Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1992-1993
20541
Stimulering van kwaliteitszorg en logistiek management in ondernemingen
Nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 2 juli 1993 1. Inleiding In 1988 werd het Programma Kwaliteit & Logistiek (K&L) bij u aange– kondigd, dat als doel heeft het bedrijfsleven meer aandacht te laten besteden aan de invoering van kwaliteitszorg en logistiek management (brief van 25 april 1988, kamerstukken II, 20 541, nummer 1). In 1991 is besloten het Programma met twee jaar te verlengen tot eind 1993. Het einde van het Programma is nu in zicht. Het ligt in de bedoeling om het Programma in zijn geheel te evalueren. De eindeva– luatie is voorzien voor de eerste helft van 1994. Om die reden beperk ik mij nu tot een korte schets van de activiteiten en resultaten sinds mijn voorgaande voortgangsrapportage van 24 juni 1992. De activiteiten liggen voornamelijk op de volgende terreinen: - de kennisinfrastructuur op het gebied van kwaliteit en logistiek en de instellmg van de Nederlandse Kwaliteitsprijs (§ 2); - demonstratieprojecten gericht op integratie van zorgsystemen (§ 3); - kennisoverdracht (§ 4); - inpassing van logistiek in het onderwijs (§ 5). Ook besteed ik in deze rapportage aandacht aan de stand van zaken in het bedrijfsleven rond de thema's kwaliteit en logistiek (§ 6). Tot slot wordt beknopt de stand van zaken rond de projecten en de mutaties ten opzichte van de rapportage van juni 1992 weergegeven (§ 7). De bijlage bij deze rapportage geeft een overzicht van de projecten die sinds medio 1992 van start zijn gegaan.
313804F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's Gravenhage 1993
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 541, nr. 9
2. (Kennis-)lnfrastructuur Kwaliteit De in december 1991 geïnstalleerde Stuurgroep Nederlandse Kwaliteit, bestaande uit managers die ervaring hebben met het introdu– ceren van integrale kwaliteitszorg in hun organisatie, heeft het afgelopen jaar flink aan de weg getimmerd. Tijdens de Kwaliteitsdag, gehouden op 11 november 1992, werd de Nederlandse Kwaliteitsprijs en de «verbeteronderscheiding» geïntroduceerd. Met de Stichting Koning Willem I bestaan nauwe contacten om tot afstemming met de gelijk– namige prijs te komen. De kwaliteitsprijs wordt voor het eerst in 1993 uitgereikt. De criteria voor prijs en onderscheiding zijn over het algemeen goed ontvangen. De indruk bestaat echter dat veel bedrijven zich nog niet klaar achten om al dit jaar mee te dingen. Uitwerking van specifieke criteria voor de non-profitsector vergt nog de nodige inspanning. Bij een aantal activiteiten wordt de Stuurgroep ondersteund door het veelvormige veld van organisaties die zich met kwaliteitszorg bezig– houden, gebundeld in het «Kwaliteitsplatform». Hoewel de bereidheid tot gezamenlijke inspanning veelal aanwezig is, kun je nog niet spreken van een echte krachtenbundeling. Aan een duidelijker structuur, bijvoorbeeld op grond van jaarthema's, wordt dan ook gewerkt. Het Documentatie– en Informatie Centrum (DIC), ondergebracht bij de Stichting Kwaliteitsdienst (KDI), begint zich langzaam te ontwikkelen tot centraal informatiepunt op het gebied van kwaliteitszorg. Een goede marketing vereist voortdurende aandacht. Daarnaast is de ontwikkeling van nieuwe kennis gestructureerd aangepakt, waarbij sinds januari 1993 het Kennis ontwikkelings Centrum (KOC) optreedt als makelaar tussen vragers en aanbieders van nieuwe kennis. Gebruikers (bedrijven) en aanbieders (wetenschap) spelen hierin een rol. Problemen bij de infrastructuur op het gebied van kwaliteitszorg liggen in de organisatie en de financiering op wat langere termijn. Bewust– making is per definitie moeilijk «uit de markt» te financieren. Bij een aantal bestaande orgamsaties is dit een marginale activiteit die slechts kan bestaan bij de gratie van inkomsten uit advisering en opleidmg Maar continuïteit en onafhankelijkheid van commerciële belangen zijn vooral voor de organisatie van de kwaliteitsprijs een levensvoorwaarde. Zaken als kwaliteitsprijs, centraal informatiepunt en kennisontwikkeling vergen een ruime aanlooptijd voordat successen zichtbaar worden. De uitdaging voor het komende jaar is de veelheid van bewustma– kingsinspanningen te bundelen en tegelijkertijd daarvoor een financiële basis te creëren vanuit bedrijfsleven, kennisinfrastructuur en overheid opdat die basis voldoende onafhankelijk is van directe commerciële activiteiten. De bijdrage van de overheid dient een breder draagvlak te ktïjgen dan van mijn departement alleen. Slechts dan kan de doelstelling van de Stuurgroep ten aanzien van de non-profitsector, waarvan ik het belang van harte onderschrijf, ook werkelijk inhoud krijgen. Logistiek Uit de in september 1992 gehouden enquête (zie ook § 6) komt naar voren, dat de aandacht voor logistiek management zich stabiliseert. Evenals uit de enquête van 1991 blijkt ook nu dat bijna de helft van de bedrijven zich niet bewust is van de noodzaak om iets aan logistiek management te doen; minder bedrijven dan in 1991 zijn van plan met logistiek management te starten.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20541, nr. 9
Het is dus noodzakelijk het belang van logistiek management te blijven onderstrepen. In de voortgangsrapportage van medio 1992 is al aange– geven dat dat vooral een taak is voor de bestaande organisaties binnen de logistieke kennisinfrastructuur. Dat zijn onder andere de vereniging Logistiek management te Den Haag, de Stichting Logistica te Rijswijk en het Logistiek Trainings Centrum (LTC) te Tilburg. Het Logistiek Trainings Centrum, financieel gesteund via de Programma's Kwaliteit & Logistiek en Toeleveren & Uitbesteden, draait nu ruim een jaar en is begonnen met een opleidingsprogramma. Het is aan de genoemde organisaties om het belang van logistiek, waaronder logistiek management, en de daarvoor opgezette opleidingen uit te dragen. Een goede onderlinge afstemming draagt bij aan een doorzichtige infrastructuur op logistiek gebied. In de logistiek ontstaat een steeds grotere vervlechting van logistieke hardware, transport– en distributie-logistiek, en aan– en afvoerlogistiek. Die ontwikkeling naar een mtegrale logistieke benadering uit zich eveneens in een toenemende verwevenheid van de verschillende organi– saties die actief zijn op de genoemde onderscheiden logistieke terreinen en logistieke opleidingen. Het combineren van de verschillende invals– hoeken en functies draagt bij tot een sterkere positie van Nederland op het gebied van de logistiek. 3. Kennisoverdracht De projecten die in het kader van het Programma Kwaliteit & Logistiek zijn uitgevoerd leveren een grote hoeveelheid en verscheidenheid aan produkten op: handboeken, computer-programma's op floppy disk, opzet van leerprogramma's en cursussen en materiaal daarvoor, video's, etc. Wat betreft de overdracht van kennis kan een onderscheid gemaakt worden tussen de doelgroep, direct in het verlengde van de ontwikke– laars (bijvoorbeeld bedrijven uit dezelfde branche) en de veel grotere groep «overigen». Kennisoverdracht aan de eerstgenoemde groep zit in vrijwel alle projecten mgebakken of is er later aan toegevoegd. In de voortgangsrapportage van juni 1991 is als doel gesteld de oogst aan projectresultaten ook bij niet direct betrokkenen een zo groot mogelijke bekendheid te geven, de opgedane kennis te verspreiden en de toepassing ervan te stimuleren, opdat een maximaal effect uit het Programma wordt gehaald. Naast voorlichting aan branche-organisaties via direct mail zijn de produkten van het Programma via het blad «Kwaliteit in Bedrijf» en het Documentatie– en Informatie Centrum onder de aandacht gebracht. Van de mogelijkheid om met subsidie elders ontwikkelde projectresultaten aan te passen voor eigen gebruik is door een vijftal branche-organisaties gebruik gemaakt. Afgezet tegen de moeite die is gedaan om branches te interesseren is dit een mager resultaat. Over het algemeen is de indruk, dat de belangstelling voor het leren van andere branches niet erg groot is. Daarnaast is de conclusie, op basis van de laatste enquête onder het bedrijfsleven (september 1992, zie navolgende § 6), dat de belangstelling voor kwaliteitszorg en logistiek management zich ten opzichte van vorige jaren heeft gestabiliseerd. Wellicht is de conjunctuuromslag daar mede debet aan. Aan de andere
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 541, nr. 9
kant kan ook worden geconstateerd, dat met name kwaliteitszorg veel aandacht krijgt in symposia, in regionale projecten, etc. En er zijn vele organisatie-adviesbureaus die met al dan niet zelf ontwikkelde methoden bedrijven van dienst kunnen zijn. De produkten van het Programma Kwaliteit & Logistiek hebben «concurrentie» van andere produkten, hetgeen overigens een goede zaak is. In het kader van de eerdergenoemde eindevaluatie van het Programma zal de feitelijke belangstelling voor en verspreiding en benutting van de produkten van het Programma nader worden onderzocht. 4. Integratie van zorgsystemen Het - geplande - aantal van tien demonstratieprojecten bij bedrijven is in gang gezet, waarvan een groot deel nog niet is afgerond. Deels hebben deze projecten betrekking op integratie van kwaliteitszorg en milieuzorg, deels ook op arbozorg en/of energiebeheer. De gekozen bedrijfssectoren zijn zodanig, dat zowel voor de grotere (proces-)industrie, als het Midden– en Kleinbedrijf ervaring wordt opgedaan met ontwikkelen en invoeren van methodieken voor parallelle danwel geïntegreerde benadering van de diverse zorgsystemen. Bij enkele projecten zijn naast Economische Zaken de Ministeries van Volks– huisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrokken. Duidelijk is nu al dat: - arbozorg en milieuzorg zich voor een groot deel op dezelfde leest laat schoeien als kwaliteitszorg volgens de systematiek van de IS0-9000; - veel bedrijven er de voorkeur aan geven een geïntegreerd zorgsysteem in te voeren. Afronding van de projecten - grotendeels voorzien voor ultimo 1993 moet nader inzicht geven in de mitsen en maren. Tegelijkertijd is duidelijk dat enkele van deze projecten verder gaan dan demonstratie van mogelijkheden voor de betreffende bedrijfscate– gorie. In feite worden «voornormen» ontwikkeld, die als input kunnen (en moeten) dienen voor reguliere normalisatieactiviteiten. Het NNI (Nederlands Normalisatie Instituut) is dan ook doende (met een bijdrage vanuit het Programma) een nationale inspanning te organi– seren, zowel voor milieuzorg (i.c. auditing daarvan) als voor een integraal zorgsysteem. Zo kan Nederland een flinke inbreng leveren in het interna– tionale normalisatiewerk van ISO. Ook voor de normalisatie van arbozorgsystemen is een normcommissie in oprichting. Buiten het kader van het K&L-Programma vallend, maar wel belangrijk in dit verband is het werk van de Interdepartementale Commissie voor Normalisatie en Certificatie. De ICN bekijkt hoe verschillende overheden hun beleid zodanig kunnen inrichten dat bedrijven daadwerkelijk voor één geïntegreerd zorgsysteem kunnen kiezen. De ICN inventariseert met behulp van de NEHEM ervaringen van overheidsdiensten met handhaving op systeemniveau en ontwikkelt aan de hand daarvan een handleiding. Een voorbeeld is de Arbeidsinspectie, die bij bedrijven, die beschikken over een arbozorgsysteem meer nadruk kan leggen op preventie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20541, nr. 9
5. Onderwijs en logistiek In de rapportage van juni 1991 is gesignaleerd dat er in kwalitatieve en kwantitatieve zin onvoldoende inzicht bestaat in de vraag naar en het aanbod van opgeleiden op logistiek gebied. Inmiddels is de aanzet gegeven tot een onderzoek op dat gebied. Basis voor het onderzoek zal zijn het eerder in het kader van het Programma uitgevoerde onderzoek naar beroepsprofielen op logistiek terrein. Maar nu wordt tevens een relatie gelegd met de fase van ontwikkeling waarin de bedrijven zich bevinden op hun weg naar integrale goederenstroom beheersing c.q. logistiek management. Ook wordt dit onderzoek gekoppeld aan het beroepsprofielenproject van de ELA (European Logistics Association) dat eveneens in 1993 plaatsvindt. Het project zal door de vLm (Vereniging Logistiek Management) worden uitgevoerd. In de voortgangsrapportage van juni 1992 is gemeld dat, ten behoeve van het begeleiden van genoemd onderzoek op initiatief van de NEHEM het Logistiek Overleg Onderwijs Bedrijfsleven (LOOB) in het leven is geroepen. Voor dit Overleg blijkt thans onvoldoende (finan– ciële) steun te vinden bij het bedrijfsleven. Voorts kwamen het afgelopen jaar diverse logistieke projecten op onderwijsgebied tot resultaten. Vele «speerpuntscholen» in het Hoger Beroepsonderwijs hebben hun project door middel van een symposium afgerond.
6. Stand van zaken in het bedrijfsleven In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft het bureau Research voor Beleid te Leiden in september 1992 - evenals in voorgaande jaren - een telefonische enquête gehouden onder Neder– landse bedrijven. Het doel was de stand van zaken rond kwaliteit en logistiek in het bedrijfsleven te inventariseren. Op basis van een steek– proef uit de bestanden van de Kamers van Koophandel en Fabrieken zijn zevenhonderdzeventig bedrijven benaderd. Ruim vierhonderd bedrijven (een respons van 54%) hebben aan de enquête meegewerkt. De bedrijven zijn werkzaam in de sectoren industrie, bouwnijverheid, groot– handel, detailhandel, transport en zakelijke dienstverlening. Aan de bedrijven is een reeks vragen voorgelegd met betrekking tot de aard en intensiteit van hun activiteiten op deze gebieden. De enquête-resultaten zijn, evenals in de rapportage van 1991, bewerkt met behulp van een fasen-model. Met dit model kunnen bedrijven worden ingedeeld in fasen van kwaliteitszorg en logistiek management. De resul– taten van de enquête en van het fasenmodel zijn door Economische Zaken in oktober 1992 verwerkt in een rapport «De stand van zaken in het bedrijfsleven in 1992». Hierna volgen de conclusies uit dat rapport. Kwaliteitszorg; Conclusies en uitkomsten van het fasenmodel De vraag van afnemers naar certificaten vormt de belangrijkste drijfveer voor bedrijven om met kwaliteitszorg bezig te zijn. Bedrijven laten kwaliteits-audits dan ook in toenemende mate door certificatie– instellingen verrichten. Meer bedrijven starten kwaliteitszorg nu met het opzetten van een kwaliteitshandboek. De vertaalslag naar de verschillende bedrijfsonder– delen vindt meer plaats in de vorm van concrete doelstellingen en actie– plannen. Daar staat tegenover, dat de betrokkenheid van het
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 541, nr. 9
management bij kwaliteitszorg, gemeten in de tijd die daaraan actief en systematisch wordt besteed, lager is dan in 1991. Kwaliteitszorg wordt gericht op een of enkele bedrijfsonderdelen of –activiteiten. Er is in het algemeen nog geen sprake van een integrale aanpak die het gehele bedrijf omvat. Het gebruik van beheersinstru– menten zoals de registratie van klachten en van kwaliteitskosten loopt terug. Externe oriëntatie, het verwerven van kennis van de markt, krijgt minder aandacht. De positieve en de negatieve ontwikkelingen houden elkaar globaal in evenwicht. Dat beeld komt ook naar voren uit de uitkomsten van het fasenmodel waarin de enquête-resultaten van de bedrijven zijn gewogen en getoetst aan criteria. Waarbij zij opgemerkt, dat de bedrijven beter scoren naarmate ze groter zijn. Tabel 1
Fasen van kwaliteitszorg
Fase 0 1 2 3
% geen actie begonnen met orde op zaken stellen interne beheersing, toepassing van instrumenten externe oriëntatie, inspelen op marktbehoefte
17 76 6 1
De tabel is vrijwel identiek aan die in 1991. Het overgrote deel van de bedrijven verkeert nog in de startfase. Er is geen doorbraak te consta– teren in de richting van integrale kwaliteitszorg. Kwaliteit scoort nog steeds hoog in de aandacht van het bedrijfsleven. 83% van de bedrijven heeft kwaliteitszorg als centraal beleidsthema. Per saldo is er echter geen toename ten opzichte van 1991. Een deel van de bij de enquête in 1991 door bedrijven aangekondigde plannen om met kwaliteitszorg te starten zijn kennelijk (nog) niet omgezet in daden. Thans nemen ook minder bedrijven zich voor om met kwaliteitszorg aan de slag te gaan. Kortom, de huidige stand van zaken in het bedrijfsleven ten aanzien van kwaliteitszorg vertoont ten opzichte van 1991 een stabilisatie. De aandacht voor integrale kwaliteitszorg lijkt te verflauwen. Het verwerven van een ISO-9000 certificaat is een prima start voor kwaliteitszorg, maar niet uit het oog moet worden verloren, dat certificering een eerste stap is en niet het einddoel. De weg naar integrale kwaliteitszorg is lang. En integrale kwaliteitszorg betekent continu verbeteren. Logistiek management; Conclusies en uitkomsten van het fasemodel Kostenbesparing wordt door de bedrijven gezien als verreweg de belangrijkste drijfveer om aan logistiek management te doen. Ontwikke– lingen in de markt (wat wil de klant, wat doet de concurrent) en vergroting van de flexibiliteit spelen nog steeds een ondergeschikte rol. De belangrijkste bedrijfsfuncties krijgen behoorlijk logistieke aandacht. Bij produktontwikkeling neemt aandacht voor logistieke aspecten toe, zij het dat deze functie nog laag scoort. Van een integrale, het gehele bedrijf omvattende aanpak van logistiek management is nog weinig sprake. Verwerving van logistieke kennis door bijvoorbeeld het bezoeken van seminars en het volgen van trainingen en opleidingen scoort ongeveer op
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20541, nr. 9
hetzelfde niveau als in 1991. Wel wordt meer extern advies ingewonnen, leveranciers van logistieke apparatuur en systemen worden nu duidelijk meer geraadpleegd dan logistieke adviesbureau's. Ongeveer evenveel bedrijven als in 1991 leggen hun logistieke doelstellingen vast. In de bedrijfsorganisatie worden rneer logistieke deelgebieden onderscheiden met eigen verantwoordelijkheid. De logis– tieke aspecten van de verschillende bedrijfsonderdelen en –activiteiten krijgen meer aandacht. Logistieke prestatie-indicatoren worden iets minder gebruikt als beheersinstrument. Het gebruik van deze indicatoren is ook minder gericht op de klant. Vrijwel alle bedrijven stellen dat de logistieke wensen van de afnemers bekend zijn. Wat de klant wil wordt echter door relatief weinig bedrijven regelmatig onderzocht. De externe oriëntatie neemt af. De hiervoor geschetste positieve en negatieve ontwikkelingen houden elkaar ongeveer in evenwicht, hetgeen ook tot uiting komt in de indeling van de bedrijven in fasen van logistiek management (tabel 2). Tabel 2
Fasen van logistiek management
Fase
0 1 2 3
% geen actie begonnen met orde op zaken stellen interne beheersing, toepassing van instrumenten externe oriëntatie, inspelen op marktbehoefte
46 41 8 5
De uitkomsten in voorgaande tabel verschillen weinig van die in 1991. lets meer bedrijven bevinden zich nu in de fasen 2 en 3. Waarbij zij opgemerkt, dat de grotere bedrijven beter scoren dan de kleine. Bijna de helft van de bedrijven doet echter (nog) niet aan logistiek management. Minder bedrijven dan in 1991 geven nu op, dat ze met logistiek management willen starten. Evenals bij kwaliteitszorg is de toepassing in het bedrijfsleven van logistiek management gestabiliseerd. 7. Stand van zaken rond de projecten/financiën In de periode sinds de voortgangsrapportage van juni 1992 zijn er negen nieuwe projecten gestart en een tweetal projecten verlengd met een omvangrijke tweede fase. Daarnaast is een aantal projecten uitge– breid met een vervolgfase gericht op verspreiding van de ontwikkelde kennis en gerealiseerde produkten. De geraamde kosten van deze projecten bedragen totaal circa f 6,2 miljoen, waaraan uit het K&L-budget een bijdrage is toegekend van circa f 2,4 miljoen. Voorts zijn er in het kader van het Programma in het afgelopen jaar bijdragen toegekend aan het Documentatie– en InformatieCentrum (DIC/KDI), het Kennis Ontwikkelings Centrum (KOC/KDI), de Stuurgroep Nederlandse Kwaliteit en het K&L-programmabureau van de NEHEM ter voorbereiding en begeleiding van projecten. In dezelfde periode zijn er drieëndertig projecten afgerond. De totale kosten bedroegen circa f 22,6 miljoen en de K&L-bijdrage daaraan circa f 10,8 miljoen. Rekening houdend met de hiervoor bedoelde mutaties zijn er sinds het begin van het Programma K&L in 1989 ruim honderdtien projecten begonnen (inclusief circa tien projecten uit de combinatie van het Programma Kwaliteit & Logistiek en het EZ-programma Toeleveren & Uitbesteden); daarvan zijn er inmiddels zo'n vijfentachtig (inhoudelijk)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 541, nr. 9
afgerond. De bijlage bij deze rapportage bevat een overzicht van de projecten die sinds de voortgangsrapportage van juni 1992 van start zijn gegaan. 8. Samenvatting en conclusies Het bewustzijn bij het Nederlandse bedrijfsleven dat kwaliteitszorg en logistiek management noodzakelijk zijn is nog steeds aanwezig; kwali– teitszorg blijft in dit opzicht aanzienlijk beter scoren dan logistiek management. Zoals te verwachten was, bij dit hoge niveau van belang– stelling, laat onderzoek zien dat de groei er uit is. Veel bedrijven zijn op pragmatische wijze bezig met kwaliteitszorg (via certificering) en logistiek (via kostenbeheersing). Het overgrote deel van de bedrijven verkeert nog in de startfase. Weinig bedrijven hebben het stadium van interne beheersing bereikt. Slechts enkele behalen het niveau van integrale en extern - op de markt - georiënteerde kwaliteitszorg en logistiek management. De belangstelling voor de projecten voor paral– lelle danwel geïntegreerde benadering van kwaliteits–, milieu– en arbozorgsystemen is groot. Het bedrijfsleven zal zich moeten blijven inspannen om kwaliteitszorg op een hoger plan te brengen. Het verkondigen van deze boodschap is in goede handen van de Stuurgroep Nederlandse Kwaliteit, die hiervoor met de Nederlandse Kwaliteitsprijs een prima instrument heeft geschapen. Hetzelfde geldt voor de organisaties op logistiek gebied Ik zal dan ook in overleg treden met het bedrijfsleven en andere betrokkenen om te bewerkstelligen dat deze infrastructuur van een stevige (financiële) basis wordt voorzien, opdat de verdieping van kwali– teitszorg en logistiek management bij bedrijven, ook na afloop van het Programma Kwaliteit en Logistiek van Economische Zaken, kan worden voortgezet. Over het resultaat zal ik rapporteren in de eindevaluatie van het Programma in 1994. De Minister van Economische Zaken, J. E. Andriessen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 541, nr. 9
8
Overzicht van gestarte projecten In de periode sinds de voortgangsrapportage van juni 1992 zijn in het kader van het Programma Kwaliteit & Logistiek de volgende projecten gestart. * Kennisoverdracht medische technologie Doel: het verspreiding in de sector medische technologie van de resul– taten (kennis, methoden, normen) van het inmiddels afgesloten K&L-project «Medische Technologie». Laatstgenoemd project had tot doel, het vaststellen en bevorderen van de invoering van normen voor een kwaliteitssysteem volgens ISO-9001/2 in de medische sector Tandheelkunde. * Vakbonden en kwaliteitszorg en logistiek management, fase 2 Betreft een tweetal grote projecten van het CNV en de FNV. Doel: overdracht van kennis rond kwaliteitszorg en logistiek management aan vakbondsbestuurders, kaderleden en ondernemingsraden. * Cursussen kwaliteitszorg voor autoschadebedrijven Doel: ontwikkeling en uitvoering van drietal oriëntatiecursussen; ontwikkelen van hulpmateriaal; individuele advisering. * Integratie van zorgsystemen voor kwaliteit, milieu en arbeids– omstandigheden Doel: nagaan of naast milieuzorg ook Arbo-zorg, zoals beschreven in de ARBO-wet en de wijzigingen daarop per 1-1-1993 geheel of gedeel– telijk opgezet kan worden overeenkomstig de NEN-ISO-9000 syste– matiek voor kwaliteitszorg. * Integratie van kwaliteits–, milieu– en Arbo-zorg voor de electronica-sector Doel: het ontwikkelen en implementeren van een operationeel systeem van in in-kwaliteitszorg-geïntegreerde milieu– en Arbo-zorg. * Kwaliteits– en milieu-werkboek ten behoeve van de banden– branche Doel: ontwikkeling, toetsing, demonstratie en verspreiding van werkboek inzake kwaliteits– en milieuzorg. * Milieu– en kwaliteitszorg in automobielbedrijven Doel: het demonstreren aan automobielbedrijven van de mogelijk– heden om in deze sector milieu– en kwaliteitszorg te integreren. * Integratie van milieu– en kwaliteitszorg bij vervoersbedrijven in de regio Midden-Brabant Doel: demonstratie van de mogelijkheden van integratie van milieu– en kwaliteitszorg in de transportsector. * Praktische aanpak brede vernieuwing ambachtelijke bedrijven Doel: het vaststellen en beschrijven van praktijk toepasbare vernieu– wingen in en aanpassingen van de bedrijfsvoering in verband met aspecten als kwaliteit, logistiek, Arbo-zorg, milieu, energie en techno– logie. Het project richt zich op een zestal branches in het MKB: banket– bakkersbedrijven, goud– en zilversmeden, kappers, rijwielreparateurs, schoenherstellers, schoenmakers, tandtechnische laboratoria.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20 541, nr. 9
9
* Kwaliteitszorg in de aardewerk-industrie Doel: opzetten van een totaal kwaliteitszorgsysteem voor de aardewerkindustrie. * Onderzoek Beroepsprofielen Logistiek Doel: het verkrijgen van kwalitatief en kwantitatief inzicht in de vraag naar en het aanbod van opgeleiden op logistiek gebied.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 20541, nr. 9
10