Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2004–2005
29 909
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2004 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2004 te wijzigen. De in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. J. A. van der Hoeven
KST81959 0405tkkst29909-2 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
1
B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGS(STAAT) De opbouw van deze algemene toelichting is als volgt: 1. Algemene toelichting 2. De verdiepingsbijlage B1. Algemene toelichting In de 2e suppletore begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven van de effecten van de besluiten van het Kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW. Als gevolg van de besluitvorming wordt in de OCW-begroting in 2004 een uitgavenpeil van circa € 26,5 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 1,3 miljard. In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven tussen de 1e suppletore begroting 2004 en de 2e suppletore begroting 2004. In tabel 2 wordt de aansluiting tussen de ontvangsten zichtbaar. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2005 en de hiermee samenhangende OCW-begroting. Tabel 1: Overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties 2004 (x € 1 miljoen) Artikel
2004
Stand ontwerpbegroting 2004
25 709,3
Stand 1e suppletore begroting 2004 (Voorjaarsnota)
26 354,0
Belangrijkste suppletore mutaties: 1) Monumentenzorg: Kanjers 2) Aanschaf roerende collectie hkh Juliana 3) Overige mutaties Stand 2e suppletore begroting 2004 (Najaarsnota)
20,0 11,6 90,6 26 476,2
Toelichting De belangrijkste beleidsmatige mutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden zijn de volgende: 1. Voor urgente restauraties, voornamelijk in de sector van de zogenaamde «kanjers», wordt € 20 miljoen aan het budget voor de monumentenzorg toegevoegd. 2. In 1989 is er door de Staat inventaris aangekocht uit het Nationaal Museum Paleis het Loo. In de koopovereenkomst werd opgenomen dat betaling zou plaatsvinden na het overlijden van prinses Juliana. Deze betaling van € 11,6 miljoen vindt nu plaats. 3. Daarnaast zijn er nog een aantal andere mutaties. Verreweg het grootste deel daarvan betreft technische bijstellingen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
2
Tabel 2: Overzicht belangrijkste suppletore ontvangstenmutaties 2004 (x € 1 miljoen) Artikel Stand ontwerpbegroting 2004 e
Stand 1 suppletore begroting 2004 (Voorjaarsnota)
1 262,4 1 392,2
Belangrijkste suppletore mutaties: 1) GOA-terugvordering 2) Overige mutaties Stand 2e suppletore begroting 2004 (Najaarsnota)
2004
7,1 – 59,4 1 339,9
Toelichting De belangrijkste mutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden, zijn de volgende: 1. De reserves voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goa) 1998–2002 van € 7,1 miljoen zijn teruggevorderd bij gemeenten en worden ingezet ter dekking van de taakstelling goa uit het hoofdlijnenakkoord. 2. Daarnaast zijn er autonome mutaties (totaal € 10,2 miljoen) en technische bijstellingen (totaal – € 69,6 miljoen). Deze categorieën tellen op tot – € 59,4 miljoen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
3
B2 DE VERDIEPINGSBIJLAGE 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 1 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
7 284 864
7 399 074
198 230
7 597 304
Uitgaven
7 287 119
7 401 329
198 212
7 599 541
Programma-uitgaven Toegankelijkheid Onderwijskwaliteit Toerusting
7 281 538 1 458 639 627 175 5 174 785
7 395 748 1 585 192 640 046 5 149 571
198 069 – 11 469 – 574 262 754 203
7 593 817 1 573 723 65 784 5 903 774
20 939 708 20 231
20 939 708 20 231
29 597 11 982 17 615
50 536 12 690 37 846
5 581
5 581
143
5 724
24 333
35 333
21 666
56 999
Programma-uitgaven overig IBG CFI Apparaatuitgaven
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor het primair onderwijs (WPO en WEC) is sprake van een stijging van de uitgaven met € 198,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 164,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 33,9 miljoen gestegen. De ontvangsten zijn met € 21,7 miljoen gestegen. Voor € 5,5 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties zijn de ontvangsten met € 16,1 miljoen gestegen.
Toelichting per operationele doelstelling Naast de mutaties is er sprake van een aantal verschuivingen tussen de operationele doelstellingen die de beschikbare gelden per operationele doelstelling wijzigen, maar die op totaalniveau budgettair neutraal zijn. De belangrijkste is een ophoging van de doelstelling toerusting (personele vergoedingen) met € 574,9 miljoen ten laste van de doelstelling onderwijskwaliteit (groepsgrootteverkleining van de onderbouw). Omdat de laatste stap groepsgrootteverkleining is gezet en de middelen nu ook ingezet mogen worden voor de bovenbouw, zijn deze middelen nu opgenomen onder toerusting en niet meer onder kwaliteit.
Toegankelijkheid Bij deze operationele doelstelling is een mutatie van € 7,1 miljoen opgenomen omdat de reserves gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (goa) 1998–2002 bij de gemeenten zijn teruggevorderd. Deze middelen zullen worden ingezet ter dekking van het besparingsverlies in 2004 van de taakstelling goa uit het hoofdlijnenakkoord.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
4
Toerusting Bij deze operationele doelstelling zijn twee mutaties opgenomen: • Een autonome mutatie van € 15,0 miljoen in verband met een verwachte overschrijding op de personele uitgaven omdat geconcludeerd is dat de incidentele loonsomcomponent (ilc) in 2004 minder negatief is dan waarvan in de begroting is uitgegaan. • Een beleidsmatige mutatie van € 13,0 miljoen die onderdeel uitmaakt van de enveloppebrief arbeidsmarktknelpunten en vermindering werkdruk. Dit betreft middelen die behoren bij de «convenanten schoolleiders primair onderwijs» die met werkgeversorganisaties worden afgesloten. Programma-uitgaven CFI Het budget voor de uitvoeringskosten CFI is verhoogd met een autonome mutatie van € 0,7 miljoen voor het facilitair bedrijf van CFI. Ontvangsten Op de ontvangsten zijn twee autonome en een beleidsmatige mutaties opgenomen: • De definitieve omvang van de terug te vorderen goa-reserves 1998– 2002 is uiteindelijk € 0,6 miljoen hoger uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. • Pas in een laat stadium zijn alle verantwoordingen voor- en vroegschoolse educatie (vve) 2000–2002 vastgesteld. Als gevolg hiervan is het terug te vorderen bedrag vve € 8,5 miljoen hoger uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. • De goa-reserves 1998–2002 ad € 7,1 miljoen zijn teruggevorderd bij gemeenten en worden ingezet ter dekking van de taakstelling goa uit het hoofdlijnenakkoord. 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 3 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
5 278 253
5 207 594
105 015
5 312 609
Uitgaven
5 239 254
5 168 595
104 410
5 273 005
Programma-uitgaven Personeel en materieel Onderwijsverzorging en projecten
5 216 963 5 144 301 72 662
5 146 304 5 076 138 70 166
98 698 94 573 4 125
5 245 002 5 170 711 74 291
17 594 7 905 9 689
17 594 7 905 9 689
5 527 2 682 2 845
23 121 10 587 12 534
Apparaatuitgaven
4 697
4 697
185
4 882
Ontvangsten
1 361
1 361
1 300
2 661
Programma-uitgaven overig IBG CFI
Toelichting mutaties Voor het voortgezet onderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven met € 104,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 99,9 miljoen betreft het technische mutaties.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
5
Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 8,1 miljoen gestegen. Het betreft een mutatie van – € 0,3 miljoen inzake afroming van de vermogenspositie van de IB-Groep en een mutatie van € 8,4 miljoen inzake functie- en beloningsdifferentiatie vmbo uit de enveloppemiddelen arbeidsmarktknelpunten en vermindering werkdruk. Tenslotte is sprake van een aantal autonome mutaties: • een aanpassing van de gemiddelde gedeclareerde personeelslast praktijkonderwijs (– € 3,5 miljoen); • een bijstelling van de programma-uitgaven IBG en CFI (€ 0,4 miljoen). De ontvangsten zijn met € 1,3 miljoen gestegen als gevolg van meerontvangsten op de negatieve instroomtoets wachtgelden (€ 0,7 miljoen) en op in voorgaande jaren verstrekte subsidies 1e opvang asielzoekers (€ 0,6 miljoen). 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 4 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
2 700 854
2 667 973
66 923
2 734 896
Uitgaven
2 683 311
2 646 921
33 895
2 680 816
Programma-uitgaven Middelbaar beroepsonderwijs • bve-instellingen • kbb’s Educatie Specifieke stimulering
2 668 431 2 374 934 2 270 589 104 345 234 465 59 032
2 642 913 2 333 702
28 755 27 535
2 660 7 96 2 361 237
240 568 57 771
3 756 – 2 536
244 324 55 235
10 872 4 669 6 203
10 872 4 669 6 203
5 035 2 062 2 973
15 907 6 731 9 176
4 008
4 008
105
4 113
27 227
0
0
0
Programma-uitgaven overig IBG CFI Apparaatsuitgaven
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor het beroepsonderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven met € 33,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor een bedrag van € 30,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,6 miljoen gestegen.
Middelbaar beroepsonderwijs De ophoging van € 31,5 miljoen bestaat voor een bedrag van € 27,5 miljoen uit de toedeling van loonbijstelling. Educatie De ophoging van € 3,7 miljoen betreft de toedeling van de loonbijstelling.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
6
Specifieke stimulering De verlaging van het budget specifieke stimulering met € 2,5 miljoen betreft voornamelijk een overheveling van € 1,1 miljoen naar CFI in verband met de uitvoeringskosten ESF en een verwachte onderuitputting van circa € 1,0 miljoen. Dit laatste is het gevolg van enkele meevallers door lager dan begroot uitvallende kosten, vertraging in enkele projecten (Silo/Kebb, positie deelnemer) waardoor een deel van dit budget niet meer in 2004 tot feitelijke betaling komt. Voorts wordt dit budget verlaagd vanwege een tweetal overboekingen naar andere departementen (VWS en LNV) in verband met de operatie Jong en optimale participatie (VOA). Programma-uitgaven overig Een groot deel van de verhoging van dit budget betreft de toedeling van de loonbijstelling. Daarnaast wordt het budget met circa € 2,7 miljoen verhoogd door de uitvoeringskosten ESF en het prestatiecontract met het agentschap CFI. In het totale bedrag is tevens een mutatie van – € 0,2 miljoen begrepen die het gevolg is van de afroming van de eigen vermogenspositie van de IB-Groep (het eigen vermogen mag maximaal 5% van de omzet bedragen). Apparaatuitgaven Het budget voor de apparaatuitgaven is enerzijds verhoogd met de uitgedeelde loonbijstelling en anderzijds verlaagd door de overheveling van een fte naar het ministerie van Vreemdelingenbeleid en Integratie. 5. Technocentra
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 5 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
9 212
9 076
0
9 076
Uitgaven technocentra
9 212
9 076
0
9 076
Ontvangsten
9 212
18 152
0
18 152
Toelichting mutaties Op het artikel technocentra hebben geen mutaties plaatsgevonden. 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 6 (x € 1 000)
Verplichtingen
Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
1 638 711
1 778 955
30 674
1 809 629
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
7
Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Uitgaven
1 648 251
1 699 863
18 872
1 718 735
Programma uitgaven
1 645 490
1 697 102
16 147
1 713 249
Toerusting Toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek
1 590 006
1 636 509
19 145
1 655 654
1 143
1 143
15
1 158
2 000
1 947
2 000
0 10 000
Waarvan garantieverplichtingen
Toegankelijkheid Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs Verbetering doorstroom beroepskolom* Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs Prestatieafspraken Kwaliteit Kwaliteitszorg en accreditatie in het hoger onderwijs Internationalisering in het hoger onderwijs Kennisinnovatie in het hoger beroepsonderwijs Kennisverspreiding/-ambassadeurs mkb Digitale universiteit in het hoger onderwijs Zorgopleidingen in het hoger onderwijs Bèta/techniek en emancipatie Deltaplan Doelmatigheid
1 947
– 3 333
6 667
2 061
664
664
445
445
445
31 754
31 701
– 1 947
29 754
0
4 000
1 947
5 947
1 300
1 300
1 300
8 500 591
1 350 591 1 762
– 485
1 350 591 1 277
Onderdeel lumpsum
Programma-uitgaven overig IBG CFI
1 873 3 817
1 873 3 817
– 42 847
1 831 4 664
Apparaatuitgaven
2 761
2 761
2 725
5 486
17
710
0
710
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor het hoger beroepsonderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven met € 18,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 20,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 1,2 miljoen gedaald. De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling Toerusting De verhoging van het onderdeel «toerusten van instellingen voor het
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
8
verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» met € 19,1 miljoen is met name het gevolg van: • het terugboeken van € 3,3 miljoen voor internationalisering uit de prestatieafspraken (zie onder toegankelijkheid); • een bijstelling uit de aanvullende post van in totaal € 18,5 miljoen; • een verhoging van de taakstelling doelmatig aanbesteden (zie de 1e suppletore begroting 2004) met € 0,4 miljoen en • een verlaging van € 2,4 miljoen aan meerdere (interne en externe) overboekingen/compensaties.
Toegankelijkheid De belangrijkste wijziging betreft de verlaging van het onderdeel «prestatieafspraken». Bij 1e suppletore begroting 2004 is uit het macrobudget van het hbo een bedrag van € 10 miljoen afgezonderd voor prestatieafspraken. Hiervan was € 3,3 miljoen bestemd voor de versterking van de internationale positie. Gelet op het tijdstip van publicatie van de internationaliseringsnotitie worden er dit jaar in dit kader geen uitgaven gedaan. Dit deel van de prestatieafspraken wordt thans weer teruggeboekt naar het macrobudget van het hbo. Kwaliteit De € 1,9 miljoen uit de Enveloppe 2 voor kennisinnovatie in het hbo is toegevoegd aan het onderdeel «kennisverspreiding/-ambassadeurs mkb». In 2004 wordt er in totaal € 5,9 miljoen (exclusief het deel van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwali-teit) beschikbaar gesteld voor de versterking van de kennisuitwisseling tussen onderwijs en bedrijfsleven (de regeling Regionale actie en aandacht voor kennisinnovatie). Verder is uit de middelen voor het onderdeel «Deltaplan» het deel van het ministerie van Economische Zaken ad € 0,5 miljoen overgeboekt naar dit ministerie. Programma-uitgaven overig In totaal bedraagt de verhoging € 0,8 miljoen. Deze verhoging heeft nagenoeg geheel betrekking op het onderdeel «CFI». Als belangrijkste wijzigingen worden genoemd: • een verhoging van € 0,3 miljoen voor het project «servicegericht uitvoeren» en • een verhoging van € 0,4 miljoen voor de financiering van het met de CFI afgesloten prestatiecontract voor de sector hoger onderwijs. Apparaatuitgaven Belangrijkste oorzaak van de verhoging is een overboeking van € 2,9 miljoen van artikel 7. In 2004 zijn de directies HBO en WO samengevoegd tot één directie Hoger Onderwijs. Omdat de apparaatuitgaven van de nieuwe directie HO worden begroot op artikel 6 is het geraamde apparaatbudget van de voormalige directie WO (artikel 7) overgeboekt naar HBO (artikel 6).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
9
7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 7 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
3 219 953 417 575
3 242 495 387 966
59 831 0
3 302 326 387 966
Uitgaven
3 179 446
3 187 787
29 940
3 217 727
Programma+uitgaven
3 176 536
3 184 877
32 850
3 217 727
3 103 128
3 105 129
33 429
3 138 558
14 756
15 049
1 876
16 925
15 000
15 000
15 000
0
0
0
157
157
157
1 000 0
2 927 5 000
0
0
4 000
978
2 154
2 154
2 154
6 000
5 910
5 910
4 000
4 000
4 000
700
700
700
12 000
12 000
12 000
8 500
7 800
7 800
0
2 933
2 933
Toerusting Toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek Toerusten van faciliterende organisaties gericht op het hoger onderwijs Huisvesting in het wetenschappelijk onderwijs (intensivering) Decentralisatie huisvesting academische ziekenhuizen Toegankelijkheid Studiekeuze-informatie voor het hoger onderwijs Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs Prestatieafspraken Kwaliteit Kwaliteitszorg en accreditatie in het hoger onderwijs (zit in faciliterende organisaties) Dynamisering eerste geldstroom wetenschappelijk onderzoek Internationalisering in het hoger onderwijs Onderzoeksmasters in het wetenschappelijk onderwijs SURF Educatiefonds in het hoger onderwijs Digitale universiteit in het hoger onderwijs Numerus fixus geneeskundeopleidingen in het wetenschappelijk onderwijs Zorgopleidingen in het hoger onderwijs Jonge universiteiten i.v.m. onderzoeksbekostiging Doelmatigheid
– 1 667
2 927 3 333
0 – 910
68
Onderdeel lumpsum
Programma-uitgaven overig IBG CFI
3 744 1 397
3 744 1 397
– 86 208
3 658 1 605
Apparaatuitgaven
2 910
2 910
– 2 910
0
Ontvangsten
1 400
1 400
0
1 400
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
10
Toelichting mutaties Voor het wetenschappelijk onderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven met € 29,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 26,2 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 3,7 miljoen gestegen. De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Toelichting per operationele doelstelling Toerusting De verhoging van het budget met € 33,4 miljoen is het met name het gevolg van: • een verhoging van € 31,2 miljoen loonbijstelling 2004 voor de universiteiten, academische ziekenhuizen en overige instellingen, niet zijnde de instellingen internationaal onderwijs en onderzoek; • een bijstelling ten laste van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor loonbijstelling 2004 voor de instellingen internationaal onderwijs en onderzoek van € 0,7 miljoen; • een bijstelling ten laste van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor loonbijstelling 2004 voor de academische ziekenhuizen van € 0,8 miljoen; • een verhoging van de taakstelling doelmatig aanbesteden (zie de 1e suppletore begroting 2004) met € 0,8 miljoen; • een overheveling van € 0,2 miljoen naar het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als aandeel in de Enveloppe 2 voor huisvesting; • het terugboeken van de € 1,7 miljoen voor internationalisering uit de prestatieafspraken (zie toelichting onder toegankelijkheid); • een overheveling van € 1,7 miljoen van artikel 11 voor VISIE-beurzen, welk programma wordt uitgevoerd door de Stichting NUFFIC; • een verlaging van € 1,7 miljoen aan diverse interne overboekingen.
Toegankelijkheid De belangrijkste wijziging betreft de verlaging van het onderdeel «prestatieafspraken». Bij 1e suppletore begroting 2004 is uit het macrobudget van het wetenschappelijk onderwijs een bedrag van € 5,0 miljoen afgezonderd voor prestatieafspraken. Hiervan was € 1,7 miljoen bestemd voor de versterking van de internationale positie. Gelet op het tijdstip van publicatie van de internationaliseringsnotitie worden er dit jaar in dit kader geen uitgaven gedaan. Dit deel van de prestatieafspraken wordt thans weer teruggeboekt naar het macrobudget van het wo. Kwaliteit Het betreft een overboeking van € 0,9 miljoen naar beleidsartikel 16 als bijdrage uit de Enveloppe 2 voor dynamisering eerste geldstroom wetenschappelijk onderzoek als startfinanciering van het project «Netspar» (Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement). Het gaat hier om een project van de Universiteit van Tilburg waarin ook verscheidene andere partijen deelnemen. Netspar beoogt massa en focus te creëren bij het onderzoeken van de vele vragen die spelen rond pensioenverzekeringen en sociale voorzieningen en de product- en sociale innovatie die daarvoor vereist is. Programma-uitgaven overig In totaal bedraagt de verhoging € 0,1 miljoen. Als belangrijkste wijzigingen worden genoemd:
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
11
• •
een verlaging van € 0,1 miljoen voor het afromen van de reserves van het onderdeel IBG; een verhoging van € 0,2 miljoen voor de financiering van het met de CFI afgesloten prestatiecontract voor de sector hoger onderwijs.
Apparaatuitgaven De verlaging met € 2,9 miljoen betreft een overboeking naar artikel 6. In 2004 zijn de directies HBO en WO samengevoegd tot één directie Hoger Onderwijs. Omdat de apparaatuitgaven van de nieuwe directie HO worden begroot op artikel 6 is het geraamde apparaatbudget van de voormalige directie WO (artikel 7) overgeboekt naar HBO (artikel 6). 8. Internationaal onderwijsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
25 333
24 809
– 589
24 220
Uitgaven
28 136
27 924
– 589
27 335
Programma-uitgaven Mobiliteit Samenwerkingsverbanden Institutionele subsidies Nederland Instellingen buitenland Overige internationale uitgaven
26 198 10 319 3 564 4 778 540 6 997
25 986 10 377 3 212 5 069 376 6 952
– 523 44
– 583
25 463 10 421 3 212 5 085 376 6 369
1 938
1 938
– 66
1 872
99
99
0
99
Apparaatuitgaven
Ontvangsten
16
Toelichting mutaties Voor het internationale onderwijsbeleid is sprake van een daling van de uitgaven met € 0,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 0,4 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,2 miljoen gedaald. De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Overige internationale uitgaven. De overige internationale uitgaven zijn beleidsmatig verlaagd met € 0,2 miljoen. Het betreft een verschuiving van gelden van 2004 naar 2005 voor de afronding van verplichtingen die voortvloeien uit de conferentie in Maastricht in december 2004 in het kader van het EU-voorzitterschap.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
12
9. Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
80 281
149 981
– 25 637
124 344
Uitgaven
80 281
149 981
– 25 637
124 344
Programma-uitgaven Arbeidsmarkt Zvoo
77 552 34 808 42 744
147 252 104 508 42 744
– 26 653 – 31 469 4 816
120 599 73 039 57 560
2 729
2 729
1 016
3 745
0
0
0
0
Apparaatuitgaven
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid is sprake van een daling van de uitgaven met € 25,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor +€ 13,7 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 39,3 miljoen gedaald.
Een aantrekkelijk beroep in het onderwijs • Op de regeling zij-instroom heeft een onderuitputting plaatsgevonden van € 11 miljoen en een vertraging in de realisatie van het landelijk platform voor de onderwijsberoepen en de meerjarige personeelsplanning (€ 2,9 miljoen). • Naar artikel 1 (primair onderwijs) is € 13 miljoen overgeboekt in verband met het convenant beloning schoolleiders; • Naar artikel 3 (voortgezet onderwijs) is € 8,4 miljoen overgeboekt in verband met het convenant beloningsdifferentiatie in het vmbo; • Naar artikel 3 (voortgezet onderwijs) is € 4 miljoen overgeboekt in verband met de bijdrage aan het plan van aanpak veiligheidsbeleid. Een nadere toelichting wordt bij de verschillende artikelen gegeven.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
13
10. Informatie- en communicatietechnologie
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 10 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
114 698
54 558
– 2 232
52 326
Uitgaven
114 698
54 558
– 2 232
52 326
Programma-uitgaven Centrale middelen Ict-integratie: • professionalisering docenten • beschikbaarheid educatieve content • stimuleren contentontwikkeling • kennisontwikkeling en innovatie • ict-onderwijsmonitor/ kwaliteitsmeting • ict en internationaal Realisatie van een internetplaats voor het onderwijs Effectief en efficiënt gebruik van ict Internetvoorziening voor de scholen centraal Internetvoorziening voor de scholen decentraal Initiatieven gericht op verbetering breedbandige infrastructuur
112 454
52 314
– 2 033
52 281
2 000
2 000
750 4 500 10 481
750 4 500 9 481
– 433
317 4 500 9 481
1 200 200
2 190 200
– 600
1 590 200
18 600 2 723
18 600 2 723
10 000
5 000
60 000
4 870
4 870
2 000
2 000
2 000
2 244
2 244
– 199
2 045
46 786
47 776
0
47 776
Apparaatuitgaven
Ontvangsten
2 000
18 600 2 723 – 1 000
4 000
Toelichting mutaties Voor informatie- en communicatietechnologie is sprake van een daling van de uitgaven met € 2,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Het gaat hier om technische wijzigingen. Daarnaast vindt binnen het artikel een beleidsmatige mutatie plaats ter grootte van € 0,4 miljoen. De ontvangsten zijn niet gewijzigd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
14
11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 11 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garanties
2 428 152
2 614 534
44 072
2 658 606
Uitgaven
2 428 152
2 614 534
44 072
2 658 606
Programma+uitgaven
2 353 498
2 539 880
44 825
2 584 705
Programma-uitgaven Algemene toegankelijkheid – basisbeurs – reisvoorziening Toegankelijkheid bij minder draagkrachtige ouders – aanvullende beurs Flexibiliteit financiering studerende – bijverdienen met werken – leenfaciliteit Overige uitgaven SF
2 352 517
2 538 899
44 385
2 583 284
73 673 73 673
73 673 73 673
– 1 193 – 1 193
72 480 72 480
981
981
440
1 421
368 033
386 133
– 89
386 044
Programma+uitgaven overig IBG Apparaatuitgaven
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor studiefinanciering is sprake van een stijging van de uitgaven met € 44,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 58,0 miljoen betreft dit technische mutaties. Het grootste deel hiervan bestaat uit een bijstelling van de raming van de uitgaven aan rentedragende leningen. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties wordt de begroting 2004 met € 13,9 miljoen verlaagd. Het merendeel hiervan (- € 11,5 miljoen) heeft betrekking op een autonome mutatie op het budget ten behoeve van betalingen van basis- en aanvullende beurzen in 2004 in het kader van de begrotingsvoorbereiding 2005. Het budget 2004 wordt in verband met het prestatiecontract tussen de IB-Groep en het ministerie van OCW wordt met een bedrag van € 0,6 miljoen bijgesteld. Een beleidsmatige mutatie van – € 3,0 miljoen betreft de afroming van de vermogenspositie van de IB-Groep (tot maximaal 5% van de omzet). De ontvangsten zijn met € 0,1 miljoen gedaald. Dit betreft een autonome bijstelling 2004 van de raming bij begrotingsvoorbereiding 2005.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
15
12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 12 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen
393 521
395 921
– 207
395 714
Uitgaven
393 521
395 921
– 207
395 714
TS 17VO 18+ TS 18+
319 713 54 831 7 437
311 813 53 931 18 637
0 78 – 23
311 813 54 009 18 614
IBG
11 540
11 540
– 262
11 278
Ontvangsten
12 981
10 281
37
10 318
6 181 6 500 300
4 681 5 600
37 0
4 718 5 600
TS 17VO18+ TS 18+
Toelichting mutaties Voor tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten is sprake van een daling van de uitgaven met € 0,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 0,1 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,3 miljoen gedaald. In verband met het prestatiecontract tussen de IB-Groep en het ministerie van OCW wordt het budget verhoogd met een bedrag van € 97 000. Als gevolg van de begrotingsvoorbereiding 2005 wordt het budget op dit artikel bijgesteld met een bedrag van € 38 000. Een beleidsmatige mutatie van – € 0,5 miljoen betreft de afroming van de vermogenspositie van de IB-Groep (tot maximaal 5% van de omzet). De stand van de ontvangsten is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004 niet gewijzigd. 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 13 (x € 1 000)
Uitgaven IBG
Lesgeldontvangsten
Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
3 550 3 550
3 550 3 550
– 81 – 81
3 469 3 469
423 733
428 533
– 43
428 490
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
16
Toelichting mutaties Bij de uitgaven op het artikel lesgelden is sprake van een daling van per saldo € 0,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 33 000 betreft dit technische mutaties. In verband met het prestatiecontract tussen de IB-Groep en het ministerie van OCW wordt het budget verhoogd met een bedrag van € 30 000. Een beleidsmatige mutatie van – € 0,1 miljoen betreft de afroming van de vermogenspositie van de IB-Groep (tot maximaal 5% van de omzet). De lesgeldontvangsten zijn met € 43 000 gedaald ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Dit betreft de autonome bijstelling van de raming 2004 in het kader van de begrotingsvoorbereiding 2005. 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 14 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
2 384 825 263 395
2 332 406 263 395
45 272
2 377 678 263 395
Uitgaven
752 179
756 265
45 272
801 537
Programma+uitgaven
743 595
747 632
43 113
790 745
Kunsten Podiumkunsten Film Beeldende kunst/bouwkunst/ vormgeving Amateurkunst en kunsteducatie Kunsten algemeen
361 395 201 019 22 021
362 636 201 019 22 021
632 1 799 214
363 268 202 818 22 235
76 189 28 935 33 231
76 205 28 935 34 456
586 22 – 1 989
76 791 28 957 32 467
47 282 29 521 15 686 2 075
47 290 29 521 15 875 18.94
424 406 54 – 36
47 714 29 927 15 929 1 858
256 992 136 881 74 741 15 830 4 470 25 070
259 543 138 342 76 879 16 830 4 470 25 156
35 638 19 220 28 058 – 11 907 – 149 416
295 181 157 562 102 803 4 923 4 321 25 572
8 231
7 196
– 100
7 096
69 695 35 410 34 285
70 967 36 643 34 324
6 519 932 5 587
77 486 37 575 39 911
8 584
8 633
2 159
1 0 792
494
494
7 125
7 619
Verplichtingen Waarvan garanties
Letteren en bibliotheken Bibliotheken Letteren Overig Cultureel erfgoed Musea Monumentenzorg Archeologie Archieven Overig Overig Programma-uitgaven overig RAD Uitvoeringsdiensten Apparaatuitgaven Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor cultuur is sprake van een stijging van de uitgaven met € 45,2 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
17
Voor € 12,8 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 32,4 miljoen gestegen. De ontvangsten zijn met € 7,1 miljoen gestegen, dat zijn alleen technische mutaties geweest.
Toelichting per operationele doelstelling De verhoging van het budget met € 45,2 miljoen zijn voornamelijk het gevolg van de volgende beleidsmatige mutaties: • verhoging van het budget met € 20 miljoen voor de instandhouding van rijksmonumenten om urgente restauraties te kunnen uitvoeren, voornamelijk in de sector van de zgn. «kanjers»; • verhoging van het budget met € 11,6 miljoen voor de aanschaf van de roerende collectie HKH Juliana. 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 15 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garanties
843 776
880 111
– 11 766
868 345
Uitgaven Publieke omroep Migranten Zero base Efficiency taakstelling Ontvangsten Ontvangsten (m.n. Ster) Ontvangsten (Zero base)
844 265 850 865 3 400
– 11 766 – 11 525
868 834 874 795 3 400
– 10 000 257 164 220 419 36 745
880 600 886 320 3 400 880–241 – 10 000 341 220 302 339 38 881
Saldo uitgaven en ontvangsten
586 501
539 380
609 950
De rijksomroepbijdrage bedraagt
622 287
623 214
623 214
639 – 82 336 – 82 336
– 10 000 258 884 220 003 38 881
Toelichting mutaties Voor media is sprake van een daling van de uitgaven met € 11,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004 als gevolg van technische mutaties. De ontvangsten zijn met € 82,3 miljoen gedaald. Ook de ontvangsten zijn technisch van aard.
Publieke omroep Als gevolg van € 12 miljoen lagere reclame-inkomsten daalt het uitgavenbudget voor de publieke omroep met een gelijk bedrag. Ontvangsten (m.n. Ster) De reclame-inkomsten over 2004 zullen € 12 miljoen lager uitkomen dan oorspronkelijk is begroot. Omdat de verkoop van het NOB niet volledig is afgerond, wordt het hierop betrekking hebbende budget van € 70,3 miljoen verschoven van 2004 naar 2005.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
18
16. Onderzoek en wetenschappen
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 16 (x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garanties
726 134
989 605
10 497
1 000 102
Uitgaven
767 491
809 403
5 992
815 395
Programma-uitgaven Onderzoeksbestel Specifieke beleidsthema’s Coördinatie en samenwerking
763 662 706 201 48 321 9 140
805 574 712 818 85 024 7 732
6 036 5 187 926 – 77
811 610 718 005 85 950 7 655
285 285
285 285
43 43
328 328
3 544
3 544
– 87
3 457
88 535
119 775
0
119 775
Programma-uitgaven overig Uitvoeringsorganisatie CFI Apparaatuitgaven
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor onderzoek en wetenschappen is sprake van een stijging van de uitgaven met per saldo € 6,0 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 6,9 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van beleidsmatige mutaties is de begroting met € 0,9 miljoen gedaald (zie hieronder). De ontvangsten zijn gehandhaafd op het niveau van de eerste suppletore begroting.
Toelichting per operationele doelstelling Een kasverschuiving van € 0,9 miljoen in verband met de bekostiging van het international Institute for the Study of Islam in the modern world (ISIM).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
19
17. Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 17 (bedragen x € 1 000) Stand ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
46 097 0
318 361 0
– 298 121 0
20 240 0
Uitgaven Loonbijstelling Prijsbijstelling Nader te verdelen Asielzoekers
46 097 38 268 0 7 829 0
318 361 317 541 0 820 0
– 298 121 – 317 541 0 19 420 0
20 240 0 0 20 240 0
0
0
0
0
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor het artikel nominaal en onvoorzien is sprake van een daling van de uitgaven en de verplichtingen met € 298,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Het betreft voor de technische mutaties – € 292,7 miljoen en voor de autonome en beleidsmatige mutaties – € 5,4 miljoen.
Loonbijstelling De bijstelling op de post loonbijstelling wordt grotendeels veroorzaakt door de uitdeling naar de verschillende beleidsterreinen. In de 1e en 2e suppletore begroting is dit artikelonderdeel verhoogd met de loonbijstelling tranche 2004 en additionele middelen voor onder meer de gestegen pensioenpremies. Met dit totaal aan middelen wordt voor alle beleidsterreinen een nullijn gerealiseerd. De verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsterreinen is in de onderstaande tabel weergegeven. Loonbijstelling (bedragen x € 1 000) 2004 Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs Internationaal beleid Arbeidsmarkt en personeelsbeleid Informatie- en communicatie technologie Studiefinanciering Cultuur Media Onderzoek en wetenschappen Nominaal en onvoorzien Ministerie algemeen Inspecties Adviesraden
126 136 95 377 32 402 18 704 31 177 94 1 775 33 862 7 275 475 5 953 – 1 684 1 019 579 58
Totaal
320 235
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
20
Nader te verdelen De mutatie van € 19,4 miljoen op dit onderdeel wordt grotendeels verklaard door een saldo van mee- en tegenvallers. Het overschot in 2004 van € 20,2 miljoen wordt merendeels veroorzaakt door een meevaller van € 11 miljoen op de regeling zij-instroom van het beleidsterrein arbeidsmarkt en personeelsbeleid en een kasschuif van € 4 miljoen naar de aren 2005 en 2006 ten behoeve van de veiligheidsenveloppe. 18. Ministerie algemeen
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 18 (x € 1 000) Stand Ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
152 529 0
174 557 0
– 17 573 5 500
156 984 5 500
Apparaatuitgaven Bestuursdepartement Overige uitvoeringsorganisaties Uitvoeringsorganisaties onverdeeld
152 529 95 889 25 853 30 787
174 557 108 938 33 046 32 573
– 23 073 33 043 – 33 046 – 23 070
151 484 141 981 0 9 503
975
975
0
975
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor het ministerie (algemeen) is sprake van een daling van de uitgaven met € 23 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Voor € 52,6 miljoen betreft het een daling als gevolg van technische mutaties. Door autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 29,6 miljoen gestegen.
Bestuursdepartement Het artikelonderdeel «bestuursdepartement» is beleidsmatig verhoogd met: • € 10,1 miljoen voor de kosten voor het onderzoek van de Commissie Schutte, de kosten voor de projectdirectie en de ondersteuning van de projectdirectie. Deze kosten worden gedekt uit de opbrengsten als gevolg van invordering. • € 12,5 miljoen in verband met de oude APK-problematiek. Deze beleidsmatige verhoging is uitvoerig toegelicht in de verdiepingsbijlage van de begroting 2005. • € 4,3 miljoen door het afromen van de IBG-reserve (tot maximaal 5% van de omzet) in een periode van twee jaar. Gezien de onwenselijkheid van een te grote reserve, is er onderzoek bij de IBG gedaan naar de hoogte van de zogenoemde weerstandsreserve benodigd voor de bedrijfsvoering. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat 5% van de omzet reëel is. Om dit te bereiken wordt in 2004 en 2005 de reserve afgeroomd. De overige mutaties zijn technisch van aard.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
21
19. Inspecties
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 19 (x € 1 000) Stand Ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
45 298
46 899
2 283
49 182
Apparaatuitgaven Onderwijsinspectie Cultuurinspecties
45 298 43 907 1 391
46 899 45 508 1 391
2 283 2 198 85
49 182 47 706 1 476
0
0
0
0
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor de inspecties is sprake van een stijging van de uitgaven met € 2,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Het betreft allen technische mutaties. 20. Adviesraden
Budgettaire gevolgen van beleid Budgettaire gevolgen artikel 20 (bedragen x € 1 000) Stand Ontwerpbegroting 2004
Stand 1e suppletore begroting 2004
Mutaties 2e suppletore begroting 2004
Stand 2e suppletore begroting 2004
Verplichtingen Waarvan garantieverplichtingen
6 501 0
7 893 0
897 0
8 790 0
Apparaatuitgaven Onderwijsraad Raad voor Cultuur AWT
6 501 2 658 3 002 841
7 893 2 992 3 272 1 629
897 – 32 174 755
8 790 2 960 3 446 2 384
0
0
0
0
Ontvangsten
Toelichting mutaties Voor de adviesraden is sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,9 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2004. Het betreft allen technische mutaties.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 909, nr. 2
22