Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
30 300 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2006
Nr. 54
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 december 2005 1. Samenvatting en boodschap Van 15 tot en met 20 oktober 2005 bezocht ik Japan en m.n. Tokyo waar ik sprak met ministers, andere politici en vele vertegenwoordigers uit de publieke en private sector. Het bezoek viel vlak na de verkiezingen van 11 september 2005 die de zittende premier Koizumi een ruime meerderheid hebben opgeleverd, waarmee deze groen licht kreeg voor zijn beleid om de posterijen te privatiseren en verregaande herstructureringsmaatregelen te treffen. Dit waren daarom belangrijke gespreksthema’s. Na de moeizame jaren negentig dienen zich met de op handen zijnde hervormingen en de aantrekkende economie nieuwe kansen aan voor het Nederlandse bedrijfsleven in Japan en om Japanse ondernemingen te bewegen in Nederland te investeren. In het vervolg zal kort worden ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen en in een bijlage treft u meer specifiek onderwerpen aan. 2. Japanse heropleving door hervormingen Mijn gesprekspartners bevestigden dat Japans huidig economisch herstel structureel is. Na eerst de export (China!) trekt nu ook de nationale consumptie aan. Verwacht wordt dat de deflatie eind dit jaar voorbij is, waarbij een prudente omschakeling naar een krapper geldbeleid is geboden. De onderliggende herstructurering van banken en bedrijven is vrijwel afgerond. Allen betoogden dat verdere hervormingen moeten worden ondernomen om structureel herstel ook op langere termijn te kunnen realiseren. Daarmee wordt beoogd binnen 8 jaar een evenwichtige begroting te realiseren, uitgaande van een structurele reële groei van circa 2%. De regering streeft naar het terugdringen van het excessief hoge overheidstekort (6–7% BNP) en de hoge staatsschuld (zo’n 170% BNP, en stijgend).
KST93227 0506tkkst30300XIII-54 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 54
1
3. Hervormingen Prioriteit heeft de privatisering van Japan Post, premier Koizumi’s kernstuk. Maar daar blijft het niet bij, verklaarde de minister van «postal privatization» Takenaka tegenover mij. Urgent is ook de hervorming van het pensioenstelsel. Het rap vergrijzend Japan dwingt hiertoe (Japans geboortecijfer is 1.29, alleen Zuid-Korea scoort lager: 1.17). Evenzeer nodig is de aanpak van het te kostbare gezondheidsstelsel. Premier Koizumi streeft daarbij naar terugdringing van de overheid uit de markt, en naar een kleiner overheidsapparaat. In de financiële sector staat nog de drastische reorganisatie op de rol van een achttal overheidsfinancieringsinstellingen die vanouds op ondoelmatig wijze geld uitlenen. Het plan voor deze reorganisatie wil de regering nog voor 2006 aan de Diet voorleggen, aldus minister Takenaka. Er bestaat nog altijd aanzienlijke interne weerstand tegen voornoemde hervormingsplannen, zowel politiek als binnen de bureaucratie. Premier Koizumi poogt deze oppositie het hoofd te bieden via de Raad voor Economische en Fiscale Politiek, een hervormingsmachine onder leiding van de premier. Een viertal van mijn gesprekspartners maakt hiervan deel uit: ministers Takenaka, Nakagawa en Aso, gouverneur Fukui van de Centrale Bank van Japan. Gouverneur Fukui achtte Nederland een schoolvoorbeeld voor hervormingen in de publieke sector en op de arbeidsmarkt. Maar ook de impopulariteit in Nederland van zulke maatregelen is Japan niet ontgaan, het NEE tegen de Europese grondwet incluis. En had de EU niet teveel risico genomen door de EU-uitbreiding door te zetten terwijl consolidatie van de Eurozone nog onvoltooid was? Van mijn kant heb ik aangevoerd dat de nieuwe EU-landen juist dynamiek brengen in de EU en de lidstaten dwingen een meer gedisciplineerd beleid te voeren. 4. Follow-up De follow-up van de missie loopt voorspoedig. – Met TNT en ING worden contacten onderhouden over de strategische samenwerking met Japan Post. De samenwerking tussen TNT en Japan Post is kort na mijn bezoek wereldkundig gemaakt. Toegewerkt wordt naar een seminar in 2007 over de ervaringen in Nederland en Japan met de PTT privatisering. Nederland wordt hierbij als een belangrijk gidsland gezien. – Ook wordt in aanloop naar de WTO vergadering in Hong Kong in december 2005 contact onderhouden met de Japanse autoriteiten en is Japan aangezet tot een meer flexibele houding inzake landbouw. – Met de Mitsubishi Motors Corporation wordt contact onderhouden over de lange termijn productieplannen met het oog op de implicaties voor Nedcar. – Binnen mijn activiteiten voor het voorzitterschap van het ministerieel overleg voor de European Space Agency past de belangstelling van Jaxa voor de activiteiten van Dutch Space. In het algemeen geldt dat Nederland met Japan een intensieve economische relatie onderhoudt die vele kanten kent. De grote Nederlandse ondernemingen hebben hun weg naar de Japanse markt gevonden. Ook het Nederlandse MKB weet goed gebruik te maken van de niches op de Japanse markt, voornamelijk via het EU–Japan Gateway Programma. Ook sprak ik tijdens mijn bezoek met Japanse bedrijven met belangrijke vestigingen in Nederland of met interesse om zich in Nederland te vestigen. Tegelijkertijd heb ik veel aandacht kunnen geven aan de uitbouw van de contacten in technologie gedreven sectoren. Door intensieve samenwer-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 54
2
king kan Nederland van de economische en technologische ontwikkelingen in Japan veel baat hebben. Het Ministerie van Economische Zaken zal dan ook voortgaan met het verstevigen van de bilaterale economische en technologische betrekkingen met Japan en met wederzijdse missies nader invulling hieraan blijven geven. De Minister van Economische Zaken, L. J. Brinkhorst
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 54
3
Bijlage
1. Het programma Naast de Japanse ministers Takenaka (privatisering van de posterijen), Nakagawa (METI, het Japanse EZ), en Aso (Internal Affairs and Communications) legde ik eveneens bezoeken af aan Gouverneur Fukui van de Bank of Japan (BoJ = Centrale Bank van Japan), parlementsvoorzitter Kono, president Ikuta en leden van de Board of Governors van Japan Post, en SG Uesugi van de JFTC (de Japanse NMA). Tevens bracht ik een bezoek aan de leiding van Mitsubishi Motors Corporation i.v.m. de fabriek in Born, JAXA (Japanse Ruimte-agentschap) i.v.m. mijn aanstaande voorzitterschap van de European Space Agency, NISTEP (Institute for Science and Technology Policy), EU-ambassadeur Zepter en zijn staf, Sekisui Company, en president Mogi van Kikkoman Company (beide belangrijke investeerders in Nederland). Voorts heb ik een lezing verzorgd voor de werkgeverssocieteit Keizai Doyukai over EU-Japanse betrekkingen, en ontmoette ik vertegenwoordigers van het Japanse en Nederlandse bedrijfsleven. 2. Japan Post Niet toevallig heeft Premier Koizumi zijn belangrijkste project toevertrouwd aan non-politici, de minister van postzaken, Takenaka en Japan Post-President Ikuta. Beiden gaven blijk van hun belangstelling voor de Nederlandse ervaring op dit terrein. Ook uitten ze waardering voor TNT en ING als potentiële partners bij de ombouw van Japan Post tot particuliere bedrijven in post, logistiek, verzekeringen en bankzaken. Met TNT is inmiddels strategische samenwerking tot stand gekomen. Ikuta gaf toe dat premier Koizumi’s gedrevenheid om Japan Post te privatiseren niet alleen economisch maar vooral ook politiek bepaald is. Maar het één gaat niet zonder het ander: economische liberalisering is niet doenlijk zonder de macht van de oude LDP-garde te beperken die via Japan Post geld kanaliseren en electorale steun verwerven. Een volledig vrij particulier bedrijf wordt Japan Post nog niet. Vanaf 2007 gaat de privatisering 10 jaar duren. Minister Takenaka reageerde positief op de suggestie van mijn kant om in 2007 in Tokio een Japans-Nederlands seminar te organiseren over privatisering van de post, waar Nederland met de eigen privatisering van de PTT een belangrijke ervaring heeft opgedaan. 3. Mededinging Met SG Uesugi van de Japanse Fair Trade Commission besprak ik het Japanse mededingingsbeleid in de jaren ’80, tijdens mijn termijn als EG-ambassadeur te Tokio. Dat beleid had toen nog weinig om het lijf. Het bedrijfsleven verdeelde de markt en de opdrachten in besloten kring. Hierbij werd een parallel getrokken met het Nederland uit die tijd. Sindsdien hebben beide landen forse voortgang geboekt. Maatregelen waren vooral gericht tegen de bouwsector. In Japan wordt met name de wegenen bruggenbouw aangepakt. Een 20-tal bedrijven wordt momenteel vervolgd. Het bedrijfsleven in Japan accepteert deze evolutie schoorvoetend, aldus Uesugi. De recent door de Diet aangenomen antimonopoliewet geeft de JFTC nog verdergaande rechten en maakt zwaardere straffen mogelijk. Voormalig NMA-voorzitter Kist was hier al eens op bezoek, maar nieuwe contacten met de NMA zou de JFTC toejuichen. De contacten daarvoor zijn inmiddels gelegd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 54
4
4. WTO In diverse contacten en in speeches heb ik de noodzaak benadrukt om de huidige WTO-ronde tot een succes te maken. Bij Minister Nakagawa heb ik aangedrongen op een assertievere Japanse houding in de WTO: Japan en de EU hebben beiden belang bij landbouwliberalisering, om aldus markten te kunnen openen voor eigen diensten en industrie. 5. Mitsubishi Motor Corporation (MMC) Op het hoofdkantoor van MMC in Tokyo sprak ik met president Masuko. Ingegaan is op de vooruitzichten voor MMC in de mondiale autosector. MMC werkt daartoe aan een lange termijn productieplan waarin ook de activiteiten in Born zijn verwerkt. 6. Ruimtevaart–JAXA Nederlands komend voorzitterschap van de European Space Agency (ESA) was aanleiding voor een bezoek aan JAXA. Met vice-President Mamiya ging ik in op de mogelijkheden voor samenwerking met ESA, vergelijkbaar met die tussen China met Galileo. Op zich staat Mamiya er positief tegenover, al waakt hij ervoor samen te werken met landen die ruimtevaart sterk vanuit een militair oogpunt benaderen zoals China. JAXA overweegt daarom zich aan te sluiten bij het Russische Clipper programma. Mamiya gaf verder aan geen problemen te zien bij het ISS, ondanks de NASA Shuttle problemen. Voor de particuliere sector ziet Mamiya slechts een beperkte rol weggelegd in de ruimtevaart. De Japanse overheid zal echter altijd sterk bij de ruimtevaart betrokken blijven, alleen al voor de financiering. JAXA’s budget bedraagt EUR 1,3 miljard voor 2005. Mamiya zou graag een delegatie van Dutch Space bij JAXA willen ontvangen. Dutch Space is hiervan op de hoogte gebracht. 7. Technologie- en wetenschapsbeleid: NISTEP DG Konaka en Deputy DG Kuwahara van NISTEP (National Institute for Science & Technology Policy) zetten de rol van NISTEP in het Japanse Science &Technology beleid uiteen. NISTEP adviseert de CSTP (Council for Science and Technology Policy), voorgezeten door premier Koizumi. Rol en achtergrond van de Technology Foresight Surveys (TFS) werden uiteengezet, waarna ik het eerste Engelstalige exemplaar van de 8e TFS kreeg uitgereikt. De TFS is een Delphi studie waarbij 2200 experts hun oordeel geven over de toekomstverwachtingen van 860 wetenschappelijke gebieden of ontwikkelingen. De rol van de TFS in het S&T beleid wordt steeds prominenter. Ook omvang (4 000 pagina’s) en complexiteit nemen toe. Naast deze TFS doet NISTEP aan road mapping van technologieën. In Nederland bestaat veel belangstelling voor de structurele toekomstverkenningen van NISTEP. Ik zal de mogelijkheden laten nagaan voor uitwisseling (bijv stage) en samenwerking. 8. Verdere activiteiten met het bedrijfsleven
a. Bezoek aan Sekisui Dit betrof een beleefdheidsbezoek, n.a.v. de nieuwe investering van Sekisui in een grondstoffenfabriek in Nederland. Sekisui meldde aan Nederland de voorkeur te hebben gegeven boven goedkopere locaties in Oost-Europa vanwege de hoge milieu-standaarden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 54
5
b. Lunch met Japanse industriëlen Tijdens een lunchbijeenkomst met voorstaande Japanse industriëlen heb ik mijn visie op verdere versterking van de economische banden tussen Japan en de EU uiteengezet , o.a. via investeringen in Nederland. Daarbij heb ik gepleit voor een sterk en stabiel Azie, economisch maar ook politiek. Een goede Japans-Chinese verstandhouding is daartoe even cruciaal als – in Europa – de relatie tussen Frankrijk en Duitsland.
c. Opening investeringsseminar Voor ongeveer 120 Japanse geïnteresseerden heb ik een investeringsseminar geopend over Europese en Nederlandse ontwikkelingen op belasting- en juridisch gebied.
d. Crucell en Enatec Op de Nederlandse ambassade heb ik het «Symposium on Infectious Diseases» geopend. Een belangrijke bijdrage tijdens het seminar kwam van het biotech bedrijf Crucell, dat door middel van een aantal presentaties vaste voet aan de grond probeert te krijgen in Japan. Crucell kreeg sinds 1993 van Senter/Novem EUR 18 miljoen technologiesubsidie. Tijdens de afsluitende receptie op 19 oktober heb ik tenslotte de microwarmtekrachtcentrale van Enatec (87% Eneco, 13% ECN), het Japanse Rinnai en Amerikaanse Infinia onthuld. Deze «toverketel» heeft een bijzonder hoog rendement (95%) en produceert naast warm water en verwarming ook elektriciteit en bezit belangrijke milieuen energievriendelijke kwaliteiten. De onthulling symboliseerde de succesvolle afronding van een Senter/Novem subsidietraject.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XIII, nr. 54
6