Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2001–2002
27 925
Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten
Nr. 34
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN, DE MINISTERS VAN JUSTITIE, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 december 2001 Hierbij bieden wij, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg van de vaste commissies voor Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie en Financiën op 29 november jl. de tweede voortgangsrapportage (bijlage 1) aan met betrekking tot het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid van 5 oktober jl. (Kamerstukken II, 2001–2002, 27 925, nr. 10). Aangezien het kabinet op 26 oktober jl. een besluit heeft genomen over de budgettaire gevolgen van het actieplan van 5 oktober jl. is het – in tegenstelling tot de eerste voortgangsrapportage van 26 oktober jl. (Kamerstukken II, 2001–2002, 27 925, nr. 21) – in de meeste gevallen mogelijk concreet per actie aan te geven welke producten kunnen worden geleverd binnen het beschikbare budget. Ten behoeve van de overzichtelijkheid is ervoor gekozen in de onderhavige voortgangsrapportage schematisch aan te geven welke concrete producten voortvloeien uit de actiepunten, de daarmee gemoeide kosten en wat de laatste stand van zaken is. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal, als coördinerend bewindspersoon voor de voorbereiding op de rampenbestrijding, de Tweede Kamer in het eerste kwartaal van 2002 separaat informeren over het reeds eerder toegezegde kabinetsstandpunt NBC-terrorisme. In de aanbiedingbrief van het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid is aangegeven dat de strijd tegen het terrorisme in internationaal verband een verantwoordelijkheid is van het gehele Koninkrijk. Bij brief van 3 december jl. heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Tweede Kamer geïnformeerd omtrent de gemeenschappelijke verklaring over intensivering van de samenwerking bij de bestrijding van internationaal terrorisme en de protocollen inzake respectievelijk de gespecialiseerde recherchesamenwerking tussen de landen
KST58286 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2001
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
1
van het Koninkrijk en inzake gemeenschappelijke onderzoeksteams in het Koninkrijk. Kortheidshalve wordt verwezen naar deze brief en bijlagen. Zoals bekend wordt ook in internationaal en EU-verband intensief gewerkt aan bestrijding van terrorisme. Evenals bij de vorige voortgangsrapportage is ervoor gekozen internationale ontwikkelingen die direct relevant zijn voor het actieplan toe te lichten onder het betreffende actiepunt. In het reeds eerder aangehaalde algemeen overleg van 29 november jl. heeft de minister van Justitie toegezegd de Tweede Kamer bij deze gelegenheid nader te informeren over de evaluaties die zijn opgesteld naar aanleiding van de inzet van bijzondere bijstandseenheden (BBEn) op 27 september jl. te Amsterdam en Rotterdam. Deze informatie is hierbij gevoegd (bijlage 2). Daarnaast heeft de minister van Justitie toegezegd nader in te gaan op een aantal aspecten van de beveiliging van de luchthaven Schiphol. Deze informatie treft u aan onder bijlage 3. Naar aanleiding van het verzoek van het kamerlid Karimi zijn als bijlage 4 de resultaten van de veiligheidsmonitor bijgevoegd.1 Het kabinet heeft na de gebeurtenissen van 11 september jl. besloten om deze monitor in te stellen tot het einde van dit jaar, omdat het kabinet de behoefte had, na de zeer ingrijpende gebeurtenissen van 11 september en de mogelijke gevolgen ook voor de Nederlandse samenleving, inzicht te krijgen in de veiligheidsgevoelens in onze samenleving en daar eventueel met communicatie en voorlichting op te kunnen reageren. Overigens gaat het hier niet om een nieuw fenomeen, ook bij de millenniumwisseling en het EK-voetbal 2000 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een vergelijkbare monitor laten uitvoeren. Deze veiligheidsmonitor is gestart op 11 oktober 2001 en kende aanvankelijk een frequentie van twee keer in de week. Daarnaast loopt één keer in de week een onderzoek mee onder de allochtone bevolkingsgroep. Sinds half november jl. is de frequentie teruggebracht naar één keer in de week. Overeenkomstig de planning wordt de monitor eind dit jaar gestopt. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De Minister-President, Minister van Algemene Zaken a.i., E. Borst-Eilers De Minister van Justitie, A. H. Korthals De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries De Minister van Defensie a.i., E. L. Herfkens De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos
1
Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
2
Bijlage 1
Tweede Voortgangsrapportage met betrekking tot het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid van 5 oktober 2001 1. Inleiding In vervolg op de eerste voortgangsrapportage van 26 oktober 2001 (Kamerstukken II, 2001–2002, 27 925, nr. 21) met betrekking tot het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid van 5 oktober 2001 treft u hierbij de tweede voortgangsrapportage aan. Het kabinet heeft op 26 oktober 2001 beslist over de budgettaire gevolgen van het actieplan. De minister van Financiën heeft de Tweede Kamer bij brief van 26 oktober 2001 hierover geïnformeerd (Kamerstukken II, 2001– 2002, 27 925, nr. 20). Bij brief van gelijke datum (Kamerstukken II, 2001– 2002, 27 484 (R 1669), nr. 18) heeft de minister van Justitie de Tweede Kamer bericht dat hij het voornemen heeft opgevat een tweede zogenaamde 1F-unit op te richten. Aangezien deze unit zal worden gefinancierd uit eerder genoemd budget, dat is vrijgemaakt in het kader van het actieplan Terrorismebestrijding en veiligheid, is dit als een nieuwe actie (4a) opgenomen. 2. Voortgang per actie Preventie
Actie 1
Uitbreiding inlichtingen- en veiligheidsdiensten
Door Producten
Ministers van BZK en Defensie Een betere informatiepositie en een actueel dreigingsbeeld met betrekking tot het (nieuwe gezicht van het) internationaal terrorisme, een betere informatiepositie met betrekking tot radicale, anti-westerse stromingen onder minderheden en tot (reactieve) verschijnselen als geweld tegen vreemdelingen alsmede tot bredere en diepere kennis van bronlanden en migratiebewegingen en van nieuwe minderheden in ons land, verbetering van de kwaliteit van de beveiligingsadviesfunctie door een betere informatiepositie, een betere informatiepositie t.b.v. de militaire inzet bij operaties in het buitenland en ter beveiliging van de uitgezonden eenheden. Gefaseerd op te bouwen; in 2006: totaal f 56,1 mln. Gefaseerde opbouw, waarbij in 2006 het beoogd effect van de intensiveringen volledig zal zijn bereikt Over de voortgang van dit traject wordt gerapporteerd aan de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer. In dit licht bezien zal in komende voortgangsrapportages met betrekking tot het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid niet meer op deze actie worden ingegaan.
Budget per product Tijdpad Laatste stand van zaken
Actie 2
Betere wisselwerking tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten en politie (Nederlandse politie maar ook Europol)
Door Producten
Ministers van BZK, Defensie en Justitie 1. Het snel oppakken en uitvoeren door de Task Force Police Chiefs van de haar door de JBZ-raad toebedeelde taken 2. Verdergaande interactie tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten 3. Het snel oppakken en uitvoeren door Europol van de haar door de JBZ-raad toebedeelde taken 4. Het bevorderen van de internationale samenwerking 5. Het breder opzetten van het Landelijk Coördinatiepunt Openbare Orde bij het KLPD 6. Het uitbreiden van de beleids- en coördinatiecapaciteit van BZK Ad 1. Vanaf 2002: f 0,1 mln (begroting BZK) en f 0,1 mln (begroting Justitie) Ad 3. Vanaf 2002: f 0,3 mln (begroting BZK) en voor 2002: f 0,2 mln en vanaf f 2003: 0,1 mln (begroting Defensie) en voor 2002: f 1,3 mln en vanaf 2003 f 0,3 mln (begroting Justitie) Ad 5. Voor 2002: f 0,3 mln; vanaf 2002: f 1,3 mln Ad 6. Voor 2001: f 1,7 mln; vanaf 2003: f 1,4 mln Ad 1. Continu; eerste helft van 2002 inbedding mandaat en positie TFPC in EU-structuur Ad 2. Gerealiseerd; nadere afspraken zijn gemaakt Ad 3. Plaatsing liasons van BVD en KLPD gerealiseerd; liasons Kmar volgt; bezien Europolovereenkomst in kader specifieke aspecten terrorismebestrijding: 2002 Ad 4. Continu; overleg over kaderbesluiten en systematiek opstellen lijsten in JBZ-raad december 2001 Ad 5. Werving en selectie, voorzieningen ICT, huisvesting e.d. te realiseren eind 2002 / begin 2003 Ad 6. Realisatie eerste kwartaal 2002
Budget per product
Tijdpad
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
3
Laatste stand van zaken
Ad 1. De Task Force Police Chiefs (TFPC) is op 30 en 31 oktober 2001 te Brussel bijeen geweest en heeft daar onder meer gesproken over de aan de TFPC toebedeelde taken op het gebied van terrorismebestrijding, waaronder een betere informatie-uitwisseling met Europol. Om de toebedeelde taken aan de TFPC adequaat te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat het mandaat en de positie van de TFPC in de EU-structuur wordt geregeld. Ook de secretariële ondersteuning van de TFPC speelt daarbij een rol. De Nederlandse delegatie heeft aangedrongen op spoedige besluitvorming daarover. Naar verwachting zal dit in het komende jaar onder Spaans voorzitterschap kunnen worden gerealiseerd. Ad 2. De directeuren contraterrorisme van de EU hebben medio november 2001 een bijeenkomst gehouden en nadere afspraken gemaakt om tot een multilateraal operationele samenwerking te komen. Ad 3. Nederland heeft inmiddels twee liaisons voor de speciale tijdelijke groep van nationale experts bij Europol geplaatst. Een liaison is afkomstig van het KLPD, een is afkomstig van de BVD. Beide liaisons zijn uitgezonden overeenkomstig de bepalingen van de Europol-conventie. Eventuele verstrekking van gegevens afkomstig van de BVD aan Europol geschiedt in overeenstemming met de bepalingen van de Nederlandse wet- en regelgeving. Ook vanuit de Koninklijke Marechaussee zal een specialist worden geplaatst bij Europol. Deze specialist zal zich bezig gaan houden met grensbewakingaangelegenheden. Ook wordt in breder kader gesproken in hoeverre specifieke taken van Europol op het gebied van terrorismebestrijding moeten leiden tot een aanpassing van de Europol-overeenkomst. O.a. gaat het hierbij om de deelname van Europol aan zgn. joint-teams. Ad 4. Het accent van de werkzaamheden in de derde pijler van de EU, de JBZ-samenwerking, ligt momenteel bij de Raadwerkgroep Terrorisme en in het comité artikel 36 (CATS). Sinds de Raad van 20 september 2001 vinden bijna wekelijks vergaderingen plaats om te komen tot uitwerking van de conclusies van de JBZ-Raad van 20 september en de ER van 21 september 2001 (zie ook actie 38). Binnen de justitiekolom wordt hard gewerkt aan het vaststellen van de twee kaderbesluiten gericht op de harmonisering van het strafrecht m.b.t. terroristische delicten enerzijds en aan het Europees Aanhoudingsbevel en de verkorte overdrachtprocedures die daarmee samengaan anderzijds. De werkgroep Terrorisme werkt aan het opstellen van een lijst van terroristische organisaties in de EU en aan een integraal dreigingsdocument. Ook wordt een strategisch document opgesteld dat bedoeld is om CATS en de Raad in staat te stellen verbanden te leggen tussen werkzaamheden binnen de werkgroep Terrorisme en andere Raadsgremia, ook buiten de derde pijler. Om sneller relevante informatie uit te kunnen wisselen nadat aanslagen gepleegd zijn, is een procedure afgesproken tussen de lidstaten waarbij via het netwerk van het Bureau de Liasons relevante informatie wordt uitgewisseld. Het gaat met name ook om repercussies van aanslagen in een EU-lidstaat voor andere EU-lidstaten. Europol is bij deze werkzaamheden betrokken. Ad 5. De activiteiten van het Landelijk Coördinatie-centrum Openbare Orde (LCOO) zullen zich richten op het inwinnen, coördineren, analyseren en het verstrekken van informatie. Het KLPD (dienst Recherche Onderzoeken) richt het LCOO in; het Nationaal Coördinatie Centrum (LCC) van BZK vervult de liaisonsfunctie. Momenteel zijn reeds 2 fte bezig met de opbouw van het LCOO. Deze 2 fte konden door herprioritering worden ingezet. In de tweede helft van 2002 zal het LCOO zijn uitgebreid tot 6 fte, waarna in de eerste helft van 2003 de volledige bezetting tot 10 fte zal zijn gerealiseerd. Ad 6. De werving van de benodigde 11 extra functies bij het directoraat-generaal Openbare Orde en Veiligheid bij het ministerie van BZK is medio november 2001 gestart. In het eerste kwartaal van 2002 kan de uitbreiding geëffectueerd zijn. Visumverlening en biometrische identificatiemogelijkheden
Actie 3
Ontwikkeling biometrische identificatie-mogelijkheden
Door Product(en)
Ministers van Justitie en Defensie Het toepassen van biometrie zal vooral worden ingezet bij het monitoren van de in- en uitstroom van personen in Nederland en bij het uitoefenen van toezicht op deze vreemdelingen zolang zij in Nederland verblijven. Omdat het gebruik van biometrie goed moet zijn afgestemd op de situatie waarin het wordt toegepast, worden in het actieplan acht aandachtsgebieden onderkend voor biometrie. Deze aandachtsgebieden zullen volgens een programma-aanpak worden uitgevoerd. De aansturing en verantwoordelijkheid voor dit programma is belegd bij het Project DG Vreemdelingenwet 2000. De volgende acht aandachtsgebieden worden onderkend: 1. Centrale vingerafdrukkensysteem 2. Aanleveren vingerafdrukken aan centrale systeem 3. Unieke nummeruitgifte 4. Koppeling identificatie aan verificatie 5. Vingerafdrukken ter verificatie van asielzoekers 6. Identificatie met behulp van visumgegevens 7. Verificatie met behulp van visa 8. Biometrie ter ondersteuning van grensbewaking
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
4
Budget per product(en)
Tijdpad
Laatste stand van zaken
Op dit moment is een bedrag toegekend van f 10 mln. Met dit bedrag zullen de initiële kosten voor de volgenden aandachtsgebieden worden bekostigd: 2) Aanleveren vingerafdrukken aan systemen 5) Vingerafdrukken ter verificatie van asielzoekers 6) Identificatie met behulp van visumgegevens 7) Verificatie met behulp van visa De initiële kosten voor de volgende aandachtsgebieden zijn op dit moment nog niet inzichtelijk en zullen derhalve later moeten worden gespecificeerd: 1) Centrale vingerafdrukkensysteem 3) Unieke nummeruitgifte 8) Biometrie ter ondersteuning van grensbewaking Verder zijn opleidingskosten, implementatiekosten (organisatiekosten en fte’s) en gebruikskosten (zoals identiteitskaarten etc) voor de acht aandachtsgebieden buiten beschouwing gelaten. Ook zijn de structurele kosten die voortvloeien uit implementatie van de acht aandachtsgebieden nog niet inzichtelijk. Deze kosten dienen derhalve nog te worden gespecificeerd. Op de begroting van Defensie is t.b.v. de toepassing van biometrische kenmerken voor 2002: f 0,3 mln en vanaf 2003: f 0,2 mln opgenomen. Het tijdpad dat geldt voor de verschillende aandachtsgebieden is mede afhankelijk van de inrichting van de projectorganisatie. Omdat de projectorganisatie op dit moment nog wordt ingericht, is er nog geen definitief tijdpad beschikbaar. In het actieplan zal voor elk aandachtsgebied een tijdpad zijn opgenomen. De activiteiten die voor biometrie moeten worden ondernomen ten aanzien van de acht onderkende aandachtsgebieden, zowel op korte termijn als op langere termijn, zijn inmiddels concreet uitgewerkt. Op dit moment wordt gewerkt aan het inrichten van een projectorganisatie die de activiteiten voor de acht aandachtsgebieden zal gaan uitwerken. Deze projectorganisatie zal deels worden samengesteld met externen om de eigen organisatieonderdelen te ontlasten. Naar verwachting zal de projectorganisatie eind december 2001 zijn ingericht, zodat begin 2002 kan worden begonnen met de uitvoer van de activiteiten. Voor asielzoekers zijn de voorwaarden voor implementatie reeds ingevuld en zal op korte termijn worden begonnen met de implementatie. Ook met de voorbereiding op de implementatie van biometrie ter ondersteuning van het Mobiel Toezicht op Vreemdelingen en de Grensbewaking kan op korte termijn worden begonnen. Voor de inzet van biometrie bij het verstrekken van visa geldt dat eerst nader onderzoek nodig is naar technische en juridische randvoorwaarden, voordat kan worden begonnen met het implementeren van een biometrische oplossingen. Binnen de EU worden hiervoor structurele oplossingen uitgewerkt en Nederland zal daar uiteraard bij aansluiten. Maar dat traject zal veel tijd gaan kosten. In afwachting van een structurele Europese oplossing zal binnen Nederland worden gezocht naar activiteiten die op korte termijn kunnen worden uitgevoerd ter overbrugging.
Actie 4
Geharmoniseerde uitvoering van het visumbeleid
Door Product(en)
Ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie Ter voorkoming van fraude is het noodzakelijk om in EU-verband op gezette tijden te bezien of bepaalde veiligheidskenmerken van de visumsticker aangepast moeten worden. De procedure die tot deze aanpassing moet leiden wordt op dit moment in die zin aangepast dat zij korter is, waardoor daadkrachtiger opgetreden kan worden. Naar verwachting zal tijdens het volgende voorzitterschap de verordening die hierop ziet aangenomen kunnen worden. De Commissie zal een haalbaarheidsonderzoek doen naar de mogelijkheid te komen tot een centraal systeem waar alle visumaanvragen in worden opgenomen. Op dit moment kan geen tijdpad worden aangegeven. Het Belgische voorzitterschap heeft inmiddels aangekondigd op lokaal niveau ter verbetering van de lokale consulaire samenwerking een dergelijk systeem in te gaan richten. Dit systeem zou gebruikt moeten gaan worden in een pilot project in Ankara, Istanboel, Abu Dabi, de Verenigde Arabische Emiraten en Amman.
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Niet aan te geven De diverse onderdelen zijn vaste agendapunten tijdens de EU visumwerkgroep vergaderingen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
5
Actie 4a
Oprichting tweede unit 1F in de regionale directie Zuid-West van de IND. De unit zal op 1 januari 2003 operationeel zijn.
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad
Minister en Staatssecretaris van Justitie Een operationele tweede unit 1F per 1 januari 2003 Ca. f 3 mln Vanaf heden en 1e kwartaal 2002: Werving medewerkers die per 1 april 2002 instromen. Via een belangstellingsregistratie werven van medewerkers die ervaring hebben in het primaire proces van de IND. Gezien het absorptievermogen van de eerste unit 1F, zullen deze medewerkers eerst per 1 oktober 2002 in dienst treden van de tweede unit 1F. 2e kwartaal 2002: De geworven externe medewerkers krijgen het leerwerktraject asiel aangeboden op het kennis en leercentrum van de IND te Utrecht. Werving unitleiding. 3e kwartaal 2002: Begin opleiding artikel 1F voor de extern geworven medewerkers op de werkvloer 4e kwartaal 2002: Begin opleiding artikel 1F voor de intern geworven medewerkers op de werkvloer 1e kwartaal 2003: Tweede unit 1F is operationeel De opdracht tot werving van externe medewerkers zal in december 2001 worden verstrekt.
Laatste stand van zaken
Bewaking, beveiliging en openbare orde Actie 5
Uitbreiding capaciteit persoonbeveiliging bij KLPD en Kmar
Door Producten
Ministers van BZK en Defensie 1. Uitbreiding van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) van het KLPD 2. Uitbreiding van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) en de Bijzondere Dienst / Veiligheid (BD/V) van de Koninklijke marechaussee 3. Voortzetting van de opleidingscapaciteit van de Kmar door het langer in gebruik houden van de opleidingsdependance te Vught Ad 1. Voor 2001: f 2,4 mln; vanaf 2002: f 5,3 mln (begroting BZK) Ad 2. Voor 2002: f 4,5 mln; voor 2003: f 7,9 mln; vanaf 2004: f 5,4 mln (begroting Defensie) Ad 3. Vanaf 2002: f 9,3 mln (begroting Defensie) Ad 1. Basisopleiding helft extra personeel (15 fte): april 2002. Opleiding tweede helft personeel (15 fte): november 2002. Volledige realisatie: eerste kwartaal 2003 Ad 2. Uitbreiding BSB/persoonsbeveiliging en BD/Veiligheid: medio 2002. Uitbreiding BSB/ observatie: medio 2003 Ad 3. Continu Ad 1. De formatie van de DKDB wordt met 27 operationele en 3 ondersteunende fte uitgebreid. Daarnaast wordt het specialistisch voertuigenpark, de verbindingen en de bewapening naar evenredigheid uitgebreid. Tot de realisatie van de uitbreiding wordt door inleen van capaciteit uit de overige diensten van het KLPD en de regio’s en door (nog meer) overwerk van de eigen medewerkers in de extra vraag om persoonsbeveiliging voorzien. De extra benodigde voertuigen worden momenteel gehuurd. Ad 2. De Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de Koninklijke Marechaussee beschikt over drie Afdelingen, de Afdeling Persoonsbeveiliging, de Afdeling Observatie en de Afdeling Arrestatie en Ondersteuning. Vanwege de huidige verhoogde activiteiten op het gebied persoonsbeveiliging verleent het personeel van de andere afdelingen ondersteuning aan de afdeling Persoonsbeveiliging. De rechercheondersteunende taken op het gebied van Observatie en Arrestatie staan dan ook onder druk. De BSB zal worden uitgebreid met 1 sectie Observatie (19 fte) en 1 sectie Persoonsbeveiliging (18 fte). De in het Actieplan terrorismebestrijding en veiligheid gestelde maatregelen op het gebied van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen (MTV) en de grensbewaking zullen de vraag naar toetsing van informatie, alsmede het uitwisselen van deze informatie met zustereenheden vergroten. De Bijzondere Dienst / Veiligheid (BD/V) zal daarom worden uitgebreid met 12 fte.
Budget per product
Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 6
Uitbreiding materiële bewakingsmiddelen
Door Product(en)
Minister van BZK Extra voertuigen voor verscherpt rijdend toezicht (VRT) Extra gepantserde bewakingshuisjes Vernieuwing waterwerpers Voor 2002: f 10 mln; voor 2003: f 12 mln; voor 2004: f 12 mln Realisatie 9 extra VRT-voertuigen en 14 extra bewakingshuisjes: eind 2002 Aanschaf 4 nieuwe waterwerpers: medio 2003
Budget per product(en) Tijdpad
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
6
Laatste stand van zaken
Na 11 september 2001 is ook in Nederland de behoefte aan extra bewakingsmiddelen voor de Nederlandse politie gestegen. Een en ander houdt onder meer verband met extra te beveiligen personen en objecten. Daartoe zal de politie in 2002 de beschikking krijgen over extra voertuigen voor het verscherpt rijdend toezicht (VRT-voertuigen) en gepantserde bewakingshuisjes. In het kader van het tegengaan van gewelddadig activisme zullen de verouderde waterwerpers van de politie worden vernieuwd. De aanbesteding vindt plaats conform de regels voor Europese aanbesteding.
Actie 7
Versterking buitengrenscontroles en versterking mobiel toezicht vreemdelingen (MTV)
Door Producten
Ministers van Justitie en Defensie Door middel van intensieve raadpleging van opsporingsregisters, investeren in de deskundigheid van de ambtenaar in het onderzoek naar de echtheid van reisdocumenten, alsook het versterken van de informatiepositie, wordt de grensbewaking en het mobiel toezicht vreemdelingen (MTV) beter uitgerust voor de strijd tegen terrorisme. Ten aanzien van de twee grootste doorlaatposten Amsterdam Schiphol en Rotterdam-Havens, worden additionele maatregelen getroffen. Dit leidt tot de onderstaande deelproducten: 1. Intensiveren raadplegen opsporingsregisters; 2. Aanvullende opleiding falsificaten eerstelijnscontrole; 3. Optimalisatie technische hulpmiddelen eerstelijnscontrole; 4. Versterking documentencontrole Districten KMar met 14 fte; 5. Versterking Nationaal Bureau Documenten (KMar) met 8 fte; 6. Versterken informatiepositie grensbewaking en MTV; 7. Opvoeren patrouillegang Rotterdam-Havens; 8. Intensiveren fysieke controle Rotterdam-Havens; 9. Stringenter handhaven passagierverboden Rotterdam-Havens; 10. Toezicht niet-Schengen transitzone luchthaven Schiphol; 11. Toezicht Schengen transitzone luchthaven Schiphol; 12. Versterking van de analysefunctie luchthaven Schiphol; 13. Schengenconforme grenscontrole luchthaven Schiphol; 14. Onderzoek verruiming wettelijke bevoegdheden MTV. Ten behoeve van actie 7 (deelproducten 4 en 5) is onderstaand budget toegekend aan de Koninklijke Marechaussee. 2003: f 3,9 mln, vanaf 2004: 2,4 mln 1. Intensiveren raadplegen opsporingsregisters Ingezet 2. Aanvullende opleiding falsificaten eerstelijnscontrole Nader te bepalen 3. Optimalisatie technische hulpmiddelen eerstelijnscontrole 2002 4. Versterking documentencontrole Districten KMar met 14 fte Nader te bepalen 5. Versterking Nationaal Bureau Documenten (KMar) met 8 fte Nader te bepalen 6. Versterken informatiepositie grensbewaking en MTV Ingezet 7. Opvoeren patrouillegang Rotterdam-Havens Ingezet 8. Intensiveren fysieke controle Rotterdam-Havens Ingezet 9. Stringenter handhaven passagierverboden Rotterdam-Havens Ingezet 10. Toezicht niet-Schengen transitzone luchthaven Schiphol 2002 11. Toezicht Schengen transitzone luchthaven Schiphol Nader te bepalen 12. Versterking van de analysefunctie luchthaven Schiphol 2002 13. Schengenconforme grenscontrole luchthaven Schiphol Ingezet 14. Onderzoek verruiming wettelijke bevoegdheden MTV Ingezet Ten aanzien van deelproducten 2 en 3 vindt thans een inventarisatie plaats. Voor de deelproducten 4 en 5 is per 2003 budget beschikbaar. Het tijdpad wordt thans in overleg met het beheer nader bepaald. Deelproduct 10 wordt ingepast in de reeds eerder dit jaar besloten intensivering van het aantal gate controles en zal in 2002 zijn beslag krijgen. Het tijdpad van deelproduct 11 wordt thans in overleg met het beheer nader bepaald. Deelproduct 13 zal uiterlijk 31 december 2001 zijn gerealiseerd. Mogelijkerwijs zal invoering van het laatste product leiden voor kortere of langere tijd tot extra wachttijden voor de inkomende passagiers. Vanzelfsprekend zijn de inspanningen erop gericht om dit te voorkomen. Overigens wordt in de EU gesproken over verschillende voorstellen om de samenwerking op het gebied van buitengrensbewaking te intensiveren, o.a. de Commissiemededeling inzake illegale immigratie. Tijdens de ER van Laken zal waarschijnlijk gesproken worden over de instelling van een coördinerend forum inzake grensbewaking. Nederland kan met een dergelijk forum instemmen. Verdergaande initiatieven verdienen zorgvuldige bestudering.
Budget
Tijdpad
Stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
7
Actie 8
Extra maatregelenpakket beveiliging burgerluchtvaart (bblv)
Door
Minister van Justitie Minister van Defensie Minister van Verkeer en Waterstaat Extra maatregelen met betrekking tot: 1. Controle van passagiers en handbagage 2. Controle van ruimbagage 3. Controle van personeel en 4. Opzetten tweedelijns inspectie door Justitie 5. Uitbreiding Marechaussee (tbv Mobiel Roulerend Toezicht (32 fte), Wet Veiligheidsonderzoeken (4 fte), Opleidingen (2 fte) en Toezicht bblv (10fte)) door Defensie 6. Beveiliging luchtvaart, telecom, havens door V&W 1. nvt, wordt gefinancierd via de beveiligingsheffing 2. nvt, wordt gefinancierd via de beveiligingsheffing 3. nvt, wordt gefinancierd via de beveiligingsheffing 4. vanaf 2002: f 0,4 mln 5. 2002: 7,2 mln, 2003: f 6,7mln, vanaf 2004 f 5,2mln 6. 2001: f 2,0 mln, vanaf 2002 f 6,0mln 1. Direct 2. Direct 3. Direct 4. Ultimo 2002 5. afh. v. besluitvorming Bestuursraad KMAR 6. Nader te bepalen Producten 1 tot en met 3 100% controle op personeelsdoorgangen platform -> clean area ingevoerd Voor een overzicht van de op Schiphol getroffen beveiligingsmaatregelen verwijs ik u naar de notitie Beveiliging op Schiphol die als bijlage in de voortgangsrapportage is opgenomen. Product 4 In lijn met de ontwerp-verordening van de EU zoals aangenomen door de Transportraad op 7 december jl. wordt door Justitie voortvarend gewerkt aan het opzetten van een inspectiefunctie voor de beveiliging van de burgerluchtvaart. Product 5 Het te kiezen tijdpad voor de realisatie van de uitbreiding zal afhankelijk zijn van de uitkomst van het prioriteitenoverleg van de gezagsdragers. Product 6 Overleg is gaande met betrokkenen over de nadere invulling. Bij de eerstvolgende voortgangsrapportage zal een nadere concretisering worden gegeven.
Product(en)
Budget per product(en)
Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 9
Nederland zet in op overname van de in de ECAC genomen veiligheidsmaatregelen
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad
Minister van Justitie i.s.m. de Minister van verkeer en Waterstaat EU-regelgeving voor de beveiliging van de burgerluchtvaart. Nvt April/mei 2002 inwerkingtreding EU verordening, onder het volgend voorzitterschap EU verder werken in ad hoc groep In de Transportraad van 7 december jl. is een ontwerp-verordening met annex over de beveiliging van de burgerluchtvaart aangenomen. In de ontwerp-verordening zijn gemeenschappelijke basisnormen en een auditsysteem opgenomen. Het ECAC-pakket van beveiligingsmaatregelen krijgt met de ontwerp-verordening als een minimumpakket kracht van wet. De huidige Luchtvaartwet en het wetsvoorstel tot (gedeeltelijke) wijziging daarvan dat thans ter behandeling in de Eerste Kamer ligt, zijn in lijn met de verordening. Wat betreft de voortgang van het wetsvoorstel wordt het volgende opgemerkt. In het kabinet is afgesproken dat er in de komende maanden een reeds voorziene evaluatie van het centrale security zal plaatsvinden. De opdracht daartoe is inmiddels verstrekt. Na ommekomst daarvan zal het Kabinet de Eerste en Tweede Kamer een oordeel geven over de voortgang van het voorliggende wetsvoorstel In de genoemde Transportraad is ook een werkprogramma opgenomen voor het komende jaar om te komen tot verdergaande maatregelen in aanvulling op de ontwerp-verordening. De aandacht is vooral gericht op passende maatregelen op het operationele vlak; dat wil zeggen voor de vluchtuitvoering aan boord van vliegtuigen en de samenwerking tussen de verkeersleiding en de bemanning van vliegtuigen.
Laatste stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
8
Actie 10
Onder leiding van de minister van BZK zal een samenhangend pakket van maatregelen ter bescherming van de infrastructuur van overheid en bedrijfsleven (waaronder ICT) worden ontwikkeld
Door Product(en)
Minister van BZK Samenhangend pakket van maatregelen ter bescherming van de infrastructuur van overheid en bedrijfsleven (waaronder ICT) PM Is afhankelijk van het nog nader vast te stellen ambitieniveau In de eerste voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer, waarin wordt aangegeven dat het actiepunt tevens beoogd uitvoering te geven aan de motie Wijn, (TK 2000–2001, 26 643, nr 20), wordt wat betreft de uitvoering gesteld dat het kabinet «een ministeriele stuurgroep zal instellen, die onder voorzitterschap van de minister van BZK, allereerst de omvang van de vitale sectoren en vervolgens de essentiële onderdelen zal definiëren en inventariseren». Deze stuurgroep zal vervolgens in beeld brengen «welke maatregelen inmiddels genomen zijn om de beschikbaarheid van die onderdelen te waarborgen. Vervolgens zullen waar nodig aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot aanvullende maatregelen.» Voor het naar behoren blijven functioneren van de samenleving is de continuïteit van maatschappelijk onmisbare producten en diensten essentieel. Gedacht moet worden o.a. aan de sectoren energie, drinkwatervoorziening, telecommunicatie, transport, betalingsinfrastructuur, belastingdienst, openbare orde en veiligheid, rechtspleging, krijgsmacht, sociale zekerheid, voedselvoorziening e.a. Wanneer processen en onderdelen als vitaal worden aangemerkt zal op basis van een risicoanalyse (per sector en integraal) een inventarisatie respectievelijk vaststelling van getroffen en te treffen – preventieve – maatregelen dienen plaats te vinden. Het uiteindelijke complex van maatregelen zal permanent onderhouden moeten worden. De publieke en private sector zullen daartoe blijvend met elkaar in contact moeten blijven. In november 2001 heeft met enkele departementen ambtelijk verkennend vooroverleg plaats gevonden. Dit heeft geleid tot een concept-plan van aanpak langs de hiervoor geschetste lijnen. Het plan is begin december 2001 aan de leden van het Interdepartementaal Overleg Crisisbeheersing (IOCB) voor commentaar aangeboden. Medio januari 2002 is overleg op DG-niveau voorzien, waarna het plan in de eerdergenoemde ministeriele stuurgroep kan worden vastgesteld.
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Opsporing en vervolging van terroristische misdrijven Actie 11
Uitbreiding recherche- en analysecapaciteit voor terrorismebestrijding (inclusief keteneffecten bij OM etc. en inclusief capaciteit om aan internationale verzoeken tot gemeenschappelijke acties te kunnen voldoen
Door Activiteiten
De Ministers van Justitie en BZK 1. Uitbreiding recherche- en analysecapaciteit bij het KLPD 2. Uitbreiding capaciteit bij het OM 3. Versterking regionale infodesks 4. Uitbreiding regionale inlichtingendiensten 1. Voor de uitbreiding van recherche- en analysecapaciteit bij het KLPD is beschikbaar f 1,4 mln. in 2001; f 2,7 mln in 2002 en f 5,5 mln per jaar vanaf 2003 2. Voor de uitbreiding van de capaciteit bij het OM is een budget beschikbaar van f 4 mln vanaf 2002. Tevens zal het gerechtskostenbudget worden opgehoogd met f 5 mln per jaar 3. Voor de versterking van regionale infodesks met ondersteuning vanuit het KLPD is beschikbaar f 0,6 mln in 2001; in 2002 f 4,3 mln en vanaf 2003 f 7,5 mln per jaar. De f 0,6 mln in 2001 is bestemd voor de ondersteuning vanuit het KLPD. In 2003 is f 1,0 mln bestemd voor de ondersteuning van het KLPD en f 3,3 mln voor de regionale infodesks. Vanaf 2003 is f 1,0 mln bestemd voor de ondersteuning van het KLPD en f 6,5 mln voor de regionale infodesks. 4. Voor de uitbreiding van regionale inlichtingendiensten is beschikbaar per 2002 een bedrag van f 1 mln en vanaf 2003 een bedrag van f 2,0 mln per jaar.
Budget per activiteit
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
9
Tijdpad
Laatste stand van zaken
1. Tijdpad uitbreiding recherche- en analysecapaciteit bij het KLPD: Bij het Korps Landelijke Politiediensten is de Afdeling Terrorisme en Bijzondere Taken (AT&BT) belast met de bestrijding van terrorisme. Het voor 2001 toegekende bedrag van 1,4 mln zal worden aangewend om het extra personeel dat naar aanleiding van de gebeurtenissen van 11 september jl. op ad hoc basis door AT&BT moest worden aangetrokken, te bekostigen. Tevens zal dit bedrag worden aangewend om de overuren te bekostigen die de medewerkers van AT&BT hebben moeten maken als gevolg van de gebeurtenissen van 11 september. Tenslotte zal uit dit bedrag worden bekostigd de medewerker van AT&BT die sinds medio oktober bij Europol is gestationeerd. Met de voor de overige jaren toegekende gelden zal in personele zin bij het KLPD een uitbreiding van 42 fte plaatsvinden. Er zal zo spoedig mogelijk worden gestart met de werving en selectie van deze nieuwe medewerkers. De verwachting is dat eind 2003 zowel AT & BT als de overige units waar uitbreiding dient plaats te vinden, volledig op sterkte zijn. 2. Uitbreiding capaciteit bij het OM: de intensivering van de terreurbestrijding en gevolgen van deze intensivering hebben met name gevolgen voor de werklast van het Landelijk Parket alwaar de officier van justitie werkt die speciaal is belast met de bestrijding van terrorisme. De capaciteit voor de portefeuille terreur bij het Landelijk Parket was historisch bepaald op 0,5 ovj 1e klasse. Het College van Procureurs-generaal heeft bepaald dat het Landelijk Parket in de jaren 2002 tot en met 2006 f 1,2 mln ontvangt. Dit geld zal worden gebruikt voor een personele uitbreiding op OM-niveau en op beleidsmedewerkers-/secretariaatsniveau. Er zijn zes kernteams (Amsterdam-Amstelland, Haaglanden, Noord- en Oost Nederland, Randstad Noord en Midden, Rotterdam-Rijnmond en Zuid/USD) die gebiedsoverstijgende zaken behandelen. Het College van Procureurs-Generaal heeft bepaald dat vanaf 2002 in totaal f 2,0 mln naar de justitiële component van deze kernteams gaat. Het beschikbare bedrag zal op basis van het budgetverdeelsysteem van het OM verdeeld worden. Ten behoeve van die parketten die geen kernteam huisvesten, maar die wel ingezet worden voor het uitvoeren van specifieke taken, zal een landelijk budget worden gereserveerd van f 0,8 mln. Het College van Procureurs-Generaal zal beslissen over toewijzing van middelen uit dit budget. 3. Versterking regionale infodesks: Ten behoeve van de verzameling en analyse van relevante signalen uit de politiepraktijk hebben de regionale politiekorpsen infodesks opgericht. Opzet en capaciteit verschillen per regio. Om ook de signalen over terrorismegerelateerde dreiging effectief te kunnen oppakken is versterking van deze infodesks noodzakelijk. Door de regionale politiekorpsen zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor de personele uitbreiding van de regionale informatiedesks en in het verlengde daarvan de regionale inlichtingendiensten. De versterking zal geschieden langs de uitgezette landelijk richtlijn betreffende de standaardisatie van opzet en inrichting van regionale infodesks en met inachtneming van de geldende aanstellingsprocedures voor RID-ambtenaren. Op basis van het toebedeelde budget zal de uitbreiding van de regionale infodesks en de regionale inlichtingendiensten gefaseerd gerealiseerd worden in 2002 en 2003. 4. Uitbreiding van regionale inlichtingendiensten Zie ook onder 3. Bij de gewenste hogere alertheid op terrorisme en aanverwante vervormen van criminaliteit zal de informatiestroom vanuit de basiseenheden in omvang toenemen. Het is essentieel dat deze informatie snel kan worden gecheckt en, indien noodzakelijk, verder wordt doorgeleid. Voor de mogelijke terrorismeindicaties is het essentieel dat de relatie naar de BVD via de Regionale Inlichtingendiensten (RID) wordt versterkt. Daartoe dienen de RID-en te worden uitgebreid. 1. Stand van zaken uitbreiding recherche- en analysecapaciteit bij het KLPD: De 42 fte die worden aangetrokken bij het KLPD zullen materiedeskundigen zijn met hoogwaardige specialistische kennis en deskundigheid zoals academici op verschillende wetenschappelijke terreinen, financieel/economische en digitale experts, contactpersonen voor buitenlandse (zuster)diensten en administratieve medewerkers. AT & BT waar op dit moment 15 personen werkzaam zijn, zal structureel worden uitgebreid met 12 fte zodat de kwaliteit van de werkzaamheden inhoudelijk verder kan worden uitgebouwd. Van de resterende 30 fte zal 20 fte worden ondergebracht in de nieuw op te richten Unit Recherchetactiek, 5 fte aan financiële, juridische en digitale experts bij de Unit Forensische Expertise en 5 fte aan CIE-rechercheurs bij de Unit Recherche Informatie. 2. Stand van zaken uitbreiding capaciteit bij het OM: Het Landelijk Parket is reeds gestart met de werving van een full-time beleidsmedewerker terreur. De gesprekken met een extra officier van justitie die (deels) ook zal worden belast met terreur, zijn gaande. 3. Versterking regionale infodesks: De regionale infodesks zullen in hun functioneren vanuit het KLPD (Nationale Recherche Informatie) worden ondersteund. Er wordt gestart met de bouw van een informatie-uitwisselingsysteem dat moet voorzien in de uitwisseling tussen korpsen van aanvullende informatie met een mogelijke terrorisme-indicatie die valt binnen het domein openbare orde en veiligheid. Dit systeem draagt eraan bij dat in voorkomende gevallen op basis van een snel samen te stellen nationaal overzicht afgewogen beslissingen kunnen worden genomen door het bevoegd gezag. Het voor 2001 uitgetrokken bedrag van f 0,6 mln zal volledig worden aangewend voor de bouw. Voor 2003 en volgende jaren is een bedrag beschikbaar van f 1, 0 mln dat bestemd is voor onderhoud en beheer van voornoemd informatie-uitwisselingssysteem. Met de politie is inmiddels het gesprek geopend over de invulling van de uitbreiding. Elk regionaal infodesk zal in 2002 versterkt worden met 1 fte. Daar komt in 2003 1 fte bij. 4. Uitbreiding regionale inlichtingendiensten:
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
10
Met de politie en de BVD is inmiddels het gesprek geopend hoe en welke wijze invulling aan deze uitbreiding kan worden gegeven. Op basis van het toebedeelde budget zal in 2002 en 2003 de uitbreiding gefaseerd worden uitgevoerd. Voor 2002 is er een budget beschikbaar van f 1,0 mln dat omgerekend ca. 7,5 fte betekent. en voor 2003 is er een bedrag beschikbaar van f 2,0 mln dat omgerekend ca. 15 fte betekent. Actie 12
Opbouw van een quick response team bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) voor forensische ondersteuning bij opsporing van daders van terroristische aanslagen
Door Product(en)
Minister van Justitie De versterking van de forensische expertise in de dreigingfase dan wel bij de opsporing van verdachten van terroristische aanslagen valt uiteen in: 1. de opbouw van een Quick response team (NFI-QRT) bij het NFI; Toelichting: Bij het opsporen van verdachten van terroristische aanslagen maar ook in de dreigingfase is een belangrijke rol weggelegd voor forensische experts. Het gaat hier bijvoorbeeld om schriftonderzoek van dreigbrieven, om sporenonderzoek op de locatie van een aanslag maar ook om het leveren van onafhankelijke deskundigen ter zitting. Om er volledig zeker van te zijn dat Nederland in ieder geval voor aanslagen in eigen land optimaal is toegerust, is in het Actieplan voorzien in een quick responseteam door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI-QRT) voor forensische ondersteuning bij de opsporing van daders van terroristische aanslagen en het verzamelen van bewijsmateriaal. Dit team zal ook voor internationale onderzoeken beschikbaar gehouden worden. Om gedurende het hele jaar 7 x 24 uur per week zowel de kwantitatieve als kwalitatieve invulling van het NFI-QRT te kunnen garanderen, is een uitbreiding van de huidige formatie met 10 fte (f 1.5 mln.) aangewezen. Dit is inclusief de formatieuitbreiding van de NFI-frontdesk met forensisch adviseurs (2.2 fte) die naast algemeen forensisch inzicht moeten beschikken over veiligheidskundige kennis op het gebied van NBC en ICT terreurmiddelen. Om het NFI-QRT direct inzetbaar te maken en ter plaatse snel forensisch onderzoek te laten doen is een speciaal voor dat doel toegeruste bus noodzakelijk. Deze bus moet standaard worden voorzien van bepaalde meet- en onderzoeksinstrumenten alsmede de nodige beschermingsmiddelen. 2. de versterking forensische expertise met betrekking tot biometrie als identificatiemiddel; Toelichting: Ten behoeve van de uitvoering van het actiepunt over biometrie zal het NFI de bestaande kennis en expertise moeten uitbouwen. Het gaat met name om het geven van onafhankelijke oordelen over de waarde van een biometrisch identificatiemiddel, de manier waarop deze wordt toegepast en het tegengaan van de mogelijke fraude die hierdoor ontstaat. Bovendien zal het zaakonderzoek toenemen wanneer er werkelijk een vermoeden is van fraude. Afhankelijk van het zelf doen van onderzoek op een of meerdere identificatiemiddelen is uitbreiding van maximaal 4 fte’s a f 150 000 (f 0.6 mln) nodig. 3. het geven van een impuls aan de verdere ontwikkeling van de expertise van digitaal rechercheren binnen het NFI als gevolg van het versnelde invoering van de invoering van het Nationaal Actieplan Digitaal rechercheren. Toelichting: Tenslotte is als gevolg van de versnelde invoering van het Nationaal Actieplan Digitaal Rechercheren (waarin het NFI is gepositioneerd als derde echelon bij de opsporing en bewijsvoering in het geval digitale sporen een rol spelen in criminele en terroristische activiteiten) uitbreiding van het NFI noodzakelijk. De benodigde uitbreiding wordt geraamd op 5 fte’s a f 150 000 en zal structureel f 0,7 mln. bedragen. Invoering zal in nauw overleg met de politie en het OM moeten gebeuren afhankelijk van de manier waarop de ketenpartners dit in gaan vullen. Binnen het budget van Justitie voor opsporing is voor de versterking van de forensische expertise voor het jaar 2002 een bedrag van 4 miljoen gereserveerd en is voor 2003 en verder steeds een bedrag van 3 miljoen begroot. Het budget van 4 mln. gulden voor 2002 valt uiteen in kosten voor NFI-QRT (f 1,5 mln.), materieel QRT/onderhoud speciaal toegeruste bus (f 0,7 mln.), biometrie (f 0,6 mln.) en digitaal rechercheren (f 0,7 mln.) en eenmalige materieel kosten voor biometrie en digitaal rechercheren (f 0,5 mln.) Het begrootte bedrag van f 3 mln. structureel voor het jaar 2003 en verder laat zich uitsplitsen in kosten voor NFI-QRT (f 1,5 mln.), materieel QRT en onderhoud speciaal toegeruste bus (f 0,2 mln.), biometrie (f 0,6 mln.) en digitaal rechercheren (f 0,7 mln.). 1. opbouw NFI-QRT: Om het NFI-QRT daadwerkelijk gedurende 7x24 uur per week «stand by» te hebben, is, naast een verdere uitbreiding van de huidige piketregeling van het NFI en de speciaal toegeruste bus, tevens een versterking van de formatie nodig zodat een adequate kwalitatieve en kwantitatieve invulling van het team kan worden gegarandeerd. De uitbreiding en aanvulling van de deskundigheidsgebieden ten behoeve van het team zal gefaseerd moeten plaatsvinden, met dien verstande dat al na enkele maanden na implementatie van de plannen de speciaal toegeruste bus kan zijn aangeschaft en het team «in opbouw» van start kan gaan. In die opbouwfase zal het NFI er zoveel mogelijk voor zorgen dat alle relevante kennis en expertise voor het team bereikbaar is dan wel extern wordt betrokken. Het NFI-QRT is uiterlijk een jaar na de start volledig operationeel (richtdatum eind 2002). 1. en 2. biometrie en digitaal rechercheren: de invulling van de toegekende middelen voor fte’s en materieel zal geschieden aan de hand van een nader plan van aanpak. De invulling van de fte’s voor digitaal rechercheren zal in nauw overleg geschieden met de partners van het Nationaal Actieplan Digitaal rechercheren.
Budget per product(en)
Tijdpad
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
11
Laatste stand van zaken
1. NFI-QRT Op dit moment is de piketregeling binnen het Nederlands Forensische Instituut als gevolg van de aanslagen in de VS al aanmerkelijk uitgebreid. Dat maakt een aantal relevante deskundigheidsgebieden ook nu al buiten kantooruren raadpleegbaar voor onderzoek naar terrorisme. Met de opbouw van het NFI-QRT en de aanschaf en inrichting van de speciaal toegeruste bus is reeds een aanvang gemaakt. 2. en 3. biometrie en digitaal rechercheren: de versterking van deze forensische expertises bevindt zich in de fase van de opstelling van nadere plannen van aanpak voor de invulling van de toegekende fte’s en de aanschaf bijzonder materieel.
Actie 13
Uitbreiding van het breed samengesteld team bij de Unit Mensensmokkel;
Door Product(en)
Budget per product (in guldens)
Tijdpad Laatste stand van zaken
1. Unit mensensmokkel (UMS), gericht op verhoging van de opsporingscapaciteit. 2. Informatie- en Analysecentrum mensensmokkel (IAM), gericht op meer en beter informatie inwinnen en analyseren, 3. teams Grensoverschrijdende criminaliteit van de Koninklijke Marechaussee (GOC’s) gericht op meer mensensmokkel onderzoeken 4. analysecapaciteit Koninklijke Marechaussee extra bij de Justitiële diensten 5. Openbaar Ministerie (OM), extra capaciteit bij Landelijk Parket en parket Zwolle (t.b.v. UMS). Ministers van Justitie (OM), BZK (UMS) en Defensie (GOC’s) 1. De UMS zal uitvoering te geven aan: extra kernteamwaardig onderzoek naar mensensmokkel; complexe rechtshulpverzoeken; projectvoorbereiding; evaluatie en informatie uitwisseling; bestuurlijke advisering; coördinatie mensensmokkel bijstandteam. 2. de inspanningen van het IAM zullen leiden tot: Meer onderzoeksvoorstellen voor de politie Meer analyses Verbeterd inzicht in de dreiging van mensensmokkel gerelateerd aan terroristische activiteiten Meer contacten in binnen- en buitenland 3. De versterking van de GOC’s zal jaarlijks 8 à 10 extra middelzware afgeronde onderzoeken naar mensensmokkel opleveren 4. de analyse van de informatie, o.a. uit het Mobiel toezicht vreemdelingen (MTV), zal leiden tot kwalitatief en kwantitatief betere informatie, die ook aan het IAM beschikbaar wordt gesteld. 5. De uitbreiding bij het Landelijk Parket zal leiden tot versterking van de aansturing van het IAM en verwerking van de toename van internationale betrekkingen. De uitbreiding bij het parket Zwolle wordt gebruikt voor aansturing van de uitgebreide UMS en extra onderzoeken. 1. f 2,72 mln in 2002; jaarlijks f 5,44 mln vanaf 2003 (begroting BZK) 2. f 0,68 mln in 2002; jaarlijks f 1,36 mln vanaf 2003 (begroting BZK) 3. f 3,9 mln jaarlijks vanaf 2003 (begroting Defensie) 4. f 1,1 mln jaarlijks vanaf 2003 (begroting Defensie) 5. f 1 mln jaarlijks vanaf 2002 (begroting Justitie) Nadere uitwerking en concretisering vindt plaats ten behoeve van realisatie van de genoemde doelen / producten in de hiervoor genoemde jaren Zie hiervoor Technologische maatregelen
Acie 14
Uitvoering regelgeving met betrekking tot de aftapverplichtingen uit de Telecommunicatiewet afronden
Door Producten
Minister van Verkeer en Waterstaat i.s.m. de minister van Justitie a. Amvb op grond van art. 13.5 van de Telecommunicatiewet (TW) inzake beveiliging gegevens aftappen telecommunicatie. b. Ministeriële regeling op grond van art. 13.6 TW inzake vergoeding administratie- en personeelskosten die aanbieders maken bij het uitvoeren van taplasten, alsmede het voldoen aan verzoeken om inlichtingen ex artikel 13.4 Tw. c. Handhaving van bepalingen in en op grond van TW inzake bevoegd aftappen. Met ingang van 2002 is voor beleidsintensivering f 0,2 miljoen t.b.v. 1 extra FTE beschikbaar gesteld. Dit heeft betrekking op de acties 14 en 16. Per 2002 is structureel f 0,8 miljoen beschikbaar gesteld voor handhavingsactiviteiten door IVW-T. a. Streven is gericht op behandeling in de Ministerraad begin 2002 en inwerkingtreding medio 2002. b. Streven is gericht op het gereed hebben van een concept voor bespreking in adviesorganen begin maart 2002. c. Pilot is reeds aangevangen. Afronding handhavingsbeleid begin 2002. Nog in 2001 zal de divisie Telecom van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW-T) beginnen met treffen van voorbereidingen voor het oppakken van de handhavingstaken ten aanzien van bevoegd aftappen.
Budget per product
Tijdpad
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
12
Laatste stand van zaken
a. Concept wordt interdepartementaal afgestemd. In een eerder gegeven planning is twee maanden vertraging opgetreden. b. Voorbereiding start begin 2002. c. Met IVW-T zijn afspraken gemaakt voor het uitvoeren van een handhavingspilot ten aanzien van de regelgeving inzake bevoegd aftappen. Tevens wordt de laatste hand gelegd aan een structureel handhavingsbeleid, dat vervolgens zal moeten worden goedgekeurd en geïmplementeerd.
Actie 15
Het project herziening tapkamers (voorzien voor eind 2003) versnellen
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Minister van BZK Invoer van nieuwe geactualiseerde tapkamerfaciliteiten 2001: f 14,5 mln Realisatie eind 2002 (i.p.v. 2003) • Er zijn offertes gevraagd en verkregen voor een technische interceptiefaciliteit, in het bijzonder ten behoeve van die politieregio’s die het verste achterliepen bij de technologische ontwikkelingen. Naar verwachting zal deze voorziening operationeel zijn op of rond 1 januari 2003. Hierbij is zeker gesteld dat vormen van communicatie die tot nu toe slechts met zeer grote moeite en met onbetrouwbare middelen te intercepteren waren en nieuwe communicatieprotocollen (GPRS en UMTS) aan de kant van de overheid technisch aftapbaar zijn. • Het afstemmen van apparatuur en programmatuur bij overheid en ISP’s voor het aftappen van Internet vindt versneld plaats • Er zijn voorbereidingen getroffen om op zeer korte termijn te kunnen beschikken over hulpmiddelen die het mogelijk maken binnen de wettelijke mogelijkheden van de politie satellietcommunicatie gericht te intercepteren • Er zijn belangrijke stappen gezet in het oprichten van de organisatie die de landelijke interceptiefaciliteiten moet gaan beheren (de Landelijke Interceptie Organisatie)
Actie 16
Versnellen van besluitvorming over rechtmatige toegang diensten en politie in cryptografische voorzieningen bij derde partijen (Trusted Third Parties) en streven naar regulering van krachtige cryptografie voor publiek gebruik
Door
a. ministers van VenW en EZ voor rechtmatige toegang b. ministers van BZK, VenW, EZ, Justitie, Defensie en BuZa voor cryptografie-evaluatie a. 1. Zelfreguleringsmechanisme (normen, criteria en schema) voor rechtmatige toegang tot versleutelde gegevens. a. 2. Economische effecten rapportage over de financiële gevolgen van rechtmatige toegang. a. 3. Wettelijke verankering van het zelfreguleringsmechanisme. b. Evaluatie van bestaande beleid ten aanzien van cryptografie. a. Het project Rechtmatige Toegang wordt grotendeels gefinancierd vanuit het Nationaal Actieplan Elektronische Snelweg. Er is extra budget beschikbaar gesteld voor beleidsintensivering, zie actiepunt 14. b. Geen extra budget. a. 1. Zelfreguleringsmechanisme (normen, criteria en schema) gereed eind januari 2002. a. 2. Economische effectenrapportage gereed medio december 2001. a. 3. Inventarisatie mogelijkheden nog in 2001 aanvangen. b. Na 15 januari gaat een interdepartementale werkgroep van start. a. 1. Een werkgroep is bezig met het uitwerken van criteria en normen en het opstellen van een schema. a. 2. Momenteel loopt een onderzoek naar de economische effecten. a. 3. Voorbereidingen zijn van start gegaan. b. Interdepartementale werkgroep gaat 15 januari 2002 van start.
Product(en)
Budget per product(en)
Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 17
Onderzoek verrichten naar de categorieën gegevens die telecomaanbieders bewaren en de belemmeringen die de opsporings- en I&V diensten ondervinden door de afwezigheid van bewaarplichten voor historische verkeersgegevens. Versterken van de mogelijkheden van analyse van internationaal telefoonverkeer (afgestemd met Europese lidstaten)
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad
Minister van Justitie i.s.m. de minister van Verkeer en Waterstaat Onderzoeksrapport N.v.t. Het onderzoek start 1 februari 2002 en loopt tot 1 juli 2002. Na de zomer wordt de Kamer geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Het WODC heeft de startnotitie voor het onderzoek geaccordeerd. Er zijn drie bureaus aangezocht die een onderzoeksopzet gaan maken en offerte gaan uitbrengen.
Laatste stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
13
Actie 18
Uitbreiding satelliet interceptiecapaciteit ten behoeve van terrorismebestrijding
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Minister van BZK i.s.m. de minister van Defensie Extra faciliteiten voor het onderscheppen van berichten die via satellieten worden verzonden. Reservepost:. 2002: f 20 mln; 2003: f 30 mln; vanaf 2004: f 10 mln. 2002–2005 Onder voorzitterschap van de coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten vindt een analyse plaats over de efficiënte besteding van de gereserveerde gelden met als uitgangspunt de wens om te komen tot een gezamenlijke interceptiedienst. Het streven is erop gericht in februari 2002 een plan van aanpak daarvoor gereed te hebben.
Actie 19
Snelle uitvoering van het Nationaal Actieplan Digitaal Rechercheren
Door Product(en)
Minister van BZK Uitbreiding van de capaciteit voor Internet recherche en Internet toezicht bij de Unit Forensische Expertise van het KLPD 2001: f 0,8 mln; 2002: f 0,4 mln; vanaf 2003: f 0,8 mln Werving en selectie: 6 – 9 mnd. In de tussentijd worden de noodzakelijke voorzieningen op het gebied van ICT, huisvesting, etc gerealiseerd. De activiteiten zijn op dit moment gericht op het verwerven van personeel en materieel.
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Acties 20 tot en met 33: Integriteit financiële sector en terrorismebestrijding De ministers van Financiën en Justitie hebben op 19 november 2001 de nota «Integriteit financiële sector en terrorismebestrijding» (Kamerstukken II, 2001–2002, 28 106, nr. 2.) aan de Tweede Kamer gezonden. De verbetering van de effectiviteit van antiwitwas-wetgeving, verbetering van onderlinge informatie-uitwisseling en de versterking van de strafrechtelijke handhavingsketen zijn hoofdpunten uit deze nota. De nota is een nadere uitwerking van het actieplan Terrorismebestrijding dat het kabinet op 5 oktober 2001 heeft gepresenteerd. De actiepunten 20 tot en met 32 van het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid zijn in deze nota nader uitgewerkt. Daarnaast zijn ook andere acties geformuleerd. In bijlage 1 van deze nota wordt verwezen naar enerzijds acties van het actieplan en anderzijds acties die rechtstreeks voortvloeien uit de nota. Volledigheidshalve wordt hieronder nog op de verschillende acties van het actieplan ingegaan. Voor de overige acties wordt verwezen naar de nota en de daarbij behorende bijlage 1. Het kabinet gaat ervan uit dat deze acties worden besproken met de Tweede Kamer bij de behandeling van de nota. Het traceren van de relatie tussen financieringsstromen en terroristische activiteiten is belangrijk voor de bestrijding van terrorisme. Het afsnijden van de financiële voeding van terrorisme en het via financiële kanalen opsporen van terroristische activiteiten vereist een geïntegreerde aanpak. De nota werkt dit uit via drie uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt voor een effectieve aanpak is systematische ontsluiting van de financiële stromen. Daarin moet een adequate financiële toezichtwetgeving voorzien. Dit uitgangspunt behelst niet alleen de bestrijding van terrorisme, maar komt ook voort uit de doelstellingen van financieel toezicht, zoals de bescherming van de belangen van consumenten, de werking van financiële markten en de integriteit van de financiële sector. De nota stelt hieromtrent een versterking voor van het toezicht op money transfers, trustmaatschappijen en financieringsmaatschappijen. Voorts wordt aandacht besteed aan de bevriezing van tegoeden Verder wordt de wet MOT verscherpt en wordt integriteit een expliciete toezichtdoelstelling Het tweede uitgangspunt is uitbreiding van wet- en regelgeving om informatie die uit financiële stromen beschikbaar komt op een goede manier te kunnen gebruiken voor de opsporing en vervolging van terrorisme. Internationale coördinatie bij de aanpak van witwaspraktijken en het bevriezen van tegoeden komen hier ook aan de orde. In de derde plaats worden voorstellen gedaan voor versterking van handhaving en uitvoering van
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
14
wet- en regelgeving. Het gaat hierbij o.a. om versterking van de FIOD-ECD en het OM voor het financieel rechercheren en de versterking van de strafrechtelijke handhavingsketen. Naar aanleiding van de toezegging van de minister-president tijdens de algemene politieke beschouwingen in de Eerste Kamer van 20 november 2001 wordt hierna ingegaan op de reikwijdte van het bankgeheim. Wanneer gesproken wordt over het bankgeheim moet een onderscheid gemaakt worden tussen administratiefrechtelijke en strafrechtelijke informatie. Voor de verschillende landen in de wereld geldt het volgende: 1. In Nederland stoort het privaatrechtelijke bankgeheim de toezichthouders niet. Alle informatie, zowel strafrechtelijke informatie als administratiefrechtelijke informatie is voor de toezichthouders beschikbaar. 2. Binnen de OESO/FATF is de strafrechtelijke informatie eenvoudig op te vragen. Wanneer er een serieuze verdenking tegen bepaalde partijen bestaat zal elk land de desbetreffende informatie verstrekken. De administratiefrechtelijke informatie kan echter wel een probleem zijn. Deze zal namelijk in een aantal gevallen niet beschikbaar zijn voor toezichthouders uit andere OESO / FATF-landen. Te denken valt hier aan bijvoorbeeld Liechtenstein en Zwitserland. 3. Buiten de OESO / FATF is het vrijwel geen enkele informatie meer te verkrijgen. Dit is uiteraard ongewenst aangezien het grote mogelijkheden biedt voor crimineel geld. Actie 20
Regeling van het toezicht op money transferkantoren
Door Product(en) Budget per product(en)
Laatste stand van zaken
De minister van Financiën Versterking toezicht money transfers dmv wetsvoorstel Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4mln) in de loop van 2002 in werking. Het wetsvoorstel heeft n.a.v. de gebeurtenissen van 11 september 2001 en de extra FATF-bijeenkomst in Washington van eind oktober 2001, naast het tegengaan van witwassen ook het tegengaan van het financieren van terroristische misdrijven tot doel. Ligt voor advies bij de Raad van State
Actie 21
Onder toezicht brengen van trustkantoren
Door Product(en)
De minister van Financiën 1. sterker in reguliere toezicht betrekken. DNB geeft binnen het lopende toezicht op kredietinstellingen bijzondere aandacht aan trustactiviteiten van dochters van deze kredietinstellingen. 2. aanpassing vrijstellingregeling Wtk 1992; 3. onder werking MOT/Wif brengen; onder Mot/Wif brengen (via AmvB beroepsgroepen) 4. separate wet waarin het toezicht op trustmaatschappijen wordt geïntroduceerd en waarbij het toezicht op financieringsmaatschappijen wordt versterkt. Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) 1. per onmiddellijk 2. 01-01-2002 3. 01-01-2002 4. 2002 1. Gerealiseerd 2. en 3. In voorbereiding 4. Nog te starten
Tijdpad
Budget per product(en) Tijdpad
Laatste stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
15
Actie 22
Versterking van het toezicht op de naleving van de Wet melding ongebruikelijke transacties, de Wet identificatie bij financiële dienstverlening (Wif) en de Sanctiewet
Door Product(en)
De ministers van Financiën en Justitie 1. o.a. verankering integriteitstoezicht in financiële toezichtwetten 2. Introductie toezicht op naleving meldplicht MOT en Wif via wetsvoorstel handelaren grote waarde Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) 1. In de loop 2002 in werking 2. 1e kwartaal 2002 1. Voor advies bij Raad van State 2. Bij Eerste Kamer
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Actie 23
Door Product(en)
Budget per product(en) Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 25 en 26 (mede in relatie tot actie 23)
Door Product(en)
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Verdere versterking van de handhavingsketen toezicht-opsporing-vervolging in de financiële toezichtwetgeving, mede op basis van een analyse van de versterkingen die voortvloeien uit de nota Integriteit Financiële Sector 1997 Toezichthouders in handhavingsketen (1 t/m 3) Functioneel OM (4) Rechtsprekende macht (5) De ministers van Financiën en Justitie 1. Uniformering handhavingsbeleid toezichthouders 2. Verbetering keteninformatie + afspraken met FIOD-ECD/OM 3. Versterken «intelligence» functie toezichthouders 4. Centralisatie vervolging financieel-economische criminaliteit 5. Versterking capaciteit/deskundigheid Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) 1, 2 & 3. 2002 4. 01–04–2002 van start 5. 2002 1, 2 & 3. In voorbereiding 4. In voorbereiding 5. In ontwikkeling Actie 25: het financieel rechercheren zoals dat door verschillende opsporingsinstanties onder gezag van het OM binnen de overheid beoefend wordt, dient versterkt en geconcentreerd te worden. Dit met het oog op het adequaat uitvoering geven aan (naar verwachting toenemende) rechtshulpverzoeken uit het buitenland over terroristische activiteiten en om meer opsporingsonderzoeken te verrichten Actie 26; verbeteren van uitwisseling van informatie tussen de betrokken partners bij het financieel rechercheren De ministers van Financiën, Justitie en BZK 1. Uitbreiden HARM-onderzoeken 2. taskforce FIOD-ECD/KLPD 3. stroomlijning FIOD-ECD f 9 mln (€ 4,1 mln) In de loop van 2002 In uitvoering
Actie 24
Versterking van het Financieel Expertisecentrum (FEC) (waarin DNB, STE, PVK, OM, MOT, KLPD, Politie Amsterdam-Amstelland, Belastingdienst, FIOD/ECD gezamenlijk participeren met als doel zo optimaal mogelijk informatie uit te wisselen. Toetreding BVD tot FEC onderzoeken
Door Product(en)
De ministers van Financiën en Justitie Bezien Wet FEC voor verbetering informatie-uitwisseling en formatieve uitbreiding Bezien participatie BVD f 0,8 mln (€ 360 000) 2002 In voorbereiding
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
16
Actie 27
Teneinde de informatiepositie van het Meldpunt Ongebruikelijke (MOT) te optimaliseren moet bewerkstelligd worden dat op een efficiënte wijze gegevens over aan terrorisme gerelateerde subjecten (ongeacht soort transactie) op basis van door het OM aangereikte gegevens door financiële instellingen aan het MOT worden gemeld. Om het proces van meldingen door financiële instellingen aan het MOT te versnellen en optimaliseren, zal binnen de grenzen van de privacyregels onderzocht worden hoe het bestaande geautomatiseerde detectiesystemen bij financiële instellingen efficiënt kunnen worden ingezet
Door
Tijdpad Laatste stand van zaken
1. tot en met 3. Minister van Justitie 4. tot en met 7. Ministers van Financiën en Justitie 8. tot en met 10 Minister van Justitie 1. Versterking van de resultaten van de meldingen 2. Versterking van de terugkoppeling resultaten aan meldende instellingen 3. Versterking samenwerking MOT en BLOM 4. Kwaliteit meldingen door meldende instellingen verbeteren 5. Vereenvoudiging indicatoren 6. De subjectieve indicatoren op grond van de wet MOT uit te breiden met de bestrijding van het terrorisme 7. Meer aandacht voor layering-/ integratiefase 8. Bevordering van bestandvergelijkingen tussen MOT- en politieregisters 9. Verbetering van de bevragingen van het OM 10. Inrichten instellingen unit bij het MOT Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend.(€ 2,4 mln) 1. t/m 10. 2002 1. t/m 10. In voorbereiding
Actie 28
1. Meldplicht voor de Belastingdienst voor ongebruikelijke transacties;
Product(en)
Budget per product(en)
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
2. Meldplicht douane MOT Minister van Financiën 1. in onderzoek 2. Verruiming mogelijkheden tot melding ongebruikelijk geldvervoer door douane Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) 1. 1e kwartaal 2002 2. 2002 1. Onderzoek loopt 2. Bij Raad van State
Actie 29
Invoeren van de meldplicht voor vrije beroepsbeoefenaren vooruitlopend op invoering van de Europese regelgeving
Door Product(en)
Ministers van Financiën en Justitie 1. Implementatie richtlijn mbt uitbreiding definitie en beroepsgroepen via aanpassing wet-MOT en AmvB (+regeling toezicht) 2. Meldplicht pensioenfondsen/schadeverzekeraars Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) 1. 1e kwartaal 2002 2. 1e kwartaal 2002 1. In de Eerste Kamer 2. In onderzoek
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Actie 30
Ook de internationale informatiepositie rond financiële transacties dient versterkt te worden. Hiertoe zal Nederland zich inspannen om binnen de EU een dekkend systeem van FIU’s (Financiel Intelligence Units, voor Nederland het MOT) gerealiseerd te krijgen. Tussen Nederland en 5 andere EU-lidstaten zal in december 2002 een pilot voor een FIU-netwerk operationeel worden
Door Product(en) Budget per product(en)
Minister van Justitie Operationaliseren van FIU-netwerk (pilot) Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) 2002 Pilot is gestart
Tijdpad Laatste stand van zaken Actie 31
In mei 2001 heeft de OESO een rapport uitgebracht inzake de misuse of corporate entities. In het kader van de FATF wordt dit rapport gebruikt bij de aanscherping van de 40 aanbevelingen. Nationaal zal versneld moeten worden bezien of in Nederland het misbruik van de corporate entities adequaat is geadresseerd
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
17
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Minister van Justitie Wetsvoorstel (in onderzoek) Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) In de loop van 2002 In voorbereiding
Actie 32
Het instrumentarium om verdachte rekeningen te bevriezen zal worden versterkt
Door Product(en)
Ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken • Aanpassing/versterking van de Nederlandse Sanctiewet 1977 zal eind december aan Ministerraad worden aangeboden. • Op 10 december jl. heeft de Algemene Raad een politiek akkoord bereikt over een Gemeenschappelijke Standpunt en een uitvoeringsverordening die het mogelijk maken om EU-breed preventief de tegoeden te bevriezen van terroristen en terroristische organisaties. Voor het eind van het jaar zal een eerste lijst worden opgesteld met namen van (rechts-)personen en organisaties waarop de bevriezing van tegoeden betrekking heeft • Lijsten waar vooralsnog een (inter)nationale rechtsgrond voor ontbreekt (t.w. niet-VN-lijsten) worden als «watch list» bij de financiële instellingen onder de aandacht gebracht. De beleidslijn is dat financiële instellingen eventuele «hits» niet bevriezen, maar deze melden aan de toezichthouder. De BVD ontvangt deze meldingen. Zodra een nieuwe lijst verschijnt , vindt een toetsing plaats door de BVD en BuZa voorafgaande aan de verspreiding van de lijst onder de financiële instellingen (ex ante toetsing). Voor de acties nrs. 20, 21, 22, 27, 28, 29, 30 ,31 is een totaalbudget van f 5,2 mln toegekend. (€ 2,4 mln) De aangepaste Sanctiewet zal op zijn vroegst in mei 2002 in werking treden. De afspraken over de ex ante toetsingsprocedure zijn gemaakt. Dit wordt geformaliseerd in een protocol. Nederland heeft alle zwarte lijsten van VN, via een EU-verordening, en alle overige lijsten (afkomstig van de VS), via een «watch list» bij de in Nederland opererende financiële instellingen onder de aandacht gebracht.
Budget per product(en) Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 33
Over de meer specifieke uitwerking (inclusief wetgevingstrajecten, precieze fasering en vertaling naar personele versterking van de verschillende betrokken instanties) zal op korte termijn een nota integriteit financiële sector en terrorismebestrijding worden uitgebracht
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Ministers van Financiën en Justitie Nota integriteit financiële sector en terrorismebestrijding Nvt Gereed
Optreden tegen terrorisme Actie 34
Nadere analyse en uitbreiding van de BBE-capaciteit, zowel bij de politie als bij Defensie (Korps mariniers en BBE-K)
Door Product(en)
Minister van Justitie, in overleg met de Minister van BZK en de Minister van Defensie. Uitbreiding van de bijzondere bijstandseenheden, opdat in het kader van terreurbestrijding gelijktijdig, en zo nodig gedurende een langere periode, op meer plaatsen bijzondere bijstandseenheden kunnen worden ingezet. Defensie breidt daartoe op korte termijn de BBEcapaciteit van het Korps Mariniers uit. Uitbreiding van de overige BBE-capaciteit wordt in overleg met Justitie bezien. Defensie: 2002: f 11,6 mln (incl. investeringen) Defensie: vanaf 2003: f 7, 5 mln (exploitatie) Versterking BBE-Korps mariniers: 2001–2002 De versterking van de BBE-Korps mariniers is ter hand genomen; dit omvat werving van personeel, verwerving van uitrusting, bewapening en munitie. De extra capaciteit is medio 2002 operationeel beschikbaar
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
18
Defensie Actie 35
De minister van Defensie onderzoekt welke aanvullende eisen aan de rol van Defensie worden gesteld in verband met de bestrijding van terrorisme
Door Product(en)
De Minister van Defensie Eindrapport van de Taakgroep Defensie en Terrorismebestrijding. Hierin worden maatregelen en aanbevelingen voor beleidsaanpassingen en -intensiveringen op korte en middellange termijn voorgesteld Maatregelen die op korte termijn kunnen worden verwezenlijkt zullen worden verwerkt in de suppletoire begroting voor 2002. Maatregelen die financiële gevolgen hebben in latere jaren zullen worden betrokken bij de voorbereiding van de begroting 2003 en de bijpassende meerjarenramingen. Eindrapport van de Taakgroep gereed in december 2001; maatregelen, beleidsaanpassingen en intensiveringen in 2002 en volgende jaren Het eindrapport van de Taakgroep zal de Tweede Kamer op korte termijn – nog in december 2001 – worden toegezonden.
Budget per product(en)
Tijdpad Laatste stand van zaken
Overige wetgevingsaspecten Actie 36
Nederland zal blijven aandringen op snelle ratificatie van uitleveringsverdragen
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Minister van Justitie
Wordt meegenomen in diverse overleggen in internationaal verband
Actie 37
Nederland zal aandringen op snelle totstandkoming van de gewijzigde richtlijn witwassen, waarin opgenomen meldplichten voor bepaalde ongebruikelijke transacties van vrije beroepsoefenaren. De inspanningen zijn er vervolgens op gericht om deze richtlijn snel uit te voeren
Door Product(en)
Laatste stand van zaken
Ministers van Justitie en Financiën Wettelijke regeling meldplicht vrije beroepsbeoefenaren ter zake van bepaalde transacties. De richtlijn is inmiddels tot stand gekomen. Nvt Indiening nota van wijziging inzake meldplicht vrije beroepsbeoefenaren bij wetsvoorstel meldplicht grote waarde handelaren (28 018) is geschied op 2 november 2001; Wetsvoorstel is op 11 en 12 december 2001 behandeld door de Eerste Kamer, de algemene maatregel van bestuur, waarin bepaald wordt ten aanzien van welke diensten melding van ongebruikelijke transacties dient plaats te vinden wordt voor het einde van 2001 voor advies aan de Raad van State aangeboden. Zie hiervoor
Actie 38
Onderhandelingen afronden en invoeren Kaderbesluiten terrorisme en aanhoudingsbevel
Door Product(en)
Minister van Justitie In EU-verband: totstandkoming van de twee kaderbesluiten, In Nederland: een wettelijke regeling inzake strafbaarstelling van terroristische misdrijven. Nvt Op 6 december 2001 is een politiek akkoord bereikt over het Kaderbesluit terrorismebestrijding Inmiddels is ook een politiek akkoord bereikt over het Europees aanhoudingsbevel. Voorts zal voor het einde van dit kalenderjaar een wetsvoorstel houdende strafbaarstelling van terroristische misdrijven voor advies aan de Raad van State worden aangeboden. De minister van Justitie heeft de Tweede Kamer bij brief van 29 november 2001 en tijdens het algemeen overleg van 5 december 2001 geïnformeerd omtrent de JBZ-raad van 6 en 7 december 2001, waar de twee kaderbesluiten zijn behandeld.
Budget per product(en) Tijdpad
Budget per product(en) Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 39
Ratificatie van de VN-verdragen over bomterrorisme en financiering van terrorisme
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Minister van Justitie Ratificatie en uitvoering van de Verdragen inzake bom- en financiering van terrorisme Nvt Aanvaarding van de goedkeurings- en uitvoeringswetgeving vóór eind 2001 De Eerste Kamer heeft op 11 december 2001 een voorlopig verslag over de wetsvoorstellen vastgesteld.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
19
Actie 40
Nederland zal alle inspanningen erop richten de EU-rechtshulpovereenkomst eind 2002 te ratificeren. Daarmee worden ook de joint teams mogelijk
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad
Minister van Justitie Goedkeurings- en uitvoeringswetgeving inzake de EU-rechtshulpovereenkomst Nvt Toezending aan de Raad van State voor advies van goedkeurings- en uitvoeringswetgeving inzake de EU-rechtshulpovereenkomst voor het einde van 2001. Eind 2002 zou de goedkeurings- en uitvoeringswetgeving het Staatsblad kunnen bereiken. Zie hiervoor
Laatste stand van zaken Actie 41
Nederland heeft in november 2001 het verdrag Crime in Cyberspace ondertekend en zal bij voorrang worden uitgevoerd
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad
Minister van Justitie Goedkeurings- en uitvoeringswetgeving inzake het Verdrag Crime in cyberspace Nvt Een concept-wetsvoorstel ter goedkeuring en uitvoering van het Verdrag Crime in Cyberspace zal in april 2002 gereed gemaakt zijn. Dit conceptwetsvoorstel zal dan voor advies worden aangeboden aan de adviesorganen.
Laatste stand van zaken Actie 42
Na totstandkoming van het protocol bij de EU-rechtshulpovereenkomst inzake informatieplichten van financiële instellingen zal, als voortrein op de uitvoering van de aanbevelingen van de commissie Mevis, regelgeving voorbereid worden
Door Product(en)
Minister van Justitie Goedkeurings- en uitvoeringswetgeving inzake het protocol informatieplichten financiële instellingen Nvt Wetsvoorstellen tot goedkeuring en uitvoering van het protocol bij de EU-rechtshulpovereenkomst inzake informatieplichten van financiële instellingen zal voor het einde van dit kalenderjaar voor advies aan de Raad van State worden aangeboden. Eind 2002 zou de goedkeurings- en uitvoeringswetgeving het Staatsblad kunnen bereiken.
Budget per product(en) Tijdpad
Laatste stand van zaken Actie 43
Instellen werkgroep om knelpunten te inventariseren in wetgeving met betrekking tot informatie-uitwisseling en -vergaring
Door Product(en) Budget per product(en) Tijdpad
Minister van Justitie Rapport Nvt de werkgroep informatie-uitwisseling zal naar verwachting begin april 2002 haar rapport gereed hebben. In de werkgroep zijn ambtenaren van de ministeries van Justitie en BZK, het OM, de politie, Binnenlandse Veiligheidsdienst en Militaire Inlichtingendienst vertegenwoordigd. Inmiddels is de werkgroep informatie-uitwisseling met haar werkzaamheden aangevangen.
Laatste stand van zaken
Terrorisme en NBC Actie 44
preparatie op bioterrorisme
Door Product(en)
Minister van VWS 1. Draaiboek bioterrorisme 2. Inventarisatie RIVM inzake beschikbare kennis en vaardigheden op terrein van diagnostiek van micro-organismen 3. Projectplan RIVM ter verbetering diagnostische methoden 4. Extra productie pokkenvaccin 5. Uitbreiding en ontwikkeling door Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI) van specifieke, op bioterrorisme toegespitste, bestrijdingsprotocollen voor een aantal prioritaire agentia 6. Voorbereiding oefeningen ter bestrijding van een «pokken-epidemie» 7. Conclusies van EU Gezondheidsraad m.b.t. de ontwikkeling van overleg, informatie en beheersmechanismen in crisissituaties, alsmede m.b.t. het bevorderen van de ontwikkeling van vaccins, geneesmiddelen en behandelingen Voor 2001: f 35,5, voor 2002: f 32,7mln; 2003 f 13,1 mln en vanaf 2004; f 10,1 mln
Budget per product(en)
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
20
Tijdpad
Laatste stand van zaken
Ad 1. april–mei 2002 Ad 2 en 3. Gerealiseerd Ad 4. medio 2002 Ad 5. Protocollen LCI voor prioritaire – aan terrorismebestrijding gerelateerde – agentia: december 2002; protocollen overige agentia (VWS): 2002 Ad 6. december 2001 en eerste kwartaal 2002 Ad 7. gerealiseerd (15 november 2001) Voorlichtingsmateriaal wordt vóór eind 2001 aan de relevante beroepsgroepen gestuurd (VWS) Uitwisseling van informatie en het op elkaar afstemmen van communicatielijnen en eerste aanspreekpunten met koepelorganisaties en de levensmiddelenindustrie over mogelijke risico’s van bioterrorisme (LNV en VWS) is gerealiseerd. Landelijke afspraken over aanmelding en resultaatmelding van verdachte monsters (miltvuur) (VWS) zijn gemaakt
Actie 45
Preparatie op overig NBC terrorisme
Door Product(en)
Minister van BZK, i.o.m. de ministers van VROM, van VWS en van LNV 1. Eerste rapportage projectgroep NBC aan TK 2. Risicoanalyses inzake kwetsbaarheid beleidsterreinen ministerie van VROM zijn geïncorporeerd in Actieplan VROM 3. Aanvulling en decentrale opslag kaliumjodaattabletten 4. EU Actieplan ter versterking van de coördinatie van de bijstandsverlening op het terrein van rampenbestrijding Overleg nog gaande over claims bij voorjaarsnota Ad 1. Rapportage projectgroep NBC aan TK: rapport is gereed, ambtelijke en politieke besluitvorming hierover moet nog plaatsvinden (coördinatie BZK) Ad 2. Gerealiseerd Ad 3. Huidige beschikbare kaliumjodaattabletten worden aangevuld en in februari 2002 decentraal opgeslagen (VWS) Ad 4. Op 17 – 19 december 2001 wordt onder Belgisch voorzitterschap een workshop georganiseerd, waarbij een werkplan wordt opgesteld voor de korte, middellange en lange termijn voor bijstandverlening in EU-verband In EU-verband hebben de directeuren-generaal verantwoordelijk voor de civiele bescherming, een actieplan aangenomen ter versterking van de coördinatie van de bijstandsverlening op het terrein van de rampenbestrijding Afstemming met politie, brandweer en geneeskundig veld m.b.t. invulling materiële aspecten voor preventief en repressief optreden door hulpverleners bij NBC-aanslagen (BZK) is gaande Samenwerking tussen brandweer en RIVM en TNO ter versterking meetcapaciteit (BZK) wordt verstevigd Standaardisering van procedures en uitrusting inzake grootschalige ontsmetting (BZK i.o.m. onder andere DEF) is in ontwikkeling
Budget per product(en) Tijdpad
Laatste stand van zaken
Actie 46
Waarborgen van voedselveiligheid van NBC terrorisme
Door Product(en)
Minister van LNV Quick scan naar risico’s voedselveiligheid Informatie-uitwisseling en afstemming met koepelorganisaties in de levensmiddelenindustrie over mogelijke risico’s van bioterrorisme – Ad 1 en 2: gerealiseerd Het Expertisecentrum Landbouw Natuur en Visserij heeft een quick scan uitgevoerd naar de risico’s van voedselveiligheid. Hieruit blijkt dat de grootste risico’s voor de voedselveiligheid zijn gelegen in de laatste delen van de voedselketen. Besmettingen kunnen van hieruit snel en wijd worden verspreid naar consumenten. Tegen deze achtergrond heeft afstemmingsoverleg plaatsgevonden met koepelorganisaties in de levensmiddelenindustrie over mogelijke risico’s van bioterrorisme. Aan de hand van dit overleg is informatie uitgewisseld, zijn communicatielijnen op elkaar afgestemd en zijn eerste aanspreekpunten vastgelegd. Over de aanmelding en resultaatmelding van verdachte monsters (ID-Lelystad) zijn landelijke afspraken gemaakt
Budget per product(en) Tijdpad Laatste stand van zaken
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
21
Bijlage 2
Nadere informatie over de evaluaties die zijn opgesteld naar aanleiding van de inzet van bijzondere bijstandseenheden (BBEn) op 27 september jl. te Amsterdam en Rotterdam ter zake een dreigende terroristische aanslag op tunnels De inzet van de BBEn op 27 september 2001 betrof een actie naar aanleiding van ontvangst van een dreigbrief en is eerst in gang gezet na zorgvuldige analyse door ambtenaren van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Een analyse die als conclusie had dat het dreigement om op 27 september 2001 autobommen in drie tunnels tot ontploffing te brengen als serieus moest worden opgevat. Deze dreiging werd op dat moment, zo’n 14 dagen na de aanslag in de VS, serieus genomen vanwege de combinatie van de dreigbrief (met verifieerbare elementen als de te gebruiken springstof en de – gestolen – auto’s) en het internationale dreigingsbeeld (waarbij van Amerikaanse zijde op dat moment gewaarschuwd werd voor een tweede golf van aanslagen). Inzet van Bijzondere Bijstandseenheden is aan strikte regels gebonden. Na de analyse is eerst kennis gegeven van het feit dat de dreiging serieus genomen moest worden aan het bevoegd gezag te Amsterdam en Rotterdam. Hierbij was overigens niet op voorhand duidelijk dat BBEn aan de lokale politie in bijstand gevraagd zouden worden. Vervolgens zijn, gelet op de lokale bevoegdheden en verantwoordelijkheden, plannen door de driehoeken te Amsterdam en Rotterdam gemaakt op welke wijze de mogelijke dreiging het hoofd zou moeten worden geboden. Het spreekt voor zich dat hierbij telkenmale de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit in acht genomen zijn. Indachtig de daartoe bestaande regelgeving is vervolgens na deze zorgvuldige lokale analyse een bijstandsverzoek tot steun voor BBEn aan de Minister van Justitie gedaan. De voornaamste conclusie die uit de evaluaties de distilleren valt, is dat de inzet heeft plaatsgevonden met inachtneming van proportionaliteit en subsidiariteit, zodat de burgers zo goed als onder de omstandigheden mogelijk was, zijn beschermd. Verder verdient de discipline om zich aan de procedures te houden alsmede deze te onderhouden, voor zover niet reeds geschied, de nodige aandacht. Naleving van en geoefendheid met procedures is voorwaarde om bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen volledig tot hun recht te laten komen. Bij (mogelijke) inzet van een BBE is publieksvoorlichting belangrijk. Besloten is dat het hoofd van het Nationaal Voorlichtings Centrum (NVC) en de directeur Voorlichting van het meest betrokken departement in dergelijke omstandigheden in een zeer vroeg stadium te worden ingelicht. Zo kunnen, ook zonder dat de inhoudelijke consequenties precies bekend zijn, voorbereidingen getroffen worden om de coördinatie van de overheidsvoorlichting adequaat te regelen. Om de hiervoor genoemde conclusies de nodige aandacht te geven en om voor een volgende mogelijke inzet te optimaliseren is besloten, ten minste één maal per jaar – bij voorkeur gezamenlijk – te oefenen met het Ministerie van Justitie, andere betrokken departementen, het openbaar ministerie en een of meer lokale driehoeken waarbij de wijze van crisisbesluitvorming, de onderscheiden verantwoordelijkheden en de procedures bij inzet van een of meer BBE’n centraal staan. De hiervoor opgesomde punten zijn inmiddels bekend gesteld bij de ministeries van BZK, Defensie, Verkeer en Waterstaat en Justitie en zullen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
22
in interdepartementaal verband, in de begeleidingscommissie Bijzondere bijstandseenheden (BELCOM-BBE’n) en met het OM worden opgepakt. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal ook de Commissarissen van de Koningin nog schriftelijk attenderen op de bestaande regelgeving en procedures terzake.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
23
Bijlage 3
Beveiliging burgerluchtvaart In deze notitie wordt een overzicht gegeven van de beveiligingsmaatregelen zoals die golden tot en met 11 september 2001, de maatregelen die na 11 september 2001 zijn getroffen en de maatregelen die nog voorzien worden. Alvorens op deze afzonderlijke maatregelen in te gaan wordt ingegaan op het systeem van centrale security en de mogelijkheden om dit aan te scherpen. 1. Centrale security Op de Nederlandse luchthavens worden passagiers en handbagage gecontroleerd op de aanwezigheid van explosieven en andere voorwerpen en stoffen die de veiligheid van personen en het luchtvaartuig in gevaar kunnen brengen. Nederland is daartoe verplicht op grond van Annex 17 bij het Verdrag van Chicago waaraan uitvoering is gegeven in de artikelen 37a e.v. van de Luchtvaartwet. Op Schiphol is op 1 juli jl. centrale security ingevoerd. Hierbij worden op centrale punten veiligheidscontroles uitgevoerd. Alle passagiers, de handbagage, personeel werkzaam op Schiphol en het vliegend personeel wordt op deze punten onderworpen aan een veiligheidscontrole. Achter deze controlepunten bevindt zich het schone gebied.
Controle van vertrekkende passagiers In tegenstelling tot de decentrale gate-security vindt bij het systeem van centrale security de controle van passagiers en personeel op grote afstand van het vliegtuig plaatsvindt. Hiermee is de kans dat een passagier of andere persoon door middel van wapens en dergelijke zich direct toegang tot het vliegtuig kan verschaffen verminderd. Door het centraliseren van de controle van zowel passagiers als personeel wordt de terminal – die het grootste kwetsbare gebied van de luchthaven vormt dat voor passagiers toegankelijk is – één groot schoon gebied. Het aantal doorgangen van de terminal naar het platform, en hiermee de mogelijkheden – voor zowel passagiers als personeel – om vanuit de terminal via het platform bij de bagagekelders en de vliegtuigen te komen, is sterk gereduceerd en op deze doorgangen vindt fysieke controle van personeel en meegevoerde goederen plaats. Bovenstaande maatregelen tezamen maken een betere beheersing van de terminal mogelijk, hetgeen vanuit het oogpunt van zowel terrorismebestrijding als criminaliteitsbeheersing gunstig is.
Controle van aankomende passagiers Passagiers – en hun handbagage – die in het land van vertrek reeds aan een controle zijn onderworpen die door Nederland als aanvaardbaar en verantwoord kan worden bestempeld, worden bij aankomst op Schiphol niet opnieuw gecontroleerd. Deze passagiers vermengen zich met de vertrekkende passagiers op Schiphol. Wel worden deze passagiers bij aankomst op Schiphol door het particuliere beveiligingsorganisatie, Seceurop, steekproefsgewijs gecontroleerd. Passagiers die in het land van vertrek niet aan een controle van voldoende kwaliteit zijn onderworpen, kunnen zich bij aankomst op Schiphol niet vermengen met andere passagiers. Indien het overstappende passagiers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
24
betreft worden zij bij aankomst op Schiphol door Seceurop opnieuw gecontroleerd, hetzij aan de gate (reversed screening), hetzij bij een centraal controlepunt (de passagiers worden vanaf het vliegtuig met bussen naar het centrale controlepunt gebracht).
Beoordeling van de kwaliteit De kwaliteit van de controle van een land wordt in onderlinge samenwerking tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken, Justitie en Verkeer en Waterstaat, de Binnenlandse Veiligheidsdienst en de Koninklijke Marechaussee, continu bezien. Dit gebeurt aan de hand van: – uitgebreide inspecties die door het Ministerie van Justitie in samenwerking met Buitenlandse Zaken en de Koninklijke marechaussee worden uitgevoerd; – kleine inspecties die door de Koninklijke Marechaussee worden uitgevoerd; – een analyse van de informatie van de BVD met betrekking tot de dreiging in het betreffende land van vertrek en de informatie die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt verzameld via vragenlijsten over de lokale beveiligingssituaties op de betreffende luchthavens; – er vindt met bevriende landen overleg plaats over de vraag welke landen al dan niet een verantwoord niveau van beveiliging hebben. In overleg met betrokken partijen, te weten de BVD, de Kmar, Buitenlandse Zaken en Verkeer en Waterstaat, wordt op basis van bovengenoemde punten een lijst opgesteld van landen die een verantwoord niveau van beveiliging hebben. Meegewogen hierbij worden de dreigingsituatie in het betreffende land en de door de luchtvaartmaatschappijen op de luchthaven van vertrek getroffen extra beveiligingsmaatregelen. De voorlopige conclusie luidt dat het niveau van veiligheid verantwoord is. Deze conclusie wordt versterkt door de bevindingen van de Federal Aviation Administration die regelmatig de luchthaven Schiphol bezoekt en de aldaar genomen veiligheidsmaatregelen in ogenschouw neemt. Voorts blijkt uit de steekproefsgewijze controle dat geen gevaarlijke voorwerpen worden aangetroffen bij passagiers afkomstig van landen waarvan naar de opvatting van Nederland het niveau verantwoord en acceptabel is. Dit is wel het geval geweest bij passagiers afkomstig van landen waarvan het niveau niet acceptabel is.
Evaluatie van Centrale Security De Minister van Justitie heeft bij de invoering van het centrale security op Schiphol besloten dat het systeem geëvalueerd zal worden door een onafhankelijke derde. Deze evaluatie zal in december 2001 plaatsvinden en hierbij zal naar de volgende onderdelen worden gekeken: – het concept van centrale security in vergelijking met andere concepten; – toepassing van en ervaring met het centrale security concept op andere internationale luchthavens; – de op Schiphol getroffen maatregelen; – de vermenging met aankomende passagiers.
Mogelijkheden van aanscherping Zoals naar aanleiding van de gebeurtenissen in de Verenigde Staten is gebeurd, kunnen binnen het systeem van centrale security extra controlepunten worden ingericht op toegangen tot gebieden waar risicoaantrekkende vluchten vertrekken zoals aan de voet van de pieren en bij de boarding gates. Dit in aanvulling op steekproefsgewijze of gerichte controles op aankomende vluchten.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
25
2. Beveiligingsmaatregelen voor 11 september 2001 Hieronder staat het overzicht van de beveiligingsmaatregelen zoals deze waren getroffen voor de gebeurtenissen op 11 september 2001. De bij de beschrijving van de beveiligingsmaatregelen gehanteerde indeling is steeds als volgt: controle van passagiers en handbagage, controle van ruimbagage, controle van personeel en overige maatregelen.
Controle van passagiers en handbagage Vanaf Schiphol vertrekkende passagiers worden op drie centrale punten met metaaldetectors en hun handbagage met x-ray-apparatuur gecontroleerd. Achter deze controle bevindt zich het schone gebied (clean area). In het schone gebied vindt surveillance plaats door teams die tevens als hier aanleiding toe is passagiers en personeel controleren. Voor de zogenaamde hoog risicovluchten, zijnde de vluchten van Amerikaanse maatschappijen naar de Verenigde Staten en vluchten naar Israël, wordt de passagiers een uitgebreid veiligheidsinterview afgenomen. Op de luchthaven Schiphol worden verder steekproefsgewijs de passagiers van binnenkomende vluchten van landen die op de geaccordeerde landenlijst staan gecontroleerd met metaaldetectie en x-ray en als hier aanleiding toe is worden passagiers gecontroleerd die zich in de clean area ophouden.
Controle van ruimbagage Alle ruimbagage die door Amerikaanse maatschappijen naar de Verenigde Staten wordt vervoerd en alle ruimbagage op vluchten naar Israël wordt met x-ray-apparatuur gecontroleerd.
Controle van personeel Personeel kan zich vanuit het publieke gebied via drie personeelsdoorgangen naar het schone gebied (clean area) begeven. Op deze doorgangen vindt – zoals ook voor de passagiers geldt – controle van het personeel met metaaldetector en van meegevoerde goederen met x-rayapparatuur plaats. Daarnaast vindt hier controle van de toegangspas plaats (bevoegdheid om het betreffende gebied te betreden en identiteit). Personeel dat zich vanaf het platform in het schone gebied begeeft, wordt gecontroleerd op toegangspas (bevoegdheid om het betreffende gebied te betreden en identiteit) en wordt verder steekproefsgewijs (20 procent) handmatig fysiek gecontroleerd, hetgeen ook geldt voor eventueel meegevoerde goederen. Personeel dat zich vanaf het publieke gebied naar air side (platform en bagagekelders) begeeft, wordt gecontroleerd op toegangspas (bevoegdheid om het betreffende gebied te betreden en identiteit). Steekproefsgewijs worden personeel en voertuigen aan een fysieke controle onderworpen. Personeel dat bij de luchthaven een toegangspas aanvraagt, wordt onderworpen aan een veiligheidsonderzoek door de BVD.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
26
Overige maatregelen Voor de hoog risicovluchten voert de Koninklijke Marechaussee bewaking uit met gewapende beveiligers. 3. Beveiligingsmaatregelen getroffen na 11 september 2001 Hieronder staat het overzicht van de extra maatregelen die na 11 september zijn getroffen.
Controle van passagiers en handbagage Op de 3 centrale controlepunten wordt – naast de gebruikelijke voor bedreiging geschikte voorwerpen (messen, vuurwapens en dergelijke) – naar kleine metalen voorwerpen (mesjes, nagelvijlen en dergelijke) gezocht. Alle passagiers van vluchten die van de E- en de G-pier vertrekken (alle vluchten naar de Verenigde Staten, Israël en enkele andere bestemmingen) worden aan het begin van de pier opnieuw met metaaldetectie en x-ray-apparatuur gecontroleerd waarbij eveneens naar kleine metalen voorwerpen (mesjes, nagelvijlen en dergelijke) wordt gezocht. Alle passagiers op vluchten naar de Verenigde Staten en hun handbagage worden bij de boarding gate steekproefsgewijs handmatig fysiek gecontroleerd. Met ingang van 15 oktober is aan het verzoek van de Verenigde Staten gehoor gegeven om deze controle te intensiveren, hetgeen de inzet van het leger noodzakelijk heeft gemaakt. De luchthaven Schiphol heeft alle sinds 11 september voor bedreiging geschikt geachte voorwerpen uit de binnen het schone gebied gelegen winkels en restaurants laten verwijderen.
Controle van ruimbagage Alle ruimbagage op vluchten naar de Verenigde Staten wordt bij de check-in steekproefsgewijs handmatig fysiek gecontroleerd.
Controle van personeel Op korte termijn (enige weken) zal de steekproefsgewijze fysieke controle van personeel op de doorgangen van het platform naar het schone gebied worden uitgebreid tot een volledige fysieke controle. De steekproefsgewijze fysieke controle van personeel dat zich vanaf het publieke gebied naar air side (platform en bagagekelders) begeeft, zal op korte termijn (enige weken) worden geïntensiveerd.
Overige beveiligingsmaatregelen Voor alle vluchten naar de Verenigde Staten vindt doorzoeking van het vliegtuig voor indienststelling plaats waarop door de Koninklijke Marechaussee toezicht wordt gehouden. De Koninklijke Marechaussee voert haar gewapende beveiligingstaak meer zichtbaar uit.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
27
Additionele maatregelen Hieronder staat het overzicht van de extra maatregelen waartoe reeds besloten is en die bovenop het bestaande ingevoerd zullen worden.
Controle van ruimbagage 100% controle van ruimbagage met x-ray apparatuur. In de European Civil Aviation Conference (ECAC) is met de lidstaten afgesproken dat alle ruimbagage die per vliegtuig wordt vervoerd vanaf 1 januari 2003 dient te worden gecontroleerd. Op Schiphol wordt vanaf 2002 fasegewijs de controle van ruimbagage ingevoerd om per 1 januari 2003 uitsluitend gecontroleerde ruimbagage aan boord van vliegtuigen te laten gaan.
Controle van vracht en post In ICAO-verband is afgesproken dat uitsluitend gecontroleerde vracht en post per vliegtuig mogen worden vervoerd. Deze maatregel is evenals de controle van ruimbagage in het wetsvoorstel «Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op de luchtvaartterreinen» (Kamerstukken I 26 607) opgenomen en zal direct na aanvaarding van het wetsvoorstel van kracht worden.
Controle van personeel Sinds 1986 geldt voor het personeel een aanwijzing van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van de Minister van Justitie. De aanwijzing houdt in dat alle functies op de kwetsbare delen van de luchthaven zijn aangemerkt als vertrouwensfunctie. Direct gevolg daarvan is dat het personeel dat werkzaamheden verricht op de kwetsbare delen van de luchthaven onderworpen wordt aan een veiligheidsonderzoek. De kwetsbare delen – onder andere de clean area, het platform en de bagagekelders – zijn aangewezen door de Minister van Justitie. Wanneer de resultaten van het veiligheidsonderzoek geen bezwaren tot tewerkstelling opleveren, wordt een toegangspas verstrekt. Overigens mogen vertrouwensfuncties uitsluitend als laatste onderdeel van een pakket beveiligingsmaatregelen worden ingesteld. In 1997 is de Wet Veiligheidsonderzoeken van kracht geworden waarin is vastgelegd dat er elke vijf jaar een herhaalonderzoek kan plaatsvinden. Bij de invoering van deze wet is voor wat betreft de herhaalonderzoeken voor personen die reeds op de kwetsbare delen werkzaamheden verrichten, een generaal pardon gegeven. Aan het personeel dat reeds een toegangspas had, is een generaal pardon gegeven. Vanaf 1 januari 2002 worden de huidige Schipholpassen geleidelijk vervangen door nieuwe passen. Met die paswisseling zullen alle personen die een vertrouwensfunctie vervullen en thans nog vallen onder het generaal pardon van 1997 ook een veiligheidsonderzoek ondergaan. Er wordt op Schiphol aan een nieuw toegangsbeheersysteem gewerkt waarmee via biometrische identificatie pasmisbruik tot het verleden zal behoren.
Biometrie De luchthaven Schiphol zal in de loop van 2002 de huidige Schipholpas vervangen door een nieuwe, beter beveiligde pas. In verband hiermede zullen de personeelsdoorgangen voor het gebruik van passen met biometrie geschikt gemaakt worden. De pas wordt onder meer voorzien van een
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
28
biometrisch kenmerk (iris), waardoor de pas onlosmakelijk aan de drager verbonden wordt. Pasmisbruik is dan uitgesloten.
Externe audits In ECAC-verband wordt al enige tijd met een internationaal auditprogramma gewerkt. Op Schiphol is een dergelijke ECAC-audit ook uitgevoerd. De Europese Commissie heeft de opdracht gegeven dit auditprogramma onder auspiciën van de EU uit te voeren. Daarnaast wordt tenminste ieder jaar de luchthaven door de Federal Aviation Administration (FAA) van de Verenigde Staten geïnspecteerd. De uitkomsten van bovenstaande bezoeken waren overigens steeds goed. Zeer recent heeft een delegatie van de FAA tijdens een bezoek aan de luchthaven Schiphol haar tevredenheid uitgesproken over de extra getroffen maatregelen. Verder zal nog dit jaar – zoals hiervoor reeds aangegeven – in opdracht van het Ministerie van Justitie een evaluatie van het centrale security systeem op Schiphol worden uitgevoerd door een onafhankelijke derde. Maatregelen in internationaal/EU-verband De Europese Commissie heeft in de Transportraad een verordening voorgesteld die is gebaseerd op de maatregelen van Doc 30, het beleidsdocument van ECAC. Deze verordening zal in de volgende Transportraad worden besproken. Een belangrijk punt hierbij is dat na de inwerkingtreding van de verordening de wet- en regelgeving in de lidstaten met de verordening in overeenstemming dienen te zijn. Voor Nederland betekent dit dat het wetsvoorstel «Wijziging van de Luchtvaartwet inzake de beveiliging op de luchtvaartterreinen» (Kamerstukken I 26 607) op korte termijn dient te worden aanvaard. Voorts heeft de EU een aantal maatregelen op het gebied van de vliegveiligheid (safety) aangekondigd waaronder: – het verstevigen van de cockpitdeuren en aanpassen van de procedures omtrent het gebruik van de cockpitdeuren; – het ontwikkelen van nieuwe communicatie- en andere systemen om betere mogelijkheden tot ingrijpen tijdens de vlucht te kunnen realiseren; – het gebruik van camera’s aan boord. Ook zal in internationaal verband nader onderzoek gedaan moeten worden naar de mogelijkheden van het verstevigen van vliegtuigen en koffercontainers om tijdens de vlucht fatale gevolgen van explosies en dergelijke te voorkomen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 27 925, nr. 34
29