Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1990-1991
19974
Regels met betrekking tot de aanpassing van een aantal wetten die bepalingen bevatten welke mede betrekking hebben op de bescherming van de bevolking, op de noodwachten of de noodwachter
Nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage 11 december 1990 Hierbij doe ik u toekomen de door mij bij gelegenheid van het ingelaste mondelinge overleg met betrekking tot het wetsvoorstel houdende regels met betrekking tot de aanpassing van een aantal wetten die bepalingen bevatten welke mede betrekking hebben op de bescherming van de bevolking, op de noodwachter of de noodwachten (Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19 974), toegezegde notitie. In deze notitie zijn scenario's uitgewerkt die inzicht verschaffen in de capaciteitsvraag als er zich een ramp voordoet. Het eerste scenario betreft een aanvaring in een bebouwd gebied van een chemicaliëntanker met een veerboot op een druk bevaren vaarweg. Het tweede betreft het neerstorten van een passagiersvliegtuig op een middelgrote stad. De scenario's zijn uitgewerkt op basis van ervaringen in binnen– en buitenland en op basis van berekeningen voorzover bekend uit de vaklite– ratuur. De berekeningen hebben een globaal en tentatief karakter. Vooralsnog is hierbij geen rekening gehouden met verschijnselen als ramptoerisme en dergelijke. Geschat wordt dat hiervoor met een marge van 10% extra benodigde capaciteit kan worden gerekend. Om de scenario's zo realistisch mogelijk te maken zijn specifieke lokaties gekozen. Vooropgesteld zij echter dat de keuze van de lokaties vrij willekeurig is en geenszins is ingegeven door overwegingen als zouden op deze twee specifieke lokaties bij uitstek rampen, zoals uitge– werkt in de scenario's, zich voordoen. In principe kunnen deze rampen zich ook elders in Nederland voordoen. Bijgevoegd is tevens een beknopt overzicht van de inzetbare organi– saties en diensten voor rampenbestrijding. In dit verband mag niet onvermeld blijven dat ook door het bedrijfsleven naast bedrijfsbrand– weren diverse voorzieningen zijn getroffen met het oog op rampsituaties. Zo kan door de overheid als het gaat om een ramp met chloor, een beroep worden gedaan op de door het bedrijfsleven vanuit haar deskun– digheid en gevoelde verantwoordelijkheid, georganiseerde chloorhulp– diensten. Daarnaast wordt gewezen op het bestaan van talrijke zogeheten waakvlamovereenkomsten tussen overheden en bedrijfsleven
016227F ISSN0921 7371 SDU uitgeverij 's Gravenhage 1990
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
die bij voorbeeld een vlot te genereren transport regelen. Op basis van de in de bijlage vervatte informatie omtrent inzetbare hulpdiensten lijkt de aanname gerechtvaardigd, dat voor het geval beide scenario's zich vrijwel gelijktijdig zouden voordoen, er voor de bestrijding voldoende capaciteit beschikbaar zal zijn. De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19 974, nr. 15
SCENARIO I AANVARING TUSSEN VEERPONT EN CHEMICA– LIENTANKER 1.1. Beschrijving van het incident 06.25 De veerpont Maassluis-Rozenburg vertrekt vanuit Maassluis met aan boord 10 personenauto's en 2 vrachtwagens met in totaal 34 passagiers. Er hangt boven de Nieuwe Waterweg mist. Vanuit de richting Hoek van Holland komt een chemicaliën-tanker. Aan boord van de tanker bevindt zich 3250 ton chemicaliën. Deze chemicaliën zijn brandbaar en vertonen bij verhitting een onstabiel gedrag. Ze zijn explosief (tolueen, styreen en peroxyde). 06.30 Aanvaring. Beide schepen lopen uit het roer en stranden op de wal. Het verkeersleidingscentrum van de Nieuwe Waterweg neemt de aanvaring waar en waarschuwt de havendienst en de brandweer via de Alarmcentrale (AC) te Rotterdam. 06.41 De veerpont loopt op de walkant bij Maassluis. De situatie aan boord: tientallen gewonden; enkele slachtoffers zitten bekneld in perso– nenauto's. Uit de benzinetanks lekt benzine. Er is gevaar voor ontbranding. 06.44 Oproep uitruk brandweer Maassluis: hulpverleningsvoertuig en blusvoertuig. Ter plaatse wordt door de brandweer en politie een coördi– natie team geformeerd. 06.45 De chemicaliëntanker strandt op walkant nabij Rozenburg. De situatie aan boord: Een tiental bemanningsleden is gewond, waarvan 3 ernstig. Er lekt tolueen uit de voortanks, zodat er brand– en ontstekingsgevaar ontstaat in de tussenruimte tanks en er vormt zich een plas vloeistof aan voorzijde schip. 06.50 Aankomst eerste uitruk Brandweer Rotterdam en politie van Rozenburg bij de tanker. Aan boord wordt een verkenning naar de gevaarszetting als gevolg van het vrijkomen van gevaarüjke stoffen uitge– voerd. 07.00 Maassluis/veerpont: Een team van de Landelijke Organisatie Trauma Teams (LOTT) wordt opgeroepen i.v.m. enkele bekneld zittende slachtoffers. De commandant brandweer informeert zijn burgemeester in Maassluis over de toestand. Besloten wordt over te gaan tot het evacueren van een zone van 500 meter rond de pont. 07.05 Brandweer adviseert in Rozenburg over te gaan tot preventieve ontruiming van het gebied van 500 m rondom de tanker. 07.10 Rozenburg/tanker: De AC te Rotterdam wordt geïnformeerd over de toestand. Alarmering van Waarschuwings– en Verkenningsdes– kundigen (Centrale Dienst Milieubeheer Rijnmond en Regionale Brandweer). De havendienst wordt bijstand gevraagd van enkele blusboten. In het gebouw van de AC in Rotterdam wordt een regionaal coördinatie centrum ingericht. 07.15 De burgemeester van Rotterdam wordt gealarmeerd en bevestigt telefonisch ontruimingsopdracht. 07.15 Rozenburg/tanker: Aan boord van de tanker wordt brandgemeld aan de voorzijde van het schip. De regionaal commandant besluit over te gaan tot alarmering van het regionale potentieel (brandbestrijding, redding en geneeskundig), alsmede de politie te verzoeken verkeers– maatregelen voor een mogelijke evacuatie van het gebied voor te bereiden. 07.20 In Rozenburg wordt een commando rampterrein gevestigd. In Maassluis wordt een gemeentelijk actiecentrum ingericht in het gemeen– tehuis. 07.30 Rozenburg/tanker: Evacuatie bemanning tanker voltooid.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
07.50 De regionaal commandant adviseert de burgemeesters van Rotterdam en Maassluis over te gaan tot preventieve evacuatie in een ruimere van 3 km rond de tanker i.v.m. het explosiegevaar en het mogelijk vrijkomen van dampen. 07.55 De burgemeesters van Rotterdam en Maassluis informeren via het regionaal commandocentrum (RCC) de Commissaris der Koningin en de Minister van Binnenlandse Zaken en het Landelijk Coördinatiecentrum. 08.00 Besluit tot evacuatie. De bevolking wordt d.m.v. sirenes en berichten via Radio Rijnmond gealarmeerd. De evacuatie van 45.000 personen komt op gang. Opvang zal plaatsvinden te Brielle en Geervliet en te Vlaardingen. Via het RCC informeren de burgemeesters van Rotterdam en Maassluis de Commissaris van de Koningin en het Landelijk Coördinatie Centrum. 08.15 Evacuatie komt op gang. 08.30 Maassluis/pont: Evacuatie van de mensen op de veerpont is voltooid. Hulpverleners trekken zich terug buiten de evacuatiezone. 08.45 De chemicaliën gaan een reactie aan. Hierbij komt meer en meer warmte vrij. Besloten wordt zo veel mogelijk brandweermensen van de tanker terug te trekken. Er blijven nog 10 brandweerlieden aan boord achter. Koeling vindt plaats d.m.v. waterkanonnen. 09.30 Evacuatie van Rozenburg is voor een derde voltooid. In Maassluis leidde de evacuatie aanvankelijk tot een verkeerschaos. Momenteel heeft ongeveer een kwart van de te evacueren bevolking het gebied verlaten. 10.15 Rozenburg/tanker: De chemische reactie aan boord van de tanker is niet onder controle te houden. Er volgt een hevige explosie. Na de explosie komen diverse chemicaliën vrij uit de gescheurde tanks en vanuit de brandende plas chemicaliën rondom tanker. Aan boord van de blusboten en bij de brandweermensen aan de wal vallen enkele slachtoffers (10 gewonden, 3 doden). Van de nog op het schip aanwezige 10 brandweermensen aan boord van de tanker wordt niets vernomen. De schade die de explosie aanricht bedraagt op 500 m ernstige schade aan gebouwen, op 800 m lichte schade aan gebouwen. Tot op een afstand van 2 km kan nog dodelijke verwonding optreden door rondvliegende glasscherven en tot op een afstand van 4,5 km is glasbreuk mogelijk. 10.30 Rozenburg: Er zijn enkele instortingen, geen berichten van slachtoffers. Maassluis: Hier was de evacuatie nog niet geheel voltooid; een 50-tal personen heeft ernstige snijwonden opgelopen. Door instortingen zijn nog eens 10 personen bedolven en moeten worden bevrijd. Hiervan blijken er 8 te zijn overleden. Als gevolg van de explosie ontstaan aan de kant van de Nieuwe Waterweg enkele branden in ingestorte huizen. Toxische rookgassen drijven over de stad. De niet geëvacueerde bevolking wordt geadviseerd binnen te blijven voorzover de ramen van de woningen nog heel zijn gebleven (explosie). 11.00 De metingen van de rookgassen geven aan dat er geen direct gevaar voor de gezondheid bestaat. Er is geen explosiegevaar meer aan boord van de tanker. Besloten wordt de chemicaliën gecontroleerd te laten verbranden. De bevolking krijgt het advies zo veel mogelijk binnen te blijven. 14.00 Maassluis: 2/3 van de bevolking is nu geëvacueerd. Alleen aan de buitenrand van het evacuatiegebied bevinden zich nog mensen. 16.30 Maassluis: evacuatie voltooid. 19.30 De rookgassen leveren geen gezondheidsproblemen meer op voor de bevolking, zodat de geëvacueerden toestemming krijgen terug te keren naar hun woningen. 21.30 De burgemeesters van Rotterdam en Maassluis maken via een persconferentie het aantal slachtoffers bekend.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
Aan boord van de veerpont vielen 22 gewonden en 7 doden te betreuren. Aan boord van de tanker werden alle 15 opvarenden gewond, waarvan 3 ernstig. In Maassluis werden 32.000 mensen geëvacueerd en in Rozenburg 13.000. Onder de bevolking waren in het totaal 110 slachtoffers te betreuren, waaronder 8 doden. In het totaal kwamen 13 brandweermensen bij de explosie om en werden 22 gewond. 1.2. Operationele aspecten Gemeenten - Gemeentelijke Actiecentra in Maassluis, Vlaardingen, Geervliet en Brielle Brandweer - operationele leiding: 1 regionaal coördinatie centrum zal worden ingericht in Rotterdam 1 commando rampterrein te Rozenburg 1 commando rampterrein te Maassluis - WVD: 10 meetploegen en enkele deskundigen - blussen: benodigd 3 brandbestrijdingspelotons - berging slachtoffers: 1 reddingspeloton Politie - verkeersmaatregelen: 4 pelotons ME - afzetten binnenring en buitenring: 4 pelotons ME - justitieel onderzoek: 30 personen - t.b.v. evacuatie: 5 pelotons geuniformeerde dienst CPA - inzet ambulances: 30 ambulances - LOTT-team: 2 teams GGD - inzet geneeskundig eenheid RKK: 4 SIGMA-eenheden - geestelijke gezondheidszorg t.b.v. nazorg slachtoffers en hulpver– leners: 15 personen - inrichting morgue: 15 personen Voorlichting - informeren bevolking: 30 personen - informeren media: 25 personen Sociale Dienst - begeleiding slachtoffers: 5 personen - (tijdelijke) herhuisvesting: 25 personen - opvangcentra: 450 personen Leger des Heils - catering: 50 personen - begeleiding nabestaanden: 30 personen Ned. Rode Kruis - opvang en verzorging: 60 personen PTT telecom - extra telecom voorzieningen rampenbestrijding: 30 personen - idem media: 30 personen Rijkspolitie (RIT) - identificatie slachtoffers: 30 personen Gemeente diensten - leveren bergingsmaterieel: 20 personen - herstelwerkzaamheden: 40 personen - reiniging (glasruimen): 300 personen - instellen van een schadeburo: 30 personen - Centraal registratie en informatieburo: 40 personen Haven - 2 Blusboten: 25 personen - verkeersbegeleiding Nieuwe Waterweg: 40 personen 1.3. Capaciteit Brandweer potentieel: De getroffen regio kan 15 brandbestrijdings– en 4 reddingspelotons leveren. Dit is dus ruimschoots voldoende voor dit scenario. In de genoemde regio's vormt het rampenbestrijdingspotentieel 50% van het totale potentieel. Van het rampenbestrijdingspotentieel blijft in alle assistentie verlenende regio's nog een aanzienlijk deel in reserve achter.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
Geneeskundig potentieel: 1. Ambulances zijn afkomstig uit het eigen CPA-gebied. 2. LOTT-teams zijn afkomstig uit het Dijkzichtziekenhuis. 3. SIGMA-groepen van het Rode Kruis en de OV-groepen zijn afkomstig van uit de eigen regio. Politiëel potentieel: 1. geüniformeerde diensten van Maassluis en Rotterdam 2. ME pelotons Gemeentelijk potentieel: Alle gemeenten diensten zullen - tijdelijk - capaciteit moeten leveren voor het herstellen van de toestand. SCNENARIO II
VLIEGTUIGONGEVAL
11.1. Beschrijving van het incident 12.00 Een Boeing 747, met aan boord 256 passagiers en 12 beman– ningsleden, vliegt op een hoogte van 28.000 voet in westelijke richting. Net boven Nederlands grondgebied meldt de gezagvoerder dat zich een storing voordoet in de brandstof voorziening. Men verzoekt toestemming voor een noodlanding op Schiphol. 12.04 De radarpost van de luchtmacht te Nieuw Millingen meldt dat het vliegtuig problemen heeft en hoogte verliest. 12.06 Het radarbeeld toont dat het vliegtuig uiteengevallen is in 5 secundaire radarbeelden. Dit bericht wordt doorgegeven aan het LCC. Vermoedelijke locatie van de crash is Apeldoorn. 12.08 Delen van de Boeing komen neer in de buitenwijken. Een motorgondel slaat een deel van het psychiatrisch ziekenhuis (St. Josephstichting) weg. In 3 wijken (Anklaar, Zevenhuizen en Kerschoten) komen de overige motorgondels neer. Er worden kraters geslagen van 4 meter diep, 10 meter breed en 25 meter lang. 12.15 Branden breken uit en verscheidene woonhuizen zijn van de kaart verdwenen. Net buiten een buurtschap op 5 km van de stad (Hoog Soeren) komt de neus van het vliegtuig neer in het bos. Over een gebied groot 41x11 km komen delen van het vliegtuig, de passagiers en de bagage neer. Het gebied omvat 8 gemeenten (Apeldoorn, Ermelo, Putten, Barneveld en Ede gelegen in de provincie Gelderland en Nijkerk, Hoevelaken en Amersfoort gelegen in de provincie Utrecht). Het gebied doorsnijdt 4 brandweerregio's (t.w. Oost-Veluwe, Noord-West Veluwe, West-Veluwe/Valleigebied en Eemland). 12.20 De centrales van 06-11 in de regio's Oost-Veluwe (Apeldoorn), West-Veluwe/Valleigebied (Ede) en Noord-West Veluwe (Harderwijk) worden overspoeld met mededelingen dat men brokstukken, e.d. heeft zien neerkomen. De centrales raken geblokkeerd. 12.20 De Alarmcentrale (AC) van de Brandweer/GGD en de Meldkamer van de Politie (in Apeldoorn) roepen al het beschikbare personeel uit de regio op. 12.21 Aankomst eerste uitruk Brandweer en politie Apeldoorn in rampgebied. Ter plaatse wordt door brandweer en politie een coördina– tieteam geformeerd. 12.22 De burgemeesters van Apeldoorn, Ermelo, Putten, Barneveld, Ede, Nijkerk, Hoevelaken en Amersfoort worden geïnformeerd. 12.25 De Commissaris der Koningin in Gelderland, Overijssel en Utrecht worden ingelicht, evenals de Minister van Binnenlandse Zaken en het Landelijk Coördinatiecentrum. 12.26 De eerste voertuigen zijn ter plekke in de wijken Anklaar, Zeven– huizen en Kerschoten.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
In Anklaar zijn 4 woonhuizen geheel verdwenen en is brand uitge– broken in 10 omringende woningen. Er zijn 6 doden en 25 gewonden gevallen. In Zevenhuizen zijn 3 bungalows verdwenen en staan er 5 in brand. Er zijn 5 doden en 14 gewonden. In Kerschoten is een flatgebouw met 125 bewoners getroffen en zijn branden uitgebroken. Het flatgebouw is voor 3/4 ingestort. Er zijn 15 doden en 18 gewonden te betreuren. Er wordt een onbekend aantal mensen vermist. Totaal aantal doden in de 3 wijken is 26, het aantai gewonden bedraagt 47. Er wordt om assistentie gevraagd van politie, brandweer en genees– kundige eenheden. 12.26 Via het automatisch brandmeldersysteem van het psychiatrisch ziekenhuis komt een melding binnen in de AC. 12.27 Een voertuig van de politie wordt ter verkenning naar het ziekenhuis gezonden. 12.30 De politie meldt de gevolgen van de inslag in het ziekenhuis van het motordeel aan de meldkamer. Het ziekenhuis staat voor 50% in brand. Er zijn meer dan 22 doden en 64 gewonden te betreuren. 12.31 4 Brandblusvoertuigen en 32 voertuigen om de gewonden te vervoeren zijn onderweg naar het ziekenhuis. 12.32 Brokstukken van het vhegtuig zijn neergekomen op de snelweg (Amersfoort - Apeldoorn) en veroorzaken ernstige verkeersongevallen. Er zijn twee kettingbotsingen ontstaan waarbij respectievelijk 16 en 12 voertuigen zijn betrokken. Enkele chauffeurs zitten bekneld en moeten door de brandweer worden bevrijd. Totaal 3 doden en 5 ernstig gewonden. De A2 is versperd. 12.33 Politie, brandweer, SIGMA en LOTT-teams begeven zich terstond naar de plekken des onheils op de A2. 12.35 Meldmgen van deze ongevallen bereiken de meldkamer van de Rijkspolitie verkeersdienst te Driebergen. 12.40 Inmiddels is de AC te Apeldoorn spoedheidshalve via het LCC ingelicht over de aard van het vliegtuig en weet men dat het gaat over een Boeing 747 die is neergestort. Vermoedelijk zijn alle 268 inzittenden van de Boeing om het leven gekomen. Volgens de passagierslijst gaat het om 65 Amerikanen, 72 Nederlanders, 28 Japanners, 32 Fransen, 17 Zwitsers en 52 Spanjaarden. 12.43 De inmiddels aanwezige commandant van dienst besluit in het gebouw van de regionale brandweer/politie/ggd het regionaal commando te doen opstarten, de burgemeester van Apeldoorn en het geneeskundig peloton te doen oproepen. 12.45 Er wordt een morgue ingericht door de GGD. Tevens wordt door de gemeentediensten een centraal registratie en informatieburo ingericht. 12.50 Er wordt een zaal ingericht voor het houden van persconfe– renties. Er vindt, gelet op de grootschaligheid van de ramp en het inter– nationale karakter ervan, overleg plaats met het Landelijk Coördinatie– centrum en met het Nationale Voorlichtingscentrum (NVC) in Den Haag. 13.30 Er worden teams geformeerd om te zoeken naar overlevenden resp. slachtoffers die mogelijkerwijs nog onder het puin of vliegtuig– stukken bekneld zitten. 14.00 Identificatieteams van de Rijkspolitie arriveren na een oproep daartoe van de commandant van dienst. 15.00 De burgemeester van Apeldoorn voert mede namens zijn collega's uit de andere 7 gemeenten het woord op een inderhaast georganiseerde persconferentie. Hij maakt melding van het aantal slacht– offers en gewonden tot dan toe: vermoedelijk zijn alle 268 inzittenden van het vliegtuig om het leven gekomen; verder zijn er onder de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
bevolking 25 doden en 69 gewonden gevallen; ten slotte is er aanzien– lijke materiële schade geconstateerd; een onbekend aantal personen wordt vermist. 15.15 De aanwezige telecomverbindingen blijken niet toereikend voor de aanwezige, met name ook buitenlandse, journalisten. Er doen zich chaotische taferelen voor. 18.00 Een tweede persconferentie vindt plaats met tussenresultaten: er zijn 86 lijken van inzittenden van het vliegtuig geborgen. Er zijn 3 brandweerlieden ernstig gewond geraakt door neerstortend puin tijdens reddingswerkzaamheden. De branden zijn nog steeds niet onder controle. De problemen met de telecomverbindingen zijn inmiddels verholpen. 02.35 De branden in de 3 wijken zijn onder controle. Het zoeken naar vermiste bewoners gaat van start. Het zoeken naar de inzittenden van de Boeing wordt voortgezet; inmiddels zijn 199 lijken geborgen. Gedurende de volgende 3 weken moet het inslaggebied (41x11 km) minutieus worden afgezocht. Na 5 dagen zijn de laatste menselijke resten gelokaliseerd en geborgen. Hiervoor wordt voornamelijk gebruik gemaakt van luchtverkenning door helicopters van de luchtmacht en van militairen. De schade aan woningen zal na ca. 1 jaar hersteld zijn.
11.2. Operationele aspecten In te zetten eenheden: Brandweer– operationele leiding: 2 regionale coördinatie centra zullen worden ingericht, t.w. Apeldoorn en Ede - blussen: benodigd 6 brandbestrijdingscompagniën - berging slachtoffers: 6 reddingspelotons Politie - verkeersmaatregelen: 5 pelotons geüniformeerde dienst - afzetten binnenring en buitenring: 5 pelotons ME - justitieel onderzoek: 40 personen - geüniformeerde diensten CPA - inzet ambulances: 35 ambulances - LOTT-team: 4 teams GGD - inzet geneeskundig eenheid RKK: 4 SIGMA-eenheden - inrichting morgue: 35 personen - geestelijke gezondheidszorg t.b.v. nazorg slachtoffers en hulpver– leners: 35 personen Voorlichting - informeren bevolking: 40 personen - informeren media: 25 personen Sociale dienst - begeleiding slachtoffers: 40 personen - (tijdelijke) herhuisvesting: 30 personen Leger des Heils - catering: 55 personen - begeleidmg nabestaanden: 35 personen Ned. Rode Kruis - opvang en verzorging: 3 OV-groepen PTT-telecom - extra telecom voorzieningen rampenbestrijding: 40 personen - idem media: 60 personen Rijkspolitie (RIT) - identificatie slachtoffers: 50 personen Defensie - luchtverkenning: 5 helicopters - opsporen brokstukken/slachtoffers: 1000 militairen - catering: 100 militairen Rijksluchtvaartdienst: - onderzoek luchtvaartongevallen: 20 personen Gemeente diensten - leveren bergingsmaterieel: 20 personen - herstelwerkzaamheden: 40 personen - waterdruk en voorkomen weglekken van vliegtuig brandstof in riolering en bodem: 20 personen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19974, nr. 15
- instellen van een schadeburo: 30 personen Liaisons met: - Ministerie van Buitenlandse Zaken/Ambassades landen nationaliteiten passagiers - Luchtvaartmaatschappij - verzekeringsmaatschappijen - provinciaal militair commandant 11.4. Capaciteit Brandweer potentieel: De 4 getroffen regio's kunnen met elkaar 3 brandbestrijdingscom– pagniën leveren. De overige compagniën zijn afkomstig uit de regio's Flevoland (2/3 cie), Arnhem (1 cie), Oost-Gelderland (1 cie), Utrecht (3 1/3 cie). Uit de 4 getroffen regio's zijn 4 reddingspelotons afkomstig. De overige 2 pelotons komen uit de regio's Oost-Gelderland en Arnhem. In de genoemde regio's vormt het rampenbestrijdingspotentieel 50% van het totale potentieel. Van het rampenbestrijdingspotentieel blijft in alle assistentie verlenende regio's nog een aanzienlijk deel in reserve achter. Geneeskundig potentieel: 1. Ambulances zijn afkomstig uit de CPA-gebieden: Arnhem, West-Veluwe/Valleigebied, Doetinchem en Oost-Veluwe 2. LOTT-teams zijn afkomstig uit het Sophia-ziekenhuis te Zwolle, Het Nieuw Spitaal te Warnsveld, Gez. Stichting De Malberg te Arnhem en St. Radboud-ziekenhuis te Nijmegen. 3. SIGMA-groepen van het Rode Kruis en de OV-groepen zijn afkomstig van uit de regio's Oost-Veluwe, Midden-IJssel, Arnhem en West-Veluwe/Valleigebied. Politieel potentieel: - geüniformeerde diensten van Apeldoorn, Ermelo, Putten, Ede, Nijkerk, Hoevelaken en Amersfoort - ME-pelotons Militair potentieel: De snelle inzet van het genoemde potentieel zal in dit gebied niet op problemen stuiten. Gemeentelijk potentieel: Alle gemeenten diensten zullen - tijdelijk - capaciteit moeten leveren voor het herstellen van de toestand.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19 974, nr. 15
BIJLAGE bij de notitie inzake rampenbestrijding. Er zijn op dit moment ruim 650 brandweerkorpsen met circa 26.000 mensen en ongeveer 1000 bedrijfsbrandweren met 17.000 brandweerlieden. De volgende eenheden kunnen worden ingezet: 85 brandbluseenheden, elk bestaande uit 3 pelotons van 4 brandblusgroepen d.w.z. 1020 brandblusgroepen in totaal; 61 reddingseenheden; 61 logistieke groepen; ca. 1000 meetploegen in 43 organisatorische eenheden 61 mobiele commando teams, toegerust voor de operationele leiding over alle rampbestrijdingseenheden in het rampgebied; 43 regionale coördinatie teams 750 ambulances (1500 slachtoffers per uur); 61 medische pelotons van het Rode Kruis 45.000 politiemensen Ten slotte kunnen in geval van een langdurige en grote catastrofe de Koninklijke Mobiele Colonnes worden ingezet. Zij beschikken over: 90 90 1.440
reddingspelotons medische pelotons medische transportvoertuigen.
Bovengenoemde eenheden zijn verspreid over circa 43 regio's.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 19 974, nr. 15
10