Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2002–2003
27 863
Betalingsverkeer
Nr. 9
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 27 september 2002 De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 11 september 2002 overleg gevoerd met minister Hoogervorst van Financiën over: – het eindrapport van de werkgroep Tariefstructuren en infrastructuur in het betalingsverkeer en de aanbevelingen van De Nederlandsche Bank (27 863, nr. 6); – de maatschappelijke aspecten van het betalingsverkeer (toegankelijkheid en bereikbaarheid van bankdiensten (27 863, nr. 7); – het maatschappelijk overleg betalingsverkeer (MOB) (27 863, nr. 8). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Rosenmöller (GroenLinks), Giskes (D66), Crone (PvdA), Van Oven (PvdA), Hofstra (VVD), Van Hoof (VVD), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Alblas (LPF), Van As (LPF), Veling (ChristenUnie), Teeven (Leefbaar Nederland), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Van der Velden (LPF) en Van Loon-Koomen (CDA). Plv. leden: Bakker (D66), Bos (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), B. M. de Vries (VVD), Verbugt (VVD), Kortenhorst (CDA), Luchtenveld (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Gerkens (SP), Van den Doel (VVD), Koenders (PvdA), Eberhard (LPF), Stuger (LPF), Van der Vlies (SGP), Jense (Leefbaar Nederland), J. M. de Vries (CDA), De Graaf (LPF), Mastwijk (CDA) en Hoogendijk (LPF).
Mevrouw Giskes (D66) wijst erop dat de problemen rond het betalingsverkeer in Nederland al diverse malen aan de orde zijn geweest. Steeds is de reactie geweest dat samen met de branche zou worden bezien welke oplossingen denkbaar zijn. De vorige minister van Financiën heeft steeds het belang onderkend van de maatschappelijke kant van het betalingsverkeer. Banken zijn weliswaar particuliere ondernemingen, maar de burgers zijn eraan overgeleverd. Aangezien in Nederland zes grote banken de dienst uitmaken, is de kans op een open en eerlijke behartiging van de belangen van de consumenten niet ontzettend groot. Berichten wijzen erop dat het met de opstelling van de banken in maatschappelijke kwesties slecht gesteld is. De tariefstelling is onduidelijk. De tarieven die de klant in rekening worden gebracht voor het verrichten van betalingsverkeer zijn niet inzichtelijk. De banken dekken hun kosten met het ondoorzichtige valuteringssysteem. Het toegezegde overleg met de banken over een transparantere vormgeving heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Het tempo is te laag. Een ander probleem is de toegankelijkheid, zowel fysiek als qua gemak. Het is mooi dat de 3000 dak- en thuislozen een rekening hebben gekregen, maar er is een veel grotere groep van ouderen en mensen met een fysieke beperking die heel moeilijk van pinautomaten gebruik kunnen maken. Deze mensen zijn aangewezen op loketten, waar zij vaak verplicht worden om een hoog minimumbedrag op te nemen. In de stukken wordt gemeld
KST63475 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2002
Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 27 863, nr. 9
1
1
dat de NVB onderzoek gaat doen naar een pilot. Harde toezeggingen ontbreken ten enenmale. De steeds verdergaande verlaging van het voorzieningenniveau in dunbevolkte gebieden is ook een probleem. De banken geven ook in dit opzicht nauwelijks blijk van een gevoel van urgentie. VROM voert overleg over de eenloketgedachte voor diverse voorzieningen in dunbevolkte gebieden. De banken moet daarin nadrukkelijk een rol vervullen. De veiligheid van het betalingsverkeer blijft een punt van zorg. Recentelijk zijn er gevallen waarin mensen problemen hebben ondervonden bij het pinnen. Er blijkt van alles af te dingen op de veiligheid van pinautomaten. Van een snelle, adequate reactie van de banken is nog weinig te bespeuren. De verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in dezen moeten helder worden geregeld. Hierbij kan ook gedacht worden aan afschrijvingen die ten onrechte plaatsvinden. De invoering van nummerportabiliteit kan de concurrentie binnen de wereld van de betaaldiensten laten toenemen. Ook op dit punt lijkt de bankwereld erg afwachtend. Gezien het bescheiden aantal banken moet nummerportabiliteit in Nederland mogelijk zijn. Interpay is monopolist in de ondersteuning van het pinbetalingssysteem. De Nederlandsche Bank vindt het belangrijk dat op dit punt een andere organisatie ontstaat. Winkeliers zouden alleen met een bank contracten moeten sluiten, die dan verantwoordelijk is voor de hele keten. Wat zal met deze aanbeveling worden gedaan? Voor de overheid is de tijd gekomen om het heft in eigen hand te nemen en te zorgen voor dwingender regelgeving op een aantal punten. Er moet echt enig tempo in de veranderingen komen. De bewindslieden blijken de branche te weinig te kunnen overtuigen van de noodzaak om snel tot echte maatregelen te komen. De heer Van Beek (VVD) constateert dat de werkgroep Tariefstructuren en infrastructuur (WTI) in het betalingsverkeer en De Nederlandsche Bank (DNB) een groot aantal aanbevelingen hebben gedaan. Het gebrek aan concurrentie en het gebrek aan transparantie in de betaalsystemen zijn belangrijke onderwerpen. Goede marktwerking kan een hoop problemen oplossen. De minister dient te reageren op de aanbevelingen, zeker op de aanbeveling inzake de tarifering. Het is wel de vraag of het aan de regering is om dergelijke zaken voor te schrijven. Interpay bekleedt een monopolypositie. Zal de voorgestelde alternatieve structuur daadwerkelijk marktwerking teweegbrengen? De echte oplossing zit waarschijnlijk in een verdere internationalisering. Mensen moeten zoveel mogelijk in hun eigen woonplaats van bankvoorzieningen gebruik kunnen maken. De ontwikkelingen van de laatste jaren geven aanleiding tot zorgen op dit punt, maar de oplossing moet niet gezocht worden in wettelijke bepalingen. Mogelijk biedt het komen tot combinaties de oplossing. Dit mag overigens niet leiden tot marktafspraken. Bij nummerportabiliteit kan de vraag worden gesteld of dit meer of minder concurrentie zal opleveren. Ook kunnen vraagtekens worden gezet bij de gevolgen voor de inzichtelijkheid en de Europese dimensie. Het is van groot belang dat zoveel mogelijk wordt gedaan om de toegankelijkheid voor ouderen en gehandicapten te waarborgen. Een deel van de problematiek is overigens weggenomen doordat winkels de mogelijkheid zijn gaan bieden om extra bedragen op te nemen. De oprichting van een Maatschappelijk overleg betalingsverkeer (MOB) dient genuanceerd te worden bezien. Enerzijds is het goed dat overleg plaatsvindt. Anderzijds wordt wel zeer nadrukkelijk gepolderd. Voorkomen moet worden dat afspraken worden gemaakt die de Nederlandse regering niet goed uitkomen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 27 863, nr. 9
2
De heer De Haan (CDA) sluit zich aan bij de opmerkingen van mevrouw Giskes over veiligheid bij het pinnen en over nummerportabiliteit. De ontstane problemen moeten in het licht worden bezien van de overgang van chartaal naar giraal geld. De overheid moet zich wel degelijk ook intensief bemoeien met het girale geld. Goed betalingsverkeer is in zekere zin een publiek goed. De banken zijn te kritiseren op het punt van hun omgang met die publieke functie. Er is te veel afhoudendheid en arrogantie. De spreiding van bankvoorzieningen wordt minder. Er is eigenlijk maar één bank sterk vertegenwoordigd in de kleine kernen op het platteland met een geringe bevolkingsdichtheid. Het kan niet zo zijn dat alleen die bank moet opdraaien voor de kosten van het openhouden van die voorzieningen of het voorzien in andersoortige voorzieningen. Het lijkt niet goed mogelijk om de oplossing van dit probleem aan de sector zelf over te laten. Transparantie in de kosten is noodzakelijk. Banken hebben niet de neiging om de precieze kosten van een overschrijving te berekenen. Er moet echter een instantie zijn, in dit geval DNB, die de consumenten helder maakt wat de kosten van het betalingsverkeer zijn. De monopoliepositie van Interpay kan worden ondergraven door cliënten contracten te laten afsluiten met hun eigen bankier. Als de banken dit fair spelen, zal concurrentie kunnen ontstaan. Mevrouw Gerkens (SP) wijst erop dat ouderen en mensen met een functiebeperking vaak niet uit de voeten kunnen met pinautomaten. Naarmate de banken hoe langer hoe meer het platteland verlaten, voor contant geld opnemen bij balies hoge financiële drempels opwerpen en hele filialen vervangen door één geldautomaat, worden deze problemen schrijnender. Het serviceniveau wordt uit efficiencyoverwegingen uitgehold. De Nederlandse vereniging van banken (NVB) erkent de problematiek en heeft een lijst met mogelijke oplossingen gepresenteerd. De traagheid van de handelwijze baart echter zorgen. Het is onduidelijk welke banken zich hebben gecommitteerd aan welke adviezen. Ook is onduidelijk wat het commitment precies inhoudt. De minister dient hierover duidelijkheid te verschaffen. Het instellen van een MOB verdient ondersteuning, maar ook hierbij is het onduidelijk op welke termijn dit overleg tot concrete resultaten kan komen. Wanneer zal het eerste overleg plaatsvinden en wanneer zal de eerste rapportage aan de Kamer verschijnen? Zullen harde principeafspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld over bereikbaarheid, toegankelijkheid en veiligheid? Wanneer zullen deze afspraken in een hard convenant worden vastgelegd? Zal worden gecontroleerd of de banken hun woorden in daden omzetten? De minister dient in ieder geval meer haast te maken met het treffen van wettelijke maatregelen voor een optimale toegankelijkheid en een betere bereikbaarheid. Tevens dient hij de nummerportabiliteit intensiever na te streven. Is hij bereid op korte termijn met wetgeving te komen? De heer Vendrik (GroenLinks) onderstreept het belang van het dossier, dat al veel te lange tijd sleept. Het debat gaat uiteindelijk over maatschappelijk verantwoord ondernemen door het Nederlandse bankwezen. De voorstellen om de governance-structuur van Interpay te veranderen, kunnen een verbetering inhouden. De uitgifte van bankbiljetten is in vroeger tijden gecentraliseerd bij een publieke instelling. Nu het chartale geldverkeer steeds verder wordt vervangen door giraal geldverkeer, is de vraag gewettigd of het niet logisch is om na te denken over een publieke instelling voor het giraal geldverkeer. De NMa gaat terecht werk maken van het toetsen van de mededinging in de banksector. De vraag is wat dit concreet gaat betekenen. Qua urgentie vormen de toegankelijkheid en bereikbaarheid het pièce de résistance. Het stuk van de NVB bevat 11 aanbevelingen. De belangrijkste
Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 27 863, nr. 9
3
aanbeveling, inzake de verdwijning van fysieke betaalpunten, wordt het minst zwaar geformuleerd. Honderdduizenden Nederlanders kunnen niet of slechts in bescheiden mate gebruik maken van het girale geldverkeer. Zij hebben grote behoefte aan fysieke betaalpunten, waar zij onder meer terechtkunnen voor steun en met vragen. De NVB komt met een studie naar een pilot om in één regio te bezien of gezamenlijk één betaalloket kan worden ingericht. Dat is echt onvoldoende. Het aantal fysieke betaalpunten van de Postbank wordt nog steeds drastisch ingeperkt. Er moet begin volgend jaar een plan liggen waarmee overal in Nederland de banksector goed te bereiken is voor mensen die niet terecht kunnen bij pinautomaten. De minister overweegt wettelijke maatregelen op het punt van de nummerportabiliteit, alsmede betreffende bruikbaarheid. Het zou goed zijn om te horen wat onder dat laatste moet worden verstaan. Met de aangenomen motie op stuk nr. 56 (28 000-XII) wordt de regering verzocht om met de Postbank in contact te treden om tot heroverweging te komen van het besluit om het aantal betaalpunten drastisch te beperken. De minister dient aan te geven hoe het staat met de uitvoering van deze motie. Voor de Postbank is een aparte wet in het leven geroepen, omdat deze instelling niet gelijk is aan de andere banken. De heer Crone (PvdA) constateert dat op dit onderwerp weinig vooruitgang is geboekt. De minister dient aan te geven waar de toegezegde rapportage blijft. Het gaat niet per se om wetgeving, maar het gaat wel om een universele dienst die gegarandeerd moet worden. De dienstverlening van banken brokkelt nog voortdurend af. Een initiatiefvoorstel is in verregaande staat van voorbereiding. Daarin zal worden aangesloten op de voorzieningenniveaus die gedefinieerd zijn voor postkantoren. Voor bankvoorzieningen kan nadrukkelijk ook gekozen worden voor een combinatie met andere voorzieningen. Het initiatiefvoorstel zal zowel de toegankelijkheid in regionale zin betreffen, als de kosten en veiligheidsvoorzieningen. Om de monopoliepositie van Interpay aan te pakken zal een nieuwe structuur worden ingericht. De raad van commissarissen zal uitgebreid worden met onafhankelijke deskundigen. Als deze mensen worden aangewezen door de betrokken aandeelhouders, dus onder meer de banken, hoeft dit geen verbetering te betekenen. Moet niet veeleer gedacht worden aan een overheidscommissaris? Het kabinet stelt een keuzestelsel voor de tarifering voor. Een betaling per verrichte activiteit noch een aanpassing van de valutering heeft de voorkeur. De kosten moeten bij de banken liggen, al was het maar om efficiency te bereiken. Nummerportabiliteit is een basis voor echte concurrentie. Als burgers gemakkelijk kunnen switchen van bank, zullen veel lapmiddelen niet nodig zijn. De beschikbaarheid van een bankvoorziening gecombineerd met nummerportabiliteit zal leiden tot optimale concurrentie en een acceptabel minimaal niveau van dienstverlening. Antwoord van de minister De minister wijst er allereerst op dat in Nederland sprake is van een efficiënt en relatief goedkoop betalingsverkeer. De dichtheid van betaalautomaten is heel hoog. De gemiddelde Nederlandse burger komt op een makkelijke en betaalbare manier aan zijn geld. Dat neemt niet weg dat er problemen zijn, problemen waar wel degelijk aan wordt gewerkt. De werkgroep-Wellink is gekomen met voorstellen voor structurele verbetering van de marktwerking. Het ingestelde MOB onder voorzitterschap van DNB zal in de maand oktober voor het eerst bijeenkomen. Het toezicht van de NMa is uitgebreid. Door DNB is onderzoek gedaan naar de maatschappelijke efficiëntie van toonbankbetaalmiddelen en de chartale infrastruc-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 27 863, nr. 9
4
tuur in Nederland. Ook de banken hebben het een en ander gepresteerd. Per 1 juli 2002 is de verwerkingsduur tussen Interpay en de Postbank met een dag teruggebracht en gelijk geworden aan de gemiddelde verwerkingsduur in het circuit. Er is een basisbetaalrekening gekomen voor dak- en thuislozen. Per medio dit jaar is sprake van uniformering van informatie op rekeningafschriften. De tarifering zal transparanter worden. De banken maken het mogelijk dat mensen die geen gebruik kunnen maken van de automaten, kosteloos geld kunnen opnemen aan de balie. De NVB bevordert dat de verstrekking van de baliepas op een ruimhartige wijze zal plaatsvinden. Met de NVB zal contact worden opgenomen over het hanteren van minimumbedragen voor geldopname aan de balies. De Kamer zal van de voortgang op dit punt op de hoogte worden gehouden. Transparantie is van belang, maar de manier waarop banken deze tot stand brengen is aan hen. Puur economisch gezien is het het beste als voor elke individuele service direct een tarief in rekening wordt gebracht. De Consumentenbond is in dezen zeer terughoudend, ook omdat klanten een pakket kopen en geen afzonderlijke diensten. De NMa ziet goed toe op de concurrentie tussen banken, ook op dit punt, en heeft daartoe ook meer mogelijkheden gekregen. Ook nummerportabiliteit is van groot belang. Een cliënt moet makkelijk van bank kunnen veranderen, maar dat kan ook bewerkstelligd worden door een goede verhuisservice. De NVB werkt beide mogelijkheden technisch uit. In het najaar zal de knoop worden doorgehakt. Verbeteringen op dit punt zullen positief uitwerken op de concurrentie, alsmede op de toegankelijkheid. Een bank die zich terugtrekt uit een bepaalde regio zal de gevolgen daarvan direct merken als de klanten makkelijk kunnen overstappen naar de bank die nog wel in de regio aanwezig is. Als een keuze voor een goede verhuisservice wordt gemaakt, is nummerportabiliteit overigens niet van de baan. De mogelijkheid van pinfraude werd aanvankelijk gebagatelliseerd. Inmiddels is gebleken dat het wel degelijk een probleem is. DNB is als toezichthouder bezig met een onderzoek, ook gezien het belang voor de betrouwbaarheid van het financieel stelsel. De Kamer zal nog dit jaar een notitie worden verschaft over de bevindingen en Europese ontwikkelingen in dezen. Het monopoliekarakter van Interpay is een punt van aandacht. Inmiddels is de governance-structuur verbeterd. In de statuten wordt heel duidelijk opgenomen dat het gaat om onafhankelijke deskundigen. DNB zal erop toezien dat conform de statuten wordt gehandeld. Een nationalisering van Interpay is onwenselijk. Het is belangrijk dat nog dit jaar een directe link zal worden gelegd tussen cliënt en bank. De bank kan daardoor meer druk uitoefenen op Interpay. Op termijn dienen zich overigens buitenlandse leveranciers van dit soort diensten aan. De Kamer zal van de voortgang op dit punt op de hoogte worden gehouden. Datzelfde geldt op het punt van de uitvoerbaarheid van de motie op stuk nr. 56 (28 000-XII). Over de motie is contact opgenomen met de Postbank. Men is van mening dat men sinds de privatisering een bank als alle andere is. Het is niet mogelijk om het openhouden van filialen juridisch af te dwingen. Een en ander zal de Kamer binnen een week bij brief worden meegedeeld. De toegankelijkheid op het platteland wordt ook door de NVB als een probleem gezien. Het initiatiefvoorstel wordt met belangstelling tegemoet gezien, mede omdat het niet eenvoudig lijkt om in dezen wettelijke dwang toe te passen. Bedacht moet ook worden dat als banken gedwongen worden om op niet rendabele plaatsen voorzieningen in stand te houden, de kosten daarvan uiteindelijk door de bankcliënt zullen moeten worden opgebracht. Bezien wordt op welke wijze tot «shared services»-concepten kan worden gekomen voor bank-, post- en lokale overheidsdiensten. Het ministerie van VROM is daarbij de trekker. De suggesties van de NVB zullen daarin worden meegenomen. Wetgeving zou wel eens draconische
Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 27 863, nr. 9
5
gevolgen kunnen hebben. Bovendien komt dan onvermijdelijk de vraag naar voren waarom banken wel een verplichte regionale aanwezigheid moet worden opgelegd en supermarkten en dergelijke niet. De Kamer zal in oktober van de voortgang van de gesprekken bij VROM op de hoogte worden gehouden en concrete voorstellen voorgelegd krijgen. De fng. voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Crone De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Berck
Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, 27 863, nr. 9
6