Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2006–2007
30 800 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2007
28 286
Dierenwelzijn
Nr. 16
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 28 november 2006
1
Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Oplaat (VVD), Mosterd (CDA), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Eerdmans (Groep Eerdmans/Van Schijndel), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Kruijsen (PvdA), Nijs (VVD), Lenards (VVD) en Willemse-van der Ploeg (CDA). Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GroenLinks), Hofstra (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Krähe (PvdA), Herben (LPF), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Özütok (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Van der Laan (D66), Gerkens (SP), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Verdaas (PvdA), Veenendaal (VVD), Örgü (VVD) en Jager (CDA).
KST103348 0607tkkst30800XIV-16 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft op 26 oktober 2006 overleg gevoerd met minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over: – de brief van de minister van LNV d.d. 23 oktober 2006 met het verslag van de 58ste jaarvergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) en een reactie op de walvisjacht van IJsland (30 800-XIV, nr. 9); – de brief van de minister van LNV d.d. 24 oktober 2006 met de beantwoording van vragen over dierenhandel op internet (28 286, nr. 37); – de brief van de minister van LNV d.d. 22 juni 2006 met de aanbieding van het internationaal advies (ICMO/commissieGabor) over het beheer van de Oostvaardersplassen (30 300XIV, nr. 96); – de brief van de minister van LNV d.d. 23 oktober 2006 over de voortgang en implementatie van bovengenoemd advies (30 800-XIV, nr. 10). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Ormel (CDA) veroordeelt de hervatting van de commerciële walvisjacht door IJsland en vraagt de minister of er meer mogelijk is dan de geplande demarche tegen IJsland, waartoe de Nederlandse regering het initiatief heeft genomen. Enige weken geleden is al aandacht gevraagd voor dierenhandel via internet. De minister heeft eerder aangegeven dat de AID aandacht heeft voor de problematiek. Er is de roep om meer regelgeving, maar mensen hebben natuurlijk ook zelf een verantwoordelijkheid. Als men via internet een opgezette tijger koopt, dan weet men dat men in overtreding is. Het op te richten Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren kan een goed gremium zijn voor voorlichting over de handel in exoten. Het Van Hall Instituut is al maandenlang bezig met een groot onderzoek naar internethandel in dieren. Het rapport zal in december uitkomen. De minister dient het met speciale aandacht te lezen en de Kamer er een reactie op te
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XIV en 28 286, nr. 16
1
doen toekomen. Overigens is er naast illegale ook legale handel, die natuurlijk niet gecriminaliseerd moet worden. In de brief van de minister rond het rapport van het International Committee on the Management of the Oostvaardersplassen (ICMO) schrijft de minister dat hij de planvorming voor de eventuele openstelling van een robuuste verbindingszone voor konikpaarden en heckrunderen met spoed wil laten onderzoeken. De heer Ormel voorziet grote problemen voor de verkeersveiligheid en de volksgezondheid, alsmede voor de verspreiding van dierziekten. Grote zoogdieren moeten zich niet vrijelijk door Nederland kunnen verplaatsen. De minister dient bij de verdere planvorming aan te geven dat het voor paarden, runderen, edelherten, damherten en wilde zwijnen niet mogelijk moet zijn om toegang te krijgen tot robuuste verbindingszones en op die wijze ziektes door het hele land te verspreiden. Overigens is de beslissing over het instellen van een robuuste verbinding aan de provincie. Wat het ICMO-rapport betreft is sprake van een gentlemen’s agreement om de uitkomsten over te nemen. De zwakke plek in het rapport is dat niet nader wordt omschreven wanneer ingegrepen dient te worden. Over de criteria voor de bepaling van het moment om lijdende dieren uit hun lijden te verlossen dient schriftelijk nadere informatie te worden verschaft. De heer Waalkens (PvdA) constateert dat het bestrijden van illegale dierenhandel via internet niet eenvoudig is. In de aanpak wordt gewag gemaakt van een integrale handhavingsstrategie en programmatisch handhaven. Strafrechtelijke handhaving zou niet toereikend zijn. Bezien moet worden of de aangenomen motie-Wagner/Gerkens over internetcriminaliteit (28 684, nr. 96) van toepassing kan worden verklaard op het verlagen van drempels voor het strafbaar stellen. De handel in exoten is door maatschappelijke organisaties aan de kaak gesteld. Daarmee is de waarde van ngo’s maar weer eens bewezen. Ze houden de politiek bij de les. Het komende rapport van het Van Hall Instituut kan een nieuwe impuls zijn in de bestrijding van de illegale handel via internet. De aanbevelingen van het International Fund for Animal Welfare (IFAW) zijn ook waardevol. Ook langs deze lijn kan al meer worden gedaan. Het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren moet in dit verband een stevige positie krijgen. De minister dient te bezien of bindende gedragsregels voor providers kunnen worden opgesteld. Bepaalde providers zijn al bereid om sommige advertenties en berichtgeving niet door te geven. Internet is een moeilijk grijpbaar medium, maar datgene wat kan worden gedaan, moet niet worden nagelaten. Voor de reclame voor de verkoop van gezelschapsdieren zou een gedragscode kunnen worden opgesteld. Er dient een verplichte certificering te komen van de handel in dieren. Nu een groot deel van de branche reeds gecertificeerd is, moet ook het laatste stukje in een systeem worden ondergebracht. De minister heeft terecht uiteindelijk toegezegd dat hij wil komen tot een positieflijst. Wordt de lijst inmiddels door een deskundigenpanel opgesteld? Voldoende opsporingscapaciteit is essentieel. Het is opvallend dat bij de AID 10 000 uur gereserveerd is voor kennisoverdracht ten opzichte van 12 000 uur voor handhaving. Het jagen op walvissen is eerder scherp veroordeeld. Het is onbegrijpelijk dat een land als IJsland, dat het walvistoerisme promoot, de walvisjacht heeft hervat. De demarche alleen is waarschijnlijk niet genoeg. De EU dient haar houding jegens IJsland te herzien. De uitkomst moet zijn dat iedereen zich houdt aan de gemaakte afspraken. De International Whaling Commission (IWC) heeft tot nu toe gefaald. Het plunderen van het maritiem ecologisch systeem moet ophouden. Als het IWC niets voorstelt, moet zelfs overwogen worden om uit de commissie te treden. Bij het onderzoek naar het openstellen van brede corridors van en naar de Oostvaardersplassen moeten vanzelfsprekend ook alle risico’s worden
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XIV en 28 286, nr. 16
2
meegenomen. Overigens is speciale aandacht voor de heckrunderen op zijn plaats, omdat zij vanwege hun graastechniek het eerst voedselgebrek kunnen hebben. Beschikt Staatsbosbeheer over voldoende budget om zijn taak te vervullen? Mevrouw Van Velzen (SP) zegt dat de internethandel in bedreigde diersoorten vergaande gevolgen heeft voor de wereldwijde ecosystemen en voor het welzijn van dieren. Feitelijk moet de handel tussen particulieren in exotische dieren die onder het Cites-verdrag vallen (Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Flora and Fauna) gewoon worden afgeschaft. De handhaving is zeer problematisch, want het is moeilijk om onderscheid te maken tussen een in het wild gevangen dier en een gefokt dier. Een verbod kan eenvoudig gerealiseerd worden via een positieflijst. De minister denkt dat goede voorlichting de oplossing is, maar hij gaat daarbij voorbij aan de professionele illegale handel. De opsporing van die handel staat ten onrechte nog in de kinderschoenen. Het is schokkend dat onlangs in het AD te lezen was dat de omvang van de internethandel bij de AID niet bekend is. Er zijn nog steeds sites in de lucht die geen enkele voorlichting bieden, terwijl bijvoorbeeld eBay helder aangeeft dat niet in levende dieren wordt gehandeld, waarbij een uitgebreide uitleg van het Cites-verdrag wordt gegeven. Het is duidelijk dat internethandel niet gemakkelijk aan te pakken is, maar er kan een voorbeeld worden genomen aan de aanpak van bijvoorbeeld kinderporno en illegale medicijnenhandel. Er dient een verbod te worden ingesteld op reclame voor handel in dieren die vallen onder het Cites-verdrag, categorie 1 en 2. Als er dan al gehandeld wordt, dient het Cites- of kweeknummer vermeld te worden. Er moet hard gewerkt worden aan de handhaving. Het aantal processenverbaal en veroordelingen groeit niet, terwijl de handel wel toeneemt. Eerder is bij amendement voorgesteld om de AID op dit punt uit te breiden. Is de minister bereid om het budget voor de handhaving van het Cites-verdrag te oormerken? Er dient opnieuw in multitaskteams te worden samengewerkt tussen douane, politie en AID. IJsland heeft de walvisjacht hervat. Honderdduizenden mensen per jaar bezoeken het eiland omwille van de natuur en de walvissen. Het land besmet nu het eigen imago. Een boycot van het land als toeristische bestemming is wenselijk. De minister verdient lof voor zijn voortrekkersrol in de demarche. Als het effect daarvan onvoldoende is, moeten nadere stappen worden gezet. Het verlaten van de IWC is geen goed idee, maar mogelijk kan de IJslandse ambassadeur op het matje worden geroepen. Het is echt tijd voor harde maatregelen, voor sancties tegen walvisjagende naties. Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD) veroordeelt de commerciële walvisjacht en vraagt de minister wat de demarche betekent en wat eventuele andere mogelijkheden zijn. Het staat vast dat alle instrumenten moeten worden gebruikt om deze schending van afspraken een halt toe te roepen. Het is goed dat het IFAW de internethandel in bedreigde dieren scherp aan de orde heeft gesteld. Het is ook goed dat de AID nu onderzoek naar de omvang ervan gaat doen, maar het had wel eerder gemoeten. Wanneer zal de minister de Kamer van de resultaten daarvan op de hoogte stellen? Over de mogelijkheden van certificering en de positieflijst is kort geleden al uitgebreid gesproken. De minister is in relatie tot de Oostvaardersplassen in overleg met Staatsbosbeheer om eventueel bij slechte omstandigheden te komen tot een tijdelijke openstelling van het Hollandse Hout. Omdat in 2007 een onderzoek zal verschijnen naar permanente openstelling, verdient het de voorkeur om daarop te wachten. Het Hollandse Hout is met een andere doel-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XIV en 28 286, nr. 16
3
stelling aangelegd. Het beleid van Staatsbosbeheer houdt in dat de dieren niet zullen creperen. Bijvoederen is altijd nog een optie. Mevrouw Van Gent (GroenLinks) wijst het hervatten van de walvisjacht door IJsland scherp af en vraagt de minister om een visie op het functioneren van de IWC. De precieze waarde van een demarche is niet geheel duidelijk. Is het mogelijk om verdergaande sancties tegen IJsland in te stellen? Een toerismeboycot verdient overweging. De overheid kan in dat kader voorlichting verstrekken. Handel van dieren die onder het Cites-verdrag vallen zou moeten worden afgeschaft. Het is goed dat werk wordt gemaakt van de positieflijst. Er zitten naïeve particulieren in deze handel, maar er is zeker ook sprake van een professionele illegale handel. Betere voorlichting zal dus slechts beperkt helpen, maar moet wel gegeven worden, bijvoorbeeld via Postbus 51. Het IFAW-rapport is belangrijk in de bewustwording, maar tegelijkertijd is onduidelijk wat de overheid heeft gedaan. Er moet echt meer gedaan worden. Welke mogelijkheden ziet de minister om verkeerde sites van het net te halen? Is het juist dat de AID slechts reageert op meldingen en niet bijhoudt waar illegale handel wordt aangetroffen? De AID haalt vijftien tot twintig advertenties per week van het net, maar tot september is slechts tweemaal proces-verbaal opgemaakt. Dat komt bepaald niet over als een gerichte en actieve aanpak. Terecht is verwezen naar de motie inzake internetcriminaliteit, die ook voor deze handel kan worden toegepast. Certificering, reclameregels, gedragsregels voor providers en de positieflijst zijn allemaal zaken waar meer actie op nodig is. Het ICMO heeft een goed rapport over de Oostvaardersplassen geproduceerd. Er is gewezen op het belang van meer struiken om voor de kou te schuilen en van verbindingszones, zodat het gebied geen gevangenis is. Een tijdelijke openstelling van het Hollandse Hout past daarin. Dieren kunnen natuurlijk niet wachten tot een onderzoek dat volgend jaar beschikbaar komt. Antwoord van de minister
1
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
De minister vindt de hervatting van de walvisjacht door IJsland zowel verkeerd als dom. Er zullen 30 dwergvinvissen worden gevangen, maar ook 9 vinvissen, een zeer bedreigde soort. Het is verkeerd en onbegrijpelijk dat het land zijn imago daarmee te grabbel gooit. Het is niet alleen IJsland, dat de jacht hervat, maar het zijn ook Noorwegen en Japan, die met de jacht doorgaan. Het is helder dat de IWC geen slagvaardige organisatie is, maar als Nederland eruit zou stappen, ontneemt het zichzelf de mogelijkheid om te strijden voor goede regelgeving in dit opzicht. Een aantal landen heeft zich laten overhalen om in te stemmen met verkeerd beleid en moet gewezen worden op de aanvechtbare argumenten van de jagende landen. Het verdient nog steeds de voorkeur om te trachten de commerciële jacht aan afspraken te binden. Als gekozen wordt voor een simpel verbod, zullen de wegen zich scheiden. Er moet worden aangestuurd op een ministeriële conferentie, waarmee de aandacht voor de kwestie, ook van de media, alleen maar scherper wordt. Nederland heeft het initiatief genomen om te komen tot een demarche. Het Verenigd Koninkrijk heeft om praktische redenen de leiding genomen en zal de demarche maandag aan de IJslandse ambassadeur in Londen overhandigen. De demarche, gesteld in krachtige bewoordingen, wordt ondersteund door een brede coalitie van Europese en niet-Europese landen.1 IJsland wordt opgeroepen het moratorium te respecteren. De Kamer zal op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen hieromtrent. IJsland is zeer afhankelijk van toerisme. De minister ziet het niet als een
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XIV en 28 286, nr. 16
4
overheidstaak om op te roepen tot een boycot, maar wijst erop dat de geschiedenis heeft bewezen dat een oproep van ngo’s grote gevolgen kan hebben. Als zo’n oproep wordt gedaan, mag het duidelijk zijn waar de sympathie van de minister ligt. De minister wil voorkomen dat opnieuw gediscussieerd wordt over het beheer van de Oostvaardersplassen. Het ICMO heeft een rapport van zeer hoge kwaliteit gepresenteerd, waar de regering zich bij heeft aangesloten. De in het rapport voorgestelde maatregelen moeten dus ten uitvoer worden gelegd. Wanneer is het lijden van de dieren zo groot, dat moet worden ingegrepen? Dat moet steeds bepaald worden naar gelang de omstandigheden. Staatsbosbeheer is daartoe zeer wel in staat. Het ICMO heeft helder aangegeven dat een dier dat lijdt, uit dat lijden moet worden verlost. Het gaat niet aan het dier zijn totale waardigheid te laten verliezen. Getracht zal worden een en ander nader af te bakenen en op te nemen in het beheersplan van Staatsbosbeheer. Het gaat er echter juist om, dat lijden te voorkomen door een groter gebied voor de dieren toegankelijk te maken. Bijvoederen is simpelweg niet langer een optie. In de loop van 2007, maart of april, zal het onderzoek naar het eventueel openstellen van het Hollandse Hout gereed zijn, waarbij speciale aandacht zal worden besteed aan de risico’s voor de verspreiding van ziekten. Als het door de omstandigheden en de omvang van de populatie in de komende winter noodzakelijk wordt om ruimte te geven aan de dieren, dan zal het Hollandse Hout voorlopig worden opengesteld. Vóór dat moment zullen wel de risico’s, met name de veterinaire, in kaart worden gebracht. De dieren zullen naar hun aard in het voorjaar niet in het bos blijven. De omvang van de populatie heckrunderen is licht dalend. Er komen iets meer konikpaarden, maar de groei is het sterkst onder de edelherten. Het onderzoek van Alterra naar die herten zal in februari 2007 gereed zijn. Met Staatsbosbeheer wordt nog overleg gevoerd over het budget. De internethandel in dieren baart ook de regering grote zorgen. Over de positieflijst is advies gevraagd aan de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA). Het betreft alle gehouden dieren en dus niet alleen exoten. Het advies zal naar alle waarschijnlijkheid voor het eind van 2006 verschijnen, nadat er eerder door de minister de nodige druk op de raad was uitgeoefend. Consumenten weten vaak veel te weinig van gezelschapsdieren. Voorlichting over dieren die onder het Cites-verdrag vallen vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Dienst Regelingen. Het is een onderdeel van de vergunningverlening. Er wordt samenwerking gezocht met private organisaties, zoals het Platform Verantwoord Huisdierenbezit. Bezien wordt nog in hoeverre het Landelijke Informatiecentrum Gezelschapsdieren hierbij kan worden ingeschakeld. De Kamer zal van de voortgang in dezen op de hoogte worden gehouden. Het inschakelen van Postbus 51 voor voorlichting over dit onderwerp is lastig, gezien het grote aantal aangemelde campagnes, maar er zal zeker een poging worden gedaan. Het Wereldnatuurfonds heeft op dit terrein ook al een zeer inspirerende campagne lopen: «Kijken, kijken, niet kopen». Volgend jaar zal de Citesconferentie in Nederland worden gehouden, hetgeen ook mogelijkheden schept om het probleem van de illegale handel nog eens scherp naar voren te brengen. De minister zegt toe, met de providers in overleg te zullen treden om hun mogelijkheden na te gaan in het terugdringen van illegale handel. Wat bij kinderporno kan, moet ook op dit terrein mogelijk zijn. Het zou goed zijn als de providers onder aansporing van de regering komen tot een gedragscode. Het is een goede suggestie om in ieder geval het vermelden van een Cites- of kweeknummer daarin verplicht te stellen. Ook het verstrekken van certificaten kan behulpzaam zijn. Dit kan bovendien een rol spelen bij het onderscheid tussen gefokte en in het wild gevangen dieren. Juist door certificering niet verplicht te stellen, is de scheiding
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XIV en 28 286, nr. 16
5
tussen de bokken en de schapen helder. Bovendien zou de controle op de naleving van de certificering bijna onbegonnen werk zijn. Een probleem bij de handel is dat er deels sprake is van keiharde illegaliteit en deels van onkunde. De providers zouden de illegale handel in dieren niet moeten willen faciliteren. De verdere afhandeling van de motie-Wagner/Gerkens over internetcriminaliteit (28 684, nr. 96) is primair aan de minister van Justitie. De Kamer zal op de hoogte worden gehouden van wat er in dit kader gebeurt. De AID is bezig met het in kaart brengen van de omvang van de illegale handel. De dienst kent de omvang van de handel niet precies, maar heeft er wel degelijk een redelijk inzicht in. Het is natuurlijk een relatief nieuwe manier van handelen. De Kamer zal zeker op de hoogte worden gehouden van de vorderingen van de dienst bij het vaststellen van de omvang van het probleem. Vóór de begrotingsbehandeling zal in ieder geval de stand van zaken naar de Kamer worden gestuurd. Daarnaast zal de Kamer een kabinetsreactie ontvangen op het onderzoek van het Van Hall Instituut. De AID zal zich de komende tijd versterkt op de illegale handel via internet richten. Als uit een onderzoek naar de achtergronden van de verhouding tussen het aantal verwijderde advertenties en het aantal opgemaakte processen-verbaal blijkt dat sprake is van een bepaald patroon, kan daarin aanleiding worden gevonden voor een gesprek met de minister van Justitie. Jaarlijks worden met de dienst afspraken gemaakt over het budget, waardoor de continuering van de inzet geborgd is. De geplande uren voor kennisoverdracht betreffen vooral kennisoverdracht aan andere (opsporings)instanties. Het gaat om soms moeilijk te herkennen soorten en ook de wijze van verhandeling is soms lastig te doorgronden. Het gaat erom dat op een slimmere manier kan worden opgespoord en dat meer diensten hierbij op een goede wijze betrokken zijn. Toezeggingen – – –
–
–
–
de Kamer zal op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen rondom de demarche tegen IJsland inzake de hervatte walvisjacht; de Kamer zal een brief ontvangen met de criteria voor het ingrijpen bij lijden van dieren in natuurgebieden; de Kamer zal rond maart, april 2007 op de hoogte worden gesteld van de resultaten van het onderzoek naar het openstellen van robuuste verbindingszones voor de dieren; de Kamer zal nader worden geïnformeerd over de mogelijke inschakeling van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren bij de voorlichting over Cites-dieren en over het resultaat van het overleg met providers; vóór de begrotingsbehandeling zal de Kamer geïnformeerd worden over de dan bekende inzichten in de omvang van de illegale handel via internet; de Kamer zal een kabinetsreactie ontvangen op het rapport van het Van Hall Instituut, dat in december uitkomt.
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Schreijer-Pierik De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Van Leiden
Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XIV en 28 286, nr. 16
6