Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1990-1991
22084
Raming der voor de Tweede Kamer in 1992 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de middelen
Nr. 7
VERSLAG
Vastgesteld 14 mei 1991 De vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbe– reidend onderzoek, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat het Presidium van de Tweede Kamer de in dit verslag gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling genoegzaam voorbereid.
A. ALGEMEEN 1. Inleiding
Samenstelling Leden: Stoffelen (PvdA), Koning (VVD), Mateman (CDA), Niessen (PvdA), V. A. M. van der Burg (CDA), voorzitter, Wiebenga (VVD), ondervoorzitter, Van der Heijden (CDA), Franssen (VVD), Willems (Groen Linksj, De Cloe (PvdA), Kohnstamm (D66), J. T. van den Berg (SGP), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Koetje (CDA), Van Otterloo (PvdA), Jurgens (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Schoots (PvdA), Kalsbeek Jasperse (PvdA), M Zijlstra (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Hillen (CDA) en Leers (CDA). Plv. leden: Achttienribbe-Buijs (PvdA), Blaauvv (VVD), Tegelaar-Boonacker (CDA), M. M. van der Burg (PvdA), Eversdijk (CDA), Korthals (VVD), Krajenbrink (CDA), Korthals Altes (VVD), Lankhorst (Groen Links), Apostolou (PvdA), Ybema (D66), Schutte (GPV), Koffeman (CDA), Frissen (CDA), Van Nieuwenhoven (PvdA), De Visser (PvdA), Versnel-Schmitz (D66), Van Rijn-Vellekoop (PvdA), Leerling (RPF), Castricum (PvdA), De Hoop Scheffer (CDA), G de Jong (CDA) en Hermes (CDA).
In 1992 zal de nieuwe vergaderzaal in gebruik worden genomen. Op zichzelf een opmerkelijke gebeurtenis, doch de leden van de CDA-fractie wilden geenszins verhelen niet bepaald gelukkig te zijn met de huisves– tingssituatie die dan zal zijn ontstaan. Welke initiatieven worden thans ontplooid om voor alle fracties in adequate huisvesting te voorzien? Zij herinnerden er aan, dat zij reeds bij eerdere gelegenheden van hun grote zorgen terzake hadden blijk gegeven. Welke gevolgen zal de nieuwe ruimtelijke omgeving overigens hebben op de werkwijze van de Kamer, zoals het Presidium aankondigt? Reeds nu wilden deze leden het Presidium in overweging geven de huidige vergaderzaal als extra vergaderzaal te behouden. Om meer dan één reden lijkt daartoe thans alle aanleiding te bestaan. De bereik– baarheid van het complex, zeker in de nabije toekomst, blijft de aandacht van de CDA-fractieleden houden. In dit verband vroegen zij inlichtingen over de meest recente plannen van de gemeente Den Haag. Tevens vroegen zij of - vanwege de groeiende belangstelling van het publiek en van toeristen, - niet voorzien kan worden in parkeerruimte voor autobussen. De CDA-fractieleden konden op zichzelf instemmen met het opsplitsen van de begrotingsposten voor de Stenografische dienst en de Griffie voor de Interparlementaire Betrekkingen. Is het waar dat dit slechts een administratieve wijziging is, die de huidige bestuurlijke structuur onverlet
113163F ISSN0921 7371 SDU uitgevenj 's-Gravenhage 1991
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
1
zal laten? Ook uit oogpunt van efficiency, dienstverlening aan beide Kamers en het behoud van een relatieve onafhankelijkheid hadden zij een sterke voorkeur voor de huidige organisatievorm. De leden van de fractie van de PvdA vroegen of nader kan worden ingegaan op het onderzoek naar de doelmatigheid van enkele diensten. Om welke diensten zal het gaan? Zijn er al concrete voornemens? Zijn er begrotingsgelden voor uitgetrokken? De leden, behorende tot de VVD-fractie vroegen of kan worden medegedeeld in hoeverre recentelijk genomen maatregelen bij de finan– ciële inspanning in relatie tot de Tussenbalans, doorwerken naar het volgende jaar. Voorts vroegen zij op welke «internationale verhoudingen» en op welke «gevolgen» het Presidium doelt, waar het spreekt over de relatie daarmee met de nationale parlementen. Aan welke andere diensten, buiten het Restaurantbedrijf, denkt het Presidium bij het doorlichten van de doelmatigheid, zo vroegen deze leden. Kan het Presidium mededelen wat de resultaten zijn van het reeds gehouden onderzoek bij het Restaurantbedrijf en door wie dit doelmatig– heidsonderzoek is uitgevoerd? De leden van de fractie van D66 spraken allereerst hun waardering uit voor het feit dat de behandeling van deze Raming vrijwel overeenkomstig eerdere planning belangrijk eerder plaats heeft dan in voorgaande jaren. Zij spraken de hoop uit dat deze verandering mede een wat ruimere politieke aandacht voor de interne gang van zaken in de Tweede Kamer tot gevolg zal hebben. In dat verband hechtten deze leden er aan op te merken dat zij zich bewust zijn van de mate waarin het ambtelijk ondersteunend apparaat van de Kamer doende is zich voortdurend te bezinnen op het eigen functioneren met als doel het verlenen van betere service, waarvoor deze leden zowel in de richting van het Presidium en de ambtelijke leiding, als tegenover alle andere betrokkenen hun waardering uitspraken. De inleidende woorden van het Presidium, in het bijzonder die met betrekking tot de constitutionele verhoudingen in relatie tot het huishou– delijk functioneren van de Kamer, waren door de leden van de fractie van D66 met instemming begroet. Op een enkel punt wilden zij echter een nuancering aanbrengen, namelijk waar het Presidium stelt dat ervan mag worden uitgegaan dat de Kamer algemene kaders inzake rijksbeleid ook voor zichzelf laat gelden. Op zichzelf beschouwd, achtten de leden van de D66-fractie dit een juist uitgangspunt, tenzij de eigen positie van de Kamer in het staats– bestel zich daartegen verzet of daarmee op gespannen voet staat, zulks ter beoordeling van de Kamer zelf. Mede in het verlengde van hun algemene bezwaar tegen bij voorbeeld de zogenoemde kaasschaaf-methode bij bezuinigingen in plaats van inhoudelijke keuzen, meenden deze leden dan ook dat het theoretisch denkbaar zou zijn dat, als gevolg van inhoudelijke keuzen, een minlijn voor de rijksoverheid zou kunnen samengaan met een pluslijn voor de Kamer. Zo kan, naar het oordeel van de leden van de D66-fractie, bij voorbeeld niet op voorhand worden uitgesloten dat dergelijke inhoudelijke keuzen voortvloeien uit het vervolg van de discussie over de Nota vraagpunten (Kamerstuk 21 427).
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
Naar aanleiding van de opmerking over de doorlichting van het Restau– rantbedrijf vernamen de leden van de D66-fractie gaarne wat daarvan de uitkomst is. Met belangstelling en waardering hadden de leden van de fractie van Groen Links kennis genomen van de door het Presidium opgestelde Raming van uitgaven en middelen en de uitgebreide toelichting daarbij. Naar aanleiding hiervan hadden zij behoefte aan een nadere uiteen– zetting over een aantal hierna te bespreken onderwerpen. Een algemene vraag van deze leden had betrekking op het overleg dat door het Presidium is gevoerd met de minister van Binnenlandse Zaken. Is er, behoudens de brief van 16 januari 1991 van de minister van Binnen– landse Zaken aan het Presidium, nog nader overleg geweest over de budgettaire kaders voor 1992? Op welke wijze denkt het Presidium te voorkomen dat opnieuw bij de behandeling van de begroting van Hoofdstuk II een verschil van mening tussen de regering en de Tweede Kamer moet worden opgelost, omdat geen overeenstemming bestaat over de gekozen randvoorwaarden? Kan het Presidium overigens meedelen hoe vaak een dergelijk conflict heeft plaatsgevonden, te rekenen vanaf 1980? Ziet het Presidium daarin reden om tot meer struc– turele afspraken met de regering te komen over de begrotingsvoorbe reiding van de Hoge Colleges van Staat, althans van de Tweede Kamer? Is ook bekend, zo vroegen deze leden belangstellend, hoe het overleg met de andere Hoge Colleges van Staat doorgaans verloopt? Het Presidium aanvaardt een inspanningsverplichting in het kader van de Tussenbalans, zo wordt in de nota van toelichting gesteld. Deze bestaat onder meer uit een doorlichting van het Restaurantbedrijf en daaruit geresulteerde bezuinigingen. Tot welke conclusies heeft deze doorlichting geleid, zo wilden de leden van de Groen Links-fractie vernemen. Heeft inmiddels een evaluatie plaatsgevonden van de gevolgen van de uitgevoerde bezuinigingen? In het bijzonder de indruk, dat wel het bestand aan tijdelijke (uitzend)krachten fors is afgenomen, maar dat de werkdruk niet evenredig is verminderd, doet vrezen dat de werkbelasting van het vaste personeel onevenredig groot is geworden. Is deze indruk juist? Zijn er gegevens over het recente ziekteverzuim? Hoe worden deze signalen opgevangen en beantwoord, indien blijkt dat niet een evenredige vermindering van de dienstverlening tot de reële mogelijk– heden behoort? 2. Budgettair kader Kan het Presidium mededelen op welke wijze de financiële gevolgen van de Tussenbalans in de voorstellen zijn verwerkt, zo vroegen de leden van de CDA-fractie. Past het thans voorgelegde voorstel binnen de overeengekomen financiële kaders voor de Hoge Colleges van Staat? Heeft het Presidium aanvullende voorstellen, en zo ja welke, indien de situatie van 's rijks financiën tot eventuele verdere bijstelling zou nopen? Kan worden medegedeeld, zo informeerden de leden van de VVD-fractie, waarop wordt gedoeld met het «verminderen van het aantal toegangen» en met «het in mindere mate afstemmen van het personeels– bestand op piekbelasting»? Welke gevolgen kunnen daaruit voortvloeien voor het primaire proces en kan het Presidium garanderen dat te allen tijde flexibel wordt ingespeeld door het personeel bij niet voorziene extra werkzaamheden, veroorzaakt door de politieke actualiteit?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
3. Organisatie
De leden van de CDA-fractie vroegen hoe het Presidium - overeen– komstig onder andere de opvattingen van de commissie-Van Kemenade - het evenwicht denkt te herstellen tussen de omvang van de ambtelijke ondersteuning enerzijds en de fractiestaven anderzijds. Wat zijn de kosten van het externe bureau geweest in de jaren 1989 tot en met 1991, zo luidde een vraag van de leden van de PvdA-fractie. Met belangstelling zagen de leden van de fractie van D66 te zijner tijd de evaiuatie tegemoet van de bijstellingen in de organisatie. Zij gingen er daarbij vanuit dat een en ander te gelegener tijd in het kader van de behandeling van de Raming aan de orde kan komen. Voorts vernamen zij gaarne wat wordt bedoeld met «werknormen». 4. Informatieplan Is de veronderstelling juist dat de afwijkingen van het Informatieplan, dat door de Kamer is vastgesteld, ook door de Kamer moeten worden aanvaard, aldus vroegen de leden van de PvdA-fractie. Ook vroegen zij wanneer de stuurgroep, de opvolger van de ADA, nu werkelijk van start zal gaan. De leden van de VVD-fractie toonden zich bezorgd over de veelheid van in te stellen en reeds ingestelde werkgroepen, projectgroepen, stuur– groepen en begeleidingsgroepen. Aangezien het Presidium zelf al te kennen geeft dat de afstemming van alle projecten meer tijd vraagt dan voorzien, vroegen deze leden of het Presidium kan garanderen dat een en ander niet ten koste gaat van de dagelijkse werkzaamheden. Nu de discussie rond het Informatieplan nog slechts kort voor de behandeling van de voorliggende Raming heeft plaatsgehad, achtten de leden van de D66-fractie het - behoudens een aantal hierna te noemen concrete punten - eerst bij de behandeling van de volgende Raming zinvol op de voortgang daarvan nader in te gaan. Intussen spraken deze leden de hoop uit dat de nieuwe stuurgroep, als opvolger van de ADA, haar werkzaamheden spoedig zal kunnen aanvangen. 5. Fractie-ondersteuning
1
Handeiingen TK 1989-1990, biz 4733,
linker kolom
Herinnert de voorzitter van het Presidium zich zijn uitspraak over de kwestie van het eigendomsrecht van goederen die uit het fractiebudget zijn aangeschaft: «Het zou mij lief en dierbaar zijn als wij tijdens de behandeling van de volgende raming hierover niet meer behoefden te spreken.»1 Welke stappen heeft het Presidium ondernomen om deze wens in vervulling te doen gaan, aldus vroegen de PvdA-fractieleden. Bij de behandeling van de Raming voor 1991 is uitgebreid gesproken over het eigendomsrecht van goederen van fracties en over de besluit– vorming op dit punt. De voorzitter van het Presidium heeft bij de beant– woording gesproken over «wij zullen ons standpunt nader bepalen» en «wij zullen overleg plegen». Dit alles bracht de leden van de VVD-fractie tot de volgende vraag. Kan het Presidium mededelen waartoe dit heeft geleid?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
B. PERSONEELSZAKEN De leden van de CDA-fractie vroegen of nader kan worden medege– deeld, of de toename van 57,2 arbeidsplaatsen in 1992 volledig is gebaseerd op de nieuwe situatie met betrekking tot de huisvesting. Is de indruk juist, dat in de Raming de extra-middelen voornamelijk aan perso– neelsuitbreiding ten goede komen? Deze leden wilden voorts gaarne een meer expliciete opgave van het aantal vrouwen in leidinggevende functies. Welke niveaus worden op blz. 6 bedoeld? Opnieuw vroegen zij ook aandacht voor het in dienst nemen van gehandicapten. Is het Presidium thans bereid dit als uitdrukkelijk beleids– voornemen over te nemen? Uit de informatie in de toelichting kan worden opgemaakt dat, buiten de Stenografische dienst en de Griffie Interparlementaire Betrekkingen, van de 67 functionarissen in schaal 11 en hoger slechts 14 personen vrouw zijn, terwijl in totaal ongeveer de helft van het personeelsbestand vrouw is. Welke maatregelen zijn genomen of worden overwogen om aan deze onevenwichtigheid een einde te maken, zo wensten de leden van de PvdA-fractie te vernemen. Voorts vroegen zij of de juiste tekst kan worden gegeven van de tweede alinea van bladzijde 6, veronderstellend dat delen hiervan zijn weggevallen. Ten slotte vroegen zij of ook de huidige formatie per afdeling kan worden gegeven, alsmede de voorziene formatie per afzonderlijke schaal. Wat verstaat het Presidium precies onder het waar mogelijk voorrang geven aan vrouwelijke sollicitanten en sollicitanten uit minderheidsgroe– peringen? Welke criteria worden hierbij gehanteerd, zo vroegen de leden van de VVD-fractie. De leden van de fractie van D66 vroegen toelichting op de consta– tering dat van de mogelijkheid tot het opnemen van ouderschapsverlof in de Kamer «verrassend vaak» gebruik wordt gemaakt. Zij hadden zich voorts afgevraagd in hoeverre het vaker later vergaderen van invloed is op de personeelssituatie in de Kamer. Voor een goede beoordeling van het gevoerde personeelsbeleid hadden de leden van de fractie van Groen Links behoefte aan een aantal aanvullende gegevens. Welke zijn de ziekteverzuimpercentages en zijn hierin bepaalde tendensen te onderkennen? Wat is het aantal personeels– leden dat behoort tot de WAGW-personenkring, naast de gemelde herplaatste ambtenaren? In welke mate wordt geprobeerd bij de werving ernaar te streven om ten minste 5% gehandicapten binnen de arbeidsor– ganisatie werkzaam te laten zijn? Worden daarvoor plannen ontwikkeld? Met genoegen hadden deze leden kennis genomen van het feit dat de mogelijkheid van ouderschapsverlof in een grote behoefte voorziet. Verbaasd bleven zij over de geringe belangstelling voor kinderopvang. Wordt daaraan voldoende bekendheid gegeven, ook bij de werving van nieuwe medewerk(st)ers? Kan ook inzicht worden gegeven in de beleids– voornemens om ook in leidinggevende functies meer vrouwen werkzaam te laten zijn? Gesteld wordt dat er zestien vrouwen leidinggevende functies bekleden. Om welke functies gaat het dan en welk deel van het totaal aantal leidinggevende functies betreft dat? Bestaan er streefcijfers terzake, met andere woorden, is er een positieve-actieplan geformu– leerd? Wat betreft de inschaling hadden de leden van de fractie van Groen Links behoefte aan een nader inzicht in de wijze waarop jaarlijks perio– dieken worden verleend. Gelden hiervoor de normale
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
BBRA-voorwaarden? In welke gevallen wordt een extra periodieke verhoging toegekend?
C. VERBOUW EN NIEUWBOUW
In de nota van toelichting wordt gemeld, dat over bepaalde kunsttoe– passingen bij de nieuwbouw nog advies moet worden uitgebracht. Door wie zal dit gebeuren en om welke initiatieven gaat het daarbij? De leden van de PvdA-fractie stelden de navolgende vragen. Kan meer informatie worden gegeven over de inrichting van het Hofcingelplein, waaronder begrepen ook het aan te bieden kunstwerk? Waarvan is de beslissing afhankelijk over de gevelrenovatie van het gebouw Koloniën? Is in de financiële planning daarvoor een begro– tingspost opgenomen? Is het de bedoeling dat ook leden en fracties gebruik zullen maken van het eventuele nieuwe gebouw achter Plein 23? Betekent de laatste zin van bladzijde 9 van de toelichting dat een deel van de activiteiten wordt gesponsord? Zo neen, op welke andere vormen van financiering wordt gedoeld?
D. PARAC
Voor de gebruikers is de ondersteuning vanuit de Kamerorganisatie op het terrein van computergebruik nog ingewikkeld geregeld. Dat blijkt ook uit de opsomming van instanties die zijn betrokken bij de «helpdesk». Zou kunnen worden bevorderd, zo vroegen de PvdA-fractieleden, dat deze organisatorische indeling snel wordt verbeterd? Zou bij voorbeeld de stafdienst PARAC nu snel onder de Directie Informatievoorziening kunnen worden gebracht? De leden van de D66-fractie hadden begrepen dat de in de vorige Raming en in het Informatieplan genoemde «helpdesk» zal bestaan uit één eerste-hulp-verlenende medewerker van het PARAC, en dan alleen voor software-problemen. De oorspronkelijke bedoeling van de helpdesk was, zo meenden deze leden, het inrichten van een laagdrempelig (wat is een software–, wat is een hardwarestoring, wat allebei?) centraal meld– en regelpunt, van waaruit gebruikers binnen zonodig zeer korte tijd kunnen worden geholpen. Daarnaast zou de helpdesk een «feedback-functie» kunnen vervullen tussen (de bij) gebruik, ontwikkeling, inkoop, en opleiding (betrokken diensten). Bij een totaal van ten minste 400 actieve PC's (graag vernamen deze leden het juiste aantal), meenden deze leden toch dat van de oorspron– kelijke functie te weinig is overgebleven, terwijl de behoefte daaraan alleen maar groeit. Gaarne ontvingen deze leden een reactie van het Presidium, waarbij zij tevens vroegen naar de precieze betekenis van het op bladzijde 18 genoemde Centrum Persoonlijk Computergebruik. Voorts waren deze leden benieuwd naar de uitkomsten van het inmiddels afgesloten pilot-project LAN/AS-400.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
F. COMMUIMICATIE
1. Algemeen Welke verhuizing is in de planning van het Informatieplan nog meer opgetreden dan het naarvoren halen van desk-top publishing, aldus vroegen de leden van de CDA-fractie. De leden van de PvdA-fractie stelden de vraag of nader kan worden uiteengezet wat van het nieuwe wekelijkse informatieblad mag worden verwacht. Wat zal ongeveer de inhoud zijn? Welke rubrieken zal het hebben? Welke omvang in bladzijden? De leden van de D66-fractie vroegen om een nadere toelichting op de verhouding tussen het «magazine» en de «Mededelingen». 2. Huisstijl
De leden van de PvdA-fractie vroegen of kan worden verwacht dat ook in een organisatie als de Tweede Kamer, die op een aantal aspecten kan worden vergeleken met een winkelcentrum, een besparing van enkele tonnen haalbaar zal zijn, enkel door het invoeren van een nieuwe huisstijl. De leden van de fractie van de VVD informeerden of het Presidium kan mededelen hoe de dit jaar gepresenteerde voorstellen voor een nieuwe huisstijl in overeenstemming zijn met de door de Kamervoorzitter, tijdens de behandeling van de Raming 1991 uitgesproken woorden: «te bekijken hoe bij een vignet dat ons zo lief en dierbaar is enige uniformering zou kunnen worden toegepast». Wat is waar van de berichten dat op diverse gebruikersartikelen (zoals bij voorbeeld enveloppen, servies) het leeuwtje niet wordt opgenomen? Ook wensten zij duidelijkheid over de kopieerbaarheid van de op het briefpapier afgebeelde leeuw. Graag vernamen deze leden de resultaten van de onderzoeken bij de gebruikersgroep en van de recentelijke presentatie aan de leden. Hebben de gemaakte opmerkingen aanleiding gegeven tot enige aanpassingen? Waar in de nota van toelichting wordt gesproken over de relatie naar de Eerste Kamer, vroegen de leden van de VVD-fractie hoe deze relatie wordt ingevuld met betrekking tot de huisstijl. Welk vignet zal worden gehanteerd, ingeval beide Kamers, als Parlement, naar buiten treden? Voorts vroegen deze leden of het Presidium kan berichten hoeveel te vervangen artikelen bij de invoering zijn betrokken en of een financieel overzicht beschikbaar is van de te maken kosten en van de niet te maken kosten, indien het huidige vignet (kroontje plus leeuwtje) gehandhaafd blijft. Aangezien in de nota van toelichting wordt vermeld dat ervaringen elders leren dat binnen enkele jaren een goed begeleide invoering van een nieuwe huisstijl f 200 000 tot f 300 000 aan besparingen oplevert, vroegen deze leden of het Presidium kan mededelen of dit eenmalig is of structureel. Wat wordt bedoeld met «elders» en welke besparing wordt verwacht bij invoering binnen de Tweede Kamer? Ook informeerden deze leden op welke termijn het Presidium denkt een nieuwe huisstijl volledig te kunnen verwezenlijken, waar in de nota van toelichting wordt gesproken over «gefaseerde invoering». Welke «praktische» redenen worden bedoeld?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 084, nr. 7
De leden van de fractie van D66 hadden in de afgelopen weken kennis genomen van de plannen met betrekking tot de nieuwe huisstijl. Mede naar aanleidmg daarvan wilden zij over dit onderwerp een aantal opmer– kingen maken, alvorens hun definitieve standpunt terzake te bepalen. De leden van de D66-fractie zagen alleen al om praktische redenen de logica van de gedachte om ingebruikneming van de nieuwbouw te doen samenvallen met een eventuele invoering van een nieuwe huisstijl. Het feit dat het huidige beeldmerk al bijna 200 jaar in gebruik is, kan daarnaast een reden zijn om te onderzoeken of dit beeldmerk in de huidige vorm en in de huidige tijd nog voldoet. Zij beschouwden de thans gepresenteerde ontwerpen dan ook als een voorstel daartoe. Ter voorbereiding van hun definitieve standpuntbepaling hadden de leden van de D66-fractie graag inzage in het onder ad 1 genoemde onderzoek, waaruit zou blijken dat «de door de Tweede Kamer uitge– dragen identiteit niet duidelijk is». Voorts ontvingen zij graag antwoord op de volgende vragen. a. Hoe omschrijft het Presidium «de identiteit van de Tweede Kamer» en wat verstaat het onder het «uitdragen» daarvan? b. Heeft het Presidium bij de vraag naar de duidelijkheid van de identiteit van de Kamer één of meer doelgroepen op het oog gehad, en zo ja welke? c. Waarop is de slotsom gebaseerd dat de «niet duidelijke identiteit van de Kamer zozeer samenhangt met het huidige beeldmerk, dat de enkele vervanging daarvan de verwachting rechtvaardigt dat deze identiteit duidelijk zal worden? d. Hoe is in de voorbereiding van de beslissing over een nieuwe huisstijl rekening gehouden met het verband tussen de onduidelijkheid van de identiteit van de Kamer enerzijds en, anderzijds, de omstan– digheid dat het huidige beeldmerk relatief gesproken beperkt wordt gebruikt, te weten alleen binnen de Kamer en in officiële correspondentie en dergelijke, maar bij voorbeeld niet op meer massaal verspreide stukken als de gedrukte «witte» stukken en de Handelingen? e. Hoe luidde de uitkomst van de opiniepeiling omtrent de huisstijl binnen de Kamer? f. Kan het aspect van kostenbesparing nader worden toegelicht; op welke «ervaringen elders» wordt gedoeld? g. Deelt het Presidium de mening dat - zoals dat bij voorbeeld bij ministeries het geval is - de huisstijl van de Tweede Kamer primair zou moeten worden gekenmerkt door een beeldmerk, dat los van een te lezen tekst met groot gemak herkenbaar moet zijn, en dat derhalve consequent op alle daarvoor in aanmerking komende artikelen (corres– pondentie, drukwerk, relatie-artikelen, servies, uniformen en zo meer) moet voorkomen? h. Bij wie zal, bij invoering van een nieuwe huisstijl, het copyright berusten, en welke gevolgen heeft dat voor de Kamer? Het Presidium stelt, volgens de leden van de fractie van D66 terecht, dat zowel vanuit communicatie– als kostenoogpunt het invoeren van een nieuwe huisstijl slechts effect zal hebben bij consequent gebruik daarvan. Naar aanleiding daarvan vroegen de leden van deze fractie welke waarde het Presidium hecht aan het «commitment» van bij voorbeeld de Tweede Kamer-fracties en de Eerste Kamer. Voorts vroegen deze leden welke gevolgen een nieuwe huisstijl zal hebben voor bij voorbeeld stukken, die thans een kroontje met de tekst «Staten– Generaal» dragen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 084, nr. 7
8
G. DIRECTIE GRIFFIEDIENSTEN Waarom wordt het DlS-project Electronische Post Rijksdienst niet door DIV of PARAC gecoördineerd? Hoe verhoudt zich deze keuze tot de projectorganisatie uit het Informatieplan, aldus vroegen de CDA-fractie– leden. De PvdA-fractieleden vroegen in hoeverre al met fracties overleg is gepleegd over het aanleveren van inbreng voor verslagen op diskette. Is er enige reden om hiermee niet onmiddellijk te beginnen? Zal hiermee niet ook een aanzienlijke besparing in typecapaciteit worden bereikt? Ook wensten zij te vernemen of het resultaat van de evaluatie van de functie van stafmedewerker vroeg in 1992 beschikbaar zal zijn, zulks in verband met de Raming voor het jaar 1993. Indien dit het geval is, zal een goede afweging mogelijk zijn tussen alternatieven als - meer fractiepersoneel; - een ruimer budget voor extern onderzoek; - meer staf medewerkers Kan het Presidium mededelen, zo vroegen de leden van de VVD-fractie, waarop de volgende zinsneden zijn gebaseerd en waarnaar de gedachten dienaangaande uitgaan: «denkbeelden over verhouding tussen individuele ondersteuning van de leden, fractie-ondersteuning en ambtelijke ondersteuning» (blz. 3); «een nieuwe opzet van de fractie– ondersteuning» (blz. 4) en «desgewenst opnieuw kunnen afwegen tussen ambtelijke ondersteuning per commissie, ambtelijke ondersteuning zoals via het bureau wetgeving, ondersteuning via fractiemedewerkers en individuele ondersteuning» (blz. 14). Op bladzijde 14 wordt gesproken over vier ministeries waar tests inzake de textpool worden gehouden, terwijl op bladzijde 13 slechts sprake is van raadpleegbaarheid van alle documenten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en een deel (welk deel?) van de documenten van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De leden van de fractie van D66 vernamen graag om welke andere twee ministeries het gaat en wanneer ook de daarvan afkomstige documenten in de pool raadpleegbaar zullen zijn. Ook vroegen zij of de textpool en het op diskette aanleveren van teksten voor schriftelijke inbrengen concrete gevolgen zal hebben voor het binnen de Kamer gebruikte tekstverwerkingspakket. Zo ja, welke gevolgen zijn dit? H. DIRECTIE INFORMATIEVOORZIENING 1. Algemeen De leden van de CDA-fractie stelden de volgende vragen. Hoe beoordeelt het Presidium het rapport van de commissie-Zijlstra over de automatisering van de Eerste Kamer tegen de achtergrond van het gestelde op blz. 2 over de dienstverlening aan de Kamer? Waarom voldoet de raming niet aan de richtlijn van de minister van Financiën om de begroting te voorzien van een automatiseringsbijlage? Kan de financiële bijlage bij het Informatieplan en de daar gehanteerde prionteitstelling worden geactualiseerd in het licht van de meerjarenra– mingen?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
Wordt overwogen om, nu verschillende directies en diensten vanuit een centrale balie gaan werken, op minder drukke momenten één persoon voor verschillende directies of diensten te laten werken in een soort van «dubbelfunctie», aldus een vraag van de leden van de PvdA-fractie.
2. Wetgevingsbestand Wat betekent het DlS-project Databanken Wet– en Regelgeving voor de toekomstige inrichting van het KPAJ-bestand, zo wensten de leden van de CDA-fractie te vernemen. De leden van de fractie van D66 hadden met belangstelling kennis genomen van het onder dit punt gestelde. Zij hadden zich daarbij afgevraagd of de databanken ADW en de DDW onder het vertrouwde STAIRS-systeem zullen kunnen worden geraadpleegd, en zo ja, wat dan in dit verband bedoeld wordt met «de nieuwe standaarden».
3. Bibliotheek Wordt de krantencollectie van vóór 1945 eventueel overgedragen aan de Koninklijke Bibliotheek, zo vroegen de leden van de CDA-fractie. Aan welke mogelijkheden wordt gedacht, zo vroegen de leden van de WD-fractie, wanneer wordt gesproken over het nemen van een beslissing over de toekomst van de collectie kranten van vóór 1945. Om welke hoeveelheden gaat het en welke financiële gevolgen brengt dat met zich mee?
4. Documentatie Naar welke externe bestanden gaan de gedachten uit, en voor wie worden die raadpleegbaar, zo vroegen de leden van de fracties van het CDA en van D66. Wordt daarbij bij voorbeeld gedacht aan een jurispru– dentiebestand en een algemeen statistisch bestand?
5. Post– en archiefzaken De leden, behorend tot de fractie van D66, hadden met interesse kennis genomen van de mogelijke invoering van een geautomatiseerd postdistributiesysteem (postrobot). Naar aanleiding van de vermelding van het daartoe ontwikkelde adressenbestand, en verwijzend naar de zelfstandige functie daarvan, vroegen deze leden of en zo ja wanneer dit bestand ook elders raadpleegbaar wordt. Graag vernamen deze leden wat op bladzijde 18 is bedoeld met de zinsnede «de lijn van de AS400 te volgen en aldus aansluiting te houden bij de overige geautomatiseerde documentaire bestanden». I. DIRECTIE VERZORGENDE DIENSTEN 1. Algemeen
De tot de D66-fractie behorende leden zeiden weliswaar begrip te hebben voor de redenering met betrekking tot het opvangen van piekbe– lastingen, maar hechtten er niettemin aan op te merken dat een zekere
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 084, nr. 7
10
mate van overcapaciteit inherent is aan de noodzaak om piekbelastingen te kunnen opvangen. Zij stonden voorshands sympathiek tegenover de gedachte van de Dienstcommissie om te komen tot «combifuncties», ten einde een brede opvang van (extreme) piekbelastingen het hoofd te kunnen bieden. Graag vernamen zij op welke termijn het Presidium resultaat verwacht van het op dit punt aangekondigde onderzoek. 3. Restaurantbedrijf De leden van de PvdA-fractie vroegen of de decentrale voorzieningen zodanig zullen zijn ingericht dat zonodig gedurende lange tijd dan nu voorzien personeel aanwezig kan zijn. Is «Rotonde» de officiële naam van de ruimte onder de nieuwe plenaire vergaderzaal? De leden van de D66-fractie zouden het ten zeerste op prijs stellen indien - voor wat hun fractie(personeel) betreft - het uiterste wordt gedaan om de lunchvoorzieningen in het gebouw Koloniën zo uitgebreid mogelijk te doen zijn. Zij vroegen dit tegen de achtergrond van de overweging dat - benevens adequate bediening - goede en volledige lunchvoorzieningen een niet te onderschatten rol spelen in het dagelijks functioneren van leden en medewerkers. 4. Interne Dienst De leden van de WD-fractie vroegen of de omvang van de personele bezetting van de huishoudelijke dienst in de nieuwe constellatie toereikend zal zijn, wanneer het schoon te houden vloeroppervlak met 80% zal toenemen. Naar aanleiding van de opmerking dat de beschreven geautomati– seerde netwerken het «nevenvoordeel» hebben dat deze «naast het geven van managementinformatie ook andere informatie kunnen genereren» hadden de leden van de D66-fractie graag antwoord op de volgende vragen. a. Kan worden medegedeeld om welke soorten informatie het gaat of kan gaan? b. Wat wordt precies verstaan onder managementinformatie? c. Wat wordt precies verstaan onder «andere informatie», onder «andere informatie», gericht op het detecteren van storingen, en welke zijn de daarin overigens gelegen voordelen? d. Is de indruk juist dat het in de onderhavige gevallen gaat of kan gaan om informatie die (in beginsel) is aan te duiden als privacygevoelig? e. Hoe luidt het beleid van het Presidium met betrekking tot het verza– melen en/of verwerken van (in beginsel) privacygevoelige gegevens binnen de Kamer, en wanneer wordt dit beleid, bij voorbeeld in de vorm van een algemeen privacy-reglement met de Kamer besproken? 6. Formatie 1992 Zal voor de nieuw in te richten garderobes moeten worden betaald, aldus wensten de leden van de PvdA-fractie te vernemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
11
ARTIKELEN (UITGAVEN) Artikel 03.01 - (Schadeloosstelling) De leden van de CDA-fractie vroegen hoe het Presidium zich de verdere besluitvorming voorstelt over het rapport-Van Kemenade (functiewaardering Kamerleden). Hoe ziet het tijdschema er uit? Ook de leden van de PvdA-fractie gingen hierop in. Welke procedure zal worden gevolgd bij de behandeling van het rapport van de Commissie-Van Kemenade en het rapport van de Commissie-Dees (2e tranche; pensioen– en wachtgelden)? De leden van de fractie van Groen Links informeerden eveneens naar de voortgang van de werkzaamheden van de Commissie– Dees Verscheidene onderwerpen liggen nog op afhandeling te wachten. Is het Presidium van mening dat deze voortgang afhankelijk is van de nadere behandeling van de voorstellen van de Commissie-Van Kemenade, of is een snellere procesgang voorzien? En, zo ja, over welke onderwerpen? Vooral de nadere gedachtenvorming over een regeling met betrekking tot zwangerschapsverlof voor Kamerleden achtten deze leden opportuun. Artikel 03.08 - (Tegemoetkoming fracties) In de post Tegemoetkommg fracties zal nog een wijziging komen vanwege de doorwerking van de verhoging van de ambtenarensalarissen. Hoe wordt die verwerkt, aldus vroegen de leden van de PvdA-fractie. Artikel 03.12 - (Opening nieuwbouw Tweede Kamer) Wanneer zal meer duidelijkheid worden gegeven over het programma rond de opemng van de nieuwbouw, zo wensten de leden van de PvdA-fractie te vernemen. Artikel 03.13 - (Uitzending van leden en ambtenaren van de Tweede Kamer naar het buitenland) Het Presidium heeft toegezegd bij de Raming 1992 een standpunt in te zullen nemen over een reisbudget voor de fracties. Hoe luidt dit standpunt, zo vroegen de PvdA-fractieleden. De leden van de fractie van Groen Links vroegen in welke mate sprake is van een reële bezuiniging op dit artikel. Op welke wijze wordt er in voorzien dat leden kunnen deelnemen aan VN-conferenties die ook voor parlementariërs openstaan, zoals de UNCED in juli 1992 in Brazilië? Ook de uitzending van een delegatie naar de Algemene Vergadering van de VN wordt blijkens de Raming niet betaald uit het Kamerbudget. Acht het Presidium het bespreekbaar om met het ministerie van Buitenlandse Zaken te overleggen over een reallocatie van de betreffende kosten? Ligt dat ook met andere ministeries niet voor de hand, voorzover ook die van tijd tot tijd bijdragen in reis– en verblijfkosten van parlementsleden aan internationale conferenties?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
12
ARTIKELEN (ONTVANGSTEN) Artikel 03.01 - (Inhoudingen) Leidt de verhoging van de schadeloosstelling, als gevolg van de inbouw van AOW, niet tot een disproportionele stijging van de inhouding, aldus vroegen de PvdA-fractieleden. Artikel 03.03 - (Diverse ontvangsten) Wat zal in 1992 de hoogte zijn van de eigen bijdrage in de kinder– opvang en hoeveel bedraagt precies de voorziene verhoging? Is nagegaan of dit de drempel tot deelname van de kinderopvang verhoogt, zo wilden de leden van de Groen Links-fractie graag vernemen. De voorzitter van de commissie, V. A. M. van der Burg De griffier van de cornmissie, Van der Windt
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22084, nr. 7
13