Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 1998–1999
26 200 IXB
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financie¨n (IXB) voor het jaar 1999
Nr. 3
BIJLAGEN Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3.
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
4. 5. 6. 7. 8.
Bijlage 9. Bijlage 10. Bijlage 11.
KST29775 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 1998
Overzicht personeelsgegevens Overzicht inzake wetgeving Overzicht van door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door bewindslieden gedane toezeggingen in het vergaderjaar 1997–1998 Geldende circulaires van het ministerie van Financiën Aanbevelingen Nationale Ombudsman Subsidies Evaluatieprogramma Overzicht inzake economische en functionele classificaties Voorlichting Convenanten Overzicht van regelingen en resoluties die regelrecht zijn geworden tussen 1 juni 1997 en 1 juni 1998
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
2 3
10 28 30 31 32 49 51 57 59
1
BIJLAGE 1
OVERZICHTEN PERSONEELSGEGEVENS
Overzicht A: Samenvattend overzicht begrotingssterkte Kernministerie* Organisatie-eenheid
Werkelijke bezetting
Begrotingssterkte
30-06-1998
1998
1999
2000
2001
2002
409 6 348 213 261 152 263
423 7 354 225 269 158 270
428 7 355 225 272 163 270
425 7 355 225 272 166 270
425 7 355 225 271 166 270
425 7 355 225 271 166 270
1 652
1 706
1 720
1 720
1 719
1 719
Algemene Leiding en Centrale Directies Personeel Buitenland Domeinen Generale Thesaurie DG Rijksbegroting DG Fiscale Zaken DG Belastingen Totaal Kernministerie
2003
1 719
* Stand begrotingssterkte is exclusief ombuigingen Regeerakkoord.
Overzicht B: Samenvattend overzicht begrotingssterkte Belastingdienst Organisatie-eenheid
Directie Particulieren Directie Ondernemingen Noord Directie Ondernemingen Zuid Directie Grote Ondernemingen Directie Douane Belastingdienst Automatiseringscentrum Fiscale inlichtingen en opsporingsdienst Interne Accountantsdienst Belastingen Bel. Centrum voor Kennis en Communicatie Bel. Centrum voor Facilitaire Dienstverlening Personeel overige Belastingdienst
Werkelijke bezetting
Begrotingssterkte*
30-06-1998
1998
1999
2000
2001
2002
6 286 5 178 5 877 2 058 5 530 1 858 726 125 276 1 442 150
6 697 5 372 6 157 2 107 5 669 1 668 790 123 303 1 504 215
6 515 5 384 6 143 2 106 5 682 1 668 789 123 303 1 469 300
6 502 5 383 6 143 2 106 5 682 1 690 789 123 294 1 434 246
6 502 5 359 6 143 2 106 5 682 1 705 789 123 294 1 434 265
6 502 5 359 6 143 2 106 5 682 1 705 789 123 294 1 434 265
29 506
30 604
30 482
30 392
30 392
30 392
2003
30 392
* Stand begrotingssterkte is inclusief uitzendkrachten en exclusief ombuigingen en intensiveringen Regeerakkoord.
Overzicht C: Samenvatting Kernministerie en Belastingdienst Organisatie-eenheid
Werkelijke bezetting
Begrotingssterkte
(voorlopig) 30-04-1998
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Kernministerie Belastingdienst
1 652 29 506
1 706 30 604
1 720 30 482
1 720 30 392
1 719 30 392
1 719 30 392
1 719 30 392
TOTAAL-GENERAAL
31 158
32 310
32 202
32 112
32 111
32 111
32 111
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
2
BIJLAGE 2
OVERZICHT INZAKE WETGEVING
FISCAAL A. Tot stand gekomen wetgeving (periode 1-6-1997 tot 1-6-1998) Citeertitel
Kamerstuknr.
Staatsblad jaar nr.
Inwerkingtreding
Wet van 18 december 1997 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening stelsel bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht
23 470
1997, 738
Bij KB, zie ook artikel IV
Wet van 19 juni 1997 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (levering van bouwkavels)
23 638
1997, 276
11 juli 1997
Wet van 19 juni 1997 houdende wijziging van de wet van 19 juni 1997, Stb. 276, tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1 968 (levering van bouwkavels) (levering van bouwkavels en van gebouwen)
24 703
1997, 277
11 juli 1997
Wet van 18 december 1997 tot wijziging van enkele wetten in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht (Invoeringswet bestuurlijke boeten)
24 800
1997, 737
Bij KB, zie ook artikel XXIII
Wet van 12 juni 1997 tot aanpassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de loonbelasting 1964 en enkele andere wetten in verband met de verruiming van de mogelijkheid tot het opleggen van voorlopige aanslagen tot een negatief bedrag (voorlopige teruggaaf)
25 119
1997, 279
Bij wet
Wet van 12 juni 1997 tot wijziging van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en van enkele andere wetten in verband met herziening van de tariefstructuur voor vrachtauto’s
25 158
1997, 245
Bij KB, zie ook artikel VIII
Wet van 30 oktober 1997 tot wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing belastingheffing met betrekking tot tijdelijke genotsrechten)
25 224
1997, 513
14 november 1997, zie ook artikel II
Wet van 25 juni 1997 tot wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 in verband met het opnemen van een vrijstellingsmogelijkheid voor bepaalde uitkeringen tot bestrijding van onderhoudskosten van thuiswonende gehandicapte kinderen
25 322
1997, 281
9 juli 1997, werkt terug t/m 1 mei 1997
Wet van 11 september 1997 tot wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met een verhoging van de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrek
25 346
1997, 401
Artikelen I en II 26 september 1997, werkt terug t/m 1 juli 1997. Artikelen III en IV 1 januari 1998
Wet van 4 december 1997 tot wijziging van de Wet op de accijns
25 349
1997, 608
Bij KB, zie ook artikel VI
Wet van 18 december 1997 tot wijziging van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen in verband met de verruiming van de overgangsregeling ter zake van het toetsloon in de vermindering onderwijs
25 350
1997, 741
30 december 1997, werkt terug t/m 1 januari 1997
Wet van 19 november 1997 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de plaats van dienst van telecommunicatiediensten
25 379
1997, 547
1 december 1997
Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale structuurversterking)
25 688
1997, 731
1 januari 1998, zie ook artikel IX
Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale milieuversterking)
25 689
1997, 732
1 januari 1998, zie ook artikel XV
Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 c.a. (aanpassing van de oudedagsreserve en de zelfstandigenaftrek alsmede het vervallen van de vermogensaftrek)
25 690
1997, 736
1 januari 1998
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
3
Citeertitel
Kamerstuknr.
Staatsblad jaar nr.
Inwerkingtreding
Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1998)
25 691
1997, 730
1 januari 1998, zie ook artikel XIII
Wet van 18 december 1997, houdende wijzigingen van technische aard van enige belastingwetten c.a.
25 692
1997, 735
1 januari 1998, zie ook artikel XXV
Wet van 24 december 1997 tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met uit het Gemeenschapsrecht voortvloeiende notificatieverplichtingen
25 708
1997, 774
31 december 1997
Wet van 29 januari 1998 tot wijziging van de Wet van 23 december 1994 (Stb. 925) in verband met het verlengen van een tijdelijke verfijning in de Wet belastingen op milieugrondslag
25 508
1998, 65
18 februari 1998, werkt terug t/m 1 juli 1997
Wet van 14 mei 1998, houdende inwerkingtredingswet voorlopige teruggaaf
25 903
1998, 317
1 juli 1998
Wet van 29 april 1998 tot aanwijzing van een controleautoriteit als bedoeld in artikel 37 van verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van de Europese Unie van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PbEG L 82)
25 912
1998, 268
15 mei 1998
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
4
B. Bij de Staten-Generaal aanhangige wetsontwerpen Wetsvoorstel
Kamerstuknr.
Op 1 juni 1998 gevorderd t/m
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Beoogde inwerkingtreding
Regels betreffende een heffing over vermogensoverschotten van pensioenfondsen (Wet op de heffing over vermogensoverschotten)
21 197
Gewijzigd voorstel van wet TK 7 juli 1992; nota van verbetering TK 23 juli 1992
Regering is niet voornemens de behandeling voort te zetten; Handelingen TK, 10 november 1994, 21-1222
Nader te bepalen
Wijziging van het Burgerlijk wetboek, de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met de bevoorrechting van vorderingen, het verbinden van een bijzonder verhaalsrecht aan bepaalde vorderingen en de invoering van de mogelijkheid van vereenvoudigde afwikkeling van faillissement (Staatssecretaris van Justitie eerste ondertekenaar)
22 942
Eindverslag TK 26 mei 1994
Interne beraadslaging
Bij KB
Voorstel van wet tot goedkeuring van het op 18 juli 1995 tot stand gekomen protocol tot wijziging van het belastingverdrag met Malta (FI/BUZA)
24 610
Nota naar aanleiding van het verslag 29 oktober 1996
Z.s.m indiening bij Eerste Kamer
1 januari 1994
Wijziging van de coördinatiewet Sociale Verzekering en de Invorderingswet 1990 ivm de invoering van de opdrachtgeversaansprakelijkheid en de kopersaansprakelijkheid in de confectiesector en invoering van een vrijwaringsregeling in de ketenaansprakelijkheid (Justitie eerste ondertekenaar)
25 035
Nota naar aanleiding van het verslag 20 juni 1997
Voorstel van wet houdende aanpassing van het fiscale procesrecht aan de Algemene wet bestuursrecht en wijziging van een aantal fiscale en andere wetten (herziening fiscaal procesrecht) (Just./Fin)
25 175
Ingediend op 23 december 1996
Voorstel van wet tot goedkeuring van het op 14 maart 1997 tot stand gekomen belastingverdrag met Estland (FI/BuZa)
25 683
Nota naar aanleiding van het verslag 22 april 1988
1 januari 1999
Wijziging van de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet met betrekking tot de werktuigenvrijstelling (Wet wijziging werktuigenvrijstelling (voortouw BiZa)
25 736
Verslag TK 22 januari 1998
1 januari 1999
Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden)
25 816
Ingediend op 16 december 1997
bij wet
Wijziging van de Wet van 16 december 1993 tot wijziging van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 in verband met de verruiming van het begrip personenauto’s (Stb. 673) (beëindiging grootwagenparkregeling)
25 904
Nota van wijziging 6 mei 1998
Z.s.m indiening bij Eerste Kamer
1e maand na plaatsing in Stb.
Voorstel voor een Rijkswet inzake wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken met de Nederlandse Antillen en Aruba
25 948
Ingediend op 24 maart 1998
Verslag TK 11 juni 1998
bij KB
Aanpassing van de loon- en inkomstenbelasting, de Coördinatiewet Sociale Verzekeringen en in samenhang daarmee enige andere wetten naar aanleiding van de voorstellen van de werkgroep Fiscale behandeling pensioenen (Wet fiscale behandeling van pensioenen)
26 020
Ingediend op 27 april 1998
Verslag TK september 1998
1 januari 1999
1e dag na de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Stb. waarin het wordt geplaatst. Verslag TK 9 juni 1998
Bij KB
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
5
C. In voorbereiding zijnde wetsvoorstellen Wetsvoorstel
Op 1 juni 1998 gevorderd t/m
Wijziging van de wet op de vennootschapsbelasting 1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid)
Aanhangig gemaakt bij Raad van State op 27 april 1998
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Beoogde inwerkingtreding
Bij KB
Overzicht van de belastingverdragen
In de periode 1-6-1997 tot 1-6-1998 in werking getreden verdragen – – – – – – – –
Argentinië (algemeen verdrag) Belarus (algemeen verdrag) Denemarken (herziening) Finland (herziening) Panama (lucht- en scheepvaart) Venezuela (algemeen verdrag) Venezuela (wijzigingsprotocol) Verenigde Staten van Amerika (douane)
Op 1 juni 1998 ondertekende verdragen, nog niet in werking getreden – – – – – – – –
Canada (wijzigingsprotocol) Estland (algemeen verdrag) Letland (douane) Maleisië (wijzigingsprotocol) Malta (wijzigingsprotocol) Roemenië (herziening) Russische Federatie (algemeen verdrag) IJsland (algemeen verdrag)
Op 1 juni 1998 geparafeerde verdragen – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Azerbeidzjan (douane) Canada (douane) Duitsland (bijstand bij invordering) Egypte (algemeen verdrag) Frankrijk (successie) Georgië (algemeen verdrag) Jordanië (algemeen verdrag) Korea (wijzigingsprotocol) Litouwen (algemeen verdrag) Litouwen (douane) Macedonië (algemeen verdrag) Moldavië (algemeen verdrag) Nieuw Zeeland (wijzigingsprotocol) Nieuw Zeeland (bijstand bij invordering) Oezbekistan (algemeen verdrag) Oostenrijk (successie) Russische Federatie (douane) Verenigd Koninkrijk (wijzigingsprotocol) Zuid-Afrika (wijzigingsprotocol)
Op 1 juni 1998 lopende onderhandelingen – –
Algerije (douane) Argentinië (douane)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
6
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Armenië (algemeen verdrag) Azerbaijan (algemeen verdrag) Bahrein (luchtvaart) België (herziening) Bolivia (lucht- en scheepvaart) Chili (algemeen verdrag) Chili (douane) Colombia (lucht- en scheepvaart) Costa Rica (lucht- en scheepvaart) Dominicaanse Republiek (lucht- en scheepvaart) Duitsland (herziening) Ecuador (algemeen verdrag) Ecuador (lucht- en scheepvaart) Ethiopië (lucht- en scheepvaart) Filippijnen (douane) Frankrijk (herziening) Gabon (lucht- en scheepvaart) Ghana (lucht- en scheepvaart) Griekenland (wijzigingsprotocol) Guatemala (lucht- en scheepvaart) Haïti (lucht- en scheepvaart) Hong Kong (scheepvaart) Ierland (herziening) India (herziening) Ivoorkust (lucht- en scheepvaart) Jamaica (lucht- en scheepvaart) Jemen (lucht- en scheepvaart) Kazachstan (douane) Kenia (lucht- en scheepvaart) Koeweit (algemeen verdrag) Kroatië (algemeen verdrag) Macedonië (douane) Oezbekistan (douane) Oostenrijk (wijzigingsprotocol) Peru (algemeen verdrag) Portugal (algemeen verdrag) Qatar (luchtvaart) Roemenië (douane) Slovenië (algemeen verdrag) Spanje (herziening) Suriname (wijzigingsprotocol) Tanzania (lucht- en scheepvaart) Turkmenistan (algemeen verdrag) Verenigd Koninkrijk (wijzigingsprotocol) Zwitserland (herziening)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
7
NIET FISCAAL A. Tot stand gekomen wetgeving (periode 1-6-97 tot 1-6-98) Citeertitel
Kamerstuknr.
Staatsblad jr. nr.
Inwerkingtreding
Regels inzake gemeenschappelijke wisselkoersarrangementen van de euro alsmede wijziging van enkele andere wetten
25 679
1998, 201
1-6-98 (Stb.1998 311/313)
Bankwet 1998
25 719
1998, 200
1-6-98 (Stb.1998 244/313)
Wijziging WTK 1992 (reparatie van een aantal bepalingen)
25 406
1998, 215
15-5-98 (Stb. 1998 282)
Wijziging Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën
25 461
1997, 594
5-12-97
Wijziging Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (invoering meldingsplicht voor DNB)
25 378
Z.s.m.
Afh. van plaatsing in Stbl.
Wijziging WTE 1995 (gebruik voorwetenschap)
25 095
1998, 320
Bij KB
B. Bij de Staten-Generaal aanhangige wetsontwerpen Wetsvoorstel
Kamerstuk
Op 1 juni 1998 gevorderd t/m eerstvolgende fase
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Inwerkingtreding
Wijziging WTB, WTE, WTK, WTV en WTN (toezicht op toezicht)
24 456
Advies EC en RvS naar TK op 12-2-98. Brief aan TK d.d. 12-5-98
Agendering voor besluitvorming TK 18-6-98
Bij KB
Wijziging WTK, WTB, WTE, WTV, WTN en WiW (invoering bestuurlijke boetes en dwangsommen)
25 821
Verslag TK 18-2-98
NnV vóór einde zomerreces
Bij KB
Wet grensoverschrijdende betaaldiensten
25 934
Verslag TK 29-4-98
NnV vóór einde zomerreces
Bij KB
Wijziging WTE 1995 (i.v.m. implementatie richtlijn beleggerscompensatiestelsels)
25 623
NnV 15-4-98
Plenaire behandeling TK wk.24
Bij KB; uiterlijk 26-9-98
Aanpassing WTE 1995 (aan gewijzigde toezichtsstructuur t.a.v. beurzen)
25 670
NnV TK 3-3-98
Plenaire behandeling TK wk.24
Bij KB
Wijziging Wet Assurantie-bemiddelingsbedrijf
25 507
NnV TK 23-2-98. Nader verslag 9-4-98
NnNV na zomerreces
Afh. van plaatsing in Stb.
C. In voorbereiding zijnde wetsvoorstellen Wetsvoorstel inzake
Op 1 juni 1998 gevorderd t/m
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Inwerkingtreding
Wijziging WTK 1992 (aanpassing 00.00 uren-regeling)
Aangehouden mede i.v.m. totstandbrenging richtlijn payment finality
MR 19-6-98
Wijziging Nederlandse wetgeving (aanpassing van de gehele Nederlandse wetgeving aan invoering «euro»; interdep. verzamelwet)
Ambtelijke voorbereiding
Voortgangsrapportage MR najaar 1998
1-1-2002
Wet toezicht betalingsafwikkelingssystemen
Besluitvorming n.a.v. rapport Financiën/DNB
Wijziging WTV, WTN en enkele andere wetten (Vie d’Or I)
Advies RvS d.d. 6-10-97
Nader rapport in juni aan TK
Bij KB
Wijziging WTV (i.v.m. invoering opvangregeling)
Ambtelijke voorbereiding
Na zomerreces naar MR
Bij KB
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
8
Wetsvoorstel inzake
Op 1 juni 1998 gevorderd t/m
Verwachting omtrent eerstvolgende fase
Inwerkingtreding
Wijziging wet Wisselkantoren (verbreding van de wet tot tenminste moneytransfers en uitbetaling van de rentecoupons)
Ambtelijke voorbereiding
Z.s.m. naar MR
Uitgebreide wijziging Wet Assurantie-bemiddelingsbedrijf
Advies RvS 25-3-98
TK na zomerreces
Bij KB
Wijziging Wet Identificatie Financiële dienstverlening
Ambtelijke voorbereiding
Wet schuldredenominatie
Advies RvS 4-5-98
TK 10-6-98
1-12-98
Comptabiliteitswet; zevende wijziging
Ambtelijke voorbereiding
MR najaar 1998
Afh. van plaatsing in Stb.
Wet Aibor/Euribor/promesse disconto
MR 24 april
(spoed)advies RvS juni 1998
1-1-99
Wijziging Muntwet 1987 (aanpassing art.1 i.v.m. invoering van de euro als rekeneenheid)
Advies RvS 23-3-98
TK juli 1998
Afh. van plaatsing in Stb.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
9
BIJLAGE 3
Overzicht van door de Staten-Generaal aanvaarde moties en door bewindslieden gedane toezeggingen in het vergaderjaar 1997–1998
NIET FISCAAL A. Door de Staten-Generaal aanvaarde moties Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van zaken
Van der Ploeg en Ybema verzoekt de regering ook voor nieuwe studenten de keuze tussen week- en weekendkaart te handhaven en hiertoe de benodigde financiële voorzieningen te treffen.
Kamerstukken II 1996/97, 25 341, nr. 11.
Het kabinet heeft besloten deze motie niet uit te voeren.
Van der Ploeg en Ybema verzoekt de regering de voor- en nadelen te onderzoeken om, binnen milieu- en natuurlandschappelijke randvoorwaarden, de private financiering van infrastructuurprojecten te stimuleren.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600, nr. 41.
Middels brief (26 mei 1998) is namens het Kabinet het rapport «Meer Waarde door Samen Werken» aan TK aangeboden (Kamerstukken II 1997/1998, 25 017 nr. 7).
Van der Vlies nodigt de regering uit tot een fundamentele bezinning op de aard en begrenzing van de overheidstaak en verzoekt de regering hierover een notitie aan de Kamer voor te leggen.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600, nr. 26
In voorbereiding.
Voûte-Droste Verzoekt de regering de capaciteit en deskundigheid op financieel gebied bij ECD en OM op korte termijn substantieel te verbeteren en hierover verslag te doen aan de Kamer.
Kamerstukken II 1997/98, 25 095, nr. 14
Zie nota Integriteit Financiële Sector, Kamerstukken II, 1997/1998, 25 830, nr. 2.
De Hoop Scheffer Roept regering op vast te houden aan een strikte interpretatie van het begrotingstekortcriterium en zich niet in te laten met speculaties over een eventueel optrekken daarvan.
Kamerstukken II 1997/98, 21 501, nr. 57.
Meegenomen bij formatie.
Witteveen en Van Walsem Verzoekt de regering een voorstel voor te bereiden om de gewenste duidelijkheid m.b.t. taken en bevoegdheden van de Algemene Rekenkamer vast te leggen.
Kamerstukken II 1997/98, 25 080, nr. 19.
Discussie is gaande. Kamerstukken II 1997/1998, 24 479.
Tijdens de EMU-top van 1-2-3 mei dienen expliciete afspraken te worden gemaakt dat de totstandkoming van de EMU niet mag leiden tot verhoging van de inkomensoverdrachten binnen de Europese Unie.
Kamerstukken II 1997/98, 25 107, nr. 18.
In de Verklaring van de Ecofin van 5 mei 1998 is overeengekomen dat de Economische en Monetaire Unie als zodanig geen rechtvaardiging voor specifieke financiële overdrachten kan vormen (lid 6).
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
10
B. Door bewindslieden gedane toezeggingen Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
Evaluatie Wet assurantiebemiddelingsbedrijf, 5 jaar na inwerkingtreding van de wet.
Minister tijdens de mondelinge behandeling voorstel van WABB op 06.09.90. Handelingen II 1990/91, blz. 5082.
Evaluatie van doelmatigheid van de WABB heeft plaatsgevonden. Op basis van conclusies is wetsvoorstel voorbereid. In de MvT bij dit wetsvoorstel worden de resultaten van de evaluatie besproken. Aanbieden wetsvoorstel aan TK naar verwachting najaar ’98.
De Kamer zal jaarlijks worden geïnformeerd over de vraag welke beleidsterreinen aan evaluatieonderzoek zijn onderworpen en welke conclusies kunnen worden getrokken en of de evaluaties volgens de richtlijnen zijn uitgevoerd.
Minister tijdens algemeen overleg met de cie. voor de rijksuitgaven op 3 april 1996 (Kamerstukken II 1995/96 24 400 IXB, nr. 46).
De TK wordt jaarlijks d.m.v. de evaluatiebijlagen in de ministeriële begrotingen geïnformeerd welke beleidsterreinen aan evaluatie-onderzoek worden onderworpen. Het gaat daarbij om afgeronde, lopende en voorgenomen onderzoeken.
Eind 1997 zal de Kamer geïnformeerd worden over de voortgang in de uitvoering van de aanbevelingen die in de integriteitsnotitie zijn opgenomen, incl. een rapportage over de implementatie van institutionele en organisatorische wijzigingen in het toezicht.
Minister tijdens overleg met de vaste cie. voor Financiën op 11 september 1996. (Kamerstukken II 1996/97, 24 456 en 24 796 nr.13, p.9) en tijdens overleg met de vaste cie. voor Financiën op 22 april 1997.
Jaarlijkse vervolgrapportages. Eerstvolgende voorjaar ’99.
De Minister zal de Kamer z.s.m. rapporteren over het nieuw te verwachten regime voor «corporate governance». (De VEUO en de VBVE gaan proberen de positie van de aandeelhouders te versterken en daar een soort code voor te maken).
Minister tijdens behandeling van de wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen (24 626) op 9 oktober 1996. (Handelingen II 1996/97, p. 631)
Kabinetsreactie op rapport Cie-Peters is 20 april 1998 aangeboden aan TK (Kamerstukken II 1997–1998, 25 732 nr. 5). Na afronding werkzaamheden Monitoring Cie Peters II opnieuw in de MR. Ingegaan wordt op effect aanbevelingen en event. noodz. wijzigingen.
De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de resultaten van het strategie-onderzoek bij Domeinen (uitgevoerd door een managementconsultingbedrijf). Daarbij zal ook de mogelijkheid van een agentschap betrokken worden.
Staatssecretaris tijdens begrotingsonderzoek vaste commissie voor Financiën op 3 oktober 1996 (Kamerstukken II 1996/97, 25 000 IXB, nr. 8, blz. 8).
Beantwoord bij brief van 21-8-1997 nr. DOM97/696
De Staatssecretaris zal jaarlijks de uitkomsten van het verkoopproces evalueren en deze laten toetsen door deskundigen die worden aangewezen door de Centrale Grondkamer. De Kamer wordt geïnformeerd over deze evaluaties.
Brief Staatssecretaris aan Tweede Kamer d.d. 7 april 1998, kenmerk DOM 98/352
Evaluatie vindt aan het einde van het jaar plaats. Begin 1999 naar Tweede Kamer toe zenden.
De Staatssecretaris zegt toe om alle suggesties mee te nemen en overleg te plegen met betrokken collega’s en met de lagere overheden voor het vaststellen van criteria voor de strategische grondvoorraden
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg met de vaste commissie van LNV en Financiën op 26 maart 1998 (Kamerstukken II 1997/98, 24 490, nr. 12)
Resultaten begin 1999
De Minister zegt toe de Kamer jaarlijks een puur feitelijk en objectief subsidie-overzicht te verstrekken waarin ook zal worden ingegaan op objectieve toetsingscriteria.
Minister tijdens overleg over de ARKrapporten «Rechtmatigheidsonderzoek 1995» en «Subsidiebeheer» op 16 oktober 1996 (Kamerstukken II 1996/97, 24 825 en 24 830 nr. 3, p.4 ).
Het subsidie-overzicht 1998 is op 23 februari 1998 naar TK gezonden, en zal voortaan ieder jaar uiterlijk in december worden opgestuurd.
Samen met de andere departementen worden de toezichtswetten doorgelicht. Wij hopen voor de zomer een analyse te krijgen van de werkgroep die daarmee bezig is.
Minister tijdens behandeling van wetsvoorstel 24 456 (toezicht op toezicht) op 18 februari 1997 (Handelingen II 1996/ 97) blz. 3880.
Werkgroep verwacht inventarisatie/ analyse in juli af te kunnen ronden.
De Minister belooft de Kamer een notitie m.b.t. de kwestie van de financiële conglomeraten, ook in internationaal verband.
Minister tijdens behandeling van wetsvoorstel 24 456 (toezicht op toezicht) op 18 februari 1997 (Handelingen II 1996/ 97) blz. 3880.
Brief aan TK verzonden op 12 mei 1998.
Bevindingen van het onderzoek NBC/REH evaluaeren met STE, ECD en OM.
Minister tijdens algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën op 22 april 1997.
Integriteitsnota 19 december 1997.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
11
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
Aan toezichthouders vragen hoe de informatieuitwisseling en -vergaring is geregeld m.b.t. personeelsmutaties binnen en tussen de onder toezicht staande sectoren.
Minister tijdens algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën op 22 april 1997.
In voorbereiding.
De Tweede Kamer informeren over bancaire relaties AEX met het oog op (en met de nadruk op) de gewijzigde verhouding met de KasAssociatie.
Minister tijdens algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën op 22 april 1997.
Brief aan TK 30 september 1997 (BGW97/ 2357 M).
Afschrift zenden aan TK van het antwoord op de brief van mr. Hoff d.d. 17 april 1997.
Minister tijdens algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën op 22 april 1997.
Brief aan TK juli 1997.
De TK schriftelijk informeren over de historische ontwikkeling van de ministeriële verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën voor het toezicht op het effectenverkeer.
Minister tijdens algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën op 22 april 1997.
Brief aan TK 30 september 1997.
Er zal, na afloop van het Nederlands EU-voorzitterschap, een overleg met de regio’s en de natinale parlementariërs georganiseerd worden inzake de onderhandelingen over de toekomst van de Europese Financiën.
Minister tijdens overleg met de commissies Europese Zaken en Financiën d.d. 13 maart 1997 (Kamerstukken II 1996/97, 21 501.07 nr. 186).
Er heeft een informeel gesprek plaatsgevonden met IPO/VNG (november 1997). IPO/VNG nemen deel aan instructieoverleg over Agenda-2000.
De Minister zal nagaan of hij i.s.m. de Minister van Justitie een overzicht kan verschaffen van subsidiëring uit de Rijksbegroting aan ideële organisaties (o.a. m.b.t. de Postcodeloterij).
Minister tijdens Algemene Financiële Beschouwingen d.d. 1 oktober 1997 (Handelingen II 1997/98, blz.498 + 526).
Over de criteria van de inventarisatie zijn afspraken gemaakt met de TK. De uiteindelijke inventarisatie in op 27–3-97 aan TK gezonden.
N.a.v. een motie van Van der Ploeg zegt de Minister de Kamer een brief toe over de vraag waar het nuttig en doelmatig kan zijn om private partijen van voorbereiding t/m exploitatie beter in te schakelen bij de financiering van infrastructuurprojecten.
Minister tijdens Algemene Financiële Beschouwingen d.d. 1 oktober 1997 (Handelingen II 1997/98, blz. 528).
Middels brief is namens het Kabinet het rapport «Meer Waarde door Samen Werken» aan TK aangeboden.
De Minister zegt toe de Kamer op korte termijn een lijst te zenden van overheidscommissarissen en de functie die zij op hun departement vervullen.
Minister tijdens algemeen overleg over beleid inzake staatsdeelnemingen d.d. 3 september 1997 (Kamerstukken II 1997/98 25 178 nr. 4, blz. 6).
Brief per ommegaande verstuurd aan TK in september 1997.
De Minister wees erop dat de financiële verantwoording van het Rijk enkele stappen meer vraagt dan die van het bedrijfsleven. Bij het Rijk buigen MvF en ARK zich nog eens over de stukken. De Minister hoopt de Kamer binnenkort op de hoogte te stellen.
Minister tijdens overleg met de Cie. voor de Rijksuitgaven inzake financieel beheer en rechtmatigheidsonderzoek d.d. 10 september 1997 (Kamerstukken II 1997/98 25 470/25 479 nr. 5, blz. 5).
Brief aan TK d.d. augustus 1998. Reactie op rapport «Jaarverslag in de politieke arena».
De Minister zegt toe de vragen over garantieverplichtingen en de subsidiabiliteitsrichtsnoeren schriftelijk te beantwoorden.
Minister tijdens overleg met de Cie. voor de Rijksuitgaven inzake financieel beheer en rechtmatigheidsonderzoek d.d. 10 september 1997 (Kamerstukken II 1997/98 25 470/25 479 nr. 5, blz. 6).
Brief aan TK d.d. 29-9-97 (Kamerstukken II 1997–1998 25 470 en 25 479 nr.6).
De Minister zal proberen na te gaan wat er bekend was bij de STE resp. De VvE omtrent het al dan niet bestaan van gecodeerde rekeningen.
Minister tijdens het mondeling vragenuur van de TK op 4 november 1997 (Handelingen II 1997/98, blz. 1398– 1399).
Eerste reactie in Brief aan TK d.d. 14–11–97 (Kamerstukken II 1997–1998 25 714 nr.2).
De Minister zal proberen om nog voor het Kerstreces de Kamer een nota te doen toekomen waarin de kwestie van de integriteit in de financiële sector in den brede wordt uiteengezet.
Minister tijdens behandeling wijziging WTE 1995 i.v.m. gebruik voorwetenschap op 19 november 1997 (Handelingen II 1997/98, blz. 1974– 1 975).
Gerealiseerd 19 december 1997, Kamerstukken II, 1997–1998 25 830, nrs. 1 en 2.
De Minister zegt toe de notitie over opties, niet zijnde het fiscale wetsvoorstel) waarschijnlijk voorjaar 1998 naar de Kamer te sturen.
Minister tijdens behandeling wijziging WTE 1995 i.v.m. gebruik voorwetenschap op 19 november 1997 (Handelingen II 1997/98 blz. 1978.
Naar verwachting zal in de zomer van 1998 een notitie naar de TK worden gestuurd.
De Minister zegt zorg te dragen voor hernieuwde toezending van het nieuwsoverzicht ter aanvulling van de knipselkrant van de RVD aan de Eerste Kamer.
Minister tijdens Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 16-12-97 (Handelingen I 1997/98 blz. 515–516).
Afgehandeld.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
12
Omschrijving van de toezegging
Vindplaats
Stand van zaken
Het Ministerie van Financiën zal een intern beleidsonderzoek uitvoeren naar het beleid en beheer van rijksleningen.
Minister tijdens algemeen overleg met de cie.voor de rijksuitgaven op 3 april 1996 (Kamerstukken II 1995/96, 24 555 nr. 46).
In voorbereiding.
De Minister zegt de Kamer een notitie te doen toekomen m.b.t. generatierekeningen.
Minister tijdens behandeling Najaarsnota in TK op 17 december 1997 (Handelingen II 1997/98 blz. 3016).
Brief aan TK d.d. 12-2-1998 (Kamerstukken II 1997–1998 25 895 nr.1).
De Minister zegt de Kamer een notitie toe over de huidige art. 12 gemeenten. In die notitie zal ook aangegeven worden of er gemeenten zijn waar de problematiek zich leent voor een procedure die vergelijkbaar is aan die van Den Haag, met voorfinanciering.
De Minister tijdens behandeling van de Najaarsnota in Tweede Kamer op 17 december 1997 (Handelingen II 1997/98 blz. 3016).
Brief aan TK d.d. 12 maart 1998 (Kamerstukken II 1997–1998, 25 936 nr. 1).
N.a.v. de vraag van v.d. Ploeg (PVDA) zegt de Min. van Financiën een reactie toe op het ESB-artikel (d.d. 10 april 1998) van van Damme over de dcs-1800-veilingen.
Ingediend tijdens AO-MDWBenzinemarkt d.d. 28 mei 1998.
Beantwoording voorzien medio augustus 1998.
De minister zegt toe het beleggen via internet nader te bezien.
Behandeling integriteitsnota 1 april 1998.
Er is binnen het Min. v. Financiën een interne Werkgroep opgericht welke zal rapporteren aan de TK.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
13
FISCAAL A. Door de Staten-Generaal aanvaarde moties
Onderdeel A.1 moties die zijn afgerond vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
1. 1996–1997
De Vries c.s. Bij de beoordeling of rente is verschuldigd terzake van leningen, in de uitvoeringssfeer een praktische benadering kiezen die zo min mogelijk leidt tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Kamp c.s. Indien de Wet Woz zou leiden tot een extra opbrengst VB, dan moet deze worden gebruikt voor een verlaging van de VB. Hoogervorst Verzoekt af te zien van indexatie van de benzine- en dieselaccijns per 1-1-1998.
Kamerstukken II 1996/97, 24 696, nr. 11.
Motie wordt uitgevoerd; belastingdienst is nader geïnstrueerd.
Kamerstukken II 1996/97, 25 037, nr. 16
Aan de motie is uitvoering gegeven in het Belastingplan 1998, Kamerstukken II 1997/98, 25 691, nrs. 2–3. Stb. 1997, 730.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600, nr. 44
Aan de motie is uitvoering gegeven in het Belastingplan 1998, Kamerstukken II 1997/98, 25 691, nrs. 2–3. Stb. 1997, 730.
2. 1996–1997
3. 1997–1998
Onderdeel A.2 moties met een zekere permanentie vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
4. 1992–1993
Van der Vaart c.s. Gefaseerde afschaffing op termijn verbruiksbelasting alcoholvrije dranken. B.M. de Vries c.s. Verzoekt de regering de werking van het wetsvoorstel Van Slooten te evalueren en de eerste evaluatie binnen 2 tot 3 jaar aan de Kamer voor te leggen en daarbij zorg te dragen voor een zodanige rapportage dat een objectieve beoordeling van de effecten van de maatregelen op de relatie Belastingdienst/belastingplichtige mogelijk is. B.M. de Vries c.s. Verzoekt de regering de Kamer periodiek te informeren over de werking van de aangepaste Belastingregeling voor het Koninkrijk en zo nodig met nadere maatregelen te komen. B.M. de Vries c.s. Jaarlijkse tussentijdse rapportage over de gevolgen van wetsvoorstel tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met de invoering van een regulerende energiebelasting met betrekking tot de – milieueffecten; – economische effecten; alsmede – de financiële effecten (wat levert het wetsvoorstel op, inclusief de meerjarenafspraken). De Vries c.s. Wetgeving voortvloeiend uit het wetsvoorstel (herziening regime AB c.a.) te evalueren, de Tweede Kamer in de loop van het jaar 2000 hierover te informeren en in het bijzonder aandacht te schenken aan de regelingen m.b.t. fictief loon en fictieve rente en huur.
Kamerstukken II 1992/93, 22 843, nr. 14.
Kwestie voor jaarlijkse besluitvorming in het kader van begrotingsvoorbereiding.
Kamerstukken II 1995/96, 23 470, nr. 13. Kamerstukken II 1997/98, 24 800, Handelingen II, blz. 29–2 276 en bijvoegsel bij Handelingen I 1997/98, blz. 12–509.
Evaluatie wordt voorbereid.
Kamerstukken II 1995/96, 24 583 (R1564), nr. 10.
De eerste rapportage is verzonden op 29 januari 1998 (IFZ 98/85M).
Kamerstukken II 1995/96, 24 250, nr. 29.
Rapportage over het jaar 1996 (WV96/ 409M) is op 26 juni 1997 aan de TK gestuurd. De volgende rapportage is voorzien voor september 1998.
Kamerstukken II 1996/97, 24 761, nr. 21.
Evaluatie zal in de eerste helft van het jaar 2000 plaatsvinden.
5. 1995–1996
6. 1995–1996
7. 1995–1996
8. 1996–1997
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
14
Onderdeel A.3 Moties waarvan de uitvoering nog niet is afgerond vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
9. 1989–1990
Kombrink en Vreugdenhil Verzoekt de regering te onderzoeken welke kenmerken aan het aandeelhouderschap van ondernemers zijn verbonden en de Kamer daarover te rapporteren.
Kamerstukken II 1989/90, 20 701, nr. 19.
10. 1994–1995
Blauw De regering wordt verzocht het daarheen te leiden dat de vervangingsreserve ex. art. 14 Wet IB kan worden toegepast op bedrijfsverplaatsingen in de agrarische sector. Gedacht wordt aan bedrijfsverplaatsingen vanwege het milieu, de natuur, ruimtelijke ordening en de bedrijfsstructuur. Van Vliet, Van Blerk, Adelmund Verzoekt de regering voor 1 mei 1996 een notitie aan de Kamer uit te brengen over de mogelijkheden van sparen uit loon en de fiscale aftrekbaarheid daarvan.
Kamerstukken II 1994/95, 23 900 XIV, nr. 22.
Is behandeld bij de parlementaire behandeling van het voorstel van Wet tot wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting, ks. 24 761). (Stb. 1996, 652). Rapportage zal eind 1998 aan de TK worden toegezonden. Vooruitlopend op wetgeving is het besluit van 11 juli 1996, nr. DB96/2794M, gepubliceerd. De vervangingsreserve is één van de regelingen die door de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers wordt bezien.
Van Rey c.s. Aanwending van een eventuele meeropbrengst overdrachtsbelasting i.v.m. economische eigendomsoverdracht voor een verlaging van het tarief overdrachtsbelasting. Crone c.s. Verzoekt de regering, gelet op het amendement Remkes/De Vries (24 250, nr. 30), voor 1 juni 1997 in overleg met betrokken organisaties te onderzoeken welke mogelijkheden uitvoerbaar zijn om MJA’s/IMT’s alsnog onder een teruggaveregeling REB te brengen.
Kamerstukken II 1995/96, 24 172, nr. 15.
Van der Ploeg en Ybema De scholingsimpuls voor ouderen in kleine bedrijven die via de Vennootschapsbelasting gestimuleerd wordt, ook mogelijk maken voor ouderen die in de (niet Vpb-plichtige) non-profit sector werkzaam zijn. Van der Ploeg c.s. Jaarlijkse evaluatie van de belastinguitgaven, waarbij aangegeven wordt of de regeling beantwoord aan zijn doelstelling en hoe de budgettaire raming zich verhoudt tot de werkelijke uitgaven Stellingwerf Verzoek aan de regering om voor jonge agrariërs waarvoor de bedrijfsovernamelasten zwaar zijn en die onvoldoende profiteren van fiscale maatregelen omdat hun belastingafdracht door hoge lasten laag is, in het kader van het Belastingplan 1999 de mogelijkheden te bezien tot het opzetten van een Starters Overname Reserve (SOR).
Kamerstukken II 1997/98, 25 600, nr. 42
11. 1995–1996
12. 1995–1996
13. 1996–1997
14. 1997–1998
15. 1997–1998
17. 1997–1998
Kamerstukken II 1995/96, 24 332, nr. 6.
Kamerstukken II 1996/97, 24 250, nr. 36.
In de brief van de Minister van SZW van 29 april 1997 aan de TK, Kamerstukken II 1996/97, 24 332, nr. 11, is aangegeven dat de uitvoering van deze motie nog in voorbereiding is. De Tweede Kamer zal daarover zo spoedig mogelijk nader worden bericht. Onderdeel van verdere politieke besluitvorming.
In brief van de Staatssecretaris van Financiën, de Minister van EZ en de Minister van VROM d.d. 13 oktober 1997, aan voorzitter TK, Kamerstukken II 1997/ 98, 24 250, nr. 39, is aangegeven dat wordt afgezien van REBteruggaveregeling. Mondeling overleg met vaste Commissie voor Financiën op 11 december 1997. Brief n.a.v. mondeling overleg door Minister EZ (mede namens Financiën en VROM) op 27 april 1998 aan Kamer gezonden (24 250, nr. 41). Deze brief is door de Kamer tot nog toe aangehouden. Uitbreiding van de scholingsaftrek naar de non-profit sector is voorzien voor het Belastingplan 1999.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600, nr. 43
Zal worden opgenomen in Miljoenennota 1999.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600-XIV, nr. 16.
Dit onderwerp zal worden betrokken bij evaluatie startersregeling in het kader van de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
15
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
18. 1997–1998
Van der Vlies Verzoek aan regering om biologisch geteelde niet-levensmiddelen onder het lage BTW-tarief van 6% te brengen. Van Nieuwenhoven De invoeringstermijn van de BTWverlaging voor podiumkunsten en de filmsector per 1 september 1998 in laten gaan. Giskes c.s. Verzoekt de regering voorstellen voor te bereiden die bij werknemers het bezit van aandelen in het bedrijf waar zij werkzaam zijn bevorderen en die op 1 januari 1999 in kunnen gaan. De Vries c.s. Verzoekt de regering de regelgeving met betrekking tot de werknemersaandelenopties te evalueren in het jaar 2000. De Vries c.s. Verzoekt de regering de tegenbewijsregeling uit het wetsvoorstel aandelenopties zodanig toe te passen dat het verkrijgen van zekerheid vooraf omtrent de waardevaststelling van de optierechten reëel en praktisch uitgevoerd zal worden.
Kamerstukken II, 1997/98, 25 600 XIV, nr. 46
In studie, met name wordt bezien of de zesde BTW-richtlijn ruimte laat.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600-VIII, nr. 56.
In behandeling bij de parlementaire behandeling van de begroting van OCW (VIII) Handelingen II 1997/98, blz. 2444/ 2445.
Kamerstukken II 1997/98, 25 721, nr. 11.
Deze motie zal betrokken worden bij de uitwerking van de plannen in het kader van de 21e eeuw.
Kamerstukken II 1997/98, 25 721, nr. 12.
Evaluatie wordt voorbereid.
Kamerstukken II 1997/98, 25 721, nr. 13.
Organisatorische maatregelen zijn in voorbereiding.
19. 1997–1998
20. 1997–1998
21. 1997–1998
22. 1997–1998
B. Door bewindslieden gedane toezeggingen
Onderdeel B.1 toezeggingen waarvan de uitvoering is afgerond vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
20. 1988–1989
Toezegging Staatssecretaris evaluatie rechtsgang naar civiele rechter op het terrein van aansprakelijkstellingen.
Kamerstukken II 1988/89, 20 588, nr. 6, blz. 69 en nr. 9, blz. 29.
21. 1989–1990
Als in de praktijk blijkt dat problemen ontstaan met betrekking tot het bodembeslag voor een aanslag die uitsluitend uit boete bestaat zal de leidraad nader worden bezien. Na enige tijd zal de Kamer worden gerapporteerd hoe de toepassing van artikel 41 (bij de totstandkoming van de Invorderingswet 1990 vernummerd in artikel 40) in de praktijk werkt. Zodra ervaring is opgedaan en er beleid is ontwikkeld inzake fusies waarbij vennootschappen zijn betrokken die geen materiële onderneming drijven zal dit openbaar worden gemaakt. Nadenken en analyseren hoe verder te gaan met de gedachte van een algemene parkeerbelasting.
Staatssecretaris tijdens debat op 14 december 1989 inzake het wetsvoorstel Invorderingswet 1990. Handelingen II 1989/90, blz. 893.
Een verslag met betrekking tot de evaluatie Invorderingswet 1990 is op 13 januari 1998 aan de Kamer aangeboden. Dit onderdeel is daarin meegenomen. Standpunt met betrekking tot het advies van de Werkgroep rechtsbescherming met betrekking tot de dubbele rechtsgang bij aansprakelijkheidsprocedures is op 15 april 1997 aan de Tweede Kamer aangeboden (WDB97/119M). Wetsvoorstel n.a.v. WG rechtsbescherming in voorbereiding. Een verslag met betrekking tot de evaluatie Invorderingswet 1990 is op 13 januari 1998 aan de Kamer aangeboden. Dit onderdeel is daarin meegenomen.
Staatssecretaris tijdens debat op 14 december 1989 inzake het wetsvoorstel Invorderingswet 1990, Handelingen II 1989/90, blz. 831.
Een verslag met betrekking tot de evaluatie Invorderingswet 1990 is op 13 januari 1998 aan de Kamer aangeboden. Dit onderdeel is daarin meegenomen.
Staatssecretaris tijdens debat op 8 september 1992 inzake omzetting van EG-richtlijnen, Handelingen I 1991/92, blz. 1 579.
De gevolgen voor de toepassing van het arrest van het HvJEG van 17 juli 1997, G28/95 inzake Leur-Bloem en het arrest van de HR van 4 februari 1998 zijn weergegeven in het besluit van 7 mei 1998 (DB 98/720). Wetswijziging volgt. Een samenhangend pakket van fiscale maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer is meegenomen in het wetsvoorstel fiscale milieuversterking. Er komt geen aparte nota verkeer en vervoer.
22. 1989–1990
23. 1991–1992
24. 1993–1994
Staatssecretaris tijdens UCV op 18 oktober 1993 inzake het wetsvoorstel Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, Handelingen UCV 1993/94, nr. 6, blz. 22–23.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
16
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
25. 1994–1995
De Staatssecretaris is bereid op een later tijdstip met de Kamer van gedachten te wisselen over de vraag of voor een fiscale faciliteit voor kinderopvang niet een forfaitair karakter kan krijgen of in een anderszins gewijzigde vorm moet worden gegoten. Deze discussie zou echter moeten worden ingebed in het bredere kader van de fiscaaltechnische herziening IB/LB. Na een jaar verslag doen aan Kamer van evaluatie werking regeling in praktijk; zo nodig eerder knelpunten signaleren.
Staatssecretaris tijdens behandeling wetsvoorstel novelle kinderopvang, Handelingen II 1994/95, blz. 26-1641.
De werkgroep fiscaal-technische herziening van de loon- en inkomstenbelasting is niet toegekomen aan advisering over dit onderwerp. Maakt deel uit van de verkenning 21e eeuw.
Staatssecretaris tijdens debat op 12 september 1995 inzake het wetsvoorstel reparatie BTW-constructies met onroerende zaken, Handelingen II 1994/ 95, 24 172, blz. 6180. Staatssecretaris tijdens mondelinge behandeling Invoeringswet Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 op Handelingen II 1994/95, blz. 3351, 3353 en 3354.
De rapportage is op 21 april 1998 aan de TK gezonden en op 10 juni 1998 in de TK besproken.
Staatssecretaris tijdens het overleg op 8 juni 1995 over de mogelijkheid om bepaalde diensten onder het verlaagde BTW-tarief te laten vallen, Kamerstukken II 1994/95, 23 900 IXB, nr. 24, blz. 6.
Brief uit op 5 maart 1998 (WV98/25M)
Staatssecretaris tijdens debat op 15 november 1995 inzake het terugsluis BTW-repatiewetsvoorstel, Handelingen II 1995/96, 24 172, blz. 1 869.
idem
Staatssecretaris tijdens debat inzake het wetsvoorstel reparatie BTWconstructies met onroerende zaken (Kamerstukken II 1994/95, 24 172) op 12 september 1995 Handelingen II 1994/ 95, blz. 6175. Staatssecretaris tijdens debat op 25 oktober 1995, inzake wetsvoorstel belasting zware motorrijtuigen (Eurovignet). Handelingen II 1995/96, 24 070, blz. 1136 en 1140.
Kamer is geïnformeerd bij brief van 20 mei 1997 (nr. WV 97/159U) (Kamerstukken II 1996/97, 25 000 IXB, nr. 28).
Kamerstukken I 1995/96, 23 219, nr. 2b, blz. 4, door de Staatssecretaris herhaald tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 474.
Binnengekomen reacties geven tot nog toe geen aanleiding om in de uitvoeringssfeer een Besluit te publiceren. Wel is er een Besluit met vragen en antwoorden gepubliceerd d.d. 29 september 1997 (DB97/2742M).
26. 1994–1995
27. 1994–1995
28. 1994–1995
1995–1996
29. 1994–1995
30. 1995–1996
31. 1995–1996
Grondige evaluatie houderschapssysteem over 1 à 2 jaar waarbij ook de hoogte van het schorsingstarief zal worden bezien en een evt. extra macroopbrengst MRB, mede in relatie tot het schorsingstarief; tussentijdse rapportages aan de Tweede Kamer. Er zal een rapportage van het onderzoek naar de BTW-aspecten van de sociale advocatuur aan de vaste commissie voor Financiën worden gestuurd. De Kamer informeren over de uitslag van het onderzoek naar aanleiding van de brief van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) d.d. 10 mei 1995. De Kamer een notitie doen toekomen over de btw-tarieftoepassing op nieuwe media, elektronische informatievoorziening in het kader van de elektronische snelweg en daarmee verwante aandachtspunten, zoals abonnee-tv. Met Justitie van gedachten wisselen over verplichte registratie bij economische-eigendomsoverdracht.
In verdragsonderhandelingen over het Eurovignet aan de orde stellen: - mogelijkheden voor gespreide betaling - mogelijkheden voor vrijstelling voor leen- en huurvrachtwagens, als dit in praktijk problemen geeft - voorkomen van dubbele belasting bij gebruik van wisselende vrachtwagencombinaties. TK informeren over uitkomst op dit laatste punt. Bereid om gevallen waarin het wetsvoorstel tot duidelijke knelpunten leidt in de uitvoering soepel te behandelen.
De eerste tussentijdse rapportage is bij brief van 20 maart 1996 (nr. PFC96/441M) aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II 1995/96, 23 934, nr. 13). De evaluatie is op 15 juni 1998 (PFC98/272M) aan de Tweede Kamer gezonden.
TK geïnformeerd bij brief van 19 december 1997 (Kamerstukken II 1997/98, 25 022, nr. 14).
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
17
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
32. 1995–1996
Contact opnemen met de collega van Economische Zaken om te komen tot een vergelijking van de fiscale concurrentiepositie van Nederland met die van concurrerende landen. De problematiek zal breder bekeken moeten worden.
Staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 475.
Wordt uitgevoerd door middel van actualisatietoets op het concurrentievermogen. Concurrentietoets is op 12 september 1997 behandeld in MR.en op 14 oktober 1997 door EZ aan de TK gezonden.
Kijken naar fiscale maatregelen van andere landen en die afzetten tegen datgene wat Nederland doet.
Staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 475. Staatssecretaris tijdens debat over de BRK op 6 juni 1996, Handelingen II 1995/96, blz. 5 984.
33. 1995–1996
In overleg met de collega’s van de Antillen zoeken naar mogelijkheden om bonafide penshonado’s, die niet direct kunnen doorstromen naar de nieuwe, wel voor de BRK kwalificerende penshonadoregeling BRK-bescherming te geven.
34. 1995–1996
Algemeen onderzoek overdrachtsbelasting en al haar effecten. Onderzoek wordt uitgevoerd met CPB, SCP, RPD en RIVM. De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt na twee jaar geëvalueerd.
35. 1995–1996
36. 1995–1996
De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen wordt na twee jaar geëvalueerd.
37. 1995–1996
Aan de Eerste Kamer rapporteren wanneer tot een beoordeling is gekomen van de problematiek van de uitleenformules en de mobiliteit. Ik probeer te zoeken naar een adequate oplossing, maar die moet wel binnen de grenzen van de wet en de richtlijn liggen.
1996–1997
Onderzoek verrichten naar verschil in behandeling door de belastingdienst van de gemeenten m.b.t. o.a. detachering van personeel binnen de overheid en welzijnsinstellingen en het werkingsgebied van de WIW en de WSW. In het eerste kwartaal van 1997 zal er een publicatie worden uitgegeven, deze zal aan de EK en TK worden verstrekt.
Minister tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 495. Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg over de afdrachtskorting op 20 november 1995, Kamerstukken II 1995/ 96, nr. 13, blz. 19. Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg over de afdrachtskorting op 20 november 1995, Kamerstukken II 1995/ 96, nr. 13, blz. 19. Staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 13–500 en 13–501.
Tijdens het periodieke overleg in de week van 5 januari 1998 is overeenstemming bereikt over toevoeging van de gewijzigde Penshonado-regeling aan de kwalificeerde lijst van art. 35b. BRK. De Nederlandse Antillen zijn niet met voorbeelden gekomen van penshonado’s die niet direct kunnen doorstromen naar deze regeling. Op 13 februari 1998 is er een brief naar EK gestuurd, waarin wordt gemeld dat in het licht van de verkenning 21e eeuw er geen algemeen onderzoek meer komt. De evaluatie is afgerond. Rapportage naar de Kamer op 3 februari 1998, Kamerstukken II 1997/98 25 875, nrs. 2–3. De evaluatie is afgerond. Rapportage naar de Kamer op 3 februari 1998, Kamerstukken II 1997/98 25 875, nrs. 2–3. De Voorzitter van de EK is geïnformeerd bij de brieven van 11 december 1997, (VB 97/2 995 en VB 97/2 996).
Staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de EK Handelingen I, 1996/1997, blz. 384, 385, 414
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
18
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
38. 1996–1997
Bij verkenning van het belastingstelsel van de 21e eeuw de voor- en nadelen van een analytisch belastingstelsel nader bezien.
Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg van 23 oktober 1996, Kamerstukken II 1996/97, 24 761 nr. 26, blz. 34.
Verkenning van het belastingstelsel in de 21e eeuw (Kamerstukken II 1997/98, 25 810).
Hier wordt ook bij betrokken: – de problematiek van de vermogensbelasting – fiscale behandeling gehuwden versus ongehuwden – wisselwerking tussen de aftrek van hypotheek- en consumptieve rente
Staatssecretaris tijdens debat op 24 oktober 1996 inzake wetsvoorstel 24 761, Handelingen II 1996/97, blz. 1202 en 1205.
– vergelijking van Nederlandse- en buitenlandse fiscale maatregelen. Daarbij zal ook het Duitse systeem ten aanzien van de vennootschapsen dividendbelastingbelasting worden bekeken. Het belastingstelsel van de 21ste eeuw zal internationaal concurrerend zijn.
Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 689, 691, 692.
– los van «de verkenning van het belastingstelsel» al in het voorjaar een partiële verkenning van de fundamentele verschuiving van directe naar indirecte belastingen presenteren.
Staatssecretaris tijdens algemene financiele beschouwingen op 9 oktober 1996, Handelingen II, 1996/97, blz. 610.
– bij de vormgeving van het belastingstelsel op de lange termijn het samenvoegen van de rente- en dividendvrijstelling betrekken. Zie ook motie Van Dijke, inzake het meenemen van het plan van Van Elswijk. Naar verwachting kan de Kamer in de eerste helft van 1997 een overzicht worden verstrekt van de fiscale instrumenten die de diverse EU-landen hanteren met betrekking tot auto’s. De behandeling van concernfinancieringsactiviteiten gaat gecoördineerd plaatsvinden, zodat de rechtszekerheid en snelheid van de uitvoeringspraktijk van het wetsvoorstel verbetert. Eind 1997/begin 1998 een nadere notitie verdragsbeleid.
Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg van 23 oktober 1996, Kamerstukken II 1996/97, 24 761 nr. 26, blz. 33.
39. 1996–1997
40. 1996–1997
41. 1996–1997
42. 1996–1997
43. 1996–1997
Notitie over het belang van activa, met name geactiveerde merken, octrooien en R&D Kamer informeren over onderzoek van de Europese Commissie naar het werkgelegenheidseffect van een verlaagd BTW-tarief op arbeidsintensieve diensten.
Staatssecretaris tijdens het algemeen overleg met de vaste Commissie voor Financiën van 3 september 1996, Kamerstukken II 1996/97, 25 000 IXB, nr. 6, blz. 3. Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 693.
Overzicht toegezonden aan TK bij brief van 23 april 1998.
Staatssecretaris tijdens het overleg op 24-04-1997 met de vaste commissie voor Financiën Kamerstukken II, 1996/ 97, 25 087. Staatssecretaris tijdens overleg over het rapport van de ARK «financiële relaties met grote ondernemingen.» Staatssecretaris tijdens verzameloverleg met vaste commissie van Financiën en Economische Zaken over problematiek van schoenherstellers op 4 december 1996.
Deze notitie is op 15 april 1998 aan de TK gezonden (Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr. 4).
Voor de uitvoering hiervan is een werkgroep ingesteld (besluit 24 februari 1997, DB 97/393), die met ingang van 1 januari 1997 actief is.
Notitie is op 22 januari 1998 aan de TK gezonden (Kamerstukken II 1997/98 25 080, nr. 27). Toezegging is afgedaan tijdens Europaoverleg van 16 februari 1998. Zie ook brief WV98/25.
Kamer informeren over de evaluatie door de Europese commissie van BTWtarieven.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
19
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
44. 1996–1997
De resultaten van het onderzoek, dat in de begroting is aangekondigd, waarin fiscale maatregelen in het buitenland worden vergeleken met Nederlandse fiscale maatregelen, zullen in de loop van 1997 de Kamer bereiken. In de verkenning van het belastingstelsel van de 21e eeuw zullen dergelijke aspecten ook aan de orde komen. Zie ook andere toezeggingen/motie over belastingstelsel 21e eeuw. De «pakketbenadering» als het gaat om fiscale stimulansen in het kader van het beleid gericht op het aantrekken van buitenlandse investeerders aan de orde stellen bij minister Wijers.
Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 691.
Wordt uitgevoerd door middel van actualisatie toets op het concurrentievermogen. Concurrentietoets is op 12 september 1997 behandeld in MR en op 14 oktober 1997 door EZ aan de TK gezonden.
Staatssecretaris tijdens Algemene financiële beschouwingen/ belastingwetten in de Eerste Kamer, Handelingen I, 1996/97, blz. 385
Toezegging tot een gedachtewisseling over een zorgkostenelement in arbeidskostenforfait. Voor 1 april 1997 komen met een gedachte voor een aanpassing van het aanmerkelijkbelangregime, nu de drempelverlaging er toe kan leiden dat starters minder risicodragend kapitaal kunnen verwerven. Contact met Minister van V&W over eenduidige toepassing door provincies van koelwatervrijstelling in provinciale grondwaterheffing
Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg van 23 oktober 1996, Kamerstukken II 1996/97, 24 761, nr. 26, blz. 37 Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg van 23 oktober 1996, Kamerstukken II 1996/97, 24 761, nr. 26, blz. 33, 40
Bij brief van 7 juli 1997 heeft Stas van EZ de EK geïnformeerd over de presentatie van het Nederlandse vestigingsklimaat. Op 14 oktober 1997 heeft de vaste Commissie voor Financiën een nadere beschouwing gevraagd. Zie brief AFP97/ 388. In wetsvoorstel 25 051, aanpassing LB/IB (Stb. 1996, 655), is hier aandacht aan besteed. De werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers, onder leiding van prof. dr. C.J. Oort, zal in de zomer van 1998 haar bevindingen aan de Staatssecretaris aanbieden. Brief van Minister van Verkeer en Waterstaat van 2 maart 1998, kenmerk HKW/AW 1998/1278, aan voorzitter vaste Commissie.
45. 1996–1997
46. 1996–1997
47. 1996–1997
48. 1997/1998
49. 1997–1998
50. 1997–1998
51. 1997–1998
52. 1997–1998
53. 1997–1998
De brief van de heer Van Wingerden met informatie over de koopkracht van ouderen en de PEMBA zal ook worden toegezonden aan de vaste commissie voor Financiën Met vertegenwoordigers van werkgevers in overleg treden over controletaak van de werkgever in verband met fraudebestrijding in de meerijregeling Getracht zal worden bepaalde technische vragen m.b.t. het amendement Giskes (voorstel om de lokale lastenverlichting via de OZB te laten lopen) te beantwoorden. N.a.v. de motie van Giskes (ingediend bij wetsvoorstel 24 761) heeft de stas 1997 toegezegd de mogelijkheden te onderzoeken om het aftrekplafond voor persoonlijke verplichtingsrenten niet te laten gelden voor milieuvriendelijke investeringen. Samen met VROM en EZ wordt bezien over welk soort milieuvriendelijke investeringen het gaat en op welke wijze deze zo doelmatig mogelijk kunnen worden gestimuleerd. Toezegging dat het wetsvoorstel aanpassing heffing ter zake van aandelenoptie (25 721) in ieder geval voor de verjaardag van de minister (6 mei) is afgehandeld.
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 11 december 1997 met vaste Commissie voor Financiën over het verslag van het evaluatieonderzoek inzake de bepalingen van de grondwaterbelasting en de afvalstoffenbelasting. Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 12, blz. 4 Minister tijdens plenaire behandeling van het Belastingplan 1998. Handelingen II, 1997/98, blz. 2235.
Stas tijdens de Algemene financiële beschouwingen op 16 december 1997. Handelingen I 1997/98, blz. 524. Stas tijdens plenaire behandeling van het Belastingplan 1998. Handelingen II, 1997/98, blz. 2249.
Deze brief is op 26 november 1997 naar de Vaste Commissie voor Financiën gezonden.
Is in december 1997 besproken in Werkgroep fiscaal uitvoeringsbeleid (Van Lunteren). Conclusie: nadere regeling niet nodig. Beantwoord bij brief aan TK van 27 november 1997 (WDB97/540M).
Staatssecretaris tijdens een Algemeen overleg met de vaste commissie op 11 september 1997. Kamerstukken II 1997/98, 24 761, nr. 28
De rapportage is de Kamer aangeboden (zie brief van 25 november 1997, Kamerstukken II 1997/98, 24 761, nr. 29).
Minister tijdens plenaire behandeling van de Najaarsnota. Handelingen II, 1997/98, blz 3021.
Wet van 25 juni 1998, Stb. 1998, 370.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
20
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
54. 1997–1998
Op korte termijn contact opnemen met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te komen tot een oplossing voor de BTW-problematiek die ontstaat door de invoering van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW) (gemeenten zullen bij de uitlening van langdurig werklozen die langer dan één jaar, maar korter dan twee jaar werkloos zijn voortaan BTW in rekening moeten brengen).
Staatssecretaris tijdens Algemene financiële beschouwingen/ belastingwet-ten op 16 december 1997 in de EK, Handelingen I, 1997/98, blz. 550.
Voorzitter EK geïnformeerd bij brief van 29 december 1997, (VB 97/3 110). (Gemeenten zijn op 19 december 1997 door SZW geïnformeerd. De Belastingdienst en de VNG zijn op 29 december 1997 door Financiën geïnformeerd)
Stas tijdens plenaire behandeling van het wetsvoorstel fiscale milieuversterking. Handelingen II, 1997/98, blz. 2268
Is in de werkgroep Fiscaal uitvoeringsbeleid aan de orde gesteld. Conclusie: geen nadere regelgeving nodig.
Stas tijdens plenaire behandeling van het wetsvoorstel fiscale milieuversterking. Handelingen II, 1997/98, blz. 2266
De fasering is opgenomen in de nieuwe Elektriciteitswet (Wet van 2 juli 1998, publicatie in het Staatsblad volgt).
Stas tijdens Algemene financiële beschouwingen van 1 oktober 1997, Handelingen II 1997/98, 25 600, blz. 8–509
Zie brief van 28 januari 1998, (DB98/217), Kamerstukken II 25 107, nr. 7.
Minister tijdens plenaire behandeling van het Belastingplan 1998. Handelingen II, 1997/98, blz. 2233
De evaluatie is afgerond. Rapportage naar de Kamer op 3 februari 1998, Kamerstukken II 25 875, nrs. 2–3.
Stas tijdens de Algemene financiële beschouwingen op 16 december 1997. Handelingen I 1997/98, blz. 524.
Overleg met bedrijfsleven gevoerd.
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 11 december 1997 met vaste Commissie voor Financiën over het verslag van het evaluatieonderzoek inzake de bepalingen van de grondwaterbelasting en de afvalstoffenbelasting. Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 12, blz. 4 Staatssecretaris tijdens plenaire behandeling wetsvoorstel paarse diesel in Tweede Kamer, Handelingen II 1997/98, 25 349, blz. 6–371 m.k. Staatssecretaris tijdens Algemene financiële beschouwingen 1-10-1997, Handelingen II 1997/98, 25 600, blz. 8–512
Brief is beantwoord op 22 december 1997, (VB97/3023).
55. 1997–1998
56. 1997–1998
57. 1997–1998
58. 1997–1998
59. 1997–1998
60. 1997–1998
– Indien het contact met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid niet tot een oplossing leidt over de BTW-problematiek bij invoering van de WIW, de gemeenten voor 1 januari 1998 uitleggen hoe de regeling precies geïnterpreteerd moet worden Toezegging dat de carpoolregeling in de permanente commissie Van Lunteren aan de orde zal worden gesteld, in die zin dat er afspraken met het bedrijfsleven zullen worden gemaakt met betrekking tot de controle. Daarbij zal de suggestie van de heer Schutte m.b.t. een schriftelijke overeenkomst worden meegenomen. Met betrekking tot de belastingplicht voor energiebedrijven wordt een Amvb ontworpen en deze zal in een voorhangprocedure aan de Tweede Kamer worden voorgelegd De Stas. komt met een notitie over de fiscale aspecten van de invoering van de Euro. Hierbij wordt mogelijk belangrijke jurisprudentie van de Hoge Raad, zoals het astbestarrest, betrokken. Bezien zal worden of de evaluatie van de afdrachtskortingssystematiek naar voren kan worden gehaald, zodat in ieder geval de eerste helft van 1998 kan worden beschikt over de resultaten van de evaluatie. Daarnaast zal binnenkort informatie worden verstrekt over de planning van de evaluatie. Bereid met desbetreffende sector in overleg te treden indien de nieuwe meerijregeling problemen oplevert met de lopende CAO’s (deze toezegging is ook bij de schriftelijke beantwoording gedaan) Beantwoording brief Bergen op Zoom inzake sanering stortplaatsen binnen enkele weken beantwoorden
61. 1997–1998
De Kamer in oktober 1997 informeren over de resultaten van het onderzoek naar fraude met rode gasolie.
62. 1997–1998
Minister-President heeft aangekondigd in de loop van oktober 1997 met een publicatie te komen belastingstelsel 21ste eeuw
Brief van 7 november 1997, (VB97/ 2083.2).
Verkenning Belastingstelsel 21e eeuw (Kamerstukken II, 1997/98, 25 810)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
21
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
63. 1997–1998
Oprichten werkgroep in overleg bedrijfsleven en externe deskundigen over aspecten internet in ruimste zin
64. 1997–1998
Uiterlijk 1 maart 1998 zal er een notitie naar de Kamer worden gezonden over leeftijdsdiscriminatie binnen de fiscale wetgeving in het algemeen en binnen de FOR (65-jaargrens) in het bijzonder. De regeling zoals die gaat gelden voor groene beleggingen in het buitenland de Eerste Kamer een afschrift doen toekomen
Staatssecretaris tijdens Algemene financiële beschouwingen 1 oktober 1997, Handelingen II 1997/98, 25 600, blz. 8–510 r.k. Stas tijdens plenaire behandeling van het wetsvoorstel FOR. Handelingen II, 1997/98, blz. 2275
Werkgroep is opgericht bij beschikking d.d. 22 december 1997. Er is aan de TK gerapporteerd op 4 mei 1998. Deze notitie is op 11 maart aan de TK gezonden (WDB 98/661).
Stas tijdens de Algemene financiële beschouwingen op 16 december 1997. Handelingen I 1997/98, blz. 523.
Op 18 mei 1998 is een afschrift van de regeling, zoals die aan de TK is gezonden (MBB 98 099 164) in het kader van de voorhang procedure, aan de EK aangeboden. Op 18 mei 1998 de regeling aan de TK gezonden (MBB 98099164).
65. 1997–1998
66. 1997–1998
De aanpassing van de regeling voor Groenprojecten (uitbreiding groene beleggingen naar het buitenland) zal in een voorhangprocedure aan de Tweede Kamer worden voorgelegd, zodat er van gedachte kan worden gewisseld over de controlemogelijkheden.
Stas tijdens plenaire behandeling van het wetsvoorstel fiscale milieuversterking. Handelingen II 1997/98, blz. 2266
Onderdeel B.2 toezeggingen met een zekere permanentie vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
67. 1992–1993
Harmonisatie accijnzen minerale oliën en verhoging minimumtarieven in de EG bepleiten in het kader van de tweejaarlijkse herziening. De Kamer zal worden geïnformeerd indien knelpunten worden opgelost binnen de ministeriële regeling.
Staatssecretaris tijdens debat op 2 december 1992 inzake het belastingplan 1993, Handelingen II 1992/93, blz. 2240–2241. Staatssecretaris tijdens het debat op 1 december 1994 over de 7e BTWrichtlijn, Handelingen II 1994/95, blz. 30–1983. Staatssecretaris tijdens debat op 15 november 1995 inzake het terugsluis btw-reparatiewetsvoorstel, Handelingen II 1995/96, blz. 1870.
De Commissie heeft op 12 maart 1997 een voorstel voor een Richtlijn belasting op energieproducten ingediend bij de Raad. Eerste melding bij brief van 11 december 1995 (WV95/857) aan de Voorzitter van de vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer. Mogelijkheid heeft zich nog niet voorgedaan. Gebeurt als Commissie met modernisering zesde richtlijn komt. Ambtelijk is wel het signaal afgegeven dat dit punt voor Nederland prioriteit heeft. Zodra zich een dergelijk geval voordoet.
68. 1994–1995
69. 1995–1996
Staatssecretaris is bereid in Brussel een pleidooi te voeren tot verhoging van de bovengrens in de K.O.-regeling BTW.
70. 1995–1996
Wanneer in verband met het signaleren van paracommerciële activiteiten de noodzaak ontstaat om bij ministeriële regeling bepaalde activiteiten van de vrijstelling voor fondswerving uit te sluiten of de kantineregeling aan te passen teneinde het evenwicht tussen de belangen van de horeca en van de onder de vrijstelling vallende sectoren te bewaren, zal de Staatssecretaris de Kamer daarover informeren. De fiscale regeling startende ondernemers zal na twee jaar worden geëvalueerd.
Kamerstukken II 1995/96, 24 428, nr. 5, blz. 6.
Bereid om aan het verzoek van de heer Reitsma tegemoet te komen om na 3 jaar te bezien of de f 163 mln lastenverlichting voor de agrarische sector daadwerkelijk aan deze sector ten goede is gekomen.
Staatssecretaris tijdens debat op 14 november 1995 inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de ib, lb en rvk (MKB), Handelingen II 1995/96, 24 423, blz. 1792.
71. 1995–1996
72. 1995–1996
Staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 474.
Startersregeling is per 1 januari 1996 in werking getreden (Stb. 1996/642). De evaluatie vindt plaats in het kader van de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers. Onderzoek kan eerst na drie jaar plaatsvinden. Staat gepland voor 1999.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
22
Onderdeel B.3 toezeggingen waarvan de uitvoering nog niet is afgerond vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
73. 1986–1987
Evaluatie renteregeling. Hierbij zal naast de budgettaire en organisatorische gevolgen van de regeling tevens met reacties van belastingplichtigen en hulpverleners rekening worden gehouden.
Staatssecretaris tijdens debat op 11 juni 1992 inzake de heffings- en invorderingsrente, Handelingen II 1991/92, blz. 5368.
Evaluatie voorzien voor eind 1998.
1991–1992
Evaluatie van de renteregeling over anderhalf of drie jaar, leidend tot een fundamentele herbezinning waarbij resultaat van de voorgestelde maatregelen onder ogen zal worden gezien. Tevens rekening houden met reacties belastingplichtigen en hulpverleners. Staatssecretaris tijdens debat met de EK inzake de heffingsrente op 24 maart 1987, Handelingen I 1986/87, blz. 977. Bereid om, zodra voldoende materiaal ter beschikking is, te bezien of de middelingsregeling naar tevredenheid werkt.
Staatssecretaris tijdens UCV op 22 november 1989 inzake reparatiewetgeving Oort, Handelingen UCV 1989/90, nr. 1, blz. 53.
Eind 1995 is het onderzoek over de belastingjaren 1990, 1991 en 1992 afgerond. Begin 1997 is een vervolgonderzoek ingesteld. Naar verwachting zal de Kamer in de tweede helft van 1998 hierover worden geïnformeerd. In de tweede helft van 1998 zal een brief aan de Tweede Kamer worden gezonden.
74. 1989–1990
75. 1991–1992
Notitie inzake de wijze waarop de zekerheidsstelling voor de rechten bij invoer en de accijns in de praktijk werkt.
76. 1991–1992
Evalueren van de werking van de Wet brede herwaardering in de praktijk in samenwerking met de verzekeraars.
77. 1992–1993
Te gelegener tijd de Kamer informeren, zo nodig vertrouwelijk, over resultaten van de aanpak van de bestrijding van handel in vervangingsreservevennootschappen.
78. 1992–1993
Evaluatie winstdelingsregeling die mede benut zal worden om te bezien of verdere stroomlijning van de bestaande bedrijfsspaarregelingen kan worden overwogen. Problematiek inzake het lot van de bedrijfsspaarregelingen in gevallen van faillissement zal worden voorgelegd aan de Minister van Justitie.
Staatssecretaris tijdens debat op 7 september 1993 inzake het initiatiefwetsvoorstel Vermeend/ Vreugdenhil inzake winstdeling, Handelingen II, 1992/93, blz. 6755. Staatssecretaris tijdens debat op 7 september 1993 inzake het initiatiefwetsvoorstel Vermeend/ Vreugdenhil inzake winstdeling, Handelingen II 1992/93, blz. 6764.
Knelpunten die het aandelenbezit van werknemers in de weg staan in beeld brengen en vervolgens daarover rapporteren Afkoop alimentatie door het storten van een koopsom bij een verzekeringsmaatschappij voor een lijfrente. Toezegging om dat te onderzoeken. Kamer informeren over Rijnvaartproblematiek.
Staatssecretaris tijdens debat Algemene Financiële Beschouwingen op 13 oktober 1994, Handelingen II 1994/95, blz. 10–397. Staatssecretaris tijdens wetgevingsoverleg op 7 november 1994, Kamerstukken II 1994/95, 23 046, nr. 18, blz. 22. Staatssecretaris tijdens algemeen overleg met de vaste commissie voor Financiën op 1 februari 1995, Kamerstukken II 1994/95, 23 638, nr. 6, blz. 8.
79. 1992–1993
80. 1994–1995
81. 1994–1995
82. 1994–1995
Staatssecretaris tijdens debat op 5 december 1991 inzake wijziging van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen, Handelingen II 1991/92, blz. 2 176. Staatssecretaris tijdens debat op 10 december 1991 inzake de brede herwaardering, Handelingen I 1991/92, blz. 393 en 402. Staatssecretaris tijdens debat op 11 november 1992 inzake het begrotingshoofdstuk voor financiën, Handelingen II 1992/93, blz. 1520.
De evaluatie is in de tweede helft van 1997 gestart, afronding voorzien voor eind 1998. Er lopen enige civiele procedures. Na afloop van die procedures zal de Kamer worden geïnformeerd. In ieder geval heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waaruit blijkt dat de ontvanger langs civielrechtelijke weg belastingschulden via een onrechtmatige-daadactie kan invorderen. Dit is echter een tussenstand. De procedures worden vervolgd. Wordt meegenomen in de evaluatie spaarloonregeling. Met de evaluatie zal zo spoedig mogelijk worden gestart.
Op 10 september 1993 brief gestuurd aan de Minister van Justitie (WDB93/ 268). Minister van Justitie heeft op 25 november 1993 brief teruggestuurd met mededeling dat op wetsvoorstel 22 942 (voorrecht en bodemrecht) een nota van wijziging zal worden ingediend (WDB93/ 416). Deze zal voor de openbare behandeling worden ingediend. Hieraan wordt aandacht besteed in het kader van de herziening van het regime voor de fiscale eenheid. Terzake is een standpunt ingenomen bij het wetsvoorstel inzake de fiscale behandeling van pensioenen (Kamerstukken II 1997/98, 26 020). Er is multilateraal overleg gevoerd met de Commissie, België en Duitsland. Mede i.v.m. de bijzondere situatie in België beraadt de Commissie zich.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
23
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
83. 1995–1996
Er zal vrij snel een nota over kansspelen worden uitgebracht, waarin onder andere aandacht zal worden besteed aan de hele problematiek van de illegale loterijen en de buitenlandse loterijen. In de nota Kansspelbeleid zal ook aandacht worden besteed aan onder andere de vraag van het niet innen van kansspelbelasting, bijvoorbeeld in het illegale gokcircuit. Naar aanleiding van een vraag van de heer Van Walsem is aangegeven dat de discussie omtrent de problematiek inzake terugkeer uit de BV niet is gesloten en dat op dat punt bij de commissies om aandacht zal worden gevraagd.
Staatssecretaris tijdens het begrotingsoverleg op 27 september 1995, Kamerstukken II 1995/96, 24 400 IXB, nr. 5, blz. 4.
Nota «kansspelen herijkt» is inmiddels naar de TK gezonden. Daarin wordt verwezen naar een nog door Financiën uit te brengen studie (Kamerstukken II 1995/96, 24 557, nr. 2, blz. 14). Studie is gaande.
Staatssecretaris tijdens debat op 14 november 1995 inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de ib, lb en rvk (MKB), Handelingen II 1995/96, 24 423, blz. 1799.
De subwerkgroep winst van de werkgroep fiscaal-technische herziening van de loon- en inkomstenbelasting is niet toegekomen aan rapportage over dit onderwerp. Dit onderwerp kan aan de orde komen in de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers. Dit onderwerp kan aan de orde komen in de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers.
84. 1995–1996
85. 1995–1996
86. 1995–1996
87. 1995–1996
88. 1995–1996
De discussie op het punt van de motie van mw. De Vries c.s. om de mogelijkheid van willekeurige afschrijving voor starters in de BV-vorm nog eens te bezien zal worden aangegaan. Bereid een en ander nog eens op een rijtje te zetten. Twee jaar na inwerkingtreding van de fiscale faciliteit voor de zeevaart zal de Kamer bij de begroting van Verkeer en Waterstaat of Financiën worden gerapporteerd over de effecten van de regeling, waarbij mede de tienjaarstermijn zal worden bezien. Verlenen van technische ondersteuning bij ontwerpen van een nieuwe Antilliaanse winstbelasting die voldoet aan internationale normen, het zogenoemde nieuw fiscaal raamwerk.
Bedrijfsopvolging in de landbouwsfeer bezien bij vrijstelling overdrachtsbelasting reorganisaties. De Staatssecretaris laat in het kader van de Werkgroep fiscaal-technische herziening van de loon- en inkomstenbelasting, welke werkgroep ook de doorschuifregeling onderzoekt, het onderzoek naar een oplossing voor de overdrachtsbelasting bedrijfsopvolging voortzetten. Bereid vanuit een positieve grondhouding te kijken naar een verruiming op het punt van de problematiek van de bedrijfsopvolging in de overdrachtsbelasting (art. 15, lid 1, onderdeel g Wet belastingen van rechtsverkeer). Het zal echter wel moeten gaan om een verruiming met het oog op het gelijkheidsbeginsel. Ik zal dat betrekken bij de herziening van de loon- en inkomstenbelasting waarmee wij op het ogenblik bezig zijn in werkgroepverband. Vrijstelling overdrachtsbelasting bij bedrijfsopvolging in de zijlinie.
Staatssecretaris tijdens debat op 14 november 1995 inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de ib, lb en rvk (MKB), Handelingen II 1995/96, 24 423, blz. 1794.
Staatssecretaris tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel 24 482 (wijziging van enige belastingwetten in het belang van de zeescheepvaart), Kamerstukken II 1995/96, 24 438, nr. 8, blz. 9.
Evaluatie zal worden verzorgd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Staatssecretaris tijdens debat over de BRK op 6 juni 1996, Handelingen II 1995/96, blz. 5985.
N.a.v. het periodiek overleg in januari 1998 is het concept NFR aangepast en op 27 januari 1998 voorgelegd. Op 29 januari 1998 is technisch commentaar verzonden. Een nota met contouren NFR is aan de Staten aangeboden. Nadere uitwerking volgt. Het onderwerp bedrijfsopvolging in brede zin is aan de orde geweest in de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers. De rapportage van deze werkgroep schetst een aantal opties die in het vervolgtraject zullen worden meegenomen.
Staatssecretaris tijdens debat op 12 september 1995 inzake het wetsvoorstel reparatie BTW-constructies met onroerende zaken, Handelingen II 1995/96, blz. 12–473. Kamerstukken II 1995/96, 24 428, nr. 5, blz. 15. Staatssecretaris tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer op 12 en 13 december 1995, Handelingen I 1995/96, blz. 12–473. Staatssecretaris tijdens debat op 13 december 1995 inzake het wetsvoorstel 24 428. Handelingen I 1995/96, blz. 500.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
24
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
89. 1996–1997
Voorkomen moet worden dat er onnodige administratieve lasten ontstaan in de uitvoeringspraktijk van bijvoorbeeld artikel 10a. Er zal een praktische en pragmatische aanpak worden gekozen. Dit punt zal meegenomen worden als de hele uitvoeringspraktijk van de fiscale infrastructuur onder de loep genomen wordt. De evaluatie van het wetsvoorstel «fiscale infrastructuur» zal plaatsvinden over drie à vier jaar waarbij de gang van zaken in de praktijk gevolgd zal worden. Indien er eerder gegevens beschikbaar zijn zullen die aan de Kamer gemeld worden. De kwestie van de kapitaalsbelasting zal bij de evaluatie van het wetsvoorstel «fiscale infrastructuur» worden betrokken. Als er zich problemen voordoen m.b.t. de gang van zaken in de praktijk worden die gerapporteerd, waarna er in overleg, zo snel mogelijk tot een oplossing wordt gekomen. Dit geldt ook voor eventuele problemen rond de bedrijfsopvolging (fiscale infrastructuur). Notitie m.b.t. het toetsen van wetgeving aan de Europese regelgeving en Europese ontwikkelingen op dat terrein. Toezegging al eerder gedaan bij financiële beschouwingen naar aanleiding van opmerkingen heer Ybema.
Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 694.
Wordt eventueel meegenomen bij de evaluatie fiscale infrastructuur in het jaar 2000.
Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 695.
Wet is op 1 januari 1997 in werking getreden. Evaluatie over 3 à 4 jaar. Uitvoering in het jaar 2000.
Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 697. Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/97, blz. 698.
Wet is op 1 januari 1997 in werking getreden. Evaluatie over 3 à 4 jaar. Uitvoering in het jaar 2000.
Staatssecretaris tijdens het wetgevingsoverleg van 23 oktober 1996, Kamerstukken II 1996/97, 24 761, nr. 26, blz. 36.
Aan de hand van de uitkomsten van de lopende evaluatie in de loop van 1998 TK informeren.
Staatssecretaris tijdens debat op 10 oktober 1996, inzake wetsvoorstel 24 696, Handelingen II 1996/1997, blz. 5.
Aan de hand van de uitkomsten van de lopende evaluatie in de loop van 1998 TK informeren.
90. 1996–1997
91. 1996–1997
92. 1996–1997
93. 1996–1997
94. 1996–1997
95. 1996–1997
96. 1997–1998
97. 1997–1998
Notitie over de Europese ontwikkelingen nav de uitspraak van het Europese Hof van Justitie en de gevolgen van de uitspraak Er komt een evaluatie van de regeling «kansenzones». Indien dan blijkt dat er in de praktijk vraag is naar verlaging van het benodigde aanschaffingsbedrag van de aangewezen bedrijfsmiddelen (nieuwe bedrijfsgebouwen), kan dit bedrag naar beneden worden bij gesteld. Bereid om na te denken over de problematiek van het inkopen van eigen aandelen. In overleg met de branche de uitvoering van de teruggaafregeling niet achteraf maar in een continueproces volgen, zodat tijdens de rit kan worden bijgesteld indien mocht blijken dat er elementen zijn ingeslopen die niet beoogd zijn en elementen die aanleiding geven tot misbruik en oneigenlijk gebruik. Kamer ter zake informeren. Bereid om in overleg met de branche het kostenaspect en het realiteitsgehalte van de invoering van dieselolie met een afzonderlijk tarief voor zware vrachtautos met de brancheorganisaties nog eens door te exerceren
Staatssecretaris tijdens debat op 21 oktober 1996 inzake wetsvoorstel 24 761, Handelingen II 1996/1997, blz. 36. Staatssecretaris tijdens plenaire behandeling op 27 november 1996 inzake wetsvoorstel 24 880, Handelingen II, 1996/97, blz. 2602.
Zodra zich dergelijke gevallen voordoen.
De regeling is nog niet in werking getreden. Dit zal geschieden bij KB en is afhankelijk van de totstandkoming van de wet op de kansenzones.
Staatssecretaris tijdens Algemene financiële beschouwingen/ belastingwetten in de Eerste Kamer, Handelingen I, 1996/97, blz. 383. Staatssecretaris tijdens plenaire behandeling wetsvoorstel paarse diesel in Tweede Kamer, Handelingen II 1997/98, 25 349, blz. 6–371 l.k..
Komt verder aan de orde bij nadere uitwerking van de nota Belastingen in de 21e eeuw.
Staatssecretaris tijdens plenaire behandeling wetsvoorstel paarse diesel in Tweede Kamer, Handelingen II 1997/98, 25 349, blz. 6–371 r.k.
Analyse consequenties van de branche ontvangen in mei 1998.
Met Directie Douane is structuur voor informatievoorziening opgezet en vastgelegd. Directie Douane rapporteert op korte termijn. In juli 1998 overleg met de branche.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
25
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
98. 1997–1998
Bereid om met de Belastingdienst van gedachten te wisselen over het beleid m.b.t. startende ondernemers.
Stas tijdens Algemene financiële beschouwingen 1 oktober 1997, TK 8, blz. 511.
99. 1997–1998
Bereid om regeling voor zwakke economische regios die betrekking heeft op de jaren 96, 97 en 98 eerder te evalueren dan pas eind 1998. Indien zich nog meer problemen voordoen met betrekking tot de uitvoering van de subsidieregeling voor de pomphouders, zal de Kamer daarvan op de hoogte worden gesteld. Het Kabinet zal in kader NMP-3 terugkomen op de gedachte van een meer milieuvriendelijke grondslag motorrijtuigenbelasting Wanneer de voorstellen uit de verkenning 21e eeuw concrete vormen hebben aangenomen en hierover met de Staten-Generaal van gedachten wordt gewisseld, zal worden aangegeven wat een en ander betekent voor de besparingen op de overheidssector. Informeren naar de mate waarin het ruling-team te Rotterdam (over)belast is en wat er waar is van het bericht dat dit ruling-team gedurende ongeveer een maand geen nieuwe aanvragen in behandeling neemt De regeling voor telewerken zal na een jaar, indien er voldoende gegevens zijn, worden geëvalueerd. Indien de regeling niet werkt, wordt deze stopgezet. De relatie tussen het afschaffen van de vermogensaftrek en de vermogenstoets in de FOR en de gevolgen hiervan bij verschillende sectoren betrekken bij de evaluatie over 2 jaar. Over twee jaar (na 1999) is meer bekend over de feitelijke milieu en economische effecten.
Stas tijdens Algemene financiële beschouwingen 1 oktober 1997, Handelingen II 1997/98, 25 600, blz. 8–511.
Belastingdienst is ook vertegenwoordigd in de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers. In voorbereiding.
100. 1997–1998
101. 1997–1998
102. 1997–1998
103. 1997–1998
104. 1997–1998
105. 1997–1998
106. 1997–1998
107. 1997–1998
108. 1997–1998
Overleg met VROM over onderzoek naar ontwijkgedrag; tevens overleg met IPO.
Uitkomst onderzoek van VROM naar nuttige toepassing grond op stortplaatsen na maart 1998 naar Kamer.
Stas tijdens vragenuurtje op 18 november 1997 TK 25, blz. 1906–1907.
Indien nodig wordt de TK nader geïnformeerd.
Stas tijdens debat op 26 november 1997 inzake het Belastingplan 1998, Handelingen II 1997/98, 25 691, blz. 2240 Stas tijdens debat op 15/16 december 1997 inzake het Belastingplan 1998, Handelingen I 1997/98, blz. 548.
In NMP-3 opgenomen. Afronding eind 1998.
Stas tijdens de Algemene financiële beschouwingen op 16 december 1997. Handelingen I 1997/98, blz. 549.
Berichten inzake Rulingteam te Rotterdam bleken niet juist te zijn.
Stas tijdens plenaire behandeling van het wetsvoorstel fiscale milieuversterking. Handelingen II, 1997/98, blz. 2269
Regeling zal in de loop van 1998 worden geëvalueerd.
Stas tijdens plenaire behandeling van het wetsvoorstel FOR. Handelingen II, 1997/98, blz. 2273.
Evaluatie in 2000.
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 11 december 1997 met vaste Commissie voor Financiën over het verslag van het evaluatieonderzoek inzake de bepalingen van de grondwaterbelasting en de afvalstoffenbelasting.
In de loop van 2000 zal worden gerapporteerd aan de TK.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 12, blz. 4. Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 11 december 1997 met vaste Commissie voor Financiën over het verslag van het evaluatieonderzoek inzake de bepalingen van de grondwaterbelasting en de afvalstoffenbelasting. Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 12, blz. 4. Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 11 december 1997 met vaste Commissie voor Financiën over het verslag van het evaluatieonderzoek inzake de bepalingen van de grondwaterbelasting en de afvalstoffenbelasting.
Voorstellen uit de verkenning 21e eeuw zullen worden geconcretiseerd bij de kabinetsformatie.
Uitkomsten van onderzoek worden in najaar 1998 verwacht.
Uitkomsten onderzoek worden in tweede helft 1998 verwacht.
Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 12, blz. 4.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
26
vergaderjaar
Omschrijving van de motie
Vindplaats
Stand van Zaken/Planning
109. 1997–1998
Schriftelijke reactie in maart 1998 alternatieve grondwatersystemen (oevergrondwaterwinning, diepteinfiltratie, ondergrondse ontijzering).
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 11 december 1997 met vaste Commissie voor Financiën over het verslag van het evaluatieonderzoek inzake de bepalingen van de grondwaterbelasting en de afvalstoffenbelasting.
In voorbereiding.
110. 1997–1998
Verslag van overleg aan de Staatssecretaris van Justitie doen toekomen.
111. 1997–1998
Toezegging evaluatie in het jaar 2000 van de wet inzake de fiscale begeleiding van splitsing en fusie van rechtspersonen. Op verzoek van B.M. de Vries zal de Staatssecretaris de TK een toetsingsschema doen toekomen voor de Nederlandse inzet bij onderhandelingen over de totstandkoming van een bilateraal belastingverdrag.
112. 1997–1998
113. 1997–1998
114. 1997–1998
115. 1997–1998
116. 1997–1998
117. 1997–1998
Staatssecretaris heeft toegezegd zijn opvolger te zullen melden dat het onderwerp van de oudedagsreserve te zijner tijd nadrukkelijk aan de orde moet komen Slotrapportage in 1999 over werking btw-reparatiewet constructies onroerend goed. Brief aan TK over meeropbrengst overdrachtsbelasting economische eigendom Trachten om voor het eind van het jaar de effectiviteit, dus de doelmatigheid en de doeltreffendheid in de praktijk, te meten. Het gaat om de administratieve lasten, de uitvoering en het gebruik. Zo spoedig mogelijk komen met een wetsvoorstel i.v.m. de bestrijding van constructies die het gevolg zijn van de inbrengvrijstelling voor de overdrachtsbelasting (artikel 4 WBR) Toegezegd is, in overleg met de Minister van LNV, een notitie inzake de verschillende aspecten van pachtersvoordelen. Daarbij zal onder meer aandacht worden besteed aan het gebruikersvoordeel, de betekenis van het arrest van de Hoge Raad van 26 maart 1997
Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 12, blz. 4. Staatssecretaris tijdens overleg met vaste Commissie voor Financiën op 2 april 1998 over de evaluatie van de Invorderingswet 1990, Kamerstukken II 1997/98, 25 600 IXB, nr. 22. Staatssecretaris tijdens parlementaire behandeling van het wetsvoorstel 25 709 op 7 april 1998. Handelingen II 1997/98, blz. 5230. Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 18 juni 1998 met vaste Commissie voor Financiën over de notitie «Uitgangspunten van het beleid op het terrein van internationaal fiscaal (verdragen)recht» Kamerstukken II 1997/98, 25 087, nr.4. Staatssecretaris tijdens algemeen overleg met vaste Commissie voor Financiën op 10 juni 1998.
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg met vaste Commissie voor Financiën op 10 juni 1998.
Verslag zal, wanneer dit in druk is verschenen, toegezonden worden.
Evaluatie vindt plaats in 2000
Er wordt naar gestreefd in het najaar van 1998 een toetsingsschema naar de TK te sturen.
Zal na kabinetsformatie worden afgerond.
Tussenrapportage is op 21 april 1998 aan de TK gezonden.
Idem.
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg met vaste Commissie voor Financiën op 8 april 1998 over de evaluatie van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. Kamerstukken II 1997/98, 25 875. Staatssecretaris tijdens algemeen overleg met vaste Commissie voor Financiën op 10 juni 1998.
Staatssecretaris tijdens algemeen overleg op 25 juni 1998 met vaste Commissie van LNV, Kamerstukken II, 1997/98, 25 600 XIV, nr. 28.
Onderzoek is in voorbereiding
In voorbereiding.
In voorbereiding.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
27
GELDENDE CIRCULAIRES VAN HET MINISTERIE VAN FINANCIËN1
BIJLAGE 4 Datum van verzending
Registratienr.
Afzender
Geadresseerde
Onderwerp
Korte aanduiding van de inhoud
Titel
Feitelijke ondertekenaar
20-01-1994
Fip93/777
Min.v.Fin. Directie Financiën Publiek rechtelijke Lichamen
De gemeentebesturen
Ruiming explosieven
Beëindiging bijdragebesluit van 1985 (inhoudende de formalisering van het overgangsregime voor 1992 en 1993) en de uitgangspunten voor de nieuwe bijdrageregeling 1994
Bijdragebesluit Kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog (nieuwe bijdrageregeling m.i.v.1994 en het overgangsregime)
Staatssecretaris
15-2-1995
BGW 95/48-M
Min.v.Fin. Directie Binnenlands Geldwezen Afdeling Effecten, Banken en Monetaire Aangelegenheden
derivaten Provincies – gemeenten – waterschappen – gemeentschappelijke regelingen – politieregio’s
Informatie inzake het gebruik van financiële derivaten in het treasurybeleid van openbare lichamen. De circulaire bevat aanbevelingen voor de risicobeheersing, de administratieve organisatie en de planning
Circulaire inzake het gebruik van derivaten in het treasurybeleid en openbare lichamen
Staatssecretaris
24-11-1995
PFC97/ 1 164M
Min.v.Fin. DG der Belastingen Dir. Planning, Financiën en Control
Alle financiële instellingen van Nederland
renseignering valutajaar 1997
Verzoek aan alle financiële instellingen om voor 1 maart 1997 aan de Belastingdienst opgaaf te doen van alle rente die in 1997 aan natuurlijke en nietnatuurlijke personen is uitbetaald. Dit verzoek wordt ieder jaar gedaan
Reseignering valutajaar 1997
DG der Belastingen
januari 1998
2 289DGM7
Directie Ondernemingen Zuid
Alle advieskantoren/ boekhoudbureaus met landbouwers in hun bestand
Landbouwnormen 1997
De landbouwnormen geven de afspraken weer zoals die gemaakt zijn t.b.v. de akkerbouw, veehouderij en tuinbouw over o.a.: – de waardering van vee – de waardering van boomopstanden – de afschrijving van landbouw- en tuinbouwmachines, waarderingsgrondslagen agrarische gronden, behandeling melk-, mest en suikerquota
Landelijke landbouwnormen
Directeur Directie Ondernemingen Zuid
18-01-1996
Fip95/830M
Min.v.Fin. Directie Financiën Publiekrechtelijke Lichamen
De gemeentebesturen
ruiming explosieven
Toepassing procedure bij de behandeling van aanvragen op grond van anticumulatiebepaling (art.12 van het Bijdragebesluit)
Bijdrageregeling kostenruiming explosieven
Directeur Financiën Publiekrechtelijke Lichamen
2-9-1997
DB97/1 429 M
Min.v.Fin., DG der Belastingen, Directie Directe Belastingen
Burgemeester en Wethouders van de Gemeenten
Belasting- en premieheffing terzake van bijstandsuitkeringen
Uiteenzetting van een aantal richtlijnen m.b.t. de fiscale behandeling van bijstandsuitkeringen
Heffing van belasting/ premieheffing volksverzekeringen t.z.v. bijstandsuitkeringen
Staatssecretaris
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
28
Datum van verzending
Registratienr.
Afzender
Geadresseerde
Onderwerp
Korte aanduiding van de inhoud
Titel
Feitelijke ondertekenaar
27-02-1998
DB98/733 M
Min.v.Fin. , Directie Directe Belastingen
Burgemeester en Wethouders van de Gemeenten
Fiscale behandeling van (categoriale) bijzondere bijstand en gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen
Handreiking voor de fiscale beoordeling van (categoriale) bijzondere bijstandsuitkeringen en gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen
Fiscale behandeling van (categoriale) bijzondere bijstand en gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen
Staatssecretaris
1
Zie de Memorie van Toelichting bij de ontwerp-Gemeentefondsbegroting voor het jaar 1996 voor circulaires op het terrein van de Financiële Verhoudingswet 1996.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
29
BIJLAGE 5
AANBEVELINGEN NATIONALE OMBUDSMAN Uit het jaarverslag over 1997 van de Nationale ombudsman (Kamerstukken 1997–1998, 25 920) blijkt dat het aantal in 1997 ontvangen verzoekschriften 771 bedroeg. Een stijging van 12,6% ten opzichte van 1996 (685). Er zijn 828 zaken afgedaan en 81 rapporten opgemaakt (tegen 91 in 1996). In 58,2% van de gevallen luidde het oordeel van de Nationale ombudsman «behoorlijk». De klachten betroffen voornamelijk de Belastingdienst. De meeste klachten hadden betrekking op de behandelingsduur van brieven, bezwaarschriften en verzoekschriften. Het merendeel van deze klachten kon via de zogenaamde «interventiemethode» snel en bevredigend worden opgelost (82%). Het aantal klachten op het gebied van invordering is opmerkelijk gestegen (van 37 naar 78). Het ging daarbij voornamelijk over betalingsregelingen en kwijtschelding. Voor deze stijging is niet direct een verklaring te geven. In het merendeel van deze klachten had de Belastingdienst niet onjuist gehandeld. Het aantal rapporten over rentevergoeding en schadevergoeding is sterk gedaald (van 18 in 1996 naar 8 in 1997). Oorzaak hiervan kan zijn dat de materie intussen in sterke mate is uitgekristalliseerd. Er zijn 32 klachten binnengekomen over het Centraal bureau motorrijtuigenbelasting. Vijf van deze klachten hebben geleid tot een rapport. In twee zaken was de klacht gegrond. In het merendeel van de overige 27 gevallen werd een bevredigende oplossing gevonden zonder dat er een rapport hoefde te worden opgesteld. Op het terrein van de douane zijn er acht zaken in behandeling genomen en zes rapporten uitgebracht. In drie rapporten was de klacht (deels) gegrond. Er zijn twee rapporten uitgebracht over de Dienst der Domeinen. In één rapport was de klacht deels gegrond.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
30
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
31
U 01.14
Beroepsopleiding FinancieelEconomisch Beleidsmedewerker
U 02.11
art.nr.
U 02.01
St.crt
Het Nederlands muntmuseum
Regeling subsidie tankstations grensstreek Duitsland
Naam
BIJLAGE 6
141
590
80 000
1998
141
590
15 000
1999
begrotingsbedrag (x f 1 000,-)
SUBSIDIES
jonge afgestudeerden voorbereiden op financieel economische beleidsfuncties op nationaal niveau
beheer van staatsmuntcollectie en gelegenheid geven tot bezichtiging
tijdelijke tegemoetkoming aan ondernemers met tankstations ter vermindering van onwenselijke grenseffecten a.g.v. het verschil in accijnsniveau voor lichte olie tussen Nederland en Duitsland dat voortvloeit uit de m.i.v. 1-71997 in werking getreden accijnsverhoging
doelstelling
jonge afgestudeerden (met name economen)
de Staat en belangstellenden
ondernemers met tankstations in een vastgestelde en aan het grondgebied van Duitsland geldende zone
doelgroep
periodieke evaluatie
nee
nee
ex-ante geëvalueerd ja/nee
evaluatie door EZ
oprichting 1994
n.v.t.
datum en aard laatste ex-post evaluatie
EZ
n.v.t.
n.v.t.
vindplaats laatste ex-postevaluatie
2009
ja
horizonbepaling aanwezig (ja/nee; indien ja, jaar)
ja
ja
ja
valt de naleving van de subsidie onder reikwijdte accountantsverklaring ontvanger (ja/nee)
BIJLAGE 7
EVALUATIEPROGRAMMA1 1. Inleiding Evaluatieonderzoek is één van de planning- en controlinstrumenten die door de directies van Financiën worden toegepast. In 1992 is een procedure «beleidsevaluaties» ingesteld op grond waarvan de directies jaarlijks per 1 mei evaluatie-overzichten verstrekken met afgeronde en lopende/voorgenomen onderzoeken. Deze overzichten leiden tot de opstelling van de evaluatieprogrammering die door de Bestuursraad wordt vastgesteld. Er vindt periodiek overleg plaats tussen beleidsdirecties en de centrale directie FEZ over onder andere de beleidsevaluaties. 2. Subsidies De subsidies en de met subsidies vergelijkbare vormen van geldelijke overdrachten worden in de subsidiebijlage (=bijlage 6) toegelicht. In voornoemde bijlage wordt bijvoorbeeld informatie verstrekt over het subsidiebedrag, de doelstelling van de subsidie en over de eventuele datum van de laatste ex-post evaluatie. In de periode 1997–1998 is één onderzoek met betrekking tot subsidies afgerond, namelijk de evaluatie van het Internationaal Belastingdocumentatiebureau. Dit onderzoek is opgenomen onder punt 4 «Overzicht van de in 1997 en 1998 afgeronde onderzoeken». De evaluatieprogrammering inzake subsidies bevat thans geen voorgenomen of lopende onderzoeken. Resultaten van eerdere onderzoeken inzake subsidies kunnen worden teruggevonden in de begrotingen van vorige jaren. 3. Vergunningen
Onderwerp: Doorlichting vergunningen Karakter: Bezien van de mogelijkheden om de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer inzake vergunningen te implementeren in alle vergunningstelsels van Financiën. De evaluatie is gericht op de volgende elementen: heroverweging van het instrument, bedrijfsvoering, leges, handhaving en integriteit. Resultaten: In de eerste voortgangsrapportage die door Justitie gecoördineerd naar de Tweede Kamer is verzonden (TK, 1996–97, 24 656, nr. 5), zijn 30 vergunningstelsels geëvalueerd, namelijk degene die door de AR zijn onderzocht. De andere 30 stelsels, die worden uitgevoerd door de Belastingdienst en die niet in het onderzoek van de AR zijn betrokken, zijn geëvalueerd in de eindrapportage die in juli 1998 gecoördineerd door Justitie naar de Tweede Kamer is verzonden (TK, 1997–98, 24 656, nr. 7). Op de vergunningstelsels die door het Ministerie van Financiën worden gehanteerd, worden de door de Algemene Rekenkamer gedane aanbevelingen inzake het beleidsinstrument vergunningen zoveel mogelijk toegepast. Voor nationale heroverweging van het vergunningsinstrument bestond in veel gevallen niet of nauwelijks ruimte vanwege dwingende EU-regelgeving of VN-resoluties. Voor de stelsels waarbij deze ruimte wel bestond, is geconcludeerd dat het vergunningsinstrument nog steeds opportuun is. De aandacht voor integriteit maakt deel uit van de organisatie van het proces van vergunningverlening. Principes als functiescheiding en functieroulatie worden toegepast voor zover de aard van de te verlenen vergunning dergelijke voorzieningen mogelijk maakt.
1
In het geval er sprake is van een ex ante evaluatie wordt dit tussen haakjes achter het onderwerp vermeld.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
32
4. Overzicht van de in 1997 en 1998 afgeronde onderzoeken ALGEMEEN
Onderwerp: Rijksbrede evaluatie agentschappen Karakter: Bij deze evaluatie is het agentschapsmodel geëvalueerd. Belangrijk daarbij is in hoeverre de doelstellingen die met de agentschapsstatus werden beoogd zijn gerealiseerd, o.a. of met invoering van de agentschapsstatus prikkels ontstaan die leiden tot efficiëntere bedrijfsvoering. Resultaten: Het agentschapsmodel is een goed instrument gebleken voor het voeren van resultaatgericht management. In de zevende wijziging van de Comptabiliteitswet zal worden geregeld dat het baten-lastenstelsel breder beschikbaar wordt gesteld dan alleen voor agentschappen. Onderwerp: Inbesteding binnen het Rijk Karakter: Het betreft een evaluatie-onderzoek naar het systeem van zelfregulering op het terrein van aanbesteden van diensten. Doel van het onderzoek is het beoordelen van de werking van dit systeem, dat is neergelegd in de beleidslijn «Werken voor organisaties binnen en buiten de rijksoverheid». Resultaten: Conclusie van het onderzoek is dat het systeem van zelfregulering in principe een goede is. Wel kan de werking nog verbeterd worden, onder meer door het vergroten van de bekendheid van de Beleidslijn. Onderwerp: Normeringsmethode gemeentefonds en provinciefonds Karakter: Doel is na te gaan of de normeringsmethode die met ingang van het begrotingsjaar 1995 wordt toegepast, werkt zoals bij de invoering ervan was gedacht. Resultaten: De normeringsmethode heeft niet geleid tot een trendbreuk ten opzichte van de uitkomsten van de methode die daarvoor werd gehanteerd. In bestuurlijke overleggen van het Rijk met de VNG en het IPO begin 1998 hebben alle betrokken partijen aangegeven positief te staan tegen voortzetting van de methode in de volgende kabinetsperiode. Onderwerp: Financiële positie van de gemeenten verkend Karakter: Doel is het verkrijgen van indicaties van de financiële positie van de gemeenten, tegen de achtergrond van gemeentelijke signalen dat er cumulatie van financiële problemen optrad. Resultaten: Belangrijke conclusies zijn onder meer dat in de periode 1985–1996 de inkomensoverdrachten van het Rijk (algemene en specifieke uitkeringen) zijn afgenomen en dat de gemeentelijke belastingen en overige heffingen zijn gestegen. Beleidsmatige conclusies uit de resultaten van het onderzoek worden overgelaten aan het nieuwe kabinet. Onderwerp: Verkoopbeleid agrarische domeingronden Karakter: Evaluatie van de effectiviteit van het geformuleerde beleid inzake verkoop van agrarische domeingronden (1995–1998). Dit onderzoek vormt de basis voor de rapportage aan de Tweede Kamer inzake het verkoopbeleid voor de daarop volgende kabinetsperiode. Resultaten: In het rapport van de Commissie Koopmans is geadviseerd geen integrale verkoop tegen niet marktconforme prijzen te houden en heruitgifte van 40-jarige erfpacht onder marktconforme voorwaarden die dan gelden te laten plaatsvinden. Na overleg met de Tweede Kamer over het rapport is het beleid inzake verkoop van agrarische domeinen aangepast.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
33
Onderwerp: Beoordeling aanslagen onroerendezaakbelasting Karakter: Doel van de evaluatie is inzicht te krijgen in de effectiviteit van de beoordeling door Domeinen van de door gemeenten opgelegde aanslagen inzake de onroerende zaakbelasting. Resultaten: In het rapport is een aantal aanbevelingen gedaan ter verbetering van de behandeling van aanslagen onroerendezaakbelasting. Een daarvan is het ontwikkelen van een uniform WOZ-rekenmodel dat eind 1998 gereed zal zijn. Onderwerp: Nieuwe uitgifteregeling voor bestaande locaties voor benzinestations langs het hoofdwegennet (ex ante en ex post) Karakter: Naar aanleiding van een kamermotie wordt onderzocht of het nieuwe uitgiftebeleid leidt tot prijsconcurrentie en of het nieuwe beleid ook kan worden toegepast op bestaande locaties. Resultaten: De belangrijkste conclusie van het rapport is dat meer prijsconcurrentie alleen bereikt zou kunnen worden als de nieuwe uitgifteregeling ook voor bestaande locaties gaat gelden. Dit betekent dat bestaande contracten moeten worden opgezegd. De resultaten zijn ingebracht in de werkgroep markt en overheid. Mede op basis van onderzoek van EZ is in het Kabinet besloten tot opzegging van bestaande contracten. In de loop van 1998 zal bekeken worden hoe de contracten opgezegd kunnen worden en volgens welke methodiek geveild zou moeten worden. De nieuwe uitgifteregeling en de marktconforme tegenprestatie worden ook in dit traject meegenomen. Onderwerp: Privatisering Bureau Vernietiging Overheidsarchieven Karakter: Onderzoeksvragen zijn of het contract met KNP voor de vernietiging van overheidsarchieven na 2000 verlengd moet worden, welke randvoorwaarden daarbij zouden moeten gelden, en wat de vooren nadelen zijn van een decentrale opdrachtgeversrol. Resultaten: Departementen zijn tevreden over KNP. Aanbevelingen bij het afsluiten van nieuwe contracten zijn het aanvragen van offertes van zowel KPN als concurrenten, keuze voor lange looptijd met zoveel mogelijk vast prijsniveau, en voortzetting centrale coördinatie van het contract. Onderwerp: Evaluatie zandprijzen Karakter: Toetsing van de doelmatigheid van de prijsvaststelling en onderzoek naar marktconformiteit. Hierbij wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen in de omgeving. Toetsing zal voornamelijk plaatsvinden door middel van extern onderzoek naar marktconformiteit. Resultaten: Huidig verkoopbeleid lijkt te leiden tot lager prijsniveau dan op de vrije markt tot stand komt. Het is de bedoeling het beleid aan te passen door waar mogelijk te kiezen voor openbare verkoop aan de meest biedende. FINANCIËN BINNENLAND/BUITENLAND Onderwerp: Kasbeheer Karakter: Onderzocht is de doelmatigheid en doeltreffendheid van het kasbeheer van de Rijksoverheid in het licht van relevante doelstellingen en ontwikkelingen, zoals het saldoloos betalingsverkeer en het elektronisch bankieren. Resultaten: Vastgesteld is dat de in het verleden geformuleerde uitgangspunten en doelstellingen, zoals het expliciet maken van de kosten van het betalingsverkeer en het voorkomen van onnodige, dure saldi op de giroen bankrekeningen van de Staat, grotendeels zijn behaald. Door goed in te spelen op recente technologische ontwikkelingen blijven verbeteringen in het kasbeheer mogelijk. Mede met het oog op de veranderingen die als gevolg van de derde fase van de EMU zijn doorgevoerd in de kassiersfunctie die DNB voor de Staat vervult, is tot een algehele aanpassing
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
34
besloten van het halverwege de jaren ’80 ontwikkelde model betalingsverkeer. Naar verwachting zal deze aanpassing leiden tot een sterkere rol van de algemene banken in het betalingsverkeer van de rijksoverheid.
Onderwerp: Wet assurantiebemiddelingsbedrijf (Wabb) Karakter: Evaluatie van de werking van de wet vijf jaar na inwerkingtreding (1 april 1991). Resultaten: De resultaten van de evaluatie zijn verwerkt in een wetsvoorstel tot wijziging van de Wabb dat medio 1998 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Onderwerp: Mogelijke toepassing yieldcurve in financieringsbeleid (ex ante) Karakter: De yieldcurve bevat veel marktinformatie die voor een aantal onderdelen van het financieringsbeleid van belang kan zijn. Nader onderzoek is gewenst op het terrein van theoretische achtergrond, interpretatie en benutting van de (impliciete) informatie die met de yieldcurve samenhangt. Planning: Gelet op de beperkt beschikbare capaciteit en gelet op de informatie over de yieldcurve die uit de geplande Liability Managementstudie naar voren zal komen, komt dit onderzoek vooralsnog te vervallen. Onderwerp: Onderhandelingen stabiliteitspact EMU Karakter: In het onderzoek is de Nederlandse inzet en het resultaat in de periode 1995–1997 geëvalueerd. Resultaten: De onderhandelingen zijn voor Nederland gunstig verlopen. Dit is deels het gevolg van goed optreden van Nederland, deels het gevolg van een gunstige uitgangspositie. Onderwerp: Onderhandelingen over middelenaanvullingen AsDF Karakter: Evaluatie van het onderhandelingsproces en de uitkomst op effectiviteit en doelmatigheid. Resultaten: Naar aanleiding van het onderzoek zijn vervolgacties gepland met betrekking tot het zogheten graduatiebeleid, harmonisatie bank-/ fondsaandelen en verharding van de leningvoorwaarden van het AsDF. FISCALE ZAKEN EN BELASTINGEN
EVALUATIE BELEID EN FISCALE WETGEVING Onderwerp: Internationaal Belastingdocumentatiebureau Karakter: Evaluatie van de bijdrage van het ministerie van Financiën aan het Internationaal Belastingdocumentatiebureau. Toezegging aan de Tweede Kamer. Resultaten: De evaluatie heeft tot de conclusie geleid dat er geen dragende argumenten zijn om de verstrekking van de subsidie te continueren. Het bureau heeft zich ontwikkeld tot een professionele organisatie, die voor haar bestaan niet meer afhankelijk is van overheidssteun. Onderwerp: Werkingssfeer Douanewet (ex ante) Karakter: Studie naar de verbreding van de werkingssfeer van de Douanewet. Gelet wordt onder andere op mogelijke neveneffecten van het beleid en de uitvoerbaarheid van de regelgeving. Resultaten: Dit onderzoek is vervallen, omdat het hieraan ten grondslag liggende beleidsvoornemen tot wijziging van de Douanewet is vervallen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
35
Onderwerp: Evaluatie grondwaterbelasting en afvalstoffenheffing (voorheen: Evaluatie Wet belasting op milieugrondslag) Karakter: Onderzoek naar de uitvoerbaarheid van de bepalingen inzake de grondwaterbelasting en de afvalstoffenheffing en onderzoek naar mogelijke negatieve milieu-effecten en economische problemen. Het besluit tot evaluatie is opgenomen in wetsvoorstel 23 935 amendement nr. 6. Resultaten: De ervaringen van de belastingplichtigen met de uitvoerbaarheid van de belastingen zijn redelijk tot goed. De milieueffecten van de belastingen zijn zo kort na de invoering niet te kwantificeren. De grondwaterbelasting heeft minimaal geleid tot een bewustwordingsproces. Onderwerp: Evaluatie Regulerende Energie Belasting (REB) Karakter: Jaarlijkse rapportage over de gevolgen van de REB met betrekking tot milieu, economische alsmede financiële effecten. Kamerstukken II 1995/1996 24 250, nr. 29. Resultaten: De evaluatie komt te vroeg, omdat statistische gegevens veelal met vertraging beschikbaar komen en bovendien betrekking hebben op een beperkt aantal sectoren. Ook indien de gegevens wel voorhanden zouden zijn, zal het waarschijnlijk niet mogelijk zijn een eenduidig antwoord te geven op de vraag wat de bijdrage van de REB is geweest aan energiebesparing. Het doel van de regeling, het aantrekkelijker maken van duurzame energie door via een fiscale regeling de terugleveringsvergoeding te verhogen, is gerealiseerd. De administratieve lasten voor energiedistributiebedrijven en oliebranche kunnen als relatief gering worden aangemerkt. Onderwerp: Wijziging Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) Karakter: Met ingang van 1 januari 1997 is de BRK gewijzigd. Naast een aantal meer technische aanpassingen is de BRK uitgebreid met enkele anti-misbruikbepalingen. De evaluatie zal zich met name richten op het functioneren van deze bepalingen. Over de uitkomsten van de evaluatie zal jaarlijks worden gerapporteerd aan de Tweede Kamer. Resultaten: In een brief aan de Tweede Kamer van 29 januari 1998 zijn de bevindingen van het onderzoek gemeld. Voorlopig resultaat is dat de anti-misbruikbepalingen in de BRK, die per 1 januari 1997 in werking zijn getreden, afdoende lijken te werken. Conclusie is dat er op dit moment geen aanleiding is nieuwe maatregelen in overweging te nemen. Onderwerp: Mogelijkheden voor teruggaafregeling REB voor bedrijven die afspraken met de overheid hebben inzake energiebesparing (MJA) (ex ante) Karakter: Uitwerken hoofdlijnen mogelijke teruggaafregeling; rapportage aan Tweede Kamer; daarna uitwerken in AMvB. Resultaten: In een brief van 13 oktober 1997 is over de mogelijkheden voor teruggave van de REB gerapporteerd (Kamerstukken II 1997/1998, 24 250, nr. 39). In deze brief is het standpunt ingenomen dat er geen mogelijkheden worden gezien voor een teruggaafregeling REB voor MJA-bedrijven. Deze teruggaafregeling is dan ook niet ingevoerd. Onderwerp: Evaluatie wet afdrachtsvermindering Loonbelasting (LB) Karakter: Met dit onderzoek is de Wet afdrachtsvermindering LB op uitvoeringsaspecten geëvalueerd. Daartoe zijn specifieke controles ingesteld bij ondernemers die om één of meerdere redenen een afdrachtsvermindering hebben gekregen. Ook is aan ondernemers gevraagd worden hoe zij de uitvoering van de wet door de Belastingdienst ervaren. Resultaten: In februari 1998 is een verslag van de onderzoeksbevindingen aan de Tweede Kamer gezonden. De Belastingdienst heeft bij het
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
36
overgrote deel van de gecontroleerde inhoudingsplichtigen geen verschil aangetroffen tussen de toegepaste afdrachtsvermindering en de vermindering waarop recht bestaat. Bij inhoudingsplichtigen met een verschil is er veelal sprake van aanloop- en gewenningsproblemen. Knelpunten zijn de administratieve verplichtingen bij de afdrachtsvermindering kinderopvang en bij het gebruik van standaardsoftware bij de loonberekeningen. Een extern onderzoeksbureau heeft vastgesteld dat driekwart van de gebruikers de regeling goed uitvoerbaar vindt. Van de bedrijven die daar wat van merken, is meer dan 95% tevreden over de uitvoering door de Belastingdienst.
BEDRIJFSVOERING BELASTINGDIENST Onderwerp: Selectiecriteria posten Ondernemingen (O) en Klantdifferentiatie Grote Ondernemingen (GO) Karakter: Dit project richt zich op de risico-analyse en de daaruit voortvloeiende adviezen voor klantbehandeling. Doel is om een methodiek te ontwikkelen waarmee inzicht kan worden verkregen in risico-factoren en omvang van de niet-naleving. Resultaten: Op basis van literatuur en interviews is een visie gepresenteerd over de wijze waarop selectie met betrekking tot (grote) ondernemingen kan worden vorm gegeven. Daarbij staat het onderscheid tussen klantselectie en aangifteselectie centraal. Ook wordt een aantal overwegingen gegeven op grond waarvan een keuze gemaakt kan worden met betrekking tot de opbouw van de selectiemethodiek. Onderwerp: Aangifteselectie Inkomstenbelasting/ Vennootschapsbelasting (IB/VPB) Karakter: Dit project richt zich op de risico-analyse en de daaruit voortvloeiende adviezen voor klantbehandeling. Daarbij gaat het zowel om ondernemingen als grote ondernemingen. Doel is om een methodiek te ontwikkelen waarmee inzicht kan worden verkregen in risico-factoren en omvang van de niet-naleving. Het onderzoek is een vervolg op het project «Selectiecriteria O-posten en klantdifferentiatie GO». Resultaten: Het is mogelijk selectiemodulen samen te stellen voor de aangiften VPB en IB van ondernemers en digra’s. Deze modulen maken adequaat onderscheid tussen wel en niet risicovolle biljetten. Onderwerp: Evaluatie Belastingdienst Aangiftediskette 1996 Karakter: Het onderzoek behelst een evaluatie van de proef met de aangifte-diskette 1996 van de Belastingdienst, gericht op het gebruik en de waardering daarvan. Het is uitgevoerd door middel van telefonische enquêtes onder gebruikers van de diskette. Resultaten: Een ruime meerderheid van de gebruikers is tevreden over het programma (gemiddeld rapportcijfer 7,8). Dit geldt zowel voor de groep die vorig jaar de diskette heeft gebruikt als voor de nieuwe gebruikers. De tevredenheid blijkt ook uit de hoge intentie tot hergebruik onder alle subgroepen. Het valt op dat net als vorig jaar met name groepen uit de bovenlaag (wat betreft opleiding, inkomen en computerkennis) zijn overgegaan op elektronisch aangifte doen. Van de nieuwe gebruikers heeft eenderde deel vorig jaar een diskette van een commerciële uitgever gebruikt. 21% van deze groep had liever de diskette direct toegezonden gekregen. Van de nieuwe mogelijkheid ook de partneraangifte op dezelfde diskette te doen is door 80% van degenen voor wie dit van toepassing was, gebruik gemaakt. Onderwerp: Beveiligingsmonitor (ex ante) Karakter: Ontwikkeling van een meetinstrument dat op eenheden van de Belastingdienst kan worden gebruikt om vast te stellen of de medewer-
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
37
kers zich voldoende bewust zijn van veiligheidsrisico’s (zoals bijvoorbeeld gegevensbeveiliging). Ook effecten van beveiligingscampagnes moeten er mee kunnen worden gemeten. Resultaten: Op basis van een kwalitatief onderzoek is een kwantitatief meetinstrument ontwikkeld dat bij rond 300 medewerkers van de Belastingdienst is uitgetest. Het instrument is daarna aangepast en begin 1998 operationeel in de dienst ingezet.
Onderwerp: Niet-fiscale Douanetaken Karakter: Analyse van de relatie tussen de uitgangspunten die gelden voor vereenvoudigde douaneprocedures, en de vereiste procedures voor de niet-fiscale taken die de douane verricht onder politieke verantwoordelijkheid van andere ministeries. Het betreft de deelterreinen milieu, produktveiligheid en bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten. Het project betreft een voortzetting van het in 1994 gestarte totaalproject, dat ook in 1996 is doorgelopen. Vanwege de omvang van het vakgebied van de niet-fiscale douane-taken is er voor gekozen het meerjaren-project op te delen in deelprojecten. Resultaten: In het project is aandacht geschonken aan de verhouding tussen de algemene vereenvoudigde douaneprocedures en de meer specifieke procedures geldend op het gebied van niet-fiscale douanetaken. In verschillende deelprojecten zijn ervaringen opgedaan in de relaties met diverse ministeries en in samenwerking met verschillende handhavingsdiensten. Het project is overgedragen aan de Directie Douane van de Belastingdienst (buiten het ministerie van Financiën) en geplaatst in hun normale lijnverantwoordelijkheid. Het is voortgezet onder de naam «Professionalisering niet-fiscale douanetaken». Hiervoor is een startnotitie gemaakt. Het project wordt voortgezet door de Directie Douane. Onderwerp: Doorlichting Samenwerking met andere overheidsdiensten Karakter: Het onderzoek moet inzicht geven in de wijze waarop en de mate waarin de samenwerking van Belastingdienst-eenheden onderling en met overheidsdiensten buiten de Belastingdienst, vorm heeft gekregen. Er is uitsluitsel gegeven over het bereikte effect. Als de effecten achterbleven, zijn verbetersuggesties gedaan. Resultaten: In het onderzoek zijn alle eenheden, districten en posten van de directies Grote Ondernemingen, Ondernemingen Noord, Ondernemingen Zuid en Douane ondervraagd (in totaal 80, respons 80%) die respectievelijk 21, 50, 48 en 99 externe samenwerkingsverbanden hebben gemeld. Het aantal interne samenwerkingsverbanden bedraagt circa 150. De voorschriften inzake samenwerking en bijstand bieden een adequate set aan maatregelen om de samenwerking te beheersen. In de praktijk bestaat nog wel onduidelijkheid wanneer en in welke mate de modelconvenanten moeten worden gebruikt. Interne samenwerking wordt hoger gewaardeerd dan externe samenwerking. In de samenwerking met de regionale FIOD-vestigigen, de politie en het ECD ervaart men de grootste toegevoegde waarde. De horeca wordt als de branche het hoogst gewaardeerd op het punt van samenwerking. Onderwerp: Aansturing en beheer landelijke doelgroepen Karakter: Na de herstructurering zijn landelijke doelgroepen onderkend (banken, verzekeringen, olie en gas), daarnaast hebben eenheden branches geadopteerd (bijv. GO Groningen: coöperaties, O-Rotterdam: binnenschippers). Twee jaar na de herstructurering is de vraag gerezen of de destijds gemaakte keuzes voldoen. Doel van het onderzoek is dan ook of de onderkenning van landelijke doelgroepen en landelijke werkgroepen een meerwaarde heeft t.o.v. de niet-geconcentreerde vormen van klantbehandeling.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
38
Resultaten: De huidige geconcentreerde aanpak biedt adequate mogelijkheden om de landelijke doelgroepen effectief en efficiënt te behandelen. De criteria voor de instelling van de doelgroepen zijn nog steeds valide. Aangezien momenteel in grote mate gesteund wordt op collegiaal overleg, kwaliteit van de medewerkers en organisatorische maatregelen, moet er voldoende aandacht gegeven worden aan goede dossiervorming en dient geanticipeerd te worden op mogelijk personeelsverloop. Hoewel separaat ontwikkeld kunnen doelgroepadoptie en landelijke doelgroepen goed naast elkaar bestaan. Onderwerp: Evaluatie invorderingswet 1990 Karakter: In het onderzoek is de werking van de Invorderingswet 1990 nagegaan. De evaluatie kan leiden tot voorstellen voor aanpassing van de wetgeving in verband met de optimalisering van de uitvoering. Resultaten: In de praktijk blijkt dat de Invorderingswet 1990 in het algemeen goed functioneert. Op enkele punten (schorsende werking van verzet, rechtsgang bij aansprakelijkstellingen) worden wijzigingen voorgesteld. Op 13 januari 1998 is een rapportage met een begeleidende brief aangeboden aan de Tweede Kamer. Deze is besproken in het algemeen overleg met de Vaste Commissie voor Financiën op 2 april 1998. Onderwerp: Standaardkostenmodel (SKM) Karakter: Verder ontwikkelen, actualiseren en toepassen van het Standaardkostenmodel. Met dit model kunnen de kosten worden uitgerekend die ondernemers moeten maken om bestaande of nieuwe fiscale wetgeving uit te voeren. Resultaten: In de afgelopen jaren zijn de OB- en LB-modules van het model gereed gekomen. Deze modules worden geactualiseerd. Daarnaast zijn in 1997 modules voor de IB en de Vpb/dividendbelasting ontwikkeld. Onderwerp: Evaluatie aangiftecampagne 1997 en communicatiemonitor Karakter: Vaststellen van het bereik, de waardering en het effect van de campagne «Aangifte 1997». Hiervoor zijn meetintrumenten voor fiscale kennis, fiscale attitude en campagnebereik voorbereid. Resultaten: De algemene spontane herinnering van de campagne is iets gestegen t.o.v. vorig jaar (van 43,1% naar 47,9%). Het totale bereik van de campagne is 73%. Het algemene oordeel over de campagne luidt: behoorlijk goed. In het onderzoek zijn een aantal vragen opgenomen waarmee is nagegaan hoeveel mensen op de hoogte zijn van een bepaalde campagnedoelstelling. Het blijkt dat bijna 90% van de mensen die geen elektronische aangifte doen, wel op de hoogte is van deze mogelijkheid. 57% noemt hiervoor de campagne van de Belastingdienst als informatiebron. Bijna 60% van de respondenten is op de hoogte van het afschaffen van de voorrangsregeling. Onder de mensen die bereikt zijn door de campagne is dit percentage veel hoger (71%), dan onder mensen die niet bereikt zijn (33%). 5. Overzicht van de voor 1998–2003 lopende en voorgenomen onderzoeken ALGEMEEN
Onderwerp: Rapportages evaluatie-onderzoek in de begrotingen Karakter: Jaarlijkse toetsing van de in de begrotingen opgenomen rapportages over evaluatie-onderzoeken aan de begrotingsvoorschriften. Resultaten: Per ministerie is een overzicht met evaluatie-onderzoeken opgesteld. Gestreefd wordt naar een zo volledig mogelijk overzicht van de
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
39
evaluatie-activiteiten van de ministeries, waarin ook de resultaten van afgerond onderzoek en het gebruik daarvan worden aangegeven. Planning: Rapportage ieder jaar in de zomer.
Onderwerp: Kengetallen in de begroting Karakter: Jaarlijkse evaluatie van de presentatie van kengetallen in de begrotingen. Result/Beleid: Per ministerie wordt aangegeven welke artikelen of onderdelen daarvan zinvol kunnen worden toegelicht met kengetallen en worden suggesties gedaan. Doel is te komen tot een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van de kengetallen. Dit jaar is een begin gemaakt met de ontwikkeling van doeltreffendheidskengetallen. Als eerste stap zijn afspraken gemaakt over beleidsterreinen waarvoor doelformuleringen en zo mogelijk doelvariabelen kunnen worden aangegeven. Planning: Rapportage ieder jaar in de zomer. Onderwerp: Evaluatie DAR-tarievenhandleiding Karakter: De evaluatie bestaat uit de jaarlijkse actualisatie van de tarieven en de berekeningswijze en uit een gebruikersonderzoek. De resultaten zullen worden verwerkt in de DAR-tarievenhandleiding 1999. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Bijdragebesluit kosten ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog 1994 Karakter: Het is de bedoeling op basis van de evaluatie te besluiten of en, zo ja, in welke vorm en voor welke periode het Bijdragebesluit per 1 januari 1999 wordt voortgezet. Planning: September 1998. Onderwerp: Lokale lastenverlichting voor gezinshuishoudingen (f 100 maatregel) Karakter: Onderzocht wordt op welke wijze gemeenten de f 100 maatregel hebben uitgevoerd en in hoeverre de maatregel daadwerkelijk heeft geleid tot een verlaging van de lokale lasten. Voorts wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om te bewerkstelligen dat gemeenten ook na 1999 de lokale lastenverlichting ongewijzigd kunnen voortzetten. Planning: September 1998. Onderwerp: Verkoopbeleid niet-agrarische onroerende zaken Karakter: Jaarlijks onderzoek naar de vraag of de verkoop van nietagrarische onroerende zaken in de onderzochte periode heeft plaatsgevonden conform het verkoopbeleid. Planning: Eind 1998 rapportage over verkoopbeleid 1997. Onderwerp: Beleid inzake verhuur van het jachtgenot op staatsgronden (ex ante) Karakter: Huidig beleid toetsen aan juridische en maatschappelijke ontwikkelingen. Eventueel nieuwe beleidsalternatieven aandragen. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Evaluatie gedragslijnen Bodemverontreinigingen in Staatseigendommen (ex ante en ex post) Karakter: Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de mate waarin de gedragslijnen aan hun doel beantwoorden. Het onderzoek vloeit voort uit een toezegging aan het kabinet en wordt in samenwerking tussen Financiën en VROM uitgevoerd. Planning: Eind 1998/begin 1999.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
40
FINANCIËN BINNENLAND/BUITENLAND
Onderwerp: Risicobeheer Karakter: Evaluatie van het risicobeheer van de Rijksoverheid mede in relatie tot het per 1 januari 1997 in werking getreden Besluit Materieel Beheer. Gekeken wordt naar de wijze waarop door de departementen invulling wordt gegeven aan de in het Besluit Materieel Beheer opgenomen regels ter zake van het risicobeheer Rijksoverheid (zie ook decemberverslag 1992 van de Algemene Rekenkamer). Planning: Begin 2000. Onderwerp: Evaluatie oprichtingswet De Nederlandse Munt N.V. Karakter: Ingevolge de wet «regelen met betrekking tot de oprichting van de Nederlandse Munt N.V. en tot wijziging van de Muntwet 1 987» (TK 23 413) dient de minister van Financiën binnen drie jaar na inwerkingtreding van de wet een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk toe te zenden. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Overeenkomst betreffende het in omloop brengen van bijzondere munten in circulatiekwaliteit Karakter: Met het oog op de komst van de euro zal het uitgiftebeleid bijzondere munten (inclusief distributie) opnieuw worden bezien. Thans zijn de Europese kaders voor uitgifte van bijzondere munten evenwel nog onderwerp van bespreking. Planning: 1998/1999. Onderwerp: Wet toezicht beleggingsinstellingen Karakter: Actualisering van de wet aan de hand van ervaringen uit de toezichtspraktijk. Planning: Eerste helft 1999. Onderwerp: Wet giraal effectenverkeer Karakter: Doel is aanpassing van de wet aan marktontwikkelingen. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Evaluatie van de Verzekeringskamer Karakter: In de doorlichtingsrapportage zbo’s heeft de Minister van Financiën aangegeven het voornemen te hebben een vijfjaarlijkse termijn te hanteren voor evaluatie van de doeltreffendheid van het functioneren van de Verzekeringskamer. Planning: Binnen vijf jaar na 1996. Onderwerp: Evaluatie van de Stichting Toezicht (STE) Karakter: In de doorlichtingsrapportage zbo’s heeft de Minister van Financiën aangegeven het voornemen te hebben een vijfjaarlijkse termijn te hanteren voor evaluatie van de doeltreffendheid van het functioneren van de STE. Planning: Binnen vijf jaar na 1997. Onderwerp: Evaluatie van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) Karakter: In de doorlichtingsrapportage zbo’s heeft de Minister van Financiën aangegeven het voornemen te hebben een vijfjaarlijkse termijn te hanteren voor evaluatie van de doeltreffendheid van het functioneren van DNB. Planning: Binnen vijf jaar na 1997. Onderwerp: Evaluatie van het Waarborgfonds Motorverkeer Karakter: In de doorlichtingsrapportage zbo’s heeft de Minister van Financiën aangegeven het voornemen te hebben een vijfjaarlijkse termijn
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
41
te hanteren voor evaluatie van de doeltreffendheid van het functioneren van het Waarborgfonds Motorverkeer. Planning: 1999.
Onderwerp: Regeling Bijzondere Financieringen 1971 Karakter: Conform toezegging in 1996 aan het Parlement zal in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken de actualiteit, doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling worden geëvalueerd. Planning: 2001. Onderwerp: Financieringsbeleid/Staatsschuld Karakter: Naast de continue aandacht van evaluatieve aspecten van (onderdelen van) het financieringsbeleid is aan de Tweede Kamer een integrale evaluatie van het gehele financieringsbeleid toegezegd. Met het oog op de onderstaande Liability Management-studie, alsmede gelet op te verwachten majeure veranderingen in de financiële markten als gevolg van de start van de EMU, dient een dergelijke evaluatie volgens huidige inzichten tenminste ook het jaar 1999 te omvatten. Planning: 2000. Onderwerp: Afwegingskader van vervroegde aflossing Karakter: Doel is de finalisering van een beleidskader waarin afwegingen ten aanzien van vervroegde aflossingen van staatsleningen gemaakt worden. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Liability Management (ex ante) Karakter: Doel is een kader te scheppen waarin risicos en rendementen van financieringsbeslissingen kwantitatief tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Het te ontwikkelen kader zal ook worden gebruikt bij de overige voorgenomen onderzoeken op het terrein van het financieringsbeleid van de Staat. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Toekomst OESO (ex ante) Karakter: Op basis van literatuuronderzoek en praktijkervaring vaststellen wat de waarde van de OESO is voor Financiën in het bijzonder en voor Nederland in het algemeen, en hoe dit in de toekomst gewaarborgd zou kunnen blijven. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Onderhandelingen kapitaalverhoging MIGA Karakter: Het verslag geeft een overzicht van het verloop van de onderhandelingen over de kapitaalverhoging en de Nederlandse inbreng daarin alsmede de gevolgen voor de Rijksbegroting. Planning: 1998. Onderwerp: Onderhandelingen vijfde kapitaalverhoging Afrikaanse Ontwikkelingsbank Karakter: Het verslag geeft een overzicht van het verloop van de onderhandelingen over de kapitaalverhoging en de Nederlandse inbreng daarin alsmede de gevolgen voor de Rijksbegroting. Planning: 1998 Onderwerp: Integrale evaluatie Exportkredietverzekering (inclusief kostendekkendheid) (ex ante en ex post) Karakter: Integrale evaluatie waarin onderzocht wordt in welke mate de doelstelling met betrekking tot het bestrijden van overheidsgesteunde buitenlandse concurrentie (vervalsing) en het bieden van concurrerende voorwaarden aan Nederlandse exporteurs wordt bereikt. Tevens wordt
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
42
bekeken in hoeverre inzicht kan worden verkregen in de kostendekkendheid van de regeling door alternatieve verwerking van de resultaten en in welke mate het premiebeleid, landen- en acceptatiebeleid en recuperatiebeleid van invloed zijn op de kostendekkendheid. Toegezegd aan de Kamer. Planning: 1999.
Onderwerp: Evaluatie schuldtoets Karakter: De werking van de begin 1997 ingevoerde schuldtoets (met OS afgesproken) wordt na één jaar geëvalueerd. De schuldtoets is een check op betaalachterstanden op grond van de Exportkredietverzekering bij landen waarop OS hulpmiddelen verstrekt Planning: 1998. FISCALE ZAKEN EN BELASTINGEN
EVALUATIE BELEID EN FISCALE WETGEVING Onderwerp: Evaluatie regime voor beleggingsinstellingen Karakter: Onderzoek naar de praktische werking van het gewijzigde regime voor beleggingsinstellingen alsmede het feitelijk gebruik van de gewijzigde regeling. Planning: Eind 1998. Onderwerp: Huurwaardeforfait Karakter: Actualisering van de hoogte van het huurwaardeforfait. Planning: In verband met de gewijzigde systematiek van het huurwaardeforfait als gevolg van de Wet Onroerende Zaken (WOZ) is de afronding van de evaluatie voorlopig uitgesteld tot 2000. In 2001 (aanvang van het tweede WOZ-tijdvak) wordt het huurwaardeforfait opnieuw vastgesteld. Onderwerp: Evaluatie effecten van het nihiltarief van de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s Karakter: Het onderzoek heeft als doel de mogelijke effecten van het nihiltarief van de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s vast te stellen. Planning: Tweede helft 2000. Onderwerp: Douanetoezicht (ex ante) Karakter: Studie naar de wenselijkheid van de herziening van de wettelijke regelingen inzake douanetoezicht. Gelet wordt onder andere op de mogelijke neveneffecten van het beleid en de uitvoerbaarheid van de regelgeving. Doelmatigheid en doeltreffendheid van de wetgeving staan hierbij centraal. Planning: Het project is gestart in 1996 en zal medio 1998 worden afgerond. Onderwerp: Rapportage van de werkgroep Evaluatie en herziening fiscale tegemoetkomingen en faciliteiten voor ondernemers Karakter: Het onderzoek heeft als doel om tegemoetkomingen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting op hun doelmatigheid en doeltreffendheid te beoordelen. Indien de uitkomsten daartoe aanleiding geven doet de werkgroep in aanvulling hierop concrete aanbevelingen voor aanpassingen van de regelgeving. Planning: 1998.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
43
Onderwerp: Evaluatie Middelingsregeling Karakter: Met ingang van 1 990 is de middelingsregeling voor de inkomstenbelasting aanzienlijk gewijzigd. Aan de Kamer is toegezegd de regeling te evalueren. Het onderzoek richt zich op de mate waarin van de regeling gebruik wordt gemaakt. Resultaten: De resultaten van de eerste analyse in 1995 geven aan dat van de regeling weinig gebruik wordt gemaakt. Bij de particulieren gebeurt dat door minder dan 5% en bij de ondernemers gaat het om slechts 20 tot 30% van degenen die voor de regeling in aanmerking komen. Het onderzoek is herhaald waarbij het een groter tijdvak beslaat en gebruik maakt van meer recente gegevens. Planning: De toezending van het rapport aan de Tweede Kamer vindt plaats in juni 1998. Onderwerp: Evaluatie Brede Herwaardering I Karakter: Op 10 december 1991 heeft de staatssecretaris van Financiën een evaluatie toegezegd van de wet Brede Herwaardering I die per 1 januari 1992 in werking is getreden. De doelstelling van het onderzoek is het in kaart brengen van de mogelijke knelpunten in de uitvoering van deze wet bij de Belastingdienst. Dit gebeurt door middel van een onderzoek in aangifte-dossiers van belastingplichtigen waarbij met name gekeken zal worden naar de manier waarop de aangifte geregeld is op het punt van de aftrek lijfrentepremies nieuwe regeling. Planning: Voorbereiding en uitvoering: 1997 en 1998. Rapport gereed: eind 1998. De voorbereiding is verlengd, omdat een test op de aanwezigheid van relevante stukken in de aangifte-dossiers noodzakelijk bleek. Onderwerp: Evaluatie Houderschapsbelasting (HSB) Karakter: Aan de Kamer is toegezegd om twee jaar na invoering (1 april 1995) deze wet te evalueren. Aandachtspunten in de evaluatie zijn: kentekenregister en Rijks Dienst voor het Wegverkeer; verzenden van rekeningen; opbrengst; reacties van het publiek; controle; misbruik en oneigenlijk gebruik; boetes; invordering; schorsing; diversen (bijzonder tarief en vrijstellingen/verkoop van particulier aan particulier). Planning: Door nader overleg is het project een jaar vertraagd. Afronding tweede kwartaal 1998. Onderwerp: Evaluatie spaarregelingen Karakter: Bij de behandeling van het initiatief-voorstel VermeendVreugdenhil inzake werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen op 7 september 1993 is door de Staatssecretaris van Financiën een evaluatie van deze regelingen toegezegd. Inmiddels is een eerste inventarisatie afgerond waarin de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I- SZW) een onderzoek heeft verricht onder 1 500 ondernemingen om een beeld te krijgen van de omvang en de aard van het gebruik. In het najaar van 1994 heeft de rapportage van dit onderzoek plaatsgevonden. In juli 1995, 1996 en 1997 is hierover opnieuw gerapporteerd door I-SZW. Door het ministerie van Financiën is in het eerste kwartaal van 1998 een onderzoek uitgevoerd dat gericht is op uitvoerbaarheid van de regelingen voor de Belastingdienst. Daarbij is met name gekeken naar het toepassen van fiscale regels bij deblokkeringen. Planning: Door de complexiteit van de onderzoeksopzet heeft het onderzoek vertraging opgelopen. Het veldwerk is inmiddels voltooid. Rapportage in juni 1998.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
44
Onderwerp: Evaluatie ’Tante Agaath’-regeling (TAR) en andere startersfaciliteiten Karakter: Naar aanleiding van een toezegging aan de Kamer zal de TAR, die voorziet in een faciliteit voor particulieren die (achtergestelde) leningen verschaffen aan startende ondernemers, worden geëvalueerd. De evaluatie richt zich op de vragen in welke mate, en hoe, van de regeling gebruik wordt gemaakt, en wat de effecten ervan zijn. Planning: Naar verwachting zal in de loop van 1998 gerapporteerd kunnen worden over de omvang en de wijze van gebruik van de TAR-regeling. Onderwerp: Evaluatie Wet waardering onroerende zaken (WOZ) Karakter: Doel van het onderzoek is de uitvoerbaarheid van de Wet waardering onroerende zaken vast te stellen voor de Belastingdienst. Eerder is een onderzoek uitgevoerd naar de uitvoerbaarheid van deze wet voor de gemeenten. Het onderzoek is gestart met een tussen-evaluatie waarin de aandacht gericht is op het achterhalen van knelpunten die een spoedige wetswijziging zouden kunnen indiceren. Een plan van aanpak voor de eigenlijke evaluatie wordt momenteel opgesteld in samenspraak met onder meer de Waarderingskamer, Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Planning: Afronding onderzoek: eind 1999. Onderwerp: Evaluatie groen beleggen Karakter: Naar aanleiding van een toezegging aan het parlement wordt de fiscale vrijstelling van belasting en dividend uit zogeheten groene beleggingen geëvalueerd. Daarbij wordt ook gekeken naar projecten duurzaam bouwen. Planning: Tweede helft 1998. Onderwerp: Herziening regime terzake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting Karakter: Wetgeving evalueren, de Tweede Kamer hierover informeren en in het bijzonder aandacht schenken aan de regelingen met betrekking tot gebruikelijk loon en fictieve rente en huur. Planning: In de eerste helft van het jaar 2000. Onderwerp: Bestrijding constructie met betrekking tot onroerende zaken in de BTW/overdrachtsbelasting Karakter: Onderzoek naar effectiviteit van de getroffen maatregelen. Resultaten: Gelet op de korte termijn van het onderzoek zijn geen eenduidige conclusies te trekken; de eerste signalen zijn echter positief. Planning: Tussenrapportage gezonden naar Tweede Kamer op 21 april 1998. Bij mondelinge behandeling in Tweede Kamer (op 10 juni 1998) is aangedrongen op vervolgrapportage eind 1999. Onderwerp: Regeling kansenzones (ex ante) Karakter: De fiscale regeling kansenzones moet nog in werking treden. Zij geeft een faciliteit voor investeringen met een minimumbedrag van f 500 000 in nieuwe gebouwen. Onderzocht moet worden of deze minimumgrens belemmerend werkt. Planning: Na afloop van het eerste jaar na inwerking treden. Onderwerp: Fiscale faciliteit: tonnagebelasting Karakter: De evaluatie valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie voor Verkeer en Waterstaat. Vanuit Financiën wordt gekeken welke fiscale informatie moet worden aangeleverd. Planning: In 1998 zal het project worden afgesloten. Onderwerp: Fiscale infrastructuur Karakter: De wet fiscale infrastructuur is op 1 januari 1997 in werking
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
45
getreden. De evaluatie zal een aantal jaren later plaatsvinden waarbij de gang van zaken in de praktijk gevolgd zal worden en waarin ook de kwestie van de kapitaalsbelasting zal worden betrokken.. Indien eerder gegevens beschikbaar zijn, zullen die aan de Kamer gemeld worden. Planning: Uitvoering van de evaluatie in het jaar 2000. BEDRIJFSVOERING BELASTINGDIENST
Onderwerp: Onderzoek uitstelregeling (ex ante) Karakter: Het onderzoek moet inzicht geven in de mogelijkheden om tot een betere planning te komen voor het inleveren van aangiftebiljetten door fiscale adviseurs. Een belangrijk aspect daarbij is de vraag in hoeverre de verschillende modaliteiten die daarbij denkbaar zijn, onontkoombaar interfereren met de planning van fiscaal adviseurs. Daartoe wordt voor de fiscale jaren 1996 en 1997 onderzoek gedaan naar patronen voor inleverdata. Planning: Er is een tussenrapportage opgeleverd in maart 1997. Het onderzoek voor het eerste proefjaar is afgesloten in april 1998. Het onderzoek voor het tweede proefjaar loopt tot april 1998. Onderwerp: Selectiesysteem IBS 1996 Karakter: Het eerste deelproject betref de jaarlijkse aanpassing en evaluatie van het IBS-selectiesysteem dat IB- en VB-posten aanmerkt als al dan niet risicovol. Binnen het IBS worden de meest risicovolle posten vervolgens uitgeworpen voor handmatige regeling, terwijl de minder risicovolle posten automatisch conform de aangifte worden afgedaan. In een tweede deelproject wordt gekeken of er met behulp van geavanceerde data-analysetechnieken goede selectiecriteria kunnen worden gevonden, anders dan die welke door belastingdeskundigen zijn opgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel technieken uit de statistiek en data-theorie als uit de kunstmatige intelligentie. Er zijn in dit verband inmiddels twee onderzoeken uitgevoerd. Resultaten: De resultaten ten behoeve van het selectiesysteem voor de inkomensheffing 1997 zijn doorgegeven aan de directie Particulieren en in de geautomatiseerde systemen geïmplementeerd. De onderzoeken in het kader van het tweede deelproject leverden tot nu toe geen nieuwe bruikbare selectiecriteria op. Planning: Doorlopend onderzoek. Onderwerp: Communicatie-onderzoek algemeen Karakter: Onder deze verzamelnaam wordt onderzoek verricht op het terrein van communicatie en dienstverlening. Daarbij gaat het om diverse soorten onderzoek: + het vooraf testen van campagne-middelen (zoals radio- en tv-spots, brochures en biljetten); + het meten van effecten van communicatiebeleid (zoals effecten van tv-campagnes) en + tekstanalyses. In 1996 en 1997 zijn een aantal onderzoeken naar de communicatie tussen allochtone belastingplichtigen en de Belastingdienst afgerond. In dat kader zullen verdere initiatieven volgen. Een aantal andere communicatieprojecten wordt in de volgende paragrafen afzonderlijk beschreven. Planning: Dit onderzoek vindt continu plaats. Onderwerp: Fiscale Monitor 1997 en 1998 Karakter: Met de Fiscale Monitor wordt periodiek door middel van gestructureerde interviews een beeld verkregen van de meningen en opvattingen van belastingplichtigen en fiscale adviseurs over de uitvoering van de fiscale wet- en regelgeving door de Belastingdienst. Resultaten: Het onderzoek naar de Fiscale monitor 1997 is afgerond met
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
46
een zevental rapporten. Over het algemeen heeft men een betrekkelijk gunstig oordeel over de Belastingdienst. Planning: Het onderzoek Fiscale monitor 1997 is in januari 1998 afgesloten. Het onderzoek Fiscale monitor 1998 wordt in 1999 afgesloten.
Onderwerp: AWB-conform werken Karakter: Er zal worden nagegaan op welke wijze bestuurlijke aandacht gegeven wordt aan de doelstelling om met ingang van 1 januari 1997 AWB conform te werken. Ook wordt bezien hoe een en ander in de praktijk vorm heeft gekregen en hoe omgegaan is/wordt met daarbij aan het licht komende problemen. Planning: Start: in de loop van 1998. Afronding: 1999. Onderwerp: Fraudeplan 1996 Karakter: Het onderzoek is een aanvulling op het controlplan dat de bewaking van het fraudeplan beoogt. Er wordt gekeken naar de mate waarin binnen het primaire en/of bestuurlijke proces de organisatorische maatregelen genomen zijn die van belang zijn voor de uitvoering van het fraudeplan. Ook de uitwerking van die maatregelen wordt bezien. Planning: Start: in de loop van 1998. Afronding: 1999. Onderwerp: Wervings- en selectiebeleid Karakter: Nagegaan wordt hoe het wervings- en selectiebeleid voor personeel van de Belastingdienst functioneert. Planning: Start: in de loop van 1998. Afronding: 1999. Onderwerp: Voorspelling betalingsrisico’s (ex ante) Karakter: Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is om op basis van gegevens van de Belastingdienst dreigende betalingsrisicos te voorspellen bij ondernemingen. Planning: In de eerste fase, die medio 1998 zal worden afgerond, wordt een beschrijvend kwantitatief onderzoek uitgevoerd naar het invorderingsproces bij ondernemingen. Onderwerp: Fundamenten van de bouw (ex ante) Karakter: Het onderzoek moet leiden tot een voorstel op grond waarvan een behandelstrategie voor de bedrijfstak bouw kan worden vastgesteld. De fiscale risico’s per relevante doelgroep binnen de bedrijfstak bouw worden in kaart gebracht en er wordt een methodiek ontwikkeld waarmee een rangorde in de risico-groepen kan worden bepaald en een optimale mix van beheersmaatregelen kan worden vastgesteld. Planning: Datum eindrapport: augustus 1998 en start validering van het model. Onderwerp: Analyse Inkomens Informatie Systeem Karakter: Het Inkomens Informatie Systeem is een bestand met gegevens over de loon- en inkomstenheffing van een aselecte steekproef van ongeveer 225 000 personen uit de gehele Nederlandse bevolking. Per belastingjaar wordt het bestand voor ieder persoon gevuld met gegevens over de eventuele aangifte, aanslagen, correcties, verminderingen en navorderingen alsmede renseigneringsgegevens zoals bijvoorbeeld de loon- en renteopgaven. Met het bestand worden diverse analyses uitgevoerd, waaronder historische vergelijkingen, simulaties van effecten van wetsvoorstellen, analyse van de effecten van doelgroepacties, onderzoek naar de compliance-ontwikkeling en naar de ontwikkeling van de grondslag voor de inkomensheffing. Resultaten: Jaarlijks wordt een standaardrapportage opgeleverd. De andere analyses zijn in notities vastgelegd. Planning: Doorlopend onderzoek.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
47
Onderwerp: Analyse Vennootschapsbelasting Informatiesysteem Karakter: Het VIS is een centraal bestand met gegevens over geselecteerde rubrieken van de aangifte vennootschapsbelasting van ongeveer 300 000 ondernemingen (BV’s, NV’s en andere zelfstandige rechtsvormen). Jaarlijks wordt een standaardrapportage opgeleverd en daarnaast een meerjaren-analyse. Verder vinden er afzonderlijke analyses plaats ter ondersteuning van het politieke proces en het bedrijfsproces (doelgroepanalyse, opbrengstraming en opbrengstrealisatie). Resultaten: De eerste jaarlijkse standaardrapportage van het VIS is verschenen in januari 1997. Daarnaast is een rapportage met meer diepgaande analyses verschenen in mei 1997. Planning: Doorlopend onderzoek. Onderwerp: Analyse Landelijk Informatiesysteem Boekenonderzoeken Karakter: Het Landelijk Informatiesysteem Boekenonderzoeken bevat gegevens over ingestelde boekenonderzoeken en de resultaten daarvan. In de jaren 1994 tot en met 1997 zijn er achtereenvolgens 106 000, 146 000, 122 000 en 115 000 boekenonderzoeken uitgevoerd en geregistreerd in het LIB. Resultaten: Periodiek worden standaaroverzichten in tabelvorm opgeleverd. Planning: Doorlopend onderzoek. Onderwerp: Ontwikkeling en analyse Loonbelasting Informatiesysteem Karakter: Ontwikkelen van een beleidsinformatiesysteem op het gebied van de loonbelasting en het verrichten van analyses daarop. De gegevens hiervoor worden maandelijks aangeleverd. Resultaten: Tot nu toe zijn met behulp van het LBIS een aantal ad hoc vragen beantwoord. Planning: Doorlopend onderzoek. Onderwerp: Ontwikkeling en analyse Omzetbelasting Informatiesysteem Karakter: Ontwikkelen van een beleidsinformatiesysteem op het gebied van de omzetbelasting en het verrichten van analyses daarop. De gegevens hiervoor worden maandelijks aangeleverd. Resultaten: Tot nu toe zijn met behulp van het OBIS een aantal ad hoc vragen beantwoord. Planning: Doorlopend onderzoek. Onderwerp: Evaluatie kopieermap allochtonen Karakter: De kopieermap is tweetalig en bevat voor de allochtone ondernemer relevante informatie, onder andere over fiscale onderwerpen. In het onderzoek zal inzicht worden verkregen in de hanteerbaarheid, de leesbaarheid en het gebruik van de map die op vier pilot-eenheden wordt uitgetest. Planning: Afronding december 1998.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
48
BIJLAGE 8
Overzicht inzake economische en functionele classificaties
«Economische codes uitgaven en ontvangsten; stand 1998 begroting 9b» Uitgaven Code
Omschrijving
1997
1998
1999
1 11 12 12.5 13 14
43 729 2 584 177 1 402 845
86 498 2 760 166 1 726 985
30 808 2 804 278 1 853 357
16
«Nader te verdelen; algemeen» Beloning van werknemers Overige goederen en diensten Indirecte belastingen aan sub-sectoren overheid Duurzame militaire goederen Onderhoud grondwerken, water- en wegenbouwkundige werken Verkopen van goederen en diensten
1
Totaal consumptieve bestedingen
4 040 283
26 27 29
Rente Winstuitkeringen Inkomen uit grond en minerale reserves
2
Totaal rente, pacht, overige
32 36 37
9 532
12 746
4 586 395
Ontvangsten 1997
1998
1999
351 448
264 900
163 700
981 006
454 997
412 437
1 332 454
719 897
576 137
149 895 2 054 024 55 395
117 009 2 026 697 228 115
109 923 1 769 095 214 058
2 259 314
2 371 821
2 093 076
59 530 809 81 141 590
12 146
4 700 589
0
0
0
Belastingen op productie en invoer Belastingen op productie en invoer Belastingen op inkomen, vermogen, enz.
78 935 420 319
86 288 503 300
89 620 653 300
61 605 616 83 410 000
67 317 165 85 035 000
3
Totaal inkomensoverdrachten van/aan derden
499 254
589 588
742 920 140 672 399 145 015 616
152 352 165
43A 43D 43Z 47A
Overige inkomensoverdrachten (centrale overheid) idem (ondernemingen i.d. vorm van vennootschappen idem (meerdere sectoren) «Idem; (centrale overheid)»
9 160 6 755
16 642 7 483
4
totaal inkomensoverdrachten binnen de sector overheid
51 56
17 588 7 481
15 915
24 125
25 069
Niet verdeeld Verkopen gebruikte investeringsgoederen
2 029
1 469
1 419
5
Totaal kapitaaloverdrachten van/aan derden
2 029
63A 63D 63G 66 67 68D 69A 69D 69G
Overige kapitaaloverdracht (centrale overheid) «Idem; (ondernemingen i.d.vorm van vennootschappen)» idem (buitenland) Niet-geproduceerde overige activa Vermogensheffingen Investeringsbijdragen Overige kapitaalsoverdrachten «Idem; (ondernemingen in de vorm van vennootschappen)» «Idem; (buitenland)»
6
Totaal kapitaaloverdrachten binnen de sector overheid
73C 73G 77A 77D 77G 78D
Aankoop v. aandelen en overige deelnemingen «Idem; (buitenland)» aflossing van langlopende leningen (centrale overheid) idem (ondernemingen i.d. vorm van vennootschappen) «Idem; (buitenland)» Verkoop van aandelen en overige deelnemingen (ondernemingen) Verkoop van aandelen en overige deelnemingen (buitenland)
78G
7
Totaal investeringen
96
Chartaal geld (rijk)
sum
84 389 2 210
5 315
12 800
13 150
1 499 174 737
212 040
212 040
181 551
224 840
225 190
311 354
420 557
527 420
1 469
1 419
311 354
420 557
527 420
79 037 156 739
14 525 383 739
927 427
631 000
644 000
177 353 2 065 461 904 1 975
454 300 2 155 000 1 000 1 100
168 800 2 315 000 1 000 100
88 673 16 879
60 987 7 200
60 987 7 000
3 278 672
3 310 587
3 196 887
8 606 4 004
8 606 4 328
86 599
235 776
398 264
475 082
7 000 592 215
599 407 326 281 4 265
5 000 000 115 000 475 082
5 119 162
599 215
6 029 568
599 407
330 546
5 127 610
12 934
56 379
42 500
42 500
6 467 668 148 422 669 157 266 153
159 026 309
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
49
«Functionele codes uitgaven; stand 1998 begroting 9b» Uitgaven Code
Omschrijving
01.20
Financieel bestuur en domeinen «eigendommen; algemeen» «Idem; fiscaal apparaat,» «Idem; financiële diensten» «Idem; Munt» «Idem; Domeinen/eigendommen» Nog niet verdeeld (loon-, prijsbijstelling, onvoorzien) Centrale diensten van het bestuursapparaat; overige «Buitenlandse betrekkingen; algemeen» «Idem; deelneming aan internationale organisaties van algemene aard» «Ontwikkelingssamenwerking; via internationale organisaties» Overige hulpverlening «Sociale voorzieningen; arbeidsongeschiktheid» Oorlogs- en rampschade «Brandstof en energie; algemeen» Algemene economische aangelegenheden Industrie Handel en opslag Overige diensten Belastingontvangsten «Overheidsschuld; ontmunting en aanmunting»
01.22 01.23 01.24 01.25 01.29 01.34 01.40 01.43 01.53 01.54 06.15 06.35 09.1 11.1 11.3 11.4 11.7 13.6 14.3 sum
Ontvangsten
1997
1998
1999
1997
1998
1999
308 601 4 087 955 1 096 22 114 95 158
294 927 4 911 427 1 280 75 805 111 668 30 580 7 481
16 116 1 838 538 197 938 1 850 915 261
5 079 422 1 264 400 183 432 310 1 380 056
42 221 1 598 300 173 432 310 1 117 828
6 755
399 575 4 606 153 1 280 41 954 108 987 750 7 483
9 047 14 656
7 800 7 200
8 150 7 000
14 652
8 052
25 748
462 640
584 163
573 659
8 395 7 591 83 212 16 913
8 395 79 037 121 739 55 000
9 829 14 525 346 739 64 000
4 080
7 000
5 119 162
6 029 568
115 000 7 282
4 596
4 814
235
5 040
5 040
988 802 676 000 62 451 56 229 1 812 2 294 264 1 932 696 142 016 184 146 491 716 58 233 62 256
471 000 269 030 1 688 013 153 597 915 43 256
6 467 668 148 422 669 157 266 153
159 026 309
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
50
BIJLAGE 9
VOORLICHTING Voorlichting over de introductie van de euro Het doel van de voorlichting over de komst van de euro is eraan bij te dragen dat de overgang van de gulden naar de euro zo soepel mogelijk verloopt. De overgang naar de euro raakt aan alle aspecten van de maatschappij. Iedereen is er op enigerlei wijze bij betrokken. Er komen vele vragen in de samenleving op, en uit allerlei geledingen van de samenleving worden informatie en standpunten over de euro uitgedragen. Deze dynamiek maakt dat de voorlichtingsactiviteiten omvangrijk en complex zijn. In deze diversiteit en intensiteit kan en wil de overheid niet als monopolist optreden. I. Het Nationaal Forum voor de introductie van de euro De overgang van gulden naar euro wordt door zowel de overheid als een groot aantal maatschappelijke organisaties als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwd. Het Nationaal Forum voor de introductie van de euro, eind 1995 ingesteld door de Ministerraad, geeft uitdrukking aan deze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een groot aantal maatschappelijke organisaties heeft in het Nationaal Forum zitting: AEX, CNV, Consumentenbond, FNV, LTO-Nederland, MKB-Nederland, De Nederlandsche Bank, Nederlandse Vereniging van Banken, Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Financiën, Pensioenfondsen, Raad Nederlandse Detailhandel, Vakcentrale MHP, Verbond van Verzekeraars, VNG en VNO-NCW. Het Nationaal Forum staat onder voorzitterschap van de Thesaurier-Generaal. De afstemming van de voorlichtingsactiviteiten van het Nationaal Forum vindt in het Voorlichtersforum plaats, onder voorzitterschap van de directeur Voorlichting van het Ministerie van Financiën. Het Voorlichtersforum is samengesteld uit de voorlichtingschefs van de deelnemende organisaties. In het Voorlichtersforum worden afspraken gemaakt over een op elkaar afgestemde voorlichtingsstrategie met betrekking tot de introductie van de euro. Het doel van de samenwerking is het publiek te bereiken met eenduidige voorlichting over de euro. Uitgangspunt van de eurovoorlichting is een gezamenlijke aanpak door alle organisaties die in het Nationaal Forum zitting hebben. De coördinatie van de eurovoorlichting binnen de overheid vindt plaats in de Voorlichtingsraad. Omdat vastgehouden moet worden aan het principe van de ministeriële verantwoordelijkheid vindt deze afstemming van de communicatieplannen plaats op basis van intercollegiale toetsing. De uitgangspunten van het Nationaal Forum zijn soevereiniteit in eigen kring en subsidiariteit. Daarom is de afspraak in het Voorlichtersforum, dat iedere organisatie zelf verantwoordelijk is voor de voorlichting naar de eigen achterban. Onder soevereiniteit in eigen kring wordt de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken organisaties verstaan, onder het subsidiariteitsbeginsel wordt verstaan dat de afzender van de voorlichting degene is die het dichtst bij de ontvanger staat. Deze is immers het best toegerust om de ontvanger te bereiken, waardoor de berichtgeving het meest zuiver en effectief overkomt. Het publiek haalt zodoende de informatie op de plaats waar het altijd informatie haalt: bijvoorbeeld vragen over de aangifte bij de belastingdienst, vragen over hypotheken bij de hypotheekverstrekkers. De kosten van de massamediale voorlichting worden gedragen door het Ministerie van Financiën, evenals de kosten van de voorlichting aan de organisaties die de verdere voorlichting aan burgers en bedrijfsleven
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
51
verzorgen. Deze organisaties dragen zelf de kosten voor de verdere voorlichting aan hun eigen achterban. II. Fasen in de voorlichting
a. Tot en met 1998 De basis van de eurocampagne is het geven van inhoudelijke voorlichting. Tot aan het eerste weekend van mei 1998 is de voorlichting erop gericht geweest zoveel mogelijk inhoudelijke vragen die bij burgers leven te beantwoorden en om betrokkenheid bij het besluitvormingsproces te creëren. Het bedrijfsleven is gestimuleerd om na te denken over de praktische implicaties van de euro en aangespoord om in een vroeg stadium met de voorbereidingen op de komst van de euro te starten. Speciale advertenties om ondernemers hiertoe aan te sporen werden sinds eind 1997 geplaatst. In mei en juni hebben twaalf informatiebijeenkomsten plaatsgevonden voor ondernemers en agrariërs. Ook de intermediairs van deze ondernemers wordt gewezen op de rol die zij kunnen vervullen voor hun achterban. Met alle vragen over de euro kunnen burgers terecht bij de (gratis) Eurolijn, dat is tevens de plaats waar het beschikbare gratis informatiemateriaal kan worden opgevraagd. Hiernaast kan de Eurosite voor de meest actuele informatie worden geraadpleegd. In mei 1998 werd de definitieve beslissing over de start van de derde fase van de EMU genomen en werd vervolgens de informatiecampagne geïntensiveerd. Deze campagne bestond uit radio en t.v.-spots, frequent geplaatste opvallende advertenties in dag-, week- en maandbladen en wijdverspreide buitenreclames. Voorts was er een informatieve publieksfolder ontwikkeld, verspreid via postkantoren en bibliotheken, via de Eurolijn en via organisaties van het Nationaal Forum. Informatieoverdracht is het leidende thema van dit onderdeel van de voorlichting. In november/december vindt opnieuw een intensivering van de campagne plaats, ter voorbereiding op de ontwikkelingen die vanaf 1 januari 1999 plaats zullen vinden. Bijvoorbeeld de introductie van de girale euro.
b. 1999–2001: monitorfase Met ingang van 1999 sluit de voorlichting aan op de omvang en het gebruik van de girale euro in de samenleving. Door middel van voortdurende monitoring en een flexibele opzet van de communicatiestrategie voor deze periode zal actief worden aangesloten bij actuele ontwikkelingen op de markt en in de samenleving. Door een permanente monitoring van kennis, attitude en behoefte bij het brede publiek in de periode tussen 1999 en 2001 kan met doelgerichte voorlichting de aandacht voor de komst van de euro worden vastgehouden. Er wordt ruim aandacht besteed aan onderzoek ten behoeve van de voorlichting. Gedurende de looptijd van de voorlichtingscampagne zal ruis ontstaan die de perceptie en de positieve werking van de voorlichting kan vertroebelen. Dit kan optreden bijvoorbeeld doordat feitelijke veranderingen in het introductieproces optreden, maar ook door de media aandacht in het algemeen rond het onderwerp en (commerciële) massacommunicatieve inspanningen van andere (commerciële) marktpartijen. Hierdoor is het moeilijk om de effecten van de voorlichtingscampagne van het Nationaal Forum te isoleren. Het kennisniveau rond de euro zal dan ook steeds in deze samenhang moeten worden bezien. Daarom worden de gerealiseerde effecten nauwkeurig gevolgd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
52
De opdracht waarvoor de voorlichting tussen 1999 en 2002 zich gesteld ziet is om op een verstandige wijze om te gaan met de euro-dynamiek die ontstaat. Hoe gebruikt de samenleving de euro? Deze dynamiek wordt daarom op de eerste plaats nauwkeurig gemonitored. De voorlichting kan op verschillende manieren met de dynamiek omgaan, afhankelijk van de vraag wat in een gegeven situatie wenselijk en haalbaar wordt geacht.
c. Na 1 januari 2001: conversiecampagne In 2001 volgt weer een intensivering van de massamediale publiekscampagne die zal uitmonden in de zogenoemde conversiecampagne. Dit campagne onderdeel bereidt het publiek voor op de praktische implicaties die gepaard zullen gaan met de komst van de chartale euro en het verdwijnen van de gulden. In deze fase wordt het publiek gericht geïnformeerd over de praktische kanten van de omwisseling van de gulden in de euro. De voorbereidingen van de werkgroep fase 3b van het NFE vormen het fundament op basis waarvan deze voorlichting gebouwd zal worden. III. Bijzondere aandachtsgroepen In aanvulling op de massamediale campagne is een aantal groepen in de samenleving onderscheiden, die bijzondere aandacht vergen en daarin door middel van specifieke voorlichting worden voorzien. Speciale aandacht wordt besteed aan ondernemers, het onderwijs, minderheden, gehandicapten en ouderen. Veelal wordt deze voorlichting in werkgroepen van het voorlichtingsforum, aangevuld met vertegenwoordigers uit het werkveld, voorbereid.
a. Ondernemers: het bedrijfsleven en intermediaire kaders Voor deze doelgroep bestaat een speciaal traject om de ondernemer te attenderen op de waarde die de intermediaire kaders voor hen hebben: zij kunnen terecht met hun specifieke vragen over de euro bij hun vaste adviseurs: accountants, belastingadviseurs, banken en automatiseerders. Hiernaast is er ook voor ondernemers, net als voor burgers, een informatiepakket te verkrijgen via de Eurolijn en staat er actuele informatie op de Eurosite. De intermediaire kaders zijn door middel van speciale advertenties en folders geattendeerd op de toegevoegde waarde die zij voor hun achterban kunnen betekenen met betrekking tot informatie over de introductie van de euro. De werkgroep Ondernemers staat onder voorzitterschap van het Ministerie van Economische Zaken. Op 8 april 1998 vond een landelijke bijeenkomst plaats voor de brancheorganisaties. De bijeenkomst diende als aftrap voor een twaalftal regionale informatiebijeenkomsten voor kleine en middelgrote ondernemers en agrarische ondernemers, die in mei-juni 1998 plaatsvonden. Het Millennium Platform heeft meegedraaid op deze bijeenkomsten. De regionale bijeenkomsten vormden een belangrijke aanzet tot de voorbereiding van de ondernemer op de komst van de euro. In september heeft het Nationaal Forum zich mogen presenteren op bijeenkomsten van het Millennium Platform. Ook een advertentiecampagne maakt deel uit van het voorlichtingstraject voor ondernemers. Tevens hebben de deelnemende organisaties van de werkgroep ondernemers een gezamenlijke folder uitgebracht waarin onder andere een checklist is opgenomen. Het Nationaal Forum stelt een sprekerspool ter beschikking aan organisaties die informatiebijeenkomsten organiseren en kan daarbij ook hulp en advies aanbieden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
53
De voorlichting van het NF beperkt zich tot het geven van feitelijke, overkoepelende informatie over de euro. Branche-organisaties kunnen een stap verder gaan. Zij kunnen zorg uitspreken, opiniërend zijn en concreet advies geven en ondernemers aansturen op gedrag. Het NF kan voorlichting «tot op het erf» niet waarmaken. De aard van de voorlichting wordt naarmate de tijd vordert steeds specifieker per bedrijf, maar het NF kan alleen algemene informatie geven, omdat het niet over de specifieke kennis beschikt om op branche- of bedrijfsniveau informatie op maat te leveren. Voor het gedrag van de ondernemers kan het NF niet de verantwoordelijkheid op zich nemen.
b. Onderwijs Het Nationaal Forum heeft aanvullend lesmateriaal ontwikkeld voor zowel het basisonderwijs als het voorgezet onderwijs, ook om er voor te zorgen dat scholen die nog niet tot aanschaf van geactualiseerde lesmethoden kunnen overgaan lesmateriaal over de euro tot hun beschikking hebben. Eind 1997 zijn educatieve uitgevers reeds geattendeerd op het feit dat bestaande lesmethodes geactualiseerd moeten worden om tijdig in te kunnen spelen op de veranderingen ten gevolge van de komst van de euro. Het lesmateriaal (voor de basisvorming Vbo-Mavo, Havo-Vwo, basisonderwijs en bovenbouw Havo-Vwo) kan in het schooljaar 1998– 1999 worden gebruikt. Bij de ontwikkeling van het euro-lesmateriaal zijn de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) en het Ministerie van OCW betrokken om aansluiting van het materiaal op de verplichte leerstof in de diverse onderwijstypen te garanderen. c. Minderheden Voor Antillianen, Surinamers, Turken en Marokkanen wordt, conform het bestaande kabinetsbeleid, apart voorlichtingsmateriaal ontwikkeld. Er is in de uitwerking rekening gehouden met de omvang van de doelgroep, het te verwachten kennisniveau over de invoering van de euro en de toegankelijkheid van deze groep tot de algemene informatievoorziening en de campagne. Het traject sluit aan op de massamediale campagne. Radiospots zijn vertaald en waar nodig aangepast. Voor tv is een nieuwsitem opgenomen. Waar nodig is ondersteunend materiaal uit de massamediale campagne (advertenties, brochure) toegankelijk gemaakt voor deze doelgroep. Intermediaire organisaties worden ondersteund en om free publicity te genereren is een meertalig persbericht verspreid. d. Gehandicapten Deze werkgroep onder leiding van De Nederlandsche Bank N.V. richt zich op blinden, slechtzienden, doven en slechthorenden en licht verstandelijk gehandicapten. De juiste timing van deze voorlichting is van groot belang. Te vroeg informeren kan verwarring veroorzaken, maar er moet toch tijd overblijven om tot een juiste dosering te komen. Het ministerie van VWS is bij dit traject betrokken, alsmede de Nederlandse Vereniging voor Blinden en Slechtzienden, het Dovenschap en de Federatie van Ouderverenigingen. In eerste instantie bestaat de campagne uit het zoveel mogelijk toegankelijk maken van het bestaande voorlichtingsmateriaal voor de bovengenoemde doelgroepen. e. Oudere ouderen Ouderenorganisaties besteden in hun media door middel van redactionele artikelen aandacht aan de komst van de euro om de doelgroep op de voor hen meest geschikte wijze voor te lichten. Ook voor deze groep geldt de opmerking over de juiste timing en dosering van de voorlichting, teneinde verwarring te voorkomen. De voorlichting richting oudere ouderen sluit aan bij de massamediale campagne. In zowel print als spots wordt ermee rekening gehouden dat zij ook voor ouderen herkenbaar en aansprekend moeten zijn.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
54
Voorlichtingsuitgaven 1999 In het hieronder gepresenteerde overzicht zijn de uitgaven ten behoeve van de voorlichting over de introduktie van de euro opgenomen. Op deze uitgaven wordt in deze bijlage nader ingegaan. De voorlichtingsuitgaven worden in deze begroting geraamd op de uitgavenartikelen 01.01 (personeel en materieel kernministerie) en 04.01 (personeel en materieel belastingdienst). Uitgaven (bedragen x f 1 000)
Personeel
Materieel Externe advisering
Materieel Overig
Totaal
Fiscale voorlichting Voorlichting euro Overige voorlichting
5 248 475 2 050
150 6 646 –
13 818 23 354* 2 297
19 216 30 475 4 347
Totaal
7 773
6 796
39 469
54 038
*) Het betreft hier een schatting van het bedrag voor de eurovoorlichting van het Nationaal Forum (exclusief PM-posten) en niet de kosten voor de voorlichting van de Belastingdienst voor de euro (fiscale voorlichting).
De materiële uitgaven voor fiscale activiteiten hebben met name betrekking op voorlichtingsbrochures en interne voorlichting bij de Belastingdienst; de uitgaven voor instructie van de belastingplichtige zijn niet opgenomen. Ten opzichte van 1998 zijn de uitgaven voor fiscale voorlichting gestegen. Dit wordt veroorzaakt door een tweetal kostenposten die met ingang van dit jaar deel uitmaken van de uitgaven fiscale voorlichting, terwijl zij voorheen niet expliciet als voorlichtingskosten werden onderkend. Het betreft de kosten voor Belastingbulletin, een intern vakblad dat een groot aantal taakgerichte interne nieuwsbrieven, periodieken, toelichtingen e.d. vervangt. Daarnaast gaat het om de kosten voor kleine en middelgrote campagnes rond de introductie van nieuwe wet- en regelgeving. De materiële uitgaven voor overige voorlichting omvatten onder meer brochures, tijdschriften, ministerie-interne voorlichting, campagnes en opiniepeiling. Voorts zijn hier de voorlichtingsuitgaven van de dienst Domeinen opgenomen. De totale personele kosten hebben betrekking op 76,9 fte’s (waarvan 41 fte’s voor de Belastingdienst). Het bedrag dat volgens bovenstaande tabel voor externe advisering is begroot heeft voornamelijk betrekking op kosten voor advisering in de sfeer van onderzoek en ontwikkeling. Grote campagnes Het Ministerie van Financiën, inclusief de Belastingdienst, heeft de volgende grote campagnes voor 1999 aangemeld bij de Voorlichtingsraad. Binnen deze Raad wijst nadere besluitvorming uit of deze campagnes in uitvoering worden genomen. Bij brief van de minister-president wordt de Kamer hierover nader geïnformeerd. Fiscaal: + Aangiftecampagne: mogelijkheden om aangifte te doen; + Inkomstenbelasting 1998: controlethema; + Aangiftecampagne: fiscale aandachtspunten particulieren 1999; + Fiscale momenten 1999: fiscale aandachtspunten ondernemers 1999; + Fiscale momenten 1999: fraudepreventie. Niet Fiscaal: + Invoering van de euro
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
55
Met betrekking tot de tot nu toe in 1998 gehouden campagnes is het nog te vroeg om een oordeel over de effectiviteit hiervan te kunnen geven. Voor wat betreft de euro-campagne is dit in het voorgaande reeds besproken. De uitkomsten van het evaluatie-onderzoek campagnes Inkomstenbelasting uit 1997 tonen aan dat de belastingplichtige de campagnes geloofwaardig, origineel en overtuigend blijft vinden. De campagne 1997 werd als opvallender beschouwd dan vorige jaren. De Belastingdienst wordt daarbij gezien als een zakelijke, bereikbare, deskundige organisatie die handelt met gezag. Gebleken is dat de kennis onder belastingplichtigen op het werkterrein van de Belastingdienst is toegenomen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de bekendheid van de controletaak van de Douane (invoer van bedreigde uitheemse diersoorten en planten) en over de bekendheid met de aftrekbaarheid van de verzekeringspremie voor het WAO-gat. Verder werden 65-plussers gewezen op de aftrekbaarheid van ziektekosten. Over de aangifte per diskette zijn al wel resultaten bekend van de campagne die in 1998 gevoerd is. Er waren bijna 1 miljoen belastingplichtingen die van de mogelijkheid gebruik hebben gemaakt electronisch aangifte te doen over het belastingjaar 1997. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat een grote meerderheid van de gebruikers (zeer) tevreden is over het programma.
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
56
BIJLAGE 10
CONVENANTEN Algemeen In de periode tussen 1 juni 1997 en 1 juni 1998 heeft de Belastingdienst op verschillende werkterreinen convenanten afgesloten. Het betreft met name convenanten waarin de samenwerking van de Belastingdienst met andere overheidsinstellingen en derden wordt vastgelegd. In de afgesloten convenanten kan een aantal categorieën worden onderscheiden. Een aantal convenanten heeft betrekking op de drugs- en fraudebestrijding, opsporingsonderzoek, (niet)fiscale delicten, samenwerking op het gebied van illegale in-, uit- en doorvoer van goederen. Ook zijn er convenanten afgesloten op het gebied van inning en invordering van Verontreinigingsheffing rijkswateren, voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik van bijzondere zorg, uitvoerende wetten op het terrein van loon- en premieheffing, een goede en doelmatige uitvoering van de vermogenstoets, informatie-uitwisseling ten behoeve van landelijke actie speelautomaten en informatie-uitwisseling ten behoeve van het Coördinatiepunt Internationale Beschikbaarstelling arbeidskrachten. In onderstaand schema worden de verschillende categorieën convenanten van de Belastingdienst weergegeven. Daarin wordt ook aangegeven met welke partijen deze convenanten zijn afgesloten. Convenantenoverzicht Categorie convenanten (doelstelling)
Betrokken partijen
Voorkoming van misbruik en oneigenlijke gebruik van bijzondere zorg
Centraal Administratief Kantoor Bijzondere Zorgkosten b.v.
Goede en doelmatige uitvoering van de vermogenstoets
Ministerie van VROM
Overname van de inning en invordering van Verontreinigingsheffing rijkswateren door de Belastingdienst
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Samenwerking op het terrein van de illegale in-, uit- en doorvoer van goederen
Nederlandse vereniging van Internationale Meubeltransporteurs (NEVIM); Samenwerkende Vakafdelingen Verhuizen en Meubeltransport (SAVAM)
Informatie-uitwisseling over de strafrechtelijke onderzoeken op het terrein van premiefraude en loonbelastingfraude
FIOD (Rotterdam); GAK Nederland b.v./OSD
Fiscale (douane-) delicten en bijdragen aan niet-fiscale delicten
Portefeuillehouder Fraude van het College van Procureurs-Generaal; De Directeur-Generaal der Belastingen
Bestrijding van de productie van en handel in synthetische drugs (Unit Synthetische Drugs)
Minister van Justitie Minister van Binnenlandse Zaken Staatssecretaris van Financiën Minister van Economische Zaken Minister van Defensie Korpsbeheerder politieregio Brabant Zuid Oost Hoofdofficier van Justitie, arrondissement Den Bosch
Samenwerking op het terrein van de loon- en premieheffing en de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de uitvoerende wetten
Belastingdienst Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
57
Categorie convenanten (doelstelling)
Betrokken partijen
Structurele informatie-uitwisseling ten behoeve van het Coördinatiepunt Internationale Beschikbaarstelling van Arbeidskrachten
Belastingdienst Sociale Verzekeringsbank
Tijdelijke informatie-uitwisseling ten behoeve van de landelijke actie speelautomaten
Belastingdienst Ministerie van Economische Zaken Veritex
Samenwerking bij het bestrijden van fraude in de horeca
Belastingdienst/Ondernemingen Belastingdienst/Douane Hoofd FIOD Amsterdam Officier van Justitie Korpschef Politieregio Amsterdam/Amstelland
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
58
BIJLAGE 11
OVERZICHT VAN REGELINGEN EN RESOLUTIES DIE REGELRECHT ZIJN GEWORDEN TUSSEN 1 JUNI 1997 EN 1 JUNI 1998
Datum
Nummer
Onderwerp
2 juni 1997
IFZ97/615M
11 juni 1997 24 juni 1997 26 juni 1997 30 juni 1997 1 juli 1997
DB97/1957M DB97/1428M VB97/457 VB97/432 IFZ97/333M
3 juli 1997
AFZ97/2309M
4 juli 1997 4 juli 1997
DB97/254M IFZ97/670M
15 juli 1997
DB97/2012M
15 juli 1997 16 juli 1997 16 juli 1997 21 juli 1997 23 juli 1997 31 juli 1997 4 augustus 1997 4 augustus 1997 6 augustus 1997
VB97/1706 DB97/2159U AFZ97/2467M AFZ97/2526M DB96/4950M VB97/1889 DB97/2468M VB95/321 VB96/3452
6 augustus 1997 8 augustus 1997
AFZ97/2742M VB97/1921
12 augustus 1997
VB97/964
18 augustus 1997
VB97/2020
26 augustus 1997
VB97/1979
26 augustus 1997 28 augustus 1997 2 september 1997 12 september 1997
DB97/1994M DB97/2381M DB97/1429M DB97/1715M
17 september 1997
VB97/944
18 september 1997 18 september 1997 24 september 1997 24 september 1997 24 september 1997 30 september 1997 1 oktober 1997
DGO-97-00417 VB97/2124 DB97/2950M DB97/2951M VB97/1668 DB97/3432M AFZ97/3409M
2 oktober 1997 13 oktober 1997 15 oktober 1997 21 oktober 1997 22 oktober 1997
DB97/3951M IFZ97/1113M 423 DGM 7 VB97/2465 VB97/1716
28 oktober 1997
DB97/4230M
4 november 1997
VB97/3681
4 november 1997
IFZ97/1220M
7 november 1997 10 november 1997
DB97/3989M VB97/2173
13 november 1997 19 november 1997 21 november 1997
DB97/4468M VB97/2754 DB97/3246M
Aanpassing van de resolutie van 29 juli 1992, nr. IFZ92/258, betreffende verdragsrelaties met voormalige Sovjet- en Joegoslavische republieken Kinderopvang. Algemeen maatschappelijk belang Verlaging percentage tabel bijzondere beloningen Teruggaaf accijns, brandstoffenbelasting en voorraadheffing voor retourdamp benzineproducten Regeling inzake kredietverstrekking Turkse aanvullende belasting over voor uitdeling beschikbare winst aangemerkt als een bronbelasting op dividend Wijziging kwijtscheldingsregeling beslagvrije voet per 1 juli 1997; Kwijtscheldingsregeling en eenmalige uitkering; Kwijtscheldingsregeling en Regeling bijdrage huurlasten Vermogensbelasting bij vruchtgebruik niet langer aftrekbaar Soevereiniteitsoverdracht Hongkong aan China per 1 juli 1997: belastingverdrag Nederland-China niet in Hongkong van toepassing Wijziging beleid inzake vorming voorziening of KER bij milieukosten (herdruk besluit van 22 mei 1995, nr. DB95/1 952) BTW-heffing bij alhier gevestigde aanbieders van telecommunicatiediensten Aftrek rente op leningen ter financiering van bedrijfsovernames Wijziging Leidraad Invordering 1 990 Voorschrift Algemene wet bestuursrecht 1997 Behandeling verzoeken fiscale eenheid gewijzigd Vrijstelling successie- en schenkingsrecht bij verkrijging door musea e.d.; delegatie Beleid met betrekking tot de voorziening en de kostenegalisatiereserve Heffing van kapitaalsbelasting; zelfstandig onderdeel van een onderneming Toepassing van artikel 2 jo. artikel 9 van de Wet op de belastingen van rechtsverkeer; verkrijging juridische en economische eigendom van dezelfde zaak door dezelfde persoon Maatregelen in het kader van de invordering ten behoeve van varkenshouders Toepassing van artikel 2, lid 2, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer; economische eigendomsverkrijging van grond Toepassing van artikel 15, lid 1, onderdeel e, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer; omzetting gevolgd door overdracht onderneming exclusief onroerende zaken Toepassing van artikel 15, lid 1, onderdeel g, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer; vrijstelling overdrachtsbelasting; wijziging van het besluit van 10 mei 1996, nr. VB96/805 Toepassing van artikel 15, lid 1, onderdeel e, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer; inbreng van een onderneming in een bestaande naamloze of besloten vennootschap Uitkering uit persoonsgebonden zorgbudget onder voorwaarde vrijgesteld Aanspraken vrij en uitkeringen belast Belasting en premie volksverzekeringen ter zake van bijstandsuitkeringen Pensioenopbouw over een periodieke salarisvervangende uitkering (bijv. WAO-, WW-, VUT-, of wachtgelduitkering) Teruggaaf BPM en vrijstelling voor ambulances (betreft tevens de belasting van personenauto’s en motorrijwielen) Deelnemingsvrijstelling Buitenlandse samenwerkingsverbanden Levering «ander» water deelt voorlopig in verlaagde tarief Geruisloze overgang: standaardvoorwaarden en toelichting Voorschrift afhandeling verzoeken geruisloze overgang door inspecteurs Optie belaste verhuur (terugwerkende kracht ingangsdatum) Fiscale aspecten overname verzekeringsportefeuille Vie d’Or door Twenteleven N.V. Uitbreiding van de bij besluit van 6 augustus 1997, nr. AFZ97/2 742M getroffen maatregelen ten behoeve van ondernemers Concernfinancieringen Modelbeschikking Toepassing arbitrageverdrag inzake aanvang tweejaarstermijn Electronisch factureren door middel van EDI (Electronic Data Interchange) Plaats van dienst inzake prestaties verricht door congrestolken Aanpassing inrichtingseisen bestelauto’s (betreft tevens de belasting van personenauto’s en motorrijwielen) Heffing van premie volksverzekeringen over compensatieuitkeringen voor Belgische grensarbeiders Toepassing Wet op de omzetbelasting 1 968 ten aanzien van de kosten aanvraag registratiebewijs caravan Toepassing Nederlands-Belgisch belastingverdrag inzake Nederlandse ziektewetuitkeringen voor inwoners van België Deelnemingsvrijstelling Belastingplichtige verenigingen onderlinge waarborgmaatschappij Geen schenkingsrecht voor schenkingen gedaan in het kader van de actie Slachtoffers Watersnood Oost-Europa Beoordeling pensioenregelingen Heffing van omzetbelasting met betrekking tot kinderopvang (verlenging eerdere regeling) Stichting derden-gelden belastingplicht
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
59
Datum
Nummer
Onderwerp
3 december 1997
VB97/2924
3 december 1997 8 december 1997 12 december 1997
DB97/4318M AFZ97/4408M IFZ97/1481M
12 december 1997
IFZ97/1266M
15 december 1997 15 december 1997 16 december 1997
DB97/4084M DB97/4794M IFZ97/1563M
16 december 1997
VB97/2933
16 december 1997 18 december 1997 22 december 1997 22 december 1997 23 december 1997 24 december 1997
VB97/2943 IFZ97/1443M VB97/2962 150 DGM4 VB97/3088 IFZ97/1491M
29 december 1997 30 december 1997 13 januari 1998 15 januari 1998 19 januari 1998 20 januari 1998 23 januari 1998
VB97/3113 VB97/2208 VB97/3122 DB97/5030M VB97/3003 DB97/5037M DB97/4775M
27 januari 1998 28 januari 1998 29 januari 1998 2 februari 1998 3 februari 1998 5 februari 1998 5 februari 1998 5 februari 1998 6 februari 1998 9 februari 1998 13 februari 1998 18 februari 1998 19 februari 1998 24 februari 1998 26 februari 1998 27 februari 1998
DB98/311M FZ97/4358M DB97/3608M DB98/453M DB98/431M DB97/3358M DB97/3359M DB98/525M DB97/5144M DB98/455M DB98/524M DB98/358M 293DGM8 DB98/11M DB98/565M DB98/733M
2 maart 1998 2 maart 1998 2 maart 1998 3 maart 1998 4 maart 1998 11 maart 1998
DB98/310M DB98/838M VB98/472 DB97/4597M DB97/2566M DB98/544M
11 maart 1998
DB98/481M
13 maart 1998 19 maart 1998 19 maart 1998 19 maart 1998 20 maart 1998 20 maart 1998
DB98/1161M DB98/721M DB98/763M AFZ98/1010M DB98/1066M VB97/1414
23 maart 1998
VB98/518
26 maart 1998 27 maart 1998
DB98/336M VB98/694
30 maart 1998 7 april 1998 14 april 1998
DB98/1230M DB98/200M VB98/405
Heffing van omzetbelasting m.b.t. opvang van asielzoekers en voedinggeld (aanvulling op VB94/ 4 205, 13-12-1994, Infobulletin95/2) Belastbaarheid rente bij testamentaire clausules Aanpassing kwijtscheldingsregeling per 1 januari 1998 Toepassing verdragsbepaling in wijzigingsprotocol Tsjechië inzake bouwwerken en montagewerkzaamheden Toepassing tax sparing credit t.z.v. interest uit «government securities» onder Nederlands-Turks belastingverdrag Concernfinanciering – verbondenheid Goedgekeurd beleid inzake aansluitende fiscale eenheid Heffing van IB over beurzen en stipendia van NWO en WOTRO en over inkomsten van uitgezonden leerkrachten en wetenschappelijke onderzoekers Toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1 968 ten aanzien van de tijdelijke regeling subsidie tankstations grensstreek Duitsland Wijziging vrijstelling «medische» sector (inwerkingtreding art. 144 Wet BIG) Wijziging Uitvoeringsregeling Besluit voorkoming dubbele belasting 1 989 BTW-tarief voor zeefdrukken Mededeling Besluit proceskosten fiscale procedures Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag met ingang van 1 januari 1998 Intrekking (gedeeltelijk) van de resolutie van 10 mei 1 955, nr. 8 i.v.m. de aanpassing van het Besluit voorkoming dubbele belasting 1 989 m.i.v. 1 januari 1999 Overgangsregeling verhoging tabaksaccijns Verlaagd tarief voor levering/invoer goudbladen (toegepast in tandtechniek) Heffing van omzetbelasting met betrekking tot tandtechnische werken Bij aanspraak op Fut-bijdrage voor werknemers Akzo geldt omkeerregel Heffing van omzetbelasting met betrekking tot het reinigen van tankauto’s Afwaarderingsverlies deelneming 5-jaarstermijn Vaststelling van verkrijgingsprijs van (opties op) aandelen en winstbewijzen die door wetswijziging tot een AB zijn gaan behoren Verruiming kantineregeling Wijziging Leidraad Invordering 1 990 Uitleg begrip «partner» bij toekenning van partnerpensioen Aanpassing bedragen belastingvrije onkostenvergoeding vrijwilligers Toepassing 25%-tarief voor buitenlandse belastingplichtigen Herdruk besluit inzake toepassing geruisloze overdracht Herdruk besluit inzake toepassing geruisloze overdracht Verlenging overgangsregeling kinderopvang Toepassing eigen-woning-regeling (vakantiewoning) Afschrijving taxivergunning en rijdend materieel Ondernemerschap medisch specialisten Vorming vervangingsreserve bij sloop binnenvaartschip Wijziging Competentieregeling Vaststelling marktrente Kinderopvang door gastouders (dienstbetrekking) Fiscale behandeling van (categoriale) bijzondere bijstand en gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen Tegemoetkoming inzake eigen bijdrage voor genoten thuiszorg Oude meerijregeling mag ook ná 1 januari 1998 worden toegepast Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag met ingang van 1 januari 1998 Lijst van maatschappijen die onder de werking van artikel 29a Wet IB’64 vallen Tijdelijke genotsrechten en blote eigendom Investeringsaftrek en energie-investeringsaftrek bij samenwerkingsverbanden (wijziging besluit van 10 september 1997, DB97/2 981M) Overdracht van een bij inbreng in een NV of BV bedongen lijfrente (wijziging besluit van 25 november 1997, DB97/3 232M) Meegeven verliezen aan dochtermaatschappij na verbreking fiscale eenheid Overgangsregeling voor openbaarvervoerverklaringen 1997 Geruisloze overdracht directe gevolgd door een (ruisende) inbreng in een B.V. Kwijtscheldingsbeleid en persoonsgebonden budget Bepaling aftrekbare verzorgingskosten in verzorgingstehuizen (bejaardenoorden) onder de AWBZ Heffing van successierecht ter zake van overlijdensuitkeringen krachtens een overeenkomst van levensverzekering; onttrekking aan het vermogen van de overledene; premiesplitsing; beantwoording van vragen Plaats rolstoel bij verwijderen schot in de cabine (betreft tevens de belasting van personenauto’s en motorrijwielen) Fiscale beleggingsinstelling aandeelhouder vereiste Toepassing van de Wet op de omzetbelasting 1 968 ten aanzien van de voorverkoop van toegangsbewijzen voor muziek- en toneeluitvoeringen Vragen en antwoorden Brede herwaardering Uitkering uit persoonsgebonden budget onder voorwaarden vrijgesteld Verruiming van de kantineregeling voor sportverenigingen (omzetbelasting)
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
60
Datum
Nummer
Onderwerp
15 april 1998 15 april 1998 15 april 1998 20 april 1998 1 mei 1998
VB98/151 VB98/785 VB98/902 506 DGM8 DB98/1345M
BTW-heffing ten aanzien van podotherapeuten Voorraadcorrectie bij forfaitaire berekeningsmethode II BTW-vrijstelling voor menselijke weefseltransplantaten Besluit Beroep in Belastingzaken Vragen en antwoorden scholingsaftrek
Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 200 hoofdstuk IXB, nr. 3
61