Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2007–2008
29 452
Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel
Nr. 77
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 30 november 2007 De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 11 oktober 2007 overleg gevoerd met staatssecretaris Albayrak van Justitie over: – de voortgangsrapportage plan van aanpak «Terbeschikkingstelling en Forensische zorg in strafrechtelijk kader» (29 452, nr. 70); – de brief d.d. 14 mei 2007 inzake reactie op Jaarbericht van de Inspectie voor de Sanctietoepassing 2006 (30 800-VI, nr. 91); – de brief d.d. 25 juni 2007 inzake het rapport van de Inspectie voor de Sanctietoepassing en de Inspectie voor de Gezondheidszorg inzake het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte (29 452, nr. 69). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie
Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), De Wit (SP), Van der Staaij (SGP), Kamp (VVD), Arib (PvdA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), voorzitter, C q örüz (CDA), Wolfsen (PvdA), Joldersma (CDA), Gerkens (SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Velzen (SP), Azough (GroenLinks), Griffith (VVD), Teeven (VVD), Verdonk (Verdonk), Kalma (PvdA), De Roon (PVV), Pechtold (D66), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Van Toorenburg (CDA) en Anker (ChristenUnie). Plv. leden: Sterk (CDA), Langkamp (SP), Van der Vlies (SGP), Weekers (VVD), Van Dijken (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Jager (CDA), Gill’ard (PvdA), Jonker (CDA), Roemer (SP), Jan de Vries (CDA), Abel (SP), Halsema (GroenLinks), Dezentjé Hamming (VVD), Van Miltenburg (VVD), Zijlstra (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Fritsma (PVV), Kos¸er Kaya (D66), Ouwehand (PvdD), Spekman (PvdA), Van Gijlswijk (SP), Bouchibti (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Slob (ChristenUnie).
Mevrouw Joldersma (CDA) wijst op het rapport over het schietincident in Enschede. Een van de conclusies is dat de betreffende tbs’er wel heel snel uit de kliniek is gezet en dat het re-integreren wel erg snel is gegaan, terwijl iedereen weet dat dit geleidelijk moet gebeuren. De voortgangsrapportage is uitstekend. De afstemming met de ggz speelt een belangrijke rol. Mevrouw Joldersma hoopt dat de suggestie om de strafrechter de mogelijkheid te geven direct een BOPZ-machtiging te verlenen als iemands tbs wordt opgeheven, wordt meegenomen in de kabinetsreactie op de derde evaluatie. Long care is een vorm van lichte beveiliging en die biedt veel kansen. Mevrouw Joldersma vraagt aandacht voor de stelling van GGZ-Nederland dat het bij dwangmedicatie niet alleen gaat om libidoremmende middelen maar ook om antipsychotica. De informatie over het project vernieuwing zorg en het strafrechtelijke kader is niet voldoende. Veel zaken blijven vaag en het is moeilijk voor te stellen hoe een en ander in de praktijk zal uitwerken. De indicatie moet inderdaad betrekking hebben op het niveau van beveiliging en zorg en niet op diagnostiek. Hoe wordt de definitie van forensische zorg precies afgebakend? Bij tbs zijn alle verantwoordelijkheden duidelijk. Zorg- en detentie liggen erg dicht aan tegen tbs. Daar is het allemaal goed te regelen. Als het gaat om mensen die onder voorwaarden worden opge-
KST113030 0708tkkst29452-77 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2007
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
1
1
nomen, zou de zorg het voortouw moeten hebben. Kan tijdens het AO van 27 november duidelijk aangegeven worden hoe een en ander in de praktijk uitwerkt? GGZ-Nederland wil alles in de zorgwereld onderbrengen, maar Justitie denkt daar op een aantal punten anders over. Als de definitie van zorg in strafrechtelijk kader helder is, is het vanwege de veiligheid logisch dat Justitie vooropstaat en dat daarbinnen de behandeling vorm moet krijgen. Het is volstrekt logisch dat de Inspectie voor de sanctietoepassing hier als eerste komt en de Inspectie voor de zorg haar rol binnen dat kader speelt. Mevrouw Joldersma deelt niet de opvatting van GGZ-Nederland dat de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) een rol moet spelen bij de inkoop. Zij vraagt zich wel af wie toezicht houdt op die inkoop. Hoe loopt dat bij de tenders voor tbs-plaatsen? Met name de communicatie rondom een tender moet door het ministerie gefaciliteerd worden. Dat is zeer belangrijk voor de vergroting van het draagvlak voor het tbs-systeem. De heer Teeven (VVD) complimenteert de staatssecretaris met het plan van aanpak Terbeschikkingstelling en Forensische zorg in strafrechtelijk kader. Er worden in korte tijd grote stappen gezet. Het rapport over het incident met een tbs’er uit het Forensisch Psychiatrisch Centrum Oldenkotte roept echter wel vragen op. De conclusie is namelijk dat het incident niet voorkomen had kunnen worden. Dit staat haaks op de constatering in het rapport dat sprake is van een opeenstapeling van problemen. Had dit dan niet moeten worden geduid en aanleiding moeten zijn voor het opschroeven van de evaluatie en het verbreden van het contacttoezicht van één naar drie personen? Was er geen aanleiding voor een serieuze pas op de plaats? En hoe staat het met het onderzoek naar het wapenbezit? De heer Teeven komt tot de conclusie dat er wél veel risico’s waren bij het transmurale verlof. Er was geen stappenplan voor de overgang naar de eigen woning, het is allemaal te snel gegaan en de evaluaties waren niet goed. Er is ook niets gedaan aan het verzet van de betrokkene. Er wordt veel aandacht gevraagd voor de zorgen van de ggz-instellingen over de inkoop. Het gaat echter wel om strafrecht, om detentie, veiligheid en niet alleen om zorg. Dit punt moet uitgebreid aan de orde komen in het AO over de justitiële verslavingszorg. Het ministerie van Justitie moet echter niet alles willen doen: inkopen, behandelplan, et cetera. De heer Teeven wijst op de berichten over seksueel verkeer tussen mensen in de tbs-inrichtingen. Kan de staatssecretaris aangegeven wat het beleid in dezen is? Mevrouw Bouwmeester (PvdA) meent dat de aanbevelingen van de commissie-Visser zo snel mogelijk toegepast dienen te worden. Het plan van aanpak blijkt niet op alle onderdelen op schema te liggen. Het is een complex traject. Het tijdspad en het traject zijn iets te ambitieus geweest, maar er is al veel bereikt. Reclassering Nederland heeft met vijf politieregio’s convenanten afgesloten over het forensisch psychiatrisch toezicht. Wanneer volgen de andere regio’s? Volgens de ggz is de capaciteit van politie hiervoor eigenlijk niet toereikend. De ggz vindt dit meer een zorgtaak. De koepel van woonbegeleiding RIWW vindt dat zij zich met dit toezicht moet bezighouden in plaats van de politie. Wie heeft nu eigenlijk de regie en is het een politie- of een zorgtaak? Waarom heeft het wetenschappelijk forensisch onderzoek naar de effectiviteit van behandeling vertraging opgelopen? En wanneer komt de brief over het toegezegde onderzoek naar de verslavingsproblematiek in de tbs-sector? Kan ook worden ingegaan op het bericht dat een illegaal persoon in een tbs-inrichting zo teleurgesteld en gedemotiveerd was dat hij daardoor verslaafd geraakt is? Er wordt weinig nieuws gemeld over het psychiatrisch onderwijs en over justitiële jeugdinrichtingen waar ditzelfde probleem speelt, wordt hele-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
2
maal niets gezegd. Wordt dat meegenomen in het onderzoek naar beter onderwijs? Mevrouw Bouwmeester stelt dat de zorg in ieder geval kwalitatief goed en continu moet zijn en dat nazorg gegarandeerd moet worden, los van wie daarvoor de verantwoording draagt. Hoe kan worden gegarandeerd dat de samenwerking en afstemming tussen de tbs-sector en de ggz echt beter wordt en leidt tot een betere doorstroom c.q. uitstroom? De evaluatiecommissie-BOPZ stelt dat in de tbs-sector het veiligheidsbewustzijn vergroot dient te worden en in het gevangeniswezen het zorgbewustzijn. Dit vereist een cultuuromslag in de tbs-sector! Hoe kan die gerealiseerd en gecontroleerd worden? Het Inspectierapport over het FPC Oldenkotte is een gedegen rapport. Het nieuwe risicotaxatie-instrument is waardevol om signalen op te vangen. Zorg en behandeling blijven naast veiligheid een belangrijk onderdeel vormen van de tbs. Het is daarom belangrijk dat niet alleen aan veiligheid en preventie maar ook aan de ontwikkeling van nieuwe behandelmethodes extra aandacht wordt besteed. Mevrouw Van Velzen (SP) complimenteert de staatssecretaris met de voortgangsrapportage. In het debat over het rapport van de commissie-Visser heeft minister Donner aangegeven te zullen kijken naar de mogelijke omzetting van de PIJ-maatregel in tbs. De staatssecretaris vindt dat de Wet BOPZ voldoende grondslag geeft om die behandeling te bieden. Het moet mogelijk zijn om indien nodig jongeren een tbs-maatregel op te leggen als de duur van PIJ-maatregel afloopt. Tussen de mensen in de tbs-klinieken zit een aantal dat al een PIJ-maatregel gehad heeft in het verleden. Er is een schemergebied tussen het opleggen van een BOPZ-maatregel en het uit een jeugdkliniek komen. Als de PIJ-maatregel eindigt, krijgt iemand niet automatisch een toetsing om te zien of er nog sprake is van een gevaarscriterium. Het jaarbericht van de Inspectie voor de sanctietoepassing geeft aan dat zorg boven veiligheid staat, ook in tbs-klinieken. Welke concrete maatregelen worden genomen om dit te verbeteren? De Inspectie voor de gezondheidszorg geeft geen informatie over seksuele contacten tussen behandelaars en tbs-cliënten. Hoe groot is dat probleem? Het is toch gewoon strafbaar? Wordt er aangifte gedaan en hoe kan het bestaan dat de desbetreffende behandelaars niet worden ontslagen maar worden doorgeschoven naar een andere kliniek? Een ander punt is seks tussen tbs’ers onderling. Een deskundige als mevrouw Corinne de Ruiter is van mening dat dit helemaal verboden moet worden, omdat het gaat om labiele mensen die met reden in een tbs-kliniek zitten. Het kan heel gevaarlijk zijn, brengt grote risico’s met zich en heeft grote schadelijke effecten op het psychisch welzijn van de betreffende patiënten. Moet seks in de tbs-kliniek niet helemaal verboden worden? Hoeveel vertraging is er bij het creëren van extra tbs-plaatsen? Hoe lang is de wachttijd voordat iemand geplaatst kan worden? Deelt de staatssecretaris de opvatting dat dit negatieve effecten kan hebben op de behandelmogelijkheden? Mevrouw Van Velzen pleit voor een totale herbezinning op de stapeling van gevangenisstraf en behandeling. Een gevangenisstraf heeft een negatief effect op de behandelmogelijkheden van de betreffende tbs’er. Dat is niet alleen slecht voor de tbs’er zelf, maar ook voor de lengte van de behandeling en dus voor de staatsfinanciën. Is de regering bereid het effect van detentie op behandelmogelijkheden te onderzoeken? Wanneer wordt het onderzoek gestart naar de behandelvorm die nu in de penitentiaire inrichting Breda wordt toegepast, namelijk behandeling tijdens detentie? Wanneer zijn de resultaten daarvan bekend? Mensen die geen behandelmogelijkheden hebben in het land van herkomst dan wel niet uitgezet kúnnen worden, moeten niet langdurig vastgezet worden in een tbs-kliniek zonder dat er verlofmogelijkheden
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
3
zijn. Zij moeten een tijdelijke verblijfstatus krijgen op humanitaire dan wel op medische gronden. Is het inderdaad waar dat er op dit moment iemand in een tbs-kliniek zit die afkomstig is uit Suriname en nu stateloos zou zijn? Mevrouw Van Velzen is erg benieuwd naar de antwoorden op de vragen over het rapport over Oldenkotte. Het lijkt haar een positieve ontwikkeling dat voortaan wel een verklaring omtrent gedrag zal worden gevraagd. De heer De Roon (PVV) deelt de waardering voor de overzichtelijke rapporten. Hij onderschrijft de vraag waarom maar met vijf politieregio’s convenanten zijn gesloten. Moet niet in alle regio’s hetzelfde worden afgesproken? Voor long stay en long care worden nieuwe plaatsen gecreëerd. Voor de helft daarvan is een uitbesteding uitgeschreven in juli 2007. Is de gunning rond? Zitten er nog haken en ogen aan de uitvoering? Heeft de secretaris haar oordeel al gevormd over de rapportage over de vervolgopdracht die door het EFP is uitgevoerd ter bepaling van het gewicht van de factoren die van belang zijn als het gaat om de risico’s? Wil zij de Kamer hierover informeren en de Kamer ook de rapportage ter beschikking stellen? De heer De Roon is verder geïnteresseerd in de inventarisatie van alle onderzoek op het terrein van de forensische psychiatrie, in de evaluatie van het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie en in het onderzoek naar de verslavingsproblematiek in de tbs-sector. Vanaf 1 juli 2007 moet voor alle verlofaanvragen in een beveiligingsplan worden aangegeven hoe dat begeleide verlof zal worden beveiligd, hoe dat wordt gefaseerd en uiteindelijk afgebouwd. Is het mogelijk om een eerste impressie te geven van de ervaringen met deze aanpak? Volgens de Inspectie voor de sanctietoepassing gaat het om een incidentrijk terrein dat leidt tot veel media-aandacht en derhalve tot veel onrust in het veld. Er wordt gesproken over negatieve publieke beeldvorming. Is de staatssecretaris het ermee eens dat het ongeacht dat er mogelijk negatieve effecten kunnen optreden, belangrijk is dat dingen die misgaan in de sanctietoepassing wél in de publiciteit komen? Het publiek en vooral ook de Kamer hebben immers recht te weten wat er misgaat, zodat daarop kan worden ingesprongen. Als toch sprake is van ernstige recidive van mensen op proefverlof of van mensen die transmuraal mogen wonen, moet het hele systeem dan niet opnieuw bekeken worden? Er moet een systeem komen van normering voor het toestaan van proefverloven en transmuraal wonen, waarbij incidenten zoals in Enschede niet meer plaatsvinden. Antwoord van de staatssecretaris De staatssecretaris stelt dat naar aanleiding van het rapport van de commissie-Visser het hele stelsel op de schop genomen is. Dat heeft geleid tot een plan van aanpak dat breed gedragen wordt door het veld. Het gaat om het vergroten van de veiligheid en niet om steeds hernieuwde oproepen om alle verloven in te trekken als een incident heeft plaatsgevonden. De klinieken trekken verloven in als zij denken dat daartoe aanleiding bestaat, maar de staatssecretaris wil niet landelijk regelen dat tbs’ers niet meer met verlof mogen omdat dit met risico’s gepaard gaat. Als mensen zonder oefenen op een gegeven moment de samenleving in worden gestuurd, is dat misschien zelfs onveiliger. Het uitgangspunt is immers niet dat iedereen tot aan het einde van zijn leven achter slot en grendel gaat. Voor blijvend gevaarlijke c.q. risicovolle mensen wordt nu ervaring opgedaan met de tbs long stay. De staatssecretaris is natuurlijk bereid om over incidenten te praten als de Kamer dat vraagt. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
4
samenleving veiliger te maken. Dat betekent ook dat men moet durven te praten over medialogica. De laatste maanden zijn vervolgstappen gezet. Op alle 17 aanbevelingen is vooruitgang geboekt. De leden voor het verlofadviescollege worden op dit moment geworven en de commissie zal vanaf 1 januari 2008 functioneren. Dat is heel belangrijk voor het veiliger maken van verlof, want de verloftoetsing op het ministerie van Justitie door de afdeling individuele tbs-zaken was inderdaad marginaal. Inmiddels wordt op basis van een tender niet alleen veel maar ook gedifferentieerde tbs-capaciteit gerealiseerd, waaronder long stay en long care voor de mensen die meer zorg dan beveiliging nodig hebben. Het gaat om 350 plaatsen waarvan 215 worden toegekend aan ggz-instellingen en de rest aan tbs-klinieken. Op basis van thans beschikbare prognosegegevens is het capaciteitsprobleem in 2010 opgelost. De tender die gebaseerd is op het inkoopsysteem dat formeel per 1 januari 2007 is gestart, heeft veel aanbiedingen van ggz-instellingen opgeleverd. Dat is heel belangrijk want een van de grootste knelpunten was immers de aansluiting van ggz-instellingen op de tbs-klinieken. Het is een forse verbetering omdat op die manier mensen op de juiste plaats terecht kunnen komen met de juiste zorg en de juiste beveiligingsmodaliteiten. De staatssecretaris hoopt dat het ook een goede stap is in de richting van door- en uitstroom en wil voortvarend doorgaan met de uitvoering van de plannen van de commissie-Houtman. De Kamer wordt hierover uiteraard geïnformeerd. Het wetsvoorstel over het uitbreiden van de mogelijkheid tot dwangmedicatie in het gevangeniswezen en de tbs-instellingen wordt op korte termijn ter consultatie voorgelegd aan de adviserende instanties. Verder zit er schot in het opstellen van een onderzoeksprogrammering en het creëren van een landelijk dekkend onderwijsprogramma. Het is belangrijk wetenschappelijk onderzoek te doen naar verbeteringen in de behandeling. In november vindt een aantal expertmeetings plaats en daarna worden de concrete voorstellen naar de Kamer gezonden. De gesignaleerde vertragingen brengen het proces niet in gevaar en er is absoluut geen sprake van afstel. In alle klinieken wordt rekeninggehouden met het belang van het slachtoffer. Dat is een aspect van de behandeling. Als bekend wordt dat het slachtoffer vanuit een kliniek wordt benaderd door een tbs-gestelde, wordt alles gedaan om het contact te stoppen. Als niet bekend is om welke kliniek het gaat, kunnen slachtoffers terecht bij het Landelijk informatiepunt slachtoffers. Dat neemt dan contact op met de kliniek. Op die manier wordt bekend vanuit welke kliniek het contact gelegd is. Begin volgend jaar start een door Justitie gesubsidieerde pilot informatieverstrekking in de gemeente Enschede. In die pilot wordt de politie geïnformeerd over de verblijfplaats van de tbs-gestelde buiten de kliniek. Gemeenten worden betrokken bij het toezicht dat op de tbs-gestelde wordt gehouden. Dit vergroot uiteraard de veiligheid en zal de uitstroom uit de klinieken ten goede komen. De pilot wordt goed geëvalueerd. Daarbij wordt ook bekeken of een landelijke aanpak wenselijk is. De geluiden in gemeenteland zijn namelijk veel diverser dan aanvankelijk gedacht. Sommige burgemeesters zitten helemaal niet te wachten op informatie over de verblijfplaats van een tbs-gestelde. In het kader van de pilot vindt ook maandelijks casusoverleg plaats met vertegenwoordigers van de tbs-kliniek, de reclassering, de officier van Justitie en de politie. De Kamer wordt van een en ander op de hoogte gehouden. De staatssecretaris is van mening dat ongeacht de status van degenen die een strafbaar feit hebben gepleegd, de veiligheid van de samenleving vooropstaat. Het kan zeer wel voorkomen dat het opleggen van een tbs-maatregel de enige weg is om die veiligheid te garanderen. Er zijn illegalen die blijvend delictgevaarlijk zijn en bij wie de uitzetting niet ter hand genomen kan worden, bijvoorbeeld omdat er twijfel rondom de identiteit is en er geen land is dat zegt: dit is mijn onderdaan die wil ik
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
5
terugnemen. Het moet altijd mogelijk zijn om mensen die blijvend gevaarlijk zijn, uiteindelijk via tbs long stay weg te houden uit de samenleving. Daar is de status is minder relevant, de veiligheid van de samenleving staat voorop. Als mensen in de tbs komen, bestaat op grond van het Wotsverdrag de mogelijkheid om mensen terug te brengen naar het land van herkomst als daar de behandeling kan worden overgenomen. Men moet er niet van uitgaan deze mensen allemaal in Nederland zullen blijven. Er zal beter bekeken worden of zij kunnen terugkeren naar het land van herkomst. De staatssecretaris vindt het niet juist om tijdens dit AO individuele dossiers tot in detail te bespreken. Zij zal het dossier van de Surinaamse stateloze bezien op de vraag of de algemene procedure hiervoor niet toereikend is. De reguliere toelatingsprocedure op medische gronden kent haar eigen criteria. Als mensen daaraan voldoen, kunnen zij langs die weg een vergunning krijgen. Een crimineel verleden is natuurlijk wel een contraindicatie voor een verblijfsvergunning. Er is een advies van de Raad van State op het wetsvoorstel illegale tbs-gestelden. Dat gaat bijvoorbeeld over de vraag hoe je er beter in kunt slagen om illegalen effectiever terug te brengen naar de landen van herkomst. Ook wordt bekeken of deze mensen inderdaad niet allemaal uit te zetten zijn. Als een en ander iets duidelijker wordt, kan met de Kamer over de consequenties gesproken worden. Het nader rapport wordt op dit moment geschreven. Daarna komt het wetsvoorstel naar de Kamer. De staatssecretaris zegt toe, in kaart te zullen brengen hoe het OM thans met de rekwireerrichtlijn in de praktijk omgaat. Het gemiddelde aantal tbs-passanten is tot en met 2005 toegenomen. In 2006 was er een duidelijke afname. Het verschil tussen 2004 en 2005 was in een stijgende lijn 188, en 214 in 2005. In 2006 waren dat er 146. Vooral door de capaciteitsuitbreiding zijn de wachttijd en het aantal wachtenden fors teruggebracht. Voor de groep zwakbegaafden is nog een serieuze capaciteitsuitbreiding nodig om het probleem op te lossen. Op dit moment kunnen zwakbegaafden alleen terecht op Hoeve Boschoord. Bij het forensisch psychiatrisch onderwijs is inmiddels voortgang te melden. Er is nog steeds gebrek aan specifieke opleidingen voor het werken in de forensische psychiatrie. Afgelopen jaar zijn de masteropleiding forensische gedragskunde, de masteropleiding forensisch mental health sciences en de minoropleiding Werken in een gedwongen kader ontwikkeld. Deze voorzien voor een deel in de behoefte. Het is een voortgaand proces. In november is een expertmeeting gepland om behoefte en aanbod op elkaar te laten aansluiten. Een verlofaanvraag kent een lange voorbereiding op verschillende niveaus. Inmiddels zijn recent machtigingen afgegeven voor beveiligd begeleid verlof. Binnenkort vindt overleg plaats tussen de besturen van de Dienst Justitiële Inrichtingen en de ondernemingsraad over de invulling van de bevoegdheden en de verplichtingen die volgen uit de gewijzigde geweldsinstructie. Het is belangrijk dat het personeel goed weet wat van hen wordt verwacht en dat de bestuurder goed luistert naar de zorgen van het personeel. Na afronding van dit overleg kunnen de beveiligde begeleide verloven direct worden gepraktiseerd. Het verlofadviescollege zal de resultaten van het onderzoek van het Expertise Centrum Forensische Psychiatrie betrekken bij de beoordeling van de verlofaanvragen. Dit is onderdeel van de lerende verlofpraktijk. De Kamer wordt hiervan op de hoogte gesteld. De onderzoeksprogrammering van het WODC kan aan de Kamer toegezonden worden. De uitslag van het verslavingsonderzoek wordt waarschijnlijk begin 2008 naar de Kamer gestuurd, evenals de evaluatie van het EFP. Er wordt ook gewerkt aan een onderzoeksprogrammering gericht op evidence based behandeling. De resultaten daarvan staan in de volgende voortgangsrapportage.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
6
De gesprekken in het kader van de vernieuwing forensische zorg voor de justitiële verslavingszorg beginnen half november en lopen tot 20 december. Het gaat om 55 instellingen. Er is 25 mln. extra nodig en de aanbesteding begint volgend jaar. Het is niet mogelijk om voor het overleg van eind november een inhoudelijke brief naar de Kamer te sturen. Als er tijdens het overleg inhoudelijke zaken te melden zijn, zal die informatie dan natuurlijk met de Kamer gedeeld worden. De staatssecretaris zegt toe, de Kamer in het kerstreces een brief te zullen sturen. Er is wel overeenstemming bereikt met de ggz. Het is wenselijk dat de Nederlandse Zorgautoriteit bij de inkoop en de verkoop van forensische zorg een rol blijft vervullen. Binnen de Wet marktordening gezondheidszorg wordt de precieze invulling geregeld. Daarover vindt overleg plaats tussen Justitie, VWS en de NZa. Naar verwachting leidt dit voor 1 januari 2008 tot resultaat. De beleidsregel van de Wet toelating zorginstellingen heeft alleen betrekking op nieuw te bouwen voorzieningen en heeft geen effect op de huidige zorgvoorzieningen. De staatssecretaris zegt toe, nader overleg te voeren met haar collega van VWS. Alle zorg die voortvloeit uit een strafrechtelijk vonnis en de beslissing van het OM valt onder de nieuwe aanpak van forensische zorg in een strafrechtelijk kader, ook de voorwaardelijke vonnissen. Het zorgkarakter van de strafrechtelijke beslissing wordt volledig gerespecteerd. Door zorg in te kopen, kan Justitie eisen stellen aan de resultaten, ook van de forensische zorg. Justitie gaat echter niet op de stoel van de behandelaar zitten. De invulling van de behandeling blijft het domein van de professionals. De basis voor een coördinerende inspectie voor de forensische zorg is gelegd in de vorige kabinetsperiode bij de bespreking van het programma Eenduidig toezicht. Er moet één inspectie aangewezen worden als accounthouder voor het betrokken veld. Die heeft ook de regie op het toezicht. Voor de forensische zorg is het meest werkbaar om aan te sluiten bij de ministeriële verantwoordelijkheid voor dit veld. Dat betekent dat deze rol toevalt aan de Inspectie voor de sanctietoepassing. Voor de materiële kant van het toezicht houden de Inspectie voor de gezondheidszorg en de Inspectie voor de sanctietoepassing de eigen taken en bevoegdheden. Op dit moment wordt overleg gevoerd over werkafspraken over de wijze waarop het onderzoek naar de aspecten zorg, bejegening, veiligheid en re-integratie wordt uitgevoerd. In het wetgevingstraject vernieuwing forensische zorg wordt bezien of de BOPZ door de strafrechter kan worden opgelegd. De staatssecretaris ziet in het inspectierapport over Oldenkotte geen aanleiding om een pas op de plaats te maken. Zij heeft de aanbevelingen overgenomen en deelt niet de mening dat de conclusie niet wordt gedragen door de inhoud van het onderzoek. Onderzoek naar het vuurwapen bij het schietincident in Enschede is onderdeel van het strafrechtelijk onderzoek en dat is nog niet afgerond. De tweede voortgangsrapportage over de uitvoering van het plan van aanpak tbs komt in december 2007. Daarin wordt nader ingegaan op de verschillende overgangen en hoe het toezicht geregeld is. Dat gaat o.a. over transmuraal verlof maar ook over andere vormen. Om de cultuuromslag voor elkaar te krijgen, moet meer worden samengewerkt tussen wat binnen in de kliniek en buiten in de samenleving gebeurt. De overgangen moeten zo soepel mogelijk verlopen. Ook het forensisch psychiatrisch toezicht is in dezen belangrijk. De ingezette maatregelen zullen tot effect leiden en tot het besef bij alle betrokkenen dat dit echt nodig is. Er zijn geen signalen dat men niet in de maatregelen gelooft. De elementen om die cultuuromslag te laten slagen, zitten in het plan. Uitgangspunt is dat met alle politieregio’s convenanten gesloten worden. Landelijke invoering is een voorwaarde voor versterkt toezicht, anders
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
7
raken de tbs-gestelden buiten beeld bij verandering van woonadres. Inmiddels hebben 13 politieregio’s convenanten afgesloten met Reclassering Nederland. Het aangaan van relaties tussen tbs-patiënten neemt in de behandeling een belangrijke plaats in. Het gaat om allerlei vormen van relaties van verschillende intensiteit. Er is geen absoluut verbod op seksuele relaties tussen tbs-patiënten. Per individu worden de toelaatbaarheid van een seksuele relatie en eventuele veiligheidsrisico’s bekeken. Het gaat om vrijwillig aangegane relaties. Er wordt toezicht gehouden op de wijze waarop relaties zich ontwikkelen en dit wordt in het kader van de behandeling besproken met de patiënt. De relatie krijgt uitdrukkelijk een plek in de behandeling. Als het leidt tot veiligheidsrisico’s wordt een van de partners overgeplaatst. In tegenstelling tot een gevangenis waar mensen gevangen zitten, worden in tbs-klinieken wel seksuele relaties toegestaan omdat mensen daar behandeld worden. In die behandeling krijgen relaties uitdrukkelijk een plek. De populatie van een tbs-kliniek is beter te vergelijken met de populatie van de ggz dan met de populatie van gevangenissen. Het is wat anders als het gaat om een verhouding tussen behandelaar en tbs-gestelde. Hier zijn de regels klip en klaar. Dat is absoluut niet toegestaan en past ook niet in een professionele behandelrelatie. De medewerkers weten dat het niet mag. Als het toch gebeurt, wordt de Inspectie voor de gezondheidszorg op de hoogte gesteld en volgt nader onderzoek naar de aard van de relatie. Dan worden maatregelen genomen die variëren van een outplacement tot disciplinaire maatregelen die vaak neerkomen op ontslag. Er moet altijd aangifte gedaan worden. De Inspectie voor de gezondheidszorg beschikt inderdaad over de concrete cijfers maar hoeft die op grond van regelgeving niet te verstrekken. In de Mesdagkliniek hebben de afgelopen vijf jaar vier incidenten plaatsgevonden van relaties tussen behandelaars en patiënten. Desgevraagd zegt de staatssecretaris toe, te zullen proberen de cijfers boven tafel te krijgen door middel van een inventarisatie bij de klinieken. Voor relaties tussen een tbs’er en iemand buiten de kliniek geldt een ontmoedigingsbeleid. Degene met wie de tbs’er een relatie heeft, wordt altijd op de hoogte gebracht van het delict en de daaraan gekoppelde risico’s. Indien de relatie desondanks blijft bestaan, wordt deze begeleid met een relatietherapie, ook vanuit de veiligheid. Er is inderdaad een zwangerschap ontstaan, maar dat was tussen twee tbs-gestelden die beiden transmuraal verlof hadden. Het is niet binnen de muren van een kliniek gebeurd. Sinds 2001 is er een beleid ter voorkoming van infectieziekten. De medische dienst verstrekt op aanvraag condooms en deze kunnen ook aangeschaft worden in de tbs-kliniek. Het onthouden van voorbehoedsmiddelen is niet het geschikte middel om onwenselijke contacten tegen te gaan. De staatssecretaris herhaalt haar standpunt dat zij geen voorstander is van het omzetten van een PIJ-maatregel in tbs. Zij stelt voor, deze discussie te voeren tijdens het AO van 1 november over de jeugd. Er is door het WODC een onderzoek gestart naar het effect van detentie op behandeling. Medio volgend jaar wordt de rapportage verwacht. Er wordt een onderzoek verricht naar pretherapie voor zedendelinquenten. Er komt een plan- en procesevaluatie. Aan de hand van de gegevens wordt bekeken of een effectevaluatie mogelijk is. Dat onderzoek wordt uitgevoerd in 2008. De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie, De Pater-van der Meer De griffier van de vaste commissie voor Justitie, Nava
Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, 29 452, nr. 77
8