Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1997–1998
11 107
Huisvesting der Kamer
Nr. 95
BRIEF VAN DE BOUWBEGELEIDINGSCOMMISSIE Ontvangen 16 april 1998 De Bouwbegeleidingscommissie brengt als volgt verslag uit over haar werkzaamheden sinds zij haar vorige jaarverslag uitbracht op 21 maart 1997. In deze periode verloor de commissie haar voorzitter, de heer Broos van Erp (VVD), die reeds enige tijd zeer ernstig ziek was. De commissie wil nog op deze plaats uitspreken hoezeer zij de activiteiten van de heer Van Erp mist. Het bouwproces van de Kamer boeide hem bijzonder. In het eerste deel van de verslagperiode trad het lid Van de Camp (CDA) op als waarnemend voorzitter. In die functie besteedde hij bij de bespreking van het vorige jaarverslag al aandacht aan de rol van de heer Van Erp als BBC-voorzitter. De Handelingen van de plenaire vergadering waarin dat geschiedde, bereikten de heer Van Erp kort voor zijn overlijden. Op 4 september 1997 koos de BBC de heer Hofstra (VVD) als voorzitter van de BBC. De andere verandering in de lijst van deelnemers aan de BBC-vergaderingen was dat de commissie kort nadien de wens uitsprak dat het aantal adviseurs van de commissie zou worden beperkt. Het Presidium honoreerde die wens; als adviseurs zijn nu aan de BBC toegevoegd: • de projectleider van de Rijksgebouwendienst; • de architect van het geagendeerde project bij het betrokken agendapunt; • de directeur Facilitair Bedrijf van de Kamer; • het hoofd Interne Dienst. De Voorzitter van de Kamer heeft het recht de commissievergaderingen bij te wonen als hij dat dienstig oordeelt. In de verslagperiode vergaderde de BBC niet minder dan tien keer, waarvan drie keer in september, toen de plannen voor Plein 23 vastgesteld moesten worden. Werkbezoeken werden gebracht aan het gebouw Koloniën en het complex Plein 23 alsmede het voormalig Rijksarchief en gebouw Bleijenburg 7. In de verslagperiode is wegens uitputting van het betrokken budget een eind gekomen aan de werkzaamheden van de Kunstcommissie die zich
KST29315 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1998
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 11 107, nr. 95
1
onder leiding van de Rijksbouwmeester bezig hield met de invulling van de kunsttoepassingen (de zgn. 1%-regeling) voor het geheel van de (ver)nieuwbouw. De grote kunsttoepassingen hebben hun plaats gevonden in de Nieuwbouw. Enige kleinere werken zijn aangebracht in de gebouwen rondom de nieuwbouw. Het Presidium heeft een nieuwe interne Kunstcommissie in het leven geroepen voor de advisering over kunsttoepassingen en uitwendige vormen in het Kamergebouw. De BBC en deze nieuwe Kunstcommissie houden elkaar door middel van uitwisseling van notulen op de hoogte van hun werkzaamheden. Een advies van de Kunstcommissie is na marginale toetsing door de BBC met een positief advies doorgezonden naar het Presidium. Nieuwbouw, Justitie, Binnenhof 4/5/6 en Hotel Met gebouwendelen die al wat langer in gebruik zijn, had de BBC relatief weinig van doen. Wel is de afspraak tot stand gekomen dat de BBC eens per kwartaal een overzicht krijgt van de grotere onderhoudswerken die zijn of worden uitgevoerd. De situatie van de Hofplaats – formeel als openbare ruimte niet tot de Kamer behorend – kwam enkele malen ter sprake. De klacht was verloedering van de inrichting van deze openbare ruimte door beschadiging van de lichtmasten, het architectonisch element met daarop artikel 1 van de Grondwet en de messing elementen in het plaveisel. Tussen Rijk en gemeente kwam een beheersovereenkomst tot stand die tot een renovatie van dit plein heeft geleid. Het gebruik van het architectonisch element door skateboarders geeft nog wel geluidsoverlast. De commissie heeft geen bemoeienis gehad met de bouwkundige ingreep die nodig was om het publiekscafé en -restaurant op de hoek van Lange Poten en Hofplaats om te bouwen tot interne café- en restaurantvoorziening voor bijzondere groepen en doeleinden. De commissie vindt het jammer dat er nu geen terrasvoorziening op de Hofplaats meer is voor het publiek. Wat de Statenhal in de Nieuwbouw betreft heeft de BBC met vreugde kunnen constateren dat met de uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie Kouffeld de warmte- en koudeproblemen in deze centrale ruimte voorbij waren. Een woord van hulde past aan allen die hun bijdrage hieraan gegeven hebben. Binnenhof 1a t/m 3 In de verslagperiode is gewerkt aan de afhandeling van een aantal klachten die overbleven na de oplevering. Genoemd kunnen worden de riolen en de zonwering, alsmede de wateroverlast in diverse vormen die veroorzaakt werden door het kunstwerk van Prof. A. Volten op de vloer van de Schepelhal, in de doorloop van Nieuwbouw naar Binnenhof 1a en de Oude Vergaderzaal. Gebouw Koloniën Dit gebouw is in de verslagperiode grondig gerenoveerd aan de hand van een plan van architect prof. ir. Pi de Bruijn. Oplevering vond plaats juist voor de afsluiting van dit verslag. Het gebouw zal na de verkiezingen van mei in gebruik genomen worden door o.a. de PvdA-fractie, de beveiligingsdienst (Centrale meldkamer) en de politie en ook tijdelijk ruimte bieden aan het centraal magazijn van de Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 11 107, nr. 95
2
De BBC heeft na de eerder gegeven instemming met het Definitief Ontwerp voor dit gebouw zich nog bezig gehouden met de wijze waarop de monumentale Regentenkamer visueel zou kunnen worden ontsloten. Gekozen is voor een glazen deur waardoor men het inwendige van deze ruimte, met de portretten van Gouverneurs-Generaal van het voormalige Nederlandsch Indië, kan zien. De commissie vond geen aanleiding te treden in de discussie tussen enerzijds de architect en de RGD en anderzijds de gemeente over de kleurstelling van het schilderwerk van de buitenzijde van dit gebouw. Wel heeft de commissie bemoeienis gehad met de keuze van nieuw meubilair, vloerbedekking en wandbekleding van dit gebouw en met name de kleur daarvan. Aangezien er geen kunstbudget meer resteerde voor dit gebouwendeel, is geadviseerd tot enige verdere versobering om nog middelen voor een kunsttoepassing vrij te maken. De Kunstcommissie kwam tot een keuze voor aankleding van de (overkapte) binnenhoven in dit gebouw door Walter Nikkels, met tekst en beeld. De BBC heeft het Presidium hierover positief geadviseerd nadat bleek dat een en ander niet ten koste zou gaan van het laatste deel van de (ver)nieuwbouw: Binnenhof 7. Binnenhof 7 De BBC heeft zich enkele malen gebogen over de planvorming voor de renovatie van dit gebouw uit 1916. Zij heeft het Presidium onlangs geadviseerd in te stemmen met het Definitieve Ontwerp van Pi de Bruijn, dat dit gebouw op sobere wijze terug doet keren naar ongeveer de oorspronkelijke vormen, waarbij weliswaar minder werkkamers ontstaan maar wel werkplekken komen die voldoen aan de hedendaagse normen. In het kader van deze renovatie zal ook de definitieve inrichting ontstaan van de huidige provisorische groenstrook tussen Binnenhof 7 en de Nieuwbouw. Plein 23, voormalig Rijksarchief en Bleijenburg 7 De meeste aandacht van de BBC is in de verslagperiode uitgegaan naar dit nieuwe complex aan de overzijde van het Plein, doorlopend tot het Bleijenburg. De architectenkeuze was na een meervoudige opdracht gevallen op Bureau Wouda te Utrecht, met architect ir. E. Knippers als verantwoordelijke. Met alle betrokkenen werd overeengekomen dat de BBC ten aanzien van dit nieuwe project dezelfde verantwoordelijkheden zou krijgen als voor de (ver)nieuwbouw van de afgelopen decennia. Ook werd met alle betrokkenen overeengekomen dat de relatie tot de architect dezelfde zou zijn als de in de loop van vele jaren gegroeide vruchtbare samenwerking met de architect van die (ver)nieuwbouw. De BBC heeft zich allereerst gebogen over het aanvankelijk wel erg summiere plan van eisen voor het nieuwe complex, waarvoor niet veel meer was aangegeven dan dat er ongeveer driehonderd werkplekken in moesten, samen met een zaal voor parlementaire enquêtes en ruimte voor Europarlementariërs. Nadat meer helderheid was geschapen over de aan dit gebouw te stellen eisen, heeft de BBC zich verenigd met een sober Voorlopig Ontwerp, vooruitlopend op een Definitief Ontwerp. Allereerst heeft de BBC het Presidium de vraag voorgelegd of er wel behoefte was aan een enquêtezaal, en, zo ja, welke voorzieningen daarin en -om moesten worden aangebracht. Voorts heeft de BBC het Presidium
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 11 107, nr. 95
3
een uitspraak gevraagd over de behoefte aan voorzieningen voor Europarlementariërs. Tenslotte vroeg de commissie naar de exploitatievooruitzichten ten aanzien van ingangen tot dit nieuwe complex voor de aldaar werkenden en voor het publiek en meer in het algemeen naar de gewenste bereikbaarheid van dit complex vanuit de hoofdgebouwen tussen Buitenhof en Plein. Nadat het Presidium had uitgesproken dat er diverse argumenten zijn om een aparte enquêtezaal wenselijk te achten, heeft de BBC veel aandacht geschonken aan het ontwerpen van een dergelijke zaal, die van doorslaggevende betekenis is in het nieuwe gebouw. De BBC heeft tenslotte kunnen concluderen dat deze zaal, een stuk nieuwbouw tussen Plein 23 en het voormalig Rijksarchief, de maximale grootte krijgt die haalbaar is op het terrein. Ook de publieksvoorzieningen zijn vrij ruim. De invulling voor de (schrijvende) pers op de tribune moet nog vorm krijgen. In de directe omgeving van de zaal zal voldoende werkruimte gereserveerd zijn voor de Enquêtecommissie en haar staf, met alle denkbare faciliteiten en beveiliging die nodig bleken bij eerdere enquêtes. Rondom de zaal zijn verder faciliteiten voor de elektronische media voorzien, en voor het publiek. Teneinde een zo bruikbaar mogelijke zaal te krijgen voor enquêtes en ander normaal Kamer(commissie)werk, moesten vaste tolkencabines verdwijnen uit dit deel van het plan van eisen. Wel is de zaal zo flexibel in te richten dat er goede opstelplaatsen zijn voor verplaatsbare tolkencabines. Na onderzoek ook onder de Nederlandse Europarlementariërs is gebleken dat zij en hun bevriende fracties in de Kamer vooral behoefte hadden aan enige faciliteiten in het areaal dat is toegewezen aan de betrokken fractie. In dit complex worden daarom geen bijzondere bouwkundige voorzieningen getroffen ten behoeve van deze groep volksvertegenwoordigers. Daarom kan ook worden afgezien van gebruiksovereenkomsten zoals die wel zijn afgesloten met andere medegebruikers zoals parlementaire redacties. De diverse entrees in het gebouw worden zo gemaakt dat desgewenst openstelling mogelijk is. De hoofdingang zal worden gesitueerd in het gebouw Lange Houtstraat 1, naast Plein 23. Deze ingang geeft voor het publiek een vrije doorgang naar de achtergelegen enquêtezaal, met behoud van een beveiligd gebied waarin zich de normale kantoorruimten bevinden voor de diensten en de enquêtestaf. Nader wordt bezien of andere ingangen al dan niet incidenteel open gaan (gedacht kan worden aan Bleijenburg 7 als personeelsingang bij aanvang en einde dienst). Een rechtstreekse verbinding van het nieuwe complex met de onderste laag van de parkeergarage onder het Plein, welke is gereserveerd voor o.a. sommige gebruikers van de Kamergebouwen, is essentieel geacht. Vanuit kostenoverwegingen is in de planning een korte tunnel met trap opgenomen, die uitkomt onder de ingang Plein 23. Onderzocht is of het – ook met het oog op goederentransport bijvoorbeeld ten behoeve van ons restaurantbedrijf – mogelijk zou zijn tot een liftverbinding te komen (welke wens ook al leeft ten aanzien van de zeer lange trap van Plein 2 naar deze garage). Het onderzoek leerde dat met deze wensen maar liefst f 8 mln. gemoeid zou zijn. De BBC achtte dit geenszins verantwoord, en acht een alternatieve voorziening met trapliften verantwoord. Op verzoek van de personeelsvereniging Binnenskamers is nagegaan of het mogelijk zou zijn de sportruimtes die nu te vinden zijn in gebouw Vijverhof, over te brengen naar het nieuwe complex. Dit lijkt onnodig: ook als de Vijverhof wordt afgestoten – wat niet zeker is – zijn er alternatieven
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 11 107, nr. 95
4
te vinden in de Haagse binnenstad zonder dat de Kamer daar eigen voorzieningen voor hoeft te onderhouden. Inmiddels is bij het afsluiten van dit jaarverslag gebleken dat vertraging bij de planontwikkeling onvermijdelijk is geworden. Bij het opstellen van het concept voor het Definitieve Ontwerp is een kostprijs voor de bouw berekend (ná forse bezuinigingen bij het afronden van het Voorlopige Ontwerp) van ruim éénderde boven de begroting van de kale bouwkosten: ongeveer f 41 mln versus de dertig miljoen waarvan uitgegaan was bij de architectenkeuze. Hier bovenop komen nog de bijkomende kosten, kosten van installaties en dergelijke. Voorts is gebleken dat de voor rekening van de Kamer blijvende kosten voor bepaalde installaties en inrichting van het gebouw, ruim uitkomen boven het bedrag wat daarvoor in de meerjarenraming van de Kamer is opgevoerd. In de komende maanden wordt onder meer door een gerenommeerd onafhankelijk bouwkundig adviesbureau een toets uitgevoerd van de opgevoerde kosten. Pas na de zomer kunnen alternatieve oplossingen tegen elkaar afgewogen worden. De BBC hoopt hierover te kunnen adviseren vóórdat in het najaar de begroting van de Kamer en die van de RGD worden vastgesteld. Overige ruimtebehoefte, gebouw Vijverhof Het ziet ernaar uit dat met de totstandkoming van het complex Plein 23 juist voldoende oppervlak zal zijn gerealiseerd voor de op dat moment te voorziene behoefte. Er is in rekenkundig opzicht dan nog een reserve voor hooguit enige tientallen werkplekken. De BBC achtte dit te krap om niet nu reeds actie te ondernemen. Zij adviseerde het Presidium daarom niet op voorhand reeds akkoord te gaan met het afstoten van het gebouw Vijverhof op het moment dat Plein 23 gereed is, maar te verlangen dat dit gebouw binnen het Kamercomplex zal blijven totdat is voorzien in een verdere uitbreiding die de Kamer tot in de verdere toekomst blijvend ruimtenood bespaart. Het Presidium heeft dit advies overgenomen en is met de RGD op zoek naar verdere expansiemogelijkheden voor de Kamer in de directe omgeving van de bestaande gebouwen. Duidelijk is dat dit gevolgen zal hebben voor het (preventieve) onderhoud van de Vijverhof, waar nu veel technische problemen en ARBO-klachten over bestaan. Het perspectief dat de leden 48 m2 werkruimte geboden zal worden ten behoeve van hun eigen werkplek, die van hun persoonlijk medewerker, en voor de fractiestaf, kan niet gerealiseerd zijn voordat het complex Plein 23 gereed is, maar kan ook dan wellicht alleen gehandhaafd worden als er een alternatief wordt geboden voor het aanhouden van de Vijverhof. Met een expansie als gevolg van de uitvoering van de aanbevelingen van het rapport Politieke en Persoonlijke Ondersteuning (PPO, commissie Doelman-Pel), is geen rekening gehouden. Met de terugkeer van Koloniën in dit jaar, en Binnenhof 7 in het volgende jaar, moet echter voor de fracties de ergste nood voorbij zijn. De leiding van de ambtelijke dienst zal, na het voorgeschreven overleg met de ondernemingsraad, die in deze instemmingsrecht heeft, tegen het einde van dit jaar procedurevoorstellen inbrengen over de te nemen beslissingen over de huisvesting van de ambtelijke diensten. Daarbij zal het niet alleen gaan om de toedeling van ruimte maar vooral om de bepaling welke diensten blijvend gehuisvest moeten zijn in het centrum van het primaire proces, dus in de gebouwen waarin ook de leden en de fracties
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 11 107, nr. 95
5
(en de pers) hun plaats vinden en welke diensten worden uitgeplaatst naar Plein 23 en de daarachter gelegen gebouwen. De voorzitter van de commissie, Hofstra De griffier van de commissie, Hubert
Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 11 107, nr. 95
6