Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2001–2002
19 637
Vluchtelingenbeleid
Nr. 650
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 februari 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 30 januari 2002 overleg gevoerd met minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over: – het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om arbeid te verrichten door asielzoekers in procedure en vreemdelingen met een vergunning voor bepaalde tijd onder de beperking voor (voortgezet) verblijf als alleenstaande minderjarige vreemdeling (SOZA-01-569) (19 637, nr. 622). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
1
Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Van Lente (VVD), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Van der Knaap (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Van Gent (GroenLinks), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA), Wilders (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA) en Bolhuis (PvdA). Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Vliet (D66), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), Schoenmakers (PvdA), Dankers (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA), De Vries (VVD), Van Splunter (VVD), Van der Hoek (PvdA) en Hamer (PvdA).
KST59482 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2002
Mevrouw Ravestein (D66) merkt op dat asielzoekers volop de kans moet worden geboden om te werken en aan de samenleving deel te nemen, niet alleen als zij zijn toegelaten, maar ook tijdens de procedure. Het voorstel van de minister gaat nog niet ver genoeg. De verruiming om te werken kan een oplossing bieden voor tijdelijke tekorten op de arbeidsmarkt en kan illegale arbeid verdringen en werving uit het buitenland voorkomen. In het voorstel komt het criterium «naar hun aard kortdurende werkzaamheden» te vervallen. Haars inziens is een meerderheid van de Kamer niet tegen de verruiming. Beoordeelt de minister de politieke situatie anders? De minister beroept zich op wetten en verdragen die langer werken dan 12 weken juridisch niet mogelijk maken. Kan er aanspraak op WW ontstaan? Er moet voorzichtig worden omgesprongen met het argument van de aanzuigende werking. De mogelijkheid tot arbeid is toch al beperkt tot de groep asielzoekers die al ten minste en halfjaar in procedure zijn. Mevrouw Ravestein staat achter de criteria van de minister. Het verrichten van arbeid mag de eventuele terugkeer naar het land van herkomst niet bemoeilijken en moet onder marktconforme voorwaarden plaatsvinden. Zij houdt vast aan een verdergaande verruiming van de mogelijkheden voor asielzoekers die nog in procedure zijn en stemt in met het voorstel tot wijziging van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 19 637, nr. 650
1
Mevrouw Van Gent (GroenLinks) meent dat asielzoekers meer kansen op de arbeidsmarkt moeten krijgen. Er wordt te veel nadruk gelegd op het economisch aspect en te weinig op het maatschappelijke aspect. In de oorspronkelijke regeling van mei 2000 werden de arbeidsmogelijkheden voor asielzoekers uitgebreid van een periode van 12 weken in 52 weken naar een periode van 12 weken in 39 weken. Vanwege bezwaren heeft het kabinet besloten het oorspronkelijke voorstel aan te passen. Wat heeft de minister bewogen om tot aanpassing over te gaan? Er wordt overgegaan tot verruiming van het soort werkzaamheden naar andere werkzaamheden, maar er wordt vastgehouden aan de grens van maximaal 12 weken in een periode van 52 werken. Voordat een vreemdeling arbeid mag verrichten, moet zijn aanvraag ten minste zes maanden in behandeling zijn om aanzuigende werking te voorkomen en om te voorkomen dat vreemdelingen ten onrechte proberen om via de asielprocedure een vergunning voor het kortdurend verrichten van arbeid te verkrijgen. Activiteiten in het kader van dagstructurering vinden vooral in de eerste maanden plaats. Mevrouw Van Gent meent dat het voorstel hinkt op twee gedachten. Vluchtelingenwerk is uitermate kritisch over het onderhavige voorstel en vindt dat op safe wordt gespeeld als het gaat over de termijn van 12 weken. Er wordt te veel uitgegaan van bestaande wetgeving in plaats van te kiezen voor een humane opvang waarbij asielzoekers de mogelijkheid hebben om zich te ontplooien. Ook wordt aandacht gevraagd voor jongeren die toestemming hebben om langere tijd in Nederland te verblijven. Mevrouw Van Gent vindt de verruiming veel te beperkt. Er is nu sprake van een inperking van het oorspronkelijke voorstel op basis van een reactie van een minderheid in de Kamer. Haars inziens kan de regeling drastisch worden verruimd zonder dat aanspraak ontstaat op WW. Zij houdt een pleidooi voor ruimere mogelijkheden van scholing. Nu mogen asielzoekers en vreemdelingen op wie dit besluit van toepassing is, geen gebruik maken van de dienstverlening van Arbeidsvoorziening. Zij pleit voor toegang tot de dienstverlening van het CWI (scholing en bemiddeling). De heer Kamp (VVD) wenst een onderscheid te maken tussen statushouders en asielzoekers. De VVD is voor werken door statushouders en tegen werken door asielzoekers. Tweederde van de statushouders heeft een uitkering. Er moet alles aan gedaan worden om die grote groep aan het werk te krijgen. Het overgrote deel van de asielzoekers krijgt geen verblijfsvergunning. Degenen die in de opvang zitten, zijn in de regel economische migranten die nee te horen hebben gekregen op hun asielaanvraag. Het is onlogisch om aan de ene kant nee te zeggen en aan de andere kant toch te geven wat men wil: toestemming om in ons land te werken tegen normale arbeidsvoorwaarden. Een van de grootste probleem met asielzoekers is dat zij niet wensen te vertrekken nadat hun verzoek is afgewezen. De bereidheid om te vertrekken wordt nog minder als men heeft mogen werken. Er is bovendien verzet te verwachten van derden (werkgever, collega’s en klanten). Wie werkt, heeft in geval van arbeidsongeschiktheid recht op een WAO-uitkering. Het zijn de zwakste groepen die in aanmerking komen voor een WAO-uitkering. Een groot deel is psychisch arbeidsongeschikt. Het is bekend dat onevenredig veel asielzoekers voor Nederland kiezen vanwege de goede opvangvoorzieningen. Als die worden uitgebreid, gaat er een aanzuigende werking van uit. In het kader van het regeerakkoord heeft de VVD ingestemd met het verrichten van maximaal 12 weken kortdurende arbeid per 52 werken. In aansluiting daarop heeft zij zich bereid verklaard de beperking «kortdurend» te laten vervallen. De heer Kamp zal het voorstel tot wijziging van
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 19 637, nr. 650
2
het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen steunen. Iedere verdere verruiming is niet aanvaardbaar. Het verontrust de heer Kamp dat er voortdurend berichten zijn over zwart werken en geknoei met sofi-nummers door asielzoekers die in de COA-opvang verblijven of onder de ZZA-regeling (huisvesting bij familie of vrienden) vallen. Hiertegen moet krachtig worden getreden. Zij moeten uit de procedure worden gezet. De heer Van Dijke (ChristenUnie) stemt in met de gehanteerde criteria. Wel moet men oppassen voor aanzuigende werking. Met welk oogmerk heeft de minister het voorstel ingediend? Welke keuze ligt ten grondslag aan die 12 weken? Gaat het inderdaad om de handhaafbaarheid? De lijst van kortdurende arbeid is limitatief vastgesteld. Het is redelijk dat als inkomen wordt genoten, een bijdrage in de opvangkosten wordt gevraagd, maar nu worden schandalige bedragen voor een paar vierkante meter woonruimte gevraagd. Als er commerciële prijzen worden berekend, dan ook een tegemoetkoming in de huurkosten. De heer Van Dijke plaatst kanttekeningen bij de inzet van de Arbeidsinspectie. Asielzoekers werken vaak in een klimaat dat vatbaar is voor uitbuiting en waar een loopje wordt genomen met de algemeen geldende normen van fatsoen met betrekking tot het aanbieden van werk. Hierop kan alleen maar worden toegezien als extra mankracht van de Arbeidsinspectie wordt ingezet. Vallen betrokkenen onder normale CAO-bepalingen? Wat is de rol van het COA? Een papieren rompslomp moet worden voorkomen. De heer Van Dijke sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Kamp over geknoei met sofi-nummers. De werkgever die hiervan gebruik maakt, moet veel harder worden aangepakt (de zaak sluiten). Ook een asielzoeker die knoeit met het sofi-nummer, moet hard worden aangepakt, bijvoorbeeld uit de procedure worden gezet. De heer Santi (PvdA) vindt het voorstel tot wijziging van het Besluit ter uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen mager. De minister geeft geen inhoudelijke motivering voor die 12 weken werken per 52 weken. De heer Santi geeft nog steeds prioriteit aan het oorspronkelijke voorstel. De aanzuigende werking heeft niets met het onderhavige voorstel te maken. Er is al minder instroom, onder andere door de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet. Een goed bestaan van asielzoekers in de centra staat voorop. Er moet, als wordt gewerkt, gezorgd worden voor een goede rechtspositie en goede arbeidsomstandigheden. Werkgevers die werken met illegalen, moeten strafrechtelijk worden aangepakt. Hoe wordt de afdracht van werkende asielzoekers geregeld? Het is redelijk dat een vergoeding wordt betaald. Waarom kan de regeling niet van toepassing zijn op de ama’s? Als asielzoekers eenmaal toegang hebben tot de arbeidsmarkt, moeten zij kunnen rekenen op de dienstverlening van het CWI, zoals arbeidsbemiddeling. Mevrouw Verburg (CDA) complimenteert de minister voor het luisteren naar de bezwaren van een deel van de Kamer. Na een wachttijd van een halfjaar zijn er mogelijkheden voor dagstructurering, taalcursussen, het lopen van stages en vrijwilligerswerk. Tegen het werken (alle werkzaamheden) gedurende 12 weken heeft zij geen bezwaar. Zij pleit voor meer inzet na het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Wellicht kan een actieplan worden gemaakt om mensen met een verblijfsvergunning aan het werk te krijgen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 19 637, nr. 650
3
Mevrouw Verburg stemt in met het voorstel dat terughoudend is en geen verwachtingen wekt. De aanzuigende werking moet niet worden onderschat. In 2000 zijn 5800 tewerkstellingsvergunningen verstrekt; de meesten zijn in de land- en tuinbouw terechtgekomen. Met de uitbreiding naar alle sectoren bestaat de doelgroep uit 42 000 mensen. Mevrouw Verburg vindt de uitvoering en de handhaving cruciaal, ook al vanwege de uitbreiding naar andere sectoren. De opvatting van de minister dat de Arbeidsinspectie geen uitbreiding behoeft, komt haar wat vreemd voor. Moet de Arbeidsinspectie niet preventief te werk gaan? Het is zaak dat asielzoekers onder normale omstandigheden arbeid verrichten. Gebleken is dat fraude met het sofi-nummer mogelijk is. Het aantal witte illegalen kan vrij sterk toenemen. Misbruik en oneigenlijk gebruik van sofi-nummers moeten worden bestreden. Mevrouw Verburg pleit voor het invoeren van een fiscale 12-wekenkaart. De kaart is geldig voor 12 weken werk en vervalt daarna. Het COA zou die kaart moeten beheren. Het is haar niet duidelijk wat het CWI kan doen in het kader van de bemiddeling. Ten slotte vraagt zij een reactie van de minister op een voorbeeld uit de praktijk: een tuinder in de glastuinbouw die in 2001 heeft gewerkt met asielzoekers met een W-document. Hem is verteld dat het dit jaar niet mogelijk is omdat geen sprake is van kortdurend werk. Antwoord van de minister De minister benadrukt dat de arbeidsmarkt niets te maken heeft met de asielzoekersproblematiek. In het algemeen verrichten asielzoekers ongeschoold werk. Ook met de verruiming zal dit zo blijven. Vrijwilligerswerk is toegestaan. Voor de hogeropgeleiden kan weinig meer worden gedaan. Vele diploma’s worden hier niet erkend of zijn niet voldoende waardevol. Met het oog op die 12 weken zal men ook niet naar diploma’s vragen. Het onderhavige voorstel beoogt een verbetering van de kwaliteit van het verblijf van de asielzoeker. Over de verruiming van de periode van 12 weken is geen eenduidig advies uitgebracht. Een minderheid vond dat geen verruiming moest worden toegestaan. Een deel van de Kamer vond dat verder gegaan moest worden dan 12 weken per 39 weken. Voorkomen moet worden dat door het langere regulier kunnen werken de verwachting wordt gewekt dat men kan blijven. Het is niet aanbevelenswaardig om mensen in de procedure rechten te laten opbouwen voor een WW-uitkering. De referteperiode varieert van 13 tot 26 weken in een periode van 39 weken. Het verschilt per sector. Vanwege de handhaafbaarheid kan niet aan differentiatie naar sectoren worden gedacht. Een periode van 12 weken over de gehele linie is veel eenvoudiger. Het onderhavige voorstel is conform het regeerakkoord. Naar aanleiding van een discussie in de Kamer is het wetsvoorstel teruggenomen. Het kabinet heeft een nieuwe afweging gemaakt. Het voorstel dat er nu ligt, draagt bij aan een verbetering van de kwaliteit van het verblijf in de opvangcentra. Er kleven bezwaren aan een verdere verruiming. Dat de coalitie er verschillend over denkt, is hem bekend. Naarmate de verruiming groter wordt, neemt de problematiek van aanspraak op WAO toe. Verder moet niet worden vergeten dat het gaat om mensen die in de procedure zitten. Het is zaak dat iemand met een verblijfsstatus zo snel mogelijk aan de slag komt. In het kader van de sluitende aanpak heeft de minister afspraken gemaakt. Ook met de G26-gemeenten zijn afspraken gemaakt. Wat de afdracht betreft is er een Regeling eigen bijdrage asielzoekers (REBA). Gedurende maximaal 12 weken kan er een inhouding plaatsvinden. De rest van de tijd zit men op kosten van de Nederlandse Staat in het asielzoekerscentrum. Een alleenstaande betaalt 180 euro per maand voor het wonen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 19 637, nr. 650
4
De kwestie van de ama’s zal de minister opnemen met de staatssecretaris van Justitie. De CWI’s hebben geen bemoeienis met bemiddeling van asielzoekers. De minister vraagt zich af of een fiscale 12-wekenkaart beter werkt dan een sofi-nummer. Hij is overigens bereid ernaar te kijken, tezamen met de collega’s van Financiën en Justitie. Het afgelopen jaar zijn de maatregelen tegen illegaliteit geïntensiveerd. Het werken door asielzoekers valt onder het reguliere beleid. De Arbeidsinspectie controleert sectoren. De land- en tuinbouw, de horeca en de bouw zijn risicosectoren waarop de Arbeidsinspectie extra alert is. Er wordt niet alleen gekeken naar de vergunningen, maar ook naar de arbeidsomstandigheden. Ten slotte geeft de minister een antwoord op de naar voren gebrachte casuspositie van de tuinder. Het gaat om alle werkzaamheden. Afwijzing vanwege de aard van de werkzaamheden kan derhalve niet meer. Nadere gedachtewisseling Mevrouw Van Gent (GroenLinks) betreurt de politieke gang van zaken rond het onderhavige voorstel. Wat de REBA betreft wijst mevrouw Van Gent erop dat die 12 weken gespreid kunnen worden over het gehele jaar. In dat geval vindt geen korting plaats. Is het niet beter uit te gaan van inkomsten uit arbeid berekend over het gehele jaar? Zij ziet niets in een fiscale 12-wekenkaart. Het doet haar aan stempelen denken. De sofi-nummers moeten op een goede manier worden gecontroleerd. De heer Kamp (VVD) benadrukt een snelle procedure voor asielzoekers. Er moet zo snel mogelijk een besluit worden genomen. Hij is tegen onbeperkte gratis rechtsbijstand, herhaalde asielverzoeken, een cursus Nederlands voor mensen die toch moeten vertrekken, opvang van asielzoekers in woningen en werken door asielzoekers. Hij gaat akkoord met de werkbare middenweg die is gevonden. De heer Van Dijke (ChristenUnie) zet vraagtekens bij de opmerking van de minister dat differentiatie naar sectoren de complexiteit vergroot. Grote zorgen heeft hij over de omstandigheden waarin asielzoekers werken. De opmerking van de minister dat de Arbeidsinspectie ernaar kijkt, komt ongeloofwaardig over. De Arbeidsinspectie bekijkt of er illegalen aanwezig zijn en bemoeit zich niet met de arbeidsomstandigheden. Wat de inhouding betreft is 360 euro voor man en vrouw voor een ruimte van enkele vierkante meters misbruik maken van de mogelijkheden. Er moet een harde sanctie zijn voor mensen die misbruik maken van de regelingen. Geknoei met sofi-nummers is voor de heer Van Dijke een bewijs dat betrokkene ten onrechte in Nederland verblijft. Tegen werkgevers die illegalen in dienst hebben, moet harder worden opgetreden. De heer Santi (PvdA) stelt het op prijs als bij de kwestie van de ama’s ook gekeken wordt naar mensen die uitgeprocedeerd zijn, maar het land niet uit kunnen. Hij verwijst naar een brief van de FNV. Hij is teleurgesteld over het antwoord van de minister over de taken van de CWI’s. Bemiddeling moet mogelijk zijn. De heer Santi is niet gelukkig met het onderhavige voorstel. De minister heeft geen nieuwe argumenten naar voren gebracht. Hij overweegt het verzoek om het verslag op de agenda voor de plenaire vergadering te zetten.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 19 637, nr. 650
5
Mevrouw Verburg (CDA) vindt de sluitende aanpak voor mensen met een verblijfsvergunning onvoldoende. Diplomavergelijking is nog lang niet geregeld. Eerder verworven competenties worden nog steeds niet erkend. Doen de CWI’s iets voor werkgevers die om bemiddeling verzoeken? Uit informeel contact is mevrouw Verburg gebleken dat er mogelijkheden zijn voor invoering van een 12-wekenkaart. Zij is erkentelijk voor het onderzoek dat de minister in dat kader wil verrichten. Als er onvoldoende preventieve begeleiding van de Arbeidsinspectie is bij de invoering van de onderhavige regeling, zullen er problemen optreden. Als het KB in werking treedt kan, zo heeft zij begrepen, de door haar genoemde tuinder zijn personeel werven onder asielzoekers. De minister verduidelijkt dat de REBA conform het bijstandsregime werkt: per maand. Hij benadrukt dat sprake is van een eenvoudige en evenwichtige regeling. Differentiatie maakt de zaak ingewikkelder en geeft problemen in de uitvoering en controle. Ze draagt niet bij aan verbetering van de kwaliteit. De minister is voor harde sancties bij overtredingen en fraude met sofinummers. In veel gevallen is de werkgever erbij betrokken. Hij is in overleg met de minister van Justitie om de kosten van het opsporen van illegale tewerkstelling op de werkgever te verhalen. Hij zal de opmerkingen van de heer Van Dijke over geknoei met sofinummers door asielzoekers met als gevolg het einde van de procedure overbrengen aan de staatssecretaris van Justitie. De minister zal contact opnemen met de Arbeidsinspectie om te bekijken welke mogelijkheden er zijn in het kader van preventieve begeleiding. Hij zegt toe bij de kwestie van de ama’s de brief van de FNV te betrekken. Het CWI heeft geen taak als het gaat om een verzoek om bemiddeling van de kant van de werkgevers. Ten slotte merkt hij op het voorstel voluit te zullen blijven verdedigen. De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Terpstra De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Nava
Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 19 637, nr. 650
6