Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1999–2000
27 082
Raming der voor de Tweede Kamer in 2001 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 12
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 9 juni 2000 Het Presidium heeft met veel belangstelling kennis genomen van het verslag waaruit een brede betrokkenheid blijkt bij het functioneren van de Kamer. Bij de beantwoording van de vragen en opmerkingen, volgt het Presidium de indeling van het verslag. 1. Inleiding Het Presidium reageert allereerst op de vraag van de PvdA-fractie of er inhoudelijke dan wel financiële randvoorwaarden worden gesteld aan onderzoek door tijdelijke commissies. In het algemeen gelden hier dezelfde criteria als voor overige activiteiten van leden of commissies: deze activiteiten moeten geen doublures vormen van hetgeen elders al is geschied of beter kan geschieden en het Presidium moet instemmen met de begroting van de kosten. Het verificatiebureau waar de leden van de PvdA-fractie vervolgens naar vragen, zal, naar de mening van het Presidium, in die zin onafhankelijk moeten zijn dat het niet verbonden is aan bestaande instellingen. Het Presidium acht het niet zijn taak om – zoals de leden van de PvdAfractie het formuleren – de pers zodanig van informatie te voorzien dat het proces van toenemende belangstelling voor kamerleden als personen, wordt gekeerd. De invalshoek waaronder politieke verslaggeving plaats vindt, is en blijft de verantwoordelijkheid van de individuele media. De ontwikkeling van de informatievoorziening door de Kamer aan de burgers zal er vanzelf toe leiden dat deze direct kennis kunnen nemen van debatten zonder afhankelijk te zijn van allerlei vormen van selectie. Naar aanleiding van vragen uit de fracties van PvdA, VVD en D66, stelt het Presidium vast dat deze fracties positief zijn over de aangekondigde mogelijkheid beeld en geluid uit de plenaire zaal en uit openbare commissie vergaderingen via het Internet te gaan verspreiden. Met betrekking tot de vraag wanneer dit een feit kan zijn, kan het Presidium mededelen dat ná het gereed komen van Integratie van Bestanden, dus na het begin 2001 opleveren van Top-aas, onmiddellijk begonnen zal worden met de vernieuwing van de Internetsite van de Kamer en ook ons
KST46413 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2000
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
1
Intranet. Beeld en geluid zullen, samen met o.a. Top-aas en Parlando, dan via het Internet beschikbaar komen. Binnen een jaar kan het naar verwachting zo ver zijn. In ieder geval zal dan het geluid van de plenaire vergadering en van alle openbare commissievergaderingen beluisterd worden. Wat beeld betreft zullen externe voorzieningen getroffen moeten worden om de te verwachten grote vraag bij bepaalde debatten aan te kunnen zonder dat de website van de Tweede Kamer uit de lucht gaat. Bovendien is het wenselijk niet te volstaan met het beschikbaar stellen van kale beelden maar ook een zekere verrijking aan die beelden toe te voegen (onderwerp, spreker en interrumpant, resterende spreektijd etc.). Beeld en geluid zullen zeker niet exclusief via Internet verspreid worden. Wel moet erop gewezen worden dat weliswaar lang niet ieder huishouden beschikt over een Internetaansluiting, maar dat de dekking met Internet snel stijgende is. Langs de weg van Internet is de informatie ook verkrijgbaar daar waar geen kabel is, en in het buitenland. De geluidsoverdracht naar alle kabelnetten die daar belangstelling voor hebben, blijft overigens mogelijk. Op een vraag uit de fractie van de PvdA, antwoordt het Presidium dat de overdracht van het signaal van de zogenoemde draadomroep van de Tweede Kamer slechts gegarandeerd kan worden indien hiertoe een wettelijk voorschrift bestaat (de must-carry verplichting). Het Presidium zal bezien of het mogelijk is om via Internet ook een geluidsarchief beschikbaar te stellen van vergaderingen in het verleden. Dit geluidsarchief zal nog opgebouwd moeten worden en zal zeker niet alle opnamen van alle gehouden vergaderingen bevatten. Naar aanleiding van een vraag van de leden van de PvdA-fractie of de gedachte van een parlementair televisiekanaal wordt uitgewerkt, verwijst het Presidium naar de eindrapportage1 van een door hem ingestelde werkgroep onder leiding van het lid Cornielje (VVD). Hierin werd vastgesteld dat, ondanks de aanleg van glasvezelkabelnetten, het aantal beschikbare kanalen voor doorgifte gering is. Naar verwachting zal pas meer ruimte ontstaan wanneer het mogelijk is televisiesignalen langs digitale weg door te geven. Het Presidium volgt de ontwikkelingen op dit terrein met belangstelling. In antwoord op een vraag uit de fractie van de PvdA met betrekking tot groepsbezoeken, merkt het Presidium op dat groepsbezoeken aan de Tweede Kamer gratis zijn. Anders is dit indien groepen door tussenkomst van de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof een bezoek brengen. Deze stichting, die haar activiteiten uitoefent vanuit de kelder onder de Ridderzaal, is voor haar inkomsten voornamelijk afhankelijk van de entreegelden. De bezoekers krijgen tegen betaling een audiovisuele presentatie, een rondleiding door de Ridderzaal en – op niet-vergaderdagen – een bezoek aan de Tweede Kamer en/of Eerste Kamer. De stichting wordt reeds door een aantal participanten, waaronder de Tweede Kamer, financieel ondersteund.
1
Nogmaals ter inzage gelegd op het Presidiumsecretariaat.
Het Presidium is kennelijk niet duidelijk genoeg geweest toen het in de toelichting op de Raming schreef dat een beter samenspel nodig is tussen commissieactiviteiten en de plenaire vergadering. Aan de leden van de PvdA-fractie kan worden geantwoord dat het er hier om gaat om te vermijden dat op verzoek van één lid een onderwerp in de vorm van mondelinge vragen of in een plenair debat, aan de orde wordt gesteld terwijl dat onderwerp op de agenda van een vaste commissie staat. Hierbij ontstaat al gauw het gevaar van anticipatie waarbij één lid een
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
2
onderwerp «voor alle zekerheid» claimt omdat anders een ander lid dat misschien zal doen. Een geheel afdoende oplossing voor het probleem van het claimen van bepaalde onderwerpen – waar de leden van de fractie van D66 naar vragen – is niet aan te bieden. Wel kan worden bevorderd dat de Voorzitter en de gehele Kamer tenminste tijdig zijn geïnformeerd over hetgeen bij een vaste commissie op de agenda staat, tijdig vóórdat hetzelfde onderwerp plenair wordt geagendeerd. Overigens gaat het hier ook om een verandering van houding bij de leden. Het gaat niet aan om een onderwerp, waarvan op voorhand vaststaat dat er kamerbreed behoefte aan zal bestaan om het op enigerlei wijze te bespreken, via individuele acties als het ware te «claimen». Het ligt meer voor de hand om dan in de procedurevergadering van een commissie behandelingsalternatieven te bespreken vóórdat de kwestie plenair aan de orde komt. Naar aanleiding van een vraag van de leden van de fractie van de PvdA, kan het Presidium meedelen dat medewerkers op alle niveaus mogelijkheden voor loopbaanoriëntatie en opleidingen worden aangeboden om hun kansen op de gehele arbeidsmarkt te bevorderen. Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van het instrument interim functievervulling, in beide richtingen. Het Presidium is zich welbewust van het feit dat de doorstroommogelijkheden van de medewerkers van sommige ondersteunende diensten (met name: Restaurantbedrijf, Beveiliging en Schoonmaakonderhoud) naar departementen vrijwel nihil zijn omdat die diensten daar veelal zijn uitbesteed. Daarentegen is er onder meer door dezelfde uitbesteding ruim voldoende werkgelegenheid in deze branches in de particuliere sector. De bezetting bij de Beveiligingsdienst is overigens recentelijk redelijk vernieuwd (de gemiddelde leeftijd ligt daar onder het gemiddelde van de Tweede Kamer). Alleen bij de schoonmaak en de bediening binnen het Restaurantbedrijf ligt de gemiddelde leeftijd iets boven het algemene gemiddelde. Naar aanleiding van vragen uit de fracties van VVD en D66, merkt het Presidium op dat nagenoeg alle parlementaire informatie reeds passief beschikbaar is langs electronische weg. Het is duidelijk dat er daarnaast behoefte bestaat dat dit soort gegevens actief ter beschikking wordt gesteld van de leden, zoals nu reeds aan honderden personen de kameragenda en de diverse kamerschema’s per e-mail worden toegestuurd. In het kader van Integratie van Bestanden (Top-aas) zal het Presidium hiervoor de aandacht vragen van zowel de leden als de ambtelijke organisatie. De leden van de VVD-fractie juichen de ontwikkeling naar verminderd papiergebruik toe en vragen naar een kwantitatieve doelstelling en tijdpad voor het terugdringen van onnodig papiergebruik. Het Presidium wil toezeggen dat hieraan gewerkt zal worden in diverse kaders zoals Integratie van Bestanden (Top-aas), de opzet van de dienst Informatievoorziening, de nieuwe opzet van de brievenregistratie en de reorganisatie van de commissiebureaus. Leden zullen er in de toekomst op bedacht moeten zijn dat bepaalde essentiële informatie hen uitsluitend langs electronische weg zal bereiken. De nieuwe werkwijzen op dit gebied zullen daarom steeds uitvoerig en tijdig gecommuniceerd worden. Het voorgaande sluit aan bij het principebesluit van het Presidium te stoppen met het verspreiden van de gedrukte stukken in de enveloppen. Het alternatief hiervoor is Parlando. Direct na het zomerreces zullen opleidingstrajecten en cursussen worden gestart om alle gebruikers in staat te stellen optimaal van Parlando gebruik te maken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
3
Het Presidium is namelijk nog steeds van oordeel dat het omslagproces soepel moet verlopen en nauw dient aan te sluiten bij de invoering van het project Integratie van Bestanden, waarvan de ingebruikneming begin 2001 is voorzien. Voor de invoering en begeleiding van het omslagproces wordt een Plan van Aanpak opgesteld. Het Presidium is voorts van mening dat ook na de omslag een vangnet nodig is in de vorm van een voorziening waardoor leden die daar behoefte aan hebben, over een complete, dagelijks bijgewerkte set stukken kunnen beschikken. De Griffie is met ingang van 8 mei een proef gestart met e-maildoorzending van stukken van de Regering aan de leden en plaatsvervangende leden van de vaste commisie voor Economische Zaken. Dat betekent dat de desbetreffende stukken direct na ontvangst van het electronische document ter Griffie aan deze leden zullen worden doorgezonden en dat deze leden daarna alsnog een kopie krijgen van het originele papieren document. Het e-maildocument heeft dus (vooralsnog) geen officiële status en wordt uitsluitend als vooraankondiging ter kennisneming toegezonden. Tot nu toe verloopt de proef voorspoedig en het ligt daarom voor de hand nog in de loop van dit jaar de proef uit te breiden naar andere vaste kamercommissies. In antwoord op de eerste prealabele vraag uit de CDA-fractie, wijst het Presidium er op dat de Tweede Kamer bij haar eigen budgettair beleid de algemene lijnen van het budgettair beleid van het kabinet volgt, tenzij er in het functioneren van het parlementair proces een noodzaak ligt, om daarvan af te wijken. Het Presidium heeft vooralsnog een dergelijke noodzaak niet vastgesteld waar het gaat om een inspanningsverplichting de uitgaven met f 1,8 mln te laten achterblijven bij het begrote bedrag. In antwoord op de tweede prealabele vraag uit de CDA-fractie wijst het Presidium erop dat de uitvoering van de voorstellen van de werkgroep Doelman-Pel (zie stuk 23 686, nr. 5) in de jaren 1998 en 1999 heeft geleid tot een uitbreiding van de fractieondersteuning, naar keuze van elke fractie kwalitatief of kwantitatief, met maximaal 50%. De formatie van het kamerpersoneel in de jaren 1998 t/m 2001 zal, bij aanvaarding van deze Raming in de orde van grootte van 5% toenemen, wederom deels kwalitatief, deels kwantitatief. De fractie van het CDA stelt voorts de vraag waarom in de Voorjaarsnota wel wordt gepleit voor extra geld en personeel voor de Kamer, maar niet voor de fracties. Het Presidium wil in dit verband niet onvermeld laten dat de mutaties bij Voorjaarsnota zonder uitzondering verband houden met het in kwalitatieve zin kunnen functioneren van «de politiek». Een illustratief voorbeeld betreft de inzet van de zogenoemde eindejaarsmarge ad f 1,4 mln ten behoeve van het project Integratie van Bestanden. Voorts is een verhoging met f 1,2 mln (HACCP en Halon) het gevolg van aangescherpte wetgeving. Overigens komt een deel van de voorgestelde verhoging (laptops leden thuis ad f 1,5 mln) rechtstreeks ten goede aan het functioneren van leden en fracties. Tenslotte wil het Presidium in dit verband niet onvermeld laten dat bij de dit jaar vastgestelde fractiekostenregeling over 1998 sprake was van een toename van de reservering met f 2,1 mln, als gevolg van het niet volledig benutten van fractiebudgetten, waar overigens goede redenen voor kunnen zijn. De leden van de CDA-fractie vragen naar de mogelijkheden om, lopende een onderzoek, terug te koppelen naar Presidium of Kamer. Een onderzoekscommissie, die al dan niet op voordracht van een vaste kamercommissie wordt ingesteld, is vrij in het kiezen van haar werkwijze, afgezien van enkele formele regels voor de omgang met externe bureaus. Het
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
4
Presidium heeft eerder bepaald dat een onderzoekscommissie gebruik maakt van de stafdienst Communicatie voor de contacten met de media. Het mandaat van onderzoekscommissies wordt vastgesteld door de Kamer. Als een lid meent dat een commissie haar mandaat overschrijdt, kan dat lid de Kamer om een uitspraak dienaangaande vragen. De fracties zijn vrij om een deel van hun budget te gebruiken voor onderzoek. Sommige fracties hebben hiervan in het verleden ook gebruik gemaakt. Het is het Presidium bekend dat bijna alle fracties medewerkers hebben die onderzoek verrichten. In antwoord op een vraag van de fractie van het CDA laat het Presidium weten dat het de mogelijkheid van een budgettaire onafhankelijkheid van de beide Kamers al wel geopperd heeft in (ambtelijk) overleg met de Eerste Kamer en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het meent dat een dergelijke onafhankelijkheid, zoals ook veel andere (Europese) landen die kennen, meer recht doet aan de positie van de Staten-Generaal in ons staatkundig bestel. Het is voornemens de instelling van een werkgroep, samengesteld uit medewerkers van de Eerste en Tweede Kamer en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te bevorderen die de voors en tegens ervan in kaart moet brengen en daarover aan de beide Kamers rapporteert. Als het Presidium spreekt over een parlementair verificatiebureau, dan denkt het aan een voorziening van enkele mensen die beschikken over methodische kennis van onderzoek, met name voor betreft het feitelijk waarderen van onderzoeksresultaten. De fracties kunnen van de diensten van dit bureau gebruik maken. Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fracties van het CDA, D66 en RPF/GPV over de Mobiliteitsbank rijksoverheid en de toegang van de fracties daartoe, kan het Presidium meedelen dat rijksbreed discussies gaande zijn die op langere termijn de toegankelijkheid van (onderdelen van) de bank zullen verbreden, onder meer in het kader van het Rijksoverheidsintranet (R.O.I.). Naast financiële en beheerstechnische kwesties zijn daarbij ook beveiligingsaspecten aan de orde. Er zijn echter geen toezeggingen gedaan dat niet-ambtenaren binnen de Kamer toegang zouden krijgen, slechts dat de mogelijkheden hiertoe onderzocht zouden worden. Op dit moment zijn vrijwel alle ministeries aangesloten op de bank. Het gaat daarbij om in totaal zo’n 100 000 ambtenaren. Op de vraag uit de D66-fractie ten aanzien van het toegenomen aantal procedurevergaderingen en de termijn waarop die worden geconvoceerd, antwoordt het Presidium dat, om de plenaire vergadering te ontlasten, met name ook de regeling van werkzaamheden, actuele kwesties meer dan vroeger eerst in commissieverband worden besproken, niet alleen inhoudelijk maar ook voor de afweging over verschillende procedurele alternatieven. Het Presidium is hierover verheugd omdat dat precies de taak is van vaste commissies. Op een vraag uit de fractie van D66, antwoordt het Presidium dat er verschillende redenen zijn die het onvermijdelijk maken dat leden en commissies meer buitenlandse reizen maken. In de eerste plaats bereiken de Voorzitter en sommige commissies zoals die voor EU-Zaken en Buitenlandse Zaken steeds meer uitnodigingen voor interparlementaire bijeenkomsten waar andere parlementen het initiatief toe nemen. Het Presidium en de desbetreffende commissies wegen steeds af in hoeverre Nederland daar vertegenwoordigd moet zijn, maar het is bijna altijd wenselijk om tenminste als waarnemer aanwezig te zijn. Totale afwezigheid van de Tweede (en de Eerste) Kamer zal immers al gauw geïnterpreteerd worden
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
5
als blijk van onverschilligheid dan wel zelfs als politiek inhoudelijke afwijzing. Hier komt bij dat de contacten op bijeenkomsten waar Nederland geen direct belang bij heeft – zoals bijvoorbeeld sommige van de in aantal toenemende Euro-mediterrane conferenties – toch nuttig kunnen zijn op latere bijeenkomsten waar wel een direct Nederlands belang bij is. Hiernaast stelt het Presidium vast dat de vaste commissies ook op eigen initiatief steeds vaker oriëntatie in het buitenland nodig achten. Het Presidium juicht het op zichzelf ook toe dat bestudeerd wordt hoe in landen als de Verenigde Staten en Japan problemen worden opgelost op het gebied van bijvoorbeeld volksgezondheid, onderwijs of verkeer. Uit een vergelijking blijkt dat per kamerlid in de Tweede Kamer aanzienlijk minder wordt uitgegeven aan commissiereizen (namelijk voor 1998 en 1999 per jaar gemiddeld f 2227,–) dan bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk (f 8251,–), Duitsland (f 3000,–) en Frankrijk (f 3018,–). Het Presidium is dan ook bereid tot een zekere verhoging van het reisbudget indien bij de behandeling van de Raming zou blijken dat daaraan behoefte bestaat. Anders dan de leden van de SP-fractie, meent het Presidium dat zo’n verhoging een bijdrage kan zijn tot het beter functioneren van het parlement. Ook de leden van de fractie van D66 stellen enkele vragen over wat zij noemen «bewegingen» op het budget van de Kamer. Het betreft hier echter een inspanningsverplichting die de Kamer op grond van ervaringscijfers meent te kunnen aanvaarden en ook steeds heeft gerealiseerd. Wat de leden van de fractie van D66 als «meevallers» aanduiden, is de onderuitputting die op diverse posten optreedt. Daarover bestaat pas tegen het einde van het jaar zekerheid. De onderuitputting treedt zowel op bij de zogenaamde «politieke» artikelen (zoals wachtgelden voor ex-kamerleden en beroep op de fractiekostenregeling), als bij de zogenaamde «ambtelijke» artikelen. Aangezien de aanspraken van de fracties op ondersteuning in een regeling vastliggen, kunnen fracties nooit tot bezuiniging worden gedwongen. Het Presidium meent dan ook dat de onderuitputting op die post grotendeels verklaard kan worden doordat verschillende fracties kiezen voor reservering voor de toekomst liever dan uitgaven nu. In antwoord op opmerkingen uit de fractie van GroenLinks deelt het Presidium mee dat voorstellen voor een aanvulling van het Reglement van Orde voor de regulering van onderzoek in de commissie voor de Werkwijze vrijwel gereed zijn. Het betreft hier in het bijzonder het onderzoek door tijdelijke commissies. Op de vraag uit de GroenLinks-fractie of afschaffing van de neveninkomstenregeling niet langer een optie is, antwoordt het Presidium dat vanuit het Presidium geen voorstel te verwachten is. De leden van de SP-fractie hoeven niet bevreesd te zijn voor een tekort schieten van het budget voor onderzoek. Afgezien van de structurele voorzieningen voor onderzoek in het kamerapparaat, worden deze budgetten ad hoc opgesteld. Zo nodig heeft de Kamer ad hoc de nodige middelen gevraagd en gekregen. Er is geen reden te denken dat dit anders zal zijn in de toekomst. Het Presidium is de leden van de fracties van RPF en GPV erkentelijk voor hun waarderende opmerkingen over de opzet van en toelichting bij de Raming. Deze leden stellen vervolgens enkele vragen over de evaluatie van de ondersteuning van de fracties. Het Presidium zou graag eerst bij de behandeling van de Raming horen hoe de verschillende fracties daarover denken. De evaluatie zal – hoe zij ook wordt verricht – in ieder geval uitein-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
6
delijk voor de verantwoordelijkheid van het Presidium komen. Alleen al daardoor zijn de fracties zelf betrokken bij deze operatie. Elders in dit antwoord heeft het Presidium reeds laten blijken dat het prijs stelt op goed overleg met de fracties op ambtelijk niveau. De leden van de fracties van de RPF en het GPV noemen reeds het goed functionerende gebruikersoverleg automatisering. Hiernaast voert het Managementteam overleg met de ambtelijk secretarissen telkens als één van beide partijen daaraan behoefte heeft. Zeker als het om huisvesting gaat, is die behoefte aanwezig. Inmiddels is het initiatief genomen het overleg met de ambtelijk secretarissen weer wat meer structurele inhoud te geven. Een eerste bijeenkomst in dat kader vindt in juni 2000 plaats. Het is de bedoeling dat zeker, voorzien van een agenda en onderliggende notities, eens per kwartaal te laten plaatsvinden. Het zal zich voornamelijk richten op zaken rond de bedrijfsvoering in de Tweede Kamer. Voor wat betreft het proces van wetgeving en controle, acht het Presidium eerder zichzelf en de Commissie Werkwijze aangewezen, dan een ambtelijk overleg. Dergelijke kwesties komen ook niet aan de orde in het overleg van het MT met de OR. Het Presidium heeft echter naar aanleiding van de opmerkingen uit de beide fracties aan het MT gevraagd om overleg te voeren met de fracties over de door genoemde leden opgesomde kwesties zoals onderlinge mobiliteit en Arbobeleid. 2. Directie Constitutioneel Proces Op de vragen uit de PvdA-fractie met betrekking tot de reorganisatie bij de Directie Constitutioneel Proces merkt het Presidium op dat het uiteraard de bedoeling is om niet alleen procedures aan te passen aan de eisen van de moderne tijd, maar ook de verschillende functie-inhouden. Daar hoort onlosmakelijk een nieuwe houding tegenover de functie-inhoud bij: flexibeler, meer toekomstgericht, voortdurend op zoek naar aanpassingen. Op maat gesneden opleidingsplannen en loopbaanbegeleiding zijn daarom integraal onderdeel van reorganisaties. Naar aanleiding van de vraag uit de PvdA-fractie betreffende de nieuwe Dienst Informatievoorziening, stelt het Presidium verheugd vast dat de integratie van de verschillende informatieleveranciers tot één Dienst Informatievoorziening instemming ondervindt. Dit is inderdaad van groot belang voor het voorzien in een meer adequate ondersteuning van de leden. De informatievoorziening is in het bijzonder gericht op de leden. Met name via Internet wordt aan de burgers nagenoeg alle parlementaire informatie beschikbaar gesteld en daar zal geen kostenvergoeding voor gevraagd worden. Wel worden in voorkomende gevallen fotokopieerkosten etc. in rekening gebracht. Leden van de PvdA-fractie hebben vragen gesteld over het voornemen van het Presidium ten aanzien van de versterking van de ondersteuning van de leden en de Voorzitter en de daarbij specifiek vermelde rol van het bureau wetgeving en het kabinet van de Voorzitter. Om tot verbetering in het samenspel tussen commissieactiviteiten en de plenaire vergadering te komen is naar het oordeel van het Presidium op beide genoemde punten versterking nodig. Voorzover een en ander niet direct of indirect voortvloeit uit de reorganisatie van de commissiebureaus, zal het Presidium het Managementteam vragen daartoe afzonderlijke ideeën te ontwikkelen. Op vragen uit de PvdA-fractie betreffende de kerntaken van de plaatsvervangend griffiers, antwoordt het Presidium dat enkele taken van griffiers, waarbij hun specifieke deskundigheid geen grote rol speelt, kunnen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
7
worden overgedragen, incidenteel dan wel structureel, aan andere functionarissen, zoals de begeleiding van werkbezoeken, de organisatie van hoorzittingen enz. In het algemeen is het de opdracht aan de griffiers om meer tijd vrij te maken voor hoogwaardige taakelementen, zoals advisering bij wetsvoorstellen en amendementen. Op de vraag van de PvdA-fractie betreffende het elektronisch verzenden van stukken, merkt het Presidium op dat vrij e-mailverkeer reeds mogelijk is met alle departementen. Aangezien gewerkt wordt aan een Rijksoverheids-intranet, waar naar het zich laat aanzien ook de Kamer een bijdrage aan zal leveren, zal het e-mailverkeer over dit «extranet» nog een verdere stimulans ontvangen. Via het Rijksoverheidsintranet zullen alle e-mailadressen van de deelnemers die dit wensen, opgenomen worden in een soort elektronische adresgids. Op vragen uit de fracties van VVD en van RPF/GPV betreffende de registratuurtaak kan het Presidium als volgt antwoorden. De post van de ministeries (onder meer de kamerstukken) is thans reeds geheel online beschikbaar via het Intranet (Parlando). Vanaf september 2000 zullen proeven worden genomen met het scannen van de ingekomen post voor de Kamer en de kamercommissies. Zodra Top-aas beschikbaar is, zullen al deze brieven, alsmede de uitgaande brieven, in gescande vorm online geraadpleegd kunnen worden zodra de registratie voltooid is. Het systeem zal het mogelijk maken dat bepaalde brieven langs deze weg alleen beschikbaar komen voor de leden van de geadresseerde commissie, bijvoorbeeld wegens privacybescherming. Omvangrijke bijlagen en auteursrechtelijk beschermd materiaal zullen als vanouds ter inzage gelegd moeten worden. Op de vraag uit de VVD-fractie kan het Presidium thans meedelen dat naar verwachting het nieuwe elektronische informatiesysteem van de StatenGeneraal begin 2001 gereed zal zijn. De diverse gebruikersonvriendelijke systemen waar de Kamer thans nog mee werken moet, (STAIRS, TWEKIS, GLOBIT-DIS) zullen dan geïntegreerd zijn en Top-aas zal de functies op gebruikersvriendelijke wijze overnemen, waarbij Top-aas over veel meer functionaliteit zal beschikken dan de vervangen systemen. Naar aanleiding van vragen uit de fracties van VVD en van D66 betreffende externe financiering van het digitaliseren van de oude kamerstukken en Handelingen, wil het Presidium benadrukken dat het gaat om samenwerking binnen de Rijksoverheid en wellicht met de SDU. Deze operatie is zodanig kostbaar en van belang voor instanties buiten de Kamer, dat in redelijkheid deze kosten niet uitsluitend via de kamerbegroting hoeven te lopen. Het Presidium is voornemens het gebruikersplatform Top-aas samen te stellen min of meer naar analogie van het succesvolle gebruikersoverleg Automatisering. Naast (vertegenwoordigers van) de ambtelijke secretarissen van de fracties en ambtelijke vertegenwoordigers van de Eerste Kamer en van het ministerie van Algemene Zaken (RVD) zullen ook de «vullende diensten» vooral van de Directie Constitutioneel Proces, er deel van uit maken. Naar aanleiding van de vraag uit de D66-fractie over het proefcluster Welzijn, merkt het Presidium op dat de mening van de gebruikers van de diensten van dit proefcluster blijkt uit het toenemende gebruik dat gemaakt wordt van de diensten van deze experimentele voorloper op de vorming van de Dienst Informatievoorziening. Het aantal klanten dat rechtstreeks de weg weet te vinden naar deze eenheid groeit, en de eveneens experimenteel opgezette Intranetsite Welzijn wordt veelvuldig
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
8
geraadpleegd. De deelname van registratuur aan de proef is overigens enige tijd geleden beëindigd omdat moest worden vastgesteld dat de bijdrage aan de documentaire informatievoorziening toch te gering was. Wel is duidelijk gebleken dat er behoefte is aan het ook kunnen verstrekken en raadplegen van ingekomen brieven bij de documentatiebalie en -diensten. Daartoe dient de nu lopende proef met scannen, waardoor de brieven ook online beschikbaar zijn en niet alleen berusten in de archieven van de commissiesecretariaten. Op de vraag uit de GroenLinks-fractie over de raadpleging van kamerstukken op de Internetsite van de Tweede Kamer, merkt het Presidium op dat, anders dan de leden van de GroenLinks-fractie menen, er wel een mogelijkheid bestaat om via de Internetsite van de Kamer recente kamerstukken te raadplegen. Toegegeven moet worden dat de presentatie van de stukken niet erg gebruiksvriendelijk is. WWW.overheid.nl is thans nog de aanbevolen site om stukken te raadplegen, maar heeft het nadeel dat de stukken pas na enige tijd beschikbaar zijn. Het Presidium acht het niettemin een goede gedachte op de Kamersite een link naar overheid.nl op te nemen bij de pagina «recente stukken». De Kamersite wint het overigens wat actualiteit betreft. Als Parlando, dat de leden kennen van het Intranet van de Kamer, door de SDU ook publiekelijk beschikbaar wordt gesteld, kan de Internetsite van de Kamer daarmee worden uitgebreid. Het streven is dat dit voltooid kan zijn rond het aanstaande zomerreces. Op de vraag uit de RPF/GPV-fracties betreffende de interne mobiliteit tussen de verschillende diensten commissieondersteuning antwoordt het Presidium bevestigend in die zin dat het van zelf spreekt dat in alle redelijkheid ook tussen die verschillende diensten moet kunnen worden gesproken over vervanging en dergelijke. Op de vragen uit de RPF/GPV-fracties met betrekking tot de afstemming tussen ambtelijke ondersteuning en fractie-ondersteuning van de Kamerleden, antwoordt het Presidium dat het een permanente opgave is om de ambtelijke en politieke ondersteuning van elkaar te onderscheiden. Uitgangspunt hoort te zijn dat de ambtelijke ondersteuning al dan niet bewerkte informatie aanreikt voor de politieke besluitvorming. Door meer duidelijkheid te bieden over het diensten- en produktenpakket van de ambtelijke diensten, moet het voor de fracties gemakkelijker worden om te voorkomen dat taken «gedubbeld»worden. Het moet beter voorspelbaar worden welke produkten op welk moment van ambtelijke zijde aangereikt zullen worden. De indruk bestaat dat op dit moment dankbaar gebruik gemaakt wordt van de produkten van de commissiestaven, zowel bij de behandeling van wetsvoorstelllen als bij de voorbereiding van algemeen overleg. Het Presidium acht het niet geheel duidelijk waar de leden van RPF/GPV op doelen met hun klacht over het uiteenlopen van informatie tussen de groene en de elektronische schema’s. Wellicht is de oorzaak het tijdverschil: de papieren schema’s zijn geprint vanuit de elektronica, maar beginnen direct na het printen af te wijken van de elektronische gegevens, die immers voortdurend online bijgewerkt worden vanuit onder meer de commissiebureaus. Bij twijfel over de juistheid van de papieren informatie kan altijd teruggevallen worden op de elektronica, die recent is bijgewerkt en daarmee betrouwbaarder is gebleken. Op een wens van de RPF/GPV-fracties antwoordt het Presidium dat, er van uitgaande dat met deze wens wordt gedoeld op de schema’s die de commissieactiviteiten bevatten, het niet mogelijk is in deze schema’s aan te geven wat oud en wat nieuw is. Gebleken is dat voor deze schema’s veel belangstelling bestaat. Ze worden dan ook al meer dan 25 jaar –
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
9
zonder een dergelijke aanduiding – wekelijks uitgegeven. Het is niet mogelijk om de korte tijd die nog resteert tot de invoering van Top-aas, het huidige, hieraan ten grondslag liggende, programma TWEKIS te herprogrammeren. Met de komst in 2001 van Top-aas kan wel aan de wens van deze fracties tegemoet worden gekomen. Op de vraag uit de RPF/GPV-fracties over de voorlichting betreffende de producten van het Centrale Informatiepunt, merkt het Presidium op dat reeds is voorzien in een marketingaanpak voor de nieuwe diensten die door de Dienst Informatievoorziening in oprichting geleverd zullen gaan worden. Het Presidium deelt de mening dat een goede voorlichting kan bijdragen aan het gebruik dat van de informatievoorziening wordt gemaakt. De leden van de RPF en GPV-fracties vragen ook naar de mogelijkheden voor het scannen van fractiepost. Het scanningsysteem van de Kamer in Top-aas zal niet gebruikt kunnen worden voor het registreren en opslaan van fractiepost. Wel zal het postregistratiesysteem bekend onder de naam Corsa, waar reeds ervaring mee opgedaan wordt bij diverse Kamerdiensten, daarvoor beschikbaar gesteld kunnen worden als de proef daarmee bij de CDA-fractie bevredigend resultaat heeft gehad. 3. Directie Bedrijfsvoering
Automatisering In antwoord op een vraag van de fractie van de PVDA over RSI-klachten, kan worden geantwoord dat zowel de Arbo-functionarissen in de Tweede Kamer als de bedrijfsarts attent zijn op RSI-gerelateerde klachten. Die doen zich overigens niet alleen voor in de sfeer van het pc-gebruik, maar zeker ook bij het Restaurantbedrijf en bij de Schoonmaakdienst. De Dienst Automatisering werkt aan de introductie van een waarschuwingssysteem bij te overmatig pc-gebruik. Daarvan kunnen ook de fracties gebruik maken. Daarnaast zijn er aangepaste muismatten en armsteunen beschikbaar. In antwoord op vragen van de fracties van de PvdA en de VVD over het Leden Thuis-project, merkt het Presidium allereerst op dat er binnenkort, eerst op experimentele basis, wordt begonnen met het Kamer Thuisproject. De naamswijziging betekent niet alleen de introductie van belangrijke technische verbeteringen in de hard- en software, maar ook de uitbreiding van de toegankelijkheid voor kamerambtenaren en fractiemedewerkers. Op dit moment kan via het Leden Thuis-project toegang verkregen worden tot de Outlook omgeving in de Tweede Kamer door middel van Outlook Web Access (OWA). Deze voorziening – die via het Internet werkt – biedt niet dezelfde functionaliteit als Outlook op de desktop in de Tweede Kamer. Dit is een tussenoplossing. In september start een pilot om te komen tot de inrichting van een volledig nieuwe thuiswerkplek. De nieuwe pc’s van de Tweede Kamer beschikken over een relatief groot werkgeheugen. Dit werkgeheugen heeft tot op dit moment in het normale gebruik nog niet tot problemen geleid. De opslagcapaciteit begint wel een onderwerp te worden waaraan de komende tijd aandacht besteed moet worden. Zowel de Dienst Automatisering als de gebruiker zullen naar oplossingen moeten zoeken. De gebruiker zal kritisch moeten kijken naar de bestanden (waaronder e-mails) die hij of zij opslaat, de Dienst Automatisering zal moeten werken aan het aanpassen van de beschikbare opslagruimte. Wat betreft de laptops die gebruikt worden in het kader van het Leden Thuis project, kan vermeld worden dat momenteel een Europese
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
10
aanbestedingsprocedure loopt ter vervanging van de huidige laptops. Vanzelfsprekend zullen de nieuwe machines qua kracht en capaciteit voldoen aan de huidige eisen. De opzet van de pilot gaat uit van een dockingstation met normaal beeldscherm en toetsenbord op de thuiswerkplek. Het met behulp van de eigen pc toegang krijgen tot de services van de Tweede Kamer is momenteel onderwerp van onderzoek bij de Dienst Automatisering. Daarbij zijn op voorhand wel enkele bezwaren aan te duiden. Zo is het uit oogpunt van efficiënt beheer aan te bevelen om met standaard apparatuur toegang te krijgen tot de elektronische diensten van de Tweede Kamer. De diversiteit aan privé apparatuur en daar op aanwezige besturingssoftware en applicaties kan tot voor de gebruiker en voor de Kamer ongewenste complicaties leiden. Het verzenden van faxen vanaf de eigen computer is, na een aantal softwarematige aanpassingen, te realiseren. De planning gaat uit van realisatie begin 2001. Het gaat om het verzenden van faxen (b.v. Worddocumenten) op dezelfde wijze als het verzenden van e-mail. De implementatie van faxen via het netwerk is gecompliceerder waar het gaat om het verwerken van binnenkomende faxen. Voor deze toepassing zijn grote technische en organisatorische aanpassingen noodzakelijk i.v.m. de routering van binnengekomen faxen via e-mail naar de juiste pc, c.q. gebruiker. In antwoord op een vraag van de fractie van D66, kan worden gemeld dat er in het begin van dit jaar een proef is gedaan met het binnen de TweedeKamerorganisatie doorgeven van het beeldsignaal uit de plenaire zaal en een grote commissiezaal. Deze proef is succesvol verlopen. Inmiddels is besloten om nog dit jaar over te gaan tot het beschikbaar stellen van het beeld- en geluidssignaal via het interne netwerk en intranet. De realisatie zal in het najaar 2000 plaats vinden. Belangrijke voorwaarde is de vervanging van de bekabeling in een aantal bouwdelen. Daar zal in het zomerreces een begin mee gemaakt worden. In antwoord op een vraag van deze fractie over het streven naar een hoge acceptatiegraad bij de leden van automatisering wordt opgemerkt dat dat een stimulerende voorbeeldfunctie naar de organisatie heeft. Een hoge acceptatie bij de medewerkers leidt evenwel tot een efficiëntere organisatie waardoor ruimte ontstaat om meer toepassingen te realiseren. Reden om zowel leden als medewerkers op te roepen zich verder te ontwikkelen op het gebied van de geboden toepassingen. Waar nodig kan de Dienst Automatisering ondersteuning en advies bieden. In antwoord op een vraag van de D66-fractie over het functioneren van de Graficom, merkt het Presidium op dat het pas na de overgang van de Tweede Kamer op NT als standaard besturingssysteem, mogelijk is geworden ook het Graficom systeem daarop aan te sluiten. Daarmee is het eerdere, instabiele, concept van Windows 98 losgelaten. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het verder stabiliseren van het in gebruik zijnde beeldscherm en aan een aansluiting in de ambtenarenkamer.
Huisvesting In antwoord op vragen van de fracties van de PvdA, VVD en het CDA over de Huisvesting, stelt het Presidium met tevredenheid vast dat de Staatssecretaris voor Volkshuisvesting onlangs heeft ingestemd met het verzoek om de extra ruim 1200 m2 kantoorruimte die het gebouw Vijverhof biedt, vooralsnog voor de Kamer beschikbaar te houden. Dit in tegenstelling tot eerdere plannen om dit gebouw af te stoten, nadat Plein 23 beschikbaar zou komen. Het Presidium heeft dit verzoek, dat werd gesteund door de BBC, gedaan omdat onder meer vanwege de uitbreiding van de fractie-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
11
staven ten gevolge van het aanvaarden van het rapport van de commissie Doelman-Pel, de behoefte aan kantoorruimte groter is geworden dan eerder kon worden aangenomen. Aanvankelijk werd gerekend met 48 m2 per lid, nu gaat de BBC voorlopig uit van 52 m2 per lid. Dit nog los van de (beperkte) groei die ook in de kamerondersteuning als geheel waarneembaar is. Overigens zal het gebouw Vijverhof nog deze zomer wel door de Tweede Kamer worden verlaten. Het gebouw is dringend aan renovatie toe en er bleek in de Doelenstraat (pal achter de Witte Sociëteit) een zeer modern uitgerust en ingericht gebouw beschikbaar te zijn dat bovendien veel centraler gelegen is, zeker als straks eerst Bleijenburg en daarna Plein 23 in gebruik worden genomen. In de Doelenstraat is ongeveer even veel vierkante meters kantoorruimte beschikbaar als in de Vijverhof. Het Presidium heeft inmiddels een plan aanvaard voor de inrichting van een Centraal Informatiepunt, waarover ook reeds bij de behandeling van de Raming voor 2000 is gesproken. Er komt in 2002 een modern uitgeruste en ingerichte locatie beschikbaar waar de leden en andere kamerbewoners terecht kunnen voor allerlei vormen en soorten van papieren en digitale informatie. Tot die tijd zal een tussentijdse voorziening worden gerealiseerd in de Schepelhal. De plannen voor de renovatie van en nieuwbouw aan Plein 23 zijn enigszins bijgesteld, omdat het erg moeilijk is gebleken het oorspronkelijke ontwerp op aanvaardbare wijze binnen het bestemmingsplan te realiseren. Inmiddels lijkt een oplossing hiervoor nabij, zodat de aanbesteding hopelijk nog wel dit jaar kan plaatsvinden. Dit betekent een vertraging in de ingebruikstelling tot tenminste eind 2002. Mede daarom is inmiddels besloten een deel van het pand Doelenstraat te benutten voor de huisvesting van onderzoekscommissies, die nu een te groot beslag legt op de vergaderzalen van de Tweede Kamer. Anders dan in het bijzonder de fractie van het CDA veronderstelt betekent het laatst vastgestelde Vlekkenplan geen forse uitbreiding, laat staan overbedeling in de huisvesting van de ambtelijke organisatie. Integendeel het Vlekkenplan voldoet maar net aan de ARBO-normering voor de huisvesting. Overigens zijn de fracties, op weg naar de 48 c.q. 52 m2 per lid, inmiddels in hun huisvesting gegroeid van 34m2 in 1998 naar 42,7 m2 nu. Na het gereedkomen van Plein 23 moet de 52 m2 zijn gerealiseerd. Mede met het oog daarop zal het komend jaar een lange termijnvisie op de huisvesting van de Tweede Kamer worden ontwikkeld. In dat kader moeten ook de vragen van de fracties van het CDA en GroenLinks worden beantwoord, over de locaties waar fracties en waar ambtelijke ondersteuning worden gehuisvest. Overigens zijn daarover ook in de jongste Vlekkenplannen al opmerkingen gemaakt. De suggestie van de fractie van het CDA om de perstoren beschikbaar te stellen voor de huisvesting van fracties en/of diensten van de Kamer is al eens met het bestuur van de parlementaire persvereniging besproken. Dat heeft niet tot een enthousiast onthaal van dit idee geleid. Alle, daar gehuisveste redacties, ook die, die in de onmiddellijke omgeving van de Tweede Kamer over eigen huisvesting beschikken, hechten eraan om in het gebouw zelf een werkplek te hebben. Overigens gaat het hier maar om een beperkt aantal van 1073 m2 netto kantooroppervlakte. Bovendien zijn er in het bijzonder door de RTV-redacties grote investeringen gedaan in apparatuur, die gebouwgebonden is. In antwoord op vragen van de fracties van de VVD en het CDA merkt het Presidium op geen voorstander te zijn van de instelling van een permanente huisvestingscommissie, zoals door de Bouwbegeleidingscommissie is gesuggereerd. Het Presidium stelt vast dat de huidige BBC, ook gezien
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
12
de opdracht die op 6 april 1976 door de Tweede Kamer is geformuleerd, een duidelijke, maar nauw omschreven taak heeft om van advies te dienen over de ontwikkelingen rond de toenmalige nieuw- en verbouw van het bestaande kamercomplex. Als de uitvoering van Plein 23 onomkeerbaar is geworden, komt er een einde aan de, overigens zeer gewaarde en belangrijke, werkzaamheden van de BBC. Het Presidium acht de zorg voor de huisvesting in en de inrichting van de afgeronde delen van de Tweede Kamer, die inmiddels in gebruik zijn of binnenkort worden genomen, daarna bij uitstek zijn eigen taak. Dit uiteraard in goed overleg en samenspel met de fracties, onder meer via het ambtelijk secretarissenoverleg en met de ambtelijke organisatie. Op die manier kunnen ook de opdrachtlijnen naar de ambtelijke organisatie i.c. de Directeur Bedrijfsvoering en de samenwerking met de Rijksgebouwendienst het beste worden gegarandeerd. In antwoord op vragen van de fractie van het CDA over de fysieke scheiding in vergaderzalen tussen de vergadertafel en de publieke tribune, laat het Presidium weten dat het hier om een «barrière» door middel van koorden gaat, die in ieder geval duidelijk maakt aan de bezoekers waar men zich dient op te houden, zodat incidenten beter zijn te signaleren en te kanaliseren. In antwoord op een vraag van de fractie van de PvdA over de beveiliging van persoonlijke eigendommen, stelt het Presidium vast dat het gebouw van de Tweede Kamer door de aard van de functie een openbaar en dus open toegankelijk gebouw is en behoort te zijn. De beveiliging van persoonlijke eigendommen is dus in de eerste plaats een zaak van de bezitter ervan. Dat geldt ook voor documentatie e.d. Een clean desk, dat wil zeggen een opgeruimd bureau, zeker als men voor lange tijd de werkplek verlaat of naar huis gaat, is dan ook zeer aan te bevelen. Het maakt het bovendien voor de schoonmakers een stuk eenvoudiger hun werk goed en efficiënt te doen. In 1999 is er 22 keer melding gemaakt van vermissing of vermoedelijke diefstal van persoonlijke eigendommen. Tot nu toe is er in 2000 acht keer aangifte gedaan. Als het om substantiële zaken gaat, wordt in overleg met de eigenaar steeds aangifte bij de politie gedaan. Vorige jaar heeft dat geleid tot het achterhalen van enkele, redelijk omvangrijke, diefstallen van geld. De fracties van de PvdA en de VVD vroegen naar de voortgang bij de invoering van elektronisch stemmen. Het Presidium heeft daarover inmiddels een principebeslissing genomen en de Directeur Bedrijfsvoering gevraagd een voorstel te presenteren. Er wordt momenteel een onderzoek naar de technische vereisten en mogelijkheden ingesteld, waaronder de infrastructuur in de plenaire zaal. Op dat gebied zijn momenteel zoveel en zulke snelle ontwikkelingen gaande, o.m. in draadloze verbindings- en projectiemogelijkheden, dat een zorgvuldige voorbereiding van keuzes enige tijd vergt. Bovendien is er een duidelijke samenhang met Integratie van Bestanden in dit kader, waardoor stemmingen en uitslagen heel snel verspreid kunnen worden via Internet en Intranet. Overigens merkt het Presidium wel op dat de huidige stemmethode bij handopsteken altijd sneller zal gaan dan elektronisch stemmen. Alleen de vervanging van de hoofdelijke stemmingen zal in de praktijk een tijdsbesparing opleveren. Daarnaast moet het zeker niet worden uitgesloten dat ook schriftelijke stemmingen over personen op elektronische wijze kunnen worden verricht. Het Presidium merkt in antwoord op vragen van de fracties van RPF en GPV op dat het Presidium in huidige samenstelling bij nader inzien tot het oordeel is gekomen dat die laatste mogelijke tijdsbesparingen wel degelijk voordelen opleveren. Bovendien zullen door de technologische ontwikke-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
13
lingen uitslagen van stemmingen elektronisch uitgebracht ook snel elektronisch kunnen worden geproduceerd. De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken betreffende de wetgeving die de belemmering van het functioneren van het parlement strafbaar stelt. Het Presidium deelt mee dat het op 23 september van het vorig jaar naar aanleiding van een incident aan de minister van Justitie heeft gevraagd: «Om een wijziging van artikel 121 van het Wetboek van Strafrecht te bevorderen zodanig dat dit in twee opzichten wordt aangepast aan de huidige werkwijze van het parlement. In de eerste plaats zou het begrip «vergadering» in dit artikel ook moeten gelden voor openbare vergaderingen van kamercommissies. In de tweede plaats zou het artikel ook van toepassing moeten zijn bij (bedreiging met) geweld tegen andere deelnemers aan een «vergadering» dan kamerleden. Te denken valt dan aan bewindslieden en degenen die hen ondersteunen (ambtenaren) en aan degenen die de leden ondersteunen (adviseurs en kamerambtenaren)». De minister heeft op 11 oktober als volgt geantwoord: «Graag kom ik tegemoet aan Uw verzoek om een wijziging van de artikelen 121 en volgende van het Wetboek van Strafrecht te bevorderen opdat deze worden aangepast aan de huidige werkwijze van het parlement. Met u ben ik van mening dat ook de orde in openbare vergaderingen van kamercommissies strafrechtelijke bescherming verdient. Voorts meen ook ik dat andere deelnemers aan een vergadering, ik denk daarbij vooral aan de bewindslieden, eveneens tegen (bedreiging met) geweld beschermd dienen te worden. Ik bezie thans bij welk wetsvoorstel kan worden aangehaakt teneinde aan Uw en mijn wens tot wetswijziging gestalte te geven. Een punt van overweging daarbij zal onder meer vormen hoe de verhouding tot het huidige artikel 121 Wetboek van Strafrecht vorm moet krijgen: levenslange gevangenisstraf is een minder passende strafbedreiging voor gedrag dat beoogt de voortgang van een openbare vergadering van een kamercommissie gedurende korte tijd op te houden. Voorts zal bekeken dienen te worden of, en zo ja op welke wijze, de voorgestelde wijzigingen door dienen te werken in de artikelen 123 en 124 Wetboek van Strafrecht». Het Presidium heeft onlangs aan de minister gevraagd op welke termijn het hier bedoelde voorstel te verwachten is.
Telefooncentrale In antwoord op de vragen van de fracties van VVD, CDA, D66 en GroenLinks over de nieuwe telefooncentrale, stelt het Presidium vast dat de ingebruikstelling van de nieuwe centrale inderdaad met de nodige problemen gepaard is gegaan. Dat had verschillende oorzaken. De zeer geavanceerde centrale en de daarbij behorende toestellen bleken juist door de vele mogelijkheden zeker in het begin minder gebruiksvriendelijk dan mocht worden aangenomen. Daarbij moet overigens ook een gebrek aan belangstelling op alle niveaus en binnen alle geledingen in het gebouw voor instructie over het gebruik, worden vastgesteld, terwijl ook de gebruikersinstructies niet of nauwelijks zijn of worden geraadpleegd. Bovendien bleken vele gebruikers andere mogelijkheden te willen benutten dan aanvankelijk was opgegeven. Maar ook de onwennigheid met de nieuwe elektronische fenomenen bij de technici leidde tot aanloopproblemen. Tenslotte moet worden vastgesteld dat zowel van de kant van de leverancier als van de kant van de Kamer de mogelijkheden van de koppeling van de nieuwe centrale aan het pieperoproepsysteem zijn overschat. Overigens zijn de problemen met het pieperoproepsysteem
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
14
niet groter geworden dan voor de installatie van de nieuwe centrale, maar helaas ook nog niet kleiner, zoals wel de bedoeling was. Aan dat laatste wordt op verschillende fronten gewerkt. Er wordt momenteel nagegaan of via andere technieken en methodes het piepersysteem kan worden vervangen of tenminste kan worden ontlast. Zo is er een proef gaande met draadloze telefonie via het zogenoemde DECT-systeem. In antwoord op een vraag van de VVD-fractie laat het Presidium weten dat de nieuwe telefooncentrale in beginsel een onbeperkt aantal conventionele faxapparaten «aan kan». In antwoord op een vraag van de fractie van het CDA kan worden gemeld dat de Dienst Automatisering werkt aan de introductie van de mogelijkheid om voice-mail berichten als e-mail via de pc te bezorgen. De introductie ervan wordt nog dit jaar verwacht. Als de fractie van D66, maar ook de andere fracties, behoefte heeft aan aanvullende training voor het gebruik van de nieuwe telefoniemogelijkheden, dan kan daarin worden voorzien. Inmiddels kan de pieper weer via de GSM worden beantwoord, zo laat het Presidium de fractie van de VVD weten.
Energiegebruik In antwoord op vragen van de fracties van D66, SP en GroenLinks over het aandeel van de Tweede Kamer in de afname van zogenaamde Groene Stroom, kan worden gemeld dat de Kamer een leveringscontract voor stroom heeft dat afloopt op 1 januari 2004. Zoals bij de behandeling van de Raming voor 1999 is besproken, voorziet dat contract in de afname van 33,3% Groene Stroom tot een maximum van f 115 000,– per jaar. Daarmee staat de Tweede Kamer, na de Ministeries van VROM en EZ op de derde plaats op de lijst van groene stroomafnemers in de sector Rijk. Het energiegebruik bij de Kamer wordt in het kader van het Energie Efficiencyprogramma Rijkshuisvesting (EER) vergeleken met de situatie in 1992 (het jaar van ingebruikname nieuwbouw Tweede Kamer). Het uitgangspunt in 1992 (100), moet in 2000 zijn teruggebracht tot 83. Ondanks de maatregelen die sedert 1992 zijn geímplementeerd, is dit streeffcijfer nog niet gehaald. De oorzaken hiervoor zijn: –
–
–
–
in de Statenpassage is sinds 1994 een verwarmingssysteem werkzaam, op aanbeveling van de Commissie-Kauffeld, dat veel energie verbruikt; het electriciteitsverbruik van automatiserings- en randapparatuur is groter dan aanvankelijk voorzien. Het effect hiervan wordt geschat op 10 tot 15%; de gebouwdelen die na 1992 in gebruik zijn genomen, zijn nog niet allemaal voorzien van energiesparende voorzieningen (Binnenhof 1a, 3 en 7); als gevolg van diverse renovaties tussen 1992 en 1999 was permanent één gebouwdeel niet in gebruik. Aangezien sinds 1999 het hele complex in gebruik is, neemt het energiegebruik toe in plaats van af.
In antwoord op de vragen van D66 en de SP over verdere mogelijkheden voor energiebesparing, kan gemeld worden dat de Tweede Kamer over een energiebesparingsplan in het kader van het EER-programma beschikt. Dit programma is in 1997 opgesteld en is nu in uitvoering of wordt voorbereid. Dat houdt onder meer het volgende in: –
het effectueren van een energiemeetplan, opdat nauwkeurige
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
15
– – – – –
energiegebruiksregistratie/monitoring plaatsvindt. Hierdoor wordt voortdurend inzicht verkregen in het energieverbruik van een (complex van) gebouw(en); het plaatsen van een energiespiegel, opdat voor elke bewoner van dit complex inzicht ontstaat in het actuele energieverbruik; het plaatsen van zonnepanelen voor het verwarmen van spoelwater voor de keuken; het dichten van kieren in het gebouw Justitie; het plaatsen van voorzetramen in Binnenhof 1a–3 en Binnenhof 7; het verbeteren van het Gebouwbeheerssysteem.
Tevens wordt bekeken of een aantal binnenplaatsen kan worden overdekt, naar het model «Koloniën». De binnenplaatsen van Justitie komen om monumentale redenen hier niet voor in aanmerking. Jaarlijks heeft de Tweede Kamer f 250 000 op de begroting staan voor energiebesparende maatregelen. Dit bedrag is echter bij lange na niet toereikend om alle maatregelen te financieren. Het Leerprogramma wordt eind 2000 getoetst als onderdeel van een milieujaarverslag. Voor wat betreft een brochure «naar verantwoord energieverbruik op de werkplek», kan worden gemeld dat veel literatuur beschikbaar is. De Tweede Kamer tracht echter met het realiseren van technische maatregelen, bijvoorbeeld bewegingsmelders, het energieverbruik te verminderen. De ervaring leert namelijk dat de discipline om zelf het energieverbruik te beperken door middel van gedragsbeïnvloeding, slechts korte tijd en heel beperkt resultaten oplevert. Het voordeel van de introductie van het zogenoemde één-loket waarnaar de fractie van RPF en het GPV vroegen, is dat op die manier er altijd een telefoonnummer voor allerlei klachten en vragen en het doen van verzoeken en bestellingen beschikbaar is. Dat kan dan tijdens kantooruren permanent en efficiënter beschikbaar zijn, dan dat te spreiden over verschillende diensten en personen. Van daaruit worden de klachten geautomatiseerd doorgegeven naar de dienst die het regardeert en krijgt de beller bericht wat er wanneer met zijn klacht, verzoek e.d. is of wordt gedaan. De Directeur Bedrijfsvoering heeft tijdens een werkbezoek aan het Britse parlement hiervan een zeer positieve indruk overgehouden. De voors en tegens worden momenteel geïnventariseerd, evenals de mogelijkheden voor geautomatiseerde behandeling ervan. Alvorens tot eventuele introductie ervan wordt overgaan, zal het idee besproken worden met de ambtelijk secretarissen.
Restaurantbedrijf De vraag van de PvdA-fractie of er bij de bereiding van de maaltijden rekening wordt gehouden met de gezondheidsaspecten van de aangeboden gerechten, kan bevestigend worden beantwoord. In principe worden de gerechten samengesteld met als uitgangspunt de richtlijnen voor gezonde voeding van het Voorlichtingsbureau van de Voeding. Hierbij wordt met name gelet op gewicht, de caloriewaarde en de onderlinge verhouding van de diverse maaltijdcomponenten uit de zogenoemde Maaltijdschijf. Het Restaurantbedrijf gaat zeer behoedzaam om met de bereiding en distributie van hun producten. Reeds jaren wordt door een extern bureau ook op de microbacteriologische kwaliteit gecontroleerd. Deze controles zullen nu nog verder worden aangevuld met de van tevoren duidelijk omschreven en normatief vastgestelde kritische controlepunten uit de nieuwe HACCP-wetgeving. Dit zal in ieder geval een veilige en naar eigen keuze te bepalen – al of niet gezonde – voeding garanderen. Voor wat
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
16
betreft het gebruik van genetisch gemanipuleerd voedsel kan alleen worden vermeld dat het Restaurantbedrijf het gebruik van deze ingrediënten in samenspraak met haar leveranciers voor zover mogelijk vermijdt. De huidige wetgeving inzake de vermelding van de toepassing of toevoeging van dergelijke producten op etiketten of verpakkingen, biedt echter nog onvoldoende garanties. Hoewel de gebruikers van de Bistro zich over het algemeen zeer tevreden toonden over deze restauratieve voorziening, was het aantal gasten gemiddeld zo gering dat uit efficiencyoverwegingen is besloten de Bistro te sluiten. Bovendien voldoen de keuken- en afwasruimte daar niet aan de nieuwe hygiënewetgeving en is voortzetting van de exploitatie ook om die reden niet wenselijk. Het hoofd van het Restaurantbedrijf zal evenwel, in de komende tijd tijdens, maar ook na de momenteel in gang gezette HACCP verbouwingen, bezien of het mogelijk is om op een verantwoorde wijze een meer «intiem» ontmoetings- annex restaurantgedeelte te creëren in het zogenaamde Pleinzicht. Naar aanleiding van de opmerking van de GroenLinks-fractie over de voorbeeldfunctie van de Kamer bij het gebruik van biologische producten, is het van belang om te weten dat tijdens de invulling van de diverse themaweken dit jaar bij de diverse streekgerechten steeds meer gebruik is gemaakt van eko- of biologische producten. Helaas is het nog niet mogelijk al deze producten structureel in het assortiment op te nemen, omdat veel biologische leveranciers de productie, kweek of teelt van hun producten op het gebied van de hygiëneregels, zoals vastgesteld binnen de nieuwe Europese wetgeving (denk weer aan HACCP-procedures), nog niet of onvoldoende beheersen. Maar steeds vaker en steeds meer vervangt het Restaurantbedrijf daar waar mogelijk standaardproducten door biologische producten of producten met het «eko»keurmerk. Zo schenken wij bijvoorbeeld al sinds januari dit jaar ekokoffie in alle vergaderzalen. Zodra de ekomelk in bulk kan worden geleverd, zullen wij ook dit product standaard gaan aanbieden zoals dat nu reeds met de eieren het geval is. Maar momenteel is dit vanwege de glazen literfles om arbotechnische redenen nog niet haalbaar, gezien de hoge omzetsnelheid en de daaraan gekoppelde logistieke problemen. In antwoord op een vraag van de fracties van de RPF en het GPV over de ideeën over budgettering, laat het Presidium weten dat dit onderwerp inmiddels is geagendeerd voor het overleg met de ambtelijk secretarissen. Het is de bedoeling een concept-voorstel te presenteren waarin wordt voorzien in een standaardleveringspakket om te beginnen in de sfeer van kantoorautomatisering. Maar hetzelfde is ook denkbaar in de sfeer van kantoorinrichting of bepaalde vormen van dienstverlening. Daarnaast worden trekkingsrechten op een beperkt budget beschikbaar gesteld ten laste waarvan men extra wensen kan vervullen. Maar het is dan ook mogelijk, zoals nu al in beperkte mate gebeurt, (delen van) het fractiebudget aan te wenden voor aanvullende wensen. Het vaststellen van de standaardvoorzieningen is daarbij de eerste, maar ook belangrijkste stap. 4. Stafdienst FEZ Het Presidium kan het volgende overzicht geven van de aanpak van de invoering van de euro in onze organisatie. Om de gevolgen van de invoering van de girale euro in januari 1999 en de chartale euro in januari 2002 voor de Tweede Kamer te inventariseren is – analoog aan de ontwikkeling bij de departementen – eind 1998 een euro-werkgroep ingesteld. Direct na de inventarisatie is een start gemaakt met het oplossen van de geïnventariseerde problemen. Een groot gedeelte van de problemen is gelegen in
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
17
de diverse automatiseringssystemen. Tegelijkertijd met de inventarisatie van de millenniumbestendigheid van alle gebruikte software is nagegaan of, en zo ja welke, systemen aangepast dienden te worden aan de euro. Momenteel zijn de computersystemen bij het Restaurantbedrijf en de stafdienst FEZ europroof. Daarnaast heeft het Managementteam besloten een actieve rol te spelen bij het verstrekken van euro-gewenningsinformatie. De in 1999 opgestelde ontwerp-begroting voor het jaar 2000 voor hoofdstuk II bevatte voor het eerst eurogewenningsinformatie. Uiteraard is deze lijn voortgezet bij de Raming voor het jaar 2001. Ook worden interne financiële rapportages, prijslijsten, formulieren, overzichten e.d. zoveel mogelijk voorzien van eurogegevens. Een klein aantal knelpunten, zoals bij muntautomaten en kluisjes, kan worden opgelost in de overgangsfase. Dat is de periode waarin beide munten naast elkaar gebruikt worden. In 2000 vervolgt de euro-werkgroep haar activiteiten, waarbij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een coördinerende rol speelt voor de Hoge Colleges van Staat. Terecht noemen de leden van de CDA-fractie de voor- en nadelen van vergaande mandatering van bevoegdheden. Het Presidium meent dat het in het verleden in ons ambtelijk apparaat ontbrak aan het geven van verantwoordelijkheden op het niveau van diensthoofden en afdelingschefs. De nieuwe topstructuur en de diverse reorganisaties bij de diensten hebben onder meer de bedoeling dit te bevorderen. Dit gebeurt echter naar de mate van het mogelijke. Zo zullen alle diensten gebruik blijven maken van de centrale stafdiensten P&O en FEZ. Op die manier kunnen geen financiële eilandjes ontstaan en blijft ook de uniformiteit van de rechtspositionele regelingen bewaard. Bovendien wordt zo voorkomen dat schaalverkleining leidt tot inefficiëntie. Het Presidium deelt de opvatting van de leden van de fractie van het CDA dat ook de Kamer zou moeten komen tot een financiële verantwoording/ jaarverslag. Het wijst daarbij op de financiële verantwoordingsbijlage die met ingang van de Raming voor 2000 is toegevoegd en de samenhang met de VBTB-operatie. In aanmerking nemend dat het in dat laatste geval echter met name gaat om de financiële toetsing van het realiseren van beleidsdoelstellingen, acht het Presidium het vooraf gewenst duidelijkheid te verkrijgen over die onderwerpen die deel zouden moeten uitmaken van een jaarrekening. Overigens stelt het Presidium wel vast dat de Tweede Kamer, anders dan de ministeries, geen eigen beleidsproducten kent. Het Presidium heeft contact opgenomen met de Stichting Parlementaire Geschiedenis en zal na gaan of in de jaarboeken van deze Stichting tevens een hoofdstuk over de Tweede Kamer kan worden opgenomen. 5. Stafdienst Communicatie Op een vraag uit de fractie van GroenLinks, antwoordt het Presidium dat in 1998 is nagegaan of er bij de fracties belangstelling bestond voor de mogelijkheid om per fractie het ANP-net te raadplegen. Uitgangspunt van het Presidium was hierbij dat de kosten die hiermee gemoeid zijn door de fracties zelf dienen te worden gedragen. Hierbij is nagegaan of bij deelname door meerdere fracties korting op de abonnementskosten kon worden verkregen. Gezien de hoogte van de kosten hebben de fracties van de mogelijkheid van raadpleging afgezien.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
18
In antwoord op een vraag uit de fracties van RPF en GPV kan het Presidium meededelen dat vóór 1 juli 2000 de Bereikbaarheidsgids (smoelenboek nieuwe stijl) zal worden gepresenteerd. Hierin zijn de fotobestanden van Kamerleden, fractiemedewerkers en ambtenaren geconcentreerd in één uitgave en gekoppeld aan naam, functie, organisatieonderdeel, kamernummer, telefoonnummer en e-mailadres. Tevens zal tegelijkertijd een soortgelijke gids verschijnen van parlementair journalisten. De gids wordt op termijn via Intranet beschikbaar gesteld. Het koppelen van diverse bestanden en het verwerken tot een applicatieactiviteit leidt tot een substantiële kostenbesparing zowel in productie als onderhoud en leidt tot een vermindering van het papiergebruik. Het huidige fotoboek van Kamerleden wordt gecontinueerd omdat dit tevens is gericht op externe doelgroepen. Het Presidium is van mening dat met de implementatie van de reorganisatie van de huidige Stafdienst Communicatie voldoende voorwaarden worden geschapen voor een adequate persvoorlichting. De nieuwe Stafdienst Voorlichting zal zich concentreren op een hoogwaardige uitvoering van de kerntaken. Hiermee wordt bedoeld de pers- en publieksvoorlichting over het dagelijkse primaire proces, de institutionele voorlichting, het entameren van faciliteiten voor de pers, de directe begeleiding van persvertegenwoordigers en de woordvoering ten behoeve van de Kamer, de Voorzitter, het Presidium, de Kamercommissies en het ambtelijk management. 6. Stafdienst P&O Op de vraag van de leden van de fractie van de PvdA of er niet meer behoefte is aan een (personeels)bestand van kwaliteiten en ervaringen van personeelsleden dan aan een formatiebestand, kan het Presidium antwoorden dat de stafdienst Personeel en Organisatie momenteel bezig is met de implementatie van een personeelsinformatiesysteem ten behoeve van de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer, dat beide mogelijkheden kent. Het Presidium zal in verband hiermee, in de nabije toekomst, inzicht krijgen in de diverse kwaliteiten en ervaringen van personeelsleden. De personeelsformatiebestanden (bezettingsoverzichten) zullen eind 2000 (digitaal) beschikbaar zijn. Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fractie van de PvdA over het percentage vrouwen in hogere functies wijst het Presidium erop dat dit percentage in vergelijking tot de rijksoverheid in zijn geheel (eind 1997 was dit 19,4%) niet laag is. Het beleid met betrekking tot voorkeursbehandeling van onder andere vrouwen blijft overigens onverkort gehandhaafd en zal ook in het komende jaar tot voortgaande verbetering kunnen leiden. Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fracties van de PvdA en SP over het aantal allochtone medewerkers kan het Presidium meedelen dat er nog altijd een voorkeursbeleid wordt toegepast met het oog op instroom van allochtone medewerkers. Aangezien allochtonen bij het zoeken van werk niet altijd gebruik maken van de traditionele kanalen, overweegt het Managementteam verder gespecialiseerde wervingsbureaus in te schakelen. Daarnaast worden er regelmatig taaltrainingen gegeven om de kansen van de zittende allochtone medewerkers te verbeteren. Er zijn geen specifieke cijfers (m.b.t. schaalniveau van allochtonen) beschikbaar voor het jaar 1999 in verband met technische problemen bij de verantwoordelijke voor het bijhouden van deze registratie. De zeer geringe verlaging van het percentage allochtonen bij de Tweede Kamer is te verklaren door toevallige omstandigheden van een momentopname.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
19
Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fractie van GroenLinks over het diversiteitsbeleid kan het Presidium meedelen dat de verschillende doelgroepen in het diversiteitsbeleid voortdurende aandacht hebben in het kader van het personeelsbeleid, met name het wervings- en selectiebeleid, reïntegratie, opleidingen en loopbaanbeleid. Dit neemt niet weg dat er nog geen sprake is van een evenwichtige situatie. In antwoord op de vraag van de leden van de fractie van de PvdA over een inventarisatie naar de aard en oorzaak van het ziekteverzuim kan het Presidium meedelen dat in de overeenkomst met de arbodienst AMG is afgesproken dat de arbodienst periodiek zal rapporteren over de aard en de oorzaken van het ziekteverzuim. De gegevens die daar uit voortvloeien worden gebruikt bij het beleid om het ziekteverzuim terug te dringen naar een gemiddeld niveau. Op de vragen van de leden van de fracties van de VVD, het CDA en GroenLinks over de oorzaken van het hoge ziekteverzuimcijfer antwoordt het Presidium dat de stijging van het ziekteverzuim overeenstemt met een landelijke trend. Over de precieze achtergronden hiervan vindt rijksbreed nog onderzoek plaats. Hiernaast kent de Kamer enkele diensten met veel lichamelijke inspanning die elders zijn uitbesteed en dan niet meewegen in het ziekteverzuimcijfer (Schoonmaakdienst en Restaurantbedrijf). Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks betreffende de aantallen medewerkers met een arbeidshandicap, kan worden aangegeven dat hier een teruggang in waarneembaar is als volgt: 1997: 28 1998: 26 1999: 23 Op de vraag uit de D66-fractie naar de financiële gevolgen van reorganisaties en de invloed daarvan op de Raming voor 2001, antwoordt het Presidium dat reorganisatiekosten veelal voortvloeien uit een mogelijk grotere omvang van de gereorganiseerde dienst dan voorheen en rechtspositionele (herplaatsings- en/of wachtgeld) kosten. Waar bekend, zijn de formatieve gevolgen van reorganisaties (structureel f 1,122 mln) reeds in de Raming voor 2001 opgenomen. De mogelijke financiële gevolgen van reorganisaties die thans nog niet zijn afgerond, zullen op een later moment – suppletoir – aan de orde worden gesteld. Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fracties van CDA, D66 en VVD over de specifieke arbeidsvoorwaarden van het Kamerpersoneel kan het Presidium meedelen dat de Kamer in het algemeen de arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren volgt binnen de sector Rijk. Een aantal specifieke arbeidsvoorwaarden wijkt daar vanaf. De meeste afwijkingen stammen uit de tijd dat de Kamer nog een relatief gering aantal «vergadergebonden» ambtenaren in dienst had en de inconveniënten ten opzichte van andere ambtenaren onevenredig hoog waren. In de loop der jaren is echter de ambtenarenorganisatie uitgegroeid naar normale grootte en zijn er meer specialistische functies ontstaan, waarbij vergadergebondenheid lang niet altijd meer het geval is. Een aantal specifieke arbeidsvoorwaarden kan daarom naar de mening van het Presidium worden aangepast. Met name de arbeidsvoorwaarden die de arbeidsmobiliteit belemmeren wil het Presidium prioriteit geven. Het Presidium heeft het Managementteam inmiddels verzocht een nota op te stellen die de verschillen in arbeidsvoorwaarden in kaart moeten brengen ten opzichte van de sector Rijk en voorstellen te doen voor wijzigingen. De
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
20
verwachting is dat de discussie hierover met het Georganiseerd Overleg en de Ondernemingsraad deze zomer kan worden begonnen. Ten aanzien van de vraag van de leden van de fractie van de VVD om voor de gehele organisatie organogrammen te publiceren, merkt het Presidium op dat deze reeds bestaat voor wat betreft de totale Tweede Kamerorganisatie. U treft deze aan in een bijlage bij deze nota. De leden van de fractie van D66 vragen naar de knelpunten met betrekking tot werving en selectie. Inderdaad geeft, vooral op het gebied van secretariële functies, de krappe arbeidsmarkt tot wervingsproblemen aanleiding. Financieel-economische functies blijken bij de Tweede Kamer minder moeilijk te vervullen dan elders. In het algemeen kan verwacht worden dat de toenemende krapte op de arbeidsmarkt ernstige wervingsproblemen zal blijven veroorzaken. Op de vraag van de leden van GroenLinks voor wie de «vrije parkeerplaatsen» bestemd zijn, antwoordt het Presidium dat deze vrije parkeerplaatsen slechts vanwege redenen van sociaal/medische aard aan ambtenaren beschikbaar gesteld worden. De leden van de fractie van GroenLinks willen de uitkomsten uit Arboonderzoeken vertalen in samenhang met acties ten aanzien van meubilair, apparatuur en ruimte. Begin 2000 is binnen de gehele ambtelijke organisatie van de Kamer, het in de Arbowet verplichte, Periodieke Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) gehouden. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek zal in 2000 een voorlichtingstraject over RSI en werkplekinrichting worden gestart. Verder is het de bedoeling dat iedere medewerker een individuele werkplekinstructie krijgt, met het doel de werkplekken te optimaliseren. Voorts zal software via het netwerk op de pc’s worden geïnstalleerd waardoor RSI-klachten door overbelasting kunnen worden voorkomen. De fracties worden uitgenodigd aan dit project deel te nemen. De leden van de fractie van de SP vragen zich af of een verhoogde eigen bijdrage Vervoerplan het gebruik van het openbaar vervoer niet ontmoedigt. Het Presidium antwoordt dat, mede door het «nieuwe» fietsprivéplan (= «Vermeend-fiets») dat onderdeel uitmaakt van het nieuwe Vervoerplan, een tendens waarneembaar is waarbij steeds meer ambtenaren kiezen voor de fiets in plaats van het openbaar vervoer. Een stijging van het autogebruik door stijging van de eigen bijdrage, is niet aan de orde. In antwoord op vragen van de leden van de fracties van de PvdA , D66 en het CDA over het realiseren van eigen kinderopvang kan het Presidium meedelen dat er geen reden is het beleid in deze te wijzigen. Niet zozeer het al of niet beschikbaar zijn van een ruimte vormt het criterium om kinderopvang uit te besteden, maar redenen van efficiency en effectiviteit. De huidige regeling waarbij een ruim aanbod van kinderopvang (kinderdagverblijf, gastouderopvang, buitenschoolse opvang, naschoolse opvang en vakantieopvang) voor de medewerkers wordt gerealiseerd bij erkende instellingen door bemiddeling van een erkend bureau, waarbij tevens de vrijheid wordt geboden in hetzij standplaats hetzij woonplaats hiervan gebruik te maken, voldoet aan de behoeften. Momenteel maken zo’n 35 à 40 kinderen gebruik van enigerlei voorziening voor kinderopvang. Bij het aangaan van de bemiddelingsovereenkomst met bedoeld bureau is indertijd aan de fracties de mogelijkheid aangeboden een overeenkomstig contract af te sluiten. Naar aanleiding van de vraag van de leden van de fractie van de PvdA over een fitnessruimte voor zowel Kamerleden als ambtelijk personeel,
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
21
kan het Presidium meedelen dat er vorig jaar met het Ministerie van Defensie goede afspraken zijn gemaakt over het medegebruik door de Kamer van hun uitstekend geoutilleerde fitnessruimte. Deze ruimte bevindt zich op slechts enkele minuten loopafstand van de kamergebouwen en is beschikbaar voor zowel kamerleden als voor personeel. Mede uit kostenoverwegingen vindt het Presidium het niet opportuun te streven naar een ’eigen’ fitnessruimte. Het belang dat de leden van de fractie van de PvdA hechten aan de rustcq kolfkamers wordt door het Presidium voluit onderschreven. Het Presidium kan overigens melden dat er momenteel reeds drie van dergelijke kamers beschikbaar zijn in de verschillende gebouwdelen. Bij het beschikbaar komen van nieuwe of gerenoveerde gebouwen ten behoeve van de kamerorganisatie zal het Presidium streven naar uitbreiding van dit aantal. 7. Stenografische dienst Op de vraag uit de D66-fractie over het arbeidsonderzoek, kan het Presidium melden dat nog niet bekend is tot welke maatregelen dit onderzoek heeft geleid.
Artikel 3.01 Naar aanleiding van een vraag uit de fracties van RPF en GPV over de begrotingsverantwoording, zegt het Presidium toe om cijfers te verstrekken over aantallen ingediende amendementen, uitgesplitst naar herkomst, en over de uitslag van de stemmingen over amendementen en moties, zodra dat in het nieuwe informatiesysteem Top-aas mogelijk wordt.
Artikel 03.04 Op de vraag uit de GroenLinks-fractie naar een verklaring voor de daling van de post personeel en materieel in 2000 ten opzichte van 1999 ten bedrage van f 0,281 mln, antwoordt het Presidium dat de uitgaven over 1999 mede betrekking hebben op de budgetten die suppletoir zijn toegevoegd. In het budget voor 2000 zijn, naast de begroting, op dit moment alleen de Voorjaarsnotavoorstellen verwerkt. Daarenboven ontbreken nog de generieke posten voor loon- en prijsbijstelling. Een verdere verhoging volgt wellicht bij gelegenheid van de Najaarsnota 2000. Het verschil tussen 2001 en 2000 is goeddeels het gevolg van incidentele Voorjaarsnotamutaties in 2000.
Artikel 03.07 Op de vraag uit de D66-fractie waarop de verhoging van de raming van het drukken van kamerstukken in 2001 is gebaseerd, antwoordt het Presidium dat in casu geen sprake is van een verhoging maar van het meerjarencijfer voor 2001 vanuit de begroting voor het jaar 2000. De omstandigheid dat in 2001 sprake is van een wat hoger bedrag dan in 2000, is het gevolg van de financiering van de tweede tranche van het project Kamer 2000, die met ingang van 2001 ten laste van het drukwerkbudget is gebracht (25 600 hoofdstuk II, nr. 2, blz. 17–18). Aangezien de financiering van de eerste tranche, die in mindering is gebracht op de drukwerkbudgetten tot en met het jaar 2000, voor dat jaar toezag op een hoger bedrag, bleef voor 2001 een hoger bedrag beschikbaar.
Artikel 03.08 Naar aanleiding van vragen uit de fracties van CDA en D66 over de mogelijke stijging van pensioenlasten als gevolg van een aantal factoren, waar-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
22
onder de verlaging van de rekenrente, antwoordt het Presidium er van uit te gaan dat een eventuele stijging van werkgeverslasten in verband met wijziging in de pensioenwetgeving, in de vorm van loonbijstelling aan het personeelsbudget wordt toegevoegd. Gelet op het rechtstreeks verband tussen enerzijds de arbeidsvoorwaarden bij de sector Rijk en anderzijds de hoogte van de budgetten uit hoofde van de fractiekostenregeling, geldt de genoemde bijstelling dan ook in het laatste geval.
Artikel 04.02 Op de vraag uit de D66-fractie hoe de stijging van de uitgaven van het personeel van de Stenografische dienst en de Griffie IB moeten worden verklaard, antwoordt het Presidium dat de marginale verschillen tussen de personeelsuitgaven in de periode van 1999 tot en met 2002, met name het gevolg zijn van de de niet-lineair verlopende loonbijstelling 1999 (Kamerstuk 26 800 hoofdstuk II, nr. 2, blz. 25).
Begrotingsverantwoording Op de vraag uit de D66-fractie of de kosten verbonden aan de verhuizing van Binnenhof 7 niet waren te voorzien, dan wel of die kosten f 0,5 mln hoger zijn uitgevallen, antwoordt het Presidium dat de bedoelde f 0,5 mln in eerste opzet van de raming voor de inrichting niet was voorzien, maar als gevolg van nadere inzichten als gevolg van onder meer de Arbo-eisen, toch noodzakelijk bleek. Tevens heeft meegespeeld de wens van de bewoners een gelijkwaardig voorzieningenniveau in verhouding tot de overige gebouwen te bewerkstelligen. Deze meerkosten hadden betrekking op het volgende (bedragen x f 1,0 mln): – meubilair – roldeurkasten – bijzetstoelen – bureaustoelen totaal
0,250 0,120 0,045 0,055 0,470
Op de vraag uit de D66-fractie, merkt het Presidium op dat het thans niet alleen mogelijk is maar zelfs gewenst dat inbrengen voor verslagen van commissies per e-mail verzonden worden aan de griffiers. Bij de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken is thans een proef gaande met elektronische toezending van alle regeringsstukken die van belang zijn voor die commissie, naast de latere toezending op papier. Als deze werkwijze bevalt, zal die ingevoerd kunnen worden voor de gehele Kamer. Dan zal tevens bezien worden of nog wel de papieren stukken achteraf altijd moeten worden toegezonden, of alleen op aanvraag. Aangaande de vraag uit de PvdA-fractie over geblokkeerde investeringen van structurele en incidentele aard, verwijst het Presidium naar de in de brief inzake dit onderwerp van de Voorzitter van de Tweede Kamer aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 27 082, nr. 10), kenbaar gemaakte opvatting dat het Presidium er van uitgaat dat het Kabinet, indien de Kamer de Raming aanvaardt, de voorstellen overeenkomstig de werkafspraken overneemt in de begroting van hoofstuk II. Dit geldt zowel voor de begrotingsuitvoering (Voorjaarsnota en Najaarsnota), als de begroting van het volgende jaar. De Voorzitter, Van Nieuwenhoven De Griffier, De Beaufort
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
23
BIJLAGE
Organigram Tweede Kamer der Staten-Generaal
P re s id ium
Ste no gr afisc he D ie nst
G r iffie Inte rp ar le m enta ire B etr e kk inge n
G r iffie r
*F inanc iee l-Ec o no mis ch e zak e n
Be dr ijfs Ma ats chap pe li jk W er k
*P er sone e l & O rg a nisatie
Se cre ta ris M an ag em en t Te am
*Pe rs - e n pub lieksv oo r lic hting
Pr es id ium s ecr e tariaa t
D ir ecte ur C onstitu tione el P ro ces / E e rs te plv. G riffie r
O nd er s te uning
D ir ec te ur Be dr ijfsvo er ing
B ur ea u O nd e rs te uning B e dr ijfs vo er ing
G riffie /B ure au W e tge vin g
F a c ilitair e D ienst
D ienst Info rm atie voo rzienin g
D ie ns t C o m m unica tie
Die ns te n C o mm issie o nd er steunin g
D ie ns t Au tom atis er ing
Be ve iliging s d iens t
R es taur antb e dr ijf
Bo de d iens t
* De hoofden van deze stafdiensten zijn de vaste adviseurs van het MT
De Griffier en de twee directeuren vormen tezamen het Management Team dat als collegiaal bestuursorgaan optreedt. Het wordt bijgestaan door een secretaris, terwijl de hoofden FEZ, Pers- en Publieksvoorlichting en P&O als vaste adviseurs optreden. Het Management Team besluit over de onderlinge taakverdeling met betrekking tot de aansturing van de stafdiensten en -functies. Dit organigram is opgesteld conform het Presidiumbesluit d.d. 9 juli 1999. De in dit organigram getekende situatie zal naar verwachting eind 2000 geformaliseerd zijn.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1999–2000, 27 082, nr. 12
24