Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2004–2005
28 192
Drugssmokkel Schiphol
Nr. 38
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 22 maart 2005 De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 23 februari 2005 overleg gevoerd met minister Donner van Justitie over: – de brief d.d. 25 oktober 2004 inzake het Rapport De Nederlandse Drugsmarkt (28 192, nr. 34); – de brief d.d. 8 november 2004 inzake Beperking bewegingsvrijheid drugskoeriers (28 192, nr. 35); – de brief d.d. 16 december 2004 inzake Zesde voortgangsrapportage aanpak drugssmokkel (28 192, nr. 36); – de brief van de minister van Justitie d.d. 21 december 2004 inzake het rapport «Coffeeshops in Nederland anno 2003; Aantallen, lokaal beleid, handhaving en naleving» (Just041 161).
1
Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Klaas de Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GroenLinks), Rouvoet (ChristenUnie), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, C q örüz (CDA), Verbeet (PvdA), ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), Jan de Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Griffith (VVD), Van der Laan (D66), Visser (VVD), Azough (GroenLinks). Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Kalsbeek (PvdA), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Varela (LPF), Joldersma (CDA), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Örgü (VVD), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Karimi (GroenLinks), Vergeer (SP), Hermans (LPF).
KST85159 0405tkkst28192-38 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005
Op verzoek van mevrouw Griffith worden de oorspronkelijk eveneens geagendeerde, maar nog niet ontvangen antwoorden op vragen van het lid Griffith d.d. 24 januari 2005 inzake mensensmokkel aan het begin van het overleg van de agenda afgevoerd. Zij worden op een later tijdstip opnieuw geagendeerd. Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie Mevrouw Griffith (VVD) constateert dat de ontvangen rapporten een verontrustend beeld schetsen van de rol van Nederland op de internationale drugsmarkt. Het is bekend dat de Antilliaanse economie een drugseconomie is. Is daar in Nederland ook al sprake van? De minister ziet geen aanleiding voor nieuwe specifieke interventies. Wat hebben de tot nu toe ondernomen stappen daadwerkelijk opgeleverd? Bij de 100%-controle worden steeds minder mensen opgepakt. De VVD-fractie waarschuwt al langer voor een verschuiving naar meer drugskoeriers met minder drugs en van Schiphol naar de Rotterdamse haven. Het onderschepte aandeel van 22 tot 29% is vrij mager. Is het beleid wel effectief? Wat is de oorzaak van de daling van het aantal weigeringen op Hato? Hoe verloopt de samenwerking met de Nederlandse Antillen? Wat
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
1
doet de minister om problemen met de integriteit en betrouwbaarheid van het personeel van Hato en Schiphol te voorkomen? Op het gebied van de georganiseerde criminaliteit zijn er acht grote en acht middelgrote onderzoeken gedaan. Hoe kan dan WODC-onderzoek een enorme daling laten zien in het aantal zaken dat onder artikel140 van het Strafrecht en onder de Opiumwet voor de rechter wordt gebracht? De Turkse maffia infiltreert ook als het gaat om heroïne. Wat gaat de minister daaraan doen? In de nationale drugsmonitor wordt er gepleit voor een betere registratie van drugsvangsten bij de politie. Hoe wil de minister de informatievoorziening verbeteren? Er zijn klachten ontvangen van onschuldige burgers die bij de 100%-controles op Schiphol op onmenselijke wijze zijn behandeld. Hoeveel klachten zijn er ontvangen bij het ministerie, het OM en de Koninklijke Marechaussee? Wat is daarmee gedaan? Het aantal coffeeshops is wederom gedaald. In bijna 80% van de gemeenten bestaan er geen coffeeshops. Driekwart van de gemeenten voert een nulbeleid en 7% heeft helemaal geen drugsbeleid. Is dat onderdeel van het ontmoedigingsbeleid van deze minister? Wat is zijn doel op dit gebied? Jongeren onder de 18 jaar zijn aangewezen op illegale verkooppunten en daar is een strikte handhaving noodzakelijk. De VVD-fractie maakt zich ook zorgen over de groeiende teelt en export van Nederwiet. Naar schatting telt Nederland 17 000 à 22 000 productieplaatsen met gemiddeld 400 à 500 planten. Hoe wil de minister ervoor zorgen dat de samenwerking tussen politie, justitie, gemeenten, energiebedrijven, woningbouwverenigingen en de brandweer meer resultaat bereikt? Ongeveer een jaar na ontvangst van de Cannabisbrief is mevrouw Griffith ook zeer benieuwd naar de eerste resultaten van de voornemens die destijds zijn gepresenteerd. Tot slot constateert zij dat de achterdeurproblematiek er nog steeds is. Denkt de minister daar op korte termijn een oplossing voor te kunnen vinden? De VVD-fractie heeft ervoor gepleit, het Nederlandse drugsbeleid beter te verkopen in internationaal verband. Dat moet toch een probleem zijn met de reputatie die nu weer is bevestigd. Het lijkt wel schizofreen om enerzijds te streven naar een coffeeshop-nulbeleid, terwijl men anderzijds vooroploopt in de productie en de export van allerlei drugs. Dat beeld is zeer verontrustend en absoluut niet in evenwicht. Mevrouw Timmer (PvdA) is blij dat zij regelmatig informatie krijgt over de stand van zaken. Op een aantal punten zijn goede stappen gezet. Het voorstel om de intrekking van het paspoort of de weigering van verstrekking daarvan op te nemen in het Wetboek van Strafrecht lijkt haar in lijn met het voornemen om niet strenger, maar slimmer te straffen. Wanneer komt de wetswijziging naar de Kamer? Kennen andere landen met een koloniale band met het Caribische gebied ook bewegingsbeperkingen? Wat gebeurt er als een veroordeelde drugskoerier een nieuw paspoort aanvraagt? Bij de bestrijding van de drugshandel in Europees verband is er een rol weggelegd voor Europol, maar daarover staat niets in de brieven van de minister. Europol is nu al meer dan tien jaar bezig met drugsbestrijding. Komt er een evaluatie? Het koppelen van de zwarte lijst via het Schengen informatiesysteem zou positief moeten uitwerken op de drugssmokkel binnen Europa. Moeten de VS deze lijst ook hebben? Hoe bepalend zijn de wensen van de VS voor het Nederlandse en Europese drugsbeleid? In maart vindt er in Wenen een VN-drugsconferentie plaats. Wat zal daar de inbreng van het kabinet zijn? Voorafgaand aan de vorige drugsconferentie vond er overleg plaats met de Kamer. Gebeurt dat deze keer eveneens? De vragen die gesteld zijn over de kort geleden ontvangen harm-reduction brief zijn nog niet beantwoord. Kan de minister al aangeven hoe men daarmee om denkt te gaan? Het is mooi dat de 100%-controle op Schiphol werkt. De inzet van de bodyscan op Schiphol wordt afhankelijk van de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
2
praktische en juridische mogelijkheden wellicht uitgebreid. Worden de gezondheidsaspecten meegewogen van scans? De smokkel van drugs is het terrein van grote criminele organisaties. Zijn de acht grote en acht middelgrote onderzoeken die in één jaar zijn uitgevoerd veel naar mening van de minister? Er zijn 52 geldkoeriers aangehouden en er is 4 mln euro in beslag genomen. Doen zich juridische problemen voor bij het inbeslagnemen van het geld? Het tripartiete overleg is belangrijk en waardevol om tot afspraken te komen. Waarom neemt Aruba niet meer deel? Wat zijn daar de gevolgen van? Klopt het dat Aruba zich ondanks afwezigheid aan de onderhandelingstafel wel committeert aan de afspraken die er gemaakt worden? Het is schokkend dat jonge kinderen als koerier worden ingezet en goed dat het OM de verantwoordelijken altijd vervolgt. De bejegening van verdachten op Schiphol baart enige zorg. Uit klachten en krantenberichten blijkt dat het er soms tamelijk onmenselijk aan toegaat. Het is wenselijk dat de aanvoer van cocaïne stagneert. Dat heeft echter ook consequenties, te meer daar het aantal gebruikers toeneemt. De cocaïne wordt met atropine versneden, waardoor al 20 mensen in het ziekenhuis zijn beland. Overlegt de minister met zijn collega van VWS wat er aan extra informatie kan worden verstrekt? Wat het coffeeshopbeleid betreft, pleit de PvdA-fractie allang voor het reguleren van de achterdeur. Volgens de minister kan dat niet vanwege internationale verdragen en de Opiumwet. In het februarinummer van het Nederlandsch Juristenblad schetst een aantal deskundigen hoe het stap voor stap wel zou kunnen. Veel gemeenten lopen aan tegen overlast en problemen. In elk geval 60 gemeenten vragen al langere tijd om oplossingen voor de achterdeurproblematiek en de illegale teelt. Er is veel gedaan, maar nog lang niet genoeg. Mevrouw Joldersma (CDA) ziet in het rapport over de Nederlandse drugsmarkt een bevestiging van de slechte reputatie van Nederland: het staat bij amfetamine, heroïne, cocaïne, XTC en cannabis in de topvijf en het is een belangrijk productie- en transitland. Het is gênant om internationaal zo bekend te staan. De aanpak op Schiphol stelt redelijk tevreden. Er blijkt immers uit dat het tegenhouden van drugs toch effect heeft. Er is hard gewerkt aan een standaardaanpak voor alle XTC-labs. De aanpak van de hennepteelt is volgens de Cannabisbrief een van de prioriteiten van de minister, maar waar blijft de concrete uitwerking? De teelt wordt gefaciliteerd door een groot aantal growshops, het zouden er 325 zijn in Nederland. Daar heeft het CDA vragen over gesteld en de minister heeft een rapport in het vooruitzicht gesteld met daarin aanbevelingen voor het aanpakken van de growshops. Er zijn vermoedens dat de georganiseerde misdaad achter de growshops zit. Een vergunningenstelsel zou het de overheid mogelijk maken om de vergunninghouders van growshops aan te houden. De 100%-controles sorteren effect. Zij zijn echter nadelig voor mensen die uiteindelijk onschuldig blijken te zijn. De CDA-fractie is zeer blij met de uitvoering van de motie van de leden Van Haersma Buma, Wolfsen en Van der Staaij over de Paspoortwet. Wanneer kan de Kamer de bijbehorende wetswijziging tegemoet zien? Er is een goed rapport gemaakt over coffeeshops in Nederland. Het aantal coffeeshops neemt af. In sommige gemeenten pleit de raad voor een nulbeleid, maar bepaalt vervolgens het driehoeksoverleg dat er een maximumbeleid of een coffeeshop moet komen. Is het coffeeshopbeleid een zaak van de gemeenteraad of van het driehoeksoverleg? De CDA-fractie is er zeer tevreden over dat slechts een beperkt aantal jeugdigen in coffeeshops wordt gesignaleerd. De nieuwe identiteitskaart zal de handhaving op dit punt nogmaals vergemakkelijken. Het criterium van de affichering blijkt telkens weer voor alle betrokken een zeer onduidelijk criterium te zijn. Kan de minister ervoor zorgen dat het dusdanig
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
3
wordt toegespitst dat duidelijk wordt wanneer er wel of niet sprake is van reclame, wanneer van informatie en wanneer van voorlichting? Ondanks de Wet Damocles en de Wet Victoria blijft het moeilijk om huisdealers aan te pakken. De minister heeft een rapportage hierover in het vooruitzicht gesteld. Hoe denkt hij de gemeenten op dat punt meer handvatten te geven? Als hij dat niet doet overweegt de CDA-fractie met een initiatief wetsvoorstel te komen. Het kabinet wil geen coffeeshops in de buurt van scholen of van de grens. Toch is er in Venlo een coffeeshop nabij de grens en Maastricht heeft plannen voor een wietboulevard in de buurt van de grens. Er komen klachten binnen van burgers die last hebben van coffeeshops bij hen in de buurt. Hoe gaat de minister de in het hoofdlijnenakkoord afgesproken afstandscriteria handhaven? De heer Van der Staaij (SGP) acht het geen gemakkelijke taak voor de minister om in het buitenland uit te leggen dat ook in Nederland op het gebied van drugs niet alles kan. Gezien de schokkende feiten die naar voren komen uit het rapport over de Nederlandse drugsmarkt valt het niet mee om het vooroordeel te bestrijden als zou Nederland één grote drugsvrijstaat zijn. De feiten betekenen het failliet van het Nederlandse gedoogbeleid onder meer ten aanzien van coffeeshops. Het is een onhoudbare zaak gebleken om enerzijds iets door de vingers te zien en anderzijds bepaalde onderdelen flink aan te pakken. Een omslag in het beleid is nodig, waarbij de handel in drugs en de royale mogelijkheden voor gebruik hard moeten worden aangepakt. Het leed dat in het uitgangsleven en in het gezin veroorzaakt wordt door verdovende middelen kan moeilijk overschat worden. Is de reactie op het rapport niet iets te berustend? Er wordt gesproken over een intensivering hier en daar van de opsporing en het organiseren van internationale werkconferenties. De heer Van der Staaij mist de overtuiging dat het roer om moet, omdat men de zaak te lang uit de hand heeft laten lopen. Waar blijft het inzicht dat het gedoogbeleid van tafel moet, dat de opsporing beter moet, dat de straffen op drugshandel hoger moeten, dat er meer voorlichting moet komen waarin er wordt gewezen op de ellendige gevolgen van drugsgebruik, zeker onder jongeren. De minister zal wel antwoorden dat er al wordt ingezet op ontmoediging en dat er al hard wordt gewerkt aan de opsporing, maar waar blijven de resultaten in de praktijk? Nederland telt inmiddels drie keer zoveel growshops als zes jaar geleden. Hoe is het mogelijk dat zij gewoon doorbestaan? Kan hier niet scherper tegen worden opgetreden? Als alle voor de teelt benodigde voorzieningen zomaar in de winkel te krijgen zijn, blijft het dweilen met de kraan open. Optreden tegen de hennepkwekerij vergroot de winstgevendheid van growshops, doordat mensen meerdere keren een hele growshopinrichting komen kopen. Bij de 100%-controles op Schiphol worden er nauwelijks nog substantiële hoeveelheden drugs aangetroffen in bagage en vracht. Toch lijkt er geen einde te komen aan de stroom drugskoeriers, met alle gevolgen van dien voor de justitiële keten. Dit maakt wederom duidelijk dat de gehele keten bestreden moet worden, productie, transport en het gebruik van drugs. De minister heeft onderzoek laten verrichten naar het beperken van de bewegingsvrijheid van drugskoeriers in het kader van de Paspoortwet. De slotsom is dat er een reisverbod als bijkomende straf wordt opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en dat daarnaast op de korte termijn het civielrechtelijke reisverbod het meest efficiënte middel is om de bewegingsvrijheid van drugskoeriers te beperken. Dat is een heldere en duidelijke uitvoering van de motie. Wat verwacht de minister concreet van de te nemen maatregel?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
4
De minister kondigt voorts een intensivering aan van de opsporing, extra inzet van scanapparatuur en meer internationale samenwerking. Dat is goed, maar wat zijn de concrete doelstellingen van die maatregelen? Onderzoek toont geen verplaatsingseffect aan naar de haven van Rotterdam, maar dat onderzoek is hoofdzakelijk gerelateerd aan ZuidAmerika en de Antillen. Is er ook oog voor andere aanvoerroutes, bijvoorbeeld vanuit het voormalige Oostblok? De heer Eerdmans (LPF) memoreert dat het in september 2003 vastgestelde beleid om smokkelaars hun drugs af te pakken en hen onder de driekilogrens niet te vervolgen onder grote kritiek van de Tweede Kamer van start is gegaan. Naar mening van de LPF-fractie zet dit beleid de beginselen van de rechtsstaat onder druk. Zo is er sprake van territoriale rechtsongelijkheid; wie in Rotterdam wordt opgepakt met drugs wordt gestraft, terwijl iemand met dezelfde hoeveelheid drugs op Schiphol gewoon losgelaten wordt. De hamvraag is of het beleid werkt. Er worden 3000 cocaïnesmokkelaars per jaar aangehouden, maar 1100 van hen worden weer losgelaten. De minister schrijft dat er aanhoudend sprake is van een zorgelijke situatie. Dat zegt weinig goeds over het beleid. Daalt het aantal aanhoudingen gestaag? De stofgerichte aanpak zou een tijdelijke maatregel zijn, maar er is geen horizon te zien. Hoe wil de minister hiermee verder? Voor een aantal groepen geldt volgens de minister nog steeds dat zij onder de grens van drie kilo’s de dans ontspringen. Wanneer worden weer alle op Schiphol binnenkomende drugssmokkelaars vervolgd? De binnenkomende hoeveelheden drugs geven aanleiding tot zorg. De 100%-controles hebben 739 kg cocaïne opgeleverd en de reguliere controles meer dan het dubbele daarvan. Is de conclusie correct dat er een verschuiving heeft plaatsgehad van de risicovluchten naar andere vluchten? De heer Eerdmans had eerder een witte kerst voorspeld. Die is er gekomen. De vraag is nu of er met Pasen eieren geraapt zullen worden of bolletjes cocaïne. De straatprijs is een goed criterium om vast te stellen hoe aantrekkelijk Nederland is voor cocaïne. Uit het UN World Drugs Report blijkt dat Nederland met 50 dollar per gram de laagste straatprijs van cocaïne heeft in heel Europa. Dat maakt het voor jongeren zeer aantrekkelijk om over te gaan op het gebruik van cocaïne. Het is een slechte zaak dat Nederland er zo voorstaat. De heer Van der Ham (D66) vindt het opvallend dat het ministerie kanttekeningen plaatst bij de methodologie van het onderzoek dat KLPD en NRI hebben uitgevoerd naar de rol van Nederland in de internationale drugsmarkt. Is dat onderzoek representatief? Klopt het geschetste beeld of is het overtrokken? De regering stelt dat Nederland duidelijk een schakel in de Europese drugsmarkt is. Waarom was het onderzoek niet breder? Wat is het internationale perspectief? Volgens de regering worden drugsvangsten door de politie niet goed geregistreerd. Wat is het globale beeld van het succes van de drugsbestrijding in Nederland? Als Nederland zo belangrijk is voor de productie en doorvoer van cannabis, waarom wordt er dan geen gehoor gegeven aan het voorstel van een aantal grote steden om te experimenteren met de aanvoer van cannabis bij coffeeshops via een gesloten systeem? Dat zou het illegale circuit beperken, zoals dat ook met de medische verstrekking van heroïne is gelukt. Bij de behandeling van de Justitiebegroting is 1,5 mln ter beschikking gesteld voor de aanpak van de drugscriminaliteit in de grensregio, het Hector-project in Venlo. De voorlopige resultaten zijn bemoedigend. Hoe staat het met de voortgang van dit project? Het aantal officieel gedoogde coffeeshops in Nederland is sinds 1997 met 36% gedaald. De regering acht dat een positieve ontwikkeling. Gevolg is
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
5
wel dat jongeren niet meer op een veilige manier aan softdrugs kunnen komen. Is het niet vreemd dat de regering dit in het kader van het ontmoedigingsbeleid positief acht? Neemt ook de vraag naar softdrugs af of heeft zich de handel die vroeger in de gesloten coffeeshops plaatsvond, gewoon verplaatst naar het illegale circuit? Volgens het Trimbos-instituut gebruiken alleen al 400 000 jongeren tussen de 15 en 18 jaar softdrugs. Zij kunnen daar dus niet meer op een veilige manier aan komen. Wat betekent dat voor hun gezondheid? Zijn deze jongeren nog bereikbaar voor voorlichting over de risico’s van softdrugs? Wat is terechtgekomen van de toezegging van de minister over waarschuwingen op de verpakking van softdrugs? Het minimumgewicht aan drugs waarbij tot vervolging van een koerier wordt overgegaan, is wederom verhoogd. Bij welk gewicht wordt er nu precies vervolgd? Het aantal passagiers dat op het vliegveld Hato wordt geweigerd, neemt drastisch af. Eerst waren het er 119 per week. Hoeveel zijn het er nu? Volgens de minister is er niet altijd een relatie te leggen tussen de afname van weigeringen op Hato en de toename van smokkelaars op Schiphol. Vermoedt de regering een verband? Heeft Hato de medewerking aan de drugsbestrijding de facto gestaakt? Onlangs bleek een aantal medewerkers van Schiphol verantwoordelijk te zijn voor honderden gevallen van mensensmokkel. Is het mogelijk dat via dezelfde weg nu ook drugs worden gesmokkeld? Komen er nu meer bolletjesslikkers binnen via andere vliegroutes, zoals via Miami? Welke contacten bestaan hierover met het buitenland? Van de zomer stelde de officier van Justitie van Roermond dat de drugsgerelateerde criminaliteit zich verplaatst naar de grensregio. Bestaat daar een duidelijker beeld van? Er wordt onderzocht of het juridisch mogelijk is om passagiersgegevens van drugsvluchten van tevoren aan autoriteiten beschikbaar te stellen. Wordt er hierbij gedacht aan een systeem van passagiersgegevensverstrekking zoals de VS dat hebben ontwikkeld? Wordt het dan ook mogelijk om de eigen gegevens in te zien en er zo nodig bezwaar tegen te maken? Op de Antillen kan het paspoort van een koerier in beslag worden genomen, zodat deze enige tijd niet kan reizen. Hoeveel tijd vergaat er voordat hij of zij een nieuw paspoort heeft aangevraagd en verkregen? Het antwoord van de minister De minister bevestigt dat het beeld dat uit het rapport naar voren komt, niet nieuw is. Gelukkig zien nu ook de leden hoe verontrustend de situatie is. Dat Nederland voor een aantal stromen en belangrijk doorvoerland is, hangt ook samen met de positie van Nederland op bestaande handelsroutes. De minister heeft nooit de illusie gehad dat het beleid gericht op Schiphol de cocaïne-invoer in Nederland zou doen verminderen. Doel van dat beleid was veeleer, de luchtverkeerswegen tussen Nederland en de Antillen schoon te krijgen en te voorkomen dat het toeristenverkeer wordt gebruikt voor het transporteren van cocaïne. Op dat punt is het beleid effectief. Het aantal koeriers per vlucht is van 50 per vlucht in het begin gedaald naar 1,1 koerier per vlucht in de laatste weken. De stofgerichte aanpak en de 100%-controles blijken structureler dan aanvankelijk de bedoeling was. Praktijkervaringen tonen aan dat de kraan anders snel weer wordt opengezet. Nu de luchtverbindingen tussen Nederland en de Nederlandse Antillen schoon zijn, buigt zich een commissie over beleid ten aanzien van zeehavens, teneinde ook de in- en doorvoer van cocaïne uit Zuid-Amerika onder controle te krijgen. Aan die gemengde commissie neemt naast de Antillen ook Suriname deel. Aruba doet niet mee, omdat het niet geassocieerd wil worden met de drugsproblematiek van Suriname en de Nederlandse Antillen. De aanvoer via Aruba was inderdaad ook altijd veel geringer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
6
Toch is Aruba vanaf het begin meegenomen in de 100%-controles op Schiphol, om verlegging te voorkomen. Ten aanzien van de Nederlandse Antillen heeft het beleid het gewenste effect. De hoeveelheden drugs en het aantal koeriers nemen af. Ten aanzien van Suriname is er vooralsnog minder effect. Dat vergt verdere discussie met Suriname, omdat er ook aan het andere einde van de lijn controles vereist zijn. Op de Nederlandse Antillen is er nu het Hato-team, op Bonaire wordt er al op eenzelfde manier gecontroleerd en op Sint Maarten zal daarmee binnenkort worden begonnen. Bij zijn laatste bezoek aan de Nederlandse Antillen heeft de minister met zijn Antilliaanse collega een protocol getekend dat in ondersteuning voorziet van de plaatselijke teams door de Nederlandse Marechaussee en de Nederlandse Douane. Zo hoopt men de effectiviteit te waarborgen van controles ter plaatse. Er wordt rekening gehouden met een mogelijke verlegging van smokkelroutes. Daarom heeft de minister in Europees verband overlegd met de andere landen die luchtlijnen uit de regio hebben. Een samenwerking is aan het ontstaan. Bovendien ontwikkelt zich wellicht een nieuwe exportindustrie: Frankrijk is geïnteresseerd in de toiletten die in Nederland in dat verband worden ingezet. Ook andere landen beginnen deze problematiek te zien. Het is treurig dat ook hierin de corruptie weer een rol speelt. Deze moet worden bestreden. Dat is een van de redenen waarom Marechaussee en Douane de controles zullen ondersteunen. Er valt geen causaliteit aan te tonen, maar een van de effecten van de controles is de golf van criminaliteit waarmee met name Curac¸ao in het afgelopen jaar wordt geconfronteerd. De minister onderzoekt samen met zijn Antilliaanse collega of zij het gesprek moeten entameren met Colombia, Venezuela en Suriname. In januari is op de eilanden een op het land gevestigd radarsysteem in werking gezet. Dit van de marine afkomstige systeem zal halverwege 2005 worden vervangen door mobiele eenheden en in de loop van 2006 door vaste radarstations. Men hoopt daarmee het scheepvaartverkeer op de eilanden onder controle te brengen. De gevolgde strategie is drieledig. Eerst moest de aanvoer via het luchtverkeer onder controle worden gebracht, dan de aanlanding via de scheepvaart en vervolgens ook nog het verkeer de andere kant op, via liasons en samenwerking met Colombia, Suriname en eventueel Venezuela. Voorts is Nederland verleden jaar toegetreden tot de samenwerking op politieniveau tussen Spanje, Frankrijk en Engeland, met als doel de scheepvaartbewegingen tussen het Noorden van Zuid-Amerika en Europa onder controle te krijgen. De douanecontroles in de zeehavens van Nederland zijn geïntensiveerd. De gemengde commissie beraadt zich over de vraag of de controle op de eilanden moet worden versterkt. In het verlengde daarvan worden de lijsten van hier aangetroffen personen gedeeld met het VK, Frankrijk, Duitsland en de VS. Aruba participeert wel in het tripartiete overleg en de afspraken die daar worden gemaakt, maar niet in het overleg over controles op de zeehavens. Men wil in de VS, die heel belangrijk zijn voor het toerisme op Aruba, niet de indruk wekken als zou er op Aruba dezelfde problematiek spelen als op de Nederlandse Antillen en in Suriname. Dat lijkt de minister terecht. Schiphol zal de controles nooit helemaal kunnen staken. Het merendeel van de koeriers is in al die tijd tegengehouden op Hato en niet op Schiphol. Wellicht wordt het mogelijk dat men zich op Schiphol beperkt tot steekproefsgewijze controles in plaats van systematische. Voor heroïne is Nederland geen invoerpoort, maar doorvoerpoort naar het Verenigd Koninkrijk. Hoofdprobleem is de aanvoer over land vanuit het Nabije Oosten of verder weg. Mede als gevolg van de ontwikkelingen in Afghanistan is de heroïne-aanvoer onder een heel andere druk komen te staan. Daarmee worden ook andere Europese landen geconfronteerd. Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is afgesproken dat Europol voor heel Europa met een analyse van het criminaliteitsbeeld komt, zodat
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
7
het werk beter kan worden afgestemd. Het idee is dat zich de kuststaten concentreren op de cocaïne vanuit Zuid-Amerika en de landstaten op de aanvoer van heroïne vanuit Turkije. Met Turkije wordt op dat punt steeds beter samengewerkt. Nederland geldt nog steeds als groot producent van kunstmatige drugs. De controles zijn in de afgelopen jaren verder geïntensiveerd en er lopen gesprekken met Frankrijk en België. Er bestaan vermoedens dat de productie mogelijk over de grens wordt verplaatst. Onderzocht worden ook mogelijkheden om met China afspraken te maken over de controle van de grondstoffen die uit die regio worden ingevoerd. De laatste ontwikkelingen in de Nederlandse wietindustrie bevestigen dat legaliseren of gedogen geen oplossing is voor de illegaliteit. Wat een tijd geleden nog «de huisteelt» heette, is uitgegroeid tot de grootschalige productie van wiet, ook voor de export. Reguleren kan slechts als er eerst wordt gelegaliseerd, anders wordt er alleen nog breder gedoogd. Legaliseren op de schaal waar het hier over gaat, is echter in strijd met internationale verplichtingen. Het legaliseren of op steeds grotere schaal gedogen van de productie in Nederland, terwijl de omliggende landen het verbieden, schept economisch net zo’n probleem als het in Engeland verbieden van wat in alle andere landen wordt toegestaan. De minister deelt de zorg over een afhankelijkheid van delen van de economie van de wietteelt. Dat geldt voor alle drugs, al is het bemoedigend dat Nederland ten aanzien van cocaïne, heroïne en synthetische drugs vooral een doorvoerland is. De grote winsten worden immers gemaakt op de afzetmarkten en op de productie. De straatprijs van cocaïne zal in Nederland altijd laag zijn, omdat er verhoudingsgewijs veel meer cocaïne aanwezig is dan er wordt geconsumeerd. Naast de XTC-controles zijn ook de controles op de zeehavens geïntensiveerd. Voor heroïne is er zelfs een joint investigation team opgezet met het Verenigd Koninkrijk, nog voordat de wetgeving volledig was. Het grootste probleem is op dit moment de ontwikkeling van de wietteelt in delen van Nederland. Door de combinatie van verkoop en drugstoerisme speelt dit vooral in de grensstreek. Op 2 maart wordt er met Duitsland een verdrag afgesloten over controles in de grensstreek. Op 4 april vergaderen de verschillende gemeenten in Zuid-Limburg over deze problematiek. In het afgelopen jaar is de aanpak van wietplantages merkbaar geïntensiveerd. Van het OM verwacht de minister in april een plan van aanpak om bestaande knelpunten bij het OM op te lossen. Politie en bestuur werken nu al samen om de wietteelt zo effectief mogelijk aan te pakken en te verstoren. Er valt op dit moment niets te doen aan growshops. De minister wacht de rapportage af over het nu lopende onderzoek, maar de handel in lampen en dergelijke is gewoon legaal. Wie growshops wil sluiten, zou energiecentrales eveneens moeten sluiten, omdat deze energie leveren aan wietplantages. Toch wil de minister zich niet neerleggen bij het verschijnsel. Waar het OM constateert dat er relaties bestaan tussen growshops en georganiseerde criminaliteit, wordt er opgetreden. De minister is inderdaad blij met de afname van het aantal coffeeshops, tenzij dat betekent dat het aantal ongereguleerde verkooppunten drastisch toeneemt. De verkoop via een gereguleerd punt verdient de voorkeur boven de verkoop via een ongereguleerd punt. Randvoorwaarde blijft het aanpakken van de hele sector, niet zozeer vanwege de gezondheidsaspecten – die blijven toch een welles/nietes discussie – maar vanwege de effecten op de economie en de criminele circuits. Het paspoort wordt op de Antillen ingehouden als voorwaarde voor het afzien van vervolging. De persoon aan wie die voorwaarde wordt opgelegd, verplicht zich geen nieuw paspoort aan te vragen. Gebeurt dat toch, dan is er niet langer voldaan aan de voorwaarde en wordt de persoon
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
8
alsnog vervolgd. In Nederland wordt er aan gewerkt dit bij wet te regelen, maar op de Antillen heeft de rechter deze methode geaccepteerd. Bodyscans worden niet aan iedereen opgedrongen. Wie verdacht wordt van het transporteren van bolletjes, kan zich via een bodyscan disculperen en aantonen dat er geen bolletjes zijn. Dat is vanuit gezondheidsoptiek zeer wel te verantwoorden. Klachten tegen de bodyscan zijn er altijd geweest. Daar bestaat een klachtenprocedure voor. De minister onderkent dat iedere klacht voor een pijnlijke situatie staat, maar het aantal klachten is niet toegenomen. Het is inherent aan de gekozen benadering dat ook onschuldigen worden verdacht. Dat is niet uit te sluiten. Het rapport over de doorlichting van de coffeeshopbranche in Amsterdam en Venlo is gereed en zal de Kamer op korte termijn worden toegestuurd. De minister hoopt het projectplan volgende maand gereed te hebben voor bespreking. Het rijk is voor de uitvoering van het drugsbeleid afhankelijk van de medewerking van de betrokken gemeenten. De minister is in gesprek met Maastricht over de voorgenomen boulevard. Het idee is ontstaan omdat er sprake was van overlast in de binnenstad van Maastricht. De stad wil haar bijzondere middenstand, die zes- à zevenduizend buitenlanders per dag aantrekt, wat dichter bij de grens lokaliseren. De minister begrijpt de redenering van de gemeente, maar acht het project volstrekt onwenselijk, ook met het oog op de internationale relaties. Het coffeeshopbeleid wordt door de gemeente bepaald, maar het OM kan afzien van vervolging als de situatie dat vereist. Daarvan kan sprake zijn als er teveel inzet nodig zou zijn om de criminaliteit te bestrijden die ontstaat omdat een gemeente geen coffeeshop wil, terwijl er wel een enorme behoefte aan consumptie bestaat. De afweging van de prioriteiten wordt ter plaatse gemaakt. Over het gebruik van pasjes is de minister in discussie. Hij zal naar aanleiding van het rapport over de growshops en als onderdeel van het bredere vraagstuk van de aanpak van de wietteelt in bepaalde streken ingaan op de vraag van de affichering bij growshops. In april hoopt hij de Cannabisbrief te bespreken met de grensgemeenten. De ervaring van Venlo met het project Hector zal daarbij meegenomen worden. Nadere gedachtewisseling Mevrouw Griffith (VVD) concludeert dat de minister haar niet heeft kunnen overtuigen. Het geschetste beeld is al jaren bekend en er wordt al jaren geprobeerd om soft- en harddrugs te bestrijden. Toch schijnt de drugsindustrie alleen maar professioneler te worden. De minister kan geen cijfers noemen voor de effectiviteit van de 100%-controles. Al wil hij alleen de luchtverkeerswegen schoon maken, dan nog zou de stofgerichte aanpak moeten betekenen dat er minder drugs op de Nederlandse markt komen. Daarvan is geen sprake. Dat de inheemse wietproductie in eerste instantie voor de export is bedoeld, toont aan dat de Nederlandse economie alleen maar zwaarder op drugs gaat leunen. Het baart de VVD-fractie zorgen dat deze business erg lucratief is. Dat zal meer mensen aanmoedigen om eveneens te investeren in de productie en verkoop van drugs. In Suriname en op de Antillen is de drugseconomie zo vergevorderd, dat mevrouw Griffith het effect van een olievlek vreest. Mevrouw Timmer (PvdA) wil graag van de minister horen wat de inbreng van Nederland zal zijn op de conferentie in Wenen en wat daar de rol is van de VS. Niet weggenomen is haar ongerustheid over de omgang met arrestanten op Schiphol. Wordt daar zorgvuldig genoeg mee omgegaan en verifieert de minister dat met enige regelmaat? Uit de discussie blijkt wederom onenigheid tussen de minister en haar over de vraag of legalisering al dan niet mogelijk zou zijn. In tegenstelling tot de minister maakt zij de politieke keuze voor legalisering, in de overtuiging dat de export
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
9
geremd zou kunnen worden als er een gesloten circuit kwam, zoals dat ook voor medicinale cannabis bestaat. Het imago van Nederland is in het gedrang. Mevrouw Joldersma (CDA) is blij dat de minister ziet dat de prioriteit bij de wietindustrie moet liggen. Voor de andere drugs is langzamerhand een slimme aanpak ontwikkeld. Die is nu ook nodig voor de wietindustrie. Zij is benieuwd hoe de minister dit zal gaan uitwerken en of er inderdaad een vergunningssysteem mogelijk is voor de growshops. Wil de minister inzicht geven in de belastingopbrengsten van de coffeeshops en overwegen of coffeeshops gevraagd kunnen worden, via de belasting, bij te dragen aan de veiligheid en het bestrijden van overlast? De heer Van der Staaij (SGP) acht nog veel stappen nodig alvorens er werkelijk vooruitgang kan worden geboekt in de strijd tegen drugs. Hij is het met de regering eens dat legaliseren geen optie is. Het is van groot belang dat ook de nieuwe ontwikkelingen rondom de growshops met kracht worden aangepakt. Hij ziet uit naar de rapportage en het plan van actie die in het vooruitzicht zijn gesteld. Wanneer kan de Kamer deze verwachten? De heer Van der Staaij ziet niets in een vergunningsysteem, dat een uitbreiding van het gedoogbeleid kan betekenen. Hij blijft van mening dat het mogelijk moet zijn om winkels die zich evident richten op de wietteelt te sluiten. De heer Eerdmans (LPF) concludeert dat de minister en de andere instanties hun best doen, maar dat het roeien tegen de stroom in blijft. Er komen nog steeds honderden kilo’s het land in, de aanhoudingen nemen niet af en er is geen greep te krijgen op Suriname. Drugsbestrijding is corruptiebestrijding. Als de corruptie op Curac¸ao niet in de greep te krijgen is, dan valt er niets te winnen. Er moet een keiharde aanpak volgen. De heer Eerdmans ervaart de toon van de minister in het drugsdebat soms als te lollig, gezien het feit dat er mensen doodgaan aan cocaïne. Van de minister wordt verwacht dat hij hier zwaarder op inzet. De heer Van der Ham (D66) herinnert aan de nogal grote verschillen tussen softdrugs en harddrugs. Softdrugs veroorzaken wellicht ook gezondheidsproblemen, maar er gaat niemand aan dood. Kan de minister inzicht geven in de achtergrond van zijn relativerende opmerkingen over de KLPD- en NRI-rapporten? Is er een relatie tussen de Schiphol-lijnen die zich met mensensmokkel bezighouden en die van de drugssmokkel? Wil de minister nog ingaan op de vraag over het beschikbaar stellen van passagiersgegevens? Op wat voor cijfers baseert hij zich als hij de afname van het aantal coffeeshops zegt te verwelkomen, terwijl hij het tegelijkertijd niet goed vindt dat jonge mensen hun softdrugs in het illegale circuit moeten kopen? Het legaliseren van de achterdeur zal misschien de export niet verminderen, maar als een aantal steden laten zien dat het wel kan, zou dat in internationaal verband de geesten rijp kunnen maken voor ongebruikelijke oplossingen. Veel landen staan weliswaar kritisch tegenover het Nederlandse softdrugsbeleid, maar veel regio’s hebben sympathie voor de pragmatische benadering waarvoor de Nederlandse steden kiezen. De minister weerspreekt het verwijt als zou hij lollig zijn over het drugsbeleid. Er is duidelijk een probleem en hij probeert dat zeker niet te bagatelliseren. Hij geeft in tegendeel aan dat het probleem nog steeds als veel te onschuldig wordt gezien. Er wordt hard gewerkt om te voorkomen dat Nederland internationaal op allerlei zwarte lijsten komt te staan. Dat zou grote schade berokkenen aan de gehele handel met de betrokken landen. Het huidige beleid sorteert wel degelijk effect.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
10
De voorzitter stelt afsluitend vast dat de minister schriftelijk antwoord zal geven op de door tijdgebrek nu niet beantwoorde vragen. Op verzoek vanuit de Kamer zal hij proberen, dit voor 17 maart 2005 te doen. De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie, De Pater-van der Meer De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Justitie, De Groot
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 28 192, nr. 38
11