Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
30 300 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 2006
Nr. 122
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 8 juni 2006 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 18 mei 2006 overleg gevoerd met minister Dekker van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: – de brief van de minister van VROM d.d. 27 maart 2006 met aanbieding Voortgangsrapportage Nieuwe Sleutelprojecten 2006 (30 300-XI, nr. 102); – de brief van de minister van VROM d.d. 15 mei 2006 over de voortgang Zuidas (30 300-XI, nr. 118). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
1
Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD) en Lenards (VVD). Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Kos¸er Kaya (D66), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD) en Van der Sande (VVD).
KST98247 0506tkkst30300XI-122 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006
De heer Lenards (VVD) is tevreden met de goed verzorgde Voortgangsrapportage nieuwe sleutelprojecten, die laat zien dat die goed op stoom liggen. Uit de brief over de Zuidas valt op te maken dat in de bestuursovereenkomst diverse go/no go-momenten zijn opgenomen. Daarbij is de positie van de vijf mogelijke private kandidaten van belang. Kan de overheid claims verwachten inzake teken- en rekenwerk als die alsnog buiten de boot vallen? In februari 2005 zijn vragen gesteld over de sociale woningbouw in de dokzone van het Zuidasproject. Geldt nog steeds het uitgangspunt van geen sociale woningbouw op die plek? De heer Verdaas (PvdA) heeft de sleutelprojecten, waarvan bij de meeste de uitvoering reeds is begonnen, altijd gesteund. Met name over de Zuidas komt de Kamer in het najaar te spreken met de minister bij de behandeling van het prospectus. In de inleiding op de voortgangsrapportage staat dat de rol van het Rijk op onderdelen onmisbaar is, aangezien die tot mooie steden en mooie projecten leidt. Het is juist die lijn die in de Nota Ruimte zo is gemist. De minister schrijft in de brief over de Zuidas een keuze te overwegen voor zekerheid van afname van de gronden met een veiling in plaats van calloptierechten. De keerzijde van zekerheid op voorhand is dat zij meeropbrengsten in de toekomst laat lopen. Gezien de overtuiging van de kwaliteit van het project heeft de Kamer, voordat de race gelopen is, inzicht nodig in de achterliggende argumenten, doorrekeningen en
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 122
1
scenario’s bij deze keuze. De veiling vindt volgens de minister plaats voorafgaand aan de inschrijving op de aandelen voor het Zuidasdok. Zijn de in de brief geselecteerde partijen voor mogelijk aandeelhouderschap dezelfde partijen als die aan de veiling meedoen? Hoe gaat dit proces verlopen? Is de opbrengst van de veiling van invloed op de aandelenprijs? Wordt toezicht gehouden op de veiling? Vindt er een selectie van partijen plaats en zo ja, met welke criteria? Waarom bestaat bij dit prachtige project geen vertrouwen dat de opties tot afname van de gronden en tot realisatie zullen leiden? Wat is bij het voornemen van de minister over de Zuidas de rol van de Kamer? Over de garantie dat de HSL-Zuid op Amsterdam-WTC stopt, staat in de brief dat dit vanaf 2022 in de vervoersconcessie wordt geregeld. Is die aansluiting ook tot die tijd voor 100% gegarandeerd? In de brief staat tevens dat procesafspraken vastgelegd worden om tot afspraken te komen over grondposities en de verhoudingen met derden die zijn betrokken bij het project. Wie zijn die derden? Welke verhoudingen worden bedoeld? Is de financiële bijdrage van de overheid aan de Zuidas ongeconditioneerd? Is die afhankelijk van de opstelling van het college van Amsterdam bij de beursgang van Schiphol? Zijn er afspraken gemaakt over de rol van Rijk en gemeenten bij de publiekrechtelijke kant van procedures met het oog op risico’s bij vertraging of fouten? Wordt dit in het prospectus van oktober gedetailleerd uitgewerkt? Er wordt uitgegaan van een batig saldo van 178 mln. Kan dat geld ook gebruikt worden om sociale woningbouw te realiseren? Volgens de heer Verdaas kan de tweede generatie sleutelprojecten op het enthousiasme van de minister rekenen. Is de minister bereid met de Kamer na te denken over een derde generatie, onder de noemer Mooier Nederland? Zo kan bekeken worden wat er in het Groene Hart in de afgelopen twintig jaar is verkruimeld met het doel om met ontwerpen de groene omgeving mooier te maken. Die verkruimeling mag overigens verdubbelen mits veel meer programma wordt toegevoegd. Ook kan nagedacht worden over een veilige en natuurlijke kust, hoogwaardig en frequent ov in de Randstad en het plan van de deltametropool om te investeren in het onderliggend wegennet van de A2. De heer Van Bochove (CDA) stelt vast dat het motto van de minister, decentraal wat kan en centraal wat moet, aangevuld moet worden met de leuze dat centraal soms decentraal moet bijspijkeren. Bij de sleutelprojecten ontkomt het Rijk immers niet aan betrokkenheid omdat bijvoorbeeld verkeersen vervoersstromen samenkomen. Het Rijk moet dan ook bij toekomstige sleutelprojecten en belangrijke regionale projecten een rol blijven spelen, bijvoorbeeld middels het Budget Investeringen in Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK). Is de minister bereid, te ijveren voor het vullen van het fonds voor dit budget? Van belang is eveneens wat in de omgeving van de sleutelprojecten gebeurt. Zo heeft de minister van Verkeer en Waterstaat 300 mln. beschikbaar gesteld om doorsnijdingen van spoorwegovergangen te verbeteren en om tunnels aan te leggen. Het is van belang om te bezien hoe deze projecten geïntegreerd kunnen worden. Dat verhoogt de slagingskans van projecten in de gemeenten. De heer Van Bochove merkt op dat op drie plaatsen inmiddels de uitvoering van de sleutelprojecten van start is gegaan. Op een aantal plaatsen moet echter nog een overeenkomst worden getekend. Wie bewaakt de voortgang bij deze projecten? Ontvangt de Kamer jaarlijks een voortgangsrapportage? Hoe wordt omgegaan met vertragingen? De Zuidas is reeds eerder besproken door de vaste commissies voor VROM en VW, over onder meer het kostentraject en de rol van het Rijk. De kleine plus in het kostentraject is dan ook bemoedigend. Heeft de minister overigens inzicht in de visie van het nieuwe gemeentebestuur van Amsterdam?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 122
2
De heer Van Bochove is benieuwd naar de bevoegdheid van de Kamer bij het verdere traject. De beschikbare middelen zijn immers eerder goedgekeurd. Gaat de Kamer nu ook beslissen over de keuze tussen veiling of calloptie? Antwoord van de minister De minister stelt de steun van de Kamer voor de sleutelprojectenaanpak, met extra aandacht voor ontwikkelingen in gebieden rond de snelle HSL-verbinding, zeer op prijs. Het is bewezen dat samenwerking van Rijk, regio en gemeenten bij ontwikkeling van een visie aantrekkingskracht op investeerders uitoefent. Dat betekent een extra impuls voor de economie in de betrokken gebieden. In alle zes de gebieden is sprake van een betere ontsluiting van de spoorse doorsnijding, een betere aansluiting op andere infragebieden, een kwaliteitsverbetering van stedelijke ontwikkelingen en een betere doordenking van de kansen met bijzondere kantoorlocaties en vestigingen in onder andere Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De minister nodigt de Kamerleden uit om een kijkje te komen nemen bij de verbouwingen van het station in Rotterdam. Bij de sleutelprojecten heeft het Rijk steeds een aandeel. Het ministerie van VROM bewaakt met de andere departementen de voortgang en coördineert de kwaliteitsslag in de stationsgebieden, inclusief verbetering van station en stationsvoorzieningen. Met name dat laatste moet de steden een impuls geven. Drie projecten zijn reeds in volle gang. In Utrecht is het uitgangspunt om in 2007 te beginnen met de uitvoering. De overeenkomsten zijn getekend en de voorbereidingen worden gemaakt. Wat betreft Breda ondertekent de minister op 31 mei. Bij de Zuidas bevindt het project zich in de vervolgfase van het rekenen en tekenen. Over de Zuidas ontvangt de Kamer het prospectus, met de laatste stand van zaken over kosten en opbrengsten. Na het reken- en modellenwerk van de heer Brinkman als projectleider namens het Rijk is een kwartiermaker aangesteld door Rijk en stad. Met nieuwe deskundigheid kan een slag gemaakt worden om het gestapelde dok, de ondergrondse aftakking van de Amstelveenboog en parkeervoorzieningen te realiseren op het dokmodel. Bij Verkeer en Waterstaat zijn er gelden gereserveerd voor het dijkmodel met de sobere variant als uitgangspunt. Het ministerie van VROM staat daarbij in voor de stedelijke kwaliteit. De andere financieringsstromen komen voor rekening van gemeente, regio, provincie en de private partijen. Het eindbeeld, op basis waarvan de veiling georganiseerd wordt, wordt in het prospectus beschreven. De brief van 15 mei moet dan ook worden gezien als een tussenstand. Van eventuele claims is volgens de minister geen sprake als gevolg van overleg van de diverse ministers met stad, regio, provincies en de top van de betrokken banken. Dit is ook bekend gemaakt in de zogenoemde selectieleidraad. De vijf geselecteerde partijen zijn banken die zeer geïnteresseerd zijn om te investeren in de Zuidas, verbetering van het dokmodel en in feite het realiseren van een nieuw stadscentrum. De minister nodigt de Kamerleden uit om voor verschijnen van het prospectus een technische briefing bij te wonen. Er bestond een verschil van mening tussen het vorige gemeentebestuur van Amsterdam en de minister over de sociale woningbouw op de Zuidas. De minister zal hieraan geen financiële bijdrage leveren. De bijdrage van VROM is dan ook bedoeld voor de leefkwaliteit van het stedelijk gebied. De gemeente kan die keuze echter maken, zeker nu sociale woningbouw beter voorstelbaar is door het betrekken van de gronden op de flanken. De minister taxeert dat het nieuwe gemeentebestuur de lijn van 20% sociale woningbouw op de Zuidas doorzet. De vragen over de keuze voor een veiling worden volgens de minister beantwoord in het prospectus. Daarin wordt tevens zekerheid verschaft over de aantrekkelijkheid van het project. Ook wordt inzicht verschaft over
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 122
3
de afname van de gronden. De keuze voor een veiling van gronden biedt meer zekerheid op dit vlak dan de callopties. Dan bestaat ook meer duidelijkheid over de totale te realiseren opbrengsten. Het uitgangspunt van het kabinet is, een positieve opbrengst te realiseren. Een eerste doorrekening van de business case is overigens bij de brief van 15 mei gevoegd. De minister zegt toe dat in de genoemde technische briefing de financiële kant van en de financiële overwegingen bij het project worden doorgeëxerceerd. De Kamer krijgt vervolgens het prospectus in het najaar toegestuurd. Het voornemen tot een besluit over de Zuidas, inclusief de uitkomst van het rekenen en de financiële methode, legt de minister in 2006 aan de Kamer ter goedkeuring voor. De Kamer komt bovendien nog aan zet bij de tracé/MER-procedure. De bijdrage van gemeente, Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) en provincie is van tevoren vastgesteld en is dus niet afhankelijk van de discussie over de aandelen Schiphol. Over risico’s en dergelijke zijn duidelijke afspraken gemaakt. De minister merkt op dat de noodzaak van inmenging van het Rijk ook in de Nota Ruimte is verwoord, maar blijkbaar is de uitwerking niet bevredigend in het oordeel van de heer Verdaas. Bij projecten van nationaal belang behoort het Rijk middelen, deskundigheid en commitment aan de dag te leggen. De voortgang van de sleutelprojecten wordt gemonitord. De Kamer ontvangt dan ook jaarlijks een voortgangsrapportage. De rol van het Rijk wordt duidelijk in de integrale uitvoeringsagenda van de Nota Ruimte volgens het motto decentraal wat kan en centraal wat moet. De vraag ligt voor hoe om te gaan met de komende ontwikkelingen en ook met de vormgeving van de financiering daarbij. De minister toont zich bereid om na te denken over een derde generatie sleutelprojecten. Het moet gaan om een beperkte bijdrage op grond van de taak van het Rijk om ontwikkelingen aan te jagen. De minister treft reeds de nodige voorbereidingen op het vlak van spoorse doorsnijdingen, ontwikkelingen aan de rand van de stad en de uitkomsten van de netwerkanalyses van Verkeer en Waterstaat en VROM voor de stedelijke ontwikkeling. BIRK kan een methode zijn om dergelijke integrale projecten te financieren. Over die toekomstagenda komen minister en Kamer zeker nog te spreken. Nadere gedachtewisseling De heer Lenards (VVD) neemt graag beide uitnodigingen van de minister aan. De heer Verdaas (PvdA) neemt eveneens graag beide uitnodigingen aan. De kracht van sleutelprojecten is dat voor iedereen duidelijk is dat het om logische ingrepen gaat. Die uitdaging geldt ook voor de derde generatie. De heer Van Bochove (CDA) gaat graag op beide uitnodigingen van de minister in. De minister is blij met het enthousiasme van de Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 122
4
Toezeggingen De minister zegt toe voorafgaand aan het aanbieden van het prospectus Zuidas een technische briefing te verzorgen over onder andere de rekenexercitie en de financiële methode. De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Buijs De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van Halen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 XI, nr. 122
5