Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1996–1997
25 000 V
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1997
Nr. 84
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 21 mei 1997 Te Uwer informatie doe ik U hierbij toekomen een overzicht van de belangrijkste EU-evenementen in de maand april 1997. Het leek mij aangewezen om naast de gebruikelijke rapportage over diverse Raadszittingen in vogelvlucht een beeld te geven van ook andere gebeurtenissen in de achterliggende maand die vermelding verdienen. Deze globale verslaglegging kan gebruikt worden bij overleg met de algemene commissie voor Europese Zaken en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken in de komende tijd. De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, M. Patijn
7K2036 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1997
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 25 000 V, nr. 84
1
OVERZICHT BELANGRIJKSTE EU-EVENEMENTEN IN DE MAAND APRIL 1997 Onderstaand volgt een overzicht van de belangrijkste evenementen die in het kader van het Nederlands Voorzitterschap in de maand april hebben plaats gevonden. Het overzicht is verdeeld in de volgende categorieën: 1) formele Raden van Ministers, 2) informele bijeenkomsten van EU-ministers, 3) uitgaande bezoeken, 4) inkomende bezoeken en 5) andere bijzondere bijeenkomsten. 1) Formele Raden van Ministers In de maand april vonden de volgende formele Raden van Ministers plaats:
Consumenten Raad, d.d. 10 april Het voornaamste resultaat van de Consumenten Raad was het politiek akkoord over de belangrijke richtlijn «toegang tot de rechter». Hierdoor krijgen consumentenorganisaties bij een grensoverschrijdende inbreuk op de belangen van de consument ook zelf toegang tot de rechter in het land waar de inbreuk zijn oorsprong vindt. Daarnaast werd de richtlijn inzake consumentenkrediet aangenomen. Uit het openbare debat over de toekomst van het consumentenbeleid bleek dat een meerderheid der lidstaten nieuwe regelgeving als een goed instrument ziet om de belangen van de consument te beschermen. Dit staat tegenover de opvatting dat verbetering van de werking van de Interne Markt daartoe een beter middel is.
Visserij Raad, d.d. 14 en 15 april Tijdens de Visserij Raad werd een akkoord bereikt over het vierde Meerjarig Oriëntatie Programma, op grond waarvan de vangst van bepaalde soorten met 20–30% dient te verminderen. Het VK herhaalde tijdens de Raad dat een oplossing nodig is voor de problematiek van «quota-hopping». Onder diversen kwamen de visserij-overeenkomsten met derde landen aan de orde.
Sociale Raad, d.d. 17 april De Sociale Raad kwam niet tot besluitvorming. Besproken werden het richtlijnvoorstel inzake «de verdeling van de bewijslast bij discriminatie op basis van geslacht», het richtlijnvoorstel n.a.v. het Kalanke-Arrest (gelijke behandeling mannen en vrouwen in het arbeidsproces) en tot slot een te ontwikkelen gedragscode over de voorlichting en raadpleging van werknemers bij bedrijfssluitingen en -verplaatsingen. Directe aanleiding voor dit initiatief van het Nederlandse Voorzitterschap vormde de sluiting van de Renault-vestiging in Vilvoorde.
Landbouw Raad, d.d. 21 en 22 april De 2000-ste Raad van Ministers in de samenstelling van de ministers van Landbouw kende een vlak verloop zonder enige besluitvorming. Onder diversen gaf de Commissie aan vanaf 1 mei nieuwe vrijwaringsmaatregelen te zullen treffen voor «LGO-rijst». Tevens presenteerde de Commissie een studie over de lange termijn vooruitzichten in de belangrijkste landbouwsectoren. Hiermee werd de aftrap gegeven voor de discussie over de hervorming van het GLB.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 25 000 V, nr. 84
2
Industrie Raad, d.d. 24 april De Raad kende weinig concrete beslispunten. Ruime aandacht werd besteed aan onderwerpen als het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven en het belang van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Ook meer klassieke thema’s kwamen aan de orde: t.a.v. de steunverlening aan de scheepsbouw werd besloten te komen tot een nieuw steunregime. Tot slot zegde de Commissie toe een analyse te zullen maken van de invloed van structuurfondsen op bedrijfsverplaatsingen binnen de Unie (Renault/Vilvoorde).
Algemene Raad en ministeriële IGC, d.d. 29 en 30 april Tijdens de Algemene Raad kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: het verslag van de tweede Euro-Mediterrane conferentie; het terugsturen van EU-Ambassadeurs naar Teheran (de zgn «Mykonosaffaire»); de betrekkingen met Hong Kong; maatregelen t.a.v. Birma; er werd overeenstemming bereikt over een rapport inzake vrijhandelszones met derde landen; met gekwalificeerde meerderheid werd een wijziging van de textielvervoerverordening aangenomen; de voorbereidingen van de EU-VS Top; voormalig Joegoslavië; Albanië; en Belarus. Voorts hadden Associatie Raden met Turkije, Polen en Hongarije plaats. Tot slot werden en marge van de Algemene Raad samenwerkingsakkoorden ondertekend met Laos, Cambodja en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Een uitgebreid verslag van de Algemene Raad is Uw Commissie op 7 mei toegegaan (brief DIE-457/97). Tijdens de ministeriële IGC-zitting werd de stand van de onderhandelingen («stock-taking») besproken. De belangrijkste onderwerpen passeerden de revue. (Separaat gaat Uw Commissie een verslag toe.) 2) Informele bijeenkomsten van EU-Ministers In de maand april vonden de volgende informele Raden plaats:
Informele Ecofin Raad, d.d. 4 t/m 6 april Tijdens de informele Ecofin Raad bleek dat eind april/begin mei 1998 in aanmerking komt om te bepalen welke lidstaten per 1 januari 1999 de EMU zullen vormen. Voorts werd vooruitgang geboekt t.a.v. het stabiliteitspact en werd een ontwerp-resolutie afgerond die het nieuwe wisselkoersmechanisme in werking zal stellen.
Informele Milieu Raad, d.d. 19 en 20 april De informele Milieu Raad, die succesvol verliep, besloot de Commissie te verzoeken een groenboek op te stellen over «milieu en het MKB». Voorts bleek overeenstemming te bestaan over een EU-paper inzake de ontwikkelingen vijf jaar na de Rio-conferentie in 1992. 3) Uitgaande bezoeken In de maand april vonden de volgende uitgaande bezoeken plaats:
Rondreis minister Van Mierlo in het Middellandse Zeegebied, d.d. 31 maart t/m 3 april In het kader van de voorbereiding van de Euro-Mediterrane conferentie
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 25 000 V, nr. 84
3
op Malta bracht minister Van Mierlo bezoeken aan Marokko, Algerije, Tunesië, Malta, Egypte en Turkije. Tijdens de gesprekken met zijn ambtgenoten kwamen als belangrijkste onderwerpen de Euro-Mediterrane samenwerking, het Midden-Oosten Vredesproces en de bilaterale betrekkingen van de EU met het betreffende land aan de orde.
Bezoek staatssecretaris Patijn aan het Europees Parlement, d.d. 8 en 9 april Tijdens het bezoek van staatssecretaris Patijn aan de maandelijkse plenaire sessie van het Europees Parlement in Straatsburg vond overleg plaats met de Commissie en het EP over de begroting (zgn. «begrotingstriloog») en woonde hij de plenaire sessie bij inzake het verlenen van kwijting aan de Commissie voor de begroting van 1995. De staatssecretaris legde voorts namens de Raad verklaringen af over het MiddenOosten, Albanië en Hongkong. Tijdens de lunch had de gebruikelijke (gewone) «triloog» plaats over een aantal uiteenlopende onderwerpen. Het bezoek werd afgesloten met de beantwoording door de staatssecretaris van vragen van EP-leden (het maandelijkse vragenuur). In de maand april bezocht staatssecretaris Patijn, naast de apart in dit verslag genoemde bestemmingen, Oekraïne inclusief de Krim. 4) Inkomende bezoeken In de maand april vonden de volgende inkomende bezoeken plaats:
Bezoek Nieuw-Zeelandse minister McKinnon, d.d. 9 april De werklunch van minister Van Mierlo met zijn Nieuw-Zeelandse collega, McKinnon, was gericht op bespreking van de betrekkingen van de EU met dit land.
Bezoek Israëlische minister-president, d.d. 10 april Het onderhoud van minister-president Kok en minister Van Mierlo met de Israëlische premier Netanyahu concentreerde zich op het MiddenOosten Vredesproces.
Bezoek voorzitter Hongaars parlement, d.d. 16 t/m 18 april Tijdens zijn bezoek aan Nederland had de Hongaarse Parlementsvoorzitter, Zoltan Gal, onder andere gesprekken met minister-president Kok en staatssecretaris Patijn. De belangrijkste gespreksonderwerpen waren de toetreding tot de EU en tot de NAVO, en de Hongaarse relaties met de buurlanden.
Bezoek voorzitter Poolse parlement, d.d. 17 april De voorzitter van het Poolse parlement (de Sejm), prof. Geremek, voerde tijdens zijn bezoek aan Den Haag onder andere besprekingen met staatssecretaris Patijn. Prof. Geremek toonde zich m.n. geïnteresseerd in het verloop van de IGC en in het begin van de toetredingsonderhandelingen. Een concrete datum achtte hij cruciaal. Van Nederlandse zijde werd gesteld dat de onderhandelingen zes maanden na afronding van de IGC zullen aanvangen.
Bezoek Commissievoorzitter Santer, d.d. 21 april Tijdens de lunchbespreking van minister-president Kok met Commissie-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 25 000 V, nr. 84
4
voorzitter Santer, die in Nederland was voor een lezing, kwamen de volgende onderwerpen aan de orde: de Franse verkiezingen, de voorbereidingen op de EMU, de IGC, de agenda van de Europese Raad te Amsterdam, de High Level Group inzake georganiseerde criminaliteit, de EU-VS Top, de EU-Japan Top en de G7.
Bezoek voorzitter Europees Parlement, d.d. 22 en 23 april Tijdens zijn officieel bezoek aan Nederland had de voorzitter van het Europees Parlement, José Maria Gil-Robles Gil Delgado, naast ontmoetingen met het Nederlandse Parlement een ontvangst bij de Koningin en afzonderlijke gesprekken met minister-president Kok en minister Van Mierlo. In deze twee gesprekken kwam voornameljk de IGC aan de orde. Tijdens het gesprek met minister Van Mierlo werd voorts kort stil gestaan bij enkele buitenlandspolitieke onderwerpen. 5) Andere bijzondere bijeenkomsten In de maand april vonden de volgende bijzondere bijeenkomsten plaats:
Conclaaf ministers van Buitenlandse Zaken, d.d. 6 en 7 april Tijdens het conclaaf van ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-lidstaten in Noordwijk werd uitgebreid gesproken over de IGC. I.h.b. kwamen aan de orde de institutionalia, werkgelegenheid en GBVB. Naast de IGC werd ook gesproken over actuele politieke onderwerpen als Albanië, het Midden-Oosten Vredesproces en de mensenrechtenresolutie inzake China.
Ministeriële EU-Rio Groep, d.d. 7 en 8 april De zevende Ministeriële bijeenkomst van de EU-Rio Groep, te Noordwijk bijeen, veroordeelde ten scherpste de gijzelneming in de residentie van de Japanse Ambassadeur te Lima en sprak voorts voorzichtige steun uit aan een voorstel m.b.t. een topontmoeting van staatshoofden en regeringsleiders uit de EU- en de Rio-landen. Daarnaast benadrukten de ministers hun verplichting de WTO-beginselen toe te passen en werden unilaterale maatregelen met extraterritoriale effecten verworpen. De ministers waren van mening dat effectief optreden ter bestrijding van drugs geboden is en besloten tot slot in de toekomst regelmatig overleg te zullen voeren over duurzame ontwikkeling. En marge van de Ministeriële EU-Rio Groep hadden vele ontmoetingen plaats, te weten: EU-ontmoetingen met de Mercosur-landen en de Andes-gemeenschap, ministeriële Troïka’s met Mexico en Chili, en tot slot individuele gesprekken van het Voorzitterschap met de ministers van Buitenlandse Zaken van Brazilië, Colombia en Ecuador.
Euro-Mediterrane conferentie, d.d. 15 en 16 april De tweede ministeriële Euro-Mediterrane conferentie te Malta verliep in goede sfeer. De 27 vertegenwoordigde landen bevestigden het belang van voortgezette ontwikkeling van het zgn. «Barcelona-partnerschap». Er had een open gedachtewisseling plaats over de drie volets van het partnerschap, te weten politiek/veiligheid, economische samenwerking en «human dimension»/cultuur. Voorts parafeerden Commissaris Marin en de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken de tekst van een associatie-akkoord. Op 28 april jl. is Uw commissie per brief (21 501-02 nr. 198) een uitvoerig verslag toegegaan.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 25 000 V, nr. 84
5
Conferentie over het publieke draagvlak van ontwikkelingssamenwerking, d.d. 16 en 17 april Tijdens deze bijeenkomst, die plaatsvond in Maastricht, wisselden deelnemers uit de EU-lidstaten (NGO’s, wetenschappers, ambtenaren etc.) ervaringen uit over de wijze waarop het publiek wordt geïnformeerd over ontwikkelingssamenwerking.
Informele EU-ACS conferentie, d.d. 18 en 19 april Doelstelling van de informele EU-ACS conferentie te Maastricht, die in goede sfeer plaats had, was het initiëren van een vrije gedachtewisseling op politiek niveau over de toekomstige betrekkingen, ruim voordat medio 1998 de onderhandelingen over een nieuw «Lomé-verdrag» van start gaan. Leidraad van de besprekingen was het viertal hoofdthema’s van de komende onderhandelingen, te weten het kader van de samenwerking, financiële en technische samenwerking, handel en economische samenwerking en de institutionele/politieke dimensie. Er leek consensus te bestaan over voortzetting van de EU-ACS samenwerking in verbeterde vorm.
Ministeriële EU-ACS Raad, d.d. 24 en 25 april Tijdens de ministeriële EU-ACS Raad te Luxemburg, waarvan minister Pronk en de eerste minister van Fiji, Rabuka, co-voorzitter waren, werd het Protocol inzake de toetreding van Zuid-Afrika tot het «Lomé-verdrag» ondertekend. Voorts werden de toekomstige EU-ACS relaties en conflictpreventie besproken.
Conferentie inzake kwaliteit van Interne Markt-wetgeving, d.d. 24 en 25 april Tijdens deze conferentie, die in Scheveningen werd gehouden en georganiseerd was door de Europese Commissie, de ministeries van Justitie en Economische Zaken en het T.M.C. Asser Instituut, werd gesproken over het belang van de kwaliteit van EU-wetgeving. Een aantal concrete methoden ter verbetering van die kwaliteit werd belicht, alsmede het verband tussen vereenvoudiging van wetgeving en verbetering van de werking van de Interne Markt.
Quadripartite bijeenkomst EU/Raad van Europa, d.d. 28 april Aan de zgn. «Quadripartite bijeenkomst» in Luxemburg namen van de zijde van de Raad van Europa Secretaris-Generaal, Tarschys, en fungerend voorzitter, de Finse minister van Buitenlandse Zaken, Halonen, deel. Van de zijde van de EU namen minister Van Mierlo en de Commissarissen Santer en Van den Broek deel aan het werkdiner. Tijdens de discussie passeerden de volgende onderwerpen de revue: de positie van de Raad van Europa als samenwerkingsorgaan met de EU binnen de IGC; de samenwerking tussen de EU en de RvE in Midden- en Oost-Europa; de komende Top van de RvE op 10 en 11 oktober a.s. te Straatsburg; en de samenwerking van de EU en de RvE op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1996–1997, 25 000 V, nr. 84
6