilvering van girobetaalkaarten op de postkantoren enerzijds en een daling van het aantal stortingen en RPS-handelingen anderzijds. Blijkens de resultaten van een vorig jaar gehouden opinie-onderzoek onder filatelisten en niet-filatelisten vindt iets meer dan de helft van alle ondervraagden het uiterlijk van de Nederlandse zegels gewoonlijk mooi. Algemeen bekende onderwerpen acht men het meest geschikt om op een postzegel te worden afgebeeld. Deze uitkomst ondersteunt het beleidsuitgangspunt, dat bijzondere postzegels in beginsel dienen te zijn gewijd aan onderwerpen die, ook zonder postzegelemissie, algemeen in de belangstelling staan. Van de ongeveer 10,8 min. Nederlanders van 14 jaar en ouder zijn er ongeveer 610 000 filatelist; ongeveer 580 000 daarvan verzamelen Nederlandse postzegels. Uit het onderzoek zijn ook opmerkingen en wensen naar voren gekomen inzake de diensten die de PTT aan verzamelaars biedt. Er wordt nagegaan in hoeverre aan eventuele verlangens kan worden tegemoetgekomen. § 2. Openbare telegrafie en telex De daling in het telegraafverkeer zal zich naar verwachting voortzetten. Voor het buitenlandse verkeer is de verwachte daling (4,7 %) sterker dan voor het binnenlandse verkeer (3,5 %). De vraag naartelexaansluitingen zal zich in 1981 handhaven op een redelijk hoog niveau. Zowel het in 1978 geïntroduceerde semi-elektronische toestel als de marktbewerking dragen hiertoe bij. In 1981 zal de proef met de openbare telexcellen worden voortgezet. Hettelexverkeer vertoont een continue toeneming. Het intercontinentale verkeer groeit het snelst. Het buitenlandse telexverkeer zal naar verwachting in 1981 met 6,9% toenemen. § 3. Telefonie In de particuliere markt wordt een lichte daling van de vraag naar telefoonaansluitingen verwacht. Omstreeks 1985 zal hier naar zich thans laat aanzien, het verzadigingspunt zijn bereikt. Het telefoonverkeer zal in 1981 naar verwachting met 4,5% groeien. Bij htt telefoonverkeer met het buitenland wordt een aanwas van 5,5 % verwacht. Het aantal telefoonabonnees zal met 5,4% toenemen. Het assortiment voor de particuliere markt zal verruimd worden met twee typen druktoetstoestellen. Een grote vraag naar dit soort toestellen wordt tegemoet gezien. Voor de zakelijke markt wordt een gunstige uitwerking verwacht van de produktvernieuwing in de richting van semi-elektronische bedrijfstelefooninstallaties. De introductie van facsimile-apparatuur biedt naar verwachting - vooral op wat langere termijn - gunstige perspectieven. Voor de mobiele teleconv municatie zijn de vooruitzichten eveneens gunstig. Vooral de reeds bereikte produktvernieuwing ligt aan deze prognose ten grondslag.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
4
§ 4. Postcheque en Girodienst Naar verwachting zal het aantal betaalrekeningen groeien met 95 000 tot een totaal van 4 675000 rekeningen. Het gemiddelde saldotegoed zal met 6 , 4 % t o e n e m e n tot f 18,2 m l d . Het aandeel in de totale girale geldhoeveelheid kan zich daardoor stabiliseren o p 3 2 % . Het overschrijvingsverkeer zal ten opzichte van 1980 met 13 m i n . betalingen t o e n e m e n . Deze groei w o r d t v o o r n a m e l i j k veroorzaakt door een toen e m i n g van het gebruik van girobetaalkaart en acceptgirokaart d o o r particuliere rekeninghouders. Het overschrijvingsverkeer van zakelijke rekeninghouders blijft dalen. Voor de girobetaalkaart is zowel in Nederland als in het buitenland een intensiever gebruik te v e r w a c h t e n . In het dienstenpakket is een nieuwe v o r m van serviceverlening opgenomen. In samenwerking met het Nederlandse bankwezen zal de Eurocard w o r d e n ingevoerd. De Eurocard is bedoeld v o o r betalingen in die landen waar de girobetaalkaart niet als betaal- of dispositiemiddel is ingevoerd. Bet a l i n g e n , gedaan met de Eurocard, w o r d e n eenmaal per maand automatisch van de rekening afgeschreven. § 5. Rijkspostspaarbank De t o e n e m i n g van de aantallen Rente-, Plus- en Sterrekeningen en de daling van het aantal g e w o n e spaarrekeningen en beleggingsrekeningen zal per saldo resulteren in een stijging van het totale aantal spaarrekeningen m e t 0 , 1 % tot circa 6360 000 rekeningen. Het marktaandeel van de RPS in het totale spaartegoed daalt. Binnen h e t t o t a a l aantal spaarhandelingen manifesteert zich al geruime tijd een verschuiving van chartale spaarhandelingen n a a r g i r a l e spaarhandelingen. Deze verschuiving zal zich ook in 1981 voortzetten. Het dienstenpakket zal w o r d e n uitgebreid m e t : - particulier termijndeposito's met looptijden variërend tussen 1 en 12 maanden; - verstrekking aan particulieren van geldleningen onder verband van een t w e e d e hypotheek op een in Nederland gelegen w o o n h u i s of appartement, bestemd v o o r eigen b e w o n i n g ; - verstrekking van een variabel d o o r l o p e n d krediet aan particulieren.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 4 0 0 G , nr. 2
5
Overzicht ontwikkeling verkeer Omschrijving
Eenheid
Begroting 1981
Herziene raming 1980
1979
1978
min. min. min.
1 136
1 091
1 035
365 49
360 48
330 45
986 337 35
885 370 30
min.
1 550
1 499
1 410
1 358
1 285
/ 257
Brieven/briefkaarten Drukwerken Dagbladen Periodieken Ongeadresseerde drukwerken Pakjes
min. min. min. min. min. min.
1 202
1 182
1 137
524 66 645 265 43
520 66 636 251 40
1 111 495 66 614 230 39
1 082
542 66 660 275 45
473 68 608 185 36
1 049 450 69 581 170 32
Totaal
min.
2 790
2 725
2 650
2 555
2 452
2 351
Totaal binnenlandse briefpost
min.
4 340
4 224
4 060
3973
3 737
3 602
Binnenlandse postpakketten Verzonden buitenlandse briefpost Lokethandelingen
min. min. min.
1976
1977
Post Losse post Brieven/brief kaarten Drukwerken Pakjes Totaal Partijenpost
5,6 325 136
5,6 314 135
5,6 318 127
6,2 309 125
6,6 305 123
861 361 29
7,5 275 119
Telegrafie Binnenlandse telegrammen Verzonden buitenlandse telegrammen Nettovraag telex-aansluitingen Aantal telex-aansluitingen uit. Wachtenden op telex-aansluitingen uit. Uitgaand buitenlands telexverkeer
min. min. 1 000 1 000 1 000 min. min.
0,55 0,61
2,2 35,5
0,8 71,2
0,57 0,64
2,1 33,2 0,85 66,6
0,60 0,67 2,0 31,1 0,83 62,0
0,61 0,75
0,64 0,83
2,2
2,3
29,4
27,3
0,8
0,7
57,0
53,6
0,70 0,92 2,2 24,8 0,7 51,7
Telefonie Nettovraag telefoonaansluitingen Aantal telefoonaansluitingen u i t . 1 Toeneming aantal aansluitingen uit. Totale aanleg telefoonaansluitingen ! Geregistreerde aanvragers uit. Lokale gesprekken 3 Inteilokale gesprekken Internationale gesprekken
1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 min. min. min.
245
250
5 142
4 879
263 630 96
278 630 116
2 868 2 244
2 752 2 143
96
91
4 675 18 200
4 580 17 100
589 34
292 4 601 322 636 141 2 575 2010 78
324
340
4 279
3 929
350 665 174
326 632 198 2 168 1 720 64
304 3 603 272 569 178 2 049 1 609 56
3 607 11 147 472 39
2 353 1 859
70
Postcheque- en Girodienst Aantal girorekeningen uit. Saldotegoed gemiddeld 4 Aantal overschrijvingen Aantal stortingen Aantal cheques w.o. verzilverde betaalkaarten
1 000 min. gids. min. min.
min.
3 955 13 956
576 35
4 455 15 950 558 34
511 37
3 797 12 453 492 38
89
88
87
85
82
78
6 360 17 179
6 353 17 100
6 330 15 950
6 179 13 424 606 10 000 4 200
6 043 11 952 850 9 700 4 600
5 953 10 705 524 9 300 4 900
Rijkspostspaarbank Aantal spaarrekeningen uit. Inleggerstegoed gemiddeld Spaarverschil (excl. bijgeschr. rente) Aantal spaarhandelingen Waarvan via postkantoren
1 000 min. gids. min. gids. 1 000 1 000
570
540
500
13 500 3 500
12 500 3 650
11 370 3 863
Inclusief dienstaansluitingen en openbare spreekgelegenheden. 2 Inclusief verhuizingen. 3 Inclusief tijdmeldingen en weerberichten. 4 Inclusief overheidsrekeningen.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16400G,nr.2
6
III. PERSONEEL EN PERSONEELSBELEID Het personeelsbeleid van de PTT wordt beïnvloed door ontwikkelingen op technologisch, economisch, en sociaal-cultureel gebied. Deze ontwikkelingen noden tot aanpassing van diverse onderdelen van het personeelsbeleid, zoals personeelsvoorziening, onderwijs, ontwikkeling en begeleiding van personeel. Voor het sociale beleid in de jaren '80 mag worden verwacht, dat de volgende ontwikkelingen uit de jaren '70 zich zullen voortzetten: • De individualisering van het beleid. De zwaarte, omvang en onregelmatigheid van het werk moeten worden afgestemd op de leeftijd en de belastbaarheid van de werknemer. De vrijheid om het arbeidsleven vroegtijdig te beëindigen (experiment flexibel uittreden, VUT) en de eigen werktijden te bepalen (keuzewerktijden, deeltijdarbeid) zal worden vergroot. • De mogelijkheden tot participatie van het personeel zullen worden vergroot door zowel het formele overleg als het werkoverleg meer inhoud te geven. • Bij het wervingsbeleid zal rekening moeten worden gehouden met de grotere differentiatie in het onderwijs. • De uitvoering van het personeelsbeleid zal verder worden gedecentraliseerd, onder voorwaarde van bestuurlijke beheersbaarheid. • Kwantificering. Ook het sociale beleid zal door kwantificering van effecten (op grond van een analyse van kosten en baten) zakelijk bespreekbaar en meetbaar moeten zijn. Dit zal ook de sociale control stimuleren. Ombuigingen en nieuwe ontwikkelingen zullen zich naar verwachting op de volgende gebieden voordoen: • Een toenemende druk mag worden verwacht om deeltijdarbeid op verschillende niveaus te scheppen. • Als gevolg van de Wet op de Arbeidsomstandigheden zal de medeverantwoordelijkheid van het personeel ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn vorm moeten krijgen. Hoewel de PTT adequate voorzieningen heeft op de terreinen van veiligheid en gezondheid zullen nieuwe eisen die de wet stelt in het arbeidsomstandighedenbeleid moeten worden geïntegreerd. • De schaarste aan werk zal de onderwijswereld meer dan in de jaren '70 doen openstaan voor contacten met het bedrijfsleven, onder andere via stages. De PTT zal zich in eerste instantie toeleggen op verbetering van de kwaliteit van de stageverlening. Voor het begrotingsjaar 1981 wordt de uitbreiding van de gemiddelde personeelssterkteten opzichte van 1980 op 1902 jaartaken geraamd. Hierdoor zal de personeelssterkte in 1981 op 90 074 jaartaken komen te liggen. Dit houdt werkgelegenheid in voor gemiddeld 105 700 personen, waarvan 24 500 personen deeltaken verrichten. De personeelsuitbreiding wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een toeneming van het aantal afgiftepunten bij het Postbedrijf en de groei van het verkeer bij de PCGD. Door de uitbreiding van het personeelsbestand zullen de lasten met ca. f 103,4 min. toenemen. Als gevolg van de voor 1981 geraamde stijging van de gemiddelde loonkosten per man, in verband me' da verwachte loonsomstijging, treedt bovendien een lastenverzwaring op van ca. f 279,0 min. Een onderdeel van de personeelslasten is de post «overwerk en wachttijdvergoeding». Voor wachttijdvergoeding is in deze post een bedrag van f 11,1 min. voor 1980 en f 12,1 min. voor 1981 opgenomen. Tevens is in de post overwerk een vergoeding begrepen voor «wisseling van dienstrooster». Dit komt voornamelijk voor bij de Postdienst. De bedragen voor de vergoeding «wisseling van dienstrooster» zijn geraamd op f 3,9 min. voor 1980 en f 4,2 min. voor 1981. Voor overwerk resteert voor 1980 f 63,5 min. en voor 1981 f 67,1 min. Deze bedragen vormen slechts ca. 1,4% van de totale personeelslasten. Ondanks deze zeer geringe bedragen is het bedrijfsbeleid erop gericht het overwerk
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
7
nog iets verder te beperken. Voor een goede dienstverlening van het PTTbedrijf is het echter noodzakelijk dat er enig overwerk wordt verricht. De loketbediening en ten dele ook de bestelling op zaterdag worden in overwerk verricht. Zo mogelijk worden voor deze diensten ook hulpkrachten ingezet. Het in dienst stellen van nieuwe centrales geschiedt, om het bedrijfsleven en de particulieren zo min mogelijk overlastte bezorgen, tijdens de weekeinden. Het beschikbaar stellen van lijnen voor radio- en televisieverbindingen bij sport- en andere evenementen vindt doorgaans plaats buiten de normale werktijden. Voor een overzicht van de ontwikkeling van de personeelssterkte (gespecificeerd naar bedrijfs-, c.q. dienstonderdeel) en de personeelslasten wordt verwezen naar onderstaande tabellen. Gemiddelde personeelsbezetting PTT, incl. Postcheqi,e- en Gircdienst (exclusief militairen, afwezigen met non activiteitsverlof snz.) Dienstonderdeel
Begroting 1981
Herziene raming 1980
Uitkomsten 1979
Postdistricten Telefoondistricten Omroep- en televisiestations Postcheque- en Girodienst Radiodienst Centraal Magazijn Centrale Werkplaats Rijksautomobielcentrale Dr. Neher-Laboratorium Dienst Omroepbijdragen Dienst Zegelwaarden Centrale Directie en diverse centrale diensten
45 405 26 374
44 564 26 047
42 751 25 492
Totaal
96
96
95
10 074
9 594
8 740
268 193 675 546 560 327 66
269 195 650 525 552 324 62
229 189 637 492 549 292 59
5 490
5 294
4 935
90 074
88 172
84 460
In duizenden guldens
Begroting 1981
Herziene raming 1980
Uitkomsten 1979
Loon
2 887 214
2 659 991
2 446 904
1 149 111
2X752 281 503 11 549 67 850
1 058 677 2t8 119 259 349 10 640 62 510
7. 69 293
7. 63 840
V. 55 625
4 564 686
4 205 446
3 824 587
Overzic.it personeelslasten PTT, incl. Postcheque- en Girodienst
Sociale lasten uit hoofde van: Pensioen, wachtgeld, AOW/AWW, enz. Vakantie-uitkering Ziekte en ongevallen Jubileumgratificatie, enz. Algemene Kinderbijslag Wet Sociale lasten in overige personeelslasten
896 135 198 970 232 176 9 477 96 550'
Overige personeelslasten: Overwerk- en wachttijdvergoeding Toelagen onregelmatige diensten Stuklonen' Toelagen, vergoedingen en gratificaties 2
Totaal 1 Vergoeding aan postagenten, alsmede de vergoedingen per stuk voor het bezorgen van telegrammen, expressestukken en dergelijke. 2 Diverse toelagen aan personeel voor bepaalde dienstprestaties, vergoedingen
83 355 175 308 34 746 38 183 4 896 278
78 160 32 36
494 838 807 294
4 513 879
94 412
149 583 31 419 33 310 4 133 311
voor verplaatsingskosten, reis- en pensionkosten bij wonen buiten standplaats, loonbetaling tijdens militaire dienst en personeelskosten van afgesloten boekjaren. 3 Kindertoelage.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
8
Jaar
Totale personeelslasten (in min. gld.)
Gemiddelde personeelsbezetting
Gemiddelde personeelslasten per man
Indexcijfers personeelslasten per man
1976 1977 1978 1979 1980 1981
3123,8 3 397,4 3 696,3 4 133,3 4513,9 4 896,3
75 379 76 770 79 498 84 460 88 172 90 074
41400 44 300 46 500 48 900 51200 54 400
100 107 112 118 124 131
2
Tweede Kamerzitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
9
IV. FINANCIËLE RESULTATEN § 1. Algemeen De voor 1981 begrote uitkomsten van het bedrijf laten het v o l g e n d e beeld zien. De samenstelling van het resultaat van de bedrijfsvoering is als v o l g t : in min. gids. Post Telegrafie Telefonie Postcheque- en Girodienst Lasten van het Fonds t o t dekking van persioenvervangende ilitkeringen aan het personeel van voormalige radiodistributiecentrales
7. 229,0 69,1 268,7 63,3 7.
0,4
Resultaat bedrijfsvoering Tezamen met de rente over fondsen en reserves van
171,7 512,0
bedraagt het totaalresultaat hiervan wordt uitgekeerd aan het Rijk aan fondsen en reserves wordt toegevoegd voorts wordt toegevoegd aan het Fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan personeel van voormalige radiodistributiecentrales waarvan als balansmutatie
683,7 15,0 668,7
0.4 "/. 0,4 0,0
de totale toevoeging aan fondsen en reserves bedraagt
668,7
Bovenstaande cijfers bevatten mede de effecten van de zogenaamde bedrijfsvreemde lasten. Deze w o r d e n v o o r 1981 geraamd o p circa f 84,0 m i n . Zij ontstaan v o o r e e n bedrag van f65,0 m i n . uit gederfde opbrengsten bij het vervoer van dagbladen en periodieken. Dit bedrag is het verschil tussen de opbrengsten berekend op basis van de streeftarieven (waarbij de aan deze vervoerssector direct toerekenbare kosten w o r d e n gedekt) en de o p b r e n g sten op basis van de toe te passen tarieven. De overige bedrijfsvreemde lasten bestaan uit de kosten v o o r diensten die de PTT verricht, doch die slechts gedeeltelijk, of in het geheel niet aan derden w o r d e n doorberekend. Met name kunnen hier w o r d e n g e n o e m d de werkzaamheden van de Rijkskantoormachinecentrale v o o r andere overheidsinstellingen, van de Radiocontroledienst voor de etherbewaking e.d., v o o r g e m e e n schappelijke en centrale-antenne-inrichtingen en een deel van de b o u w k o s ten van nucleair-chemisch beschermde o n d e r k o m e n s . § 2. Post (artikelen 1a, 8a en 9a) Het nadelig bedrijfsresultaat bij het Postbedrijf zal in 1981 ten opzichte van 1980 met f 26,2 m i n . t o e n e m e n t o t f 229,0 m i n . Deze t o e n e m i n g is het saldo van enerzijds een lastenstijging met f 300,7 m i n . en anderzijds een toenem i n g van de baten met f 268,5 m i n . De lastenstijging k o m t v o o r ca. 6 0 % v o o r rekening van de o n t w i k k e l i n g van de personeelslasten, welke in het begrotingsjaar m e t f 179,2 m i n . zullen t o e n e m e n . De uitbreiding van de personeelssterkte met 841 jaartaken veroorzaakt daarvan f 4 5 , 0 m i n . t e r w i j l het grootste deel, namelijk f 134,2 m i n . een gevolg is van de stijging van de gem i d d e l d e loonkosten per m a n . De uitbreiding van het personeel is noodzakelijk o m bij een groeiend verkeer en een t o e n e m i n g van het aantal te bedienen afgiftepunten het peil van de dienstverlening te kunnen handhaven. De v e r g o e d i n g aan buitenlandse administraties stijgt, v o o r a l w e g e n s de hogere eindkostenvergoeding met ruim f70,0 m i n . De stijging van de baten w o r d t veroorzaakt door tarief maatregelen en verkeersgroei. De binnenlandse briefpost neemt toe met f 250,0 m i n . (losse post f 113,0 m i n . en p a r t i j e n p o s t f 137,0 min.). Daarnaast is er een stijging van de buitenlandse briefpost m e t f 23,0 m i n . Voorts w o r d t het bedrijfsresultaat gunstig beïnvloed d o o r de t o e n e m i n g van het verschil tussen de ingecalculeerde en verschuldigde rente met f 6,0 m i n .
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 4 0 0 G , nr. 2
10
§ 3. Telegrafie (artikelen 1b, 8b en 9b) Het t o e n e m e n d g e b r u i k van telefoon en telex in het b i n n e n - en buitenlands verkeer zal ook v o o r 1981 in de sector openbare telegrafie tot een verm i n d e r i n g van de o p b r e n g s t e n leiden. M e d e hierdoor zal het verlies o p deze verkeerssectorf 17,1 m i n . bedragen. Daar staat tegenover dat de sector abonneetelegrafie een gunstige ontwikkeling vertoont. Dit zal er toe leiden dat voor de telex een positief bedrijfsresultaat van f 86,2 m i n . w o r d t verwacht. Voor het totaal van de exploitatie van de Telegrafie w o r d t het bedrijfsresultaat g e r a a m d o p f 69,1 m i n . § 4 . Telefonie (artikelen 1c, 8c en 9c) De totale b a t e n v e r m e e r d e r i n g in de Telefoniesector w o r d t ten opzichte van 1 9 8 0 g e r a a m d o p f 2 3 2 , 6 m l n . De verkeersopbrengsten stijgen met f 114,9 m i n . De o p b r e n g s t e n van netaansluitingen nemen met f 65,3 m i n . toe. De overige o p b r e n g s t e n s t i j g i n g e n bestaan in hoofdzaak uit batenvermeerderingen w e g e n s periodieke v e r g o e d i n g e n v o o r apparatuur (42,9 min.) en w e g e n s beschikbaar gestelde geleidingen (f 13,5 min.). Het totaal van d e T e lefoniebaten w o r d t g e r a a m d op f4218,5 m i n . en de exploitatielasten i n t o taal op f4.076,1 m i n . Tegenover een batenstijging ten opzichte van 1980 van f232,6 m i n . staat een l a s t e n t o e n e m i n y ad f283,3 m i n . w a a r d o o r het exploitatieresultaat f 50,7 m i n . lager zal u i t k o m e n . Van de totale lastenstijging komt een groot deel v o o r rekening van de rente- en afschrijvingskosten van bedrijfsmiddelen (f 147,4 min.), t e r w i j l de personeelslasten m e t f 102,3 m i n . zullen t o e n e m e n . Ten slotte w o r d t het bedrijfsresultaat gunstig beïnvloed d o o r een stijging van het verschil tussen ingecalculeerde en verschuldigde rente met f 32,0 min. § 5. Postcheque- en Girodienst (artikelen 1e, 8e en 9e) Het bedrijfsresultaat v a n 1981 zal ten opzichte van 1980 een daling te zien geven van f57,0 m i n . en op f 63,3 m i n . uitkomen. De g e r a a m d e lasten nem e n toe m e t f 142,7 m i n . , t e r w i j l de baten een stijging van f 84,3 m i n . te zien geven. De t o e n e m i n g van de baten betreft vrijwel uitsluitend hogere opbrengsten van beleggingen. Met i n a c h t n e m i n g van onzekerheden ten aanzien van de ontwikkeling van de rentevoet op de geld- en kapitaalmarkt, w o r d e n deze opbrengsten voor 1981 op f 1310,0 m i n . g e r a a m d . H e t t o t a a l van de baten zal naar schatting f 1478,5 m i n . bedragen, terwijl de lasten o p f 1420,5 m i n . w o r d e n begroot. Van de totale lastenstijging ten opzichte van 1980 m e t f 142,7 m i n . v o r m t de stijging van de personeelslasten met f 52,9 m i n . een belangrijke c o m p o nent. De uitbreiding v a n de personeelssterkte met 480 jaartaken veroorzaakt daarvan f 23,8 min., t e r w i j l f 29,1 m i n . een gevolg is van de stijging van de g e m i d d e l d e loonkosten per m a n . De post «interne lastenverrekening met de Post v o o r loketdiensten» neemt m e t f 15,0 m i n . t o e , in hoofdzaak als gevolg van de stijging van de (op basis van integrale kosten berekende) verrekentarieven. De post «interne lastenverrekening met de Post voor brievenvervoer» neemt met f 21,6 m i n . toe, v o o r n a m e l i j k als gevolg van tariefmaatregelen. Het gewijzigde systeem van de verzending van de dagafschriften aan de rekeninghouders werkt kostenverlagend. Voor de rentevergoeding aan rekeninghouders van de PCGD w o r d t een stijging m e t f 28,5 m i n . verwacht, w a a r v a n een belangrijk deel als gevolg v a n het in 1980 ingevoerde systeem van de dagelijkse renteberekening.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
11
§ 6. Subsidies (artikel 2) Toekenning van subsidies v i n d t plaats in gevallen dat het bedrijfsbelang door de w e r k z a a m h e d e n van de gesubsidieerde instellingen — zij het vaak op indirecte wijze - w o r d t gediend en deze instellingen door o n v o l d o e n d e m i d delen genoodzaakt zijn een beroep op het bedrijfsleven te doen. 1. Stichting «Personeel" en Kinderfonds PTT» 2. Stichting «Personeel" en Kinderfonds PTT» tot een bedrag gelijk aan de verliezen op verstrekte voorschotten aan personeel, geleden in gevallen, waarin op verzoek van het Staatsbedrijf tot kredietverlening werd overgegaan, geraamd op 3. Stichting «Het Nederlands Postmuseum» 4. Delfts Hogeschoolfonds 5. Studiefonds Technische Hogeschool te Delft 6. Eindhovens Hogeschoolfonds 7. Stichting Hogeschoolfonds Twente 8. Union Radio Scientifique Internationale 9. Nederlands Elektronica- en Radiogenootschap 10. Stichting Toekomstbeeld der Techniek 11. Vereniging tot bevordering van Elektronisch vakonderwijs te Amsterdam 12. Stichting Vervoerswetenschappelijk Instituut
f
500
f f f f f f f f f
1 45 5 1 6 5
000 000 000 000 000 000 650 400 7 000
f f
1 200 10 600
f
83 350
Dit bedrag is a f g e r o n d tot f 84 000. § 7. Afschrijvingen (artikel 3) Afschrijvingen op bedrijfsmiddelen w o r d e n bij de PTT op basis van hun v e r v a n g i n g s w a a r d e berekend. Als gevolg hiervan is dan ook de ontwikkeling van het prijsniveau mede bepalend v o o r de grootte van het bedrag aan afschrijvingen. Door prijsinvloeden en capaciteitsuitbreidingen zal het bedrag aan afschrijvingen in 1981 t o e n e m e n t o t f 1260,0 m i n . § 8. Rente (artikel 4) Ook de rente w o r d t berekend op basis van de v e r v a n g i n g s w a a r d e van de b e d r i j f s m i d d e l e n . Door prijsinvloeden en groei van de b e d r i j f s o m v a n g gaat deze v e r v a n g i n g s w a a r d e t o e n e m e n . Als gevolg hiervan zal het bedrag aan ingecalculeerde rente stijgen tot f 775,4 m i n . De verschuldigde rente over het bedrag van het d o o r het Rijk verstrekte v e r m o g e n zal in 1981 f 619,9 m i n . bedragen. Hierbij bedraagt het g e m i d d e l d e rente-percentage 8,0. Het verschil tussen de ingecalculeerde r e n t e e n de verschuldigde rente ad f 155,4 m i n . zal ten opzichte van 1980 m e t f 39,4 m i n . stijgen. Het renteverschil, gespecificeerd naar het aandeel ten bate van de diverse b e d r i j f s o n d e r d e l e n , is o p g e n o m e n in artikel 9. § 9. Fondsen en reserves (artikel 6) In 1981 zal aan de f o n d s e n en reserves in totaal een bedrag van f 668,7 m i n . kunnen w o r d e n t o e g e v o e g d . Dit bedrag is als v o l g t s a m e n g e s t e l d : Onderdeel a. (Reserve ter verzekering van een evenwichtig beheer) Na de t o e v o e g i n g van de gekweekte rente ad f 66,1 m i n . bereikt deze reserve een niveau van f 899,0 m i n . Onderdeel b. (Vernieuwingsfonds) Het v e r n i e u w i n g s f o n d s w o r d t v e r h o o g d met f508,1 m i n . Hierin i s b e g r e pen de rente ad f 380,8 m i n . Het f o n d s zal na deze t o e v o e g i n g het niveau bereiken van f 5433,1 m i n .
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
12
Onderdeel c. (Reserve tot dekking van het risico van brand) Deze reserve wordt verhoogd met de gekweekte rente ad f 6,8 min. tot f 92,8 min. Onderdeel d. (Fonds tot dekking van pensioenvervangende uitkeringen aan het personeel van voormalige radiodistributiecentrales) Het niveau van dit fonds blijft gehandhaafd op f 10,1 min. Er vindt persaldo geen toevoeging plaats (zie onderstaande specificatie): in dzd. gids. De over dit Fonds verkregen rente (art. 10 onderdeel d) Het saldo van de inkoopbedragen en de uitbetaalde pensioenvervangende uitkeringen (art. 5 onderdeel a) Ontstane balansmutatie Toevoeging ten laste van de algemene verlies- en winstrekening
849 1300 451 451
Onderdeel e. (Reserve tot dekking van mogelijke koersverschillen op de beleggingen van de Postcheque- en Girodienst) De toevoeging aan deze reserve bedraagt f 85,9 min. Hierin is begrepen de verkregen rente ten bedrage van f 56,6 min. De reserve stijgt nu tot f 835,8 min. Het maximaal toegestane niveau van 5% van de beleggingen wordt na deze toevoeging nog niet bereikt. Onderdeel f. (Fonds tot dekking van extra kosten in verband met automatisering) De gekweekte rente ad f 1,8 min. zal dit fonds doen groeien tot f 25,2 min. § 10. Uitkering aan het Rijk In het kader van de financiële verhouding met het Rijk zullen door de PTT in 1981 de volgende uitkeringen worden verricht: in min. gids. a. — — —
uitkeringen die ten laste van de exploitatie van de PTT komen: de verschuldigde rente de afschrijvingen een heffing van 314% over de bedrijfsbaten
619,9 1260,0 247,7
2127,6 b. een uitkering uit de winst c. het bedrag dat aan de fondsen en reserves w o r d t toegevoegd Totaal uitkering aan het Rijk
15,0 668,7 2811,3
Dit totaal verminderd met de verschuldigde rente (f2191,4 min.) vormt de dekking voor de financiering van de kapitaaluitgaven en de afdracht aan het Rijk.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
13
Overzicht financiële resultaten in Miljoenen guldens
Begroting 1981
Herziene raming 1980
Uitkomsten 1979
Uitkomsten 1978
Uitkomsten 1977
Uitkomsten 1976
Post Telegrafie Telefonie Omroep en televisie Postcheque- en Girodienst Lasten pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel
2944,4 287,3 4076,1 85,2 1420,5
2643,7 257,6 3792,8 80,2 1277,8
2394,2 231,1 3504,3 78,2 1171,8
2127,2 200,8 3168,5 69,4 977,0
1902,4 184,7 2874,0 62,4 887,3
1777,0 168,3 2591,8 61.9 783,3
0,4
0,3
0,2
0,3
0,1
Totaal
8813,9
8052,4
7379,4
6542,7
5911,1
5382,4
Post Telegrafie Telefonie Omroep en televisie Postcheque- en Girodienst
2691,7 356,3 4218,5 85,2 1478,5
2423,2 326,2 3985,9 80,2 1394,2
2111,7 305,5 3884,7 78,2 1285,0
2026,3 277,7 3520,4 69,4 1055,5
1933,0 250,4 3224,8 62,4 925,3
1739,9 211,2 2849,4 61,9 849,0
Totaal
8830,2
8209,7
7665,1
6949,3
6395,9
5711,4
Aandeel in het verschil tussen ingecalc. en verschuldigde rente: Post Telegrafie Telefonie Postcheque- en Girodienst
23,7 0,1 126,3 5,3
17,7 0,1 94,3 3,9
19,5 0,1 103,4 4,3
Totaal
155,4
116,0
127,3
Exploita tielas ten
7.
0,2
7.
Exploitatiebaten
Het aandeel in het resultaat bedrijfsvoering van de: Post Telegrafie Telefonie Postcheque- en Girodienst Overige lasten
7•
"/,
229,0 69,1 268,7 63,3 0,4
7.
7.
202,8 68,7 287,4 120,3 0,3
7.
263,0 74,5 483,8 117,5 0,2
7.
•1.
14,7 2,4 64,7 2,6
7.
12,2 2,2 60,7 2,9
79,6
73,6
86,2 74,5 416,6 81,1 0,2
42,8 63,5 411,5 40,9 0,3
7.
7.
10,3 2,3 44,0 2,6 54,6
7.
7.
26,8 40,6 301,6 68,3 0,1
Resultaat bedrijfsvoering Rente van fondsen en reserves
171,7 512,0
273,3 496,5
413,0 344,6
486,2 313,4
558,4 258,8
383,6 224,3
Totaalresultaat
683,7
769,8
757,6
799,6
817,2
607,9
15,0
15,0
15,0
15,0
784,6 0,2 0,3
802,2 0,3 0,3
592,9 0,1 0,2
Uitkering aan het Rijk Toevo .ging aan fondsen en reserves uit het totaalresultaat Ten iaste van A V W Als balansmutatie 7.
15,0
15,0
668.7 0,4 0,4
754,8 0,3 0,3
Totale toevoeging aan fondsen en reserves
668,7
7.
754,8
7. 7.
742,6 0,2 0,4
742,0
7. 7.
784,1
•1.
802,2
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400G,nr. 2
7.
592,8
14
Lastenanalyse (in min. guldens) Herziene raming
1980
Personeelslasten Rente Afschrijving Materiaal Diensten door derden Rentevergoeding 3%% heffing
Begroting
Post
Telegrafie
Telefonie
O en T
2048,5 60,7 100,3 75,0 291,6
102,0 31,0 62,9 24,3 25,6
1454,8 589,6 910,4 256,8 443,6
44,2 3,9 6,7 9,9 14,8
—
—
—
—
67,6
11,8
137,6
2643,7
257,6
3792,8
PCGD
Totaal
0,7
780,6 29,3 42,7 57,8 212,4 143,0 12,0
4430,1' 714,5 1123,0 423,8 988,0 143,0 229,7
80,2
1277,8
8052,12
1981
Personeelslasten Rente Afschrijving Materiaal Diensten door derden Rentevergoeding 354% heffing
Post
Telegrafie
Telefonie
OenT
2237,2 65,9 112,1 78,5 376,4
113,2 34,3 71,6 25,3 30,4
1538,0 638,7 1020,9 269,4 462,6
46,5 4,7 7,6 10,2 15,5
—
—
—
PCGD
Totaal
0,7
871,8 31,8 47,8 60,3 223,6 171,5 13,7
4806,7' 775,4 1260,0 443,7 1108,5 171,5 247,7
—
74,3
12,5
146,5
2944,4
287,3
4076,1
85,2
1420,5
8813.5'
Uitkomsten 1976
1
Exclusief investeringsloon. Exclusief pensioenfonds voormalig radiodistributie personeel.
2
De3'/4% heffing (in dzd. guldens) Dienstonderdeel
Begroting 1981
Herziene raming 1980
Uitkomsten 1979
Uitkomsten 1978
Uitkomsten 1977
Post Telegrafie Telefonie Hulpdiensten Centrale Directie Bijzondere bedrijfslasten
90 700 12 000 143 300 676 395 600
81 800 10 962 135 250 675 380 600
71 107 10 314 132 909 532 372 365
67 998 9 281 120 338 659 321 742
65 405 8 335 110 681 635 288 479
58 763 6 986 98 033 549 192 271
Totaal
247 671
229 667
215 599
199 339
185 823
164 794
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
15
V. INVESTERINGEN Voor de realisatie van het investeringsprogram 1981 is een bedrag van f 1452,5 min. nodig. Hierin is begrepen f 100000 voor een kasgeldlening aan de stichting «Personeel-en Kinderfonds PTT», f 1,0 min. voor deelneming in «International Telecommunications Satellite Organization», f 150 000 voor deelneming in de stichting «Nepostel» en f 5,0 min. voor deelneming in «NV Casema». Ten behoeve van de voorbereiding, oprichting, vernieuwing en uitbreiding van bedrijfsmiddelen worden kapitaaluitgaven nodig geacht tot een totaal van f 1446,25 min. De verschillende kapitaaluitgaven worden hieronder nader toegelicht en gespecificeerd. Terreinen en gebouweni
194,4 min. (art. 13 onderdeel a)
Het begrote bedrag is bestemd voor: voortzetting en voltooiing van bouwwerken in uitvoering nieuwe projecten aankoop van terreinen en opstallen uitbreidingen vernieuwing van installaties beveiligingsvoorzieningen postkantoren
f f f f f f
88,6 55,8 10,2 13,8 26,0
min. min. min. min. min.
194,4 min.
Bij de verschillende bedrijfsonderdelen omvat het plan onder meer de volgende projecten: Post De geraamde kapitaaluitgaven zijn nodig voor onder meer de volgende bouwprojecten: Amsterdam-Oosterdok, Arnhem, Bergum, Born, Borne, Boxmeer, Deventer, Egmond aan Zee, Enkhuizen, Enschede-Wesselerbrink, Epe, Goes, Goirle, Gorredijk, Gouda, Groningen-Ulgersmaweg, Haarlem, 's-Hertogenbosch, Hoorn, Kerkrade, Leiden, Lisse, Middelburg, Naaldwijk, Nieuw-Vennep, Noordwijk, Nijkerk, Papendrecht, Roermond, Roosendaal, Rotterdam-Moltzerhof, Rotterdam-stn, Rotterdam-Zuid III, SchiedamKethel, Sittard,Twello, Utrecht, Utrecht-Neude, Utrecht-Roelantdreef, Veenendaal, Veldhoven, Venray, Vught, Winschoten en Wijchen. Telecommunicatie De bedragen zullen worden gebruikt voor het voortzetten van de bouw c.q. de uitbreiding van onder meer 23 eindcentrales en van de bedrijfsruirrv ten te Almere-Buiten, Arnhem-Zuid, Coevorden, Cuyk, Druten, Emmeloord, Emmen-Rietlanden, Hellevoetsluis, 's-Hertogenbosch, Irnsum, Mill, Purmer-Noord, Rotterdam, Rozenburg, Spijkenisse, Terneuzen en ZutphenZuid. Voorts zal in uitvoering worden genomen de bouw c.q. de uitbreiding van 63 eindcentrales en van onder meer de projecten te Amsterdam Post- en Telegraafkantoor, Assen, Dedemsvaart, Dokkum, Goirle, Grave, Hoogezand, Raalte, Roosendaal, Smilde, Tilburg-Reeshof en Utrecht. Overige diensten Ook voor andere dienstonderdelen zal een aantal bouwkundige voorzieningen dienen te worden getroffen. Voor de PCGD zal onder andere de bouw van het codeercentrum te Zwolle worden voortgezet. Tot de bouwkundige projecten behoren voorts een verbouwing van de werkplaats voor de Rijksautomobielcentrale te Groningen en een verbouwing van de vestiging van de Centrale Werkplaats te 's-Gravenhage.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
16
Machines,
werktuigen
en instrumenten
f 24,8 m i n . (art. 13 onderdeel b)
Het bedrag is v o o i namelijk bedoeld voor algemene technische b e n o d i g d heden van de verschillende dienstonderdelen. Wagens en lorries f 1,85 m i n . (art. 13 onderdeel c) Het bedrag is v o o r het grootste deel bestemd v o o r de aanschaften behoeve van de Post van p e r r o n w a g e n s / c o n t a i n e r t r a n s p o r t w a g e n s , rolcontainers en ander (intern) rollend materieel. Automobielen
en motorrijtuigen
f46,0 m i n . (art. 13 onderdeel d)
Het bedrag is o p g e v o e r d v o o r zowel vervanging als uitbreiding van het PTT-wagenpark. De uitbreiding bij Post is n o d i g door het gebruik van containers bij het regionale vervoer en door de verdere motorisering van de besteldienst. Bij T e l e c o m m u n i c a t i e vloeit de uitbreiding v o o r t uit een t o e n e m i n g in de o m v a n g van activiteiten. Kantoormachines! 56,9 m i n . (art. 13 onderdeel e) en Meubilair! 11,2 m i n . (art. 13 onderdeel f) De kapitaaluitgaven v o o r kantoormachines betreffen voornamelijk uitgaven b e n o d i g d voor v e r v a n g i n g van de ponskaart als i n v o e r d o c u m e n t door een slap formulier. Voorts betreffen de kapitaaluitgaven voor kantoormachines v e r v a n g i n g en uitbreiding van diverse soorten bedrijfshulpmiddelen en een verdere uitbreiding van loketterminals o p postkantoren. Het meubilairkrediet is in hoofdzaak voor v e r v a n g i n g bestemd. Machines en mechanische m i n . (art. 13 onderdeel g)
transportinstallaties
voor postbehandeling
f 32,0
Behalve voor uitbreiding van bestaande installaties zullen de gelden w o r den besteed voor de aanschaf van indexeer- en sorteermachines, bundelapparatuur en andere apparatuur ten behoeve van expeditieknooppunten. Andere posttechnische
machines!
6,4 m i n . (art. 13 onderdeel h)
Voor het doen van verkeersmetingen op expeditieknooppunten zal w o r den verder gegaan met het plaatsen van elektronische tellers en bijbehorende miniprocessors. Daarnaast zullen aan de loketten de mechanische w e e g werktuigen door digitale weegapparatuur w o r d e n vervangen. Brievenbussen, deel i)
postbussen
en postautomaten!
3,1 m i n . (artikel 13 onder-
Voortgegaan w o r d t met de v e r v a n g i n g en uitbreiding van brievenbussen, postbussen, postzegelautomaten, geldwisselautomaten, geldtelmachines, frankeermachines, zegelafgifte-apparaten en tijdstempelklokken. Telegrafie!
92,8 m i n . (artikel 13 onderdelen j , k, I, m en n)
Dit bedrag is v o o r r u i m 6 0 % nodig o m aan de vraag naar telexaansluitingen te kunnen v o l d o e n ; de overige 4 0 % is vrijwel geheel bestemd voor het aansluiten van eindapparatuur o p het datanet DN 1. De verdeling is als v o l g t :
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
17
a. telegraafcentrales b. telegraaftransmissie-apparatuur c. verreschrijvers en toebehoren bij aangeslotenen d. datacommunicatie e. viditel
Centrale inrichting
telefoniei
f f f f f
13,8 4,9 40,2 31,9 2,0
f
92,8 min.
min. min. min. min. min.
451,2 m i n . (artikel 13 onderdeel o)
Het begrote bedrag is als volgt s a m e n g e s t e l d : — Lokale voorzieningen Uitbreiden met 406 000 nrs. Uitwisselen van 206 000 nrs.
f f
— Interlokale voorzieningen Uitbreiden met 2 100 ingangen Uitwisselen van 230 ingangen
f f
242,0 m i n . 121,7 min. f
363,7 min
f f f
40,0 min 7,6 min 16,2 min
f
23,7 m i n .
f
451,2 min.
35,2 min. 4,8 m i n .
— Internationale voorzieningen — Stroomvoorzieningen — Overige apparatuur voor sirene-net BB, politienet, beheerssysteem voor semielektronische centrales, e.d.
In 1981 zullen de v o l g e n d e grote projecten w o r d e n gestart: - het inrichten met semi-elektronische systemen van Rotterdam-Zuid, Dordrecht-Sterrenburg, Purmerend en Lelystad-Zuid; - het vervangen van centrales Breda-C, Breda-Burgst, Tilburg-C en Laren door semi-elektronische apparatuur. Interlokale
verbindingsmiddelen^
110,0 m i n . (artikel 13 onderdeel p)
Dit krediet is als v o l g t gespecificeerd: a. b. c. d.
interlokale kabels versterkerinrichtingen straalverbindingen voorzieningen t.b.v. de omroep
f f f f f
a. Interlokale
18,3 61,2 30,4 0,1
min. min. min. min.
110,0 min.
kabels
Voor het leggen van circa 450 km laagfrequent kabel v o o r het secundaire net is een bedrag van f 12,7 m i n . n o d i g , terwijl v o o r de uitbreiding van het draaggolfnet met ongeveer 19 km f 1,2 m i n . is vereist. Tevens zal er in 1981 34 km If-dubbelkabel w o r d e n gelegd, w a a r v o o r f 1,7 m i n . nodig is. V o o r d e uitvoering van diverse w e r k z a a m h e d e n , zoals het m o n t e r e n , en afwerken van kabels, alsmede het i n b o u w e n van signaalversterkers is een bedrag van f2,7 min. opgenomen. b.
Versterkerinrichtingen
De kosten v o o r uitbreiding van de getransistoriseerde 4 kHz-eindapparatuur met 1220 groepeinden w o r d e n g e r a a m d op f 23,1 m i n . Voor het beschakelen van de geïnstalleerde en/of nog te installeren straalv e r b i n d i n g e n is een bedrag van f 3,4 m i n . begroot. De toepassing van PCM-transmissie op laagfrequent kabel vergt f 8,2 m i n . , op verbindingskabels f 3,8 m i n . Voor de u i t b r e i d i n g van v e r b i n d i n g s m o g e l i j k h e d e n van het draaggolfnet is f 2,7 m i n . n o d i g , t e r w i j l v e r b i n d i n g e n ten behoeve van het continentale
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
18
plat en het calamiteitennet f 1,4 m i n . v r a g e n . De kosten van data-apparatuur, meetapparatuur, muziekapparatuur, s t r o o m v o o r z i e n i n g s a p p a r a t u u r e n dergelijke bedragen f 10,7 m i n . Voor het project beheer en registratie van het interlokale en internationale transmissienet is v o o r l o p i g f 1,2 m i n . o p g e n o m e n . De post lonen en diensten w o r d t g e r a a m d o p f 6,7 m i n . c.
Straalverbindingen
De uitbreiding van het koppelnet en internationaal net met 1 straal van 1800 kanalen en 2 stralen van 2700 kanalen vergt een bedrag van f 1,7 m i n . Voor de uitbreiding van de aanvoer- en verdeelnetten met 6 stralen van 900 kanalen is een bedrag van f 1,8 m i n . vereist. Voor telecommunicatievoorzieningen o p het continentale plat is een bedrag nodig van f 1,2 m i n . De b o u w en installatie van een platform ten behoeve van een straalverbinding over de Noordzee kost f 15,3 m i n . De structuurwijziging van het o m r o e p n e t vraagt een bedrag van f 1,7 m i n . De kosten v o o r v e r v a n g i n g van het inter a-net w o r d e n begroot op f 4,4 m i n . , terwijl de o m b o u w van het escortenetf 1,0 m i n . vergt. Voor apparatuur ten behoeve van het calamiteitennet is f 1,0 m i n . opgenom e n . Voor aanschaf van apparatuur v o o r v e r v a n g i n g w e g e n s defect is een bedrag van f 2,3 m i n . n o d i g . d. Voorzieningen
ten behoeve
van de
omroep
Voor aanschaf van reportage-apparatuur, hulpapparatuur en een c o m mando- en meldsysteem ten behoeve van de f m - d zender Roosendaal is een bedrag van f 0,1 m i n . o p g e n o m e n . Lokale kabels telefonie!
209,4 m i n . (artikel 13 onderdeel q)
Het bedrag is bestemd v o o r : a. het uitbreiden van de lokale verbindingskabelnetten. Deze uitbreiding is noodzakelijk door de v o o r t g a a n d e groei van hettelefoonverkeer, de t o e n e m e n d e behoefte aan bijzondere v e r b i n d i n g e n en het stichten van nieuwe telefooncentrales; b. het aanleggen van koppelnetten v o o r kabel-TV, w a a r m e e aan de vraag naar hoogfrequent transport kan w o r d e n v o l d a a n ; c. het leggen van voedingskabels tussen de telefooncentrales en kabelverdelers o m aan de vraag naar telefoonaansluitingen te v o l d o e n ; d. het leggen van kabelnetten voor nieuw te b o u w e n w o n i n g e n ; e. het uitbreiden en/of vervangen van de kabelnetten in de bestaande beb o u w i n g e n , waar de voorzieningen ontoereikend zijn ten opzichte van de verwachte v r a a g ; f. het o m b o u w e n van kabelnetten noodzakelijk d o o r de stichting van nieuwe of het vervangen van oude telefooncentrales; g. het vervangen van kabels noodzakelijk door wegreconstructies; h. het vervangen van kabels, die technisch v e r o u d e r d zijn. Toestellen f 104,3 m i n . (artikel 13 onderdeel r) Het geraamde bedrag is nodig o m : a. de nieuwe aansluitingen en huistelefooninstallaties te voorzien van toestellen en nevenapparatuur; b. het bestand op reeds bestaande aansluitingen te kunnen uitbreiden; c. de vervanging van niet meer te reviseren toestellen te realiseren.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
19
Huisteleioon-
en signaalinrichtingeni
55,7 m i n . (artikel 13 onderdeel s)
Het bedrag kan als v o l g t onderverdeeld w o r d e n : a. serie-installaties b. lijnkiezerinstallaties c. huistelefoonautomaten d . bijzondere huistelefonie + signaalinrichtingen
f f f f
11,7 4,1 30,6 9,3
min. min. min. min.
A d a en b. Deze bedragen zijn bestemd v o o r de kleinere installaties waaronder ook de nieuwe semi-elektronische apparatuur. A d c. Het bedrag dient ter financiering van de grotere huistelefooninstallaties, w a a r o n d e r de SE 25. A d d. Deze post is v r i j w e l geheel bestemd v o o r de b o u w van het PTTalarmcommunicatiesysteem. Cellen f 7,4 m i n . (artikel 13 onderdeel t) Dit bedrag is nodig v o o r het plaatsen van nieuwe cellen en het v e r v a n g e n van munttoestellen in bestaande cellen. Mobilofoon/Semafoon
f 29,8 m i n . (artikel 13 onderdeel u)
Het g e r a a m d e bedrag kan als volgt w o r d e n gespecificeerd: a.
mobilofoondienst uitbreiding/vervanging uitbreiding/vervanging b. semafoondienst uitbreiding/vervanging uitbreiding/vervanging dienst)
openbare netten niet-openbare netten
f f
7,9 m i n . 14,8 min.
interlokale semafonnr'inr^t stadsoproep (lokale semafoon-
f
5,6 min.
f
1,5 min.
f
29,8 min.
Totaal
Zend- en ontvanginrichtingeni
4,7 m i n . (artikel 13 onderdeel w)
Voor het t e l e f o o n b e d i e n i n g s s y s t e e m van het kuststation U m u i d e n is f 2,4 m i n . g e r a a m d , t e r w i j l de integratie van de m a r i f o n i e b e d i e n i n g op dit systeem f 1,0 m i n . vergt. Voor de v e r v a n g i n g van zenders te Kootwijk en de aanschaf van 2 antenne-installaties is een bedrag van f 1,3 m i n . n o d i g . Grondstation
Burumi
2,8 m i n . (artikel 13 onderdeel x)
De u i t b r e i d i n g van zendketens ten behoeve van BU 2 en het inrichten met sc/pc ten behoeve v a n dataverkeer zal een bedrag van f 2,2 m i n . v e r g e n . Voorts zal de aanschaf van processoren ten behoeve van «spade» f 0,4 m i n . vereisen. Voor de uitbreiding van het aantal ontvangkanalen, het aanpassen van h u l p a p p a r a t u u r , dienstkanalen, en dergelijke is een bedrag van f 0,2 m i n . nodig. inventaris
kantines f 1,4 m i n . (artikel 13 onderdeel y)
Het krediet betreft v o o r z i e n i n g e n v o o r uitbreiding en v e r v a n g i n g .
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 G, nr. 2
20
VI. DE ONTWIKKELING OP MIDDELLANGE TERMIJN § 1 . Post 1. Ontwikkeling
van de vraag
De vraag naar vervoersdiensten van de Post zal naar v e r w a c h t i n g in de kom e n d e jaren nog verder t o e n e m e n . Voor het jaar 1990 w o r d t de o m v a n g van het binnenlandse postverkeer geraamd o p ongeveer 5200 m i n . stuks. Deze r a m i n g behelst een t o e n e m i n g van ca. 2 5 % ten opzichte van 1980. Bij deze prognoses is rekening gehouden met een v e r m i n d e r i n g van de e c o n o m i sche groei en met gevolgen van de invoering van nieuwe technische c o m municatiemiddelen. 2.
Organisatie
De aangevangen reorganisaties in het postale verkeersbedrijf zullen in de k o m e n d e jaren w o r d e n afgerond. H o o f d p u n t e n van de n i e u w e structuur zijn de concentratie van expeditie- en bestelwerkzaamheden, alsmede het gebruik van speciale posttreinen voor de s p o o r w e g v e r b i n d i n g e n . In de eerste helft van 1980 is het inbrengen van de postcode in adresbestanden met hulp van de PTT v o l t o o i d . Van de post die door m i d d e l van adresbestanden w o r d t geadresseerd, is nu dan ook v r i j w e l 100% van de postcode voorzien. Bij de overige post ligt het percentage lager, maar niettem i n bedroeg medio 1980 de totaalscore reeds 85% en zal begin 1981 de 9 0 % w o r d e n bereikt. Dit positieve resultaat maakt het mogelijk in de postale sorteerprocessen (zowel aan de verzendzijde als bij de diverse sorteringen ter v o o r b e r e i d i n g van de bestelling) geleidelijk over te schakelen op soorteersystemen volgens de postcode. Tot dusver is dit slechts incidenteel geb e u r d , afhankelijk van plaatselijk en/of tijdelijke situaties. Voor het betrokken personeel zijn deze veranderingen zeer i n g r i j p e n d . Zij vinden dan ook - mede in het belang van de kwaliteit van de dienstuitvoering - uiterst geleidelijk plaats, en vooral ook in goed overleg met de betrokkenen. Dit alles w i l niet zeggen dat van de postcode nu nog geen relevant gebruik w o r d t gemaakt. Integendeel. Niet alleen is de door grootgebruikers verzonden partijenpost (méér dan de helft van alle post) op basis van de postcode gesorteerd en van bundeladressering v o o r z i e n ; ook de door de Post zelf verzorgde bundelsortering, de belading en labeling van containers en dergelijke zijn reeds volledig op de postcode geënt. Ten slotte w o r d t de postcode gebruikt als invoergegeven v o o r de automatische briefpostsortering, waarmee in A m s t e r d a m een praktijkproef w o r d t g e n o m e n . Voor de loketdiensten blijft het streven gericht op het aantrekken van nieuw e diensten, zowel ten behoeve van de PTT zelf als van externe instanties. Door de invoering van terminals zal de dienstverlening aan de loketten worden verbeterd. Veel aandacht en kosten w o r d e n besteed aan de vereiste bev e i l i g i n g . Zoveel mogelijk zal w o r d e n v o o r k o m e n , dat deze het dienstbetoon nadelig beïnvloedt. § 2. Telecommunicatie 1. Commerciële
aspecten,
produktvernieuwing
De betekenis van t e l e c o m m u n i c a t i e v o o r de samenleving is groot en neemt nog v o o r t d u r e n d toe. Het is v a n essentieel belang dat de PTT door tijdige participatie in staat w o r d t gesteld sturend bij te dragen aan ontwikkelingen o p t e l e c o m m u n i c a t i e g e b i e d in nationaal en internationaal verband. Bovendien is het tijdig deelnemen en deelhebben in deze ontwikkelingen voor de PTT noodzakelijk o m de continuïteit van het telecommunicatiebedrijf te verzekeren en de werkgelegenheid veilig te stellen. In dit verband bestaat
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
21
een v o o r t d u r e n d streven tot v e r n i e u w i n g van bestaande en o n t w i k k e l i n g van nieuwe p r o d u k t e n . Dit geldt zowel v o o r de zakelijke als v o o r de particuliere markt. Voor de zakelijke markt levert de PTT v o o r a l inspanningen op de volgende gebieden: - bedrijfstelefooncentrales - d o o r de installatie van m o d e r n e c o m p u t e r bestuurde versies; - d a t a c o m m u n i c a t i e - onder meer d o o r de beschikbaarstelling van een openbaar geschakeld datanet; - telex - door v e r b e t e r i n g / v e r n i e u w i n g van het assortiment; - facsimile - d o o r het verzorgen van zowel een openbare faxdienst als een abonnee-faxdienst; - mobiele t e l e c o m m u n i c a t i e - door de stadsoproep in te voeren in meer regio's en door de o p b o u w van het autotelefoonnet. Bij de benadering van de zakelijke markt staat centraal: het gestalte geven aan het individuele persoonlijke klantencontact. Daarbij w o r d t voldaan aan de adviesbehoefte van de klant en de informatiebehoefte van de PTT. Met name voor het m i d d e n - en kleinbedrijf kan de PTT dienst doen als i n t e r m e d i air op informatie- en t e l e c o m m u n i c a t i e g e b i e d . Bij de benadering van de particuliere markt staat centraal: de a f s t e m m i n g van de te leveren telefooninstallatie op abonneekenmerken, zoals w o o n o m standigheden, gezinssamenstelling en eventuele uitoefening van het beroep aan huis. Beoogd w o r d t dat de gebruiker de voorziening te allen tijde e e n v o u d i g zal kunnen aanpassen aan zich w i j z i g e n d e o m s t a n d i g h e d e n . Aan dit streven zal gestalte w o r d e n gegeven d o o r onder andere: - ruimere v o o r a a n l e g , dan w e l v o o r b e r e i d i n g van de installatie; - toepassing van a f h a a l p r o d u k t e n ; - uitbreiding van het toestellenassortiment met toestellen met verschillende functies (onder meer druktoetskiezen); - v e r e e n v o u d i g d e aanleg. Op het gebied van p r o d u k t - e n faciliteitenvernieuwing zijn te n o e m e n : - de invoering van een t w e e t a l nieuwe t y p e n telefoontoestellen; - de praktijkproef b e j a a r d e n a l a r m e r i n g ; - de t e l e c o m m u n i c a t i e v o o r z i e n i n g e n v o o r gehandicapten (onder meer de levering van teksttelefoons op proef). In verscheidene landen zijn activiteiten gestart op het gebied van v i e w d a ta. De PTT levert hieraan een belangrijke bijdrage door haar m e d e w e r k i n g aan een praktijkproef met v i e w d a t a . Dit gebeurt onder de naam Viditel. 2. Technische
ontwikkeling
Op het gebied van de technische middelen (centrales en transmissie) zal geleidelijk w o r d e n overgegaan tot het gebruik van digitale technieken. Hiermee sluit de PTT aan o p de algemene ontwikkeling van de t e l e c o m m u n i c a tie- en i n f o r m a t i e t e c h n o l o g i e . In dit kader past tevens het plan o m op lange t e r m i j n in een zeer geleidelijk t e m p o de huidige conventionele telefooncentrales te vervangen. Slechts dank zij deze ontwikkelingen zal de PTT haar klanten de gewenste kwaliteit kunnen blijven bieden. Door de geleidelijkheid zal de organisatie b o v e n d i e n niet belast w o r d e n met snelle overgangen van technieken. De nieuwe technieken vereisen m i n d e r o n d e r h o u d dan de c o n ventionele systemen. Dit leidt t o t een v e r m i n d e r i n g van het aantal arbeidsplaatsen. Zo mogelijk zal dit verlies ondervangen w o r d e n door de invoering van de e e r d e r g e n o e m d e nieuwe diensten en m i d d e l e n . O m s c h o l i n g van het personeel zal dan echter w e l n o d i g zijn.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 4 0 0 G , n r . 2
22
Telefoonaansluitingen In de komende jaren moet rekening worden gehouden met een verzadiging van de groei van de telefoonaansluitingen (zie tabel):
Bruto-vraag Bruto-prod. Netto-vraag Netto-prod. Geregistr. aanvr.
1980
1981
1982
1983
1984
605 630 250 278 116
610 630 245 263 96
615 630 235 250 72
615 630 215 230 53
620 620 200 200 53
De vraag naar telefoonaansluitingen is gedurende de jaren 1978 en 1979 al enigszins achtergebleven bij de verwachting. Dit is mede het gevolg van de tegenvallende economische ontwikkeling. Vooral het achterblijven van de woningproduktie heeft de vraag nadelig beïnvloed. De produktie van telefoonaansluitingen is uiteraard afgestemd op de nu verwachte vraag, en op een redelijke afbouw van het aantal geregistreerde aanvragen, totdat het niveau van de normale werkvoorraad is bereikt. § 3. Gelddiensten 1. Versterking
marktpositie
In de komende jaren zullen de PCGD en de RPS blijven streven naar een stelselmatige verbetering van de bestaande marktpositie. Middelen om deze doelstelling te bereiken zijn onder andere: - versterking van de bestaande marktaandelen, met handhaving van sparen, gireren en particuliere kredietverlening als de hoofdprodukten van het bedrijf. Voor zover dat binnen het wettelijk kader mogelijk is, zal worden gestreefd naar verbreding en versterking van deze hoofdprodukten. In de retailsector wordt voorzien in de uitbreiding van uitbetalingsmogelijkheden in binnen- en buitenland met reischeques, debet/creditcards en aan- en verkoop van vreemde valuta. Versterking zal voornamelijk worden bereikt door prijsconcurrentie; - instandhouding van voldoende solvabiliteit, met inachtneming van normaal te stellen eisen aan liquiditeit en rentabiliteit. De rentabiliteit dient in principe van een vergelijkbaar niveau te zijn als die van andere financiële instellingen (vóór belastingbetaling); - toedeling van eventuele overwinst aan de cliënten; - versterking van het relatief goedkope produktie- en distributieapparaat. Voorde kassiersdiensten zal gebruik worden gemaakt van de postkantoren, postagentschappen en de kaskantoren en agentschappen van de voormalige gemeentegiro van Amsterdam. De particuliere en zakelijke adviesverlening zal primair op de districtskantoren dienen plaats te vinden. 2. Technische verbeteringen Ter bevordering van de continuïteit zullen de nodige technische vernieuwingen worden ingevoerd. In onderzoek zijn de plaatsing van eindapparaten (terminals) op de postkantoren en elders, de verandering in de wijze van invoer via encoders, de deelneming aan Viditel en de verdergaande decentralisatie van de gegevensverwerking.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
23
§ 4. Marktontwikkeling In het onderstaande overzicht w o r d t van een aantal belangrijke verkeerscategorieën de verwachte o n t w i k k e l i n g voor de periode 1981 t / m 1985 weergegeven. Overzicht ontwikkeling verkeer
Eenheid
1981
1982
1983
1984
1985
Post
Losse post Brieven/briefkaarten Drukwerken Pakjes
min. min. min.
1 136
1 177
1 212
1 243
1 270
365 49
370 49
375 50
380 50
385 51
Totaal
min.
1 550
1 596
1 637
1 673
1 706
Brieven/briefkaarten Dagbladen/periodieken Overige partijenpost
min. min. min.
1 202
1 233
1 255
1 274
1 290
726 862
736 888
741 890
746 907
751 925
Totaal
min.
2 790
2 857
2 886
2 927
2 966
min.
4 340
4 453
4 523
4 600
4 672
Partijenpost
Totaal binnenlandse
briefpost
Telegrafie Nettovraag telexaansluitingen Aantal telexaansluitingen uit.
1 000 1 000
2,2
2,2
2,1
2,0
2,0
35,5
37,7
39,8
41,8
43,9
Telefonie Nettovraag telefoonaansluitingen Aantal telefoonaansluitingen uit. Toeneming aantal aansluitingen Totale aanleg telefoonaansluitingen Geregistreerde aanvragers uit. Lokale gesprekken Interlokale gesprekken Internationale gesprekken
245
235
215
200
180
5 142
5 392
5 622
5 822
6 002
263 630 96
250 630 72
230 630 53
200 620 53
180 620 53
2 868 2 244
3 003 2 360
3 126 2 473
3 248 2 587
3 370 2 690
96
107
119
130
142
1 000 min.gids. min.
4 675 18 200
4 755 19 400
4 820 20 600
4 875 21 900
4 920 23 200
712
718
727
734
740
1 000 min.gids. min.gids.
6 360 17 179
6 350 18 754
6 340 20 439
6 300 22 214
6 350 23814
570
580
590
600
610
1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 min. min. min.
Postcheque en Girodienst Aantal girorekeningen uit. Saldotegoed gemiddeld Aantal transacties R ijkspostspaarbank Aantal spaarrekeningen Inleggerstegoed gemiddeld Spaarverschil (excl. bijgeschr. rente)
§ 5. Sociale aspecten Enkele belangrijke actiepunten van het sociale beleid voor de periode 1981-1985 zijn: - De sociale deskundigheid van zowel lijn- als staffunctionarissen zal verder w o r d e n versterkt. - Onderzoeken naar bijzonder belastende o m s t a n d i g h e d e n in de arbeidssituatie zullen w o r d e n voortgezet, v o o r a l v o o r het middenkader, v o o r taken met w e i n i g afwisseling en v o o r werk met een repeterend karakter. Nagegaan zal w o r d e n of verbetering door toepassing van ergonomische principes mogelijk is.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
24
- Aan de verrijking en verdieping van het overleg met de Bijzondere Commissie en het overleg per hoofddirectie zal verder inhoud worden gegeven. Op grond van de resultaten van onderzoek naar de stand van zaken in het werkoverleg zullen aanbevelingen worden opgesteld voor verbetering van dit overleg. - De bestaande methodes en procedures van functiewaardering zullen, onder meer op de elementen doorzichtigheid en overdraagbaarheid worden aangepast. Voor de vaststelling van het functieniveau op centraal en decentraal niveau zullen nieuwe richtlijnen en mogelijkheden worden ontwikkeld. Op basis van verricht evaluatie-onderzoek zal worden nagegaan onder welke omstandigheden andere elementen dan functiewaardering een rol spelen bij de vaststelling van de beloning. De criteria en uitgangspunten hiervoor zullen opnieuw worden geformuleerd. - Personeelsplanningsystemen zijn nodig voor een tijdig en goed inzicht in de behoefte aan arbeidscapaciteit op verschillende niveaus. Zij zullen dan ook verder worden uitgebouwd. Vastgesteld zal worden aan welke sociale eisen deze systemen moeten voldoen. Voor zowel het middelbaar als het hoger gekwalificeerd personeel zal in de komende jaren extra werving moeten plaatsvinden om knelpunten in de vacaturevoorziening op te vangen. - Verwacht mag worden dat, zowel vanuit de maatschappij als van de kant van het PTT-personeel, steeds meer druk zal worden uitgeoefend om deeltijdarbeid op verschillende niveaus te scheppen. In samenwerking met de operationele hoofddirecties zal de hoofddirectie Personeelszaken de criteria hiervoor uitwerken. - Voor de professionalisering van taken op het gebied van onderwijsvorming en training, alsmede voor de opbouw van en de samenhang tussen functieprofielen (stratificatie) zullen criteria worden vastgesteld. De stageverlening staat sterk in de belangstelling. De hoofddirectie Personeelszaken zal een beleidsplan uitwerken voor verbetering van de externe stageverlening en de functionele begeleiding van stagebegeleiders en mentoren. - Aandacht zal worden besteed aan de personele hulpverlening aan individuele medewerkers. Nagegaan wordt, of - afgezien van de formele beroepsprocedures - voor geschillen een gestructureerd klachtrecht moet worden ingevoerd. Personeelsbeleid voor jongeren De PTT neemt jaarlijks ongeveer 3000 schoolverlaters (van allerlei opleidingen) in dienst. De groep jongeren is dus voor de PTT een belangrijke wervingsbron. Gezien ook het algemeen maatschappelijk belang van deze werving in de huidige werkgelegenheidssituatie, heeft de PTT nader onderzoek verricht naar de positie van jeugdigen op de arbeidsmarkt en naar de werving bij de PTT en andere bedrijven. Uit dit onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: a. bij een ongewijzigd beleid kan worden verwacht, dat het aandeel van de groep werknemers tot 25 jaar bij de PTT gelijk zal zijn aan, of hoger zal liggen dan het aandeel van deze categorie in de totale beroepsbevolking. Naar de stand van 1 januari 1980 was 27% van het totale PTT-personeel (volledige dagtaken + deeltijdwerkers) jonger dan 25 jaar; bij de totale beroepsbevolking vormde deze groep slechts 22%. Van de in 1979 bij de PTT in dienst getreden personen was 68% jonger dan 25 jaar; b. een tweede conclusie is, dat de PTT zich in het verleden (en met name in de laatste jaren) vooral heeft gericht op jongeren voor wie volgens allerlei gegevens een verhoogd werkloosheidsrisico bestond. Ze zal dat in de naaste toekomst blijven doen. Als regel geldt, dat de werving gericht wordt op het vooropleidingsniveau dat voor een functie is vereist. 44% (circa 2800) van de nieuw geworven medewerkers met een volledige taak behoorden tot de onderwijscategorie LO/MAVO 3. De PTT zal overigens bijzondere aandacht blijven geven aan de groep van partieel leerplichtigen. Een deel van deze categorie wordt aangeworven in
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400G, nr. 2
25
het kader van leerlingstelsels. Daarbij is de partiële leerplicht (veelal via een vormingsinstituut) in de opleiding verwerkt. Bij sommige dienstonderdelen kan echter niet met een leerlingstelsel worden gewerkt. Voor zover de opleiding in deze onderdelen groepsgewijze plaatsvindt, wordt zoveel mogelijk getracht een aparte groep partieel leerplichtigen te vormen. Daardoor kan aan de eisen van de partiële leerplicht worden voldaan. Slechts in gevallen waarin dit niet mogelijk is, moet vrijstelling worden gevraagd. Indien partieel leerplichtingen solliciteren naar PTT-functies waarvoor de opleiding niet groepsgewijs plaatsvindt, wordt nadrukkelijk gestreefd naar organisatorische oplossingen voor de vervulling van de partiële leerplicht. § 6. Investeringen Op basis van het in de vorige paragrafen uiteengezette beleid kunnen de voor de periode 1980 t/m 1985 benodigde investeringsmiddelen, in volume gemeten, als volgt nader worden gespecificeerd. Kapitaaluitgaven 1980 t / m 1985 (prijspeil 1980) in min. gld.
1980
I.
Telecommunicatie
A.
Lokale voorzieningen
Verkeersvoorzieningen
1984
1985
212 108
202 99
231 97
245 95
246 88
244 88
441 118
427 106
381 112
371 91
390 93
394 94
75 50 4 29
64 53 7 18
69 90 7 20
70 96 8 21
62 95 8 22
64 94 8 22
110
88
92
81
83
82
52
28
29
32
29
30
78 43
63 52
72 56
80 61
88 51
85 50
71
76
71
75
65
66
34 43
44 43
38 44
37 48
39 54
40 54
1468
1370
1409
1411
1413
1415
50
-
-
-
-
-
1518
1370
1409
1411
1413
1415
Diversen
Gebouwen Huistelefonie Cellen Bedrijfsmiddelen D.
1983
Telefonie
Centrale inrichtingen Interlokale verbindingsmiddelen C
1982
Telefonie
Lokale kabels Toestellen B.
1981
Telegrafie
E. Mobilofonie,
Semafonie en radio
II. Post Gebouwen Posttechnische voorzieningen III.
PCGD
IV. Overige dienstonderdelen Auto's
Voorzieningen ten behoeve van spreidingsactiviteiten
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
26
Balans van de PTT-diensten per 31 december 1979' Omschrijving
Omschrijving in duizenden guldens
in het bedrijf werkzame activa: bedrijfsmiddelen in gebruik daarop afgeschreven bedrijfsmiddelen in uitvoering totaal bedrijfsmiddelen deelnemingen verstrekte leningen belegd pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel voorraden debiteuren bedrijfsmiddelen op lease-contract buitenlandse administraties h/r buitenlandse administraties o/r geldmiddelen
23 225 096 10 152 443
in duizenden guldens
1 7 fi7n (\r~n I J U / i DDJ
372 309
13 444 962 12 505 4 920
in het bedrijf werkzaam vermogen: kapitaal verstrekt door het Rijk verminderd met de normale aflossingen daarop extra afgelost wegens afschrijving op vervangingswaarde kapitaalschuld aan het Rijk herwaardering bedrijfsmiddelen herwaardering voorraden
9 853 382 2 621 282 7 232100 6 661 194 94 792 6 755 986
10 525 1 371 13
133 699 480 696
54 231 198 664 695 432
pensioenfonds voormalig radiodistributiepersoneel crediteuren crediteuren wegens lease-verplichtingen buitenlandse administraties h/r buitenlandse administraties o/r Ri jkspostspaarban k saldo in rekening-courant met PCGDen Rijk: PCGD schuld/vordering ministerie van Financiën
10 133 850 068 12 42 325 11
752 080 737 254
1 491 760 -400148 1 091 612
totaal niet in het bedrijf werkzame activa: bij het Rijk belegd(e) reserve dekking brandschade, automatiseringsfonds, algemene reserve en vernieuwingsfonds
16 331 722
5 224 364
16 331 722 niet in het bedrijf werkzaam vermogen: reserve brandschade 79 013 automatiseringsfonds 21 440 algemene reserve 766 506 vernieuwingsfonds 4 357 405 5 224 364
totaal
21 556 086
totaal
21 556 086
1 Exclusief Postcheque- en Girodienst en Rijkspostspaarbank
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
27
Balans van de Postcheque en Girodienst per 31 december 1979 Omschrijving
Omschrijving in duizenden guldens
in het bedrijf werkzame activa: liquide middelen kasmiddelen De Nederlandsche Bank nv rekening-courant
25 372 2 093 1 491 760 1 519 225
debiteuren lopende rente van de beleggingen diversen rekeninghouders beleggingen op korte termijn daggeldleningen schatkistpapier kasgeldleningen rijksschatkist overige
in duizenden guldens in het bedrijf werkzaam vermogen: kapitaal verstrekt door het Rijk verminderd met de normale aflossing daarop extra afgelost wegens afschrijving op vervangingswaarde herwaardering bedrijfsmiddelen crediteuren rekeninghouders
437 045 21 008
182 937 38 124 144 178 32 16 168
813 138 392 253
458 053 119 658 12 174 359 801 15
000 000 250 700 357 1 362 307
beleggingen op lange termijn obligaties onderhandse leningen
890 949 11 850 453 12 741 402 494
voorraden bedrijfsmiddelen bedrijfsmiddelen in gebruik daarop afgeschreven
481 865 165 580
bedrijfsmiddelen in uitvoering
316 285 6 172 322 457
16 523 596
16 523 596 niet in het bedrijf werkzame activa: belegde reserve koersverschillen totaal
638 039 17 161 635
niet in het bedrijf werkzaam vermogen: reserve koersverschillen totaal
Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400G, nr. 2
638 039 17 161 635
28
RIJKSPOSTSPAARBANK Voor 1981 wordt het spaarverschil, dat is het saldo van inleggingen en terugbetalingen, geraamd op f 570 min. Met inbegrip van de over 1981 bij te schrijven rente zal het spaartegoed toenemen tot f 19 100 min. Op het gebied van de beleggingen wordt een lichte teruggang in de vraag •naar hypotheken verwacht. De vraag naar consumptief krediet zal nog toene men. Het aan het eind van het jaar uitstaande bedrag aan hypotheken zal naar schatting f7000 min. bedragen, terwijl het consumptief krediet zal stijgen tot f 1140 min. Ook in het begrotingsjaar zullen de rentetarieven worden aangepast aan de ontwikkelingen van de geld- en kapitaalmarkt. De totale opbrengst van de beleggingen wordt voor 1981 geschat op f1647 min. tegen f 1495 min. in 1980. De aan spaarders te vergoeden rente zal naar schatting gaan toenemen van f990 min. in 1980 tot f 1060 min. in 1981. De administratiekosten zullen, mede onder invloed van stijgingen van het loon- en prijsniveau, oplopen van f 209 min. in 1980totf 233 min. in 1981. De gemiddelde personeelssterkte zal met 20 jaartaken stijgen tot 991 jaartaken in 1981. Als gevolg van de voortgaande giralisering van het spaarverkeer vertoont het aantal spaarhandelingen via de postkantoren een dalende lijn. Het aantal te verzenden brieven daarentegen zal, met name als gevolg van de ontwikkelingen in het particuliere krediet, verder toenemen. In totaal zal het bedrag van aan het Postbedrijf uit hoofde van vervoers- en loketdiem sten te betalen vergoedingen stijgen van f 44,2 min. in 1980 tot f 46,3 min. in 1981. Ook de overige administratiekosten zullen stijgen, zowel als gevolg van uitbreiding van activiteiten als door de veronderstelde stijgingen van het prijspeil. Het totaalresultaat - uiteraard sterk afhankelijk van, niet goed voorspelbare, ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt" zal per saldo uitkomen op f 378 min. Ten opzichte van 1980 betekent dit een stijging van ca. f 60 min. De RPS is van 1 januari 1978 af onderworpen aan de vennootschapsbelasting, overeenkomstig de regels die voor belastingheffing bij de Bondsspaarbanken gelden. Dit houdt in dat het exploitatieresultaat dat aan het spaartegoed kan worden toegerekend, onder de zogenaamde spaarbankvrijstelling valt. Van het berekende totaalresultaat van f378 min. zal als gevolg hiervan naar schatting f 50 min. voor de vennootschapsbelasting worden belast. Het bedrag van f 5 min. voor de aanschaffing van bedrijfsmiddelen is bestemd voor de aanschaf van kantoormachines, meubilair en overige benodigdheden.
Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
29
Balans van de Rijkspostspaarbank per 31 december 1979 Omschrijving
Omschrijving in duizenden guldens
liquide middelen g i r o en kasmiddelen rekening-courant met PTT banken debiteuren lopende rente van de beleggingen diverse
56 805 11 254
9 995 78 054
462 546 25 672 488 218
beleggingen op korte termijn daggeldleningen schatkistpapier kasgeldleningen overige
32 92 897 294
500 000 789 179
in duizenden guldens reservefonds herwaardering bedrijfsgebouwen voorzieningen m e t betrekking tot beleggingspanden met betrekking tot consumptief krediet toevertrouwde middelen crediteuren vennootschapsbelasting diverse crediteuren
1 862 271 44 136 14 360 8 374 22 734 15 866 259 8 748 43 599 52 347
1 316468 beleggingen op lange termijn obligaties onderhandse leningen hypotheken aan particulieren consumptief krediet aandelen onroerend goed
1 286 048 8 119 479 5 361 782 666 230 59 713 210 077
bedrijfsmiddelen afschrijving bedrijfsmiddelen
312 668 50 990
15 703 329
261 678 totaal
17 847 747 totaal
17 847 747
De Minister van Verkeer en Waterstaat, D. S. Tuijnman
Tweede Kamerzitting 1980-1981,16 400 G, nr. 2
30