Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1988-1989
2
Rijksbegroting voor het jaar 1989
20 800 Hoofdstuk VIII Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen
Nr. 77
BRIEF V A N DE MINISTER V A N O N D E R W I J S EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Zoetermeer, 28 februari 1989 Ingevolge artikel 4, tweede lid, van de Machtigingswet beperking inschrijving HBO (Staatsblad 1984, nr. 693), leg ik u hierbij over 4 ontwerp-besluiten, regelende de instroom van eerstejaars-studenten in de door mijn ministerie bekostigde paramedische studierichtingen. Uitgangspunt bij deze ontwerp-besluiten is een voortzetting van de in voorgaande jaren aangehouden lijn ten aanzien van de landelijke streefcijfers per studierichting. In de vergadering van de HBO-Kamer van 24 januari 1989, tevens aangemerkt als het overleg als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van genoemde wet, is omtrent de instroomcijfers overeenstemming bereikt. Het van de Onderwijsraad bij brief van 23 februari 1989, kenmerk OR 3B/537/T ontvangen commentaar is in afschrift bijgevoegd. Dit commentaar heeft mij aanleiding gegeven het ontwerp-besluit betrekking hebbend op de studierichting fysiotherapie bij te stellen. Zoals medegedeeld in mijn brief van 31 januari 1989, kamerstuk 20 800 hfdst. VIM, nr. 64, ben ik voornemens de bekostiging van de studierichting fysiotherapie verbonden aan de Hogeschool Internationale Academie Fysiotherapie «Thim van der Laan» te Utrecht, met ingang van het studiejaar 1989-1990 te beëindigen. In het aan de Onderwijsraad om advies gezonden ontwerp-besluit is in verband met dit voornemen voor deze hogeschool geen quotum eerstejaars-studenten opgenomen. Het quotum voor de regio Utrecht is volledig toebedeeld aan de Hogeschool Midden Nederland. De door de Onderwijsraad in dit verband gegeven overweging heb ik overgenomen. Voor beide hogescholen is daarom thans een afzonderlijk quotum opgenomen. Indien tijdig voor het vaststellen van het besluit Machtigingswet beperking inschrijving fysiotherapie 1989-1990 tot beëindiging van de bekostiging van de studierichting fysiotherapie van de Hogeschool Internationale Academie Fysiotherapie «Thim van der Laan» wordt besloten, zal alsnog overheveling van het quotum naar de Hogeschool Midden Nederland plaatsvinden. In artikel 3 van bedoeld ontwerp-besluit is de voorziening daartoe opgenomen.
912372F ISSN 0921 • 7371 SDU uitgeverij 's Gravenhage 1989
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 77
1
Met betrekking tot de in het ontwerp-besluit opgenomen instroomcijfers van de studierichtingen fysiotherapie verbonden aan de Haagse Hogeschool en de Leidse Hogeschool merk ik nog het volgende op. Tussen de Colleges van Bestuur van beide hogescholen vindt momenteel overleg plaats omtrent de mogelijkheden voor afbouw van de aan de Haagse Hogeschool verbonden studierichting fysiotherapie te realiseren met ingang van het studiejaar 1989-1990. Het overleg betreft met name de daarmee gepaard gaande personeelsproblematiek en de overname door de Leidse Hogeschool van studenten fysiotherapie. In het op de studierichting fysiotherapie betrekking hebbende ontwerp-besluit is vooralsnog voor beide hogescholen een afzonderlijk quotum opgenomen. Indien de resultaten van dit overleg daartoe aanleiding geven zal het definitieve besluit Machtigingswet beperking inschrijving fysiotherapie 1989-1990 daaraan worden aangepast. De Minister van Onderwijs en Wetenschappen, W. J. Deetman
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII, nr. 77
2
ONTWERP-BESLUIT Machtigingswet beperking inschrijving fysiotherapie 1989-1990 Overwegende, dat het aanbod van afgestudeerden aan de studierichting fysiotherapie de behoefte daaraan op de arbeidsmarkt in uitzonderlijke mate overtreft en dit naar verwachting gedurende een reeks van jaren het geval zal zijn; dat de studierichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voorbereidt op het uitoefenen van een beroep dan wel een beperkt aantal beroepen; en dat het overleg met de organen van bevoegd gezag van de betrokken studierichting niet heeft geleid tot vrijwillige instroombeperking; Gelet op artikel 3, derde lid, van de Machtigingswet beperking inschrijving h.b.o. (Stb. 1984, 693); Besluit Artikel 1 Het aantal studenten, dat ten hoogste voor de eerste maal voor het eerste leerjaar van de studierichting fysiotherapie voor het studiejaar 1989-1990 aan alle h.b.o."instellingen wordt ingeschreven, bedraagt 1271. Artikel 2 Het aantal studenten, bedoeld in artikel 1 van dit besluit, wordt als volgt over de h.b.o."instellingen verdeeld: a. De Rijkshogeschool Groningen te Groningen, 107; b. De Hogeschool Enschede te Enschede, 119; c. De Hogeschool Interstudie te Arnhem, 136; d. de Hogeschool Midden-Nederland te Utrecht, 98; e. de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam, 257; f. de Leidse Hogeschool voor Beroepsonderwijs te Leiden, 54; g. de Haagse Hogeschool te 's-Gravenhage, 73; h. de Hogeschool Rotterdam e.o. te Rotterdam, 65; i. de Hogeschool West-Brabant te Breda, 73; j . de Hogeschool Eindhoven te Eindhoven, 52; k. de Hogeschool Heerlen te Heerlen, 80; I. de Hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan te Utrecht, 156; Artikel 3 Indien, gelet op mijn beleidsvoornemen terzake, de bekostiging van de studierichting fysiotherapie verbonden aan de hogeschool voor fysiotherapie Thim van der Laan te Utrecht per 1 augustus 1989 wordt beëindigd, dan wordt artikel 2 gewijzigd als volgt: Onder d wordt 98 vervangen door 254 artikel 2 onder 1. komt te vervallen. Artikel 4 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit Machtigingswet beperking inschrijving fysiotherapie 1989-1990. Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 april 1989, en wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant. W. J. Deetman
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 77
3
ONTWERPBESLUIT Machtigingswet beperking inschrijving ergotherapie 1989-1990 Overwegende, dat het aanbod van afgestudeerden aan de studierichting ergotherapie de behoefte daaraan op de arbeidsmarkt in uitzonderlijke mate overtreft en dit naar verwachting gedurende een reeks van jaren het geval zal zijn; dat de studierichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voorbereidt op het uitoefenen van een beroep dan wel een beperkt aantal beroepen; en dat het overleg met de organen van bevoegd gezag van de betrokken studierichting niet heeft geleid tot vrijwillige instroombeperking; Gelet op artikel 3, derde lid, van de Machtigingswet beperking inschrijving h.b.o. (Stb. 1984, 693); Besluit Artikel 1 Het aantal studenten, dat ten hoogste voor de eerste maal voor het eerste leerjaar van de studierichting ergotherapie voor het studiejaar 1989-1990 aan alle h.b.o."instellingen wordt ingeschreven, bedraagt 158. Artikel 2 Het aantal studenten, bedoeld in artikel 1 van dit besluit, wordt als volgt over de h.b.o."instellingen verdeeld: a. de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam, 110; b. de Hogeschool Heerlen te Heerlen, 48; Artikel 3 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit Machtigingswet beperking inschrijving ergotherapie 1989-1990. Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 april 1989, en wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant. W. J. Deetman
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 77
4
ONTWERP-BESLUIT Machtigingswet beperking inschrijving diëtetiek 1989-1990 Overwegende, dat het aanbod van afgestudeerden aan de studierichting diëtetiek de behoefte daaraan op de arbeidsmarkt in uitzonderlijke mate overtreft en dit naar verwachting gedurende een reeks van jaren het geval zal zijn; Dat de studierichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voorbereidt op het uitoefenen van een beroep dan wel een beperkt aantal beroepen; en dat het overleg met de organen van bevoegd gezag van de betrokken studierichting niet heeft geleid tot vrijwillige instroombeperking; Gelet op artikel 3, derde lid, van de Machtigingswet beperking inschrijving h.b.o. (Stb. 1984, 693); Besluit Artikel 1 Het aantal studenten, dat ten hoogste voor de eerste maal voor het eerste leerjaar van de studierichting diëtetiek voor het studiejaar 1989-1990 aan alle h.b.o."instellingen wordt ingeschreven, bedraagt 302. Artikel 2 Het aantal studenten, bedoeld in artikel 1 van dit besluit, wordt als volgt over de h.b.o."instellingen verdeeld: a. de Hanze Hogeschool Groningen te Groningen, 60; b. de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam, 58; c. de Hogeschool Nijmegen te Nijmegen, 112; d. de Haagse Hogeschool te 's-Gravenhage, 7 2 ; Artikel 3 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit Machtigingswet beperking inschrijving diëtetiek 1989-1990. Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 april 1989, en wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant. W. J . Deetman
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII, nr. 77
5
ONTWERP-BESLUIT Machtigingswet beperking inschrijving logopedie 1989-1990 Overwegende, dat het aanbod van afgestudeerden aan de studierichting logopedie de behoefte daaraan op de arbeidsmarkt in uitzonderlijke mate overtreft en dit naar verwachting gedurende een reeks van jaren het geval zal zijn; dat de studierichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend voorbereidt op het uitoefenen van een beroep dan wel een beperkt aantal beroepen; en dat het overleg met de organen van bevoegd gezag van de betrokken studierichting niet heeft geleid tot vrijwillige instroombeperking; Gelet op artikel 3, derde lid, van de Machtigingswet beperking inschrijving h.b.o. (Stb. 1984, 693); Besluit Artikel 1 Het aantal studenten, dat ten hoogste voor de eerste maal voor het eerste leerjaar van de studierichting logopedie voor het studiejaar 1989-1990 aan alle h.b.o.-instellingen wordt ingeschreven, bedraagt 380. Artikel 2 Het aantal studenten, bedoeld in artikel 1 van dit besluit, wordt als volgt over de h.b.o.-instellingen verdeeld: a. de Rijkshogeschool Groningen te Groningen, 6 1 ; b. de Christelijke Hogeschool «Windesheim», te Zwolle, 35; c. de Hogeschool Nijmegen, te Nijmegen, 4 4 ; d. de Hogeschool Midden-Nederland te Utrecht, 4 7 ; e. de Hogeschool van Amsterdam te Amsterdam, 53; f. de Leidse Hogeschool voor Beroepsonderwijs te Leiden, 3 4 ; g. de Hogeschool Rotterdam e.o. te Rotterdam, 44; h. de Hogeschool Eindhoven te Eindhoven, 25; i. De Hogeschool Heerlen te Heerlen, 37; Artikel 3 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit Machtigingswet beperking inschrijving logopedie 1989-1990. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 5 april 1989, en wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant. W. J . Deetman
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 77
6
ONDERWIJSRAAD Aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, de heer drs. W. J. Deetman 's-Gravenhage, 23 februari 1989
/
In antwoord op uw verzoek om advies inzake de instroombeperking paramedische beroepen (fysiotherapie, logopedie, diëtetiek en ergotherapie), bericht de Afdeling tertiair onderwijs (h.b.o.) van de Onderwijsraad u als volgt. Bij de beoordeling van uw beleidsvoornemens heeft zij kennis genomen van het overleg ter zake in de HBO-kamer van 24 februari jl. De Afdeling stelt vast dat u evenals in de voorafgaande jaren voor het studiejaar 1989-1990 ook thans op grond van de Machtigingswet beperking inschrijving h.b.o. wenst over te gaan tot regulering van de instroom van bovengenoemde studierichtingen op het terrein van de gezondheidszorg. Gelet op de ook thans nog bestaande discrepantie tussen vraag naar en aanbod van afgestudeerden van deze studierichtingen op de arbeidsmarkt kan zij, zeker nu sinds de inwerkingtreding van de Machtigingswet ervaring is opgedaan met de bruikbaarheid van de gegevens, instemmen met de toepassing van deze wet. Ten aanzien van het ontwerp-besluit Machtigingswet beperking inschrijving diëtetiek 1989-1990 en het ontwerp-besluit Machtigingswet beperking inschrijving ergotherapie 1989-1990 kan de Afdeling, mede gelet op de ontwikkelingen in betrokken beroepenvelden, instemmen met de in de ontwerp-besluiten vermelde toedeling. Wat betreft het ontwerp-besluit Machtigingswet beperking inschrijving logopedie 1989-1990 constateert de Afdeling dat tengevolge van een uitspraak van de Raad van State uw besluit tot beëindiging van de bekostiging van de studierichting logopedie aan de Hogeschool van Amsterdam is opgeschort. Hierdoor zullen in afwijking van de oorspronkelijke verdeling alsnog 53 plaatsen aan deze hogeschool worden toegekend. Verder heeft de Afdeling ervan kennis genomen dat de overige instellingen akkoord zijn gegaan met een ponds-ponds gewijze toedeling van de 347 beschikbare plaatsen, zij het dat de instellingen die een kroonprocedure hebben aangespannen, zich van een uitspraak hebben onthouden. De Afdeling kan zich met de in het ontwerp-besluit vermelde toedeling verenigen. Voorts kan de Afdeling instemmen met de in het ontwerp-besluit Machtigingswet beperking inschrijving fysiotherapie opgenomen instroombeperking. Zij wijst in dit verband tevens op het belang van de ontwikkelingen in de gezondheidszorg ten aanzien van de positie van deze beroepsgroep. Deze dienen naar haar oordeel nauwlettend in het oog te worden gehouden, zodat tijdig tot bijstelling van de opleidingscapaciteit kan worden overgegaan. De Afdeling heeft tevens kennis genomen van het bepaalde in artikel 3 in het onderwerpelijke besluit, waarin is uitgegaan van de in het kader van de taakverdelingsoperatie hoger gezondheidszorgonderwijs voorgenomen beëindiging van de bekostiging van deze studierichting verbonden aan de Hogeschool voor fysiotherapie «Thim van der Laan» te Utrecht per 1 augustus 1989. Nu het naar het oordeel van de Afdeling hier thans nog een beleidsvoornemen betreft en er nog geen formeel besluit hieromtrent is genomen, geeft zij in overweging vooralsnog uit te gaan van een beperking ten behoeve van zowel de Hogeschool MiddenNederland te Utrecht als de bovengenoemde hogeschool voor fysiotherapie. In het geval tot beëindiging van laatstgenoemde instelling wordt besloten dient naar haar oordeel artikel 3 van het besluit een voorziening te bieden in de geest van het huidige artikel 2. De Afdeling komt op deze
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIM, nr. 77
7
problematiek overigens nog nader terug in het kader van haar advies betreffende de taakverdelingsoperatie HGZO. Namens de Afdeling voornoemd, L. de Waal, voorzitter mr. T. Vis, coördinerend secretaris
Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 20 800 hfdst. VIII, nr. 77
8