Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1984-1985
18 224
Informatica-stimuleringsplan
Nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Zoetermeer, 18 juli 1985 I. Inleiding Tijdens de 10 december en 28 januari jl. gehouden uitgebreide commissievergadering inzake het Informatica-Stimuleringsplan (INSP) (kamerstuk nr. 18224) heb ik toegezegd de organisatorische opzet van het INSP op schrift uiteen te zetten. In paragraaf 2 van deze brief kom ik, mede namens mijn collega's van Economische Zaken en Landbouw en Visserij, deze toezegging na. In deze brief zal niet worden ingegaan op de stand van zaken omtrent de uitvoering van het Informatica-Stimuleringsplan; nog maar kort geleden hebben wij daarover uitgebreid met u van gedachten gewisseld tijdens de UCV met betrekking tot het INSP. Zoals bij die gelegenheid is toegezegd zal jaarlijks in september aan de Kamer over de uitvoering van het INSP worden gerapporteerd. Overigens teken ik hierbij aan dat als gevolg van het feit dat het stimuleringsplan beperkt is in de tijd (het betreft de periode 1984 tot en met 1988) deze rapportage het karakter zal hebben van een terugblik en een evaluatie van de verstreken jaren en een overzicht van de activiteiten voor de nog resterende jaren. II. Organisatiestructuur
' De samenstelling van de MCI is: de Minister-President, de Ministers van O&W, EZ, WVC en de Staatssecretarissen van BiZa en V&W.
Op ministerieel niveau is de coördinatie van de uitvoering van het Informatica-Stimuleringsplan in handen gelegd van de Ministeriële Commissie Informatiebeleid (MCI) onder voorzitterschap van de Minister-President. De MCI bereidt de besluitvorming van de ministerraad voor op het terrein van het informatiebeleid. Daarbij gaat het om zaken als het mediabeleid, telecommunicatie, automatisering, databanken, informatica-onderwijs, en voorts om privacy- en auteursrechtelijke kwesties voor zover ze op deze materie betrekking hebben. De MCI zal waken over de voortgang van het INSP en dit tevens indien noodzakelijk bijstellen. De samenstelling' en taak van de MCI garanderen dat het plan in een ruime context wordt geplaatst, zodat de samenhang tussen verschillende beleidsterreinen is verzekerd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985,18 224, nr. 15
1
Als ambtelijk voorportaal van de MCI treedt de Interdepartementale Commissie Informatiebeleid (ICI) op. In deze commissie zijn vrijwel alle departementen vertegenwoordigd. Informatica is een deel van het bredere terrein dat deze commissie bestrijkt. Een interdepartementale stuurgroep bewaakt de voortgang op hoofdlijnen van het INSP. Hierin hebben, behalve de drie direct betrokken departementen (O&W, EZ en LaVi), Binnenlandse Zaken en de PTT zitting. De stuurgroep coördineert de activiteiten van de verschillende departementen, signaleert eventuele knelpunten bij de uitvoering en draagt daarvoor mogelijke oplossingen aan, stelt beleidsaanpassing voor als de omstandigheden daartoe nopen en «jaagt aan» waar dat nodig is. Tevens bereidt de stuurgroep de voortgangsrapportages voor die via de ICI naar de MCI worden geleid. Binnen elk van de drie betrokken departementen is een projectorganisatie opgezet ten behoeve van de uitvoering van de verschillende deelterreinen. Die voor het onderwijsdeel van mijn departement treft u in bijlage 1 uitgewerkt aan. Het onderzoeksdeel van het INSP vindt u meer in detail in bijlage 2. Per cluster van het INSP (voorlichting, onderzoek, onderwijs, marktsector, overheid en landbouw en visserij) zijn er nog overlegstructuren tussen de betrokken departementen die een goede ontwikkeling van het beleid mede waarborgen. De contacten met externe organisaties en belanghebbenden verlopen als regel via de daarvoor reeds bestaande structuren. Met werkgevers- en werknemersorganisaties alsmede met brancheorganisaties en anderen wordt bijvoorbeeld zonodig overleg gevoerd door mijn collega van Economische Zaken. Voor het overleg met de onderwijsorganisaties is een aparte werkgroep ingesteld als onderdeel van de Centrale Commissie voor Onderwijs Overleg. Ik ben van mening dat deze opzet een voldoende waarborg vormt voor een voortvarende uitvoering van het INSP. Immers door zo veel mogelijk aansluiting te zoeken bij bestaande structuren wordt bevorderd dat het IMSP op natuurlijke wijze wordt geïntegreerd in het beleid, terwijl de interdepartementale stuurgroep en de projectaanpak rechtdoen aan het bijzondere karakter van het INSP. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18224, nr. 15
2
CD
o m
ORGANISATIESTRUCTUUR VAN HET INSP-ONDERWIJSDEEL CD CD Q. CD
;* CU
1. «Activiteïten-clusters» volgens het INSP Cluster I
11.1
II.2
II.3
II.4
II.5
II.7
III
IV
Eerste fase voortgezet onderwijs
Tweede fase voortgezet onderwijs
Lager- en middelbaar beroepsonderwijs
Hoger beroepsonderwijs
Onderwijs voor volwassenen
Nascholing
Initiële leraren opleiding
Onderzoek
Een projectmanager ad interim Buro Bakkenist
Het lnformatica platform HBO-raad
Geen
Opleidingen BO: HBO-raad sectie 7; Opleidingen V O : OGUNA 2
lnformaticaplatform HBO-raad
Geen
3 CD
<
CD
-^ CQ CU Q. CD •3
Infrastructuur Basis- en programmatuur speciaal ontwikkeling onderwijs en distributie
cu'
t
CU
co 00
t
t
2. Extern piojectmanagement (buiten O & W)
•fc.
I
CD
00
en oo .e».
Een projectmanager Infrastructuur geplaatst bij hetCOl1 COI
Een projectmanager BO SO geplaatst bij hetCOl
Een projectmanager 1e en 2e fase VO geplaatst bij het COI
Centrum voor Onderwijs en Informatietechnologie. OGUNA Overleggroep Nascholing voor het voortgezet onderwijs.
Het projectmanagement heeft tot taak: 1. Om binnen een gegeven financieel en beleidsmatig kader voorstellen te doen met betrekking tot het jaarlijks actieplan. 2. Om een goedgekeurd actieplan tot uitvoering te (doen) brengen en de voortgang te bewaken. 3. De departementale structuur Binnen het ministerie is voor elk van de activiteitenclusters een ambtenaar aangewezen als programmacoördinator. Deze coördineert de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering van het geheel van maatregelen in zijn cluster. Deze functionaris onderhoudt de contacten met de externe projectmanager van zijn cluster. Alle programmacoördinatoren samen, aangevuld met enkele bijzondere leden, vormen het DPOI: Departementaal Programmamanagement Onderwijs en Informatietechnologie. Taken van de DPOI: • adviseren van de bewindslieden • opstellen financiële en beleidsmatige kaders • planbeoordeling. Naast het DPOI functioneert de PSOI: Projectstaf Onderwijs en lnformatietechnologie. Een kleine staf ondersteunt de DPOI. Het hoofd van de staf is tevens voorzitter van de DPOI.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18 224, nr. 15
4
BIJLAGE 2
ONDERZOEKSDEEL INSP Met betrekking tot het onderzoeksdeel van het INSP is het volgende van belang. Er wordt een stimuleringsprojectteam informatica (SPIN) opgericht. SPIN opereert op armlengte van de overheid. SPIN heeft onder meer tot taak programma's op te zetten, de samenhang tussen diverse activiteiten te bevorderen en in het algemeen stimulerend op te treden. Daartoe onderhoudt SPIN nauwe contacten met de organen die zorgdragen voor de uitvoering van de overige onderdelen van het INSP onderzoekbeleid; deze resulteren grotendeels onder ZWO. De uitgroei van het Centrum voor Wiskunde en Informatica tot centre of excellence wordt voorbereid door de (ZWO-)stichting Mathematisch Centrum. De maatregel voor kaderversterking in het zuiver wetenschappelijk onderzoek en internationale verankering wordt deels uitgevoerd door de onder auspiciën van ZWO werkende commissie nationale faciliteit informatica en deels in het stimuleringsprogramma informatica van ZWO. De maatregelen met betrekking tot het gebruik van supercomputers worden uitgevoerd door de werkgroep «gebruik supercomputers» die eveneens onder auspiciën van ZWO werkt. Voor de coördinatie van al deze activiteiten en voor de coördinatie van de informatica-gerelateerde activiteiten (m.n. projectsteun) van de diverse stichtingen van ZWO die de fundamentele wetenschapsgebieden bestrijken, heeft ZWO een zogenaamde dwarsverband-commissie informatica ingesteld. Een van die fundamentele gebieden betreft de informatica zelf, nu opgevat als de pure informatica. Op dat gebied is de Stichting Informatica Onderzoek Nederland in oprichting. SPIN zal eveneens nauwe contacten onderhouden met STW met het oog op de relatie tussen de programmatische SPIN-activiteiten en de individuele informatica gerichte projectactiviteiten in de technische wetenschappen waarvan deze stichting een bundeling verzorgd. Gezorgd is voor personele unies waarbij voor SPIN zijn technische wetenschappelijke adviesraad (TWAR) figureert. Extern laat de overheid zich uiteraard te gelegener tijd gaarne terzijde staan door zijn officiële adviesorganen, de KNAW en de RAWB.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18224, nr. 15
5