Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1984-1985
18918
Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1984
Nr. 29
ANTWOORDEN VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSERIJ Ontvangen 1 juli 1985 In antwoord op de vragen van de vaste Commissie voor de Rijksuitgaven, naar aanleiding van het verslag van de Algemene Rekenkamer over 1984, deel ik U het volgende mede. 4.15. De Grondkamers voor Overijssel en Gelderland Bijgevoegd zijn overzichten over de jaren 1982, 1983 en 1984, waarin zijn opgenomen: De frequentie van de zittingen, het aantal leden dat doorgaans bij de zittingen aanwezig was, het aantal taxaties en het aantal afgehandelde posten alsmede de personeelsformatie en de personeelsbezetting van de verschillende grondkamers. Voor wat de relatie kosten/baten betreft kan worden opgemerkt, dat de baten zich bewegen rond de 47% van de kosten. Aangezien door mij een dekkingspercentage van 50 wordt nagestreefd is thans een wijziging van het Tariefbesluit Pachtwet 1974 in voorbereiding. 4.20. Administratieve Organisatie van de Stichting «Centrum voor Landbouwpublikaties en Landbouw/documentatie» te Wageningen Het Centrum voor Landbouwpublikaties en Landbouwdocumentatie (Pudoc) en de Centrale Bibliotheek van de Landbouwhogeschool, die elkaar aanvullende taken verrichten, zijn mede voor het vereenvoudigen en verbeteren van de managementfunctie in 1982 in een gezamenlijk gebouw ondergebracht. Bij de benoeming in 1984 van een nieuwe Directeur Pudoc tevens Bibliothecaris LH, heeft naast het bevorderen van eenheid in beleid en bestuur van de agrarische informatievoorziening, tevens de versterking van het management voorop gestaan. Het gevolg van deze fundamentele aanpak is dat thans een reorganisatieproces gaande is, dat verder voert dan het treffen van structurele maatregelen die een einde maken aan de onvolkomenheid van de administratie. In dit geheel zal de automatisering van de administratie en de organisatorische aanpassingen die daarmee hand in hand gaan bijdragen aan de oplossing van door de Algemene Rekenkamer gesignaleerde problemen. De getroffen maatregelen houden in dat sinds 1983 het bijhouden en beoordelen van vorderingen aan de gestelde eisen voldoen. Maatregelen zijn doorgevoerd die een adequate kantoorvoorraadadministratie en inventarisatie van de boekenvoorraad verzekeren.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
1
Voorts worden publikaties niet meer aan de boekhandel in consignatie gegeven, waardoor een duidelijker inzicht ontstaat in vorderingen en publikatievoorraad. De overige maatregelen, waaronder die in de personele sfeer, zullen dit najaar volledig hun beslag krijgen. 5.25. Rentesubsidies Overeenkomstig mijn toezegging in september aan de Algemene Rekenkamer is de procedure met betrekking tot de jaarlijkse verklaring van de ondernemer gewijzigd. De procedure-wijziging houdt in dat de betaling van de rentebijdrage met ingang van het jaar (1 januari) volgend op de verzending van de ondernemersverklaring wordt gestaakt, indien de begunstigde op dat moment de verklaring niet heeft teruggezonden. Deze procedure is bij de verzending van de ondernemersverklaring begin oktober 1984 aan de ondernemers kenbaar gemaakt. Voorts zijn de provinciale diensten over de nieuwe werkwijze geïnstrueerd. Naar onze mening leidt deze procedure-wijziging er toe dat voorkomen wordt dat voortgegaan wordt met betaling van de bijdrage in de rente die dan op een later tijdstip weer zou moeten worden teruggevorderd. Voor wat betreft de terugvordering heb ik reeds gesteld (zie par. 5.25) dat door een intensievere uitwisseling van gegevens tussen de banken, het provinciaal apparaat en de beleidsdirectie zal worden bereikt dat de terugvorderingsprocedure sneller plaatsvindt. Gezien het grote aantal gevallen, de verschillende geaardheid hiervan alsmede het onderzoek dat nodig is voor de objectieve vaststelling van het in gebreke zijn van de ondernemer is het niet mogelijk en weinig zinvol een gemiddelde termijn te noemen waarop na het vervallen van het recht op subsidie tot terugvorderen wordt overgegaan. In het algemeen is het zo dat direct na vaststelling van het in gebreke zijn van de ondernemer aan begunstigde een schrijven uitgaat waarin terugvordering wordt geëist. De activiteiten ter zake werpen vruchten af, gezien de toename van de binnengekregen terugvorderingen in de laatste jaren, namelijk in 1982: f 0,8 min., in 1983: f 1,1 min. en in 1984: f2,9 min. 5.26. Bijdrage in Keuringskosten Agrarische Produkten Er bestaan vaste, door mijn departement gehanteerde subsidievoorwaarden, waarbij op basis van een ingediende begroting, voorzien van toelichting en werkplan, voorschotten worden verstrekt. Nadat een door de accountant goedgekeurde jaarrekening is ingediend vindt een eindafrekening plaats. In de ogen van de Algemene Rekenkamer gaan deze voorwaarden niet ver genoeg, o.a. ten aanzien subsidiëring in de personeelskosten. Het ligt niet in mijn bedoeling om bij de vaststelling van het subsidie slechts dat deel van de personeelskosten in aanmerking te nemen dat past in de salarismaatregelen die gelden voor trendvolgers. Wel sta ik een uitbreiding van de bestaande subsidievoorwaarden met bij voorbeeld het verstrekken van een investeringsplan, een formatieplan en een liquiditeitsbegroting van de betrokken instelling voor. Beleidslijnen hieromtrent zijn in voorbereiding. 6.5. Periodieke heffing krachtens de bestrijdingsmiddelenwet
1962
Art. 4 Lid 4 bm-wet is nog niet in werking getreden en heeft dus geen financiële opbrengst geleverd. Ter vermijding van verdere lastenverzwaring van het bedrijfsleven is het gewenst deze situatie voorhands te handhaven. In de bedoelde kosten bestaat geen exact inzicht. Het aantal toelatingen bedraagt thans 3284, het aantal toelatinghouders (fabrikanten, importeurs en handelaren) bedraagt 415.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
2
6.6. Pacht- en huurbeleid bij het Staatsbosbeheer Uit het overzicht in de gevoerde correspondentie kan inderdaad worden afgeleid, dat de communicatie niet optimaal is geweest. Het is echter altijd mijn intentie geweest de Algemene Rekenkamer volledig te informeren. De opmerkingen hebben met name betrekking op de provincie Zuid-Holland, waarop in de nadere beantwoording van de vragen wordt ingegaan. Ja. In voorgaande en onderstaande beantwoording van de vragen is mijnerzijds getracht de gewekte indruk van nonchalance jegens de Rekenkamer te ontzenuwen. Indexcijfers zijn eerst, volgens het CBS, berekend vanaf 1899. Een bedrag van f 1000 in 1899 zou in 1984corresponderen metf 16000. In het algemeen is het gebruikelijk, dat in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin herziening mogelijk is het overleg wordt gestart. De onderhavige vergunning vormde echter een onderdeel van een reeks van overeenkomsten gesloten met de gemeente cq. het Haagse Duinwaterleidingbedrijf. De onderhandelingen hebben inmiddels voor de overige vergunningen geleid tot een nieuwe totaal-overeenkomst. Over de genoemde vergunning zullen op zeer korte termijn onderhandelingen met de gemeente 's-Gravenhage over een tussentijdse aanpassing worden geopend. Het is geenszins mijn bedoeling geweest de klachten te bagatelliseren of met een dooddoener af te doen, hetgeen mij brengt tot een negatief antwoord op Uw vraag. Naar aanleiding van de controle over 1982 wordt thans de indruk gewekt, dat aan de tijdige aanpassing van de huren en pachten onvoldoende aandacht wordt besteed. Aldus wordt naar mijn mening ten onrechte voorbij gegaan aan het door de Algemene Rekenkamer uitgebrachte rapport met betrekking tot de controle over 1976. In dit rapport is omtrent de aanpassing van de huur- en pachtprijzen het volgende vermeld: «Geconstateerd is dat in meer gevallen dan voorheen de huren en pachten regelmatig worden verhoogd, zodat opnieuw van een verbetering kan worden gesproken. Dit neemt niet weg, dat in een aantal gevallen is nagelaten, de huur- of pachtprijzen aan het gestegen prijspeil aan te passen». Met name ten aanzien van het kantoor in Zuid-Holland geld, dat veelvuldige en langdurige vacatures onvermijdelijk een nadelige invloed op de kwalitatieve uitvoering van het overigens toereikende administratieve systeem uitoefenen. Het vorenstaande doet echter niets af aan de constatering van de Algemene Rekenkamer in hun verslag over 1984, dat in een aantal gevallen geen structurele verbetering is ingetreden. Overigens wordt opgemerkt, dat in het kader van de met het Ministerie van Financiën gemaakte afspraken omtrent de compensatie van meer middelen met uitgaven, voor de beheerder een extra prikkel gecreëerd is om maximale inkomsten te behalen. Voor wat betreft de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer, met verwijzing naar schrijven dd. 15 augustus 1975, No. FMZ 75/175, inzake vooruitbetaling voor enkele jaren en het vaststellen van afkoopsommen, wordt het volgende medegedeeld. De in bovenvermelde brief vermelde vooruitbetaling van de canon had betrekking op 111 erfpachten van de 199 op Terschelling. De jaarlijkse canon voor de 199 gevallen bedroeg in totaal f847,79. De mogelijkheden om in zijn algemeenheid tot vooruitbetaling en afkoopsommen van geringe bedragen te komen, zal nader worden bezien. Naar verwachting zal het relatief gezien om een klein aantal gevallen gaan, aangezien bij erfpacht sprake moet zijn van een jaarlijks te betalen vergoeding.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
3
Voorts zijn bij vooruitbetaling en bij afkoop de mogelijkheden tot indexering van de vergoeding uitgesloten, waardoor de Staat financieel nadeel lijdt. Punten, vermeld in het uittreksel van het verslag, gezonden aan de Minister van Landbouw en Visserij met brief van 20 januari 1975, no. 160 R (7.2-7.3-7.4) Provinciale Directie Zuid-Holland 7.2.1. Kwekerij «Klein Zwitserland» (punt 17. B.3 van genoemd uittreksel) De vermelde herzieningsdatum van 1 januari 1977 moet op een misverstand berusten, daar bij controle is gebleken, dat de contractueel de volgende herzieningsdata zijn vastgelegd: 1 januari 1974, vervolgens 1 januari 1979,1 januari 1984 en 1 januari 1989. Desondanks is met ingang van 1 januari 1978 de pachtsom gebracht op f2000 per jaar in plaats van f1200. Op 1 januari 1979 is de pacht gesteld f255 en f1950 totaal f2205. Per 1 januari 1984 is het bedrag van f 1950 verhoogd tot f 7250. 7.2.2. Thesaurier van H. M. de Koningin (punt 17, B.6 van genoemd uittreksel) In verband met de lopende procedure, de vele politieke verwikkelingen rondom de bestemming alsmede de bijzondere positie van het Koninklijk Huis, is niet tot verhoging van de canon overgegaan. De erfpacht is per 30 november 1983 geëindigd. 7.2.3. Gemeente 's-Gravenhage (punt 17, B.7 van genoemde uittreksel) Via het Rijksarchief is inmiddels een uittreksel van de uit 1850 stammende overeenkomst ontvangen. In de overeenkomst ontbreekt de mogelijkheid tot het aanpassen van de vergoeding. Opmerkingen naar aanleiding van de laatste controle (7.3) Provinciale Directie Zuid-Holland 7.3.1. Ursula Kliniek (Contr. reg. No. 601) De onderhavige vergunning voor het gebruik van een bunker te Katwijk, is per 1 juli 1982 beëindigd. De vergoeding is met ingang van 1 april 1981 verhoogd van f 1000 tot f1428 per jaar, dienovereenkomstig in rekening gebracht en op 10 december 1982 ontvangen. 7.3.2. Mw. P. Wouwenaar Lievense (Contr. reg. No. 64) Bij brief dd. 11 mei 1982, kenmerk 03373, is de canon van f 1775 per jaar alsnog met ingang van 1 januari aangepast en gebracht op f 2375 per jaar. De erven Wouwenaar beroepen zich op de rechten van hun rechtsvoorganger en zijn eerst bereid vanaf 1 januari 1986 f 6.585 per jaar te betalen. 7.3.3. Polder Oudendijk te Woubrugge a. Fa. Matth. van Zaal (Contr. reg. No. 500) b. A. C. van Santen (Contr. reg. No. 501) c. J. de Graaf Dzn. (Contr. reg. No. 502)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985,18918, nr. 29
4
De onderhavige pachtcontracten zullen in juli 1984 worden voorgelegd, teneinde herzieningen van de diverse pachtprijzen te bewerkstelligen. Door administratieve oorzaken is een en ander niet eerder gesignaleerd. De onderhandelingen hebben ertoe geleid, dat de contracten met Van Santen en de Graaf per resp. 16 maart 1979 en 1 januari zijn herzien. Het contract met Van Zaal wordt eerst op 1 januari 1988 herzien. d. B. P. Verboom (Contr. reg. No. 503) De pachter is schriftelijk benaderd teneinde duidelijkheid te verkrijgen over de vraag waarom een hogere jaarlijkse pachtsom (f 1119,03) wordt betaald dan vermeld in de overeenkomst (f735 per jaar). Een en ander heeft na overleg met de Grondkamer geleid tot een pachtsom van f 1119,03. 7.3.4. Noordwijkse Golfclub (Contr. reg. No. 145) Met brief van 18 augustus 1980, kenmerk 4917 is, aan het bestuur van de Golfclub voorgesteld de canon met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 1979 te verhogen. Erfpachter maakte per brief dd. 14 november 1980 bezwaar tegen de late melding van dit aanpassingsvoorstel en stelde voor de verhoging in te laten gaan per 1 juli 1981. Met het tegenvoorstel dezerzijds dd. 5 december 1980 om deze aanpassing per 1 juli 1980 te laten ingaan, is erfpachter akkoord gegaan bij brief 19 januari 1981. Verhoging per 1 juli 1985 is thans in voorbereiding. 7.3.5. Gemeente 's-Gravenhage (Contr. reg. No. 231) De privaatrechtelijke vergunningverlening aan de Gemeente 's-Gravenhage voor de waterwinning in het duinterrein, genaamd «Ganzenhoek», vormt onderdeel van een reeks van overeenkomsten gesloten met deze gemeente c.q. het Haagse Duinwaterleidingbedrijf. Teneinde deze overeenkomsten tot één geheel te bundelen alsmede erfpachtcontracten om te zetten in vergunningen, zijn onderhandelingen geopend met de gemeente 's-Gravenhage. Tot dusver is op het voorstel, de duur van de contracten te stellen op 10 jaar, door de pachter/vergunninghouder niet ingegaan. Vanuit de Directie van het Staatsbosbeheer zal door middel van een gesprek met de betrokken wethouder een poging worden ondernomen om tot een vergelijk te komen: zie het gestelde onder vr. 5. De onderhavige vergunning is intussen nooit opgezegd en blijft derhalve onverminderd van kracht (zie vraag 5). 7.3.6. Gemeente Katwijk (Contr. reg. No. 436) De jaarlijkse vergoeding van deze vergunning voor het houden van een parkeer- en kampeerterrein, is met brief dd. 8 april 1982 met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 1978 gebracht op f3779 per jaar (was f2500). De gemeente Katwijk heeft zowel de achterstallige vergoedingen over 1980 en 1981, als de verhoogde vergoedingen inmiddels betaald. De pachtsom is per 1 januari 1984 verhoogd tot f 4900 per jaar. 7.3.7. B. en J. D. Boersma (Contr. reg. No. 13j De onderhavige pachtovereenkomst is nooit ondertekend omdat er bepaalde natuurbeschermingsvoorwaarden waren opgenomen die niet door pachter werden geaccepteerd, ook de verlaging van de pachtprijs had betrekking op deze zogenaamde NB-voorwaarden. De oorspronkelijke pachtovereenkomst uit 1965 met betrekking tot 27 ha is derhalve nog steeds van kracht. Van het z.g. Engelbrechts Plekke is + 35 ha om niet aan de heer Boersma onder natuurbehoudsvoorwaarden in gebruik gegeven.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
5
7.3.8. P. C. Stoop (Contr. reg. No. 660) De pachter heeft diverse gronden alsmede de hoeve ter zake in de Otterpolder in pacht. Getracht is om de pachtprijzen te herzien, hetgeen echter niet gelukt is door tegenwerking van de pachter en van de Hollandsche Maatschappij voor Landbouw, welke bij de pachten in de Otterpolder was betrokken. Aan de Grondkamer voor Zuid-Holland zal voor de pacht, ingaande 1 januari 1986, om vaststelling van de hoogst toelaatbare pachtprijs worden verzocht. 7.3.9. A. A. Sneep (Contr. reg. No. 383) Bij brief van 2 december 1982, kenmerk 09191, is de huurprijs aangepast en gebracht op f 286 per jaar. Voorts is met de huurder overeengekomen, dat aanpassing in het vervolg om de 5 jaar zal plaatsvinden, voor het eerst op 1 september 1987. In deze prijs is verdisconteerd dat beheer en onderhoud (m.u.v. grote reparaties) voor rekening van de huurder komen. 7.3.10. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (Contr. reg. No. 440) In de Biesbosch is een griendkeet vanaf 1 januari 1977 voor een symbolische huur van f25 per jaar verhuurd aan bovenvermelde vereniging: a. omdat deze vereniging ter plaatse inventarisatiewerkzaamheden uitvoert, waarvan de resultaten kostenloos ter beschikking van het beheer worden gesteld; b. omdat de vereniging de kosten van onderhoud van de griendkeet op zich neemt. 7.3.11. C. van Bennekom (Contr. reg. No. 632) Uit oogpunt van het beheer wordt afgezien van verlenging en het recht van afmeren. De huidige pachter is 80 jaar. 7.3.12. J. L C. Wildeman (Contr. reg. No. 644) De vergoeding van f50 per jaar voor een aanlegvergunning is inmiddels opgetrokken tot f60 per jaar. Tevens is met vergunninghouder overeengekomen dat herziening om de 5 jaar zal plaatsvinden, voor het eerst met ingang van 1 januari 1988. 7.3.13. Gemeente 's-Gravenhage (Contr. reg. No. 40) De beëindigingsovereenkomst is alsnog opgesteld en het te veel betaalde is gerestitueerd. 7.3.14. Diversen Met betrekking tot het probleem van de zeer lage vergoedingen die worden geïnd voor een aantal vergunningen voor het leggen, hebben enz. van allerlei zaken (kabels, leidingen, fiets-/voet-/uitpaden, aanlegsteigers, enz.), wordt in geval van nieuw af te geven vergunningen uitgegaan van een minimumvergoeding van f25, alsmede een aanpassing van de vergoeding van minimaal eens in de vijf jaar. Voor wat betreft de reeds afgegeven vergunningen is niet te achterhalen waarom de vergoedingen zo laag zijn gehouden noch waarom geen aanpassingsclausules zijn opgenomen. Getracht zal worden deze vergoedingen op een aanvaardbaar niveau te brengen alsmede een aanpssingsclausule in de herziene overeenkomsten op te nemen. Hierbij dient wel te
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
6
worden opgemerkt, dat door het ontbreken van een dergelijke aanpassingsclausule in de lopende contracten, herziening veelal niet in rechte afdwingbaar is; herziening is afhankelijk van bereidwilligheid van de vergunninghouders. Zuid-Holland en
Noord-Brabant(lA)
7.4.1. A. de Neef (Contr. reg. No. 380) Inmiddels is geconstateerd dat het contract met A. de Neef betreffende de verhuur van een griendkeet ad f 100 per jaar geen mogelijkheid biedt om tot verhoging over te gaan. 7.5.
Noord-Brabant
7.5.1. J. Saarloos Door de jaarlijks knellender wordende problemen in de bedrijfsvoering van de pachter, voornamelijk veroorzaakt door de buitengewoon ongunstige ligging van de percelen in landbouwkundige zin, werd het niet opportuun geacht de pachtsom, voordat structurele oplossingen zijn gevonden in de richting van een gewijzigde bedrijfsopzet, te verhogen. 7.5.2. A. Fleuren Het verzuim in 1977 om de pacht aan te passen is gelegen in het personeelsverloop gedurende die tijd in het district. Met betrekking tot de verhoging van de pachtprijs werden door de alhier opvolgende personeelsleden tegenstrijdige adviezen gegeven. Ultimo 1982 is de pachtprijs verhoogd tot f 252 per jaar. Ultimo 1985 zal de pachtprijs - indien daartoe aanleiding bestaat - weer worden verhoogd. 7.5.3. Golfclub Toxandria In 1989 zal op grond van contractuele bepalingen de canon worden herzien. 7.5.4. J. M. Reuser Door technische gebreken aan de fundering was de woning gedurende lange tijd niet meer geschikt voor permanente bewoning. De woning wordt afgebroken om te worden vervangen door een eenvoudige voorziening, niet geschikt voor permanente bewoning. Voorts is de kooi omgevormd tot een zg. «Blauwgoedringkooi» en met de pachter is begin 1985 een nieuwe overeenkomst gesloten. 7.5.5. Gebr. v. Oord Destijds is verhuurd een perceel hakgriend en rietland. Door de gewijzigde hydrologische omstandigheden in de Biesbosch is het perceel niet meer exploitabel in landbouweconomische zin. Thans is er sprake van een doorgeschoten griendbos. Uit nostalgische overwegingen willen de gebr. v. Oord het perceel nog aanhouden. 7.5.6. Mw. Penninx-Renders Zie voor wat betreft het geconstateerde verzuim onder punt 2 (Fleuren); de beide percelen liggen in hetzelfde district.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985,18918, nr. 29
7
7.5.7. J. van Gorp De huur is per 1 september 1982 verhoogd tot f 100 per jaar. Voorts is in het herziene contract opgenomen, dat de huur om de drie jaar wordt aangepast. 7.5.8. Politiehondenvereniging
«De Speurder»
7.5.9. Hondendressuurvereniging
«De Trouwe Vrienden»
Over aanpassing van de vergoedingsbedragen zijn inmiddels onderhandelingen gestart. Er zijn in de destijds afgesloten overeenkomsten echter geen clausules opgenomen, op basis waarvan aanpassingen van de vergoedingsbedragen afgedwongen kunnen worden. 7.5.10. Diversen Voor wat betreft de lage bedragen en het niet periodiek aanpassen van vergoedingen voor vergunningen, wordt verwezen naar het gestelde onder Zuid-Holland, punt 7.3.14. Voorts zal er op toegezien worden dat uit het betreffende dossier blijkt op grond waarvan aanpassing van de vergoedingen niet heeft plaatsgevonden. 8. Door het Staatsbosbeheer heeft een nadere inventarisatie van te automatiseren processen plaatsgevonden. Op grond van deze inventarisatie is o.a. prioriteit toegekend aan een definitiestudie met betrekking tot de huren- en pachtenadministratie, waarbij het proces gedetailleerder wordt verkend en beschreven. Bij de uitwerking van het systeem zal hoge prioriteit worden toegekend aan het scheppen van voorwaarden voor een tijdige signalering en aanpassing van de huren en pachten. 9.4. Computercentrum (Hoofd)produktschap
Voedselvoorziening
De produktschappen voeren werkzaamheden in het kader van het Landbouw Egalisatiefonds (LEF) uit; zij ontvangen en betalen LEF-gelden en houden daartoe een LEF-administratie bij. Deze administraties verschillen per produktschap. De verschillen betreffen onder andere de wijze waarop de organisatie van een produktschap is gestructureerd, de inrichting van de administratieve organisatie, de automatiseringsgraad en natuurlijk de soort en omvang van de werkzaamheden. In deze situatie is het denkbaar dat automatisering of aanpassing anderzins aan nieuwe technische mogelijkheden van relatief kleine produktschapsadministraties of kleine delen van deze administraties achterwege blijft onder andere vanwege kosten-batenverhoudingen. Het gaat te ver te beweren dat de kosten-batenverhoudingen bij deze afweging van doorslaggevende betekenis zijn. Het behoeft geen betoog dat een goed beheer van de LEF-administraties, ongeacht de wijze van uitvoering, gewaarborgd moet zijn. Het project Harmonisatie LEF-administraties beoogt aan al deze zaken tegemoet te komen. De kosten-batenverhouding bij automatisering en aanpassing aan nieuwe technische mogelijkheden zal er heel anders uitzien wanneer het een door alle produktschappen met dezelfde hulpmiddelen (computers) op dezelfde wijze uit te voeren taak betreft. Bovendien zal een dergelijke situatie de beheersbaarheid en controleerbaarheid van de LEF-administratie ten goede komen. De Minister van Landbouw en Visserij, G.J. M. Braks
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
8
1982 Aantal zittingen
Aantal leden
Taxaties
Afgehandelde posten
Personeel forma-
sterkte
tie
23 22 21 22 20 18 16 25 23 25 23
3 3 3 7 5
1482 835 1200 2514 3926
4587 2456 3602 4993 6381
co co
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Gelderland Noord-Holland Utrecht Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
1025
4 4 3
5 4 4
I
14
12
4638
!
4
5
}
9
10
4 2
5 2
3
!
2910
6973
43 2
'
1361 1065
5593 3166
Taxaties
Afgehandelde posten
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Gelderland Noord-Holland Utrecht Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Aantal zittingen
Aantal leden
23 21 20 22 25 17 17 26 23 23 23
3 3 3 6 5
1325 394 1000 1086 2784
4260 1977 4134 3608 5173
co co
1983
880
I
43 f 2
3
Personeel formatie
sterkte
4 4 3
5 4 4
j I
14
12
4168
}
4
5
1703
4238
}
9
10
646 491
5567 2506
4 2
5 2
1984 Aantal zittingen
Aantal
Taxaties
Afge-
Personeel
poster i
forma-
sterkte
tie
23 21 19 22 24 18 17 27 25 25 24
3 3 3 4 4 co co
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Gelderland Noord-Holland Utrecht Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
3 4 3 2
i I
1546 592 1400 1358 4165
4813 2524 4088 3670 6406
829
4268
2296
5893
386 1302
6113 3573
Tweede Kamer, vergaderjaar 1984-1985, 18918, nr. 29
j
1
1 i
4 4 3
4,5 4 3,5
13
13,5
4
4,5
9
9,5
4 2
4 2