Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1995–1996
23 125
Ondersteuningsbeleid Midden- en Oost-Europa
Nr. 8
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK Vastgesteld 26 oktober 1995 Een delegatie uit de vaste commissie voor Economische Zaken heeft op uitnodiging van de minister van Economische Zaken van 4 tot en met 8 september 1995 een bezoek gebracht aan Hongarije en Oekraı¨ene. De delegatie bestond uit de leden Van Erp (voorzitter, lid VVD-fractie), Van Gelder (lid PvdA-fractie), De Jong (lid CDA-fractie), Leers (lid CDA-fractie), Klein Molekamp (lid VVD-fractie), De Koning (lid D66-fractie) en Van Dijke (lid RPF-fractie). De delegatie werd bijgestaan door de waarnemend griffier van de commissie. Vanuit het ministerie van Economische Zaken werd de delegatie bijgestaan door de ambtenaren Dierikx (directeur BEB/DSE), Buijink (directeur Senter), Goedhoop (medewerker Voorlichting) en Bense (medewerker BEB/DSE/MOE). Het bezoek werd tevens door hen, in goede samenwerking met de ambassades van het Koninkrijk der Nederlanden in Boedapest en Kiev voorbereid. Tijdens het werkbezoek werd de delegatie door de medewerkers van deze ambassades begeleid. De delegatie is de medewerkers van het ministerie van Economische Zaken en de beide Ambassadeurs en hun medewerkers zeer erkentelijk voor hun uitstekende bijdrage aan het welslagen van dit werkbezoek. De voorzitter van de delegatie, Van Erp De griffier van de delegatie, De Vries
5K3004 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat ’s-Gravenhage 1995
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
1
1. Inleiding Doel van het bezoek was een nadere kennismaking met het economische hulpbeleid gericht op Midden- en Oost-Europa. Het werkbezoek gaf de leden van de vaste commissie voor Economische Zaken de gelegenheid om zich ter plekke te orie¨nteren op de concrete invulling van dit beleid. Deze orie¨ntatie kan de leden behulpzaam zijn bij de toekomstige bespreking van het Midden- en Oost-Europabeleid. De commissie heeft in Hongarije en Oekraı¨ene een bezoek gebracht aan diverse door het ministerie van Economische Zaken aangedragen en ondersteunde projecten. Deze projecten waren afkomstig uit de volgende faciliteiten van het Oost-Europa-instrumentarium: – het Programma Samenwerking Oost-Europa (PSO); – het Programma Investeringsbevordering en Technische Assistentie (IBTA); – de Investeringsfaciliteit voor Oost-Europa (IF); – het Programma Uitzending Managers (PUM); – het Programma Economische Samenwerking Projecten (PESP). Daarnaast heeft de commissie gesprekken gevoerd met regeringsvertegenwoordigers en met overeenkomstige commissies uit het Hongaarse en Oekraı¨ense parlement. 2. Hongarije Na een briefing door de Ambassadeur werd een eerste bezoek gebracht aan het PSO-project «Energie-efficiency verbetering en demonstratie programma’s voor Hongaarse gemeenten en lokale nutsbedrijven». De opdrachtnemers voor dit project zijn de Novem en het Hongaarse adviesbureau EGI. De delegatie werd ontvangen bij een van de deelnemers van het project, het tweee¨ntwintigste district van Boedapest. Daar werd de delegatie ontvangen door de loco-burgemeester en uitgebreid ingelicht door vertegenwoordigers van EGI. Doel van het project is het bevorderen van energiebewustzijn en energiebesparing bij gemeenten en energiebedrijven. Het project is gebaseerd op de Nederlandse aanpak en technologie. Voor dit project zijn in eerste instantie 24 gemeenten geselecteerd, waar inmiddels het project succesvol is afgesloten. In 10 andere gemeenten is het project inmiddels in een vergevorderd stadium. De resultaten van het project worden verspreid over andere gemeenten en gepubliceerd in diverse media, waardoor men hoopt dat er een multiplier-effect zal ontstaan. Aan het einde van het bezoek bracht de delegatie een kort bezoek aan een basisschool, om zo de concrete resultaten van het project in ogenschouw te nemen. Aansluitend werd een bezoek gebracht aan Deltronic Equipment, een bedrijf dat een bijdrage ontvangt op basis van het IBTA-programma. Dit bedrijf is een onderdeel van het Nederlandse bedrijf Drie Electronics. De lokale manager gaf de delegatie inzicht in de aard van het bedrijf en de doelstellingen van het project. Het bedrijf, gespecialiseerd in de ontwikkeling en produktie van converters en transformatoren, ontvangt technische assistentie en managementtrainingen. Het project is er op gericht de organisatiestructuur op het gebied van de inkoop, produktie en verkoop te verbeteren. Daarnaast is het streven gericht op het verkrijgen van een ISO-certificaat 9001. In de ogen van het management is dit noodzakelijk om de tegenvallende vraag, vooral ontstaan door de tegenvallende economische ontwikkeling van Hongarije, aan te vullen met een hoger exportvolume. In het gesprek met de vaste commissie voor Economische Zaken van het Hongaarse parlement werd uitgebreid ingegaan op de economische
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
2
situatie van Hongarije. De voorzitter van de commissie meldde dat als gevolg van het veranderingsproces het BNP in de afgelopen jaren is gedaald en het begrotingstekort is gestegen. Daarnaast is de werkeloosheid in de afgelopen jaren sterk opgelopen. In zijn ogen was de huidige economische situatie vergelijkbaar met die in 1930. De per 1 januari 1995 ingevoerde importheffing was in zijn ogen onvermijdelijk. Hij noemde een verdergaande privatisering noodzakelijk voor een goed werkende open markteconomie. Uit de discussie bleek dat regering en oppositie van mening verschillen over de mate en het tempo van privatisering en over de vraag of ter verbetering van de economische situatie eerst het begrotingstekort moet worden weggewerkt of eerst in de economie geı¨nvesteerd moet worden. Het IMF oefent grote druk uit op de regering om het tekort terug te brengen tot 3% van het BNP. Daartoe heeft de regering een pakket aan (impopulaire) maatregelen opgesteld, het zogenaamde Bokros-pakket. Sinds korte tijd neemt het begrotingstekort overigens af. Verder bleek, dat als gevolg van het zwakke Hongaarse bankwezen er voor Hongaarse (startende) ondernemers beperkte kredietmogelijkheden beschikbaar zijn. Uitgebreidere ondersteuningsmaatregelen voor het bedrijfsleven vragen een sterker ingrijpen in de sociale zekerheid. In het algemeen zag men het draagvlak onder de bevolking als belemmering tot het nemen van rigoureuze maatregelen ter verbetering van de economische situatie in Hongarije. De vaste commissie voor Economische Zaken had geen bemoeienis met de uitvoering van het bilaterale economische hulpprogramma. Een volgend bezoek werd gebracht aan de MOSZ, de Nationale federatie van Agrarische Coo¨peraties en Producenten. Met de MOSZ wordt samengewerkt in het kader van een PUM-project. PUM levert adviezen op het gebied van vaktechnische kennis en op het gebied van het ontwikkelen van een goede afzetmarkt. De secretaris-generaal gaf de delegatie inzicht in de situatie in de landbouw van Hongarije. In Hongarije is ongeveer 90% van de landbouwgronden in private handen, daarvan wordt ongeveer 50% bewerkt door particuliere eigenaars. De overige grond is door de eigenaars verpacht aan coo¨peraties. Dit heeft te maken met de zeer versnipperde verdeling van de staatsgronden. Een op de vijf Hongaren bezit gronden met een gemiddelde grootte van 2 a` 3 hectaren. Te klein om zelfstandig rendabel te kunnen bewerken. De toekomstige rol van de coo¨peraties zal verschuiven van producent naar leverancier van machines en techniek. Onderdeel van het bezoek was een groepsgesprek met verschillende agrarie¨rs. Aansluitend werd de delegatie ontvangen door de minister van Industrie en Handel. De minister schetste een beeld van de economische situatie van Hongarije en haar handelsrelaties. Nederland is haar achtste handelspartner. Hij noemde verder een aantal positieve economische tendensen, bijvoorbeeld een groei van de industrie¨le en agrarische produktie en export. Daarnaast heeft Hongarije 60% van de buitenlandse investeringen in Midden- en Oost-Europa naar zich toe weten te trekken. Nederland staat van de buitenlandse investeerders op een vijfde plaats. Als negatieve kenmerken van de Hongaarse economie noemde de minister de zwakke handelsbalans, de daling van het BNP en de stijging van het financieringstekort. Hij wees verder op het gevaar van een aantasting van de economische groei door invoering van de door de regering voorgestelde maatregelen (het Bokros-pakket). Uit de daarop volgende discussie bleek dat Hongarije de (startende) ondernemers op verschillende manieren ondersteunt. Te denken valt aan voorlichting, fiscale (export)faciliteiten en financie¨le steun op het gebied van R&D en infrastructuur. Het budget op dit gebied wordt in 1996 ten opzichte van 1995 verdrievoudigd. Daarbij is het beleid
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
3
vooral gericht op de ondersteuning van de export- en toerismesector. Buitenlandse investeerders kunnen overigens ook van deze faciliteiten gebruik maken. De minister van Handel en Industrie kon de delegatie niet zijn visie geven op het bilaterale economische hulpprogramma. Hij beloofde de delegatie hierover schriftelijk te informeren. De delegatie bracht daarna een bezoek aan het onderzoeksinstituut KTI. Een instituut dat in opdracht van verschillende ministeries en de wegendiensten onderzoek verricht op het gebied van verkeer en transport. Overigens is het Hongaarse verkeersbeleid voor een groot deel gebaseerd op het Nederlandse SVV-II. De directie van KTI ontving de delegatie en gaf onder andere een toelichting op het PSO-project waaraan KTI is verbonden. Doel van dit project is het bevorderen van schoner transport in Hongarije en het bevorderen van de samenwerking tussen Nederlandse en Hongaarse bedrijven en instellingen op het gebied van schone motoren-technologie. Daartoe wordt op basis van een bestaande Raba dieselmotor door Deltec, in nauwe samenwerking met TNO, KTI en Autoku´t een prototype ontworpen en getest voor een aardgas gedreven stadsmotor. Het betreft dus een conversie en verbeteringsproject, waarbij gebruik wordt gemaakt van Nederlandse kennis en ervaring. De gasmotoren kunnen waarschijnlijk in de toekomst mondiaal worden afgezet. De Nederlandse controle van het project is in handen van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Graag had men gezien dat het project eerder goedgekeurd zou zijn geweest, waardoor het eerder had kunnen starten. Daarna stond op het programma een bezoek aan Rynart Transport. Een Nederlands bedrijf dat al sinds 1989 in Hongarije opereert. Het project waarbij dit bedrijf bij betrokken is, is een PESP-project. Een haalbaarheidsstudie op operationeel, commercieel, financieel en strategisch vlak naar de opzet van een Nationaal Distributiecentrum in Boedapest. Deze studie werd uitgevoerd door Nehem, in samenwerking met enkele andere instituten en bedrijven. De resultaten van de haalbaarheidsstudie waren pas beschikbaar na het nemen van de investeringsbeslissing door Rynart Transport. De delegatie werd dan ook ontvangen in het op die dag in gebruik genomen nieuwe distributiecentrum. Het distributiecentrum heeft een Nederlands management en biedt aan een groot aantal Hongaren werk. Daarnaast wordt via dit distributiecentrum kennis overgedragen op het terrein van distributielogistiek. Verder liggen er voordelen op het gebied van exportfaciliteiten voor Nederlandse ondernemingen (voor de gehele regio) en voordelen op het gebied van public wharehousing voor Hongaarse ondernemingen. Een volgend bezoek werd gebracht aan ABN-AMRO Hoarc Govett. De Hongaarse vestiging van deze bank participeert onder deze naam in Argenta Top Broker, een in aandelentransacties en corporate finance gespecialiseerd bedrijf. Via IBTA (FMO) is bijgedragen aan de haalbaarheidsstudie, die ABN-AMRO heeft uitgevoerd naar een mogelijke participatie van deze bank in Argenta. Deze studie heeft inzicht gegeven in de operationele, juridische, commercie¨le en financie¨le staat van de te overnemen partner. De bijdrage bestond uit 107 500 gulden, 25% van de totale kosten. Voor ABN-AMRO was deze bijdrage een extra stimulans bij de afweging tussen de verschillende (wereldwijd) mogelijke projecten. In de ogen van deze bank vraagt de aanvraag tot een bijdrage vanuit IBTA redelijk veel tijd en energie. Met name voor kleinere ondernemingen kan dit een belemmering zijn. ABN-AMRO ondersteunde de gedachte om een koppeling te leggen tussen IBTA en de investeringsfaciliteit die nu door twee instanties worden beheerd (respectievelijk FMO en NIB). Overigens was men optimistisch over de toekomst van de Hongaarse kapitaalmarkt.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
4
De laatste activiteit in Hongarije bestond uit een bezoek aan Holland Colours Hungaria, 90% eigendom van Holland Colours NV in Nederland. Bedoeld als bijdrage in de overname van een deel van het staatsbedrijf TVM, is via de Investeringsfaciliteit een achtergestelde lening verstrekt van 4,2 miljoen gulden. Eind 1992 is Holland Colours in Hongarije begonnen, inmiddels werken er ruim 80 Hongaarse medewerkers. Van deze medewerkers is een deel mede-eigenaar van de onderneming. Hongarije is gekozen vanwege de goede technische know-how en de strategische ligging, waardoor Hongarije een goede uitvalsbasis is voor de rest van Midden- en Oost-Europa. Vanwege de moeilijke en onrendabele opstarttijd, noemde de directie de achtergestelde lening van groot belang voor de overname. 3. Oekraı¨ene Na aankomst in Oekraı¨ene werd een gesprek gevoerd met vertegenwoordigers (o.a. het plaatsvervangend hoofd) van het Agentschap Internationale Technische Samenwerking. Een agentschap met de status van een ministerie, dat maart jl. door de President van Oekraı¨ene is opgericht. Het agentschap onderhoudt de contacten met de donoren en coo¨rdineert de verschillende bilaterale hulpprojecten. Het agentschap toonde zich zeer tevreden met de Nederlandse bilaterale bijdrage aan het economische hulpprogramma, zoals laatstelijk neergelegd in het Memorandum of Understanding voor 1995. Daarbij was het agentschap partij voor Oekraı¨ene. Men noemde de Nederlandse projecten concreet en een voorbeeld voor andere donoren. Deze projecten zijn zowel gericht op grote als op kleine bedrijven. Het agentschap sprak de hoop uit dat Nederland de bilaterale hulp voortzet en intensiveert. Voor de periode 1995–1997 zijn inmiddels de Strategic Guidelines opgezet, die voor het agentschap de basis vormen voor onderhandelingen over het Memorandum of Understanding voor 1996. Deze Strategic Guidelines zijn opgesteld na overleg met de verschillende ministeries en regio’s en goedgekeurd door het kabinet. Overigens zijn ze getoetst aan het Presidentie¨le programma. Naar aanleiding van vragen vanuit de delegatie benadrukte het agentschap dat zij geen bureaucratische cultuur wil scheppen maar zichzelf vooral als intermediair ziet. Het hoofddoel van het agentschap is gelegen in het bee¨indigen van bilaterale hulp met gelijktijdige start van buitenlandse investeringen. Teleurgesteld was het agentschap over de voortgang in de privatiseringen. Het vroegere systeem van privatisering was door het gebruik van certificaten en het discrimineren van buitenlandse investeerders ontoereikend. Inmiddels zijn hierin verbeteringen aangebracht. In Lviv bracht de delegatie een bezoek aan de Joint Stock Company (JSC), een Nederlands-Oekraı¨ens bedrijf. Dit bedrijf is opgericht in het kader van het PSO-project «Agriculture Demonstration Programma Lviv». Dit project wordt uitgevoerd door de International Dairy Consultants en als mede-uitvoerder zijn daarbij betrokken Cebeco International Projects en International Patato Consultants. Doel van het project is het door middel van demonstratie van Nederlandse technologie, apparatuur en kennis kwalitatief en kwantitatief verhogen van de productiviteit van de Oekraı¨ense agrarische sector. Het project richt zich in het bijzonder op de produktie van aardappelen, vollegrondse groenten en zuivel. Het project is inmiddels tweemaal groter geworden dan gepland. Alle winst van het project wordt opnieuw geı¨nvesteerd in uitbreiding van het project. De JSC staat voor de uitdaging steeds meer lokale boeren bij het project te betrekken. Het succes van bijvoorbeeld de aardappelteelt verhoogt de vraag naar Nederlandse technologie en pootaardappelen. Om in deze vraag te voorzien vervult de JSC de rol van aankoop-verkoop coo¨peratie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
5
Verder beheert zij de centrale opslag en enkele winkels, waardoor zij verantwoordelijk is voor de gehele kolom, van producent tot consument. De delegatie kreeg na een uiteenzetting van de JSC-leiding, de gelegenheid een aantal onderdelen van het project in ogenschouw te nemen. Zo werd een bezoek gebracht aan een aardappelveld, een zuivelboerderij in aanbouw en de gezamenlijke opslagruimte. Tijdens deze bezoeken kreeg de delegatie de gelegenheid om met lokale agrarie¨rs over hun ervaringen en toekomstplannen te spreken. Een en ander gaf de delegatie een zeer goede indruk van de uitstekende resultaten van dit PSO-project. Aansluitend had de delegatie een ontmoeting met de vice-gouverneur van Lviv. Hij noemde het landbouwproject zeer succesvol en sprak zijn genoegen uit over de aard van de Nederlandse bilaterale hulp. Nederland ziet Oekraı¨ene niet als afzetmarkt doch als volwaardige partner. Door middel van seminars hoopte de vice-gouverneur de kennis en ervaringen uit het project te kunnen verbreiden. Participatie van buitenlandse ondernemingen achtte hij voorlopig nog noodzakelijk voor de continuı¨teit van dit soort projecten. Voor het bevorderen van buitenlandse investeringen moet in zijn ogen gewerkt worden aan duidelijke wetgeving, gunstige belastingtarieven en bilaterale verdragen. Op een vraag vanuit de delegatie antwoordde hij, dat hij voordelen ziet in het oprichten van een (gezamenlijk) revolving fund, bedoeld voor de financiering van risico-dragend kapitaal in kleine ondernemingen. Een dergelijk fonds is kleinschalig en werkt buiten de officie¨le banken om. Op de laatste dag van het werkbezoek werd een bezoek gebracht aan het Paton Welding Institute van de Nationale academie van Wetenschappen van de Republiek Oekraı¨ene. Samen met deze academie is een PSO-project opgezet op het gebied van technische assistentie bij het toepassingsgericht maken van de daar ontwikkelde technologie. Het project wordt gestart op het Paton Welding Institute. De academie heeft een zogenaamd «conversion team» ingesteld, dat kansrijke technologiee¨n selecteert en samenwerkingsprojecten met Nederlandse bedrijven en instituten stimuleert. De PSO-participatie zal bestaan uit financiering van begeleiding, kennisoverdracht en van eventueel benodigde hardware. Inmiddels is daartoe een joint-venture opgericht en zijn drie projecten geselecteerd. Directeur Paton van het instituut onderstreepte het belang van conversie van technologiee¨n die in eerste instantie bedoeld waren voor de militaire industrie. Daarvoor is de westerse kennis noodzakelijk, evenals voor het ontsluiten van de westerse markten. Hij sprak de hoop uit dat de drie projecten snel van start zouden kunnen gaan. Als volgende mogelijke stap noemde hij het opzetten van een centrum voor grootschalige samenwerking en kennisuitwisseling. De in het Paton Welding Institute beschikbare kennis en technologie werden door middel van een film en rondleiding aan de delegatie gepresenteerd. In het Oekraı¨ense parlement werd de delegatie ontvangen door de vaste commissies voor Economische Hervormingen en voor Financie¨n en Bankwezen. Verheugd was men over het toekomstig lidmaatschap van de Raad van Europa. Doch naar aanleiding van vragen vanuit de delegatie erkende men dat dit lidmaatschap verplichtingen geeft in de overgang naar een markteconomie. Daartoe zal de corruptie, die overigens volgens de commissieleden ten opzichte van de andere GOS-landen relatief beperkt is, bestreden moeten worden. Vanuit de commissies is gepleit voor een verdrag met Nederland op het gebied van uitlevering en justitie¨le samenwerking.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
6
Uitgebreid werd gesproken over het privatiseringsproces in Oekraı¨ene. De tot op heden bereikte resultaten (via certificaten) noemde men onvoldoende doch over het toekomstige tempo van privatisering verschilde men van mening. Bij het parlement was op dat moment een wet aanhangig, die het proces van privatisering zou moeten versnellen. In eerste instantie zal de staat voor minimaal 30% eigenaar blijven en zullen de overige aandelen voor een deel door het management en het personeel worden overgenomen en voor een ander deel geveild worden. Daarna wordt gezocht naar bedrijven die het overheidsaandeel willen overnemen. Met deze systematiek hoopt men te komen tot een versnelling van het privatiseringsproces. De oppositie noemde deze wijze van privatisering sociaal onrechtvaardig. Een verdere daling van de levensstandaard en van de produktie was in hun ogen onvermijdelijk. Verder noemde men het privatiseringsproces oncontroleerbaar. Voor wat betreft de buitenlandse investeringen meldde men dat er een wet in behandeling is die bescherming biedt aan buitenlandse investeerders. Deze wet voorziet in een nationaal regime. Ook de parlementsleden toonden zich enthousiast voor de oprichting van een revolving fund. Zij beloofden aan een dergelijk initiatief maximale hulp te bieden en een wettelijk kader te scheppen. Verder was men enthousiast over de concrete Nederlandse aanpak in het bilaterale hulpbeleid, dit in tegenstelling tot veel andere landen die zich vooral beperken tot het houden van seminars. Een laatste bezoek werd gebracht aan de warmte-krachtcentrale Kiev TEC-5. Hier loopt een PSO-project met als doel het optimaliseren van de bedrijfsvoering van de centrale. Daarbij wordt tevens gestreefd naar een verlaagde uitstoot van schadelijke stoffen en een verlaging van het gasgebruik. Opdrachtnemer is KEMA, die zowel technische assistentie als hardware levert. De directie van de centrale toonde zich in een gesprek met de delegatie zeer tevreden over het project, dat zich inmiddels in de uitvoeringsfase bevindt. Het project Kiev Tec-5 is een demonstratieproject, dat dupliceerbaar is op de overige vergelijkbare centrales in Oekraı¨ene. 4. Slot De delegatie heeft door middel van dit intensieve werkbezoek een goed beeld kunnen krijgen van de aard en effectiviteit van het Nederlandse bilaterale hulpbeleid. Zoals tijdens de vele projectbezoeken is gebleken, is het hulpprogramma concreet van opzet. In de ogen van de delegatie is vooral het PSO-programma een flexibel en efficie¨nt programma, geschikt voor kleinschalige projecten. Het programma heeft echter, zoals bij het landbouwproject in Lviv (Oekraı¨ene) is gebleken, een grote spin-off. Gewaakt dient te worden voor een toenemende bureaucratie en inflexibiliteit bij de voorbereiding en uitvoering van projecten. Zorgen heeft de delegatie over de voortgang van de economische hervormingen in zowel Hongarije als Oekraı¨ene. Beide landen staan voor de moeilijke keuze tussen een sociaal of sober beleid. Dit bleek met name uit de gevoerde gesprekken over het privatiseringsproces in beide landen. Buitenlandse investeringen, die vooral in Oekraı¨ene tegenvallen, kunnen de economische situatie sterk verbeteren. Projecten die vooral gebaseerd zijn op kennisuitwisseling en samenwerkingsverbanden, kunnen in de ogen van de delegatie de buitenlandse investeringen sterk stimuleren. De delegatie is er van overtuigd geraakt, dat Nederland via het bilaterale hulpprogramma een constructieve bijdrage levert aan het economische hervormingsproces.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
7
Programma werkbezoek Hongarije en Oekraı¨ene maandag 4 september 1995: 08.50 uur 10.55 uur 12.00 uur 14.30 uur 16.15 uur 19.30 uur
Vertrek Schiphol Aankomst te Boedapest Briefing door Ambassadeur Sondaal Projectbezoek Novem energiebesparingsproject (PSO) in 22ste district Projectbezoek Deltronic Equipment (IBTA) Diner Residentie Ambassadeur Sondaal
dinsdag 5 september 1995: 08.00 uur 09.45 uur 11.00 uur 13.34 uur 15.15 uur 16.45 uur 18.00 uur
Bezoek aan Standing Committee on Economic Affairs of the Hungarian National Assembly Projectbezoek MOSZ (PUM) Ontmoeting met minister Dunai van Industrie en Handel Projectbezoek KTI/Raba gasmotoren (PSO) Projectbezoek distributiecentrum Rynart Transport (PESP) Projectbezoek ABN-AMRO Hongarije (IBTA) Borrel met Nederlandse zakengemeenschap
woensdag 6 september 1995: 09.00 uur 12.10 uur 14.45 uur 17.30 uur 19.00 uur
Projectbezoek Holland Colours te Szolnok (IF) Vertrek Boedapest, Ferihegy Airport 2 Aankomst Kiev Ontmoeting met Agentschap Internationale Technische Samenwerking Ontvangst en briefing door Ambassadeur Serry
donderdag 7 september 1995: 08.15 uur 09.45 uur 10.00 uur 16.30 uur 22.00 uur 23.30 uur
Vertrek Kiev, Luchthaven Zhuliana Aankomst Lviv Projectbezoek Joint Stock Company, landbouwproject Lviv (PSO) Ontmoeting met vice-gouverneur Lviv en aansluitend diner Vertrek Lviv Aankomst Kiev, Luchthaven Borispol
vrijdag 8 september 1995: 09.00 uur 11.30 uur
13.30 uur 16.35 uur 20.55 uur
Projectbezoek Paton Welding Institute (PSO) Ontvangst door vaste commissies voor Economische Hervormingen en voor Financie¨n en Bankwezen Projectbezoek energiecentrale Kiev Tec-5 (PSO) Vertrek Kiev, Luchthaven Borispol Aankomst Schiphol (via ZU } rich)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 23 125, nr. 8
8