Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1994–1995
24 143
Raming der voor de Tweede Kamer in 1996 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 9
VERSLAG Vastgesteld 28 april 1995 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek naar deze Raming, heeft de eer de volgende vragen en opmerkingen aan het Presidium voor te leggen. Onder het voorbehoud dat het Presidium de vragen en opmerkingen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling genoegzaam voorbereid.
ALGEMEEN Inleiding
1
Samenstelling: Leden: Van Erp (VVD), V. A. M. van der Burg (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), De Cloe (PvdA), voorzitter, Janmaat (CD), Van den Berg (SGP), Brinkman (CDA), Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Apostolou (PvdA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD), Gabor (CDA), Nijpels-Hezemans (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Essers (VVD), Dittrich (D66), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Rouvoet (RPF), Van Boxtel (D66), Rehwinkel (PvdA). Plv. leden: Korthals (VVD), Dankers (CDA), Van Hoof (VVD), Bijleveld-Schouten (CDA), Liemburg (PvdA), Poppe (SP), Schutte (GPV), Mulder-van Dam (CDA), Van ’t Riet (D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Vreeman (PvdA), Verhagen (CDA), Van der Stoel (VVD), Mateman (CDA), Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), H. G. J. Kamp (VVD), Koekkoek (CDA), M. M. van der Burg (PvdA), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Leerkes (Unie 55+), Hoekema (D66), Van Oven (PvdA).
5K1076 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat ’s-Gravenhage 1995
De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van de Raming 1996. Voorts zijn deze leden verheugd dat in 1996 het «oude gedeelte» – Binnenhof 1A-3 – weer in gebruik zal worden genomen: een plaats waar parlementaire historie werd geschreven. Deze leden hadden moeite met de korte periode die lag tussen het verschijnen van de Raming en het tijdstip waarop het verslag gereed diende te zijn. Zij vragen dan ook of het mogelijk is de Raming voortaan op een eerder tijdstip ter beschikking te krijgen. Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie wat de achtergronden zijn bij de beslissing om het budget ten behoeve van externe parlementaire onderzoeken structureel weer op het oude niveau van f 1 mln. te brengen. De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Raming voor de Tweede Kamer in 1996, alsmede van de nota van toelichting. Zij vragen allereerst waarom de Raming zo laat aan de Tweede Kamer ter behandeling is aangeboden. Dit gelet op de wenselijkheid van een goede voorbereiding en de in het Reglement van Orde gestelde termijn van vaststelling, en vooral omdat ook al in 1994 door de leden van de VVD-fractie om een ruimer tijdschema is gevraagd. Zij willen overigens wel van de gelegenheid gebruik maken om hun waardering uit te spreken voor de medewerkers die de leden dagelijks met veel inzet terzijde staan. In de nota van toelichting staat aangegeven dat het overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken er toe geleid heeft dat afgezien wordt
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
1
van de verwerking van de op begrotingen van de beide Kamers der Staten-Generaal van toepassing zijnde taakstellingen. De leden van de VVD-fractie vragen daarbij of door het Presidium aangegeven kan worden om welke bedragen het daarbij in 1996 en volgende jaren gaat. Kan tevens aangegeven worden welke zakelijke overwegingen tot dit besluit geleid hebben? Ook vragen zij waarom het budget ten behoeve van externe parlementaire onderzoeken structureel weer op het oude niveau van 1 miljoen gebracht wordt. Voor welke bedragen zijn de afgelopen 3 a` 4 jaar voor dit doel verplichtingen aangegaan? De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Raming 1996 en de daarbij gevoegde toelichting. Deze leden hebben met instemming kennis genomen van de mogelijke geste van de ministerraad om de voorgestelde verhoging van de heringebruikneming van Binnenhof 1A-3 en het Educatief programma tot de hare te maken. Zij spreken de hoop uit dat de geste wordt gee¨ffectueerd. Zoals ook bij eerdere behandelingen van de Raming willen de leden van de fractie van D66 hun waardering uitspreken, naar allen werkzaam in ons huis, die met volle inzet trachten de kwaliteit van het werk dat hier wordt verricht zo goed mogelijk te laten zijn, binnen de voorwaarde van een plezierig werkklimaat. Tevens willen deze leden hun waardering uitspreken over de wijze waarop de fractie begeleid en bijgestaan is door de Kamer in de overgaan van ambtelijke status naar stichtingsvorm. Acht het presidium het structureel ingeboekte bedrag van 1 mln. voor externe parlementaire onderzoeken voldoende, gelet op de eerder uitgesproken wens van de Kamer om vaker zelfstandig een onafhankelijk onderzoek te kunnen doen? Steeds meer contacten vinden plaats met collega-parlementarie¨rs van het Europees Parlement, zo merken de leden van de D66-fractie op. In het kader van de parlementaire behandeling van het eigen-middelenbesluit heeft de vaste commissie voor Financie¨n bijvoorbeeld onlangs een uitnodiging gestuurd naar de begrotingscommissie van het Europees Parlement. Daarnaast is het niet uit te sluiten dat op termijn tevens leden van de Europese Commissie inzicht van zaken komen geven aan de Nederlandse volksvertegenwoordiging. Mede gezien de op handen zijnde intergouvernementele conferentie zullen deze contacten alleen maar toenemen. De leden van de fractie van D66 vragen daarom naar de mogelijkheden de leden van het Europees Parlement enige basisfaciliteiten ter beschikking te stellen. Een en ander analoog aan de faciliteiten voor de departementsambtenaren en de parlementaire pers. In de raming van de kosten voor 1996 wordt rekening gehouden met de financie¨le consequenties van het uitzenden van leden en ambtenaren van de Staten-Generaal naar internationale interparlementaire organen. Hoewel het Europees Parlement geen internationaal orgaan is, bevreemd het de fractie van D66 dat geen rekening is gehouden met de financie¨le consequenties van de contacten met dit parlement. Wellicht kan deze leden enig inzicht worden verschaft in de achterliggende argumentatie. Rechtspositie van de leden De leden van de VVD-fractie vragen of het Presidium nu reeds nadere mededelingen kan doen over het overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken over het uitgebrachte advies inzake een vereenvoudiging in de Appa. Bestaat eveneens zicht op een uit te brengen advies door de «Commissie Emolumenten leden Tweede Kamer» inzake de primaire rechtspositie van de leden? Ook vragen deze leden of een nadere discussie over een meer onafhankelijke vaststelling van de rechtspositie van de leden van de beide Kamers
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
2
niet wenselijk zou zijn, gelet op de externe legitimatie, waarbij zij zich de staatsrechtelijke complicaties van e´e´n en ander realiseren. Gaarne een reactie van het Presidium hierop. Ondersteuning van fracties en leden In de nota van toelichting wordt geconstateerd dat de regeling fractie-ondersteuning ook in de bijzondere omstandigheden van een verkiezingsjaar met daarbij behorende overgangsproblemen goed heeft gefunctioneerd. De leden van de PvdA-fractie vroegen zich af waar deze conclusie op is gebaseerd. De fractie-ondersteuning is al jaren in omvang gelijk gebleven, terwijl met name «Europa» de vraag doet rijzen of uitbreiding (los van de mogelijkheden tot realiseren) niet gewenst is. In de nota van toelichting is sprake van het zoveel mogelijk onderling afstemmen van o.a. het mobiliteitsbeleid. Daartoe hebben de leden van de CDA-fractie zich bereid verklaard op grote lijnen aan te sluiten bij het door de Kamer in te voeren vervoerplan. Zijn er overigens wijzigingen in het plan aangebracht ten opzichte van de oorspronkelijke versie als uitvloeisel van het overleg met de dienstcommissie? Zo ja, welke? Het Presidiumbesluit om de fractiebudgetten te verhogen met de kosten van de uitvoering van het vervoerplan geldt ook voor de persoonlijk medewerkers. De pm’ers van de leden van de CDA-fractie hebben een individueel contract, in de nabije toekomst met een stichting die momenteel in oprichting is. Voor enkele andere fracties gelden soortgelijke constructies. Juridisch maakt dat de uitvoering van het vervoerplan door de fractie lastig, voorzover het de pm’ers betreft. Heeft het Presidium overwogen om de budgetten voor het vervoerplan voor deze groep werknemers te verwerken in het per lid vastgestelde PM-budget, hetzij direct ter beschikking te stellen aan de nog op te richten stichting(en)? Waarom is daar niet voor gekozen? Het Presidium legt de nadruk op de afgrenzing van de regeling fractie-ondersteuning met de vergoedingen voorzien in de Wet schadeloosstelling en met de financie¨n van de politieke partijen. De leden van de VVD-fractie vragen of het Presidium expliciet aan kan geven waarom hier de nadruk op wordt gelegd en of er aanwijzingen zijn dat deze afgrenzing niet in alle gevallen in acht wordt genomen. Kan het Presidium toelichten wat de achtergrond is van de opmerking op blz. 3 over de afgrenzing van de regeling voorzien in de Wet schadeloosstelling met de financie¨n van de politieke partijen, zo vragen de leden van de D66-fractie. Wat zijn de uitkomsten van de eveneens op blz. 3 genoemde overleg met de fracties over het afstemmen van de arbeidsomstandigheden en de mobiliteitsplannen voor de werknemers van de fracties. Doen alle fracties hieraan mee? Mag worden aangenomen dat fracties die hieraan niet willen meedoen ook niet de beschikking krijgen over het deel van de op pagina 4 genoemde 0,5 miljoen gulden dat voor het vervoerbeleid beschikbaar is en dat ze normaliter zou toekomen? Personeelszaken In het verslag behorende bij de Raming 1995 (23 628, nr. 7) constateerden de leden van de PvdA-fractie al dat de WAGW-norm van 5% niet werd gehaald en zij vroegen destijds al welke maatregelen overwogen werden of genomen waren om daar verbetering in te brengen. Nu moest geconstateerd worden dat nog steeds niet aan de norm voldaan wordt. De leden van de PvdA-fractie vragen daarom nogmaals
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
3
met nadruk om het nemen van zodanige maatregelen dat de norm van 5% dit begrotingsjaar wel gehaald zal worden. De leden van de VVD-fractie en van de fractie van D66 stellen dezelfde vragen op dit punt. Wordt de opvatting gedeeld dat de Kamer in dezen een voorbeeldfunctie heeft te vervullen? Ook het gelijk blijven – in vergelijking met 1994 – van het aantal vrouwen in leidinggevende functies en personeelsleden afkomstig uit minderheidsgroeperingen verdient naar de mening van de leden van de PvdA-fractie de aandacht. De leden van de CDA-fractie willen weten of de Tweede Kamer voldoet aan haar inspanningsverplichting ten aanzien van het in dienst nemen van allochtonen. Hoeveel allochtonen zijn in dienst van de Kamer, absoluut en procentueel en op welke functieniveaus? Hoe verklaart het Presidium het feit dat het ziekteverzuim van het kamerpersoneel in 1994 (licht) is gestegen ten opzichte van 1993, terwijl er landelijk sprake is van een aanzienlijke daling, zo vragen de leden van de D66-fractie. In hoeverre wordt het percentage van 6,76 beı¨nvloed door kortdurend respectievelijk langdurig ziekteverzuim? Is er een streefcijfer (bijv. 6%) vastgesteld voor 1995 en 1996? Voor de leden van de fractie van D66 is nog steeds niet duidelijk, naar aanleiding van eerder gedane uitspraken van de Voorzitter van de Kamer, of de RBB in beginsel ook ten dienste staat van de fracties en dat deze ten laste komt van de Kamer. De leden van de D66-fractie juichen het toe dat een speciale klankbordgroep zal blijven toezien op bewaking van de interne milieuzorg. Zal deze klankbordgroep een afspiegeling zijn van de gebruikers van dit gebouw? Zal deze klankbordgroep voldoende keren per jaar bijeenkomen (tenminste 1 keer per 3 maanden) en wat zijn de bevoegdheden van deze klankbordgroep en aan wie rapporteert de klankbordgroep? Communicatie De leden van de PvdA-fractie wilden weten of bij de ontwikkeling van audiovisuele produkties ten behoeve van de externe doelgroep, er ook versies in vreemde talen (Frans, Duits en Engels) gemaakt waren. Ook zouden zij graag geı¨nformeerd worden over de ervaring met de uitzending van het vragenuur op de televisie. Wat betreft het introductieprogramma vragen zij of dit ook is toegesneden op de «tussentijdse» binnenkomst van kamerleden. Veelvuldig wordt door bezoekers in het nieuwe kamergebouw naar de toiletten geı¨nformeerd. Wellicht kan aan betere bewegwijzering worden gedacht, zo menen de leden van de PvdA-fractie. De leden van de CDA-fractie vinden dat in de categorie relatiegeschenken een hoger niveau nodig is voor wat betreft de kwaliteit van de geschenken, bestemd voor (buitenlandse) gasten van de Kamer en van Kamercommissies. Deze speciale categorie geschenken hoeft niet per se in het «winkeltje» te koop te zijn, omdat deze categorie juist zeer exclusief moet zijn. Het aanbod in het winkeltje zelf is gelukkig verbreed de laatste jaren, maar het kan volgens de leden van de CDA-fractie nog beter. Daarom juichen zij het structureel maken van het winkeltje van harte toe. Wel plaatsen zij vraagtekens bij de plaats en de inrichting. Het lijkt hen van belang om alle bezoekers van de Kamer, ook die welke met groepen via het Plein binnen komen, ruim de gelegenheid te bieden iets van hun gading te zoeken bij het winkeltje. Indien de belangstelling voor het winkeltje door een betere plaats, aantrekkelijker inrichting en goede logistiek van de bezoekersstromen te vergroten valt, kan het winkeltje dan niet loonvormend zijn, zodat voor het beheer iemand in vaste dienst kan worden genomen?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
4
Is het Presidium iets bekend van de wens van diverse ministeries om naast geluid ook beelden van de vergaderingen van de Kamer te ontvangen, zo vragen de leden van de D66-fractie. Hoe kan aan die eventuele behoefte tegemoet worden gekomen? Is het Presidium voornemens c.q. bereid het initiatief te nemen richting de ministeries die (potentie¨le) belangstelling hebben om daarover te spreken? In het debat over de Raming 1995 is uitgebreid gesproken over de mogelijkheden de debatten van de Kamer ook op televisie te doen verschijnen. Wat is de stand van zaken hieromtrent. Besloten is om het «winkeltje» structureel te maken. Kan het winkeltje kostendekkend worden gee¨xploiteerd, met andere woorden dekken de opbrengsten uit verkoop de benodigde overheadkosten? Informatie-adviseur Wat is het profiel van de aan te stellen informatie-adviseur en wat wordt zijn of haar taakopdracht, zo wilden de leden van de PvdA-fractie weten. Verderop in de nota van toelichting wordt opgemerkt dat er een Dienst Automatisering tot stand zal worden gebracht. Dit bracht bij de leden van de PvdA-fractie de vraag op hoe de functie van informatie-adviseur past binnen deze nieuw in te stellen dienst. De leden van de D66-fractie hebben ingestemd met de ombouw van de STAD naar het STOI. Sinds de bee¨indiging van de STAD (najaar 1994) is de STOI nog niet geı¨nstalleerd en nog niet bijeen geweest. Welke oorzaken zijn hieraan debet en op welke termijn kan de STOI haar werkzaamheden aanvangen? Commissiebureaus Wanneer wordt de eindrapportage inzake de functie van plaatsvervangend griffier verwacht en welke procedurele stappen stelt het Presidium voor naar aanleiding van deze rapportage, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. De leden van de CDA-fractie vragen of de reorganisatie van het facilitaire en het wetgevingsproces op schema ligt en wanneer het rapport-Berenschot gereed is. De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre de wensen en opvattingen van de fracties geı¨nventariseerd en betrokken zijn bij het onderzoek naar de wenselijke aanpassingen binnen het takenpakket van griffiers. Worden eventuele voornemens tot verandering van werkwijze en ondersteuning nog aan de fracties voorgelegd? Een extern adviesbureau heeft in november 1994 een tussenrapportage uitgebracht. Hoe is de stand van zaken momenteel, zo vragen de leden van de D66-fractie. Ligt er al een concept-eindrapport? Hoeveel wetgevingsrapporten zijn er geschreven sinds het nieuwe Reglement van Orde? Werkt de nieuwe systematiek naar tevredenheid van de kamerleden, de griffiers en in hoeverre is een goede afstemming tussen griffiers en het bureau wetgeving gerealiseerd? In hoeverre is de afstemming en coo¨rdinatie tussen de verschillende commissies bij «grensoverschrijdende» onderwerpen gegarandeerd, los van de verantwoordelijkheid van de individuele kamerleden terzake?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
5
Griffie De leden van de PvdA-fractie zijn nieuwsgierig te horen op welke termijn alle ministeries in staat zouden zijn om elektronisch stukken naar de Tweede Kamer te zenden? Overweegt het Presidium om mede ter besparing van drukkosten en het onnodig vervaardigen van allerlei documenten (een deel van) «witte stukken» in elektronische vorm beschikbaar te stellen van de leden, zo vragen de leden van de D66-fractie. Documentatie De leden van de PvdA-fractie wilden weten op basis van welke criteria op dit moment prioriteiten worden gesteld bij de afhandeling van verzoeken bij de afdeling Documentatie. Zij maken graag gebruik van de kans om waardering uit te spreken voor de «attenderingen» die worden samengesteld. Tevens wilden zij weten waarom niet besloten was tot een uitbreiding van de ondersteuning? De leden van de PvdA-fractie vragen of het mogelijk zou zijn dat bij de ingebruikname van Binnenhof 1A-3, de Parlementaire- en EU-documentatiebalies geı¨ntegreerd zouden kunnen worden. Naar de mening van de leden van de PvdA-fractie zou dit de efficiency, alsmede de bereikbaarheid van de EU-documentatie, sterk verbeteren. Bibliotheek De leden van de PvdA-fractie vragen waaraan bij de sanering van de oude boekencollectie werd getoetst. Is een zo grootscheepse verwijdering van boeken werkelijk nodig? Beveiligingsdienst De leden van de CDA-fractie constateren dat onder het ambtelijk personeel van de Tweede Kamer de nodige onrust heerst over de gevolgen van het vervoerplan. Dit heeft vooral te maken met het verlies van de luxe van een gratis parkeerplaats in de Pleingarage. Om elke schijn van willekeur te vermijden vragen zij nog eens uiteen te zetten op welke wijze de schaarse parkeerkaarten zullen worden toegewezen aan rechthebbenden. Hoe houdt het bevoegd gezag rekening met de belangen van met name personeel met onregelmatige diensten, zoals bij de Stenografische Dienst, het Restaurantbedrijf en de Beveiligingsdienst? Is voor deze diensten een flexibel systeem mogelijk, waardoor men indien nodig per auto kan komen, ook als roosters op het laatste moment wijzigen? De leden van de CDA-fractie kunnen op zichzelf instemmen met de wens om de gangen vrij van obstakels te maken. Nu staan wegens ruimtegebrek een aantal copieerapparaten op de gang, wat uit veiligheidsoogpunt slecht is. Zij wijzen wel op de mogelijke spanning met verantwoorde arbeidsomstandigheden. Als apparatuur van de gangen op werkkamers geplaatst zou moeten worden kan dat belastend zijn voor de werknemers van de fractie. Bovendien is er in de huidige omstandigheden geen ruimte om apparatuur op werkkamers te plaatsen. Dit onderdeel van de nota van toelichting roept bij de leden van de VVD-fractie een groot aantal vragen op: – Van welke vermindering van het aantal uit te geven parkeerpasjes is concreet sprake als gevolg van de «ontstane schaarste aan parkeerplaatsen»?
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
6
– Aan de hand van welke criteria zullen in de toekomst de beschikbare parkeerplaatsen verdeeld worden? Welke feitelijke verdeling wordt voorgesteld? – Naar verluidt worden in de toekomst aan de parlementaire pers geen pasjes meer verstrekt. Berusten deze berichten op juiste informatie? Zo ja, kan het Presidium hierop een inhoudelijke toelichting geven? Heeft hierover overleg plaatsgevonden met de parlementaire persvereniging? Zo ja, wanneer? – Kan het Presidium ook nog eens aangeven welke overwegingen het Presidium tot het uitgangspunt gebracht hebben dat «elk van de leden e´e´n parkeerplaats blijft behouden»? – Wordt bij de verdeling van het aantal parkeerplaatsen tussen het ambtelijk apparaat van de Kamer en de fractie-apparaten de algemeen voor rijkspersoneel geldende norm van 1:10 gehanteerd? Zo nee, waarom niet? – Hebben de andere «Binnenhofbewoners» ook reeds een vervoerplan opgesteld? Waarom is er geen sprake van een gezamenlijk plan? – Welke overwegingen hebben geleid tot het voornemen om de parkeerpasjes te integreren in de toegangspas en zijn hiervoor nog technische aanpassingen nodig? Zo ja, wat zijn hiervan de financie¨le gevolgen? Worden alle parkeerkaarten geı¨ntegreerd in het toegangsbewijs, of blijft de mogelijkheid van losse kaarten bestaan? – Voor welke «derden» moet een bediening vanuit de centrale meldkamer worden gerealiseerd voor het gebruik van de tunnel naar de parkeergarage? – Kan aangegeven worden hoe het bedrag van f 540 000 ter financiering van het vervoerplan voor de Kamer precies is opgebouwd? Hoeveel parkeerplaatsen zijn er in de toekomst voor de Kamer (exclusief de leden) beschikbaar. Voldoet de Kamer daarmee aan de norm waarmee door haarzelf is ingestemd bij de bespreking van de diverse daarop betrekking hebbende nota’s van de Ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM over het parkeerbeleid, zo vragen de leden van de D66-fractie. Wat is het beleid met betrekking tot het parkeren op het Binnenhof? Is dat voorwerp van overleg geweest in de beheerscommissie Binnenhof en bestaat daarover overeenstemming? De leden van de fractie van de SP vragen waarom leden van de Tweede Kamer een veel gunstiger regeling zouden moeten hebben dan volgens het nieuwe vervoerplan voor het personeel van de Tweede Kamer zal gaan gelden. Bodendienst De leden van de PvdA-fractie willen het Presidium verzoeken om de mogelijkheid te onderzoeken of de informatiezuilen eveneens voorzien kunnen worden van teletekst, teneinde de leden optimaal te informeren. Naar de mening van de leden van de PvdA-fractie is het tevens zinvol de zuilen te voorzien van een duidelijke gebruiksaanwijzing waarop de vele mogelijkheden aangeduid worden. De betreffende leden zijn bij groepsbezoeken een aantal malen geconfronteerd met een geluidsinstallatie die buiten werking was en door afwezigheid van boden niet kon worden aangezet. Zij vragen hier de aandacht voor. Op wiens verzoek c.q. initiatief moet worden onderzocht of er electronische displayschermen bij de ingangen kunnen worden geplaatst, temeer nu er geen budgettaire dekking voor deze eventuele investering voorhanden is, zo vragen de leden van de D66-fractie.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
7
Restaurantbedrijf De leden van de PvdA-fractie zouden graag in alle restaurants kranten aanwezig zien. Ook vragen zij of niet op een aantal punten in het kamergebouw (bijvoorbeeld bij de uitgang) verkooppunten van kranten kunnen komen. Zij achten het zeer gewenst dat een deel van het nieuwe ledenrestaurant blijft fungeren als koffiekamer. Deze leden willen weten waarom Speaker’s Corner is overgenomen, terwijl kennelijk over (een deel van) het gebruik van de ruimte nog een beslissing moet worden genomen. De leden van de CDA-fractie zijn het eens met de verplaatsing van het ledenrestaurant naar de koffiekamer voor de leden. Daarmee komt de oude situatie van het restaurant dichtbij de plenaire zaal gelukkig weer terug. Welke kosten zijn gemoeid met de verbouwing en hoe wordt dit bedrag gedekt? Het bestaande ledenrestaurant blijft in gebruik als restauratieve voorziening. Zal voldoende van deze extra voorziening gebruik gemaakt kunnen worden? Wat betekent meer gebruik voor de structurele exploitatiekosten, naast de reeds voorgenomen formatieuitbreiding voor de uitbreiding van de restauratieve voorzieningen in Binnenhof 1A-3? De leden van de VVD-fractie vragen of de ontwikkelingen in de naaste toekomst bij het restaurantbedrijf – zoals de uitbreiding van Binnenhof 1a-3 met restauratieve voorzieningen, de verplaatsing van het bestaande ledenrestaurant en overige aanpassingen – geen aanleiding zou moeten zijn tot een nadere discussie over de voor- en nadelen van privatisering van het restaurantbedrijf. Is het Presidium bereid daarnaar een nader onderzoek te doen instellen? Kan het Presidium nader inzicht verschaffen in de bedrijfseconomische resultaten van het restaurantbedrijf? Zij vragen eveneens tot wanneer de proef loopt met de nieuwe vergaderservice en hoe deze proef gee¨valueerd zal worden. De D66-fractie ondersteunt het voornemen om het ledenrestaurant te verplaatsen naar de koffiekamer Lange Poten, maar dit voornemen roept de volgende vragen op. Heeft het Presidium zich al een idee gevormd over de benutting van de overige ruimte van Speakers Corner? Betreurt het Presidium niet het verdwijnen van het terras en op welke wijze kan de kamer een rol spelen om de opengevallen ruimte een aantrekkelijke functionele invulling te geven? Wordt of is hierover overleg gevoerd met de gemeente Den Haag, die te kennen heeft gegeven het verdwijnen van het terras te betreuren. Vindt de exploitatie van de omgebouwde koffiekamer naar ledenrestaurant, inclusief benutting van Speakers Corner budgettair neutraal plaats? Welke lasten zijn voor rekening van de Kamer en welke komen ten laste van de Rijksgebouwendienst? Is er enig zicht te geven op de bereikte efficiency ten gevolge van de nieuwe werkwijze van de vergaderservice? Wordt de doelstelling gehaald? Interne dienst De leden van de PvdA-fractie willen weten waarom – naar het hun voorkomt de telefooncentrale zo vaak buiten werking is.
Bouwzaken De leden van de PvdA-fractie vragen of het Presidium het zinvol acht de kubussen in de Statenpassage te handhaven, nu gebleken is dat ze niet worden gebruikt voor ontmoetingen tussen Kamerleden en burgers –
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
8
waar de architect ze oorspronkelijk voor bedoeld had – en tevens geconstateerd kan worden dat de decoratieve waarde zeer beperkt is. De leden van de VVD-fractie vragen of reeds overeenstemming bestaat met de Rijksgebouwendienst c.q. de Minister van Binnenlandse Zaken over de uitvoering en financiering van het achterstallig onderhoud in 1997. Wat zijn de belangrijkste elementen van deze uit te voeren werkzaamheden? Wordt nu reeds rekening gehouden met de uitvoering van deze werkzaamheden door af te zien van de uitvoering van kleinere aanpassingswerkzaamheden? Dienst automatisering Komt er voor leden en medewerkers van de Kamer een mogelijkheid tot aansluiting op Internet of op andere mogelijkheden die de «elektronische snelweg» biedt, zoals bijv. de digitale stad, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. De leden van de CDA-fractie willen zo snel mogelijk een eind gemaakt zien aan het euvel van de computervirussen. Helemaal op te lossen is dat uiteraard niet, maar het valt aanmerkelijk te verminderen door zo min mogelijk bestandsverkeer te laten verlopen via het uitwisselen van diskettes. Zij dringen er daarom op aan het indienen van inbrengen, verslagen en vragen bij de commissiebureaus te laten verlopen via de electronische post. Tevens moet dan een eind komen aan de verspilling van papier die het gevolg is van de huidige wens van de commissiebureaus om stukken te laten indienen e`n op diskette e`n in viervoud op papier. Deze leden willen ook graag weten hoe het staat met externe netwerkverbindingen. Zij wijzen op het belang van verbindingen van fracties met hun partijbureau en op de mogelijkheid om verbindingen tot stand te brengen met diverse bulletin boards, Internet e.d. Hoe staat het met de vorderingen op dit terrein? Op dit terrein stellen de leden van de VVD-fractie de volgende vragen: – Na welke gebruikstermijn komen PC’s en printers in aanmerking voor vervanging? – Waaraan wordt bij de uitbreiding van de huidige voorzieningen van bijvoorbeeld Twekis en Stairs gedacht? – Wordt ook de gebruikersvriendelijkheid hiervan getoetst en worden de huidige ontwikkelingen op elektronisch gebied hierbij betrokken? – Wordt bij de uitbreiding van de basisvoorzieningen ook het cursusaanbod betrokken en aangepast? – Wanneer kunnen inbrengen ook via het netwerk worden aangeleverd? – Waaraan wordt gedacht bij een «onderzoek naar de mate» waarin de huidige normering voor fracties van de verstrekking van automatiseringsfaciliteiten voldoet? Wordt bij dit onderzoek ook overwogen het aangeboden assortiment uit te breiden? Op welke termijn worden wensen van fracties geı¨nventariseerd over het gebruik van het automatiseringspakket, zo vragen de leden van de D66-fractie. Is het Presidium voornemens uiteindelijk te kiezen voor een tekstverwerkingspakket (WP 6.0?) voor alle Binnenhofbewoners dat aansluit bij wat in de «rest van de wereld» de gebruikelijke standaard is. En op welke termijn wordt de al eerder gedane toezegging gee¨ffectueerd dat individuele kamerleden (c.q. fractiemedewerkers) vanuit de thuiswerkplek met behulp van een modum kunnen worden aangesloten
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
9
op de RCC-bronnen van de Tweede Kamer? Hoe staat het met het project thuisgebruik? Is de Tweede Kamer aangesloten op Internet? En in hoeverre staat of gaat dit ter beschikking staan van de fracties. Welke informatie wordt gratis ter beschikking gesteld en welke niet? Welke Kamer-informatie is vrij toegankelijk voor Internetgebruikers en welke informatie dient te worden beveiligd?
ARTIKELSGEWIJS (UITGAVEN)
Artikel 03.03 (pensioenen en uitkeringen aan de oud-leden en aan de weduwen en wezen van de oud-leden van de Tweede Kamer) In 1994 is het aantal wachtgeldgerechtigden in absolute zin met 40 gestegen (mede ten gevolge van de verkiezingen in mei 1994) en naar verwachting zal het aantal in de loop van 1995 en 1996 dalen. De leden van de D66-fractie vragen in hoeverre er een rol weggelegd zou kunnen zijn voor het Presidium om ex-kamerleden te helpen in het vinden van een nieuwe arbeidsplaats, bijvoorbeeld door outplacementbegeleiding te faciliteren. Mogelijk leidt deze vorm van ondersteuning tot een snellere daling van de wachtgeldverplichtingen. Deze leden weten dat sommige politieke partijen zelf deze verantwoordelijkheid nemen, maar wellicht is de neutrale hulp vanuit het Presidium (eventueel aanvullend) wenselijk. Graag hier uw mening over.
Artikel 03.04 (personeel en materieel) Waardoor wordt in dit artikel het verschil verklaard tussen de realisatie 1994 ( f 51 527) en de begroting 1995 ( f 58 420), zo vragen de leden van de D66-fractie. De leden van de fractie van de SP zetten vraagtekens bij de voorgestelde uitgaven ter gelegenheid van ingebruikname Binnenhof 1A-3 van in totaal 540 000 gulden. Met name hebben de leden van de SP-fractie grote twijfels bij de uitgaven voor «beoogde activiteiten», waarvoor een bedrag van 315 000 gulden is uitgetrokken. Wat houden deze beoogde activiteiten precies in? Ook vragen zij zich af wat precies de inhoud is van het «educatief programma» voor een bedrag van 225 000 gulden.
Artikel 03.13 (uitzending van leden en begeleidende ambtenaren van de Tweede Kamer naar het buitenland) De leden van de CDA-fractie vragen of de grootte van het reisbudget voldoende is om tegemoet te komen aan de wens tot verdieping van het werk van de commissies, de toenemende vraag om waarnemingen in het buitenland te verrichten en tot meer internationale contacten? Waardoor wordt in dit artikel het verschil verklaard tussen de realisatie 1994 ( f 212) en de begroting 1995 ( f 781), zo vragen de leden van de D66-fractie.
Artikel 03.16 (parlementaire enqueˆtes) De leden van de CDA-fractie vragen of het wel correct is om deze post altijd buiten de raming om te financieren, gezien de grote invloed op de uitgaven. Waarom is er voor dit artikel in de Raming 1996 slechts een p.m. opgenomen, zo vragen de leden van de D66-fractie. Heeft de parlemen-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
10
taire enquetecommissie-Van Traa een begroting ingediend? Verdient het geen aanbeveling in de meerjarenraming een structureel bedrag in te boeken? Uit welke financie¨le bronnen worden de niet geraamde kosten van een parlementaire enqueˆte doorgaans gedekt?
Artikel 04.06 (aandeel van Nederland in de kosten van interparlementaire organen) Heeft de Kamer sturingsmogelijkheden voor wat betreft de kostenbeheersing van interparlementaire organen en zo ja zijn die wel voldoende, aldus de leden van de CDA-fractie?
ARTIKELSGEWIJS (ontvangsten)
Artikel 04.01 (diverse ontvangsten) Waaruit is het verschil te verklaren in de Raming van de ontvangsten op dit artikel tussen de realisatie 1994 ( f 106 000) en de begroting 1995 (f 50 000), zo vragen de leden van de D66-fractie. De voorzitter van de commissie, De Cloe De griffier van de commissie, Hommes
Tweede Kamer, vergaderjaar 1994–1995, 24 143, nr. 9
11