Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2005–2006
26 234
Vergaderingen Interim Committee en Development Committee
Nr. 56
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 12 juni 2006 Tijdens het algemeen overleg op 2 november 2005 in de Tweede Kamer verzocht het Kamerlid Van Heemst (PvdA) de minister van Financiën te onderzoeken in hoeverre het overboeken van geld naar het buitenland door met name migranten goedkoper kan worden gemaakt.1 Vervolgens nam de Tweede Kamer op 24 november 2005 bij behandeling van de begroting van Buitenlandse Zaken een motie aan van de kamerleden Van Bommel (SP) en Ferrier (CDA) die eveneens betrekking had op de aanpak van de kosten van geldovermakingen door migranten naar familie in het land van herkomst . Hierin wordt gesteld dat «bij iedere overmaking zo’n 10 tot 15 procent aan de strijkstok blijft hangen vanwege te weinig concurrentie in de dichtgetimmerde markt voor geldovermakingen».2 De kosten van buitenlandse geldoverboekingen door migranten (internationaal aangeduid met het begrip «remittances») zijn al eerder in de Tweede Kamer aan de orde geweest.3 Op 10 november 2003 heb ik u hierover schriftelijk geïnformeerd en ik gaf toen twee redenen waarom ik aanvullend beleid niet nodig vond.4 Er is om te beginnen sprake van een vrije markt met voldoende concurrentie. Bovendien kunnen migranten ervoor kiezen om minder vaak, hogere bedragen naar het land van herkomst over te maken, en op die manier zelf de kosten beperken (het kostenpercentage is vaak gekoppeld aan de hoogte van het te verzenden bedrag).
1
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 27 925/28 106, nr. 191. 2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300V, gewijzigde motie van de leden van Bommel en Ferrier ter vervanging van nr. 51. 3 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 26 234, nr. 25. 4 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 26 234, nr. 27.
KST98415 0506tkkst26234-56 ISSN 0921 - 7371 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2006
Ik zie op dit moment geen reden om dit standpunt te herzien. Wel kunnen enkele aanvullende maatregelen worden genomen om verlaging van de kosten voor internationale geldoverboekingen te bevorderen. Graag licht ik dat in deze brief toe. Ik zal allereerst stilstaan bij het maatschappelijke belang van remittances en de prijzen zoals die op dit moment internationaal voor geldoverboekingen gerekend worden. Vervolgens wil ik ingaan op de Nederlandse markt voor remittances en de kosten die migranten voor geldoverboekingen vanuit Nederland betalen, om ten slotte enkele beleidsconclusies aan u voor te leggen.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
1
1. Internationale situatie Het volume aan grensoverschrijdende inkomensoverdrachten door migranten is de laatste jaren spectaculair toegenomen. Volgens schattingen van de Wereldbank steeg het totale bedrag dat migranten wereldwijd overmaken naar familie en relaties in het land van herkomst van 30 miljard dollar in 1990, naar 100 miljard dollar in 2000 en 167 miljard dollar in 2005.1 Dit zijn de officieel geregistreerde overboekingen. Volgens schatting moet daarbij nog eens een bedrag van 100 miljard dollar aan inkomensoverdrachten via alternatieve kanalen worden opgeteld. Hierbij moet worden gedacht aan overdracht van contant geld, ondersteuning in de vorm van goederen en overboekingen via niet-officiële financiële instellingen, ook wel aangeduid als «ondergrondse banken» of met de term «hawala».2 Daarmee ligt het volume aan officieel geregistreerde geldovermakingen door migranten op dit moment wereldwijd twee keer zo hoog als het bedrag aan officiële ontwikkelingshulp en is vergelijkbaar met het totaal aan directe buitenlandse investeringen in ontwikkelingslanden (tabel a). De wassende stroom particuliere inkomensoverdrachten door migranten wordt dan ook gezien als een belangrijke pijler onder de armoedebestrijding in de wereld. Tabel a. Wereldwijd volume aan inkomensoverdrachten door migranten, ontwikkelingshulp, directe en indirecte buitenlandse investeringen, 1995 en 2004 (miljard dollar)
Inkomensoverdrachten door migranten Directe buitenlandse investeringen Particuliere beleggingen Officiële ontwikkelingshulp
1995
2004
58 107 170 59
160 166 136 79
Bron: Wereldbank, Global Economic Prospects 2006: Economic Implications of Migration and Remittances, Washington, 2005, p. 88.
1
Wereldbank, Global Economic Prospects 2006: Economic Implications of Migration and Remittances, Washington, 2005, p. 88. 2 Zie: de brief van de ministers van Financiën en Justitie van 19 juli 2005, Ondergronds bankieren: bestaansredenen, risico’s en aanpak, Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 28 106, nr.6. Zie ook: B.M.J. Slot, «Is ondergronds bankieren een reëel gevaar?», in: Justitiële Verkenningen, 2–06, WODC, Den Haag, 2006. 3 In artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 3o van de Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt) wordt een «geldtransfer» als volgt gedefinieerd: «het in het kader van geldelijke overmaking ter beschikking krijgen van gelden of geldswaarden, teneinde deze gelden of geldswaarden al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel het betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden nadat deze gelden of geldswaarden elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, waarbij deze geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is». 4 ECORYS, Study on improving the efficiency of workers’ remittances in Mediterranean countries, FTF/REG/01/2005, Rotterdam, februari 2006. Studie in opdracht van de Europese Investeringsbank.
Overboekingen via het officiële financiële stelsel kunnen op twee manieren plaatsvinden (tabel b): in girale vorm bij een bank of postkantoor en in de vorm van zogenaamde «money transfers» ofwel «geldtransfers».3 Bij een money transfer wordt geld contant gestort en wordt door de begunstigde in contanten opgehaald. Daarnaast wordt nog steeds op grote schaal gebruik gemaakt van zogenaamde informele kanalen. Hierbij moet gedacht worden aan overboekingen via ondergrondse banken, overdachten in de vorm van contant geld en schenkingen van goederen. Volgens een recent onderzoek naar remittances vanuit de Europese Unie, zijn informele kanalen goed voor meer dan de helft van de migrantenoverboekingen vanuit Europa en worden money transfers vaker gebruikt dan bancaire overboekingen.4 Overboekingen naar Turkije vormen hierop een positieve uitzondering. Dit heeft te maken met de aanwezigheid van Turkse banken in verschillende EU-landen. Dit beeld wordt bevestigd door een recent Nederlands onderzoek van de Consumentenbond, waarover verderop meer. Tabel b. Kanalen waarlangs migranten inkomen overdragen aan familie in het land van herkomst Formele kanalen
Informele kanalen
Banken (giraal) Postkantoren (giraal) Money transfers (contant) Ondergrondse banken Overdracht van contant geld Overdracht van goederen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
2
Money transfers en informele kanalen hebben hun populariteit onder andere te danken aan het feit dat overboekingen via banken vaak op allerlei praktische problemen stuiten. Banken worden in veel ontwikkelingslanden als onbetrouwbaar ervaren, de kostenstructuur is ondoorzichtig, vaak is het geld dagenlang onderweg en soms komt het voor dat het geld bij de bank op de plaats van bestemming gewoon «op» is. Familieleden in het land van herkomst beschikken niet altijd over een eigen bankrekening, of hebben een rekening bij een lokale bank die niet is aangesloten op een internationaal netwerk van «correspondent banking». De aanbieders van money transfers ontlenen hier hun bestaansrecht aan. Money transfers zijn in vergelijking met banken snel. Bij een money transfer kan het geld vaak binnen een kwartier worden afgehaald. De verzender noch de begunstigde hoeft over een bank- of girorekening te beschikken. En verder beschikken de aanbieders van money transfers in ontwikkelingslanden veelal over fijnmazige distributienetwerken die tot in ver afgelegen gebieden reiken. Het geografische bereik van money transfers is daarom vaak breder dan dat van banken. Zo hebben de twee grootste wereldwijd opererende aanbieders van money transfers, Western Union en MoneyGram, hun dominante marktpositie onder meer te danken aan contracten met posterijen die in ontwikkelingslanden over fijnmazige distributienetwerken beschikken.1 Een probleem bij zowel de banken als de money transfers zijn de hoge kosten die migranten moeten maken om geld op de plaats van bestemming te krijgen. Aanbieders van money transfers rekenen provisietarieven die kunnen oplopen tot ruim 15 procent van het ingelegde bedrag. Bancaire overboekingen over de grenzen van de Europese Unie heen zijn vaak iets goedkoper, maar nog steeds aanzienlijk duurder dan overboekingen binnen de EU.2 De hoge kosten worden vooral veroorzaakt door de gebrekkige ontwikkeling van het banksysteem in veel ontwikkelingslanden en de slechte aansluiting op het internationale bancaire stelsel. Dit is het algemene beeld. Uit recent onderzoek van de Wereldbank blijkt echter dat de prijzen voor geldoverboekingen internationaal sterk kunnen variëren (tabel c).3 De hoogte van de prijzen hangt onder andere samen met het aantal migranten dat in een land gevestigd is. Tabel c. De kosten van het verzenden van een money transfer ter waarde van 200 dollar (% van geldbedrag)
1
Western Union en MoneyGram hebben een geschat marktaandeel van respectievelijk 13 en 3 procent op de wereldmarkt voor remittances. Western Union en MoneyGram zijn wereldwijde spelers. Het grootste deel van de markt wordt ingenomen door banken en aanbieders van money transfers die actief zijn in één of een beperkt aantal corridors. 2 De EU heeft bepaald dat vanaf 1 juli 2003 de tarieven voor het overboeken van euro’s naar een rekening in een ander EU-land gelijk moeten zijn aan de tarieven voor het overboeken in eigen land. 3 Wereldbank, Global Economic Prospects 2006: Economic Implications of Migration and Remittances, Washington, 2005.
België – Nigeria Nieuw Zeeland – Togo VK – India België – Senegal Nederland – Suriname* Verenigde Arabische Emiraten – India VS – Mexico Hong Kong – Filippijnen Saoedi Arabië – Pakistan Rusland – Oekraïne VS – Filippijnen Zuid-Afrika – Mozambique VK – Filippijnen VS – Colombia
Money transfers
Bancaire overboekingen
12 12 11 10 10 5,5 5 4,5 3,6 4 1,2 – 2,0 Nb Nb Nb
6 3 6 – 6 5,2 3 – 0,4 3 0,4 – 1,8 1 0,4 – 5,0 17
Nb = geen gegevens beschikbaar; * Money transfer tussen Nederland en Suriname via Western Union, bancaire overboeking van 250 euro via SNS Bank (zie tabel e). Bron: Wereldbank 2005, p. 137, met uitzondering van Nederland-Suriname.
In zogenaamde «corridors met een hoog volume» (landen waartussen veel migrantenverkeer is en dus grote geldstromen lopen) zijn geldover-
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
3
boekingen over het algemeen goedkoper dan in corridors met een laag volume. Zo zijn de prijzen van overboekingen vanuit de Verenigde Staten naar Mexico (in de Verenigde Staten wonen meer dan 25 miljoen Mexicanen) sinds het einde van de jaren negentig gehalveerd.1 Ook in enkele andere corridors tussen de Verenigde Staten en Latijns Amerika en de omvangrijke corridors vanuit de Verenigde Arabische Emiraten liggen de prijzen nu minder hoog dan enkele jaren geleden. Deze prijsdalingen hebben een aantal oorzaken: een groeiend volume aan overboekingen, toenemende concurrentie tussen financiële instellingen, actieve marketing richting migranten, de ontwikkeling van kostenverlagende technologieën, financiële voorlichtingsprogramma’s gericht op migranten («financial literacy programs») en campagnes om migranten bewust te maken van de kostenverschillen (zoals de vergelijkingssite www.sendmoneyhome.org van het Britse ministerie van ontwikkelingssamenwerking). Ook in corridors met een lager volume lijken de prijzen op dit moment voorzichtig te dalen. Verdere prijsverlagingen zijn in de toekomst te verwachten als gevolg van het gebruik van nieuwe technologieën zoals betaling via mobiele telefoon, internet en zogenaamde debetkaarten die op afstand met een tegoed kunnen worden geladen en waarbij de bezitter geld kan opnemen zonder zelf over een bankrekening te beschikken. In de Filippijnen en Zuid-Afrika (www.wizzit.co.za) zijn inmiddels succesvolle ervaringen opgedaan met het bankieren per mobiele telefoon.
1
Een overboeking vanuit de Verenigde Staten naar Mexico van 300 dollar kostte in 1999 26 dollar en in 2005 11 dollar. 2 The World Bank, Bank for International Settlements, General principles for international remittance services, March 2006. Zie ook: United Nations, General Assembly, 16 december 2005, Globalization and interdependence: international migration and development, draft resolution I, «Facilitation and reduction of the cost of transfer of migrant remittances». 3 Zie onder andere: Hernández-Coss, R., The US-Mexico Remittance Corridor, Lessons on Shifting from Informal to Formal Transfer Systems, World Bank Working paper Series no.47, Washington 2005; Hernández -Coss, R., The Canada-Vietnam Remittance Corridor, Lessons on Shifting from Informal to Formal Transfer Systems, World Bank Working paper Series no.48, Washington 2005.
Kunnen internationale geldoverboekingen goedkoper? Volgens de Wereldbank wel. De werkelijke kosten per overboeking liggen volgens de Wereldbank niet hoger dan 3,6 tot 5,5 dollar. Banken en aanbieders van money transfers maken volgens de Wereldbank aanzienlijke winsten met deze vorm van financiële dienstverlening. Een verdere verlaging van de prijzen wordt dan ook algemeen gezien als middel om de armoede in Derde Wereld te bestrijden.2 Hiervoor worden, in de inmiddels overvloedige literatuur over dit onderwerp, verschillende argumenten aangedragen. Bij lagere prijzen blijft er meer geld over voor de begunstigden, die dit kunnen consumeren, gebruiken voor scholing en gezondheid, investering in een woning of een eigen onderneming. Lagere prijzen stimuleren het volume aan remittances (de vraag naar remittances kent volgens de Wereldbank een hoge prijselasticiteit) en zullen leiden tot een verschuiving van geldstromen vanuit informele naar formele kanalen.3 Lagere prijzen zullen tevens leiden tot een verschuiving vanuit money transfers naar banken. Bij money transfers wordt het geld meteen afgehaald, maar bij banken kan het tijdelijk op een betaalrekening of deposito worden ondergebracht. Deze gelden kunnen worden gebruikt voor kredietverlening en aldus een structurele bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de economie. Om maximale ontwikkelingseffecten te sorteren is het wenselijk dat de remittances niet alleen worden gebruikt voor directe consumptie, maar ook worden aangewend voor investeringen in de economie. 2. Inkomensoverdrachten vanuit Nederland Ook vanuit Nederland is het totale volume aan geldoverboekingen door migranten de laatste jaren gegroeid. Volgens officiële betalingsbalansstatistieken maakten buitenlandse werknemers in Nederland rond het midden van de jaren negentig jaarlijks gezamenlijk voor 300 miljoen euro aan inkomsten over naar het buitenland. In 2005 was dit bedrag opgelopen naar 670 miljoen euro (grafiek a). Deze toename hangt onder meer samen met de gestage groei van het aantal in Nederland gevestigde nietwesterse allochtonen. Op dit moment wonen in Nederland 1,7 miljoen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
4
eerste en tweede generatie niet-westerse allochtonen, tegen één miljoen tien jaar geleden. Grafiek a. Inkomens overdrachten door buitenlandse werknemers in Nederland, 1982–1005 (miljoen euro). bron.www.dnb.nl
Bekend is dat migranten actieve spaarders zijn en veel geld overmaken naar familie en relaties in het land van herkomst. Uit een recent onderzoek door de Consumentenbond onder zes in Nederland woonachtige etnische groepen (Surinamers, Turken, Marokkanen, Antillianen, Ghanezen en Somaliërs), blijkt dat zij jaarlijks gezamenlijk voor naar schatting 365 miljoen euro geld naar huis overmaken (tabel d). Dat komt per «overmaker» (iemand met een eigen inkomen die wel eens geld naar huis overmaakt) neer op zo’n 638 tot 1 144 euro per jaar. Dit bedrag wordt meestal verdeeld over één tot vijf afzonderlijke overboekingen verspreid over een jaar naar huis gezonden.1 Tabel d. Schattingen van bedragen die per bevolkingsgroep per jaar via formele en informele kanalen worden vanuit Nederland naar het buitenland worden overgemaakt (2005)
Suriname Turkije Marokko Antillen Ghana Somalië Totaal
Aantal mensen (1 000)
Aantal «overmakers» (1 000)
Gemiddeld bedrag per «overmaker» (euro)
Totaal overboekingen (miljoen euro)
Gemiddeld bedrag per hoofd (euro)
329 359 316 131 19 22
148 140 107 56 9 8
777 800 788 638 1 144 776
115 112 84 36 11 7
350 312 266 275 579 318
1 175
468
778
365
311
Bron: Consumentenbond 2005, p. 47. «Overmaker» is een persoon die wel eens geld stuurt.
1
Goed geld overmaken. Geld overmaken naar het buitenland: mogelijkheden en perceptie van allochtone consumenten, een onderzoek door de Consumentenbond in opdracht van NCDO en Stichting IntEnt, oktober 2005. Zie ook: WRR, Nederland als immigratiesamenleving, Rapporten aan de regering nr. 60, Den Haag, 2001, pp. 106–109.
Anders dan in de betalingsbalansstatistieken van De Nederlandsche Bank, zijn in het onderzoek van de Consumentenbond ook overdachten via niet-officiële kanalen meegenomen. Opvallend is het veelvuldige gebruik van alternatieve methoden om het inkomen op de plaats van bestemming te krijgen. Tabel e laat dit zien. Van de zes onderzochte groepen wordt in 25 procent van de keren dat men een schenking doet (gekeken is naar het aantal schenkingen, niet naar de hoogte van het bedrag) gekozen voor een money transfer. In 21 procent van de gevallen vindt een bancaire overboeking plaats. In de overige 54 procent van de gevallen kiest men
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
5
voor een alternatief. Meestal wordt er dan contant geld overgedragen (door zelf geld mee te nemen, geld mee te geven of op te sturen per post). Daarnaast vinden er overboekingen plaats via ondergrondse banken (13 procent), geeft men de pinpas of creditcard mee aan derden of wordt geld via de moskee/kerk overgedragen. Er zijn tussen de onderzochte etnische groepen wel verschillen in voorkeur voor de kanalen waarlangs men geld overmaakt. Zo zijn geldtransactiekantoren onder Turken relatief weinig populair (10 procent van de overboekingen) en nemen bancaire overboekingen een belangrijke plaats in, terwij onder Ghanezen money transfers veruit favoriet zijn (51 procent van de overboekingen). Deze verschillen hebben onder andere te maken met verschillen in ontwikkeling van het bancaire kanaal tussen Nederland en beide landen. Tabel e. Meest voorkomende wijze van geld overmaken onder Surinamers, Turken, Marokkanen, Antillianen, Somaliërs en Ghanezen in Nederland, (%, n=1336) Geldtransactiekantoor (money transfer) Bank Zelf contant geld meenemen Via een belwinkel, reisbureau of andere winkel, hawala Contant geld meegeven Post Moskee/kerk Bankpas of creditcard meegeven aan anderen Totaal
25 21 20 13 12 5 3 1 100
Bron: Consumentenbond 2005, p. 23.
Money transfers zijn in Nederland sinds juli 2002 gereguleerd op basis van de Wet inzake de geldtransactiekantoren (Wgt). Om in Nederland money transfers te mogen verrichten moet een financiële instelling ingeschreven staan in het Wgt-register of een geregistreerde kredietinstelling zijn op grond van de Wet toezicht Kredietwezen 1992 (Wtk). Het Wgt-register wordt beheerd door De Nederlandsche Bank, die ook toezicht houdt op de geldtransactiekantoren in Nederland. Er zijn op dit moment in Nederland 28 geldtransactiekantoren ingeschreven in het Wgt-register. Hiervan hebben twintig kantoren een vergunning om money transfers te verrichten (deze kantoren hebben vaak enkele vestigingen in verschillende steden). De overige acht kantoren voeren alleen wisseltransacties uit. Het merendeel van de kantoren maakt gebruik van het netwerk van de twee grote wereldwijd opererende aanbieders – Western Union en MoneyGram. Enkele kantoren werken (daarnaast) met een eigen netwerk dat veelal gespecialiseerd is naar enkele landen of regio’s in de wereld. De twintig geldtransactiekantoren die zijn ingeschreven in het Wgt-register verrichtten in 2004 gezamenlijk voor 239 miljoen euro aan uitgaande money transfers en voor 85 miljoen euro aan binnenkomende money transfers. Daarnaast verrichten Postbank en GWK-Travelex money transfers op grond van een Wtk-vergunning. 3. Prijzen vanuit Nederland Wat kost een internationale geldoverboeking vanuit Nederland? Bij money transfers hangen de prijzen meestal af van de hoogte van het te verzenden bedrag. Hierbij geldt, hoe groter het bedrag, hoe lager het percentage dat aan kosten in rekening wordt gebracht (tabel f). Banken rekenen voor girale overboekingen veelal een vast tarief. Zo ligt het standaardtarief voor een money transfer van 250 euro via MoneyGram en Western Union rond de 20,50 euro. Naarmate het over te boeken bedrag groter is, wordt een lager kostenpercentage in rekening gebracht. De totale kosten van een bancaire overboeking ter waarde van 250 euro
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
6
variëren, volgens onderzoek van de Consumentenbond, van 5,22 euro tot 28,00 euro. Hierbij moeten de kosten van een bankrekening – zowel voor de betalende als voor de begunstigde partij – worden opgeteld. Bancaire overboekingen zijn vaak wat goedkoper dan money transfers. Tabel f. Kosten voor overboekingen naar Suriname via Postbank (Western Union) Inleg
tarief
tarief
EUR
EUR
%
50 100 200 250 300 400 500 600 700 800 900 1000
9,50 17,00 20,50 20,50 23,50 28,00 32,50 34,50 40,50 40,50 40,50 47,50
19,0 17,0 10,3 8,2 7,8 7,0 6,5 5,8 5,8 5,1 4,5 4,8
Bron: www.postbank.nl
Het onderzoek van de Consumentenbond bevestigt dat money transfers hun populariteit aan een aantal factoren te danken hebben. Om te beginnen de snelheid. Money transfers zijn doorgaans binnen een kwartier op de plaats van bestemming. Money transfers worden gebruikt als relaties in het land van herkomst niet over een eigen bankrekening beschikken (te duur, slecht ontwikkeld bancair netwerk). Gemak, gewoonte en gebrek aan marktransparantie spelen ook een rol bij de keuze voor money transfers. Verder ervaart men de keuzemogelijkheden en kostenstructuur bij banken als complex en ondoorgrondelijk. Aanbieders van money transfers hebben de informatie over kosten en mogelijkheden in een groot aantal talen beschikbaar. Het beeld van de dure money transfers behoeft enige nuancering. Naast de grote, wereldwijd opererende aanbieders, zijn er aanbieders actief die money transfers naar een beperkt aantal landen verzorgen. Deze rekenen veelal lagere tarieven. In de praktijk blijken er grote prijsverschillen te zijn tussen de verschillende manieren van overboeken (bank of money transfer) maar ook tussen aanbieders onderling. Zo variëren de kosten van een money transfer naar Suriname ter waarde van 100 en 300 euro, van 4 tot 12 procent van het verstuurde bedrag (tabel g). Bij bancaire overboekingen van dezelfde bedragen lopen de kosten uiteen van 5,5 tot 15 procent. Hierbij moeten de kosten van de bank in Suriname en de kosten van een bankrekening worden opgeteld. Het overboeken via internet is meestal het goedkoopst. Tabel g. Kosten van een overboeking van 100 en 300 euro vanuit Nederland naar Suriname EUR 100
Money transfer Cash Express GWK Travelex Suri Change Moneytrans Bancaire overboeking Rabobank
EUR 300
EUR
%
EUR
%
Bijkomende kosten
12,00 9,99 7,00 7,00
12,0% 10,0% 7,0% 7,0%
23,50 22,00 8,00 12,00
7,8% 7,3% 2,7% 4,0%
Geen Geen Geen Geen
15,00
15,0%
15,00
5,0%
Bank Suriname, bankrekening
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
7
EUR 100 Rabobank internet ABN AMRO Postbank ING Bank Postbank internet ABN AMRO internet ING Bank internet
10,00 10,00 9,50 7,50 7,50 5,50 5,50
EUR 300 10,0% 10,0% 9,5% 7,5% 7,5% 5,5% 5,5%
10,00 10,00 9,50 7,50 7,50 5,50 5,50
3,3% 3,3% 3,2% 2,5% 2,5% 1,8% 1,8%
Bank Suriname, bankrekening Bank Suriname, bankrekening Bank Suriname, bankrekening Bank Suriname, bankrekening Bank Suriname, bankrekening Bank Suriname, bankrekening Bank Suriname, bankrekening
Bron: Ministerie van Financiën 2006.
Verder lijkt ook in Nederland een tendens tot prijsdaling in gang te zijn gezet. In de grote steden zijn de aanbieders van money transfers veelal in elkaars nabijheid gevestigd, waarbij sprake is van een levendige concurrentie. Naast de standaardtarieven proberen de aanbieders van money transfers klanten te trekken met speciale kortingen of vaste lagere tarieven. Ook de banken lijken zich sinds kort actiever op te stellen op de markt voor migranten. Zo voerde een bank in Nederland rondom de jaarwisseling een actie waarbij voor internetoverboekingen naar Marokko, Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba, één euro aan kosten in rekening werd gebracht. 4. Beleidsconclusies Het internationaal overboeken van geld buiten de Europese Unie is nog steeds relatief duur. De tarieven kunnen oplopen van enkele procenten tot tien à vijftien procent van het over te boeken bedrag. Het is om verschillende redenen gewenst dat de prijzen voor overboekingen buiten de EU omlaag gaan. In de eerste plaats omdat particuliere overboekingen door migranten een belangrijke bron zijn van inkomen voor familie van migranten in het land van herkomst en daarmee kunnen bijdragen aan de economische ontwikkeling in de ontwikkelingslanden. In de tweede plaats omdat relatief dure overboekingen de vraag naar alternatieve methoden – gebruik van ondergrondse banken, overdacht van contant geld – stimuleren en aldus de overheid het zicht ontnemen op deze internationale geldstromen. Gelden die via alternatieve kanalen naar het buitenland wegvloeien vallen buiten het financiële toezicht. Naarmate deze geldstromen omvangrijker zijn, wordt het makkelijker om criminele of terroristische geldstromen hierop te laten meeliften. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat de markt voor migrantenoverboekingen in Nederland de laatste tijd in beweging is en er sprake lijkt te zijn van een dalende prijstendens. Dit is in lijn met de prijsdaling die we internationaal zien in meer omvangrijke «remittance-corridors». Een verdere daling van de prijzen moet door ontwikkelingen aan twee zijden van de geldstromen worden gestimuleerd: door maatregelen in landen van waaruit het geld afkomstig is (de «eerste mijl») en door verbeteringen in landen waar het geld naar toe wordt gezonden (de «laatste mijl»).
De eerste mijl De volgende maatregelen kunnen worden genomen om de prijsdaling aan de Nederlandse kant te stimuleren. • Het ministerie van Financiën zal bij de NMA een verzoek indienen om de concurrentie op de Nederlandse markt voor money transfers te onderzoeken en aan te geven hoe de concurrentie kan worden bevorderd. Bij de evaluatie van de Wet inzake de Geldtransactiekantoren (Wgt), die u binnenkort wordt aangeboden, is overigens expliciet
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
8
•
•
•
gekeken naar de hoogte van de toetredingseisen en de mogelijk concurrentiebeperkende effecten hiervan. Binnen EU-verband wordt gewerkt aan het New Legal Framework for Payments. Dit richtlijnvoorstel heeft als doel het versterken van marktwerking binnen de EU voor aanbieders van financiële diensten. In dat kader wordt onder meer gekeken naar harmonisatie van toetredingseisen voor niet-bancaire aanbieders van betaaldiensten. Hieronder vallen de geldtransactiekantoren. Het ministerie van Financiën zal in overleg treden met financiële instellingen en migrantenorganisaties en vragen in hoeverre het huidige aanbod van financiële diensten in Nederland aansluit op de wensen en behoeften van de groeiende groep (potentiële) klanten van allochtone herkomst, wat de eventuele knelpunten zijn en in hoeverre het mogelijk en wenselijk is om hier iets aan te doen. Het vergroten van markttransparantie is een directe manier om de kosten die migranten in de praktijk betalen te verminderen. In dit kader heeft de Stichting Intent een consumenten-vergelijkingssite ontwikkeld www.geldnaarhuis.nl, waarop consumenten zelf de prijzen van verschillende aanbieders kunnen vergelijken.
De laatste mijl Het belangrijkste obstakel voor prijsdaling wordt gevormd door de gebrekkige financiële infrastructuur in ontwikkelingslanden zelf en de slechte aansluiting op het betalingsverkeer in de rijke landen. De ontwikkeling van een betrouwbaar financieel stelsel en goed werkende betaalsystemen in ontwikkelingslanden zijn voorwaarde voor lagere prijzen en een groter gebruik door migranten van formele financiële kanalen. Het ministerie van Financiën volgt dit nauwlettend via deelname aan internationale organisaties en fora en zal waar mogelijk initiatieven op dit terrein stimuleren. Eén van de instellingen die op dit terrein actief is NFX (Netherlands Financial Sector Development Exchange), een semi-particuliere organisatie waarvan het ministerie van Financiën één van de oprichters is. NFX heeft als doel om samen met de particuliere sector de ontwikkeling van het financiële stelsel in ontwikkelingslanden te stimuleren. NFX zal in november 2006 een seminar organiseren waarin aanbevelingen worden gedaan over het kanaliseren van remittances via het formele kanaal. Met de ontwikkeling van betalingen via de mobiele telefoon, internet en debetkaarten wordt een goedkoop alternatief gecreëerd voor overboekingen via banken en money transfers. Het ministerie van Financiën zal in overleg treden met internationale organisaties als PayPal (wereldwijd marktleider op het gebied van internetbetalingen) en financiële instellingen in Nederland en, waar mogelijk, nieuwe technologische toepassingen blijven stimuleren. Tegelijkertijd is het voor een adequaat beleid nodig om te blijven investeren in kennis over remittances. Het ministerie van Financiën participeert in een internationaal onderzoek naar remittance corridors dat is geïnitieerd door de Wereldbank. In dit kader heeft Financiën de Utrecht School of Economics opdracht gegeven om volgens de Wereldbankmethodologie de omvang en aard van de corridor tussen Nederland en Suriname in kaart te brengen. De resultaten worden in de loop van 2006 verwacht. NFX is voornemens een studie te verrichten naar de remittances tussen Nederland en Marokko. Vanzelfsprekend zal ik u over onze bevindingen blijven informeren. De Minister van Financiën, G. Zalm
Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 26 234, nr. 56
9