Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1988-1989
2
Rijksbegroting voor het jaar 1989
20 800 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Nr. 135
BRIEF V A N DE MINISTER V A N V O L K S H U I S V E S T I N G , RUIMTE LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-Gravenhage, 6 september 1989 1. Algemeen
" Vergaderjaar 1986-1987. 19 700 hoofdstuk XI, nr. 40. " Vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hoofdstuk XI, nr. 5
914483F ISSN 0921 7371 SDU uitgeverij 's Gravenhage 1989
Bij brieven van 17 juli 1987* en 20 september 1988** heb ik u geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de gedragscode inzake flessen vervaardigd van Polyethyleen terephtalaat. Onder verwijzing naar deze brieven deel ik u mede namens de minister van Landbouw en Visserij en de Minister van Economische Zaken, het volgende mee. Allereerst wil ik een correctie aanbrengen in mijn laatste brief aan u. Op bladzijde 2 wordt vermeld, dat de Stichting Recycling Fonds 40 000 folders heeft laten verspreiden. Dit moet zijn 400 000 folders. Conform mijn toezegging in mijn laatste brief aan u heeft op 27 januari j.l. een evaluatie plaatsgevonden. Op basis van de gegevens verkregen tot nu toe moet worden geconcludeerd, dat in tegenstelling tot optimistische verwachtingen van een penetratiegraad van 10% van de frisdranken- en mineraalwateromzet (70-80 miljoen PET-flessen van 1,5 liter), het aandeel in de markt in veel geringere mate toeneemt. In de periode juni 1987 t/m december 1987 werden 5 miljoen flessen op de markt gebracht. In 1988 bedroeg dit aantal 16,3 miljoen. Op de totale hoeveelheid in 1988 verkochte koolzuurhoudende frisdranken en mineraal- en bronwater in kleinverpakking bedraagt het percentage PET-flessen ruim twee procent (2%). Dit betekent dat van juni 1987 tot en met december 1988 ongeveer 1000 ton PET/materiaal in de vorm van deze flessen op de markt is gebracht. In 62% (gewogen gemiddelde) en 35% (numeriek) van de distribuerende handel worden genoemde dranken in PET-verpakking aangeboden (stand eind 1988). Er valt een zekere terughoudendheid te constateren ten aanzien van de introductie van de PET-fles. Dit heeft te maken met een aantal oorzaken. In logistieke zin of anderszins dienen aanpassingen gerealiseerd te worden waarmee investeringen gemoeid kunnen zijn. Gelet op de geringe omzet aarzelen bedrijven, zowel produ-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1 988-1989, 20 800 hfdst. XI, nr. 135
1
centen als ondernemers in de levensmiddelendistributiebedrijven, de fles te introduceren. Een geringe omzet bevordert ook niet de efficiency. Voorts is er onzekerheid. Betrokkenen - onverlet hetgeen hierna wordt meegedeeld over de meermalige PET-fles - vragen zich af wat er nationaal en internationaal staat te gebeuren. Hierbij wordt uiteraard verwezen naar de in de BRD thans ingevoerde statiegeldregeling voor kunststofverpakking voor dergelijke dranken. Tenslotte is van betekenis, dat de consumentenprijs van koolzuurhoudende frisdranken, mineraal- en bronwater in PET-flessen van 1,5 liter, omgerekend naar de standaardhoeveelheid van 1 liter, f 0,20 tot f 0,30 per liter hoger is dan die van een vergelijkbare glazen retourfles. Ook al wordt hierop f 0,10 terugbrengpremie teruggegeven dan nog is de prijs per liter f 0,10 a f 0,20 hoger in PET-verpakking. 2. Respons. In bijlage 1 is weergegeven welk gedeelte van de verkochte PETflessen weer is ingeleverd. Hierbij is de volgende berekeningswijze gevolgd. Het terugbrengpercentage is vastgesteld door het aantal per maand ingeleverde flessen te delen door het aantal in diezelfde maand verkochte flessen. De fluctuaties in de respons kunnen allereerst verklaard worden aan de hand van de hiervoor al omschreven factoren. Voorts zijn seizoeninvloeden merkbaar, zoals de maanden april/mei 1988, waarin de distributiedekking sterk steeg, hetgeen tot een toename van de vaste voorraad bij de handel leidde. Het lage percentage in juli 1988 is waarschijnlijk te wijten aan de in die maand veel ontbrekende zomerse dagen. In het najaar neemt meestal de omzet af maar worden nog flessen van de afgelopen zomermaanden ingeleverd. Traditioneel is de omzet in de decembermaand erg hoog en derhalve het terugbrengpercentage laag; in de maand januari wordt dit weer gecompenseerd. In Bijlage 2 heb ik de terugbrengpercentages juni 1987 tot en met mei 1989 grafisch weergegeven. Lijn A geeft daarbij het verloop weer van de percentages. Lijn B is de trendmatige lijn. Deze trendmatige lijn B geeft aan, dat op 1 februari 1989 (het tijdstip van de evaluatie) een niveau is bereikt van 70%. Op 1 juni was de respons ruim 60%. In de gedragscode is bepaald, dat voor de rijksoverheid in ieder geval niet aan de uitgangspunten en doelstellingen van de Gemeenschappelijke Verklaring en Gedragscode is voldaan, indien blijkt dat het percentage PET-flessen, dat wordt ingeleverd, aanmerkelijk verschilt van het percentage glazen statiegeldflessen voor koolzuurhoudende frisdranken, bron- en mineraalwater, dat jaarlijks wordt ingeleverd. 3. Recycling Van de op de markt gebrachte 1.000 ton PET-materiaal is over juni 1987 tot en met januari 1989 ongeveer 500 ton ingeleverd ten behoeve van recycling. Naar schatting is er voorts 250 ton PET-materiaal, dat op de markt is gebracht, bij de fabrikant, de handel en de consument in de vorm van zogenaamde «vaste voorraad» aanwezig. Een gedeelte van het verwerkte materiaal is opgeslagen, een deel is hiervan verwerkt tot zogenaamde nieuwe «base cups» voor PET-flessen of andere eenmalige produkten. Het materiaal wordt verwerkt tot PET-film, dat aan de verpakkingsindustrie is verkocht. Ook worden wel nieuwe PET-flessen van de oude gemaakt maar dan voor bijvoorbeeld motorolie, niet voor levensmiddelen of dranken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. XI, nr. 135
2
4. Koers Ik heb in overeenstemming met bij de gedragscode betrokkenen besloten de volgende koers uit te zetten. De uitvoering van de notitie preventie en hergebruik van afvalstoffen*** brengt met zich, dat van de in de notitie genoemde afvalstromen of componenten in de komende jaren implementatieplannen voor elke afvalstroom of component op basis van diepgaande strategische discussies tot stand moeten worden gebracht. In een brief aan uw Kamer van 27 februari 1989 DGM/A nr. 2339505 heb ik gesteld «dat gelet op het prioritaire karakter van deze stromen (bedoeld is verpakkingsafval) en de dringende behoefte aan een samenhangende visie op dit terrein - ik voor de afvalstromen en verpakkingsafval, glas (eenmalig), kunststofafval en ferro (vooral blik) in huishoudelijk afval de implementatieplannen met voorrang zal opstellen» Gelet op de geringe omzet en aarzelende entree van de PET-fles op de markt en de toch stijgende trendmatige lijn, die op 1 februari het niveau had bereikt van ongeveer 70% alsmede de zojuist geschetste aanpak van de verpakkingenproblematiek heb ik in overeenstemming met alle bij de gedragscode betrokken partijen ten tijde van de evaluatie voorgesteld, dat op 16 juni 1989 de evaluatie wordt herhaald, zodat dan ook nog de percentages beschikbaar zijn over de eerste helft van 1989. Inmiddels heeft deze evaluatie van 16 juni plaatsgevonden. Daarbij bleek het responscijfer op 1 juni ruim 60% te belopen. Tijdens deze evaluatie werd duidelijk, dat zich op dit terrein geheel nieuwe ontwikkelingen voordoen. Het blijkt thans mogelijk (koolzuurhoudende) frisdranken af te vullen in hervulbare PET-flessen. Deze flessen zijn inmiddels op de markt gebracht met een statiegeld van f 1. De flessen zijn 20 a 25 keer hervulbaar en worden na het uit roulatie nemen eveneens gerecycled. Het spreekt vanzelf, dat een dergelijk systeem uit milieu-overwegingen verre de voorkeur verdient boven een systeem met éénmalige PET-flessen met een retourpremie (thans van f 0,10), dat (tot nu toe) niet een hoge respons garandeert. Van een statiegeldbedrag van f 1 mag men bijna 100% respons verwachten. Daar de éénmalige PET-fles juist werd geïntroduceerd voor koolzuurhoudende frisdranken en de nieuwe statiegeldfles van PET ook voor deze dranken wordt aangewend is de verwachting dat na verloop van tijd de éénmalige PET/fles voor koolzuurhoudende frisdranken zal worden vervangen door de statiegeldfles van PET. Hiermee is in wezen de grondslag van de gedragscode verdwenen. Tijdens het gehouden evaluatie-overleg op 16 juni 1989 bleek tevens, dat er alle reden is om aan te nemen, dat in 1990 de meermalige PETfles de eenmalige PET-fles zal hebben vervangen. Een belangrijk motief hiervoor is, dat de consument met de meermalige PET-fles een goedkoper produkt krijgt aangeboden dan met de eenmalige PET-fles. Bovendien zullen de huidige problemen van de winkelbedrijven op logistiek gebied worden verlicht. Immers, de meermalige PET-fles wordt opgenomen in de bestaande retoursystemen. Een vertragende factor bij de vervanging is alleen nog het ontbreken van voldoende produktiecapaciteit voor de meermalige PET-fles bij de verpakkingsindustrie. Onder deze omstandigheden meen ik, dat er nu geen directe aanleiding is de terugbrengpremie te verhogen. Overigens zou gelet op het geringe en nu afnemende marktaandeel van de eenmalige PET-fles het weinig efficiënt zijn deze premie thans te verhogen, hetgeen bovendien relatief veel extra kosten voor het bedrijfsleven met zich zou brengen. In januari 1990 zal ik met betrokkenen bij de Gedragscode inzake PET-flessen opnieuw evalueren om te bezien of deze ontwikkelingen inderdaad hebben doorgezet. Er zal dan moeten blijken, dat de " * Vergaderjaar 1988-1989, 20 877, nrs. 1 en 2
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1 989, 20 800 hfdst. XI, nr. 135
3
eenmalige PET-fles verdwenen is of op het punt staat te verdwijnen. Ik zal u 20 spoedig mogelijk over de resultaten informeren. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. H.T. M. Nijpels
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. XI, nr. 135
4
Bijlage 1
Terugbrengpercentage of respons PET-flessen. juni juli augustus september oktober november december
2,1% 4,1% 7,8% 21,1% 26,7% 47,3% 27,6%
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
56,0% 50,2% 55,6% 41,8% 35,6% 45,4% 39,0% 54,7% 63,5% 69,5% 60,0% 40,6%
januari februari maart april mei
88,0% 65,5% 56,0% 59,0% 59,5%
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. XI, nr. 135
5
Terugbrengpercentages juni '87-mei '89
Bijlage 2 Terugbr. % Trend
4
Ai \
A S\ 7 ¥
N
\
!£ A
A—A
\ j
Afr
\
/f
^'
•V' V
^ i—i—i—i—i—i—i—i—i—i—i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
r
Maand J ƒ fi $ O N D J F H ft fl J J ft S O N D J F 11 ft fl
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. XI, nr. 135
6