Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar
1987-1988
18 9 7 6
Regeling Rijksuitkeringen kleuter en lager onderwijs
Nr. 5
BRIEF V A N DE S T A A T S S E C R E T A R I S V A M O N D E R W I J S EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Zoetermeer, 30 november 1987 Op 16 oktober heb ik het Interimadvies voedingsstelsel voor het (voortgezet) speciaal onderwijs van de Interdepartementale Werkgroep Regeling Rijksuitkeringen kleuter- en lager onderwijs aan de K a m e r t o e g e z o n d e n . Thans geef ik u inzicht in de opvattingen die de regering zich over dit advies heeft g e v o r m d en in de beleidsvoornemens v o o r d e uitvoering van voorstellen en conclusies tegen de achtergrond van de budgettaire r a n d v o o r w a a r d e n met betrekking tot het (voortgezet) speciaal onderwijs. Daarbij voldoe ik aan de toezeggingen ten aanzien van de bespreking van dit rapport met de Kamer. De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, N. J. Ginjaar-Maas
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
1
Notitie Reeds meerdere malen is in het verleden met de Kamer gediscussieerd over de wenselijkheid en de mogelijkheid om voor het (voortgezet) speciaal onderwijs het declaratiestelsel te vervangen door een stelsel dat is gebaseerd op taakstellende n o r m v e r g o e d i n g e n . Die discussies hebben ertoe geleid, dat in de Interimwet voor het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs (ISOVSO) de wettelijke grondslag van een dergelijk stelsel werd o p g e n o m e n . Effectuering van dat stelsel zou echter pas op een later (nader te regelen) tijdstip plaatsvinden, nadat meer zicht was ontstaan op de praktische uitvoerbaarheid voor het (v.)s.o. van dat stelsel. Nadat door wat in de wandelgangen de «werkgroep Londo» wordt genoemd voor het basisonderwijs een eindadvies was uitgebracht, heeft deze werkgroep in een relatief kort tijdsbestek voor het (voortgezet) speciaal onderwijs een interimadvies opgesteld waarin het - met het basisonderwijs vergelijkbare - nieuwe (v.)s.o."bekostigingsstelsel nader is uitgewerkt. Dit interimadvies is op 16 oktober 1987 aan de Tweede Kamer aangeboden. In relatie met de nadere uitwerking die door de werkgroep Londo tot stand werd gebracht, zijn voorstellen voor wijziging van de ISOVSO bij de Kamer ingediend die ten doel hadden de wettelijke grondslag voor het nieuwe stelsel, die reeds in hoofdlijnen in de ISOVSO waren neergelegd, aan deze nadere uitwerking aan te passen. Bij de parlementaire behandeling van deze wijzigingsvoorstellen uitmondende in de aanvaard ing van deze voorstellen door de Tweede Kamer is geconcludeerd, dat zowel met betrekking tot de in het interimadvies opgenomen p r o g r a m m a ' s van eisen als ten aanzien van de conclusies en aanbevelingen door de regering nog een standpunt zou worden geformuleerd waarover desgewenst met de Kamer nog overleg zou w o r d e n gevoerd. Deze notitie bevat dat standpunt en is o p g e b o u w d uit een aantal algemene beschouwingen over het stelsel, de budgettaire gevolgen en de programma's van eisen. Daarna is meer gedetailleerd ingegaan op de conclusies en aanbevelingen van de werkgroep, waarbij deze conclusies en aanbevelingen zijn weergegeven. Het bekostigingsstelsel Reeds eerder w e r d geconstateerd, dat veel van de voor het basisonderwijs verkregen onderzoeksresultaten (als basis) bruikbaar was voor het te ontwikkelen stelsel voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. Uit het uitgebrachte interimadvies blijkt, dat de werkgroep dat uitgangspunt heeft gehanteerd, waarbij waar nodig de voor het (v.)s.o. relevante specifieke factoren in het stelsel zijn geïncorporeerd. Dat deze taak niet eenvoudig was, kan w o r d e n opgemaakt uit het feit, dat het nieuwe stelsel toepasbaar moet zijn voor het (v.)s.o. met alle daarin voorkomende differentiaties. Het interimadvies toont aan, dat dat mogelijk is door zowel in programma's van eisen als in bekostigingsformules op schoolsoorten toegesneden variabelen en vergoedingsindicatoren te hanteren. Daarmee w o r d t naarde opvatting van de regering niet alleen bewerkstelligd, dat er een aanvaardbare allocatie van rijksmiddelen plaatsvindt en het vergoedingsstelsel kostendekkend is, doch tevens, dat scholen in vergelijkbare objectieve omstandigheden ook in vergelijkbare mate op basis van overeengekomen voorzieningenniveaus middelen ontvangen voor de realisering van de onderwijskundige doelstellingen. Met behulp van het door de werkgroep ontwikkelde bekostigingsstelsel w o r d t aan dat beginsel uitwerking gegeven op een wijze die - ook al zou worden afgezien van de situatie van krimpende personeelsvoorzieningen voor de rijksoverheid - niet wel toepasbaar is bij een declaratiestelsel.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
2
I n v o e r i n g van het stelsel Door de aanvaarding op 29 oktober 1987 van de wijzigingsvoorstellen neergelegd in W e t s o n t w e r p 20 032 (wijziging van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs enzovoort) heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal het mogelijk gemaakt het w e t s o n t w e r p voor behandeling door te geleiden naarde Eerste Kamer. Behandeling in de Eerste Kamer zal nog in de maand december van dit jaar plaatsvinden. Daarmee is een belangrijke stap gezet naar de mogelijke invoering van het stelsel op 1 januari 1988. Aan de voorbereidingen van de totstandkoming van de desbetreffende algemene maatregelen van bestuur wordt met kracht gewerkt. Mede door er mee in te stemmen dat w o r d t afgezien van het voorhangen van deze algemene maatregelen van bestuur bij zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer, moet het mogelijk worden geacht o m de desbetreffende besluiten in december in het Staatsblad te plaatsen, aannemende dat het advies van de Raad van State tijdig wordt ontvangen. Met betrekking tot de voorlichting aan school- en gemeentebesturen over het nieuwe vergoedingsstelsel w o r d t opgemerkt dat met de Besturenorganisaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is afgesproken dat deze organisaties geheel zelfstandig, tijdig voor de invoering van het nieuwe stelsel, de voorlichting aan de bij hun organisatie aangesloten leden verzorgen. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen zal in deze voorlichtingsactiviteiten participeren. Daarnaast zal door het departement op de gebruikelijke wijze (via artikelen in Uitleg en brochures) informatie aan school- en gemeentebesturen worden verstrekt. Wat de totstandkoming van het geautomatiseerde vergoedingsstelsel betreft wordt opgemerkt dat met grote inzet w o r d t gewerkt aan de b o u w van een geautomatiseerd bekostigings- en betalingssysteem. Volledige afronding van de bouw van deze systemen zal eerst in 1988 plaatsvinden. Om te bewerkstelligen dat school- en gemeentebesturen per januari 1988 een vergoeding ontvangen overeenkomstig de in het nieuwe bekostigingsstelsel opgenomen vergoedingsregels is parallel aan de ontwikkeling van het permanente systeem gestart met de ontwikkeling van een zogenaamd pc-applicatie. De vorderingen hiermee zijn van dien aard dat vanaf 1 januari de school- en gemeentebesturen kunnen rekenen op de vergoeding die past bij het nieuwe stelsel. Budgettaire gevolgen In hoofdstuk XVI van het interimadvies is een confrontatie tussen de benodigde middelen, indien de voorstellen uit het interimrapport onverkort worden overgenomen, en de beschikbare budgettaire middelen weergegeven. Uit deze confrontatie blijkt een verschil van 34,8 min. In de weergegeven cijfers dienen nog enkele - na de opstelling van het interimadvies gebleken — technische correcties te w o r d e n aangebracht. Voorts dienen de cijfers nog in meerjarig kaderte worden gesteld en dient rekening te w o r d e n gehouden met de kosten van het te v o r m e n startfonds. Het is de taak van de regering o m aan te geven welke maatregelen w o r d e n getroffen o m het geconstateerde verschil op te lossen. Daarbij staan in principe een drietal wegen open, te w e t e n : - het beschikbaar stellen van extra m i d d e l e n ; - het neerwaarts bijstellen van programma's van eisen (voorzieningenniveaus en bedragen) danwei andere compenserende maatregelen binnen het budget; - een combinatie van beide mogelijkheden. Ad. extra
middelen
Opgemerkt w o r d t , dat wat betreft de voor het (voortgezet) speciaal onderwijs beschikbare middelen budgetafspraken zijn gemaakt waarbinnen de ontwikkelingen moeten worden opgevangen. De invoering van een nieuw
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
3
bekostigingsstelsel van de zogenaamde materiële uitgaven maakt daarvan onderdeel uit. Een structurele v e r h o g i n g van het budget voor dit doel houdt automatisch in, dat elders binnen de begroting voor eenzelfde bedrag aan structurele o m b u i g i n g e n zou moeten w o r d e n d o o r g e v o e r d . Die afweging alsmede het gegeven dat daarmee afbreuk zou w o r d e n gedaan aan de doelstelling van de budgetafspraak o m langs die weg de kostenontwikkeling van het (v.)s.o. te beheersen, hebben geleid tot de beslissing o m daartoe niet o v e r t e gaan. Wel bestaan binnen het budget mogelijkheden o m verschuivingen aan te brengen. Dat doet zich onder meer voor met betrekking tot posten die in het oude stelsel onder de kapitaalslasten en onder de personeelsuitgaven werden gerangschikt (bijvoorbeeld vervanging meubilair, bepaalde o n d e r h o u d s p o s t e n , dienstreizen en dergelijke) en ten aanzien van (tijdelijke) voordelen die voortvloeien uit besparingen in de stichtingskosten op g r o n d van uitvoering van de WBH (zie hierna). Deze herschikkingen zijn in het bijgevoegde cijferbeeld (bijlage I) verwerkt. Ad Bijstelling programma's van eisen c.q. andere maatregelen binnen het budget
compenserende
Het gegeven dat behoudens een zekere herschikking geen extra middelen beschikbaar komen, heeft o n o n t k o o m b a a r tot consequentie, dat bijstelling van de p r o g r a m m a ' s van eisen danwei andere compenserende maatregelen dienen plaats te vinden. In dat kader is besloten tot het aanbrengen van de volgende aanpassingen: - In brief DGBO-87021751 dd. 20 november 1987 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende wijziging van de begroting 1988, zijn een aantal wijzigingen met betrekking tot de bekostiging van het basisonderwijs weergegeven. De daarin vervatte aanpassingen zullen eveneens w o r d e n toegepast op de bekostiging van het (voortgezet) speciaal o n d e r w i j s . Eenzelfde toepassing w o r d t gegeven aan de besluiten die g e n o m e n zijn naar aanleiding van het voor 1988 door de Adviesgroep uitgebrachte adviezen over de programma's van eisen voor het basisonderwijs (betreffende verlaging preventief onderhoud en het rekening houden met renteontvangsten). - In de door de werkgroep voorgestelde p r o g r a m m a ' s van eisen is in beperkte mate rekening gehouden met het feit, dat onderhoudswerkzaamheden kunnen w o r d e n verricht door met name conciërges Gezien de functiebeschrijving van de conciërges die onderdeel uitmaakt van het Rechtspositiebesluit Onderwijs (RPBO) w o r d t het mogelijk geoordeeld, dat een aantal activiteiten ter uitvoering aan de conciërges w o r d t opgedragen en dat deze activiteiten derhalve niet in de p r o g r a m m a ' s van eisen behoren te w o r d e n o p g e n o m e n . De activiteiten betreffen: - het uitvoeren van het binnenschilderwerk in de gebouwen (programma
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
4
- Bij de vaststelling van de p r o g r a m m a ' s van eisen zal rekening w o r d e n gehouden met het doorbreken van kosten aan derden in verband met medegebruik van beschikbare baden. - In de p r o g r a m m a ' s van eisen «onderhoud, vervanging en v e r n i e u w i n g onderwijsleerpakket» en «vervanging en v e r n i e u w i n g meubilair» w o r d t rekening gehouden met een component voor onderwijsvernieuwing (in de v o r m van een bekorting van de technische levensduur). Gezien het feit, dat aanpassingen van het onderwijsleerpakket tot nu toe in redelijke mate heeft plaatsgevonden en de programma's van eisen zijn opgesteld op basis van normatief aanwezig geachte (moderne) inrichting, w o r d t het mogelijk geacht o m uitsluitend voor de jaren 1988 en 1989 deze vernieuwingscomponent voor 100% respectievelijk 50% te elimineren. Samengevat komt dit neer op de in het navolgende overzicht weergegeven verlagingen (x 1 min.):
-
-
-
-
mutaties c o n f o r m brief DGBO-87021751 wijzigingen in p r o g r a m m a van eisen wijziging in bekostiging van: * dislocatie en medegebruik * aantal uren gebruik gymnastiekaccommodaties ( • beperking tot 2,25 klokuur per groepl * vergoeding p e r k l o k u u r g e b r u i k v a n gemeentelijke gymnastiekaccommodaties mutatiesc.f. beslissingen n.a.v. advies van de Adviesgroep voor basisonderwijs * preventief onderhoud * rente ontvangsten in relatie met de functiebeschrijving van conciërges aanpassen van de p r o g r a m m a ' s van eisen * preventief o n d e r h o u d * schoonmaken * tuinonderhoud * onderhoud en vervanging onderwijsleerpakketen meubilair elimineren vergoeding schoolkampen/excursies medegebruik baden eliminering component vernieuwing
'88
'89
'90
'91
'92
14,0
14,3
14,5
14,8
15,3
-
0,1
0,1
0,1
0,1
0,5
1,3
1,3
1,3
1,4
1,8
4,2
4,3
4,4
4,5
1,3
-
1,3 0,5
1,3 0,8
1,3 1,0
1,3 1,3
1,4 0,2 3,4
1,4 0,2 3,5
1,4 0,2 3,5
1,5 0,2 3,6
1,5 0,2 3,7
1,0 3,7 0,5 3,5
1,0 3,8 0,5 1,7
1,0 3,8 0,5
1,1 3,9 0,5
1,1 4,0 0,5
31,3
33,8
32,7
33,7
34,9
Het gehele overzicht van kosten en maatregelen is in bijlage I weergegeven. De p r o g r a m m a ' s van eisen De werkgroep geeft in het interimadvies (aanbeveling/conclusie VIII) als oordeel dat de programma's van eisen zoals opgenomen in het interimadvies, hoewel daaraan een voorlopig karakter moet w o r d e n toegekend, op zich als basis kunnen dienen voor de vaststelling van de vergoedingsbedragen voor 1988. Op grond hiervan zullen dan ook de voorgestelde programma's van eisen rekening houdend met de hiervoor weergegeven opmerkingen en beslissingen - als uitgangspunt w o r d e n gehanteerd voor de programma's van eisen die volgens de wettelijke procedure vóór 1 februari in de Staatscourant worden gepubliceerd. Nadat de vaststelling heeft plaatsgevonden zullen de p r o g r a m m a ' s van eisen onmiddellijk aan de Tweede Kamer worden aangeboden. In bijlage II w o r d t een overzicht gegeven van de opmerkingen bij de voorgestelde p r o g r a m m a ' s van eisen. Het door de werkgroep u i t t e brengen eindadvies zal, afhankelijk van het tijdstip waarop dat advies wordt uitgebracht, worden gehanteerd bij de besluitvorming van de programma's van eisen voor 1989.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
5
Reacties op de conclusies en aanbevelingen van de werkgroep I De leden van de w e r k g r o e p zijn unaniem van m e n i n g , dat door middel van het voorgestelde vergoedingsstelsel voor het (voortgezet) speciaal onderwijs (v.)s.o. een aanvaardbare allocatie plaatsvindt van de Rijksmiddelen. Zoals aangegeven in de algemene beschouwing betreffende het bekostigingsstelsel stemt de regering met deze conclusie in. II Het voorgestelde vergoedingsstelsel gaat uit van een relatief groot aantal vergoedingsindicatoren. Dit kan onder meer w o r d e n toegeschreven aan het gegeven dat het (v.)s.o. betrekking heeft of drie o n d e r w i j s v o r m e n (SO, SOVSO en VSO); elk bestaande uit 14 verschillende schoolsoorten (D, SH, ES, BL, SZ, LG, ZH, LZ, MLK, ZMLK, ZMOK, L O M , PI, en MG) en combinaties van scholen en afdelingen, al dan niet van verschillende schoolsoorten. Voor het ontwikkelen van de p r o g r a m m a ' s van eisen voor het voorgestelde vergoedingsstelsel is het uitgangspunt geweest dat de specifieke kenmerken van het (v.)s.o. verdisconteerd w o r d e n in het v e r g o e d i n g s m o d e l . Hiermede is bereikt dat het voorgestelde vergoedingsstelsel kostendekkend is. Zoals is aangegeven in de algemene beschouwingen over het stelsel w o r d e n deze conclusies eveneens door de regering onderschreven. III Het voorgestelde aantal vergoedingsindicatoren voor het (v.)s.o. doet geen afbreuk aan het door de werkgroep gehanteerde u i t g a n g s p u n t v a n eenvoud en hanteerbaarheid van het stelsel, daar in een geautomatiseerd vergoedingssysteem de Rijksvergoeding op relatief eenvoudige wijze kan w o r d e n berekend. Ten behoeve van de werkzaamheden voor het eindadvies (v.)s.o. zijn de leden van de-werkgroep van mening dat er kritisch aandacht moet w o r d e n besteed aan de afzonderlijke vergoedingsformules en vergoedingsindicatoren voor het SO en het VSO in verband met de eenvoud en hanteerbaarheid van het vergoedingsstelsel. De voorgestelde vergoedingsindicatoren voor alle (v.)s.o."Schoolgebouwen zijn inmiddels verzameld en vastgelegd in een geautomatiseerd systeem. De overige van belang zijnde vergoedingsindicatoren zijn inmiddels eveneens beschikbaar of zullen in de loop van de maanden november en december beschikbaar komen. Het vergoedingsstelsel kan derhalve met ingang van 1 januari 1988 operationeel zijn. De conclusie dat de vergoedingsindicatoren zodanig tijdig beschikbaar zijn dat het vergoedingsstelsel per 1 januari 1988 operationeel kan zijn w o r d t gedeeld. De regering stemt er uiteraard mee in, dat de werkgroep nog eens kritisch beziet of v e r e e n v o u d i g i n g e n vergroting van hanteerbaarheid mogelijk is door zeer geringe verschillen in vergoedingsformules te elimineren. IV Het voorgestelde vergoedingsstelsel is enerzijds een beheersinstrument voor de desbetreffende school- en gemeentebesturen en anderzijds een instrument voor het beheersen van de kosten van het (voortgezet) speciaal onderwijs. De p r o g r a m m a ' s van eisen in het voorgestelde vergoedingsstelsel vormen uitsluitend de o n d e r b o u w i n g van de Rijksvergoeding. De bestedingsvrijheid van de school- en gemeentebesturen blijft onaangetast. Terecht constateert de werkgroep dat het voorgestelde stelsel zowel voor school- en gemeentebesturen als voor de rijksoverheid een goed instrumentarium v o r m t voor de verwezenlijking van kostenbeheersing. Dat de bestedingsvrijheid onaangetast blijft past ook volledig in een stelsel dat is gebaseerd op taakstellende n o r m v e r g o e d i n g e n . V In dit advies zijn tevens de p r o g r a m m a ' s van eisen voor de gymnastieklokalen o p g e n o m e n . In verband met de eenvoud van het stelsel is
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
6
geopteerd voor een bedrag per klokuur voor zowel het SO als het VSO, gedifferentieerd naar de grootte van het gymnastiekokaal en de schoolsoorten van het (v.)s.o. Deze aanbeveling w o r d t o v e r g e n o m e n . In relatie met het gestelde onder III ten aanzien van de hanteerbaarheid w o r d t de werkgroep verzocht dit onderdeel daarbij in het bijzonder te betrekken, zulks mede met het oog op aanbeveling XIII. VI De leden van de werkgroep onderschrijven de voorgestelde procentuele overschrijdingsregel zoals die is neergelegd in artikel 99 van het Wetsontwerp 20 032. Wijziging van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de overgangswet ISOVSO met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen in het bekostigingsstelsel alsmede van de Wet op het Basisonderwijs en de Overgangswet WBO in verband met harmonisatie terzake (Wetsontwerp 20 032, n u m m e r 2). Deleden van de werkgroep hechten grote waarde aan het instellen van een permanente overlegstructuur - zoals ook in eerder genoemd w e t s o n t w e r p w o r d t voorgesteld - waarin onder meer de resultaten van de jaarlijkse bijstellingen aan de orde w o r d e n gesteld alvorens de M i n i s t e r v a n Onderwijs en Wetenschappen jaarlij ks per 1 augustus de p r o g r a m m a ' s van eisen en de hierbij behorende prijskaartjes (voorlopig) vaststelt. Deze aanbevelingen zijn reeds betrokken in de terzake ingediende wijzigingsvoorstellen. VII Voor een aantal p r o g r a m m a ' s van eisen zijn de technische werkzaamheden, verbonden aan het opstellen van de p r o g r a m m a ' s van eisen, nog niet volledig afgerond. De leden van de werkgroep achten dat op zich niet bezwaarlijk, omdat de desbetreffende p r o g r a m m a ' s van eisen, mede gezien wettelijke procedures, niet voor 1988 van toepassing zullen zijn. 1. De definitieve bedragen v o o r d e stichtingskosten zullen eerst eind 1987 beschikbaar zijn. De spreiding in de stichtingskosten, zoals v e r m e l d in het p r o g r a m m a van eisen n i e u w b o u w is circa 2%. De p r o g r a m m a ' s van eisen die een interdepentie hebben met het p r o g r a m m a van eisen n i e u w b o u w zullen te zijner tijd moeten w o r d e n aangepast. 2. Voor het programma van eisen v e r w a r m i n g zal een nader onderzoek plaatsvinden met betrekking tot de mate, waarin de verlaging van de nachttemperatuur in de (v.)s.o."Schoolgebouwen kan w o r d e n gerealiseerd. 3. In de werkgroep is de integrale benadering van de p r o g r a m m a ' s van eisen algehele aanpassing, technische en functieverbeterende aanpassingen en b o u w k u n d i g onderhoud aan de orde gesteld. De onderhavige samenhang van deze p r o g r a m m a ' s van eisen zal, mede in relatie tot het basisonderwijs, in het jaar 1988 nader w o r d e n onderzocht. 4. De stichtingskosten (nieuwbouw) voor de gymnastieklokalen zijn op dit m o m e n t niet beschikbaar. Derhalve zijn de bedragen gebaseerd op het huidige bedrag voor het basisonderwijs. Van deze conclusie is kennisgenomen. Met belangstelling w o r d e n de nadere gegevens die in het eindadvies w o r d e n verwerkt danwei in samenhang met de bijstellingsactiviteiten voor het basisonderwijs tot stand k o m e n , afgewacht. VIII De werkgroep stelt vast, dat enkele van de in dit Interimadvies o p g e n o m e n p r o g r a m m a ' s van eisen een v o o r l o p i g karakter dragen. In het onderstaande zijn deze aangegeven. De leden van de werkgroep zijn evenwel van oordeel, dat deze p r o g r a m m a ' s van eisen - rekeninghoudend met de gemaakte kanttekeningen - o p z i c h als basis kunnen worden gehanteerd voor de vaststelling van de vergoedingsbedragen voor 1988. In het eindadvies zal de werkgroep haar definitieve voorstellen voor deze p r o g r a m m a ' s van eisen opnemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
7
Met het oordeel van de werkgroep w o r d t rekening gehouden in die zin dat de programma's van eisen voor 1 9 8 8 - m e t inachtneming van de compenserende beslissingen - inderdaad worden gebaseerd op de voorstelen van de werkgroep.
VIII/1 Programma van eisen beheer, bestuur en administratiekosten. De werkgroep is van oordeel dat voor de vaststelling van het programma van eisen in 1989 en volgende jaren een onderzoek dient plaats te vinden dat e r o p is gericht voor zowel het basisonderwijs als voor het (voortgezet) speciaal onderwijs de vergoedingen te integreren in één vergoedingsmodel. De vertegenwoordigers van de VNG en het bijzonder onderwijs zijn van mening dat de kosten voor beheer, bestuur en administratie voor het voortgezet onderwijs betrokken moeten worden in het onderzoek beheer, bestuur en administratie v o o r het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs. Met het uitvoeren van dit onderzoek gericht op een voor basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs geïntegreerd vergoedingsmodel w o r d t op zich ingestemd. Nader overleg binnen de werkgroep zal moeten plaatsvinden over de reikwijdte van het onderzoek en de daarmee samenhangende kosten. Het is verwachtbaar dat de resultaten van een dergelijk onderzoek niet meer kunnen worden betrokken in de beleidsvorming voor 1989 betreffende dit p r o g r a m m a van eisen.
VIM/2 Programma's van eisen onderwijsleerpakket en meubilair. De leden van de werkgroep constateren, dat de werkzaamheden voor deze programma's van eisen nog niet zijn afgerond. Nader beraad dient nog plaats te vinden over ondermeer de inhoud, de onderlinge samenhang en de vermelde vervangingstermijnen in deze p r o g r a m m a ' s van eisen. Voorts stellen de leden van de werkgroep vast, dat nog afstemming dient plaats te vinden tussen deze programma's van eisen en onder meer de programma's van eisen nieuwbouw, elektriciteit, v e r w a r m i n g en b o u w k u n d i g onderhoud (ingrijpend, technisch en preventief onderhoud). De werkgroep beveelt de M i n i s t e r v a n Onderwijs en Wetenschappen aan bij de vaststelling van de programma's van eisen voor het jaar 1988 de meest recente inzichten van de werkgroep te betrekken. Met het oog op het belang o m ook voor 1988 te kunnen overgaan tot het zo goed mogelijk vaststellen van de p r o g r a m m a ' s van eisen wordt deze aanbeveling overgenomen.
VI H/3 Programma van eisen verzekeringen. De werkgroep zal voor buitenvandalisme een nader ondezoek instellen naar de o m v a n g van de schade bij (v.)s.o.-gebouwen en terreinen. Mede op basis van deze resultaten zal een definitief voorstel w o r d e n gedaan. Het onder 2 laatste volzin - gestelde is overeenkomstig van toepassing. De resultaten van dit onderzoek w o r d e n afgewacht.
VIM/4 Programma van eisen vervoer. Het p r o g r a m m a van eisen vervoer draagt eveneens een voorlopig karakter. Voor het Eindadvies zal een nader onderzoek w o r d e n ingesteld naar de aanvaardbare afstanden, rekening houdend met de handicap van de leerling, en de daarmee samenhangende kosten van het gymnastiekvervoer, symbiosevervoer en het stagevervoer. Het onder 2 - laatste volzin - is eveneens van toepassing. De nadere voorstellen van de werkgroep met betrekking tot dit programma van eisen zullen worden gebruikt bij de vaststelling van de programma's van eisen voor 1989.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
8
VIII/5 Programma van eisen preventief o n d e r h o u d . In het p r o g r a m m a van eisen preventief o n d e r h o u d w o r d t voorlopig verondersteld dat de conciërge werkzaamheden verricht die vallen onder het zogenaamde jaarlijkse herstelonderhoud. In welke mate dit ook voor andere activiteiten kan plaatsvinden, w o r d t nog nader bezien. Hiervoor w o r d t verwezen naar de b e s l u i t v o r m i n g over de bijstelling van de programma's van eisen zoals o p g e n o m e n onder budgettaire gevolgen. IX Met betrekking tot het p r o g r a m m a van eisen dienstreizen is e r - op g r o n d van het ontbreken van recent onderzoekmateriaal - door de werkgroep voor gekozen o m v o o r 1988 de bestaande normbedragen in het p r o g r a m m a van eisen op te nemen. Er zal nog nader onderzoek geschieden naar de hoogte en de o n d e r b o u w i n g van de o p g e n o m e n bedragen. Mede op basis van dit resultaat zal in het eindadvies voor het (v.)s.o. een definitief voorstel w o r d e n gedaan. Voor de schoolsoort ZH w o r d t door de leden van de werkgroep voorgesteld de huidige regeling voor de vergoeding van de kosten van dienstreizen v o o r het jaar 1988 te continueren in afwachting van het definitieve programma van eisen ter zake. De hier geformuleerde aanbevelingen w o r d e n o v e r g e n o m e n . Over de wijze van declareren van de kosten van dienstreizen voor de schoolsoort ZH zullen nadere aanwijzingen w o r d e n gegeven. X De werkgroep beveelt aan o m voor de schoolsoorten bedoeld voor zintuiglijk of lichamelijk gehandicapte kinderen via het p r o g r a m m a van eisen overige andere voorzieningen de mogelijkheid te openen dat in geval er vanuit de handicap van aldaar ingeschreven kind(eren) bijzondere omstandigheden voortvloeien, waarmee bij de vaststelling van het programma van eisen onderwijsleerpakket en meubilair geen rekening is gehouden, een op dat kind c.q. kinderen toegespitste voorziening kan w o r d e n getroffen. Op een daartoe strekkend verzoek dient te w o r d e n beslist op basis van het advies van de inspecteur. Bij de vaststelling van de vergoeding dient rekening te w o r d e n gehouden met de verstrekte vergoedingen voor die voorzieningen, waarvan het desbetreffende kind in de bedoelde situatie geen gebruik maakt. De werkgroep beveelt voorts aan - op basis van hiermee opgedane ervaringen - de situaties waarin toekenning kan plaatsvinden expliciet in dit programma van eisen te vermelden. De werkgroep beveelt aan o m artikel 82a van de reeds genoemde w e t s o n t w e r p dienovereenkomstig aan te passen. Aan de aanbeveling met betrekking tot de aanpassing van art. 82a is reeds uitvoering gegeven. De aanbeveling m.b.t. het o p n e m e n van situaties waarin toekenning kan plaatsvinden zal in de uitwerking van het stelsel w o r d e n meegenomen. XI De werkgroep adviseert de Minister van Onderwijs en Wetenschappen ten aanzien van de middelen voor de overgang van het oude stelsel naar het nieuwe stelsel de benodigde voorzieningen te treffen. Gelet op de invoering van het vergoedingsstelsel per 1 januari 1988 en de publikatie van de voorlopige p r o g r a m m a ' s van eisen r o n d o m die datum - dat wil zeggen tijdens het lopende s c h o o l j a a r - beveelt de werkgroep de minister aan o m de omstandigheid d a t - in verband met het vastgestelde schoolwerkplan/ activiteitenplan (onder andere met het oog op het zwemonderwijs) c.q. in verband met lopende verplichtingen/contracten (bij voorbeeld met s c h o o n m a a k b e d r i j v e n ) " d e uitgaven op schoolniveau per 1 januari 1988 niet in overeenstemming gebracht kunnen w o r d e n met de voorgestelde vergoedingen, aan te merken als bijzondere omstandigheden als bedoeld in het voorgestelde artikel 98 van eerder genoemd w e t s o n t w e r p 20 032 voorzover dit betrekking heeft op de periode 1 j a n u a r i - 1 augustus 1988.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
9
De werkgroep adviseert de Minister van Onderwijs en Wetenschappen zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de p r o g r a m m a ' s van eisen voor 1988 de school- en gemeentebesturen ter zake nader te i n f o r m e r e n . Deze aanbeveling w o r d t o v e r g e n o m e n . XII De leden van de werkgroep gaan ervan uit dat het voorgestelde vergoedingsstelsel v o o r het (v.)s.o. vóór 1 januari 1988 juridisch w o r d t verankerd in de ISOVSO, de Overgangswet ISOVSO en de daarop gebaseerde algemene maatregelen van bestuur. Voorts gaan de leden ervan uit, dat het geautomatiseerde vergoedingssysteem voor de berekening van de Rijksvergoeding voor het (v.)s.o. per 1 januari 1988 operationeel is en dat een tijdige - zo ruim mogelijk voor 1 januari 1 9 8 8 - e n adequate voorlichting over dit voorgestelde vergoedingsstelsel w o r d t gegeven aan school- en gemeentebesturen. De leden van de werkgroep geven er de voorkeur aan, dat deze voorlichting via een gezamenlijke aanpak door organisaties en departement w o r d t uitgevoerd. Op het gestelde van dit punt is in de algemene beschouwing naderingegaan. XIII In dit interimadvies is wat de bekostiging van gymnastiekgebouwen betreft gekozen v o o r d e systematiek van het basisonderwijs. De werkgroep beveelt de Minister van Onderwijs en Wetenschappen aan voor het medegebruik door (v.)s.o. van lokalen van het basisonderwijs (en omgekeerd) bij invoering van het bekostigingsstelsel v o o r h e t ( v . ) s . o . p e r l januari 1988 zo veel mogelijk over te gaan tot het binnen de begroting verrekenen van kosten daarvan. Dit kan door de aantallen uren medegebruik door het (v.)s.o. van een BO-lokaal voor de bekostiging van dat lokaal te tellen als BO-uren (en omgekeerd) en de totale kosten binnen de begroting door middel van overboekingen bij de medegebruikende schoolsoort tot uitdrukking te brengen. Er zal maximaal naar w o r d e n gestreefd de uitvoering van deze aanbeveling reeds voor het vergoedingsjaar 1988 te realiseren. In ieder geval zal daaraan met ingang van 1989 uitvoering w o r d e n gegeven.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
10
Bijlage I
Financieel overzicht '88
'89
'90
'91
'92
210,3
214,2
218,8
224,3
3,0
4,5
4,5
4,5
7.1,2
—
—
—
Totaal geraamde uitgaven
207,3
213,3
218,7
223,3
228,8
Beschikbaar budget incl. overheveling artikel personele uitgaven.
176,0
180,3
188,0
195,9
202,9
31,3
33,0
30,7
27,4
25,9
16,3
19,9
20,2
20,6
21,3
1,3
1,8
2,1
2,3
2,6
6,0
6,1
6,2
6,4
6,5
3,7
3,8
3,8
3,9
4,0
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
3,5
1,7
—
—
31,3
33,8
32,7
33,7
x f 1 min. Geraamde uitgaven o.b.v. Interim advies (Hoofdstuk X V I ) Geraamde uitgaven overgangsregeling (startfonds) (hoofdstuk X I V rapport) Éénmalige beperking p.v.e. ingrijpend onderhoud
Verschil
207
1,5
Maatregelen: 1. Overeenkomstige maatregelen als voor het Basisonderwijs voor 1988 zijn voorgesteld in de brief van 20 november 1987 2. Overeenkomstige maatregelen als voor het Basisonderwijs door de Adviesgroep Basisonderwijs zijn voorgesteld voor 1988 3. Specifieke (V)SO-maatregelen * verlaging p.v.e.'s tuinonderhoud preventief onderhoud en schoonhouden en vervanging/ onderhoud onderwijsleerpakketten meubilair i.v.m. aanwezigheid conciërge * Elimineren van de vergoeding voor schoolkampen en excursies uit het p.v.e. overige uitgaven * Heffen van een tarief voor medegebruik van baden buiten schooltijd * Elimineren component vernieuwing Totaal maatregelen
T w e e d e K a m e r , v e r g a d e r j a a r 1 9 8 7 - 1 9 8 8 , 18 9 7 6 , nr. 5
— 34,9
11
Bijlage II
A . l . Voorzieningen in de huisvesting (schoolgebouwen, watergewennings- en therapiebaden en tuinbouwkas) 1.
Nieuwbouw;
— Accoord. — Wanneer definitieve bedragen van de stichtingskosten eind 1987 beschikbaar komen, zal hiermee bij de vaststelling van de p.v.e.'s voor 1988 rekening worden gehouden.
2. Onderwijsleerpakket en meubilair
— De in de brief van 20 november 1987 voor het basisonderwijs voorgestelde maatregelen worden op analoge wijze verwerkt. — Bij de vaststelling van dit p.v.e. voor 1988 zal rekening worden gehouden met de meest recente inzichten van de werkgroep.
3.
— Accoord.
Uitbreiding
4. Algehele aanpassing
— Accoord. — Onderzoeksresultaten naar integrale benadering van dit programma van eisen voor technische en functieverbeterende aanpassingen aan bouwkundig onderhoud mede in relatie tot het basisonderwijs worden afgewacht.
5. Partiële aanpassing
— Accoord.
6. Ingrijpend onderhoud
— Accoord. — Zie opmerking onder I.4 m.b.t. integrale benadering aantal p.v.e.'s
T w e e d e K a m e r , v e r g a d e r j a a r 1 9 8 7 - 1 9 8 8 , 18 9 7 6 , nr. 5
12
Bijlage III
A . l l . Andere voorzieningen (schoolgebouwen, watergewenningsbaden, hydrotherapiebaden en tuinkasbouw) Technisch onderhoud (incl. correctie leegstand)
Accoord, met dien verstande dat: als aparte vergoedingsindicatoren worden opgenomen de buitenberging en rijwielloods. toeslag voor olietankinstallaties vervalt, onderhoud/vervanging zonweringsinstallaties wordt geént op eenvoudiger zonweringsvoorziening. Een en ander cf. brief 20-11 '87 voor het basisonderwijs.
2. Technische en funktieverbeterende aanpassingen
Accoord
3. Vervanging en aanpassing meubilair
De in de brief van 20 nov. 1987 voor het Basisonderwijs voorgestelde maatregelen worden op analoge wijze verwerkt. Bij de vaststelling van dit p.v.e. voor 1988 zal rekening worden gehouden met de meest recente inzichten van de werkgroep.
4. Verzekering tegen herstel en vervanging van schade aan gebouw, meubilair en onderwijs, leerpakket in geval van calamiteiten.
accoord, met dien verstande dat: stichtingskosten nog worden bijgesteld op basis van de bedragen die eind 1987 beschikbaar komen. Bij de bedragen voor onderwijsleerpakketten wordt uitgegaan van de voor 1988 vastgestelde bedragen. V.w.b. verzekering tegen eigen gebrek/constructie fouten, zal de komende 3 jaar de schade-ontwikkeling worden gevolgd t.b.v. de definitieve premie-vaststelling. Voor verzekering tegen buitenvandalisme zal de omvang van de schade in 1988 worden geïnventariseerd.
5.
Onroerend-goedbelastingen
6. Overige andere voorzieningen
accoord. accoord.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1987-1988, 18 976, nr. 5
13
Bijlage IV
A . l l l . Materiële voorzieningen t.b.v. de Instandhouding (schoolgebouwen, water gewennings en therapiebaden en tuinbouwkas) 1.
Preventief Onderhoud
Cyclusperiode buitenschilderwerk gaat van 5 naar 6 jaar cf. brief BO van 20-11-'87) Verlaging bedrag voor klachten- en klein herstelonderhoud voor permanente gebouwen jonger dan 10 jaar alsmede voor noodgebouwen (cf. brief van BO 20-11-'87) Prijskorting van 10% door optredende effecten bij concentratie van onderhoudsbeheer (5% is conform Adviesgroep Basisonderwijs en 5% is conform brief BO van 20-11-'87) Voor rijwielloods en buitenberging worden afzonderlijke vergoedingsindicatoren gehanteerd. Voorts wordt uitgegaan van een eenvoudiger zonwering (cf. brief BO van 20-11-'87) Cyclusperiode binnenschilderwerk w o r d t verlengd (cf. voorstel Adviesgroep Basisonderwijs) Vergoeding binnenschilderwerk w o r d t geschrapt in verband met door conciërge in dit verband te verrichten taken.
2.
Tuinonderhoud
Normatief wordt uitgegaan van een grotere gazonoppervlakte en kleinere oppervlakten van de borders en heesters (cf. brief BO 20-11-1987) Bedrag wordt hierdoor verlaagd van f 1,92 naar f 1,71 Verdere verlaging van het bedrag naar f 0,60 per m 2 in verband met door de conciërge te verrichten onderhoudwerkzaamheden in dezen.
3.
Elektriciteit (incl. correctie leegstand)
Accoord
4.
Verwarming (incl. correctie leegstand)
In plaats van een in het p.v.e. als basis genomen nachttemperatuur van 10 graden wordt uitgegaan van een nachttemperatuur van 8 graden (cf. brief 20-11 '87 voor het basisonderwijs)
5.
Waterverbruik
— Accoord
6.
Schoonmaakonderhoud (incl. correctie leegstand)
— Frequenties van schoonmaakbehandelingen worden beperkt conform brief van 20-11 '87 voor het basisonderwijs. De schoonmaakbehandeling: «prullenbakken legen» w o r d t uit het p.v.e. gehaald in verband met door de conciërge te verrichten taak in dezen.
Overige publiekrechtelijke heffingen.
— Accoord
Medezeggenschap
— Accoord
Onderhoud, vervanging en vernieuwing onderwijsleerpakket en onderhoud meubilairmaatregelen
— De in de brief van 20 november 1987 voor het basisonderwijs voorgestelde zullen op analoge wijze worden verwerkt. — In verband met door de conciërge te verrichten taken in kader van onderhoud schoolinventaris wordt onderhoudsbedrag verlaagd.
10.
Kosten van administratief/ beheer
— Vergoeding voor onderhoudsbeheer wordt gesteld op f 2,72 per m 2 . (Conform brief van 20-11-1987)
11.
W.A.-verzekering
— Accoord
12.
Overige voorzieningen ter verzekering van de goede gang van het onderwijs, t.w. — culturele vorming — schoolzwemmen — vervoer — overige uitgaven — dienstreizen
Accoord Accoord Voorshands, accoord. Nadere onderzoeksresultaten van de werkgroep worden afgewacht. Vergoeding voor schoolkampen en excursies w o r d t geëlimineerd. Voorshands accoord, nadere onderzoeksresultaten van de werkgroep worden afgewacht.
T w e e d e K a m e r , v e r g a d e r j a a r 1 9 8 7 - 1 9 8 8 , 18 9 7 6 , nr. 5
14
Bijlage V
B. Gymnastieklokalen I. Voorzieningen in de huisvesting 1.
Nieuwbouw
— Zie opmerking p.v.e. nieuwbouw (v)so-schoolgebouwen (A.l.1).
2. Onderwijsleerpakket en meubilair
— Zie opmerking p.v.e. onderwijsleerpakket (v)soschoolgebouwen (A.l.2) voor wat betreft de vaststelling van het programma van eisen voor 1988.
3.
— Accoord.
Uitbreiding
I I . Andere voorzieningen 1. Technisch en ingrijpend onderhoud
— Accoord.
2. Vervanging en aanpassing meubilair
— Accoord.
3. Verzekering tegen herstel en vervanging van schade aan gebouw, meubilair en onderwijsleerpakket in geval van calamiteiten
— Accoord met die verstande dat stichtingskosten worden bijgesteld op basis van de bedragen die eind 1987 beschikbaar komen. — Zie voorts opmerkingen onder A.ll.4 v.w.b. verzekering tegen constructiefouten en tegen buitenvandalisme.
4.
— Accoord.
Onroerend-goedbelasting
I I I . Materiële voorzieningen t.b.v. instandhouding 1. Preventief onderhoud
Zie opmerkingen onder A . I I 1.1.
2.
Tuinonderhoud
Zie opmerkingen onder A . l l l . 2 .
3.
Electriciteit
Accoord.
4.
Verwarming
Zie opmerking onder A . l l l . 4 .
5. Waterverbruik
Accoord.
6. Schoonmaakonderhoud
Zie opmerkingen onder A.II1.6.
7. Overige publiekrechtelijke heffingen.
Accoord.
8. Onderhoud, vervanging en vernieuwing onderwijsleerpakket en onderhoud meubilair
Accoord.
9. Kosten van administratie beheer en bestuur
Accoord. Voorts is de opmerking onder A.l 11.10 van toepassing.
T w e e d e K a m e r , v e r g a d e r j a a r 1 9 8 7 - 1 9 8 8 , 18 9 7 6 , nr. 5
15