Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1998–1999
21 501-01
Interne Marktraad
Nr. 117
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ’s-Gravenhage, 26 oktober 1998 Ten behoeve van het Algemeen Overleg met uw commissie op 5 november a.s. doe ik u hierbij de geannoteerde agenda van de Interne Markt Raad van 9 november a.s. toekomen. De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, D. A. Benschop
KST31660 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1998
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-01, nr. 117
1
Geannoteerde agenda Interne Markt Raad d.d. 9 november 1998
Actieprogramma voor de Interne Markt Voor de laatste maal voordat het Actieprogramma voor de Interne Markt op 31 december 1998 afloopt zal de Commissie verslag doen van de voortgang met betrekking tot de uitvoering van dit Actieprogramma. Hier zal blijken dat veel van de voornemens zijn uitgevoerd of in gang gezet, maar niet allemaal. Vooral op gevoelige terreinen waarvoor in het Actieprogramma wetgeving was voorzien en waarvoor bovendien unanimiteit is vereist (fiscale harmonisatie, Europese Vennootschap), zijn niet alle doelstellingen gehaald. De Commissie zal ook een nieuw scorebord presenteren. Naast het gebruikelijke overzicht van de omzetting van Interne Marktrichtlijnen, zal dit scorebord ook een overzicht bevatten van de sectoren waar de omzetting van richtlijnen de meeste problemen oplevert. Daarnaast zal een overzicht worden gegeven van het aantal inbreukprocedures, waarbij ook per lidstaat zal worden aangegeven hoeveel van de inbreukprocedures uiteindelijk leiden tot een Hofzaak. Tenslotte zullen gegevens van een enquête onder bedrijven over het functioneren van de Interne Markt in het scorebord worden verwerkt. De Commissie zal tevens de stand van zaken met betrekking tot de toepassing van het begrip «wederzijdse erkenning» toelichten. De toegezegde Mededeling, waarin per sector de problemen worden opgesomd, is nog niet gereed en zal waarschijnlijk op de Interne Markt Raad in maart volgend jaar worden gepresenteerd.
Vereenvoudiging van wetgeving Onder dit agenda-onderdeel komen achtereenvolgens aan de orde de SLIM-exercitie, een verslag van het Voorzitterschap over de conferentie in Wenen van 12 en 13 oktober «Better regulation serves employment» en een verslag van de Commissie van de eerste resultaten van het Business Test Panel. Bij de SLIM-exercitie is de laatste stand van zaken dat de experts van SLIM III nagenoeg gereed zijn met de evaluatie van de richtlijnen. De teams die de richtlijnen Electromagnetische Compatibiliteit en verzekeringen hebben behandeld, hebben hun rapport gereed. Het team dat de afstemming van de stelsels van sociale zekerheid heeft geëvalueerd zal zeer binnenkort met een rapport komen. De Commissie zal tijdens de Raad nog niet op deze rapporten reageren. Tijdens de conferentie in Wenen van 12 en 13 oktober «Better regulation serves employment» is, in vervolg op de wetgevingskwaliteitconferenties in Scheveningen en Manchester, door ambtelijke deskundigen uit de vijftien lidstaten gesproken over deregulering, zowel nationaal als in Europees verband. In de ministeriële bijeenkomst, die door het Oostenrijkse Voorzitterschap parallel aan deze conferentie was belegd, en waar ik aan heb deelgenomen, zijn ervaringen op het gebied van deregulering uitgewisseld. Hier bleek dat behalve Nederland en het VK nog maar weinig landen een serieuze dereguleringsoperatie zijn begonnen. Het Europese Business Test Panel heeft als eerste vraag een voorgestelde aanpassing van een richtlijn inzake boekhouden voorgelegd gekregen. De Commissie zal de resultaten hiervan presenteren.
Openbare aanbestedingen De Commissie zal aangeven hoever zij is gevorderd met betrekking tot de uitvoering van de voornemens uit de Mededeling over openbare aanbestedingen van maart 1998. In deze Mededeling zijn de prioriteiten op het gebied van openbare aanbestedingen voor de komende vijf jaar
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-01, nr. 117
2
vastgelegd. Onder deze prioriteiten vallen onder andere de vereenvoudiging van de regelgeving betreffende openbare aanbestedingen, het gebruik maken van moderne media (zoals internet) om aanbestedingsprocedures te vergemakkelijken en een strikter toezicht op de naleving op de regelgeving door sneller een infractieprocedure te starten. Nederland is voorstander van het snel uitvoeren van de voornemens uit de Mededeling. Nederland heeft zelf alle aanbestedingsrichtlijnen volledig geïmplementeerd en ziet er op toe dat zij ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, onder andere door regelmatig overleg te voeren met degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn (zoals lagere overheden).
Verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid De Raad wordt mogelijk gevraagd een politiek akkoord vast te stellen over een ontwerp-richtlijn die beoogt de positie te verbeteren van personen die schade lijden, terwijl zij zich met hun motorvoertuig in een andere lidstaat bevinden. De reden voor deze richtlijn is het feit dat sinds 1972, toen de richtlijn die voorzag in verplichte wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering werd aangenomen, het grensoverschrijdende verkeer fors is toegenomen. Omdat de afwikkeling van schadegevallen in het buitenland veel gecompliceerder is dan die in het eigen land, werd de behoefte gevoeld verkeersslachtoffers die in een ander lidstaat schade lijden, extra te beschermen. Deze bescherming bestaat onder andere uit een rechtstreeks vorderingsrecht van verkeersslachtoffers op de verzekeraar van de aansprakelijke persoon en de oprichting van een schadevergoedingsorgaan dat is belast met de vergoeding van schade indien de verzekeraar zich weigerachtig opstelt. Nederland kan in grote lijnen instemmen met deze richtlijn. Zij vormt een logische aanvulling op eerdere richtlijnen op dit terrein.
Voorwaardelijke toegang De Raad zal het richtlijnvoorstel inzake rechtsbescherming van diensten gebaseerd op, of bestaande uit, voorwaardelijke toegang aannemen. Het voorstel beoogt een adequate rechtsbescherming te bieden voor televisieen radio-omroepdiensten van de informatiemaatschappij, waarvoor moet worden betaald en waarvoor de toegang afhankelijk is gemaakt van technieken zoals encryptie en versleuteling. Dergelijke diensten zijn onder meer betaaltelevisie, video on demand, audio on demand en elektronische uitgeverij. Doel van de richtlijn is de harmonisatie van maatregelen tegen apparaten of methoden die ongeoorloofde toegang tot beschermde diensten mogelijk maken. De richtlijn bepaalt dat de lidstaten op hun grondgebied de volgende activiteiten verbieden: – het vervaardigen, invoeren, verspreiden, verkopen, verhuren of in bezit hebben voor commerciële doeleinden van apparaten of methoden om op illegale wijze toegang te krijgen tot een beschermde dienst; – het installeren, onderhouden of vervangen voor commerciële doeleinden van dit soort illegale apparaten of methoden; – promotieactiviteiten in dit verband. De lidstaten zullen in passende sancties moeten voorzien om inbreuken op dit verbod tegen te gaan en de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat verrichters van beschermde diensten, van wie de belangen door een inbreuk worden geschaad, toegang krijgen tot passende rechtsmiddelen. Nederland kan instemmen met het voorstel zoals het voorligt, dat een bevestiging is van het eerder aangenomen Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-01, nr. 117
3
Electronic Commerce De Commissie zal mogelijk een presentatie geven van een richtlijnvoorstel over een aantal juridische aspecten van electronic commerce. De officiële tekst van de richtlijn is nog niet ontvangen. Naar verluidt betreft het een voorstel dat is gebaseerd op de Mededeling over electronic commerce die de Commissie in 1997 heeft opgesteld. Doel van het voorstel zou zijn het wegnemen van obstakels op een aantal terreinen, die de werking van de Interne Markt voor electronic commerce kunnen verstoren. De Commissie is, zoals reeds werd aangegeven in de Mededeling, van mening dat met betrekking tot electronic commerce een aantal juridische onduidelijkheden bestaat.
Commerciële Communicatie De Commissie zal mogelijk verslag doen van de stand van zaken bij de oprichting van een expertgroep voor commerciële communicatie. De Commissie heeft in 1996 een Groenboek uitgebracht over commerciële communicatie, waaronder wordt verstaan: alle vormen van reclame, direct marketing, sponsoring, verkoopbevordering en public relations waarmee producten en diensten worden aangeboden. Naar aanleiding van de reacties van lidstaten op het Groenboek heeft de Commissie een Mededeling opgesteld, die tijdens de Interne Markt Raad van 30 maart jl. werd gepresenteerd. Eén van de voorstellen uit de mededeling was het oprichten van een expertgroep voor commerciële communicatie. De hoofdoelstellingen van de expertgroep zijn: – verbetering van de uitwisseling van standpunten tussen de Commissie en de lidstaten; – de Commissie bijstaan bij het vinden van oplossingen voor mogelijke problemen op het gebied van grensoverschrijdende commerciële communicatiediensten; – gegevens te verstrekken en de uitwisseling van informatie te verbeteren over nationale maatregelen op het gebied van grensoverschrijdende commerciële communicatie; – de Commissie assisteren bij het oprichten en exploiteren van een databank met gegevens over dit onderwerp. Daarnaast worden in de Mededeling de volgende onderwerpen als prioritair aangewezen: wetgeving inzake oneerlijke concurrentie, sponsoring, bescherming van minderjarigen en misleidende reclame. De expertgroep is reeds twee maal bijeen geweest. Zowel de Interne Markt Raad als de Consumenten Raad zullen toezicht houden op de werkzaamheden van de groep.
Kabelbanen De Raad wordt gevraagd een politiek akkoord vast te stellen over een richtlijn waarin de essentiële veiligheidseisen voor kabelbaaninstallaties worden geregeld. Conform de wens van onder andere Nederland worden géén essentiële eisen gesteld aan de exploitatie van kabelbaaninstallaties. De discussie bevindt zich in een eindfase en spitst zich toe op de wens van de Commissie om ook infrastructuur van subsystemen (aanpalende voorzieningen zoals wachthuisjes) in de richtlijn op te nemen. Inmiddels is reeds een compromisvoorstel besproken. De meeste lidstaten steunen dit compromis. De Commissie heeft vooralsnog een voorbehoud. Nederland heeft met betrekking tot de inhoud van het voorliggende voorstel geen specifieke punten of voorbehouden. Wel heeft Nederland vanaf het begin een algemeen voorbehoud tegen het voorstel aangetekend op grond van het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel. Nederland zal dit voorbehoud opheffen wanneer voldoende duidelijk
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-01, nr. 117
4
wordt dat lidstaten die geen nationale wetgeving op dit terrein hebben, voor deze richtlijn geen aparte wetgeving behoeven in te voeren.
Banden van motorvoertuigen en aanhangers De Commissie zal een voortgangsrapportage geven over een richtlijnvoorstel waarin de geluidseisen worden geregeld, waaraan banden moeten voldoen. De discussie in de Raad spitst zich toe op het punt om niet alleen geluidseisen te regelen, maar om ook vanuit oogpunt van veiligheid bepalingen met betrekking tot de grip van banden (adhesie) op te nemen in de richtlijn. Probleem is dat op het gebied van adhesie-eisen tot nu helemaal niets is geregeld omdat het aan de verantwoordelijkheid van fabrikanten werd overgelaten. De Commissie heeft dan ook aangegeven nu reeds geluidseisen te willen vastleggen en in een latere fase adhesieeisen te willen bezien. Op aandringen van de meeste lidstaten heeft de Commissie hierbij de toezegging gedaan dat uiterlijk op 31 december 2001 een wijziging zal worden voorgesteld betreffende de adhesie van banden. Nederland is van mening dat zowel geluids- als adhesie-eisen bestreken moeten worden door de richtlijn. Nederland kan echter leven met het voorstel om de eisen in twee fasen op te stellen.
Mededeling over het Groenboek levensmiddelen De Commissie zal een Mededeling presenteren over het Groenboek Levensmiddelen. Het Groenboek Levensmiddelen van mei 1997 geeft een beschrijving van het huidige levensmiddelenrecht en -beleid in Europa en bevat voorstellen voor verbetering van de effectiviteit en de transparantie. Nederland heeft bij de voorbereiding hiervan een actieve rol gespeeld. De Mededeling (Gezondheid van de consument en voedselveiligheid) is een aanvulling op het Groenboek en beschrijft de acties van de Commissie ter verbetering van de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid en ter verbetering van de controle- en inspectiewerkzaamheden. Nederland steunt de in de Mededeling van de Commissie inzake voedselveiligheid gekozen aanpak en hecht belang aan een goede en transparante wetenschappelijke advisering en aan een effectieve controle.
Cacao- en Chocoladerichtlijn Het Oostenrijkse Voorzitterschap heeft een oriënterend debat voorzien over de cacao- en chocoladerichtlijn. Dit onderwerp kwam ook aan de orde tijdens de lunch van de Interne Markt Raad van 18 mei jl. Daar bleek dat er nog steeds een blokkerende minderheid tegen het Commissievoorstel bestaat, hoewel er bij sommige lidstaten wel de bereidheid leek te bestaan om na te gaan onder welke voorwaarden ingestemd zou kunnen worden met het toestaan van cacaobotervervangende vetten in chocola. Het Voorzitterschap heeft daarom twee vragen opgesteld die aan de Raad zullen worden voorgelegd. Deze zijn of cacaobotervervangende vetten in chocola moeten worden toegelaten en onder welke voorwaarden dit zou moeten gebeuren. Nederland is voorstander van harmonisatie van het percentage cacaobotervervangende vetten in Europees verband en zet in op harmonisatie op nul procent.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 21 501-01, nr. 117
5