Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1987-1988
20407
Verslag van een bezoek van een delegatie van de vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken aan Brazilië, Argentinië, Chili en Venezuela
Nr. 4
VERSLAG V A N EEN M O N D E L I N G OVERLEG Vastgesteld 19 mei 1988 De vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken' heeft op 27 april 1988 mondeling overleg gevoerd met de minister van Buitenlandse Zaken over het verslag van een bezoek van een delegatie uit de commissie aan Brazilië, Argentinië, Chili en Venezuela in oktober 1987 (20407). Van het gevoerde overleg brengt de commissie als volgt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
1 Samenstelling: Leden: Van Dis (SGP). Stoffelen (PvdA), Ter Beek (PvdA), ondervoorzitter, Aarts (CDA), Meijer (PvdA), Beinema (CDA), Stemerdink (PvdA), Van Mierlo (D66), De Boer (CDA), voorzitter, Beckers-de Bruijn (PPR), Gualthé rie van Weezel (CDA), Frinking (CDA), Leerling (RPF), Schutte (GPV), Wallage (PvdA), Van Es (PSP), Bolkestein (VVD), Herfkens (PvdA), Voorhoeve (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), De Kok (CDA), Eisma (D66), Van Traa (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), Melkert (PvdA) en Moret-de Jong (CDA). Plv. leden: Kok (PvdA), Knol (PvdA), Van lersel (CDA), Pronk (PvdA), Van Amelsvoort (CDA), Verspaget (PvdA), Kohnstamm (D66), B de Vries (CDA), Hennekam (CDA), Mateman (CDA), Ploeg (VVD), Alders (PvdA), De Beer (VVD), Keja (VVD), Van Vlijmen (CDA), Engwirda (D66), K. G. de Vries (PvdA), De Kwaadsteniet (CDA) en Zijlstra (PvdA).
Mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot (V.V.D.) sprak haar grote waardering uit voor de steun die de delegatie voor en tijdens haar reis heeft ontvangen van het ministerie, de diplomatieke posten en de desbetreffende landen. Naar aanleiding van de schriftelijke antwoorden van de minister op vragen omtrent het verslag van de delegatie zou mevrouw Van Heemskerck nog slechts enkele aanvullende vragen willen stellen. Wat betreft de effecten van het EG-landbouwbeleid op de Argentijnse economie vroeg zij naar de reactie van de Europese Commissie op het Nederlandse verzoek Argentinië ruimhartig te behandelen. Gelet op het belang dat de Peronisten evenals de Argentijnse regering hechten aan afbakening van de rol van de strijdkrachten binnen de constitutie, is het de vraag of geen vorm van uitwisseling tussen Nederland (in Europees verband) en Argentinië mogelijk is. Een praktisch probleem, zoals taalbarrières, mag dit toch niet in de weg staan, waar men zich in het algemeen in militaire kringen wel van de voertaal Engels kan bedienen? De vaste commissie heeft aangedrongen op steun vanuit Europa aan het in Chili te houden referendum. Aan welke vormen van steun wordt gedacht in het kader van het internationale overleg dat hierover momenteel wordt gevoerd? Het Nederlandse bedrijfsleven in Latijns-Amerika heeft de delegatie doen weten dat Nederland veelal onvoldoende wordt vertegenwoordigd in vergelijking met landen als Frankrijk en Engeland, zowel op handelspolitiek als op cultureel gebied. Mevrouw Van Heemskerck vroeg in dit verband of de minister van Buitenlandse Zaken of een van zijn collega's nog voornemens was dat continent binnenkort te bezoeken. Daarnaast vroeg zij meer aandacht voor het culturele aspect in de contacten met
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 2 0 4 0 7 , nr. 4
1
Latijns-Amerika. Vaak kan met relatief weinig middelen wel degelijk een belangrijke impuls worden gegeven aan de wederzijdse betrekkingen. De heer H e n n e k a m (C.D.A.) was het opgevallen dat alle ontvangende instanties en personen het bezoek uit Nederland zeer op prijs stelden. Het is wellicht de moeite waard dat Europa in het algemeen en Nederland in het bijzonder meer aandacht schenken, in welke vorm dan ook, aan dat deel van de wereld. In Brazilië, waar de grondwetgevende vergadering zich juist bezighield met het opstellen van een nieuwe constitutie, stond de vraag centraal of er een presidentieel dan wel een parlementair systeem zou moeten komen. Kan de minister verduidelijken op welke gronden het presidentieel systeem uiteindelijk de voorkeur heeft gekregen? De buitenlandse schulden vormen voor Brazilië een ernstig probleem. Van die zijde wordt om internationale steun gevraagd, omdat de slechte economische positie ook een bedreiging vormt voor de broze democratie in dat land. Men moet zich overigens afvragen of de bereidheid in het land zélf om een aandeel te leveren in de oplossing van de schuldenproblematiek wel groot genoeg is. De economie van Brazilië gaat met sprongen vooruit, zij het dat de verschillen tussen rijk en arm zeer groot zijn. In Argentinië is sedert de jongste verkiezingen de positie van president Alfonsin en zijn Radicale Partij bepaald niet versterkt. Is de minister in staat te verduidelijken welk alternatief beleid de Peronisten eventueel zouden kunnen voeren? Ook in Argentinië speelt het probleem van de buitenlandse schulden een grote rol. Evenals in Brazilië werd Europa verweten de eigen markt te zeer te beschermen. Gelukkig bepleiten alle politieke partijen thans een ondergeschikte rol van de militairen. Heeft de minister de suggestie gehoord van de Nederlandse ambassade in Buenos Aires om haar meer mogelijkheden te bieden zich op het zakelijke vlak duidelijker te profileren? Uit gesprekken met vertegenwoordigers van velerlei organisaties te Chili had de heer Hennekam de indruk gekregen dat op zichzelf de kans bestaat dat het daar in de toekomst beter zal gaan. Met betrekking tot de aan het eind van 1988 voorziene volksraadpleging is het de vraag of voldoende mensen zich in het kiezersregister zullen laten inschrijven. Kan de minister aangegeven hoeveel mensen zich thans hebben laten inschrijven? Het is te betreuren dat de belangrijkse oppositiepartijen onderling en intern verdeeld zijn, waarmee men de dictatuur in de kaart speelt. Daar komt nog bij dat de communisten hun leden ontraden zich in het kiezersregister te laten inschrijven. Welke mogelijkheden bestaan er om uit Nederland of in internationaal verband waarnemers naar die volksraadpleging te zenden? Weliswaar is er in Chili nog steeds sprake van schending van de mensenrechten, maar gezegd moet worden dat de laatste jaren veel minder mensen worden opgepakt, terwijl ook veel minder wordt gedemonstreerd dan in de jaren daarvoor. Chili is het enige Zuidamerikaanse land dat zijn buitenlandse schulden betaalt, al moet hiervoor een sociale prijs worden betaald. Mocht het straks na het referendum komen tot een verbetering van de verhouding tussen Nederland en Chili, wordt dan overwogen de infrastructuur van de diplomatieke vertegenwoordiging in Chili te vergroten? Wat Venezuela betreft merkte de heer Hennekam op dat ook daar de inspanningen van het land zelf ter oplossing van de economische problemen en van het probleem van de buitenlandse schulden wellicht wat vergroot zouden kunnen worden. Te denken ware bij voorbeeld aan een verhoging van de benzineprijs, die thans ongeveer 14 cent per liter bedraagt. Ook in Venezuela wees men overigens op de medeverantwoordelijkheid voor deze problematiek van het Westen. Ten slotte sloot de heer Hennekam zich aan bij de woorden van dank die mevrouw Van Heemskerck heeft uitgesproken aan het adres van het ministerie en van de gastheren.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 20 407, nr. 4
2
De heer Eisma (D66) sloot zich eveneens bij deze dank aan en wilde voor het overige volstaan met het stellen van enkele aanvullende vragen. Heeft het internationale overleg over het mogelijk zenden van waarnemers naar het eind 1988 in Chili te houden referendum al resultaat gehad? Welke vorm van steun kan worden verleend aan de Chileense oppositie? Welke verwachtingen heeft de regering van het referendum voor het herstel van de democratie in Chili? Hoe moet de invloed van de Verenigde Staten op Chili worden ingeschat, zowel wat richting als wat omvang betreft? Op welke wijze geeft Nederland assistentie bij waterstaatkundige werken in Zuid-Amerika, in het bijzonder wat betreft het tegengaan van overstromingen in Argentinië? Ten slotte vernam de heer Eisma graag de reactie van de minister op de suggesties die in het verslag van de delegatie zijn gemaakt ten aanzien van de personele bezetting en de huisvesting van Nederlandse vertegenwoordigingen in de bezochte landen. De heer Melkert (P.v.d.A.) sloot zich aan bij de vraag van mevrouw Van Heemskerck over de voornemens van de minister van Buitenlandse Zaken met betrekking tot het eventueel ondernemen van een reis naar Zuid-Amerika. Waar door de toetreding van Spanje en Portugal tot de EG de brug naar Latijns-Amerika steviger is geworden, is het om politieke zowel als economische redenen van belang dat Zuid-Amerika in het buitenlandse beleid meer nadruk krijgt. Naar aanleiding van de schuldenproblematiek van de Zuidamerikaanse landen vroeg de heer Melkert welke rol het ministerie van Buitenlandse Zaken speelt bij de vaststelling van het Nederlandse internationale financieel-economische beleid. Wordt b.v. getracht het investeringsbeleid dat via het ministerie van Economische Zaken wordt gevoerd, enigszins te doen aansluiten op wat politiek jegens de Latijns-Amerikaanse landen wenselijk wordt geacht? Aansluitend aan de desbetreffende vraag van de heer Eisma, vroeg de heer Melkert naar een verklaring voor de verschillen in personeelsbezetting van de verschillende diplomatieke vertegenwoordigingen in de landen van Zuid-Amerika. Wat de huisvesting van de diplomatieke vertegenwoordigingen betreft, wees hij op de desbetreffende passages in het jongste verslag van de Algemene Rekenkamer en het commentaar daarop van de minister van Buitenlandse Zaken. Geconstateerd moet worden dat de bevindingen van de delegatie niet geheel met dit commentaar in overeenstemming zijn. De heer Melkert stelde vast dat de democratische oppositie in Chili zich in een buitengewoon moeilijke positie bevindt. Hij informeerde of het komende referendum in Chili en de vraag of daarbij buitenlandse waarnemers aanwezig zullen zijn in het kader van de Europese politieke samenwerking (EPS) ter sprake zijn gekomen. In elk geval zal de Nederlandse regering alert moeten blijven op het punt van de schending van de mensenrechten, waarover de heer Hennekam zich naar het oordeel van de heer Melkert te optimistisch toonde. Een actuele lijst met politieke gevangenen bood de heer Melkert de minister aan, opdat die kan worden vergeleken met de informatie die op het ministerie voorhanden is. Hij sprak zijn erkentelijkheid uit voor de rol die de Nederlandse ambassade ook de laatste tijd in Chili heeft gespeeld. Is de omvang van de ambassadestaf in Chili niet te gering voor het vele werk dat daar moet worden verricht? De heer Melkert informeerde of de minister de indruk had dat landen als Brazilië en Venezuela voor de toekomst van Suriname thans meer belangstelling hebben dan in de periode vóór 1980. De suggestie om stages en cursussen aan te bieden bij staf- en/of hogere krijgsscholen zou de heer Melkert graag zien besproken met de Europese partner-landen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 20407, nr. 4
3
De heer De Boer (C.D.A.) onderstreepte als voorzitter van de delegatie de waarderende woorden die door de commissie zijn gesproken over de assistentie die de delegatie heeft ontvangen van de ambassades in de Zuidamerikaanse landen alsmede voor de ruime informatie die via de diplomatieke posten in Nederland van de regeringen aldaar is ontvangen. Hij sloot zich tevens aan bij de opmerkingen uit de commissie, die ertoe strekten in de toekomst de schijn van verwaarlozing door Nederland van enig Zuidamerikaans land te vermijden. Het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken De Minister dankte de commissie voor de waardering die is geuit voor de ondersteuning van de diplomatieke vertegenwoordigingen in LatijnsAmerika. Van zijn kant sprak de minister een woord van waardering voor het zeer uitvoerige en interessante verslag. Het voortgaande democratiseringsproces in de landen op het Latijns-Amerikaanse continent, met enkele betreurenswaardige uitzonderingen, is bijzonder interessant, zij het dat de democratie in verscheidene landen broos genoemd moet worden. Door de toetreding van Spanje en Portugal tot de EG heeft de aandacht voor Latijns-Amerika een extra impuls gekregen. Anderzijds manifesteert zich op dat continent steeds meer een regionaal bewustzijn, zoals in de Groep van Acht, die in de EG een voorbeeld ziet van wat regionale samenwerking vermag. De in Latijns-Amerika bestaande zeer ernstige economische problemen vormen evenwel niet de beste motor voor sociale en economische integratie. Met de in de zogenaamde Groep van Acht verenigde democratische landen vindt thans in beginsel overleg met de EG plaats. Zo zal tijdens de eerstvolgende zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties weer een ontmoeting tussen de EG en de Groep van Acht plaatsvinden. In het kader van de bilaterale contacten van Nederland met de onderscheiden landen herinnerde de minister aan het bezoek dat de ministerpresident en hij tijdens de vorige regeerperiode aan Venezuela en Brazilië hebben gebracht en aan het bezoek dat hijzelf aan Colombia en Mexico heeft gebracht. Een enkele maanden geleden geplande reis naar Uruguay en Argentinië moest helaas worden afgezegd. Gevreesd moet worden dat dit bezoek in 1988 niet meer kan plaatsvinden. Gewezen kan ook worden op de aandacht die de staatssecretaris van Economische Zaken mevrouw Van Rooy aan Latijns-Amerika schenkt. Zij zal waarschijnlijk aan het eind van het jaar Argentinië bezoeken. Voort herinnerde de minister ook nog aan het bijzonder geslaagde staatsbezoek dat verleden jaar aan Venezuela werd gebracht. Al met al kon de minister de verzekering geven dat, waar mogelijk, aandacht aan dit continent zal worden gegeven. Op handelspolitiek gebied hangt echter veel af van de vraag of een bepaald land een activiteitsgebied is van de Economische Voorlichtingsdienst. Terecht is gewezen op het bijzonder ernstige en niet eenvoudig op te lossen probleem van de buitenlandse schulden. Nederland hanteert mét andere Westerse landen ten deze de «case-by-case-benadering». Veel hangt af van de mate waarin de landen in staat zijn met het IMF tot overeenstemming te komen. Daarbij moeten zij bepaalde economische aanpassingsprogramma's accepteren, die echter dikwijls politieke en sociale problemen opleveren. Het probleem van de herschikking van buitenlandse schulden wordt door Nederland doorgaans besproken in de Club van Parijs nadat een IMF-akkoord is bereikt. Met betrekking tot de klacht dat de EG-markt steeds protectionistischer zou worden, stelde de minister dat hier in wezen twee problemen een rol spelen, namelijk (1) de afzet op de interne EG-markt en (2) de concurrentie door de afzet van EG-landbouwoverschotten op derden-markten. De Nederlandse regering kent een lange traditie van vrijhandelsbevordering, maar met betrekking tot de landbouw doet zich in Europa nu eenmaal een buitengewoon gevoelige problematiek voor. Overigens moge het duidelijk
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 20 407, nr. 4
4
zijn dat deze exporten van Latijns-Amerikaanse landen nooit een substituut kunnen vormen voor het nemen van economische aanpassingsmaatregelen in het eigen land. Van de suggestie om militairen uit de Latijns-Amerikaanse landen stages en cursussen te laten volgen in Europa had de minister met belangstelling kennis genomen. Ondanks aarzelingen met betrekking tot taalproblemen, toonde hij zich bereid over de praktische mogelijkheden daarvan overleg met zijn collega van Defensie te voeren. Met betrekking tot waterstaatkundige projecten in Argentinië doen zich ter plaatse politieke problemen voor, maar inderdaad zou Nederland op dit gebied de nodige know how kunnen verschaffen. De financiering van dit soort grote projecten vormt overigens een nog niet opgelost probleem. In antwoord op de opmerkingen over de huisvesting van kanselarijen in verschillende Latijns-Amerikaanse landen zei de minister slechts te kunnen roeien met de (financiële) riemen die hij heeft. Met enige verbazing had de minister dan ook van het commentaar van de Algemene Rekenkamer op dit punt kennis genomen. Tot verrassing van velen is in Brazilië gekozen voor een presidentieel systeem. De achtergronden hiervan waren de minister niet bekend. Over de economische ontwikkeling in dat land mag men overigens niet optimistisch zijn, gezien bij voorbeeld het voor dit jaar verwachte inflatiepercentage van 400 en de grote sociaal-economische tegenstellingen. De democratische krachten in Chili, in het bijzonder de Campagne voor vrije verkiezingen, verdienen de Nederlandse steun in de meest brede zin van het woord. Momenteel zijn ruim 5 miljoen kiezers voor het plebisciet geregistreerd, terwijl men ervan uitgaat dat registratie van 6 miljoen kiezers nodig is om het referendum tot een succes te maken. De uitslag hiervan laat zich uiteraard niet voorspellen. Wordt het een «neen» tegen het huidige bewind dan zouden het jaar daarop algemene en vrije verkiezingen moeten plaatsvinden. Wordt het een «ja» dan is Pinochet president voor een nieuwe ambtstermijn. Een verdeelde oppositie is een traditioneel beeld in Chili; daarom is het toe te juichen dat de democratische krachten zich in de Campagne voor vrije verkiezingen hebben verenigd. De minister verwachtte niet dat regeringswaarnemers bij het plebisciet zullen worden uitgenodigd, hetgeen de mogelijkheid onverlet laat dat parlementen of politieke partijen waarnemers zenden. De heer M e l k e r t betoogde bij interruptie dat bij de politieke beoordeling van het referendum ook het feit moet worden betrokken dat de voorbereidingen ervan verre van democratisch verlopen. Zo heeft lang niet elke politieke organisatie gelijke toegang tot de media. De heer De Boer vulde aan dat bepaalde politieke partijen in Chili niet zijn toegestaan. Hij vroeg voorts de aandacht van de minister voor het feit dat de kortst mogelijke termijn waarop het plebisciet kan worden aangekondigd, een termijn van vijf dagen is, hetgeen het zenden van waarnemers aanzienlijk kan hinderen. De Minister verzekerde de commissie dat Nederland, zowel individueel als in het kader van de Twaalf, optimale aandacht schenkt aan de democratische krachten in Chili. De situatie van de mensenrechten in Chili achtte de minister ronduit slecht. De uitzonderingstoestand is in februari opnieuw met 90 dagen verlengd, en dat in weerwil van oproepen, gedaan door de speciale VN-rapporteur, en in weerwil van de verzoeken die van de kerken en de oppositiepartijen zijn uitgegaan. Het rapport van de speciale VN-rapporteur constateert dat de rechterlijke macht in Chili niet volledig onafhankelijk opereert. Een lijst met namen van personen die om politieke redenen gevangen zitten nam de minister gaarne in ontvangst ter aanvulling van de informatie die op het ministerie reeds voorhanden is. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bij de vaststelling van het Nederlandse internationale financieel-economische beleid vooral een
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 20 407, nr. 4
5
coördinerende rol. Dwarsverbindingen zijn aanwezig via de OECD, de OESO en de UNCTAD. Overigens merkte de minister op dat, indien men meer handelscontacten met Nederland of investeringen vanuit Nederland op prijs zou stellen, in de eerste plaats in de desbetreffende landen een zeker investeringsklimaat zal moeten worden geschapen. De belangstelling van Brazilië en Venezuela voor Suriname is inderdaad toegenomen. Met die landen heeft de Nederlandse regering over de situatie in Suriname de afgelopen jaren veel contact gehad. Overigens verwees de minister naar het overleg van de vaste commissie voor Ontwikkelingssamenwerking met de minister van Ontwikkelingssamenwerking over de hervatting van de hulpverlening aan Suriname. De voorzitter van de commissie, De Boer De griffier van de van de commissie, Van Overbeeke
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 20 407, nr. 4
6