Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2000–2001
21 501-04
Ontwikkelingsraad
Nr. 74
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 1 december 2000 De algemene commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken2 hebben op 8 november 2000 overleg gevoerd met minister Herfkens voor Ontwikkelingssamenwerking over: – het verslag van de Ontwikkelingsraad van 18 mei 2000 (Buza00-290/EU-00-119); – de agenda van de Ontwikkelingsraad van 10 november 2000. Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies
1
Samenstelling: Leden: Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV), Van Oven (PvdA), ondervoorzitter, Voûte-Droste (VVD), Hessing (VVD), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Rouvoet (RPF/GPV), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Patijn (VVD), voorzitter, Van den Akker (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Van Baalen (VVD), Molenaar (PvdA). Plv. leden: Blaauw (VVD), Dittrich (D66), Van den Berg (SGP), Valk (PvdA), Wilders (VVD), Remak (VVD), Ter Veer (D66), Van Bommel (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), De Graaf (D66), Van der Knaap (CDA), Waalkens (PvdA), Verbugt (VVD), Balkenende (CDA), Mosterd (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Feenstra (PvdA), Zijlstra (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Geluk (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Örgü (VVD), Gortzak (PvdA), Crone (PvdA).
KST50024 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2000
De heer Hessing (VVD) herinnert aan zijn vraag tijdens de behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken, wat de EU gaat doen om de effectiviteit van het ontwikkelingsbeleid te vergroten. Op welke landen zal het beleid zich gaan concentreren? Wat houdt het actieplan van de Europese Commissie in? Wat is de meerwaarde van een apart EU-ontwikkelingsbeleid naast dat van een aantal Europese landen en naast de multilaterale organisaties? Wiens belang wordt hiermee gediend? In het verslag van de vorige Ontwikkelingsraad staat dat de zichtbaarheid van ontwikkelingssamenwerking van de EU verbeterd moet worden. Wat is het doel hiervan? Wie wordt hiervan beter? Wat is de meerwaarde van die blauwe vlag met sterretjes erop?
2
Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van den Berg (SGP), Ter Veer (D66), Van Middelkoop (RPF/GPV), Valk (PvdA), Apostolou (PvdA), Hillen (CDA), Verhagen (CDA), ondervoorzitter, Hessing (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), M. B. Vos (GroenLinks), Dijksma (PvdA), Van den Doel (VVD), Koenders (PvdA), De Boer (PvdA), voorzitter, Van der Knaap (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Remak (VVD), Wilders (VVD), Molenaar (PvdA).
Plv. leden: Dijkstal (VVD), Van Baalen (VVD), De Graaf (D66), Van ’t Riet (D66), Rouvoet (RPF/GPV), Zijlstra (PvdA), Belinfante (PvdA), Visser-van Doorn (CDA), Eurlings (CDA), Cherribi (VVD), De Haan (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van Bommel (SP), Harrewijn (GroenLinks), Gortzak (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Albayrak (PvdA), Van Oven (PvdA), Van den Akker (CDA), Leers (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Patijn (VVD), Balemans (VVD), Duivesteijn (PvdA).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 21 501-04, nr. 74
1
De heer Hessing toont waardering voor de opzet van de geannoteerde agenda. Op vele punten zal de minister een moeizame strijd moeten voeren. Hoe gaat de EU de integratie van OS-landen in de wereldeconomie – een van de zes beleidsterreinen – aanpakken? Hij steunt de minister in het voornemen dat de zes beleidsterreinen waar de Commissie zich op wil concentreren niet te extensief moeten worden geïnterpreteerd. Welke waarborgen heeft de minister om te voorkomen dat er te extensief wordt geopereerd? Het is een goede stap dat de strijd wordt aangebonden tegen antipersoneelsmijnen. Zijns inziens moet de Commissie direct bijdragen aan de doelstellingen van het Ottawaverdrag. Een exportverbod van de EU is een realistische doelstelling. Kan de Tweede Kamer tijdig beschikken over de EU-richtlijn voor deelname van de EU aan de derde VN-conferentie inzake de minst ontwikkelde landen (MOL’s)? De heer Hoekema (D66) vraagt welke meerwaarde vanuit OS-gezichtspunt de verordening inzake het ontmijnen van antipersoneelsmijnen in ontwikkelingslanden heeft. Het is van belang dat in het kader van Co-développement – een Frans initiatief – migratie en ontwikkeling voldoende aandacht krijgen. De minister dient een coherente aanpak van migratie- en asielbeleid in Brussel uit te dragen, uiteraard in goed overleg met de staatssecretaris van Justitie. De heer Van den Bos (lid van het Europees Parlement namens D66) meent dat de meerwaarde van Europese ontwikkelingssamenwerking is gelegen in het politieke gewicht van Europa ten aanzien van ontwikkelingslanden op het gebied van mensenrechten en goed bestuur. De politieke dialoog is expliciet opgenomen in het nieuwe verdrag met de ACS-landen. Zonder ontwikkelingssamenwerking krijgt Europa een scheef gezicht ten opzichte van de rest van de wereld. Elke goede extra hulp is welkom in de ontwikkelingslanden. De heer Van den Bos meent dat de Commissie moet worden versterkt met menskracht om de ontwikkelingstaken goed te kunnen uitvoeren. Aan de delegaties moeten meer bewegingsvrijheid en meer kwalitatieve capaciteit worden gegeven. De Commissie en Europees Parlement klagen over te weinig beleidsvrijheid. De evaluatie zal altijd slecht uitpakken als er onvoldoende middelen ter beschikking worden gesteld. De heer Van den Bos stelt daarnaast dat ambtenaren van de nationale regering zich niet meer moeten bezighouden met de goedkeuring van kleine Europese projecten. In het Europees Parlement is uitvoerig gediscussieerd over de vraag of ECHO meer structurele hulp moet geven. De heer Van den Bos maakt een onderscheid tussen noodhulp aan landen waarmee geen structurele hulprelatie bestaat en landen waarmee dat wel het geval is. In Kongo, waarmee geen structurele hulprelatie bestaat, interpreteren de NGO’s hun taakopdracht zo extensief mogelijk. Voor landen met een structurele hulprelatie moet ECHO de capaciteit hebben om structurele hulp voor te bereiden. De heer Apostolou (PvdA) toont zich verheugd over de mededelingen van de Commissie inzake het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. De hoofddoelstelling is armoedebestrijding. Hij juicht het toe dat aansluiting wordt gezocht bij het Comprehensive Development Framework (CDF) en de Poverty Reduction Strategy Papers (PRSP’s). Doublures moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Daar waar PRSP’s bestaan, moet volstaan worden met het noemen van die delen die de EU voor haar rekening neemt. Stelt de minister het gebrek aan maatschappelijke participatie bij
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 21 501-04, nr. 74
2
het samenstellen van de PRSP’s aan de orde? Kan de minister, wat de participatie van NGO’s in het kader van het beleid van de EU betreft, aangeven aan welke NGO’s wordt gedacht? De Commissie heeft met betrekking tot de coherentie besloten een centraal punt (focal point) in te stellen binnen DG Ontwikkeling om beleid in wording binnen de hele Commissie te toetsen op incoherentie met het ontwikkelingsbeleid. De heer Apostolou vindt dit in beginsel een goed voornemen, maar op welke manier wordt actie ondernomen om incoherentie tegen te gaan? Gaat de minister nadere voorstellen doen met betrekking tot de taakverdeling tussen Commissie en lidstaten? Op welke terreinen heeft het Europees ontwikkelingsbeleid een toegevoegde waarde? In de vorige OS-raad heeft de minister de hoop uitgesproken dat de maatregelen moeten leiden tot verbetering. Heeft haar voorstel inzake het formuleren van concrete doelstellingen voor de omvang van hulp aan de armste landen tot actie in de Commissie geleid? Zo niet, is de minister bereid haar voorstel opnieuw aan de orde te stellen? De relatie tussen conflictpreventie en -beheersing is onvoldoende uitgewerkt in de nota van de EU. De criteria waarmee de lidstaten wapenuitvoer beoordelen moeten verscherpt worden. De heer Apostolou hoopt dat de minister de inhoud van een in de Tweede Kamer aangenomen motie over kleine wapens op Europees niveau aan de orde stelt. Op Europees niveau wordt het onderwerp overdraagbare ziekten en armoedebestrijding steeds belangrijker. Terzake van bestrijding van aids, malaria en tuberculose moeten de landen zelf een integraal programma hebben. De minister dient ervoor te pleiten dat de landen de politieke wil tonen om deze ziektes te bestrijden. De OS-raad zal een oriënterend debat voeren over migratie en ontwikkeling. Co-développement is een Frans initiatief dat een alomvattende benadering van de migratieproblematiek voorstaat. Het is jammer dat de minister er moeite mee heeft dit beleidsterrein in haar beleid te integreren. De Fransen zeggen: door migratiefactoren op te nemen in het ontwikkelingsbeleid, zou de migratiedruk kunnen worden verminderd. Een beter uitgangspunt is volgens de heer Apostolou: welke ontwikkelingsrelevante factoren zijn er waarbij gebruik kan worden gemaakt van het potentieel aan migranten? Het is een goede zaak dat Nederland aandacht vraagt voor het textielbesluit. Gaat de minister nog iets zeggen over de klimaatconferentie? De heer De Haan (CDA) maakt de minister een compliment voor de heldere geannoteerde agenda. De integratie van de ontwikkelingslanden in de wereldeconomie is het enige terrein van de zes beleidsterreinen, waarop de EU toegevoegde waarde heeft boven de lidstaten. De EU heeft nu eenmaal prioriteit met betrekking tot de handelspolitiek boven de lidstaten. De heer De Haan is voorstander van een ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de EU. Het Europese ontwikkelingsbeleid is een integraal bestanddeel van het externe beleid van de EU. Het coördinatievraagstuk moet evenwel niet uit het oog worden verloren. Het Europees ontwikkelingsbeleid moet passen in het concept van armoedebestrijding. Europese ontwikkelingsstromen kunnen worden gebruikt als een instrument van buitenlands beleid. Het hoeft niet in strijd te zijn met armoedebestrijding. De heer De Haan meent dat opgehouden moet worden met het gezeur dat Europees ontwikkelingsbeleid niet effectief is, toegevoegde waarde moet hebben. Het coördinatievraagstuk moet worden opgelost door de totale donorgemeenschap. De ambassadeurs kunnen ter plekke de zaken redelijk coördineren. Wat de PRSP’s betreft, sluit de heer De Haan zich aan bij de opmerkingen van de heer Apostolou. Welk beleid wordt door Nederland en de EU
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 21 501-04, nr. 74
3
gevoerd ten opzichte van degenen die buiten de boot vallen? De MOL’s verdienen blijvend aandacht. Het standpunt over overdraagbare ziektes en antipersoneelsmijnen vindt de heer De Haan prima. Is een aparte Europese organisatie voor de noodhulp noodzakelijk? Kan ECHO niet worden ontschot? Zal over zes maanden nog iemand spreken over het Franse initiatief van Co-développement? De VN-conferentie over de MOL’s is uiterst belangrijk. Waaruit bestaan de Nederlandse initiatieven terzake van de marktverordening voor suiker? De heer De Haan deelt het standpunt van de minister over het textielbesluit. Nederland heeft nauwelijks nog textielindustrie. Het is cynisch om dan te zeggen dat geliberaliseerd kan worden. Antwoord van de regering De minister zet uiteen dat de nieuwe Commissie beter functioneert op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Commissaris Nielson heeft een grote committering aan het lot van de ontwikkelingslanden. Er is overeenstemming over de hoofddoelstelling: armoedebestrijding. Dat was voorheen niet het geval. In het kader van het actieplan komen er onder meer een hulpkantoor en een focal point voor coherentie. De minister geeft toe dat sprake is van een beperkte uitvoeringscapaciteit van de commissies. Krachtige concentratie is derhalve geboden. Zij toont zich cynisch over de manier waarop ieder voorzitterschap een nieuwe hobby aan de orde stelt: iedere keer een nieuw speerpunt. De meerwaarde van de EU-ontwikkelingssamenwerking betreft in de eerste plaats de integratie van de OS-landen in de wereldeconomie. Zij noemt als voorbeeld een rapport van de Wereldbank, waarin staat dat Europese regels voor veilig voedsel ontwikkelingslanden 700 mln. dollar per jaar kunnen kosten. Er zou in Brussel een soort CBI moeten komen dat de ontwikkelingslanden helpt als er weer Europese regels komen. De landenstrategie dient zich te beperken tot de toegevoegde waarde van de Europese Unie. Daaraan dient ook aandacht te worden besteed aan de vraag in welke mate een bepaald land last heeft van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en handelsbeleid? Coherentie is als het ware de raison d’être van de OS-raad. De OS-raad kan worden gebruikt om bewustwording te creëren en collega’s uit andere landen te bewerktuigen om het gevecht thuis te kunnen aangaan. Ook hier is sprake van meerwaarde. Ook burdensharing moet tot de meerwaarde worden gerekend. Sprekend over de zichtbaarheid, verduidelijkt de minister dat de blauwe vlag met de gouden sterretjes in sommige gevallen echt als vijgenblad fungeerde. Bij de integratie van de OS-landen in de wereldeconomie moet vooral aandacht worden besteed aan de MOL’s. Zij zegt een notitie toe over de Nederlandse inzet voor de derde VN-conferentie inzake de MOL’s. Wat het niet te extensief interpreteren van de zes beleidslijnen betreft, moet ervoor worden gewaakt dat ieder voorzitterschap een nieuw thema aan de orde stelt. Voorkomen moet worden dat er een OS-resolutie wordt ingediend over iets wat al jaren bekend is, bijvoorbeeld aids. De Europese strijd tegen de antipersoneelsmijnen heeft geen toegevoegde waarde. Het gaat uitsluitend over ontmijnen, terwijl in Ottawa een breder ontmijningsbeleid, inclusief een exportverbod is afgesproken. Wat Co-développement betreft, meent de minister dat migratie en ontwikkeling getrechterd moeten worden in de High Level Working Group inzake asiel en migratie. Er is geld ter beschikking gesteld voor bijvoorbeeld terugkeer, maar dit kan voorlopig niet worden besteed omdat er geen plannen zijn. Het is niet effectief als ministers voor ontwikkelingssamen-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 21 501-04, nr. 74
4
werking slechts instrumenten creëren om mensen ertoe te bewegen terug te keren. De minister heeft geen enkel probleem met de coördinatie van de EU als het gaat over de politieke dossiers. Nederland werkt bijvoorbeeld samen met de EU terzake van de verkiezingen in Zanzibar. Hier is duidelijk sprake van een meerwaarde. Zij is het principieel niet eens met de heer Van den Bos dat elke vorm van extra hulp altijd welkom is. Er is veel hulp verleend die contraproductief werkte. Het beste dat Nederland heeft, wordt naar Brussel gestuurd. De heer Richelle heeft fantastisch werk gedaan bij het moderniseren en het managen van de Nederlandse hulp. Het is niet voor niets dat de heer Nielson hem zo graag wilde. Als er op hoofdlijnen overeenstemming bestaat over wat de Commissie in een bepaald land wil, dan hoeft Nederland niet over ieder project te spreken. Er moet veel minder aan micromanagement worden gedaan. De circuits in Brussel die ieder project doornemen, vindt de minister onzin. De expertise in het veld moet worden ingeschakeld. Lang doorgaan met noodhulp kan de voortzetting van een conflict bevorderen. ECHO maakt er zich schuldig aan ergens te lang te blijven waardoor structurele oplossingen uitblijven. Soms is structurele hulp echter niet mogelijk. Als voorbeeld wijst de minister op Kabila. Goed bestuur en goed beleid zijn ook doel van ontwikkeling. Met Kongo en Afghanistan kan de regering niets; NGO’s kunnen weinig meer dan pleisters plakken en noodhulp geven. In Brussel bestaan een aantal paraplu-NGO’s, zeer nuttige organisaties, waarmee de minister veel contact heeft. Bij haar poging om meer OS-ministers met deze koepels te laten praten heeft zij de indruk aan een dood paard te trekken. Nederland loopt internationaal voorop om wapenembargo’s in het leven te roepen. Het dossier inzake kleine wapens wordt door Nederland getrokken. De regering heeft er alle belang bij dat de CoP-6 – klimaatconferentie – in Den Haag gaat lukken. OS-ministers hebben de slagkracht om te proberen ontwikkelingslanden beter bij de les te krijgen. Binnenkort krijgt de Kamer de Oeganda-PRSP. De minister heeft sympathie voor de gedachte van de heer De Haan over ontschotting van ECHO. Voorkomen moet worden dat de Commissies bijvoorbeeld UN aids dupliceert. Sprekend over suiker en textiel, wijst de minister op een gesprek met Lamy over de mate waarin Nederland zo frappant coherent is. In de Landbouwraad verdedigt minister Brinkhorst ontwikkelingsbelangen. In de OS-raad en de Handelsraad wordt exact hetzelfde gezegd. Tijdens het gesprek kwam de vraag aan de orde hoe meer lidstaten tot een dergelijk gedrag kunnen worden aangezet. De OS-raad moet meer worden gebruikt om ten aanzien van dossiers van andere Raden, zoals suiker en textiel, draagvlak te scheppen voor de belangen van de ontwikkelingslanden. De voorzitter van de algemene commissie voor Europese Zaken, Patijn De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, De Boer De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Hommes
Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 21 501-04, nr. 74
5