Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2003–2004
28 325
Bouwregelgeving 2002–2006
Nr. 5
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 mei 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1 heeft op 15 april 2004 overleg gevoerd met mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: – de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 18 december 2003 met de aanbieding van de eindrapportage actieprogramma Handhaving bouwregelgeving (29 200-XI, nr. 74); – de brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 5 februari 2004 over het toezicht op de veiligheid van gas- en elektravoorzieningen in de woning (Bouwregelgeving 2002–2006) (28 325, nr. 4). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
1
Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Geluk (VVD), Veenendaal (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GroenLinks), HuizingaHeringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA) en Samsom (PvdA). Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Luchtenveld (VVD), Oplaat (VVD), Boelhouwer (PvdA), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA) en Wolfsen (PvdA).
De heer Crone (PvdA) vindt dat de goede weg is ingeslagen op het vlak van de bouwregelgeving. Handhaving is inderdaad gemakkelijker als de regels eenvoudiger worden. Het verbaast hem dat het kabinet een zeer bureaucratische manier heeft bedacht om de veiligheid van gas- en elektriciteitsinstallaties in huizen te controleren. Dit is gebeurd naar aanleiding van enkele ontploffingen en incidenten in huizen die echter niet te wijten waren aan structurele problemen met de installaties. Uit een serieus onderzoek van de gemeente Eindhoven is gebleken dat in veel huizen de staat van onderhoud van de leidingen steeds belabberder wordt. Dat komt doordat netbeheerders de leidingen in huizen niet meer controleren nu de bouwregelgeving stelt dat de eigenaar of gebruiker van een huis daarvoor verantwoordelijk is. Tot vijf à tien jaar geleden voerden de netbeheerders nog wel systematisch veiligheidscontroles uit. Bovendien waren de installateurs toen, in tegenstelling tot nu, aansprakelijk, omdat zij gecertificeerd moesten zijn. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en een vereniging van installatiebedrijven, de UNETO-VNI, willen dit probleem samen oplossen door een privaatrechtelijk veiligheidskeurmerk in het leven te roepen, vergelijkbaar met de APK van auto’s. Het kabinet wil aansluiten bij dit
KST76324 0304tkkst28325-5 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2004
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28 325, nr. 5
1
plan. Gemeenten zijn volgens het ministerie van Economische Zaken steeds meer verantwoordelijk. Het is dus logisch dat de VNG de regie in handen neemt. Hierdoor ontstaat alleen wel veel bureaucratie. De VNG moet namelijk bijhouden of de keuring vaak genoeg plaatsvindt. Zij moet daartoe een register van alle aansluitingen opstellen en aan de energiebedrijven vragen waar de meters zich bevinden. Dit vergt dus overleg met de energiebedrijven. Zodoende ontstaat wederom een poldermodel, terwijl de simpelste oplossing is dat de netbeheerders nutsbedrijven blijven en huizen keuren. Is het geen goed idee als netbeheerders steevast controles uitvoeren indien mensen verhuizen of installaties ingrijpend worden vernieuwd of eens in de zeven à acht jaar als van geen van vorige gevallen sprake is? Dit is een minder bureaucratisch systeem doordat het aansluit op de natuurlijke contacten van de netbeheerder met installatiebedrijven en de burger. Het is ook goedkoper. De gemeenten hebben nu namelijk van het Rijk extra geld weten af te dwingen voor de controletaak die zij moeten uitvoeren. Dat geld hadden zij niet nodig als de uitvoering van controles een taak bleef van de netbeheerders. De heer Hofstra (VVD) heeft geen nadere opmerkingen over het wetsvoorstel tot wijziging van de Woningwet inzake het verbeteren van de handhaafbaarheid en de handhaving van de bouwregelgeving. Hij gaat in grote lijnen akkoord met de voorstellen van het kabinet. Wat is echter nog de waarde van een bouwvergunning als een bouwer of burger die in het bezit is van een bouwvergunning, in de toekomst aansprakelijk kan worden gesteld voor iets dat hij volgens de bouwregelgeving verkeerd heeft gedaan? Het kabinet wil bevorderen dat er marktpartijen ontstaan die de veiligheid gaan beoordelen. De gemeentebesturen zouden dan alleen nog maar akkoord hoeven gaan met hun oordeel. Dat is riskant. In de milieuregelgeving worden eisen gesteld aan de deskundigheid van de andere overheden, maar in de bouwregelgeving niet. Dat is vreemd, zeker gezien het gevaar dat een bouwvergunning met name in een kleine gemeente niet meer zo veel waard zal zijn. Wat wordt hieraan gedaan? Naar aanleiding van de explosies zijn onderzoeken uitgevoerd waaruit bleek dat er, statistisch gezien, geen grote veiligheidsrisico’s door structurele fouten in de bouwregelgeving bestaan. Welk probleem wil het kabinet eigenlijk nog bestrijden? Het wegverkeer eist toch nog altijd veel meer levens? Tot en met de meterkast is de leverancier verantwoordelijk, maar burgers moeten tegenwoordig steeds vaker de meterstand zelf opnemen. Het risico is dat onjuiste standen worden doorgegeven en dat er geen controle meer is op de staat van onderhoud tot aan de meterkast. Kan de meterstand niet vaker worden opgenomen dan eens in de drie jaar? De gebruiker of eigenaar van een huis moet verantwoordelijkheid nemen voor de staat van onderhoud van leidingen achter de meterkast. Heeft de minister nagetrokken of de burger daartoe via de Bond van verzekeraars kan worden gestimuleerd? Is het niet beter om de burger duidelijker te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid in plaats van gemeenten een soort APK te laten uitvoeren in huizen met een hogere risicograad, waardoor bureaucratische rompslomp ontstaat? Hoeveel geld heeft de regering toegezegd aan de VNG? Waar komt dat geld vandaan? Mevrouw Vietsch (CDA) vindt het goed dat is onderzocht wat de oorzaak van de incidenten in Den Haag en Rotterdam is geweest. Zij is blij dat is gebleken dat er geen structurele problemen bestaan. In Den Haag bleek het incident te zijn veroorzaakt doordat er illegaal elektriciteit werd afgetapt. Dat gebeurt steeds vaker ten behoeve van hennepteelt. Daarop moeten de gemeenten strenger controleren. Wat is de minister van plan hiertegen te doen? Hoe werkt het toezichtsysteem in de praktijk? Hoe zou het moeten werken? In Utrecht heeft een elektriciteitsbe-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28 325, nr. 5
2
drijf ooit aan de gemeente gemeld dat er illegaal elektriciteit werd afgetapt, maar de gemeente heeft niet ingegrepen totdat het huis afbrandde. Gaan in de toekomst gemeenteambtenaren wel ingrijpen zodra zij op de hoogte worden gesteld van gevaarlijke toestanden? Geven zij anders de eigenaar van het betreffende huis de opdracht om binnen een bepaalde termijn de veiligheidssituatie te verbeteren? Schakelen zij de politie in als zij constateren dat er voor de meter illegaal gas of elektriciteit wordt afgetapt? Zijn in de toekomst strafrechtelijke maatregelen te nemen? Hoe staat het met het onderzoek naar de leidingen in Eindhoven? Welke andere onderzoeken naar leidingen zijn er uitgevoerd? Leidingen worden tegenwoordig zelden gecontroleerd in Nederland. Hierdoor ontstaan onveilige situaties, zoals blijkt uit het feit dat in Lelystad de leidingen in vochtige kruipruimtes waren aangelegd en zijn gaan roesten. Het belang van ventilatie in kruipruimten blijkt erg te zijn onderschat. Verhogen de eigenaren van de huizen de frequentie waarmee wordt geïnspecteerd? Heeft de gemeente Lelystad nog actie ondernomen? Een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling is van belang. De eigenaar of gebruiker van een woning is verantwoordelijk voor die woning. De gemeente heeft op grond van de Woningwet een controlerende functie en de Inspectie van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer houdt toezicht op de gemeente. Door de voorgenomen wijziging van de Woningwet wordt de aansprakelijkheid van de eigenaar van de woning duidelijker. Er zal dus beter worden geïnspecteerd zodra een woning wordt verkocht. Het is goed dat woningbouwcorporaties beseffen wat hun verantwoordelijkheden zijn en periodiek hun woningen zullen keuren. Het is ook uitstekend als woningeigenaren zelf voor controle kiezen, aangemoedigd door bijvoorbeeld premieverlagingen van verzekeringsmaatschappijen op voorwaarde dat hun huizen veilig zijn. Het is echter niet reëel dat huiseigenaren zullen betalen voor extra door de gemeente te registeren huiscontroles. Dit plan stemt ook niet overeen met het beleid van de regering om regels af te schaffen. Waarom krijgen gemeenten extra geld om toezicht te houden op de kwaliteit van gas- en elektravoorzieningen in huizen terwijl zij op grond van de Woningwet al toezicht moeten houden? Hoeveel geld krijgen zij en waar op de begroting wordt dit bedrag vrijgemaakt? Het antwoord van de minister De minister is blij met de steun van de Kamer voor de voorstellen tot verbetering van de handhaving van de bouwregelgeving. Die regelgeving wordt blijvend gemonitord. De inspectie van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft net als de heer Hofstra gewezen op het risico dat te weinig deskundigheid aanwezig is bij de kleinere gemeenten. Het ministerie wil dat de bouwvergunning de juiste waarde behoudt, mede in verband met de verbreding naar de zogeheten VROM-vergunning die met de herijking van de regelgeving wordt ingevoerd. Het thema bouw is daarin een belangrijk element. De inspectie laat nu iedere afzonderlijke gemeente weten op welke punten de deskundigheid ondersteuning behoeft of moet worden bijgesteld. Met de invoering van de VROM-vergunning wordt het namelijk extra belangrijk dat gemeenten deskundig zijn. Het ministerie probeert het traject voor de verlening van een bouwvergunning aan de voorkant te stroomlijnen. Ook aan de uitvoeringskant moet er echter aandacht, deskundigheid, actie en initiatief bestaan. Hier wordt aan gewerkt. De minister zegt toe om de casus dat mensen aansprakelijk gesteld kunnen worden terwijl zij conform hun bouwvergunning hadden gebouwd, grondig uit te werken in het kader van de door te voeren wetswijziging. Het kabinet heeft gekozen voor een nieuw systeem van toezicht op de kwaliteit van gas- en elektravoorzieningen om inzichtelijk te maken om welke categorie woningen het gaat (risicowoningen) en wie welke verant-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28 325, nr. 5
3
woordelijkheden draagt. Er moet ook een inhaalslag worden gemaakt. De VNG heeft gemeenten al aangespoord om bij hun bekende risicowoningen te controleren. Ook heeft het energiebedrijf in de regio Den Haag bewoners van huizen opgeroepen om controles te laten uitvoeren. Gebleken is echter dat nauwelijks gehoor is gegeven aan die oproep. Gebruikers en eigenaren van huizen beseffen kennelijk niet wat hun verantwoordelijkheden zijn. Het door het kabinet voorgestelde systeem is dus niet zozeer bureaucratisch als wel zeer gericht. Er wordt namelijk ingezoomd op de risicowoningen. Het uitgangspunt van het nieuwe systeem is dat achter de meterkast de eigenaren en gebruikers van huizen verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van gas- en elektriciteitsleidingen. Corporaties laten nu al zeer regelmatig controles uitvoeren. Dit moeten huiseigenaren ook laten doen. Als het systeem wordt afgestemd op een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling, is het niet bureaucratisch. Gemeenten moeten, hun verantwoordelijkheid met publiek karakter nemend, erop toezien dat de bewoners van de risicowoningen de controles laten uitvoeren. De kosten worden overigens niet vergoed uit de begroting van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De registratie zal ook niet zo ingewikkeld zijn. De minister zal nog nadenken of in het kader van de verantwoordelijkheidsverdeling de gemeenten, de corporaties, de huiseigenaren of de burgers moeten worden bewogen tot het nemen van actie. Zij zal nog niet verplichten tot het uitvoeren van controles op de drie momenten die de heer Crone daarvoor geschikt acht. Er is nog geen contact opgenomen met de Bond van verzekeraars. Zodra de minister inzicht heeft in de opzet van het geheel, zal zij dat zeker doen. De toezichtsystemen op het illegaal aftappen van elektriciteit verschillen per gemeente. Zodra de minister verneemt dat een gemeente nalaat daartegen op te treden, zal zij de inspectie erop af sturen. Voor het onderzoek in Eindhoven zijn vooral risicowoningen onder de loep genomen. Vandaar dat het percentage van huizen waarin volledige of gedeeltelijke afsluiting moest plaatsvinden zo hoog lag. Met de gemeente Eindhoven wordt besproken in hoeverre het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer rekening moet houden met de uitslag van het onderzoek. In Lelystad zijn door te weinig ventilatie in vochtige kruipruimten inderdaad leidingen gecorrodeerd. Eerst werd aan isolatie aandacht besteed in de woningbouw, nu steeds meer aan ventilatie. Zowel verhuurders als bouwers worden gewezen op het belang daarvan. De gemeente Lelystad heeft ook adequaat ingegrepen door steekproefsgewijze controles in te voeren. Nadere gedachtewisseling De heer Crone (PvdA) verzoekt de minister om de mogelijkheid te onderzoeken dat netbeheerders in samenspraak met beëdigde installateurs de controles blijven uitvoeren. Hem is bekend dat de VNG en de installateurs daartegen geen bezwaar hebben. De heer Hofstra (VVD) stelt vast dat iedereen het erover eens is dat tot de meterkast de leverancier verantwoordelijk is en achter de meterkast de eigenaren of gebruikers van een woning. Hij heeft er ook niets tegen als installateurs moeten worden gecertificeerd. Beëdiging lijkt hem te hoog gegrepen. Verzekeraars kunnen commercieel een rol in het geheel spelen door kortingen op premies voor polissen te geven als woningen voldoen aan bepaalde veiligheidsvoorschriften. De gemeenten hebben de plicht en in ieder geval het recht om toezicht te houden. Daarvoor hoeft de wet niet te worden gewijzigd. Een plattelandsgemeente met vrijstaande woningen is natuurlijk overzichtelijker dan een grote stad met gestapelde woningen. Hoe het ook zij, een beetje
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28 325, nr. 5
4
gemeente weet hoe haar gemeente in elkaar zit en kan dus controles uitvoeren of mensen erop wijzen dat zij die moeten uitvoeren. Waarom zou de rijksoverheid die taak nog op zich nemen? De minister heeft al gezegd dat zij er geen geld meer voor kan uittrekken, omdat zij niet zou weten waar zij het vandaan moest halen. Wil zij er dus nog eens goed over nadenken of het werkelijk nodig is wat zij voorstelt, mede in het licht van het voornemen van het kabinet om het aantal regels en bureaucratie te verminderen? Mevrouw Vietsch (CDA) vraagt of het aan de slechte staat van onderhoud van de leidingen in huizen ligt dat er jaarlijks gemiddeld veertien doden vallen of aan zelfmoordacties, illegaal aftappen van elektriciteit en het gebruik van apparaten waardoor brand en explosies ontstaan en koolmonoxide vrijkomt. Als blijkt dat het veeleer aan deze laatste oorzaken ligt, is het onnodig om een bureaucratisch registratiesysteem op te zetten, zeker nu het kabinet wil ontbureaucratiseren. De gemeente was vroeger op grond van de Woningwet als eerste aansprakelijk na de eigenaar. Waarom zou zij dat niet blijven? De minister antwoordt dat zij niets liever wil dan ontbureaucratiseren. Zij wil alleen richting geven aan de gemeenten bij het uitvoeren van bepaalde taken. Zij neemt alleen formeel verantwoordelijkheid via het tweedelijnstoezicht dat het inspectoraat-generaal van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer houdt op de manier waarop de gemeenten controles laten uitvoeren. Zij moet die verantwoordelijkheid behouden sinds zij signalen heeft ontvangen dat bepaalde woningen onveilig zijn. Ook is zij sowieso verantwoordelijk voor woningbouw en dergelijke. In de afgelopen periode is er een vacuüm ontstaan. Daarom zet de minister de gemeenten aan tot het nemen van hun verantwoordelijkheid. Rechtstreeks kan zij niets doen. Het lijkt haar uitstekend als energiebedrijven in opdracht van de gemeente controles uitvoeren mits die bedrijven daartoe de mogelijkheid hebben. Zij is er niet op uit om een bureaucratisch circus op te bouwen. Gemeenten mogen zelf bepalen wie zij de controles laten uitvoeren. Installateurs kunnen zeker een belangrijke rol spelen. Hierover zijn met hen en de VNG gesprekken gevoerd. Het is natuurlijk goed om gebruik te maken van bestaande kennis en kunde. Ook is het een goed idee om de verzekeringsbranche in te schakelen. Zij wil alleen dat het Rijk met de gemeenten een eenvoudig systeem ontwikkelt om toezicht te houden. Jaarlijks komen gemiddeld veertien mensen om door installatiegerelateerde ongelukken. In circa twaalf gevallen gaat het daarbij om ongelukken met gasinstallaties in de woning, met koolmonoxidevergiftiging als hoofdoorzaak. Daarnaast valt er jaarlijks gemiddeld één dodelijk ongeval te betreuren door kortsluiting en gemiddeld één dodelijk ongeval als gevolg van het werken aan de elektriciteitsinstallatie in de woning. Met de VNG is afgesproken dat zij met de minister de verantwoordelijkheid dragen voor de uitwerking van de vijf punten onderaan de brief van 18 december 2003. Er moet aan twee kanten inzicht komen in de risicoanalyses die worden gemaakt. Zij zal er overeenkomstig de wens van de Kamer voor zorgen dat er geen bureaucratisch systeem in het leven wordt geroepen en dat de verantwoordelijkheidsverdeling blijft zoals die is. Dit heeft zij afgesproken met de VNG. Het systeem moet natuurlijk wel uitvoerbaar zijn en op een eenvoudige manier wettelijk worden verankerd. Aan de Kamer zal worden gerapporteerd over de uitkomsten van nadere overleggen die de minister met de VNG en de vereniging van installateurs
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28 325, nr. 5
5
voert. De Kamer wordt dus op de hoogte gehouden van de manier waarop de verantwoordelijkheden worden uitgewerkt en gehanteerd. De ondervoorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Dijsselbloem De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van der Leeden
Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 28 325, nr. 5
6