Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1995–1996
24 122
Partie¨le herziening Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (Hanzelijn, Axel–Zelzate, Meppel–Ramspol)
Nr. 5
DEEL 3: KABINETSSTANDPUNT Hanzespoorlijn Lelystad–Zwolle Tekst Kaarten Flevolijn Weesp–Lelystad Tekst Kaarten Spoorlijn Axel–Zelzate Tekst Kaarten Meppel–Ramspol Tekst Kaarten Nota van toelichting 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inleiding Aanleiding tot de tweede partie¨le herziening Wat is er gebeurd met de reacties op het ontwerp? Lelystad–Zwolle Axel–Zelzate Meppel–Ramspol Vervolgprocedure Milieuparagraaf en compensatiebeginsel SGR
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
3
Kabinetsstandpunt tweede partie¨le herziening van het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer, deel e (TK 91–92, 20 922, nr. 114) (Hierbij is nog geen rekening gehouden met de in procedure zijnde eerste partie¨le herziening van het SVV-2: de voorgenomen toevoeging van de spoorverbinding tussen de Betuweroute en de grensovergang bij Oldenzaal. Deze tweede herziening dient als additioneel aan de voorgenomen eerste herziening te worden beschouwd.) HANZESPOORLIJN LELYSTAD–ZWOLLE Spoorwegnet Personenvervoer
Tekst Aan de tekst van het overzicht nieuwe spoorwegverbindingen wordt toegevoegd: – omschrijving: Lelystad–Zwolle – status: c (= nieuwe of te verbeteren verbinding, Trace´wetprocedure nog niet doorlopen) – HTA: ja – toelichting: spoorlijn als onderdeel van de nieuwe hoofdtransportas (HTA) Schiphol–Amsterdam Zuid WTC–Lelystad–Zwolle In de staat «verbindingen die niet onmogelijk mogen worden gemaakt» vervalt Lelystad–Kampen.
Kaarten Op de kaarten «Spoorwegnet Personenvervoer» en «Spoorwegnet Personenvervoer (aanpassingen infrastructuur)» wordt de verbinding Lelystad–Zwolle indicatief opgenomen en vervalt Lelystad–Kampen. Op de illustratieve kaart «Spoorwegnet» (wijzigingen t.o.v. SVV-1) wordt de verbinding Lelystad–Zwolle eveneens opgenomen en vervalt Lelystad– Kampen. Op de kaart «Spoorwegnet Personenvervoer» wordt de verbinding Schiphol–Amsterdam Zuid WTC–Lelystad–Zwolle opgenomen als hoofdtransportas. De aangepaste kaarten zijn bij deze partie¨le herziening gevoegd en maken daar onderdeel van uit. Spoorwegnet Goederenvervoer
Tekst Aan de tekst van het overzicht «nieuwe verbindingen» wordt toegevoegd: – omschrijving: Lelystad–Zwolle – status: c (= nieuwe of te verbeteren verbinding, Trace´wetprocedure nog niet doorlopen) – HTA: nee – toelichting: spoorlijn als onderdeel van de verbinding via de Flevolijn (Weesp–Lelystad–Zwolle)
Kaarten Op de kaart «Spoorwegnet Goederenvervoer» wordt de verbinding Lelystad–Zwolle indicatief opgenomen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
4
De aangepaste kaart is bij deze partie¨le herziening gevoegd en maakt daar onderdeel van uit. FLEVOLIJN WEESP–LELYSTAD Spoorwegnet Goederenvervoer
Tekst Aan de tekst van het overzicht «te verbreden verbindingen, electrificatieprojecten, etc.» wordt toegevoegd: – omschrijving: Weesp–Lelystad – status: – HTA: nee – toelichting: betreft opname Flevolijn in het spoorwegnet goederenvervoer als onderdeel van de verbinding via de Hanzelijn (Weesp– Lelystad–Zwolle)
Kaarten Op de kaart «Spoorwegnet Goederenvervoer» wordt de verbinding Weesp–Lelystad opgenomen. De aangepaste kaart is bij deze partie¨le herziening gevoegd en maakt daar onderdeel van uit. SPOORLIJN AXEL–ZELZATE Spoorwegnet Goederenvervoer
Tekst Aan de tekst van het overzicht «nieuwe verbindingen» wordt toegevoegd: – omschrijving: Axel–grensovergang Zelzate – status: c – HTA: nee – toelichting: verbinding ten oosten van het kanaal Gent–Terneuzen
Kaarten Op de kaart «Spoorwegnet Goederenvervoer» wordt de verbinding Axel–Zelzate indicatief opgenomen. Tevens wordt de verbinding opgenomen op de illustratieve kaart «spoorwegnet» (wijzigingen t.o.v. SVV-1). De aangepaste kaarten zijn bij deze partie¨le herziening gevoegd en maken daar onderdeel van uit. MEPPEL–RAMSPOL Hoofdvaarwegennet
Tekst Aan de tekst van het overzicht «aanpassingen hoofdvaarwegennet» wordt toegevoegd: – omschrijving: Meppel–Ramspol – status: – hoofdvaarweg: ja – toelichting: opwaardering tot hoofdvaarweg
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
5
In het overzicht «Reservering potentie¨le hoofdvaarweg» vervalt de regel met betrekking tot de vaarweg naar Meppel.
Kaarten Op de kaarten «Hoofdvaarwegennet», «Hoofdvaarwegen» (wijzigingen t.o.v. structuurschema vaarwegen) en «Hoofdvaarwegennet» (aanpassingen infrastructuur) wordt Meppel–Ramspol als hoofdvaarweg opgenomen. De reservering als potentie¨le hoofdvaarweg via de Spooldersluis vervalt. De aangepaste kaarten zijn bij deze partie¨le herziening gevoegd en maken daar onderdeel van uit.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
6
NOTA VAN TOELICHTING 1. Inleiding Voor u ligt deel 3 van de tweede partie¨le herziening van het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV-2): het kabinetsstandpunt. Het vormt een onderdeel van de planologische kernbeslissing (pkb) procedure uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De procedure is gestart in april 1995 met het uitbrengen van deel 1 waarin het kabinet voorneemt de spoorlijnen Lelystad–Zwolle (Hanzelijn) en Axel–Zelzate (goederenspoorlijn in Zeeuws–Vlaanderen) indicatief als nieuwe verbindingen en Meppel–Ramspol als hoofdvaarweg in de betreffende bij het SVV-2 behorende staten en kaarten op te nemen. Het opnemen van deze spoorverbindingen in het SVV-2 door middel van deze partie¨le herziening maakt het mogelijk de Trace´wetprocedure te volgen. In de partie¨le herziening zijn trace´varianten nog niet aan de orde. Het kabinetsvoornemen (deel 1) is vervolgens onderwerp geweest van inspraak, advisering en bestuurlijk overleg. In deel 2 zijn de reacties op het kabinetsvoornemen samengevat en gebundeld. Het bevat de hoofdlijnen uit de inspraak, de adviezen en de resultaten uit het bestuurlijk overleg. Deel 2 is uitgebracht op 25 oktober 1995. Het kabinetsstandpunt (deel 3) wordt ter goedkeuring aangeboden aan de Tweede Kamer en vervolgens aan de Eerste Kamer der StatenGeneraal. Tot slot zal de uiteindelijke tekst van de herziening van het SVV-2 worden gepubliceerd als deel 4. Na opname in het SVV-2 door deze partie¨le herziening zal voor de twee spoorlijnen de Trace´wetprocedure gestart kunnen worden. In de volgende hoofdstukken zullen de aanleiding tot de tweede partie¨le herziening van SVV-2 aan de orde komen en per onderdeel een toelichting op de herziening mede in het licht van de reacties op het ontwerp. Vervolgens wordt ingegaan op de vervolgprocedure en de milieuparagraaf en het compensatiebeginsel Structuurschema Groene Ruimte (SGR). 2. Aanleiding tot de partie¨le herziening Zoals in deel 1 van deze tweede partie¨le herziening van het SVV-2 is uiteen gezet, wordt de aanleg van de spoorlijnen Lelystad–Zwolle (Hanzelijn) en Axel–Zelzate (goederenspoorlijn in Zeeuws-Vlaanderen) van een dermate groot belang geacht dat zo snel mogelijk als de zorgvuldigheid toelaat de noodzakelijke procedures zullen worden doorlopen. Dit is ook toegezegd. De Tweede Kamer, de betrokken provincies en diverse gemeenten dringen eveneens aan op het snel uitvoeren van de procedures. Op dit moment ontbreekt echter voldoende grondslag in SVV-2 om de Trace´wetprocedures officieel te kunnen starten middels het uitbrengen van de startnotitie. Daarnaast is voor de vaarweg Meppel–Ramspol aan de eisen voor een hoofdvaarweg voldaan door het overschrijden van de grens van 10 000 containers per jaar. Toegezegd is dat de status van de vaarweg wordt aangepast als het SVV wordt herzien. Dit is nu aan de orde. Door middel van de herziening zullen de spoorlijnen indicatief als
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
7
nieuwe verbindingen en Meppel–Ramspol als hoofdvaarweg op de betreffende bij het SVV-2 behorende staten en kaarten worden aangegeven. Er zijn geen andere projecten, waarvoor aanpassing van het SVV urgent is. Deel 1, het ontwerp van de tweede partie¨le herziening van SVV-2 is uitgebracht op 24 april 1995. 3. Wat is er gebeurd met de reacties op het ontwerp? In deel 1 is het ontwerp van de tweede partie¨le herziening opgenomen. Dit ontwerp is onderwerp geweest van inspraak, advisering en bestuurlijk overleg. Van 1 mei tot 30 juni 1995 was er voor een ieder de mogelijkheid om op het ontwerp te reageren. Door middel van een advertentie in de landelijke, regionale en huis-aan-huisbladen, werd deze mogelijkheid aangekondigd. Het ontwerp werd in de provinciehuizen van Drenthe, Gelderland, Overijssel, Flevoland en Zeeland, in een aantal gemeentehuizen en openbare bibliotheken van deze provincies ter visie gelegd. In het kader van deze procedure werden in totaal 16 schriftelijke en 2 mondelinge reacties ontvangen. Daarnaast heeft met de betrokken bestuursorganen (zoals provincies, gemeenten en waterschappen) bestuurlijk overleg over de partie¨le herziening plaatsgevonden. In deel 2 is een rapportage van de hoofdlijnen van de inspraak opgenomen evenals de verslagen van het bestuurlijk overleg, de brief van de Raad voor de Ruimtelijke Ordening (RaRO) en de bevindingen van het Overlegorgaan Verkeersinfrastructuur (OVI). Deel 2 is uitgebracht op 25 oktober 1995. Mede aan de hand van de uitkomsten van inspraak, advisering en overleg heeft het kabinet zijn standpunt ten aanzien van de tweede partie¨le herziening neergelegd in dit deel 3. In zijn algemeenheid kan naar aanleiding van de reacties op de ontwerp partie¨le herziening de conclusie getrokken worden dat er veel draagvlak voor de voorgestelde herziening aanwezig is. De Raad voor de Ruimtelijke Ordening beschouwt de partie¨le herziening als een formele stap om de Trace´wetprocedure in gang te kunnen zetten en acht een inhoudelijk advies vooralsnog niet aan de orde. Mede naar aanleiding van de reacties wijkt het kabinetsstandpunt op enkele punten af van het ontwerp. Het betreft de verbinding via de Flevolijn (Weesp–Lelystad) en Hanzelijn (Lelystad–Zwolle). Flevolijn en Hanzelijn worden in het spoorwegnet goederenvervoer opgenomen. Daarnaast wordt de Hanzelijn in het spoorwegnet personenvervoer opgenomen als onderdeel van de nieuwe hoofdtransportas Schiphol– Amsterdam Zuid WTC–Lelystad–Zwolle. Per onderdeel zal hierna op de reacties worden ingegaan voor zover deze betrekking hebben op hetgeen in de pkb-procedure aan de orde is. Trace´varianten komen in de Trace´wetprocedure aan de orde. Tevens komen dan de reacties die betrekking hebben op bezwaren van landschappelijke en infrastructurele aard, de invloed op het leefmilieu, waaronder aspecten als geluid en risico, aan de orde. In de Trace´wetpro-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
8
cedure voor de spoorlijnen is weer voorzien in inspraak, advisering en overleg. In die procedure zullen de desbetreffende reacties worden meegenomen. 4. Lelystad–Zwolle (Hanzelijn)
4.1. Onderbouwing Het wordt van groot belang geacht dat door aanleg van de Hanzespoorlijn (Lelystad–Zwolle) een ontbrekende schakel in het landelijk en regionaal spoorwegnet wordt ingevuld. Door de realisatie van deze spoorlijn kunnen de openbaar vervoerverbindingen en reistijden tussen vooral de noordvleugel van de Randstad (Amsterdam/mainport Schiphol) en het noorden en noordoosten van ons land aanzienlijk verbeteren. Dit is van groot belang voor de daargelegen stedelijke knooppunten (inclusief Zwolle). Ook worden de hoofdsteden van Flevoland en Overijssel direct met elkaar verbonden via het railnet. De huidige spoorverbinding is aanzienlijk langer en trager dan de verbinding over de weg. Aanleg van de Hanzelijn kan het ook voor automobilisten aantrekkelijker maken om het openbaar vervoer te gebruiken. De flexibiliteit van het netwerk zal eveneens toenemen door het cree¨ren van een alternatieve route. De Hanzelijn wordt voor de verdere economische ontwikkeling voor het noorden en noordoosten van ons land en voor de provincie Flevoland van groot belang geacht. De spoorlijn maakt ook een einde aan de eenzijdige orie¨ntatie van Almere en Lelystad op de Randstad. Deze argumenten worden door de betrokken provincies en vele gemeenten onderschreven. Mede naar aanleiding van een vergelijkende studie voor de Zuiderzeeen Hanzespoorlijn van 14 juni 1993 en de reacties daarop, een motie van de Tweede Kamer van 8 november 1993 en de brieven van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 december 1993 aan de Tweede Kamer en van 19 januari 1994 aan o.a. de betrokken provincies, is de start van de aanleg van de Hanzelijn opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) 1995–1999. In het MIT 1996–2000 is de Hanzelijn opgenomen in de planstudietabel Spoorwegnet Personenvervoer. Als projectkosten wordt als globale raming een bedrag van f 1224 miljoen vermeld met als uitvoeringsperiode 2000–2007. Tevens kan verwezen worden naar de besluitvorming in het kader van het Tweede Tactisch Pakket (het investeringsprogramma spoorweginfrastructuur), zoals op 19 september 1995 aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hierin is de koers inzake de spoorinfrastructuur vastgesteld voor de jaren tot 2005 met een doorwerking naar latere jaren binnen het totaalkader van het SVV-2. De Hanzelijn vormt een belangrijk onderdeel van het Tweede Tactisch Pakket. Daarin wordt tevens onderkend dat vervoerovergang van de huidige verbinding naar de Hanzelijn zal plaatsvinden met consequenties voor de prioriteit van projecten op de huidige verbinding.
4.2. Reacties op het ontwerp In het kader van inspraak, bestuurlijk overleg en advisering zijn naar aanleiding van het ontwerp een aantal zaken aan de orde gesteld. De reacties zijn samengevat en gebundeld in deel 2 van deze partie¨le herziening. In het algemeen is er brede steun voor het voornemen van het kabinet om Lelystad–Zwolle indicatief als nieuwe verbinding in het SVV-2 op te nemen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
9
Speciaal wordt nadere aandacht gevraagd voor verheldering van de functie van de Hanzelijn in het spoorwegnetwerk, helderheid over het mogelijke goederenvervoer over de lijn en verheldering van de functie van de lijn in het kader van de hoofdtransportassen voor het personenvervoer per spoor. Inspraak, bestuurlijk overleg en het Overlegorgaan Verkeersinfrastructuur (OVI) geven als richting aan dat de Hanzelijn een hoogwaardige verbinding in het spoorwegnetwerk voor personenvervoer van SVV-2 dient te worden, waar ook goederenvervoer op mogelijk moet zijn. Buiten het kader van de procedure voor de partie¨le herziening is door de Provinciale planologische commissies van Flevoland, Gelderland en Overijssel aandacht gevraagd voor het vervoer van goederen en voor snelle treinverbindingen via de Hanzelijn in internationaal verband.
4.3. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp Mede op basis van de reacties op het ontwerp zijn in dit kabinetsstandpunt diverse aanpassingen opgenomen. Het gaat alleen om aanpassingen in relatie met de Hanzelijn.
Goederenvervoer Naar aanleiding van de reacties is de functie van de Hanzelijn voor het goederenvervoer nader bezien. Geconcludeerd wordt dat de verbinding via Flevolijn (Weesp–Lelystad) en de Hanzelijn (Lelystad–Zwolle) wel een functie kan vervullen voor het goederenvervoer. Via de Flevolijn en de Hanzelijn ontstaat namelijk een alternatieve verbinding voor het goederenvervoer van IJmond en Rijnmond met noord en oost Nederland en het aangrenzende Europese achterland. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van de reeds in SVV-2 opgenomen goederenvervoerverbinding Duivendrecht–Diemen. Railned acht overigens de functie voor het goederenvervoer beperkt. In het kader van de nieuwe situatie, waarbij het Rijk verantwoordelijk is voor de aanleg, het onderhoud en de toedeling van de infrastructurele capaciteit is het van belang dat er zo min mogelijk barrie`res zijn voor toekomstige potentie¨le gebruikers. Daarnaast kan de Hanzelijn dienen als alternatieve route in geval van stremmingen elders in het netwerk. Evenals voor het personenvervoer neemt de flexibiliteit van het netwerk voor het goederenvervoer daardoor toe. Doordat er nu geen doorgaand goederenvervoer plaatsvindt is de huidige functie van de Flevolijn (Weesp–Lelystad) voor het goederenvervoer zeer beperkt. Bij aanleg van de Flevolijn is wel rekening gehouden met een dergelijke functie. Civieltechnisch zijn er geen speciale beperkingen. Gezien de mogelijkheden voor het goederenvervoer en in lijn met de reacties op het ontwerp wordt de verbinding via de Flevolijn en Hanzelijn nu opgenomen in het «Spoorwegnet Goederenvervoer» van SVV-2. Een nadere afweging over het nut van het geschikt maken van de Hanzelijn voor goederenvervoer zal plaatsvinden in het kader van de Trace´wetprocedure.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
10
Hoofdtransportas personenvervoer Schiphol–Amsterdam Zuid WTC–Lelystad–Zwolle Naar aanleiding van de reacties is de functie van de verbinding via de Hanzelijn als hoofdtransportas voor het personenvervoer nader bezien. Zoals ook in het ontwerp van deze partie¨le herziening is bedoeld, wordt de Hanzelijn gezien als onderdeel van de nieuwe hoofdtransportas Schiphol–Amsterdam Zuid WTC–Lelystad–Zwolle. Het is de bedoeling daar de mogelijkheid te scheppen met snelle reizigerstreinen te kunnen rijden die onder andere doorrijden richting noorden. Voor de Hanzelijn wordt vooralsnog uitgegaan van maximumsnelheden van 200 km/uur. In de Trace´wetprocedure zullen snelheidsvarianten nader worden bestudeerd. Overigens sluit de functie van de Hanzelijn als hoofdtransportas voor het personenvervoer andere functies niet uit. Het gaat vooral om de regionale functie en de functie voor het goederenvervoer. Op een potentie¨le functie van de Hanzelijn in internationaal verband zal hierna worden ingegaan. In lijn met de reacties wordt deze hoofdtransportas nu helder in tekst en kaarten van SVV-2 opgenomen.
Internationale functie van de Hanzelijn In het conventionele netwerk zou de Hanzelijn een functie kunnen gaan vervullen voor internationale treinen in de relatie met Duitsland. Daarnaast wordt op dit moment echter niet uitgegaan van een functie van de Hanzelijn als onderdeel van een mogelijke hoge-snelheidsverbinding richting Hannover–Berlijn/Hamburg. Mede in verband met mogelijke ontwikkelingen rond de Nederlandse luchtvaartinfrastructuur is in de toekomst een dergelijke functie echter niet uit te sluiten. Gedurende de Trace´wetprocedure zal rekening worden gehouden met de actuele ontwikkelingen. Voor de Hanzelijn wordt vooralsnog gestreefd naar een maximumsnelheid van 200 km/uur, hetgeen een functie als onderdeel van een hoge-snelheidsverbinding niet uitsluit. In het kader van de Trace´wetprocedure zullen de kosten en de ruimtelijke en milieu-consequenties van snelheidsvarianten worden onderzocht.
4.4. Standpunt naar aanleiding van overige reacties Reacties die betrekking hebben op trace´varianten komen in de Trace´wetprocedure aan de orde. Tevens komen dan de reacties die betrekking hebben op bezwaren van landschappelijke en infrastructurele aard, de invloed op het leefmilieu, waaronder aspecten als geluid en risico, aan de orde. Overigens is de huidige trace´voorkeur van de gemeente Kampen in deel 2 niet juist weergegeven. In de Trace´wetprocedure zal ook rekening worden gehouden met de ontwikkelingen rond de luchthaven Lelystad. De invulling hiervan is mede afhankelijk van het beleid dat de komende jaren ten aanzien van de luchthaven zal worden ontwikkeld. Zodra het SVV-2 door middel van deze partie¨le herziening is aangepast zal de Trace´wetprocedure kunnen worden gestart.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
11
De Zuiderzeelijn (Lelystad–Heerenveen–Groningen) blijft in het SVV-2 opgenomen als «niet onmogelijk te maken verbinding». Dit is in lijn met de besluitvorming in 1993. Ook in de actuele situatie t.a.v. de verantwoordelijkheid van het Rijk voor de railinfrastructuur wordt prioriteit gegeven aan de Hanzelijn. De aanleg van een gedeeltelijke Zuiderzeelijn (Lelystad–Heerenveen) als alternatief voor de Hanzelijn wordt niet overwogen. Een dergelijke gedeeltelijke Zuiderzeelijn heeft wel voordelen voor de verbinding met Friesland maar geen functie voor de relatie Schiphol–Lelystad–Zwolle en voor noord oost Nederland. De Hanzelijn geeft voordelen voor al die relaties. Een voorgesteld onderzoek naar de mogelijke verbetering van de relatie tussen Flevoland en het gebied Apeldoorn–Dieren–Arnhem (en verder richting zuid-Duitsland) valt buiten het bereik van deze partie¨le herziening. 5. Axel–Zelzate Het goederenspoornet in de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone is aangesloten op het Belgische net via de bestaande spoorlijn op de westelijke oever van het kanaal Gent–Terneuzen. De bestaande bedrijfsterreinen op de oostelijke kanaaloever zijn op deze spoorlijn aangesloten via de weg-spoorbrug bij Sluiskil. Over het spoornet in Zeeuws-Vlaanderen werd in 1992 circa 900 000 ton goederen getransporteerd. Circa 80% van deze hoeveelheid werd gegenereerd door bedrijven op de oostelijke oever. Tijdens de behandeling van het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport 1993–1997 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal, via een aangenomen motie, de regering uitgenodigd, te bevorderen een goederenspoorlijn aan te leggen op de oostelijke oever van het kanaal Gent–Terneuzen. De verbinding werd in het MIT 1994–1998 opgenomen als studieproject. In het MIT 1996–2000 is de verbinding opgenomen in het planstudie-programma Spoorwegnet Goederenvervoer. In de betreffende motie wordt benadrukt dat de besluitvorming omtrent de vervanging van de brug bij Sluiskil dient te worden losgekoppeld van een besluit over de spoorlijn op de oostelijke kanaaloever van eerder genoemd kanaal. Voor Axel–Zelzate is in het MIT voorlopig rekening gehouden met f 43 miljoen. Voorts is in het Plan van Aanpak in het kader van het ROM project Kanaalzone Zeeuws-Vlaanderen – met bijbehorende mede door de Minister van Verkeer en Waterstaat ondertekende intentieverklaring – de verbetering van de grensoverschrijdende infrastructuur op de oostelijke kanaaloever eveneens als project opgenomen. Een dergelijke railverbinding wordt door betrokken partijen in de regio van groot belang geacht teneinde de spoorverbinding tussen het Belgische net en de industrieterreinen op de oostelijke oever te bekorten en het knelpunt dat de brug bij Sluiskil vormt op te lossen. Evenals voor de Hanzelijn is geconcludeerd dat eerst het SVV-2 aangepast moet worden alvorens de Trace´wetprocedure te kunnen starten. Tijdens het bestuurlijk overleg gehouden op 9 juni 1995 werd geconcludeerd dat er ten aanzien van Axel–Zelzate sprake is van unanieme instemming met de voorgestelde partie¨le herziening van het SVV-2. Uit de ontvangen inspraakreacties, van de provincie Zeeland en de Zeeuwse Milieufederatie, blijkt dat ook insprekers de voorgestelde herziening ondersteunen. De Zeeuwse Milieufederatie merkt daarbij op dat het een gemiste kans zou zijn als in het SVV niet de mogelijkheid wordt geboden om ook
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
12
personenvervoer per spoor in de Trace´wetprocedure mee te nemen. In een eerder uitgevoerd vooronderzoek wordt geconcludeerd dat medegebruik door reizigerstreinen op grote problemen stuit. Het gebruik van de spoorbaan door reizigerstreinen stelt andere, sterk afwijkende technische eisen aan het trace´. Het aantal potentie¨le treinreizigers op de relatie Terneuzen–Gent is zeer beperkt. Het geschikt maken van de railverbinding voor personenvervoer is daarmee niet te rechtvaardigen. Verwezen wordt naar een in 1993 verricht onderzoek op dit terrein. Er wordt daarom vastgehouden aan het voornemen om deze spoorlijn alleen voor goederenvervoer te gebruiken. Het Overlegorgaan Verkeersinfrastructuur (OVI) stelt voor in het kader van de planontwikkeling inzake de spoorverbinding tussen Axel en Zelzate tegelijkertijd aandacht te besteden aan de problematiek rond de brug bij Sluiskil. Gezien de strekking van bovenvermelde motie wordt dit voorstel niet overgenomen. Zodra het SVV-2 is aangepast zal de Trace´wetprocedure kunnen worden gestart. 6. Meppel–Ramspol Recent heeft de omvang van het transport over de vaarweg Meppel– Ramspol het niveau bereikt van meer dan 10 000 containers per jaar. Dit niveau wordt als structureel beoordeeld. Daarmee wordt aan het SVV 2-criterium voor hoofdvaarweg voldaan. Gezien het voorstel het SVV-2 voor de bovenvermelde spoorlijnen te herzien, wordt het gezien de toezeggingen van de Minister van Verkeer en Waterstaat (in de begrotingsbehandeling in 1992 en in de brief aan de gemeente Meppel van 14 juni 1993) politiek gewenst geacht ook de wijziging van de status van Meppel–Ramspol tot hoofdvaarweg mee te nemen. In het SVV-2 is de verbinding reeds gereserveerd als potentie¨le hoofdvaarweg. Voor Meppel–Ramspol zullen langere bedieningstijden van de sluizen het gevolg zijn, overeenkomstig de status van hoofdvaarweg. Dit vergt extra personele inzet/kosten. Voorts zijn op termijn nog enige aanpassingen aan de vaarweg te verwachten en eventueel een vergroting van de sluis te Zwartsluis. Als kostenraming moet gedacht worden in de orde van f 30 miljoen. Uiteraard zal bij aanpassingen bij het Zwarte Meer rekening gehouden worden met de Natuurbeschermingswet. Inpassing van deze kosten en die van personeel zullen te zijner tijd plaatsvinden overeenkomstig de gebruikelijke prioriteitsstellingprocedures van het MIT. Op de voorgenomen statusverandering van de vaarweg is instemmend gereageerd. Aandacht is gevraagd voor investeringen in de vaarweg, zoals ten behoeve van de keersluis bij Zwartsluis, en verbeteringen van de bedieningstijden van de kunstwerken. Zoals hierboven aangegeven wordt dit verder op de gebruikelijke wijze beoordeeld. De suggestie om verschillende waterstaatkundige werken te combineren, zoals waterkeringen, A50 en werken aan de waterweg zal verder in de desbetreffende projectstudies aan de orde kunnen komen. Gezien de instemmende reacties zijn er in dit kabinetsstandpunt geen wijzigingen ten opzichte van het ontwerp opgetreden. Meppel–Ramspol verkrijgt daarmee de status van hoofdvaarweg.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
13
7. Vervolgprocedure Dit kabinetsstandpunt wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het parlement. Na goedkeuring van de partie¨le herziening door de Tweede en Eerste Kamer heeft de vaarweg Meppel–Ramspol de status van hoofdvaarweg en kunnen voor de Hanzelijn en voor de goederenspoorlijn Axel–Zelzate de betreffende Trace´wetprocedures worden gestart. De uitkomst van elke Trace´wetprocedure is een besluit over het al dan niet aanleggen van de verbinding en indien besloten wordt tot aanleg – een besluit over de precieze ligging van de verbinding. In de Trace´wetprocedure is op verschillende momenten inspraak mogelijk. Daarnaast zal er sprake zijn van veelvuldig overleg met de betrokken overheidsorganen. De eerste stap in de Trace´wetprocedure betreft het uitbrengen van de startnotitie. Daarin wordt onder meer ingegaan op de mogelijke traceringen van de spoorlijnen. Over deze startnotitie is inspraak mogelijk. 8. Milieuparagraaf en compensatiebeginsel SGR In het kader van het SVV-2 worden milieuvriendelijke vervoerwijzen waaronder het openbaar vervoer en het goederenvervoer per spoor en vervoer via het water gestimuleerd om de groei van het (vracht-) autoverkeer te kunnen beperken. Voor een nadere toelichting op de milieudoelstellingen wordt verwezen naar het SVV-2, het Nationaal Milieubeleidsplan plus (NMP+) en het NMP2. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur kunnen negatieve gevolgen voor de omgeving ontstaan. Dergelijke effecten zijn niet aan de orde in deze procedure van de partie¨le herziening van het SVV, maar zullen in de Trace´wetprocedure worden bezien. De omgevings-effecten van de diverse traceringsalternatieven zullen daar worden beschreven en afgewogen tegen het nul-alternatief (niets doen) en een alternatief waar uitsluitend verbeteringen in het reeds aanwezige spoornetwerk worden aangebracht. Daarbij zal, conform de uitgangspunten van het Structuurschema Groene Ruimte (SGR), tevens de inzet van mitigerende en compenserende maatregelen nader worden beschouwd. De trace´besluiten zullen uiteindelijk voorzien in een integraal plan voor landschappelijke inpassing, mitigatie en compensatie. De opwaardering van de vaarweg Meppel–Ramspol tot hoofdvaarweg heeft geen directe milieu consequenties.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
14
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
15
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
16
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
17
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
18
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
19
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
20
KAART
Tweede Kamer, vergaderjaar 1995–1996, 24 122, nrs. 4–5
21