Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1991-1992
22 300 XVI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk XVI (Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur) voor het jaar 1992
Nr. 26
BRIEF VAN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN CULTUUR EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijswijk, 6 december 1991 Zoals toegezegd tijdens het mondeling overleg d.d. 13 november j.l. met de Vaste Kamercommissie voor Welzijn en Cultuur over de nota «Emancipatie in het WVC-beleid» en de UCV Emancipatiebeleid d.d. 18 november jl., informeren wij u hierbij over ons standpunt met betrekking tot de subsidiëring van het op te richten Vrouwen Adviesbureau Overheidsbeleid. Alvorens ons voornemen kenbaar te maken geven wij u een kort resumé van de relevante voorgeschiedenis. Ontwikkelingen op het beleidsterrein van SZW/DCE - Bij brief van 23 november 1990 (DCE/90/2615) is u het onderzoeks– rapport «Een bureau ter ondersteuning van de beleidsbeïnvloeding door de vrouwenbeweging» van de Beuk aangeboden. In deze brief is als voorlopig standpunt medegedeeld dat de activiteiten ter ondersteuning van de beleidsbeïnvloeding in beginsel wenselijk werden geacht en dat de voorkeur daarbij uitging naar de derde variant die in het onderzoek werd gepresenteerd, te weten een bureau met als doel het verschaffen van informatie en strategisch advies aan de vrouwenbeweging ter onder– steuning van de beleidsbeïnvloeding door de vrouwenbeweging. Dit bureau kent drie taken: - het verschaffen van voor de beleidsbeïnvloeding benodigde infor– matie aan de vrouwenbeweging; - het geven van strategisch consult aan vrouwengroepen en vrouwen– organisaties - het signaleren van trends en specifieke ontwikkelingen. - Bij brief van 8 maart j.l. (DCE/91/404) is het definitieve standpunt met betrekking tot bovengenoemd onderwerp uiteengezet. Hierin werd als mening uitgesproken dat de gewenste taken het beste zouden kunnen worden ondergebracht bij een vereniging van landelijke steunpunten.
115967F ISSN0921 - 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1991
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 300 XVI, nr. 26
- Bij brief van 18 september 1991 is aan de vaste Commissie voor het Emancipatiebeleid (DCE/91/1267) medegedeeld dat aan de landelijke steunpunten een subsidie was toegekend ten behoeve van het houden van een werkconferentie, bedoeld om een reactie te formuleren op het genoemde standpunt van 8 maart 1991. Daarnaast werd medegedeeld dat ten behoeve van de landelijke vereniging een bedrag beschikbaar is van f 200 000 a f 250 000 en een zelfde bedrag voor de activiteiten ten behoeve van de versterking van de beleidsbeïnvloeding. - Op 14 september jl. vond, op initiatief van de landelijke steunpunten, bovengenoemde conferentie plaats. Aan deze conferentie namen 40 vrouwen deel, afkomstig uit het brede spectrum van de vrouwenbe– weging. Ontwikkelingen op het beleidsterrein van WVC - Eind 1990 werd door het bestuur van de stichting Nederlandse Vrouwen Raad de aanzet gegeven tot het doorvoeren van een herstructu– rering van de organisatie. Op deze herstructurering was aangedrongen door WVC. In het voorjaar van 1991 bracht het onderzoeksbureau Larive Management Services een onderzoeksrapport uit waarin een aantal toekomstscenario's werd beschreven. Op basis van dit rapport besloot de NVR zichzelf als stichting met ingang van 1 januari 1992 op te heffen onder gelijktijdige oprichting van twee nieuwe organisaties nl. de vereniging NVR en daarnaast een onafhankelijk servicebureau voor de gehele vrouwenbeweging. Dit servicebureau zou zich o.a. moeten gaan richten op het ondersteunen van de beleidsbeïnvloeding en een service-taak moeten gaan vervullen voor de gehele vrouwenbeweging. - Met dit voorstel is ingestemd en toegezegd werd om aan het nieuwe servicebureau de subsidie over te dragen. Na een korting van 25% in het kader van de Tussenbalans bedraagt deze subsidie f 9 1 1 602. Daarnaast krijgt de Vereniging NVR in 1992 een bedrag van f 5C 000 voor de start van de platformfunctie ten behoeve van de aangesloten organisaties. Deze laatste subsidie zal, gefaseerd over drie jaar, worden beëindigd. Daarna dienen de kosten geheel gefinancierd te worden uit de bijdragen van de aangesloten organisaties.
Het Vrouwen Adviesbureau Overheidsbeleid
Ter inzage geiegd op de bibiiotheek
Aan eerder genoemde werkconferentie op 14 september 1991 nam ook de stichting NVR deel. Zij gaf daar bekendheid aan het voorgenomen besluit van de NVR om een nieuw servicebureau voor de brede vrouwen– beweging te starten. Het gegeven dat ondersteuning van de beleidsbeïn– vloeding een belangrijke taak van dit bureau zou moeten worden was de aanleiding om vanuit de conferentie een «Brede Werkgroep» op te richten die de opdracht kreeg om het initiatief van de landelijke steun– punten en dat van de NVR te integreren. De Brede Werkgroep en de Stuurgroep/DB-NVR hebben in november 1991 een plan van aanpak alsmede een begroting ingediend ten behoeve van het oprichten van een Vrouwen Adviesbureau Overheidsbeleid dat m.i.v. 1 januari a.s. van start zou moeten gaan. (Bijgaand)' De startdatum van 1 januari is met name van belang omdat de subsi– dierelatie tussen WVC en de NVR respectievelijk de opvolger daarvan gecontinueerd kan worden. Het Algemeen Bestuur van de stichting NVR is op 28 november met
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 300 XVI, nr. 26
dit plan accoord gegaan. Ook de landelijke steunpunten hebben blijk gegeven van hun instemming met het plan. De belangrijkste elementen uit het plan van aanpak zijn:
Taken Het Vrouwen Adviesbureau Overheidsbeleid zal twee kernfuncties vervullen, te weten: 1. ondersteuningsfunctie beleidsbeïnvloeding; 2. makelaarsfunctie. Algemene uitgangspunten voor de twee kernfuncties zijn: - het bureau heeft als grondslag het bevorderen van de ontwikkeling van de huidige maatschappij waarin het sekseverschil nog in zo grote mate is geïnstitutionaliseerd, naar een pluriforme maatschappij waarin ieder, ongeacht sekse of burgerlijke staat, de mogelijkheid heeft een zelfstandig bestaan te verwerven en waarin vrouwen en mannen gelijke rechten, kansen, vrijheden en verantwoordelijkheden kunnen realiseren; - het bureau vermijdt doublures en bevordert samenwerking met overige organisaties, inclusief de emancipatie-ondersteuningsstructuur, die op eenzelfde grondslag werken; - het bureau verleent diensten aan alle (vrouwen) organisaties/ groepen die de grondslag onderschrijven; - het bureau is onafhankelijk en wordt niet gedomineerd door personen, organisaties en/of politieke groepering(en); - het bureau tracht niet zelf het beleid te beïnvloeden. Het bureau heeft naast deze twee kernfuncties nog een derde functie namelijk de organisatie en adviesfunctie. Deze functie zal kostendekkend worden vervuld. Hieronder valt tevens de inhoudelijke ondersteuning aan de Vereniging NVR.
Organisatie Het Vrouwen Adviesbureau voor Overheidsbeleid krijgt de stich– tingsvorm. Het bestuur wordt samengesteld uit vrouwen uit de brede vrouwenbeweging en is tevens een afspiegeling daarvan. Het eerste bestuur zal fungeren voor de periode van één jaar, waarna het bestuur definitief zal worden samengesteld. Het eerste jaar zal nodig zijn voor de opbouw van het bureau. Het eerste kwartaal zal met name aandacht besteed worden aan o.a. het opstellen van een bedrijfsplan, het aanstellen van medewerkers en het uitvoeren van een marktonderzoek. In deze periode zal het Vrouwen Adviesbureau ook een bijeenkomst beleggen met vertegenwoordigsters van de brede vrouwenbeweging teneinde hun instemming te verwerven voor de voorgenomen activi– teiten. Eind 1992 zal een concreet werkplan worden opgesteld voor de periode 1993 tot en met 1996.
Met betrekking tot dit plan van aanpak nemen wij het volgende standpunt in Het gezamenlijk optreden van NVR en Brede Werkgroep stemt ons zeer positief. De samenwerking geeft blijk van een doorbraak in de van oudsher starre verhouding tussen de traditionele– en de moderne vrouwenbeweging. De bundeling van initiatieven duidt op een grote bereidheid om te komen tot een voorziening met een breed draagvlak dat zal opereren ten behoeve van de gehele vrouwenbeweging.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 300 XVI, nr. 26
Het gepresenteerde plan voldoet tevens aan de voorwaarden zoals die door ons gesteld zijn. Op de eerste plaats vertonen de voornemens een grote overeen– stemming met de functies zoals genoemd onder de derde variant in het reeds genoemde onderzoek van de Beuk. De uitgangspunten die de initi– atiefneemsters op dit punt formuleren waarborgen ons inziens dat het bureau zich zal beperken tot het aanreiken van informatie en advies en niet zelf zal trachten het beleid te beïnvloeden. Op de tweede plaats wordt daarnaast een tweetal waarborgen ingebouwd om te bereiken dat het draagvlak van de nieuwe organisatie onverminderd breed blijft. Ten eerste zullen in het aanloopjaar van de zijde van de beide betrokken departementen waarnemers aan het bestuur worden toegevoegd. Deze zullen onder andere toetsen of de invulling van het werkplan c.q. de ontwikkeling van het Vrouwen Advies– bureau daadwerkelijk ten behoeve van de brede vrouwenbeweging geschiedt en of het bureau het vertrouwen van de vrouwenbeweging heeft. Een en ander zal tot uitdrukking moeten komen in de samen– stellmg van het definitieve bestuur en het werkplan. Ten tweede biedt de aangekondigde continue consultatie van de achterban een waarborg dat de weg die het bureau inslaat de instemming heeft van de brede vrouwenbeweging. Ook aan de voorwaarde dat de nieuwe voorziening complementair van karakter dient te zijn ten opzichte van het huidige aanbod van ondersteu– ningsvoorzieningen wordt ons inziens voldaan. Het Bureau voorziet in een, door de Emancipatieraad (advies Emancipatie-Ondersteuningsbeleid in de jaren negentig) en de Beuk, aangetoonde lacune, daar waar het gaat om de ondersteuning van de beleidsbeïnvloeding. Bovendien zal het bureau, door middel van de makelaarsfunctie vraag en aanbod op het gebied van emancipatie-onderwerpen bijeenbrengen. Het zal op die manier een intermediaire rol spelen ten opzichte van de verschillende onderdelen van de emancipatie ondersteuningsstructuur. Voor het Vrouwen Adviesbureau Overheidsbeleid is in beginsel een bedrag beschikbaar van ten hoogste f 1 361 602 op jaarbasis. Dit bedrag is opgebouwd uit een aandeel van WVC ad. f 9 1 1 602 en een aandeel van SZW ad f 450 000. Conform de Nota Emancipatie-Ondersteuningsbeleid is de subsidie in beginsel beschikbaar voor een periode van 5 jaar, waarbij na één jaar een eerste toetsing zal plaatsvinden aan de hand van het werkplan, om te bezien of een eventuele bijstelling noodzakelijk is. Deze toetsing wordt jaarlijks herhaald. Eventuele verlenging van de subsidie na 5 jaar zal afhankelijk zijn van een zorgvuldige evaluatie, alsmede van het beschikbaar zijn van finan– ciële middelen. Op basis van bovengenoemde argumenten hebben wij besloten om het starten van het vrouwen Adviesbureau Overheidsbeleid met ingang van 1 januari 1992 mogelijk te maken door middel van het verstrekken van de benodigde financiële middelen. Met het oog op de voorgeschiedenis, alsmede vanuit het gemeen– schappelijke belang bij bovengenoemde ontwikkelingen, zal de formele beleidsverantwoordelijkheid voor het Bureau vooralsnog worden gedeeld door de beide betrokken departementen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 300 XVI, nr. 26
Gaarne vernemen wij van u nog dit jaar of u kunt instemmen met deze gecombineerde start per 1 januari 1992 , dan wel dat u daarover eerst een nader overleg met ons wenselijk acht. Een afschrift van dit schrijven is naar de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal gezonden. De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. d'Ancona De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, E. ter Veld
Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 300 XVI, nr. 26