Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1992-1993
22947
Verslag van een werkbezoek aan Hongarije (31 augustus - 4 september 1992)
Nr. 1
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK Vastgesteld 2 december 1992 Een delegatie uit de vaste Commissie voor de Buitenlandse Handel heeft van 31 augustus t/m 4 september 1992 een werkbezoek gebracht aan Hongarije. De delegatie bestond uit de leden Blaauw (VVD), mevr. Kersten (PvdA), Leers (CDA), Van Leijenhorst (CDA), Lonink (PvdA) en Ybema (D66) en werd begeleid door de griffier van de commissie, mevr. Janssen. Het doel van het werkbezoek was de sinds de omwenteling veranderde economische situatie en de exportpositie van Hongarije te bezien, de bilaterale handelsbetrekkingen tussen Hongarije en Nederland te bespreken, evenals de handelsbetrekkingen tussen Hongarije en de EEG mede in het licht van het associatieverdrag. Bij de voorbereiding en samenstelling van het programma heeft de commissie uitgebreid gebruik kunnen maken van de hulp en kennis van zowel de Hongaarse ambassade in Den Haag als de Nederlandse ambassade in Boedapest. Zij is de heren Györfi (economisch attaché) en Naeff (eerste ambassadesecretaris) dan ook zeer erkentelijk. Ook tijdens het bezoek heeft de heer Naeff de delegatie enthousiast met raad en daad terzijde gestaan. Het uiteindelijke programma luidde als volgt: maandag 31 augustus - aankomst te Boedapest - briefing door drs. F. Naeff dinsdag 1 september - gesprek met de President van de Hongaarse Kamer van Koophandel - gesprek met de plaatsvervangend directeur van de State Property Agency, de heer Laszló Némethy - gesprek met de president van de Hongaarse Nationale Bank, dr. Péter Akos Bod - gesprek met de staatssecretaris voor industrie en handel, dr. Péter Balazs
S-IZ 216198F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s Gravenhage 1992
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 947, nr. 1
woensdag 2 september - bezoek aan het Hongaarse parlement - gesprek met de voorzitter van het Hongaarse parlement, dr. György Szabad - gesprek met de Commissie voor Handel - gesprek met de vereniging van werkgevers in de industrie, IPOSZ - gesprek met de werkgeversvereniging VOSZ donderdag 3 september - gesprek met de staatssecretaris voor internationale economische betrekkingen, dr. Laszló Bogar - bezoek aan PSO-project, proefboerderij, in Hódmezövasarhely vrijdag 4 september - gesprek met de staatssecretaris van landbouw, Laszló Sarossy - gesprek met de staatssecretaris van buitenlandse zaken, dr. Janos Martonyi - bezoek aan fabriek van Douwe Egberts in Rakospélota Inleiding Van de verschillende landen in Midden– en Oost-Europa is Hongarije in zijn transformatieproces het verst gevorderd. Reeds in 1968 zijn in Hongarije hervormingen voorzichtig in gang gezet en werd een beperkt aantal privé-ondernemingen toegestaan. Toen in juni 1990 na 45 jaar communisme een nieuw bewind aan de macht kwam, hadden in de loop der jaren al een aantal hervormingen plaatsgevonden. De politieke hervormingen zijn inmiddels zo goed als afgesloten. Op 23 oktober 1989 werd de republiek Hongarije uitgeroepen, in het voorjaar 1990 vonden de eerste vrije verkiezingen sinds 1945 plaats. Zes partijen kregen een zetel in het parlement. Alle zes zijn voorstander van een vrije– markteconomie. Drie partijen zijn vertegenwoordigd in de regeringscoa– litie: de MDF (Hungarian Democratic Forum), de kleine boerenpartij en de KDNP (Christian Democratic People's Party) en drie partijen vormen de oppositie. De oppositiepartijen zijn twee liberale: de Alliance of Free Democrats (SZDSZ) en de Alliance of Young Democrats (FIDESZ), en de Hungarian Socialist Party (MSZP), de oude communisten die over bestuurservaring beschikken. De premier, József Antall, is lid van de MDF, de president van de republiek, Arpad Göncz, van de oppositiepartij SZDSZ. Het straatbeeld is in de afgelopen twee jaar verbeterd, de situatie voor de modale Hongaar echter niet. Het afgelopen jaar was er sprake van een inflatie van 40%, die inmiddels is teruggebracht tot 25%. De werkloosheid is hoog, 750 000 op ± 10 335 000 miljoen inwoners en stijgt nog steeds. De industriële produktie is teruggelopen, de terugval– lende inkomsten vormen een probleem. Daartegenover staat een gunstige betalingsbalans, voornamelijk veroorzaakt door staatsbedrijven en toerisme. Investeringen in de landbouw nemen af. Een groot aantal Nederlandse bedrijven investeert in Hongarije, onder andere Douwe Egberts, Akzo, Unilever, ABN, NMB, Organon, Heineken, KPMG, Shell, Philips, Aegon en Nationale Nederlanden. De Nederlandse uitvoer naar Hongarije bedraagt 468,6 miljoen, de Hongaarse export naar Nederland 343 miljoen gulden. Hulpverlening aan Hongarije vindt deels multilateraal (± 200 miljoen), deels bilateraal ( ± 1 5 miljoen, wordt waarschijnlijk teruggebracht tot ± 7 miljoen ten gunste van nieuwe landen) plaats. Er zijn veel goede plannen, maar een groot tekort aan middelen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 947, nr. 1
Bezoeken en gesprekken De president van de Hongaarse Kamer van Koophandel zette uiteen dat de officiële statistieken niet altijd een juiste afspiegeling van de werkelijke economische situatie geven. Er is sprake van witte plekken. De situatie is niet echt rooskleurig, de recessie is hoger dan verwacht, de produktie is met 17% teruggelopen. Nog steeds wordt 85% geprodu– ceerd door de grote vroegere staatsbedrijven, hoewel de private sector groeit. Grote problemen worden veroorzaakt door het verlies van de Oosteuropese markt (USSR en DDR), het teruglopen van de thuismarkt, de recessie en de verslechterde wisselkoers. Door het IMF is een begro– tingstekort toegestaan van 3%, het ziet er echter naar uit dat dit tekort zal oplopen tot 8 a 9%. De heer Nèmethy van de State Property Agency (SPA) schetste het privatiseringsproces. De SPA heeft in zijn ongeveer twee-jarig bestaan ± 90% van de staatsondernemingen overgenomen om te privatiseren. Tien procent van de hele kleine bedrijven was al privé-eigendom, + 5000 kleine bedrijven zijn inmiddels verkocht. De privatisering van grote bedrijven is moeilijker, 200 zijn verkocht, in 700 bedrijven wordt een zelf-privatiseringsprogramma uitgevoerd, 400 bedrijven zullen vermoedelijk failliet gaan. De nieuwe Failissementswet, met het doel het aantal inefficiënte bedrijven te verminderen, is controversieel. De werkloosheid is al hoog, sociale zekerheid slecht. Een werkloosheidsuit– kering wordt voor slechts 6 maanden uitgekeerd. Infrastructurele bedrijven blijven voor 51% staatseigendom. Het SPA is geen politieke organisatie. Ook de Hongaarse Nationale Bank is niet-politiek, aldus de heer Péter Bod. In 1987 was er sprake van een mono-banksysteem, nu heeft de centrale bank haar commerciële taken afgestoten aan de commerciële banken. De enige commerciële activiteit is nog het lenen van geld voor de overheid. De president van de bank wordt gekozen voor 6 jaar. Hij adviseert het Kabinet en werkt nauw samen met het ministerie van financiën. De problemen die Hongarije momenteel ontmoet bij de transformatie naar een vrije-markteconomie zijn hoge inflatie, een groot begrotings– tekort, alsmede structureringsproblemen. De associatieverdragen met de EG zijn een goede eerste aanzet, Hongarije is echter nog niet klaar voor een lidmaatschap. De consumentenprijzen zijn meer gestegen dan de producentenprijzen, wat ook wordt veroorzaakt door het instorten van de Oosteuropese markt. Een veel gehoorde klacht is dat het overmaken van geld te lang duurt, gemiddeld twee weken, ook het telefoonsysteem functioneert slecht. Oe Staatssecretaris voor Industrie en Handel legde uit dat de economische hervormingen plaatsvinden door deregulering, nieuwe wetgeving, vrije concurrentie en een liberalisering van de markt. Handel vindt voornamelijk met Duitsland, Oostenrijk en in steeds mindere mate met Rusland plaats. Moeilijkheden worden het hoofd geboden door crises-management, nieuw sectoraal beleid dat meer beantwoordt aan de nieuwe omstandigheden en meer op het Westen gerichte industrie. De activiteiten van het ministerie zijn erop gericht buitenlandse investe– ringen aan te trekken, het midden– en kleinbedrïjf aan te moedigen, en daarbij de regionale structuur te verbeteren, zodat niet alles vanuit Boedpest behoeft te worden geregeld. Voorafgaand aan het gesprek met de Commissie voor Handel, ontving de Voorzitter van het Hongaarse Parlement de commissie voor een
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 947, nr. 1
beleefdheidsbezoek. Ook hij schetste een beeld van de veranderingen in het politieke bestel en het economische systeem. De leden van de Commissie voor Handel wezen erop dat Hongarije ten opzichte van andere Oostbloklanden wat betreft de economische hervormingen een voorsprong heeft van zo'n 5 jaar. Het bankwezen daarentegen is zeer ouderwets. Een groot probleem vormt de nationale schuld van $$ 20 miljard. De inflatie wordt versneld door het transforma– tieproces. Door de ineenstorting van de Comecon heeft Hongarije 30% van haar exportmarkt verloren. Het BNP is vorig jaar met 10% verminderd. Het land heeft een begrotingstekort van 6% van het BNP. Daartegenover staat een reserve aan vreemde valuta van $$ 5.1 miljard en een tweede positief punt is dat $$ 3 miljard aan buitenlandse investe– ringen is binnengekomen. De commissie dringt aan op spoedige goedkeuring van de Associatie– verdragen met de EEG. Voor toetreding tot de EG bepleit zij met het oog op de grote verschillen in economische ontwikkeling de drie landen afzonderlijk te behandelen. In de commissie is de boycot van Servië, die overigens door Hongarije wordt gesteund, nog niet aan de orde geweest. De leden wezen wel op het grote aantal Hongaren dat in Joegoslavië woont, de Hongaarse regering wil die niet in gevaar brengen. Een ander probleem is dat veel export juist naar Joegoslavië plaatsvindt. De IPOSZ, vereniging voor werkgevers in de industrie, telt 130000 leden. Lid zijn hoofdzakelijk kleine ondernemers, niet opererend als bv of nv. Het lidmaatschap is vrijwillig. De IPOSZ vertegenwoordigt inmiddels 300 branches. Opzet is door het hele land instituten op te zetten die ondernemers kunnen adviseren. De IPOSZ verzorgt ook opleidingen en is van plan met alle leden een privé-bank op te richten. Het privé– vermorgen is echter nog klein, voor het grootste deel wordt ook nog met staatskapitaal gewerkt. Nog 85% van de kleine bedrijven is staatseigendom, het streven is erop gericht dit aantal terug te brengen tot 21%. Joint-ventures zijn daarbij erg belangrijk. Een nieuwe vorm is leasing met het uiteindelijke doel het bedrijf uit de gemaakte winst over te kunnen nemen. In tegenstelling tot de IPOSZ heeft de werkgeversvereniging VOSZ nauwe banden met de politiek: de voorzitter is lid van het parlement. De VOSZ bestaat 5 jaar, 6000 private bedrijven zijn lid. Het is een onafhan– kelijke organisatie die geen financiële hulp krijgt van de staat. Als een oplossing voor de exportproblemen suggereerde de VOSZ uitdieping van de Donau en vervoer over het water naar Rotterdam. De Staatssecretaris voor Internationale Economische Betrek– kingen was over de voortgang van hervormingen niet echt pessimis– tisch. De monetaire ontwikkelingen en de buitenlandse handel achtte hij positief. Het IMF staat een tekort op de betalingsbalans toe van $$ 1 miljard, maar deze is positief. Ondanks de teruggelopen Oosteuropese markt is de handelspositie weer versterkt. De inflatie wordt geleidelijk teruggedrongen, succesvolle buitenlandse investeringen hebben een positief effect op de herstructurering van het produktieapparaat. Als problemen noemde hij de terugval van het BNP met 25%, de grote werkloosheid - in het Noorden van het land zelfs 20% van de bevolking en de recessie. Als maatregelen noemde hij verlaging van het renteper– centage naar 15% om investeringen te bevorderen, modernisering van het financiële systeem en modernisering van de infrastructuur. Er wordt hard gewerkt aan nieuwe wetgeving, maar de mentaliteit van de bevolking zal moeten veranderen. De staatssecretaris was tevreden over de Nederlandse hulpprogramma's. Nederlanders zijn snel en flexibel.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 947, nr. 1
Tijdens de lange reis naar het PSO-project in Hódmezövasarhely kreeg de delegatie een goede indruk van het Hongaarse landschap. Het project, een proefboerderij, is verbonden aan het college voor veefokkerij ter plaatse, onderdeel van de Landbouw Universiteit van Debrecen. De heer Fokkema van het Friese Farmco heeft het college voor de duur van één jaar geholpen bij het opzetten van een demonstratie-melkveehou– derij. De opzet was dat de boerderij een echt trainingcentre zou worden. Dat is tot nu toe nog niet het geval. Met het PSO-project is een bedrag van f430000 gemoeid. De Hongaarse bijdrage bestaat uit het aanle– veren van de lokatie, bedrijfsgebouwen, voldoende grasland voor 50 melkkoeien en jongvee en nutsvoorzieningen. De Staatssecretaris voor Landbouw bracht in herinnering dat Va van de landbouwprodukten wordt geëxporteerd. Door het instorten van de Comecon-markt en het afnemen van de lokale vraag door de hoge inflatie ontstaan dan ook grote problemen. Het is de bedoeling de coöperatieve boerderijen om te zetten in privé-boerderijen, niet om ze op te heffen. Mogelijk zal aan het einde van dit jaar een wet op de coöperaties worden aangenomen en zal het land grotendeels worden overgedragen aan privé-eigenaars. Op grond van de Compensation law komen de oorspronkelijke landeigenaren van 30-40 jaar geleden daarvoor in aanmerking tot een maximum van ± 50 ha. Met de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken besprak de delegatie onder meer het embargo tegen Servië. De sancties worden zo strict mogelijk toegepast. Transport bestemd voor Joegoslavië moet Servië vermijden, anders wordt geen exportvergunning afgegeven. Hij wees erop dat buitenlandse transit goederen niet verboden kunnen worden en meende dat de VN-resoultie in die zin aangepast moet worden dat ook transit wordt verboden. Ook hij was beducht voor wraak– acties tegen Hongaren die in Joegoslavië wonen. De staatssecretaris benadrukte voorts dat Hongarije zo spoedig mogelijk wil voldoen aan de voorwaarden voor lidmaatschap van de EEG. Tijdens het bezoek aan de fabriek van Douwe Egberts zag de delegatie de economische hervormingen in praktijk gebracht. Sara Lee/D.E. en Compack zijn in februari 1991 een joint-venture aangegaan, inmiddels is 99,8% eigendom van Sara Lee/D.E. Behalve koffie wordt nog een groot aantal produkten gefabriceerd. De algemene doelstel– lingen waren het transformeren van de onderneming naar een marktge– richte organisatie, handhaven en uitbouwen van de leidende marktpo– sitie, low cost operating en het verbeteren van return on investment. Grote problemen ondervond Sara-Lee/D.E. met de communicatie als gevolg van de verticale structuur, met de administratieve organisatie en informatiesystemen die 25 jaar achterlopen en door de taalbarrière. De voorzitter van de delegatie, Van Leijenhorst De griffier van de delegatie, Janssen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 947, nr. 1